ONDERWIJS OPVOEDING CULTUUR m Partijen Wereldtournooi 1948. H17PÏ EEzEE "illz -H~l m- -H H Ï'E Reis naar Galilea (Haifa). De plaats, waar Elia eens offerde. 2 Gevaarlijke tfteJ. JERUZALEM. Een taxi brengt ons vroeg in de morgen naar het stationnetje van Jeruzalem, vanwaar we onze reis naar Galilea zullen beginnen. Niemand van ons weet eigenlijk precies hoe laat de trein zal vertrek ken, ook het personeel van de spoorwegen niet, want op ons herhaald vragen worden drie verschillende tijden opgegeven. We hebben de avond van te voren na lang beraad daarom maar besloten het gemid delde van deze verschillende tijden te nemen, en zijn toen volgens onze berekeningen tot de conclusie gekomen dat de trein om 7.33 uur zou moeten vertrekken. Enkele reis Haifa. We kopen aan het loket „enkele reis Haifa", vanzelfsprekend derde klas, want een tweede klas-afdeling kent men in dit democratische land niet. Voor we de trein binnen gaan staat ons een verrassing te wachten. We kunnen niet via de gebruikelijke treeplank de trein binnen stappen, want een tree plank kunnen we nergens ontdekken. Er is slechts één mogelijkheid de crein binnen te gaan, en dat is via een ge weldige stellage, een „brug" zoals men die elders gebruikt voor vliegtuigen. Mede door deze grootse entree begin nen we langzamerhand te beseffen, welk een gebeurtenis het is in Israël, als een trein vertrekt vanuit Jeruza lem naar het Noorden. Tot onze verbazing vertrekken we niet om 7.33 uur, maar om 7.38 uur. Vlak voor het vertrek wordt de ge wichtigheid van het moment van ver trek nog eens langdurig en luidruchtig onderstreept door een oorverdovend gefluit en dan zoekt de trein gillend en fluitend z'n weg door Jeruzalem, in de richting van Haifa. Even buiten de stad is de spoorlijn over enkele kilometers de grens tussen Israël en Jordanië. We kunnen tussen de bergen door een toren zien van Bethlehem. De spoorlijn kronkelt tus sen de bergen van Judea door, en af en toe moet de trein een scherpe haar speldbocht nemen. We zien nu de ruigheid en woestheid van het ge bergte van Judea voor ons. Eén van onze mede-passagiers maakt ons attent op een grote grot, waar volgens een overlevering Simson enige tijd zou hebben doorgebracht. De vallei, die onmiddellijk op de grot volgt heet Simson-valïei, en dezelfde naam draagt de grote cementfabriek, die daar ge bouwd is. We verlaten nu het geberg te en komen te Sjefeela (het Laag land), dat is het heuvelland tussen het gebergte en de zee. Was het gebergte woest en bijna niet bewerkt, het heuvelland daaren tegen is bedekt met nederzettingen. Hier en daar ziet men hele velden met bananenstruiken en sinaasappelbomen. Nu eens ziet men boeren de rood bruine aarde met hun tractoren be werken, dan weer ziet men een kudde koeien het weinige groen afgrazen. West-Hadera is het laatste station voor Haifa en van hier gaat het door een bijna Hollands duinlandschap. De kustvlakte wordt steeds smaller, en als we vrezen door het gebergte in de zee te woeden gedrukt, zijn we in Haifa. „De Karmel". Zodra we een goed hotel gevonden hebben op de helling van de Karmel, gaan we onze eerste reis maken om de offerplaats van Elia te bezoeken. We gaan in een overvolle bus naar Cen- traal-Karmel, en als we daar aanko men wordt ons verteld dat Elia's plaats ongeveer 10 km verder is. Als we een andere bus willen ne men, die mis verder zal brengen, ho ren we enkele sirenes loeien als teken dat de Sabbath, de Joodse rustdag, is begonnen. De laatste bussen naar Haifa zijn vertrokken, en het enige wat we kunnen doen is een wandeling maken ju de omgeving. Overal op de hellin gen lion we struikgewas en bomen, onder andere de euealythus, de den- neboom en de palmen. Men ziet weinig bomen in Israël, en juist daarom valt het onderscheid des te meer op. Dat de Karmel ook in de oudheid een lust hof van groen is gewèest, blijkt duide lijk uit Amos 1 2, waar de profeet Israël het gericht aankondigt, en zegt, dat zelfs de top van de Karmel zal verdorren. Vrijwel vanaf elke plaats ziet men aan de voet van het gebergte de Grote Zee, zoals de Middellandse Zee in het Oude Testament wordt ge noemd. Schitterend is de zonsondergang, ge zien vanaf de Karmel. De zon, die als een vuurrode bol langzaam in de zee zinkt, zet alles in een rossige gloed. Als de zon ondergedoken is bespringt de duisternis ons als een verrassing. We gaan in het donker de tocht naar beneden beginnen, maar op een open plaats blijven we overrompeld staan, geb.oeid door een onvergetelijk schouw spel. Boven de uitlopers van het ge bergte van Galilea, die de achtergrond vormen van dit panorama, schijnt de volle maan en werpt haar licht over de hellingen tot op het water van de zee, en geeft alles een sprookjesachtig uiterlijk. En onder, aan de voet van de Karmel ligt Haifa met z'n duizenden lichtjes. De volgende morgen nemen we de bus naar Akko, een stad die ongeveer 17 km ten Noorden van Haifa ligt, aan de kust. We rijden langs veel fabrie ken en overal langs de kust staan palmbomen. Voor we het goed en wel beseffen zijn we over de beek Kison gereden. We hadden ons de Kison al tijd voorgesteld als een brede rivier, maar wat we zien is een smalle beek, die zich slingert door de vlakte van Jizreël naar de Middellandse Zee. Maar in de tijd van de winterregens kan de stroom geweldig aanzwellen. Akko in het Land van Aser. We rijden dan Akko binnen, een van de oudste steden in het heilige land. Volgens het boek der Richteren werd deze stad bij de verdeling van het land toegewezen aan de stam Aser. We lo pen naar de zeekant en zien daar de geweldige vestingwerken, die gebouwd zijn door de Turken. Eens probeerde Napoleon de stad te veroveren, maar het mocht hem niet gelukken, de stad was te sterk verde digd. Twee oude kanonnen, die hun drei gende lopen op de zee gericht houden herinneren aan de oude glorie van de stad, die nu overvleugeld is door het moderne Haifa. Via de oude stadsmuren komen we in de oude binnenstad, waar we al spoedig de indruk krijgen van een echte Arabische stad. Door nauwe en smerige straten, die vaak overdekt zijn, en die krioelen van vuile kinde ren en vieze ezels, komen we in een zogenaamde „khan". We komen op een binnenplein, waar enkele kinderen in wat zand spelen. Aan alle kanten is het plein omgeven door zuilengaanderijen. Dit is dan een echte Arabische „khan", een soort van herberg en markt tegelijk. Vroeger overnachtten de Bedoeïenen (rond zwervende Arabieren) die voor zaken naar de stad moesten, in zo'n khan. Samen met hun kamelen en .ezels brachten ze dan een nacht door op het binnenplein. Zoals bij elke khan be vindt zich in het midden van de bin nenplaats een waterput. In het stadje zitten Arabieren in groepen bij elkaar, terwijl ze hun Turkse koffie uit kleine kopjes drin ken. We proberen hier en daar een ge sprek aan te knopen, maar dit mislukt ons, omdat de meesten alleen Arabisch spreken. De moskee van Akko is één van de laatste bezienswaardigheden. Door een poort komen we uit op een binnen plein, en in één van de hoeken van dit plein staat de beroemde moskee. Er komt een Arabier op ons af, die zoveel blijkt te zijn als de „koster" van het heiligdom. Hij gaat ons voor op een speciaal paadje, en hij verbiedt ons buiten dit „pad der heidenen" te lopen. Vlak voor de ingang van het heiligdom gelast de koster ons onze schoenen uit te trek ken, en op onze sokken gaan we naar binnen. We denken onwillekeurig aan het woord, dat tot Mozes gezegd werd bij de berg Horeb: „Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop gij staat is heilige grond". De moskee blijkt een groot koepel gebouw te zijn, en overal aan het pla fond heeft men prachtig mozaïekwerk aangebracht, terwijl aan de wanden ge deelten uit de Koran staan geschreven. Tegen'één der wanden is een soort van kansel voor de priester aangebracht, maar dit is dan ook het enige „meubi lair" dat we kunnen ontdekken. De Arabieren moeten zitten, staan of lig gen op de harde stenen vloer. De „kos ter" wijst ons nog op een galerij, die boven tegen de muur is aangebouwd. Dit is de plaats voor de vrouwen. Even als de Joodse vrouwen tijdens de gods dienstoefeningen in de synagoge, wor den ook de Mohammedaanse vrouwen volkomen van de mannen gescheiden. Beide godsdiensten, het Jodendom en het Mohammedanisme zijn typische Oosterse religies, die eigenlijk alleen voor de mannen bestemd zijn. De koster brengt ons vervolgens naar twee gebouwen, die zich aan de andere kant van het plein bevinden. Dit blijkt een koranschool te zijn, waar de kinderen in de Koran worden onderwezen. In één van de vertrekken zien we enkele wijze Moslems bij el kaar zitten. Sommigen roken uit grote waterpijpen, anderen genieten van htm zwarte koffie. Tot onze spijt moeten we Akko snel weer verlaten, om een tweede tocht te ondernemen jn het Kaxmelgebergte. J. H. de B. De bekende auteur-acteur Orson Welles Is in Boulogne enkele uren in hechtenis gehouden, nadat hij op het vliegveld, waar hij neerstreek, op de vraag van de douane, wat hij in zijn valies had, antwoordde: „De Atoom bom" (de titel van zijn laatste boek). Akko gezien van uit de zee. Op de achtergrond een kerktoren en een minaret i Redacteur: H. M. Slabbekoorn, Oostsingel 60a, Goes. P. GhestemP. Roozenburg 02. 1 33—28 20—24 2. 39—33 17—21 3. 31—26 14—19 4. 26X17 12x21 5. 44—39 7—12 6. 37—31 21—26 7. 32—27 26x37 8. 41x32 18—23 9. 46—41 11—17 10. 41—37 17—21 11. 50—44 21—26 12. 36—31 13—18 13. 47—41 9—13 14. 41—36 6—11 15. 34—29 23X34 16. 40x29 4—9 17. 44—40 20—25 18. 29X20 25x14 1£. 40—34 19—24 20. 34—30 14—19 21. 27—22 18x27 22. 31x22 1—6 23. 37—31 26x37 24. 32x41 11—17 25. 22x11 16x7 26. 42—37 12—18 27. 48—42 7—12 28. 37—31 2—7 29. 28—22 18x27 30. 31x22 15—20 31. 45—40 7—11 32. 40—34 11—16 33. 36—31 20—25 34. 41—36 12—17 35. 22x11 6X17 36. 38—32 13—18 37. 43—38 9—13 38. 49—43 10—14 39. 31—26 17—21 40. 26X17 24—29 41. 34x12 25x34 42. 39x30 13—18 43. 12x23 19x28 44. 30—24 8—12 45. 17X8 3X12 46. 35—30 5—10 47. 30—25 10—15 48. 25—20 14X25 49. 24—19 12—18 50. 19—14 15—20 51. 38—32 28X37 52. 14—10 37—42 53. 10—4 42—48 54. 4X22 20—24 55. 22—18 24—30 56. 18—40 30—35 57. 40—23 48—39 58. 23—12 39—22 59. 12—34 16—21 60. 34-43 21—26 61. 43—34 22—27 62. 34—7 25—30 O. VerpoestH. Laros 02. 1. 31—27 17—21 2. 37—31 21—26 3. ■41—37 18—23 4. 33—28 20—24 5. 34—29 24x22 6. 27X29 14—20 7. 39—33 10—14 8. 32—28 12—18 9. 37—32 26x37 10. 32x41 5—10 11. 41—37 19—24 12. 44—39 7—12 13. 37—32 16—21 14. 46—41 21—26 15. 41—37 14—19 16. 39—34 20—25 17. 29x20 25x14 18. 43—39 19—24 19. 34—29 13—19 20. 29x20 15x24 21. 5044 18—23 22. 39—34 10—15 23. 49—43 8—13 24. 44—39 12—18 25. 37—31 26X37 26. 32x41 23x32 27. 38x27 18—23 28. 3430 13—18 29. 42—38 9—13 30. 41—37 4—9 31. 30—25 14—20 32. 25x14 19X10 33. 40—34 13—19 34. 34—29 23x34 35. 39x30 10—14 36. 47—42 1—7 37. 4540 7—12 38. 40—34. 9—13 39. 33—28 12—17 40. 37—32 17—22 41. 28X17 11X31 42. 36X27 18—23 43. 38—33 14—20 44. 27—22 24—29 45. 33X24 20x40 46. 35x44 15—20 47. 44—40 23—29 48. 43—39 20—25 49. 39—34 19—23 50, 42—38 2—7 51. 48—43 6—11 52. 30—24 29x20 53. 32—28 23X32 54. 38x27 8—12 55. 43—39 11—16 56. 39—33 20—24 57. 34—29 13—19 58. 29X20 25x14 59. 40—34 19—24 60. 34—29 3—9 61. 29x20 14x25 62. 33—29 9—13 63. 29—23 25—30 641 23—18 12X23 65. 22—17 13—18 O. VerpoestD. v. d. Staay 11. 1. 34—29 3. 44—39 5. 33x24 7. 35—30 9. 25x34 11. 37X28 13. 37X28 15. 46—41 17, 4742 19. 29x20 21. 34—29 23. 23x12 2". 37X28 27. 41—37 29. 32x21 31. 32—28 33. 49—43 35. 45—40 37. 50—45 39. 34—29 41. 48X39 43. 34—29 45. 45—40 45. 20—15 19—23 10—14 19X30 5—10 13—19 18—23 10—14 16—21 17—21 15X24 14—20 7X1' 17—22 9—13 26X17 1—7 20—25 4—10 14—19 18—23 10—15 3—9 12—17 9—14 2. 39—34 4. 29—24 6. 34x25 8. 30—24 10. 32—28 12. 42—37 14. 41—37 16. 39—33 18. 34—29 20. 40—34 22. 28—23 24. 31—27 26. 28X17 28. 38—32 30. 37—32 32. 43—38 34. 29X20 36. 43—39 38. 39—34 40. 29x20 42. 40—34 44. 29 x 20 46. 40—35 48. 33—29 14—19. 20X29 14—19 19X30 23X32 23x32 12—18 21—26 19—24 8—12 12—17 21x32 11X22 22—27 13—19 7—12 25x14 19—24 2—7 23X43 15x24 17—22 6—11 7—12 49. 29—24 51. 15—10 53. 10—5 55. 37—48 57. 48—42 59. 36—31 61. 3024 63. 42—47 19X30 20X29 17—21 27—32 29—34 21—26 21—27 26—31 50. 35X24 52. 42—38 54. 5—37 56. 38x27 58. 39x30 60. 31—27 62. 24—20 64. 20—15 14—20 22—27 11—16 21X32 16—21 32x21 27—32 31—37 P. GhestemR. C. Keller 1L 1. 33—28 18—22 2. 38—33 12—18 3. 42—38 7—12 4. 32—27 19—23 5. 28x19 14X23 6. 34—29 23x34 7. 40x29 1—7 8. 37—32 17—21 9. 31—26 22x31 10. 26X37 20—25 11. 32—28 10—14 12. 37—32 14—20 13. 44-40 20—24 14. 29x20 25x14 15. 39—34 21—26 16. 41—37 16—21 17. 37—31 26x37 18. 32X41 5—10 19. 50—44 21—26 20. 44—39 18—22 21. 28X17 11X22 22. 35—30 14—19 23. 30—25 10—14 24. 34—29 12—18 25. 29—24 19X30 26. 25X34 14—19 27. 36—31 26x37 28. 41X32 15—20 29. 48—42 8—12 30. 46—41 3—8 31. 41—37 9—14 32. 49—44 7—11 33. 47—41 11—16 34. 33—28 22x33 35. 39x28 20—24 36. 44—39 16—21 37. 41—36 2—7 38. 36—31 21—26 39. 39—33 14—20 40. 34—29 4—9 41. 40—34 20—25 42. 29x20 25x14 43. 33—29 18—23 44. 29X18 13x33 45. 38X29 19—23 46. 29x18 12x23 47. 42—38 8—13 48. 38—33 13—19 49. 33—28 14—2C 50. 31—27 20—24 51. 45—40 9—14 52. 43—39 14—20 53. 39—33 20—25 54. 28—22 6—11 5J. 40—35 7—12 56. 35—30 24X35 57. 33—29 26—31 58. 29X16 31X42 59. 16—11 42—48 60. 11—7 48X30 61. 7—1 R. C. KeilerO. 1. 33—28 19—23 3. 32—28 23x32 5. 41—37 5—10 7. 39—33 10—14 9. 28X17 12X21 11. 37X28 7—12 13. 35—30 18—23 15. 30—25 13—18 17. 50—44 16—21 19. 40X20 15x24 21. 31—26 12—17 23. 44—40 17—22 25. 39—34 14—2 2". 28—22 11—17 29. 33—29 24x33 31. 43—38 7—12 33. 34—30 20—24 35. 43—39 9—14 37. 40—34 19—23 39. 32x21 16x27 41. 33—29 24X33 43. 35—30 12—17 45. 42—37 23—28 47. 24—20 32 X4! 49. 20x9 13x4 51. 25—20 22—28 53. 24—20 32—37 55. 48x37 38—43 57. 47—42 18—22 59. 42—38 48x26 61. 32x16 3—12 P. Roozenburg- 1. 33—29 19—24 3. 32—28 20—25 5. 44—39 18—22 7. 37—32 22—27 9. 42—37 14—20 11. 48—42 5—10 13. 31X22 18x27 15. 34—29 3—8 17. 28X17 11X22 19. 43x32 6—11 21. 46—41 20—25 23. 42—38 19—23 25. 26x37 11—17 27. 4440 13—18 29. 37—31 14—19 31. 31—27 22X31 33. 33X24 19x30 35. 35X24 19X3C 37, 3833 4—9 Verpoest 1- 2. 28X19 4. 37^28 6. 4641 8. 44—39 10. 31—27 12. 42—37 14. 37—32 16. 41—37 18. 3429 20. 37—31 22. 47—42 24. 26X17 26. 25x14 28. 22x11 30. 38X9 32. 49—43 34. 30—25 36. 39—33 38. 45—40 40. 40—35 42. 38x29 44. 29—24 46. 34—29 48. 36X47 50. 30—24 52. 20—15 54. 20—14 56. 14—10 58. 10—5 60. 532 P. Pérot 1—1. 2. 39—33 4. 29X20 6. 31—26 8. 32x21 10. 5044 12. 37—31 14. 41—37 16. 37—31 18. 38—32 20. 40—34 22. 29x20 24. 31—27 26. 49—43 28. 35—30 30. 30—25 "32. 36X27 34. 40—35 36. 34—29 38. 29—24 39. 32—28 14—19 40. 47—42 19X30 1'. 41—37 20—25 12. 29x20 15x24 41. 25X34 15—20 42. 42—38 20—25 13. 44—40 5—10 14. 40—34 24—30 43. 27—21 1—6 44. 21—16 6—11 15. 35x24 19X30 16. 36—31 30—35 45. 38—32 11—17 46. 41—37 13—19 17. 31—27 14—19 18. 46—41 10—14 47. 43—38 19—24 48. 34—29 25—30 19. 41—36 14—20 20. 37—31 26x37 49. 29x20 30—34 50. 39x30 35x15 21. 32X41 20—24 22. 41—37 12—17 51. 33—29 15—20 52. 45—40 8—13 23. 45—40 35x44 24. 39x50 24—30 53. 40—35 18—22 54. 38—33 22—27 25. 43—39 1—7 26. 38—32 7—12 55. 32X21 17x26 56. 28—22 13—19 27. 42—38 30—35 28. 47—42 12—18 57. 33—28 19—24 58. 29—23 20—25 29. 34—29 8—12 30. 50—45 3—8 59. 37—32 25—30 60. 23—19 24x13 31. 45—40 35x44 32. 49x40 19—24 61. 35x24 12—18 62. 32—27 26—31 33. 29x20 25 X 14 34. 33—29 14—20 63. 27x36 18X27 64. 24—20 13—18 35. 39—34 20—24 36. 29x20 18—23 65. 20—14 18—23 66. X 27—32 37. 28x19 13x15 38. 34—29 17X28 67. 14—9 32—38 68. 9—3 11—17 39. 32x23 11—17 40. 40—34 8—13 69. 7—11 16X7 70. 2X11 41. 48—43 9—14 42. 29—24 13—18 P Roozenburg— -O. Verpoest 2—0. 43. 45. 34—29 43—39 2—7 22X31 44. 46. 38—32 37X26 17—22 15—20 1. 33—29 17—22 2. 32—27 11—17 47. 24X15 4—9 48. 15X4 23—19 3. 37—32 19—24 4. 39—33 17—21 49. 14x3 12—17 50. 3X21 16X47 5. 31—26 22x31 6. 26x37 14—19 51. 29—24 47x20 52. 15X24 18—23 7. 32—28 20—25 8. 29x20 25X14 53. 24—20 23—28 54. 36—31 7—12 9. 44—39 21—26 10. 37—32 16—21 55. 20—14 11. 13. 41—37 37—32 21—27 7—11 12. 14. 32x21 46—41 26X17 14—20 P RoozenburgR. C. Keiler 2—0. 15. 41—37 10—14 16. 34—29 5—10 1. 32—28 20—24 2. 34—29 14—20 17. 50—44 20—24 18. 29X20 15X24 3. 39—34 17—22 4. 28X17 11X22 19. 40—34 10—15 20. 44—40 18—23 5. 34—30 20—25 6. 29x20 25X14 21. 36—31 12—18 22. 31—27 8—12 7. 30—25 6—11 8. 31—26 12—17 23. 34—30 2—8 24. 30—25 1—7 9. 37—32 7—12 10. 32—27 22X31 25. 47—41 17—22 26. 28X17 11X31 11. 26x37 16—21 12. 37—32 21—26 27. 37x26 7—11 28. 32—27 12—17 13. 35—30 19—23 14. 33—29 23x34 29. 38—32 14—20 30. 25x14 9X20 15. 30x39 14—19 16. 39—33 19—23 31. 42—38 4—9 32. 41—36 24—29 17. 44—39 15—20 18. 25x14 10X1? 33. 33x24 19X30 34. 35x24 20x29 19. 32—27 5—10 20. 41—37 10—14 35. 40—35 8—12 36. 49-44 3—8 21. 38—32 1—6 22. 33—28 4—10 37. 27—21 15—20 38. 44—40 20—25 23. 40—35 2—7 24. 39—33 17—22 39. 39—34 9—14 40. 21—16 17—22 25. 28x17 11X31 26. 36X27 19—24 41. 16X7 12X1 42. 43—39 22—28 27. 43—38 6—11 28. 50—44 24—29 43. 36—31 28x37 44. 31x42 18—22 29. 33x24 23—28 30. 32X23 18X20 45. 39—33 14—19 46. 33x24 19X39 31. 44—39 11—17 32. 38—33 13—18 47. 38—33 39x28 48. 35—30 25X34 33. 42—38 26—31 34. 37X26 20—24 49. 40X9 35. 46—41 8—13 36. 41—37 14—19 R. C. Keller- -P. Pérot 2—0. 37. 39. 37—32 40—34 10—14 7—11 38. 40. 4540 34—30 18—23 23—29 1. 33—28 18—23 2. 39—33 12—18 41. 27—21 13—18 42. 30—25 9—13 3. 31—27 17—21 4. 44—39 20—24 43. 32—28 3—9 44. 48—43 18—22 5. 37—31 14—20 6. 27—22 18x27 45. 21—16 12—18 46. 16x7 17—21 7. 31x22 21—26 8. 50—44 10—14 47. 28x17 21X1 48. 33—28 1—7 9. 34—29 23X34 10. 40x29 7—12 49. 28—23 19X28 1. 14X23 10—14 14—19 17—22 21X32 1—7 20—24 8—13 23x34 18—23 11—16 22x11 9x20 6X17 4X13 12—18 3—9 17—21 21—27 2—7 7—12 17—22 27—32 28—32 32—38 28—32 37—42 43—48 22—27 26—3 |jy 1 rif..! Wiiii 14—19 25x14 19—24 16x27 10—14 12—18 8—12 17—22 27x38 14—19 25X14 22x31 17—22 9—13 10—14 23—29 14—19 30—35 9—14 Horizontaal: 1. haag, 3. optelling, 5. voor zetsel, 7. bakje, 9. slot, 10. vertelling, 11. het ontslaan, 13. goeddoen, 15. door- tochtgeld, 16. bitter- vocht, 17. zuster, 18. kledingstuk voor da mes, 19. speelgoed voor meisjes, 21. ach ting, 23. halsdoek, 25. haarkrul, 27. deur van een wagon, 28. toekomend deel, 29. genezing, 31. dag der week, 33. dof, 34. dwaas, 35. deel van het oor, 36. masker. Verticaal: 1. berg- pl- 'ts, 2. kan men op koken, 3. zeker, 4. insectenetend zoogdier, 5. brugje over een smal wa- ter, 6. gem. in Limb, bij Venlo, 7. bureau, 8. vermoeid, 11. voor voegsel, 12. kreet, 13. druivensap, 14. ach terdeel van de hals, 19. vloeibare spijs, 20. photo, 21. telwoord, 22. oude lap, 23. spoedig, 24. schoeisel, 25. gem. in Z.H. met glasfabrieken, 26. heks, 29. bout van een varken, 30. water door latend, 31. dwaas, 32. kleefmiddel. ~n j~ïj rn it r T /O I '3 pF S V *s li IV -u- xT 1 1 2d> JA. H Jr 36 Oplossing puzzle van 4 Juni. Horizontaal: 1. huisgezin - venter; 2. onder - neder - Eerde; 3. nietigV- dolen -gade;>4. de mi - eer - over - el - A.P.; 5. E.K. - het - rol - Ede - nier; 6. roede - lens - zot - Eva; 7. drie - diva - tali - dek; 8. genre - Ni Ras - gene; 9. es - telg - gin - mt- Asen; 10. weren - deeg - Losser; 11. Irene - onraad - page; 12. linde - stam - keep - re; 13. les - snert - bar - rook; 14. Ieren - Leo -era - goed; 15. gram - Tiel - ratel - te. Verticaal: 1. honderd - gewillig; 2. uniek - ore - serie - er; 3. idem - Hein - trens - ra; 4. set - ieder - eend - Sem; 5. griet - edel - neen - N.T.; 6. engerling - dos - Eli; 7. ze - droevig - entree; 8. idool - na - lier - atol; 9. nel - vesting - am ber; 10. vreedzaam - lak - ara; 11. een - re - Olst - ode - rat; 12. negentig - asperge; 13. tralie - dessa - Pool; 14. edda - even - Ee - groet; 15. reep - r-aken - reek - de.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 11