mi ONDERWIJS OPVOEDING CULTUUR igiiiiiiiiiiiM laaMait KRUISWOORD-PUZZLE ZONDER ZWART. OPVOEDKUNDIGE RUBRIEK ii(4 lH wm ■Bf wm HHP lil s UI H HP lil 11 ■mm. «1 1 IP IP ÜP Oplossing puzzle van 28 Mei. Ztmwst fips-cbcifteto. 7 ij '.v - v l ij AQUARIUMBIOLOGIE, door Dr J. M. Lodewijks, met een hoofd stuk van Prof. Dr J. J. Duyve- né de Wit. Uitgave van Uitgeve rij „Hollaridia" te Baarn. Deze uitgave, die we reeds eerder breedvoerig in ons blad bespraken (de delen 1 en 3 kwamen eerder uit) ver schijnt onder de verzamelnaam: „Het Handboek voor de Aquariumliefheb ber". Wie bjj de opzet mocht menen, dat deze aankondiging wat al te re clameachtig gekozen was, komt, nu deel 2 verscheen, wel tot een ander in zicht. Deze serie maakt met recht aan spraak op de titel. Het is een hand boek. De liefhebber van het aqua rium kan hier te kust en te keur te recht. Men raadplege slechts het al- phabetisch register dat achterin te vin den is, of men neme kennis van de inhoud om tot de overtuiging te ge raken, dat de Uitgever hier een groots werk heeft opgezet, dat zijn plaats zeer zeker zal vinden bij allen en dat aantal groeit die geboeid wor den door het spel van kleuren, schoon heid, rankheid en levendigheid, welke het aquarium biedt. Het deel dat dit voorjaar verscheen behandelt o.m.: het biologisch even wicht in het aquarium; de lichaams bouw en levensverrichtingen van de vis; planten in het aquarium; de voe ding van de plant; slakken; kreeften; insecten; wormen en nog lagere die ren. Het hoofdstuk dat Dr Duyvené de Wit schrijft handelt over „Vissen en hormonen". In de inleiding wordt ge zegd: „De bedoeling van dit boekje is: Iedere aquariumhouder meer inzicht te geven in wat hij kan doen of mis doen in z'n bakje, meer en beter be grip bij te brengen van de redenen voor bepaalde verschijnselen, van mo gelijke gevolgen ook van wat hij on derneemt". Daarmede wil de auteur niet gezegd hebben, dat hij alle vragen die ver band houden met de biologie van het vissenleven, rru oplost Hij schrijft zeer eerlijk: „er zijn ook telkens vraagstuk ken, waarop het antwoord nog niet te geven is. Het gekke is, dat dit er dik wijls niets toe doet. Het kan slechts de ootmoed voor de levensmysteries vergroten. En dat is ook heel veel •waard. Juist de ondoorgrondelijkheid van zovele levensmysteries maakt ze zo boeiend; het leven is in zijn uitin gen oneindig verscheiden en steeds wisselend en daarom een onuitputte lijke bron van studie, voor vakman en Voor amateur Wie kennis neemt van dit nieuwe deel uit het handboek voor de aqua riumliefhebber, begint de zin van deze woorden te' begrijpen. Gaarne aanbevolen, in de eerste plaats voor hen, die de rijkdom van een goed aquarium reeds beseft heb ben, maar daarnaast ook voor de ve len, die er nog vreemd tegenover staan en dus nog niet weten wat zij missen. GEKKE KLAAS, door Arjen Miedema. Uitgave van Bosch Keuning N.V. te Baarn. Wie op de titel afgaat komt met dit boek bedrogen uit. Klaas is heus niet gek. Hij wil alleen maar als eerlijk trouw jochie in zijn leven toepassen, wat de mensen hem over de Bijbel en het christendom voorhouden. Het ver haal is simpel, maar boeit door de be werking van het thema. Wie dit boek ter hand neemt met de gedachte een jeugdverhaal te lezen komt eveneens bedrogen uit. Wie dat doet zal de nei ging hebben het boek onbevredigd ter zijde te leggen. Immers zoals Klaas rea geert, denkt en praat en handelt geen enkele jongen. Zijn wijsheid reikt ver boven zijn leeftijd uit. Maar wanneer we ernst maken met dit boek, komen we er wel achter, dat de bedoeling van de auteur volstrekt niet is ons een aar dig ontspanningsverhaal te geven. Er ligt een symbolische grondslag in dit werk. De schrijver projecteert ons al ler leven in het leventje van „gekke Klaas". Er zijn beloften Gods, wat komt daarvan terecht in uw en mijn leven? Deze vraag heeft Miedema zich gesteld en hij werkt dit probleem uit in het leventje van Klaas. Overigens krijgen we hier te maken met een reëel soort „biblicisme" waaraan niet slechts het jongetje „gekke Klaas" te lijden heeft, maar waarin nog heel wat mensen verstrikt liggen, zeer tot hun schade. Want wie de Bijbel biblicis- tisch leest, leest geen bijbel, m.a.w. mist het Woord Gods. We moeten even door de vormge ving bij dit boek heenzien, dan komt het werk als tendenz-roman uit de verf en heeft het ons zeker wel iets te zeggen. Aanbevolen. HET WONDER DER JAREN, door Aart Romijn. Uitgave van Bosch Keuning N.V. te Baarn. Dit boek uit de Victoria-reeks is voor velen onzer waarschijnlijk geen onbekende. Dat de uitgeefster moge lijkheid ziet in een heruitgave in deze reeks bewijst, dat het boek er in ge gaan is. Wat niet verwondert. Dit boek, het eerste van een reeks romans over dezelfde figuur is zeker het beste boek dat Aart Romijn gege ven heeft. Er komen mooie figuren in voor, het is psychologisch een sterk boek en ademt een gezond christelijke geest. Wat tegenwoordig op zichzelf al iets te zeggen heeft. Gaarne aanbevolen. VAN LUREN EN SUI KERBIETEN. Van baby's heb ik wei nig verstand. Van baby verzorging nog minder. Iemand in de luren leg gen ging me vroeger op het voetbalveld beter af dan tegenwoordig thuis. Want dit laatste doe je nooit goed. De eerste keer neem je met je vei ligheidsspeld uit voor zichtigheid alleen de twee luierpunten en niet het borstrokje mee. En de tweede keer uit on geduld borstrokje èn vel letje. De derde keer is het al niet meer nodig. Omdat de speld je ruw uit handen wordt gegrist vanwege de gepleegde mishandeling. Dat ik pillen mag voor schrijven, heb ik dan ook w.s. alleen te danken aan mijn beroep van pillen draaier, mijn gezagwek- kend uiterlijk (glasglad- de knikker met uilenbril) en het feit, dat ik door het afgeven van pillen en poeders in ons dorp mijn critische blikken in veel gezinnen kan werpen. Bij nadere beschou wing van al mijn statis tisch materiaal weet ik echter wel zó veel, dat vijand no 1 de verwen ning is. Daar heb je Koosje van de slager: 3 maanden, bèè, haal hem maaruit de wieg, anders heb je de muziek de hele avond. Neem Jaapje van de ont vanger: er moet geen ijs- karretje voorbijkomen want anders kan Pa of Moe kiezen tussen een offer van een kwartje of een vervelende avond. Praat me niet van Simon van de overkant, die 's Zaterdagsavonds op een dure motor de drukke dorpsstraat doorvliegt. Hij maakt mij met z'n permanent weigerend brommertje soms jaloers. Maar toch vind ik hem met z'n soortgenoten een zielepoot. En z'n ouders erbij. Wat een slavenle ven hebben de laatsten. Nooit zijn hun kinderen te bevredigen. Nooit dankbaar. Wat zullen die kinderen het moeilijk hebben en krijgen: op school, bij een baas, in militaire dienst, in het huwelijk, wanneer zij met de wil van een ander re kening moeten houden. Verwenning is wel de slechtste dienst, die we aan een kind kunnen be wijzen. We kennen de macht der gewoonte. Dus ook van de verkeerde ge woonten. Wat een strijd kost het, kinderen din gen te ontzeggen, die we eerst toegestaan hebben. Vooral die we in hun prille jeugd buiten hun bewustzijn aangewend hebben. Zoals het uit de wieg nemen bij een kik en te vroeg voeding ge ven. Een goede gewen ning begint al op de eer ste levensdag. Niet alleen de luiertijd heeft me wat geleerd, maar ook de suikerbie- tentijd. In de laatste is me n.1. opgevallen, dat kinderen uit gegoede ge zinnen vaak veel opge ruimder de suikerbieten in de hongerwinter ver orberden dan andere kin deren, die voordien al 'niet veel gewend waren. Verwende kinderen zijn niet altijd die, die het meeste krijgen, maar die het meest dwingen en hun zin krijgen. Het beste is de gang van zaken in een zieken huis: goede verzorging, maar alles op tijd. De pa tiënten behoeven dan weinig of niets te vragen. INFORMATIE. Een lezer is ernstig gegriefd over een informatie die door een bepaald bureau over hem was afgegeven. Hij trok toen op zichzelf een informatie bij een ander bureau, en die deugde ook niet, omdat die hém weer veel te gunstig uit beeldde. Wat er tegen een foute informatie te doen is. Helaas, niet veel. Bekijkt u maar eens goed wat er op die informatie-formulieren ge drukt staat. Het is helaas zo, dat die informaties nog al eens „met de pet" naar de za ken gooien. Soms berusten ze alleen op wetenschap opge daan bij de buren, hetgeen helaas vaak een troebele bron is. Soms ook berusten ze op kaart-gegevens van jaren en jaren oud. Zelfs hebben we wel eens gemerkt, dat de duim hulp verleende. U kunt het beste, wanneer een be paalde informatie onjuist uit valt, de betrokkene verzoe ken, eventueel voor uw re kening, eens een 'informatie te trekken bij een ander bu reau. DE WITTER. De witter nam voor een vastgestelde som aan, te zor gen dat het plafond spier-wit zou worden. Dat lukte na twee keer witten nog niet en voor een derde keer voelde hij niet. Hij eist betaling. Dat behoeft de lezeres niet te doen. Omdat voor een bepaalde som was overeengekomen te zorgen dat het plafond wit zou zijn. OUDERDOMS-WET. Steeds meer brieven krijgen wij van ouden van dagen, die bijzonderheden willen weten over het komende 'ouderdoms pensioen. De briefschrijvers en briefschrijfsters hebben de meest optimistische verwach tingen. Dit allemaal natuur lijk naar aanleiding van de artikelen die hierover in de couranten hebben- gestaan. Men vergeet echter, dat het geen werd gepubliceerd nog slechts „plannen" waren, meer niet. Er ie nog geen wet in- Vraag het even Onze abonné's kunnen iedere moeilijkheid aan onze medewerker voor leggen. Zij kragen des gewenst steeds antwoord in een persoonlijk schrij ven. Brieven moeten wor den gericht aan de redac tie en links in de hoek v. d. enveloppe moet wor den geschrevenRaads man. Op uw briefpapier gaarne uw naam en adres in blokletters. Voor de antwoorden wordt niets in rekening gebracht. Over de volgende onder werpen kunt u (onder meer) vragen stellen: ju ridische aangelegenheden, sociale verzekeringen, as suranties, erfeniskwes ties, woning-aangelegen- heden, alles wat ligt op het terrein van het maat- schappelijk werk, per soonlijke moeilijkheden, huishoudelijke vraagstuk ken (recepten, bloemen- verzorging etc.)opvoe dingsmoeilijkheden en al wat aanleiding kan geven voor zorgen of moeilijk heden. Alle brieven wor den strikt vertrouwelijk behandeld. gediend en dat zal best nog een paar jaar aanlopen. Hoe het uiteindelijk zal worden, valt niet te zeggen. Wij kun nen er dan ook nog geen in- liefatiogen ower seven, omdat wij niet beschikken over para normale gaven, zoals dat heet. Wel zal men verstandig doen aan te nemen, dat de uitkerin gen weinig hoger zullen zijn dan die thans gelden over de noodwet ouderdomsvoorzie ning. MAG DIT? c Ik bewoon, schrijft een le zer, een woning" waarvan de huur in feite mijn draag kracht te boven gaat. Nu zit aan die woning een garage, die door mij niet gebruikt wordt. Deze kan ik verhuren, waardoor mijn huur wat lich ter wordt. Mag ik dat? Dit hangt af van de gemaakte huurovereenkomst. Wanneer in een eventueel huurcontract niet nadrukkelijk bedongen werd, dat u niet zonder toe stemming van de eigenaar moogt onder-verhuren, kunt u uw gang wel gaan. Is er geen huurcontract of is er dus over eventueel onderverhuren niet gerept, dan moogt u o.i. ook de garage wel onderver huren. In het andere geval zult u de eigenaar om toe stemming moeten vragen. Het kan nog wel een rol spelen, waarvoor de garage zou wor den verhuurd. Want als u de ze bijvoorbeeld zou verhuren tot gebruik als fabriek, kan de eigenaar aanvoeren dat het door hem verhuurde wordt gebruikt tot een ander doei dan waarvoor het is bestemd. Dat kan natuurlijk niet wan neer u het als garage ver huurt, omdat het voor garage bestemd is. Correspondentie uitsluitend te richten aan: J. Joosse, Eigenhaardstraat 6 te Middelburg. Bij het opruimen van de boekenkast (in verband met de schoonmaak!) vonden wij de volgende partij welke eens gespeeld werd in de winter- wedstrijd van de schaakclub Middel burg door de heren de G. en de Z. in October 1937. Een partij waarin Zwart snel het witte centrum afbreekt en een goede stelling verkrijgt. Wit maakt op fzet een grote fout welke een stuk kost. De rest is dan "voor Zwart niet moeilijk meer. Wit: de G. Zwart: de Z. Franse partij: 1. e2e4, e7—e6 2. d2d4 d7d5 3. Pblc3 Pg8f6 4. Lel—g5 Lf8e7 5. e4e5 Pf6—d7 6. Lg5xe7 (Deze zet geeft voor Zwart geen moei lijkheden; kansrijk voor Wit is h4, b v Lg5:, hg5Dg5:, Ph3! en Wit heeft voor zijn pion een mooie stelling) Dd8xe7 7. Pc3e2? (Beter is wel Pf3. Wit wil zijn d-pion met c3 dekken) 7gij (De beste manier om het witte cen trum te breken) 8. c2c3 Pb8c6 9' pg!—f3 f7—f6 (Nu maar aan de andere kant afbre ken.) 10. e5xf6 Pd7xf6 !1. d4xc5 De7xc5 (Nu heeft Wit niet, maar Zwart het centrum in handen.) 12. Pe2—d4? (Om de lijn c5f2 te onderbreken, er dreigde Pe4! enz., maar m.i. was Pg3 toch beter.) 12. Pf6—e4! (Nu dreigt e5 en Pd4.gaat verloren.) 13. Tal—cl (Wit wil b4 doorzetten.) 13e6e5! 14. b2b4 Dc5—b6 15. b4b5 e5xd4 16. b5xc6 d4d3! (Nu dreigt Df2f mat en d2f.) 17. Pf3d4? (Dit kost een stuk. Dd3: moest gebeu ren. Zwart kan dan met Df2:f en bc6: voortzetten.) 17d3d2t 18. Keie2 d2xclD 19. Ddlxcl 00 20. f2—f3 Pe4c5 21. Ke2d2 b7xc6 22. Lfle2 Lc8a6 23. Le2—d 1 Ta8—e8. (Zwart heeft het nu gemakkelijk. Wit kan niets beginnen.) 24. Ldl—c2 Pc5e6 25. Pd4—f5 Db6f2f en mat op de volgende zet. Probleem 113. De ladderwedstrijd. De oplossingen van de vorige pro blemen waren als volgt: Probleem 111: 1Tg2t; 2. Kfl, Tf2j!; 3. Df2, Dh3f; 4. Dg2, Dg2f mat of: 1. 23. Kgl, Tf4 en mat in enkele zetten. Probleem 112: 1Df2f ;2. Khl, Dh4; 3. h3, Dg3; 4. hg4, Tf2; 5. Tgl, (wat anders?) 5Dh5f mat, of: 123. Pf3, Tf3; en wint. En hier de nieuwe problemen: Probleem 113 (zie diagram). Wit: Ka3, Le8, pionnen b5, e6 e4. Zwart: Kg8, La7, Lg2, pion b6 Wit aan zet houdt remise. Een mooi probleem, maar niet gemakkelijk, 5 p. Probleem 114. Wit: Khl, Dd4, Tel, pionnen a2, b3, e3, h2. Zwart: Kh8, De5, Te8, pionnen a7, b6, e4, f5, h7. Wit aan zet wint (3 punten). Probleem 114. abcdet gh Wit aan zet houdt remise. (5 punten). abcdefgb Wit aan zet wint. (3 punten). 1 z 3 4 5 7 8 9 ÏO 11 1Z 13 14 15 1 3 4 b 6 <y y 10 n 12 13 14 15 Horizontaal: 1. familie - marskramef; 2. beneden - in de richting naar omlaag - dorp in N.-Brabant; 3. gering - dwalen - echtge noot; 4. dunne overjas - achting - bijwoord - lengtemaat - waterstand (afk.); 5. maanstand - lidwoord - cylindervor- mig voorwerp - gem. in Gelderland - inwendig lichaams deel; 6. stok - leeg - dwaas - eerste vrouw; 7. telwoord - gevierde zangeres - touw (Mal.) - scheepsvloer; 8. soort - afkorting voor nikkel - snoer om papieren aan te rijgen - gindse; 9. boom - afstammeling - jenever (Eng.) - mount (afk.) - de 12 machtige goden der Germanen; 10. tegen houden - gekneed meel - dorp ten Z.O. van Oldenzaal; 11. godin van de vrede - gevaar - edelknaap; 12. boom - vast deel van een boom - insnijding - muzieknoot; 13. onderricht - erwtensoep - erg - damp; 14. Europeanen - jongensnaam - tijdrekening - bezitting; 15. gewicht - gem. in Gelder land - houten klepper - voorzetsel. Verticaal: 1. telwoord - gezeglijk; 2. enig - vreemde munt - reeks van opeenvolgende nummers - bijwoord; 3. hetzelfde - jongens naam - lis - heeft een schip; 4. sportterm - elk - zwemvogel - zoon van Noach; 5. platvis - wars van alle laagheid - ontkenning - deel v. d. Bijbel (afk.); 6. larve van de mei kever - opschik - een der profeten; 7. voornaamwoord - treurig - ingang; 8. afgodsbeeld - voorzetsel - snaarinstru ment - koraaleiland; 9. troefkaart - een versterkte en om muurde stad - welriekende wasachtige stof; 10. in vrede - vernis - papegaai; 11. telwoord - muzieknoot - gem. in Overijsel - lied - knaagdier; 12. telwoord - koraalkruid; 13. metalen of houten spijltje - Javaans inlands dorp - Euro peaan; 14. hoofdwerk der Oudnoorse letteren - bijwoord - water in Friesland - beleefdheidsbetuiging; 15. hoepel - treffen - houten handegge - lidwoord. Horizontaal: L kap, 4. aap, 6. sop, 8. Eva, 11. alsem, 13. elk, 14. erker, 16. moer, 18. idee, 20. Lijmers, 2b. ergens, 26. edel, 27. pronk, 3a eren, 21. ets, sla, 34. een, 36. Tegelen, 40. tam, 43. bitter, 45. pagode, 47. elan, 49. vete, 50. genre, 52. ore, 53. emmer, 56. als, 57. nap, 58. lor, 59. are. Verticaal: 1. ka, 2. altijd, 3. p.s., 4. Amor, 5. per, 6. ski, 7. peer, 8. E.K., 9. Vaeae, 18. ar, 12. emelt, 18. regel, 1.7. esp, 19. dek, 20. Ie, 21. meent, 22. do, 24. Erato, 25. Sn., 28. rog, 29. Nel, 32. stelen, 33. snater, 34. eb, 35. eikel, 37. era, 38. en, 39. Epe, 41. adder, 42. me, 44. ter, 46. gem., 48. nop, 49. vel, 50. ga, 51. N.S., 54. ma, 55. re. Onder de verschillende delen, waaruit de oudheidkunde befctaat, behoort behal ve de heraldiek, muntkennis, oud recht en archeologie, ook de epigraphie, d.w.z. de opschriftkunde. Wie kent, b.v. nog de volgende uit Goes? „In de drie worsten Bakt men brood met korsten En Brusselsche bestellen Die in de melk zwellen". „Het Blauwe Huis" (woning dhr Kake- beeke 's H. Hendrikskinderenstraat)„In den gloeienden oven" (bakkerij dhr Vleugel). „Het witte Paard" (barbiers zaak Kramer in de straat van die naam). „In het vierendeel" (Wijngaardstraat). Voorts had men nog „Het Ossehoofd", „In de gelaarsde Kat", „Het Wittebroods kind", „In den gouden Hoefijzer", „In het halve vat". Het is mij nog niet ge lukt deze te vinden in oude archiefstuk ken. Voorts bestaat ook nog „In de St Bastiaan" (hoek Rijfelaarstraat). „Het Wagenschot (bakkerij Huysse Vlas- markt). „Het huis Domburg" (Adolf v. Westerwijkbuurt). „De Walendans" (pak huis Gebr. Duvekot, Nieuwstraat). Het bepaalde zich echter niet tot na men. Gedichtjes waren ook zeer in zwang.'Zo stond in een gevel van een Goese woning die door een kaarsen maker bewoond werd dit rijmpje: „Uitwendig is 't geheel onwis, In 's menschen hart de wereld is". De man redeneerde waarschijnlijk al dus: Uit het slechte leert men de wereld kennen; 's mensen hart is slecht, dus ligt in 't mensen hart de wereld. Voorwaar een Schriftuurlijke beschouwing. Maar wat had dit versje met het kaarsen maken te maken? Het volgende opschrift is duidelijker: „Hier woont Baas Kobus, Die 't Enkhuizer raadhuis stichtte, Vermaard in 't metselwerk, Een van de Zeeuwsche lichten". Niemand zal deze Kobus zeker nederig noemen, die van zichzelf durfde zeggen, dat hij vermaard was. Hij had mee ge metseld aan het genoemde stadhuis en was ér zeker trots op. Immers dit in 1688 gebouwde Raadhuis was toen, na het Am sterdamse, het grootste en fraaiste uit geheel Holland. Maar wie de hierbedoel- de Zeeuwse lichten waren, verklaar ik niet te weten, evenmin of baas Kobus ook mooie gebouwen in Ter Goes heeft gesticht. Even duidelijk is het volgende versje, dat in Goes op een luifel van een kuiper stond: Zoo gij 't maakt, zo is 't; Maakt gij 't wel, gij zult het wèl vinden. Het is een schoone kunst, Dat men hout met hout kan dicht binden. IJzeren hoepels waren toen, gelijk men merkt nog niet in gebruik. Een slager meende het Goese publiek aan zijn sla gerij te moeten herinneren met het vol gende gedicht: Zoo lang het varken is op stal, Zoo baat het varken niemendal; Maar als 't gekeeld is, heeft men spek. En zoo zal 't gaan met iedere vrek! De vergelijking van een mens met een varken, al is die mens ook een gierig aard, is wel héél plastisch en de bedrei ging, dat hij gekeeld zal worden, niet bijster aangenaam. Nu wij het toch over varkens hebben, kan ik meteen het op schrift vermelden, dat boven een smede rij stond, aldus luidende; „De hamer is 't beginsel van alle werken". Deze smid had echter een varken ge kocht, dat hij niet betalen kon, en nu schreef de schuldeiser er onder: „En als de smid geld had, betaalde hij zijn verken". Wij willen besluiten met een wel zeer eigenaardig opschrift boven een Goese tabakswinkel n.l.: „Mozes heeft de kinderen Israëis droog voets door 't roode meir geleid. Dat Farao en al zijn volk op 't droevigst hebben beschreid. Heer wilt mij zoo goedgunstig als Mozes zijn; Hier verkoopt men tabak, gedistilleerde wateren en brandewijn".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 9