„PLANT EEN BOOM OP WALCHEREN" wekroep van de stichting „Nieuw Walcheren", die in binnen- en buitenland indruk maakte. of het verhaal van de man, die een idee kreeg! I uxaó de- PocmieA a^gtöJLo-itn I EXTRA UITGAVE VAN HET DAGBLAD Jindthhai^ jaaA Pang, MINIATUUR WALCHEREN De aunwez'gheid van H.K.H. Prinses Wilhelmina zette luister bij aan de tweede boomplantdag, in November 1948. Zij plantte toen de eerste boom voor het Wilhelminabos te Westkapellle. Naast haar de Commissaris der Ko ningin, Jhr. de Casembroot en de heer J. L. Verhagen, voorzitter van de stichting „Nieuw Walcheren". Het aandeel van de Stichting „Nieuw Walcheren" in de herbeplanting van het eiland is zeer groot geweest. Het mag zonder overdrijving worden vast gesteld, dat, indien de Stichting niet de wekroep „Plant een boom op Walcheren!" in binnen- en buiten land had laten horen, het er met de beplanting niet zo zou hebben voor gestaan als nu het geval is. Wij heb ben daarvan opnieuw een indruk gekregen tijdens een gesprek met de heren P. Blaauw en C. P. Broer se, resp. bestuurslid van „Nieuw Walcheren", die zich jarenlang spe ciaal met de beplanting heeft be moeid, en het hoofd van het Land- schapsarchitectonisch Bureau der Stichting, die dank zij de grote medewerking van het gemeentebe stuur van Nieuwer Amstel waar hij directeur van de plantsoenen dienst is zich reeds vanaf 1946 Intensief met de herbeplanting van 't geschonden eiland heeft bezig ge- geschonden eiland heeft bezig gehou den. Tengevolge van de inundatie waren erop Walcheren zo'n 1 Yl mil- lioen bomen en 2Yi millioen struiken nodig. Een belangrijk gedeelte daar van kon, dank zij de activiteiten van „Nieuw Walcheren", die uit alle oorden der wereld morele en finan ciële steun ontving, worden geplant, zodat het eiland thans weer volop in het jonge groen ligt. Om precies te zijn: 961.117 stuks planten bomen en heesters gingen door de activiteit der Stichting de grond in. Voor altijd zal aan de Bomenactie van „Nieuw Walcheren" de naam ver bonden blijven van wijlen de heer R. de Muynck, die haar reeds in April 1946 lanceerde. Het bestuur der Stich ting realiseerde zich terdege, dat men er met de inzameling van gelden al leen niet zou zijn. Wilde men erin sla gen de' grote stoot te geven aan het begin der herbeplanting, dan dienden alle officiële instanties, die bij de her beplanting een rol zouden spelen, voor dit onderdeel van het algemene her stel te worden geïnteresseerd. Na di verse besprekingen werd een herbe- plantingscommissie in het leven geroe pen, waarin overheid en particulier initiatief samenwerkten. KOELTJES.... Op 16 September 1946 werd deze commissie geïnstalleerd en reeds tien dagen daarna vergaderde zij met de Walcherse burgemeesters. Er was wei nig enthousiasme. De burgemeesters waren koeltjes en vreesden, dat „Nieuw Walcheren" aan hun bevoegd heden zou tornenZelfs de gratis aangeboden diensten van het Land- schapsarchitectonisch Bureau werden met wantrouwen begroet. Op 31 October werd opnieuw verga derd en toen werden de burgemeesters zonder moeite gewonnen voor de denkbeelden ten aanzien van de her beplanting. De heren zagen blijkbaar in, dat de voorstellen nog heus niet zo dwaas waren. Tot 1949 bleef de her- beplantingscommissie in haar oude vorm bestaan. Toen had haar werk goeddeels zijn beslag gekregen, mede door de taakverdeling tussen Staats bosbeheer en de Stichting. Het Landschapsarchitectonisch Bu reau heeft talloze herbeplantingsobjec- ten ontworpen in de loop der jaren. Het heeft ook heel wat projecten, die anderen ontwierpen, beoordeeld. Veel werk zal vast aan het toezicht op de De wegen op Walcheren liggen weer in het groen! Nietige plantjes, die zes of zeven jaar geleden in de grond werden gezetgroeiden op tot struiken en boompjes, die nu al beschutting geven tegen de wind en de felle zonnestra len. De foto toont de Oude Vlissingseweg: een bekoorlijk tafereel van het herstelde Walcheren'. uit Middelburg, Galjard te Vlissingen en Goudzwaard, die zeer welwillend door de gemeente Goes werd afgestaan voor het werk in de dorpen. Met in stellingen als Heide Mij, D.U.W. enz. had ik altijd een goede samenwerking. Er waren verschillende heel dankbare objecten bij, maar beplanting is altijd een moeizaam werk. Toch ben ik zeker niet ontevreden." uitvoering der goedgekeurde plannen en niet minder aan het geven van ad viezen en het houden van toezicht op het onderhoud der nieuwe beplantin gen. DYNAMISCH KARAKTER. „Met alle gemeentebesturen heb ik zeer prettig samengewerkt, zo zegt de heer Broerse, „en dat was voor dit werk onmisbaar. Een beplanting draagt een dynamisch karakter. Door het opkweken van bomen en struiken moet men komen tot de verwezenlij king van de gedachte, die de ontwer per ervan heeft. Dat betekent, dat steeds weer opnieuw aanwijzingen ge geven moeten worden. Ik kan u zeg gen, dat al mijn adviezen steeds zeer op prijs werden gesteld en dat zij ook werden uitgevoerd." „Zeer veel heb ik bij dit alles te danken gehad aan de heren Tillema De heer Blaauw zegt: „De voldoe ning van al het werk is, dat de be planting groeit en dat Walcheren weer groen is. Wij mogen blij zijn met de resultaten van al hetgeen ons uit binnen- en buitenland in zo rui me mate werd geschonken. Wij zorg den voor het geld, maar de heer Broerse dééd het!" SPONTAAN MEELEVEN. Het meeleven met Walcheren overal ter wereld, dat zich spontaan uitte in het storten van een rijksdaalder op de rekening van het Bomenfonds, is iets geweest, dat de bevolking van het eiland nimmer zal vergeten. Tienduizenden onbekenden lieten 'n boom planten en daarnaast waren er talloze georganiseerde acties van alle mogelijke instellingen en verenigingen. (Zie slot op volgepde pagina) Een vreemde en nog nooit eer der gesignaleerde ziekte heeft zich de laatste maanden op Walcheren voorgedaan. Zij was nogal besmettelijk en openbaarde zich bij de één anders dan bij de •ander. Lekendokters vonden er al vlug een moeilijk woord voor uit. Echte dokters (behalve een tandarts, maar die deed dit niet ambtshalve) behoefden er gelukkig niet aan te pas te komen. De verschijnselen zullen van voorbijgaande aard zijn, maar het vreemde is, dat geen der patiënten er ooit spijt van zal heb ben, dat hij door deze ziekte werd aangetast. Dat moeilijke woord luidt: miniaturitis. II hebt het al begrepen: het heeft met Miniatuur Walcheren te maken. „Je staat er mee op en je gaat ermee naar bed", zo luidde het commentaar van de man, die op een goede dag „een idee kreeg", maar gelukkig kan hij eraan toe voegen, dat hijzelf tussen dat naar bed gaan en dat opstaan nimmer verschijnselen van slapeloosheid bij zichzelf had geconstateerd. De man van „een idee" is de heer A. G. Wagenrveld, in zijn gewone leven administrateur van het ziekenfonds, maar eigenlijk artist pur sang met een flinke dosis genialiteit. Want laten we eerlijk zijn: je kunt best „een idee" krijgen, maar dan vast houden, uitwerken en scheppen: wie doet het Wagensveld na? „Ik ben overigens die miniaturitis al te bo ven", zegt hij, „maar er zijn be stuursleden, die er nog zwaar aan lijden. Als ze b.v. moeilijkheden op kantoor hebben, dan komen ze even naar het Molenwater. Dat helpt". Wie Miniatuur Walcheren zegt, zal tot in verre tijden onmiddellijk aan Wagensveld denken. Hij is niet alleen de geestelijke vader van dit kunststuk, maar ook de uitwerker, de instructeur van zijn honderden medewerkers, de enthousiaste vasthouder, de idealisti sche zakenman, die kans zag van men sen, die nooit van een maquette had den gehoord, knappe bouwers te ma ken. Hoe het allemaal in zijn werk is ge gaan? De heer Wagensveld vertelt: „Toen het bestuur van „Nieuw Wal cheren" plannen ging maken om het herstel en de wederopbouw te herden ken kreeg ik het verzoek een tentoon stelling in elkaar te zetten. Ik voelde er niets voor. We hadden in 1947 ook ïl een tentoonstelling gehad. Ik dacht direct aan een maquette. Laat ik er bij vertellen, dat deze gedachte geheel los van Madurodam was ontstaan! Het bestuur was al direct enthousiast. In mijn argeloosheid dacht ik alles in Middelburg te laten maken. Het ge meentebestuur wilde alle moeilijk plaatsbare arbeidskrachten ter be schikking stellen. Maar toen ik er nog eens verder over nadacht, kwam ik tot de conclusie, dat het veel aardiger zou zijn ook de dorpen te laten meewer ken. Van alle dorpstorens heb ik toen foto's gemaakt. Bij elkaar waren er maar zo'n negen maanden om de ma quette te vervaardigen. Toen kwam de ramp en werd besloten de plannen een jaar uit te stellen. U kunt er echter van overtuigd zijn, dat de zaak ook op tijd klaar gekomen zou zijn, als er dit uitstel niet was geweest. Najaar 1953 moest ik weer de boer op om de mensen te animeren verder te wer ken. Soms viel dat niet mee, maar het is gelukt." Er waren 450 mede werkers. In totaal hebben rond 450 Walcherena- ren aan de totstandkoming van Minia tuur Walcheren medegewerkt. Met el kaar besteedden zij er ongeveer 90.000 werkuren aan. De heer Wagensveld heeft een berekening gemaakt van de tijd, die één man nodig zou hebben ge had om op z'n eentje alle 320 objecten te maken. Als hij in 1914 zou zijn be gonnen, dan zou hij nét dit jaar klaar zijn geweest. Maar als diezelfde man ook weer alleen het terrein had moe ten aanleggen, kanalen had moeten graven enz., dan zou Miniatuur Wal cheren pas in 1984 geopend kunnen worden! „Maar", zegt de heer Wagensveld, „de medewerking die wij werkelijk van alle kanten hebben ontvangen, is ongelofelijk. Welke dienst of instantie ook om steun werd gevraagd en in welke vorm ook, zij werd spontaan gegeven. Eén telefoontje en het kwam voor elkaar. Officiële diensten stelden op eerste aanvraag ook de kleinste dé- tailtekenmgen ter beschikking. Het was werkelijk fantastisch!" Voor de heer Wagensveld is het aardigste van de hele zaak, dat de bevolking als zodanig achter het <&?c> <9£5S> <&Zv> Q&rp <9tfïo><9s5Ê> Elk onderdeel van Miniatuur Walcheren is een geschiedenis op zichzelf. Dat V, kunnen wij niet allemaal gaan vertellen. Maar voor „Ter Hooge" maken wij A •r een uitzondering. Eén man heeft dit juweel gemaakt tot de klimop langs de AJ (r torens toe. Hij bezat maar twee kamers. Toen hij met de bouw begon, was zijn zoontje een half jaar. Nu is het twee jaar en kortgeleden heeft het voor Y\ het eerst ontdekt, dat er nóg een kamer was in het huis. Die is al die tijd afgesloten geweest. Alleen moeder de vrouw mocht er komen oen stof af te A nemenEn 's avonds was die kamer het domein van papaEn dan is er v! het verhaal van de mandie niets kon en die wel in het „miniatuur-centrum" yj op de Londense kaai wilde komen werken op voorwaarde, dat hij alleen maar (r voor de koffie en de thee zou hebben te zorgen. Hij was er nog niet lang, w toen hij vroeg ook eens iets te mogen maken. Korte tijd later loste hij alle(fj duizend en één problemen op. Hij boetseerdetimmerdeschilderde alsof zijn leven ervan afhing. Hij bleek een kunstenaar van formaat, voor wie Miniatuur Q Walcheren geen geheimen meer heeft. Om de trits vol te maken de geschie- denis van de miniatuur-bouwer uit Arnemuiden. Hij had een flink stuk lood gekocht voor de goten van de huizen. Maar dat moest worden geplet. Hij Yv vond déze oplossing: als er een zware locomotief aankwam, mocht hij het lood y op de rails leggen. Voordat de locomotief terug was, draaide hij het lood gauw vr om. 't Werd een prachtig glad stuk, dat precies de dikte had van zijn minia- q) tuur-goten! werk stond en dat zelf verrichtte. Uit dat oogpunt alleen al bekeken is Miniatuur Walcheren geslaagd. Behalve de mensen van de dorpen hebben de personeelsleden van de Schelde, de Vitrite en de S.H.V. al hun krachten gegeven. En is het niet ont roerend, dat ook de kinderen van de school voor buitengewoon lager onder wijs een kunststuk hebben gemaakt? Het was het voorbeeldbedrijf bij Hoo- gelande en de kinderen hebben het aan ieder vol trots laten zien, toen zij het naar het Molenwater brachten! Geen enkele verrassing. Er zijn wel mensen geweest, die te gen de heer Wagensveld zeiden, dat hij het nooit voor elkaar kreeg. Hij heeft zich niet van de wijs laten bren gen. Het schema zat om zo te zeggen in zijn hoofd en hij is daarvan- niet af geweken. Geen enkele verrassing heeft zich voorgedaan. Steeds klopte het één op het ander. Moeilijkheden met zijn „bouwers" heeft hij niet gehad. „Zij waren altijd goed van aannemen!" Maarer moest heus wel eens wal overgemaakt worden. Het vinden van de juiste kleuren was één der moeilijkste opgaven. Er moet (met zand b.v.) tegen alle regels van het „sehilderspel" worden ge werkt. Altijd schilderde de heer Wa gensveld een stuk voor en dan liep het meestal wel. Hoewel ook op dit punt wel eens wat overgemaakt moest wor den. Doelbewuste conceptie. Wij hebben al enkele malen over al hetgeen op Miniatuur Walcheren te bewonderen is geschreven, 't Is be paald geen expositie van een serie ge bouwen, maar een doelbewuste con ceptie van een eiland. Van elke ge meente treft de bezoeker er het meest karakteristieke aan. Stonden alle objecten in een rij, dan was het al bijzonder aardig, maar nu zij hun functie in het landschap heb ben, is het een uniek geheel geworden. Miniatuur Walcheren is een schitte rend voorbeeld van planologie! Elke plaats ligt op een kleine verhoging en kan vanaf de wandelweg aan alle kan ten worden bekeken. Urenlang kan men er doorbrengen en steeds ontdekt men weer nieuwe détails. Tussen twee hoge gebouwen door kijkt men over een laag dak in de Middelburgse Kuiperspoort. Het zou u niet verwonderen, als u in de Buitenhof van het Stadhuis plotseling miniatuur-mensjes zoudt zien lopen of passagiers over het dek van de Kungs- holm zoudt zien drentelen dan wel rei zigers uit de trein bij één der stations zien stappen. Het zou u ook niet ver bazen, als u op een gegeven moment uit de deur van het gemeentehuis van Oostkapelle een boer zoudt zien ko men, die zijn klompen zou aanschie ten. 't Zijn zomaar een paar kleinig heden, die ons te binnen schieten, maar zij zijn voldoende om aan te tonen, dat Miniatuur Walcheren geen fantasie is, maar werkelijkheid in het klein! Twee uurwerkers. Op twee plaatsen wordt de tijd aangegeven, n.l. op de klok van het Middelburgse station en op de toren van Serooskerke. Het laatste uur werk loopt precies een week en trouw komt de klokkenist van Se rooskerke elke week zijn klok op winden. De bezoeker moet niet alleen aan dacht besteden aan de gebouwen. Hij moet ook letten op het land. De bloe men en de gewassen, die er bloeien, behoren bij dit landschap. De minia tuur-bomen rond de dorpskerk spe len mee in het grote geheel. En als des avonds de honderden lichtjes bran den tot de lampjes op de restau ranttafeltjes toe dan zal ieder in drukken opdoen, die zijn leven lang hem zullen bijblijven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 11