mi
ONDERWIJS OPVOEDING CULTUUR
igiiiiiiiiiiiM
laaMait
KRUISWOORD-PUZZLE ZONDER ZWART.
OPVOEDKUNDIGE RUBRIEK
ii(4
lH
wm
■Bf
wm
HHP
lil
s
UI H
HP
lil
11
■mm.
«1
1
IP
IP ÜP
Oplossing puzzle van 28 Mei.
Ztmwst fips-cbcifteto.
7
ij '.v - v l ij
AQUARIUMBIOLOGIE, door Dr
J. M. Lodewijks, met een hoofd
stuk van Prof. Dr J. J. Duyve-
né de Wit. Uitgave van Uitgeve
rij „Hollaridia" te Baarn.
Deze uitgave, die we reeds eerder
breedvoerig in ons blad bespraken (de
delen 1 en 3 kwamen eerder uit) ver
schijnt onder de verzamelnaam: „Het
Handboek voor de Aquariumliefheb
ber". Wie bjj de opzet mocht menen,
dat deze aankondiging wat al te re
clameachtig gekozen was, komt, nu
deel 2 verscheen, wel tot een ander in
zicht. Deze serie maakt met recht aan
spraak op de titel. Het is een hand
boek. De liefhebber van het aqua
rium kan hier te kust en te keur te
recht. Men raadplege slechts het al-
phabetisch register dat achterin te vin
den is, of men neme kennis van de
inhoud om tot de overtuiging te ge
raken, dat de Uitgever hier een groots
werk heeft opgezet, dat zijn plaats
zeer zeker zal vinden bij allen en
dat aantal groeit die geboeid wor
den door het spel van kleuren, schoon
heid, rankheid en levendigheid, welke
het aquarium biedt.
Het deel dat dit voorjaar verscheen
behandelt o.m.: het biologisch even
wicht in het aquarium; de lichaams
bouw en levensverrichtingen van de
vis; planten in het aquarium; de voe
ding van de plant; slakken; kreeften;
insecten; wormen en nog lagere die
ren. Het hoofdstuk dat Dr Duyvené de
Wit schrijft handelt over „Vissen en
hormonen". In de inleiding wordt ge
zegd: „De bedoeling van dit boekje is:
Iedere aquariumhouder meer inzicht
te geven in wat hij kan doen of mis
doen in z'n bakje, meer en beter be
grip bij te brengen van de redenen
voor bepaalde verschijnselen, van mo
gelijke gevolgen ook van wat hij on
derneemt".
Daarmede wil de auteur niet gezegd
hebben, dat hij alle vragen die ver
band houden met de biologie van het
vissenleven, rru oplost Hij schrijft zeer
eerlijk: „er zijn ook telkens vraagstuk
ken, waarop het antwoord nog niet te
geven is. Het gekke is, dat dit er dik
wijls niets toe doet. Het kan slechts
de ootmoed voor de levensmysteries
vergroten. En dat is ook heel veel
•waard. Juist de ondoorgrondelijkheid
van zovele levensmysteries maakt ze
zo boeiend; het leven is in zijn uitin
gen oneindig verscheiden en steeds
wisselend en daarom een onuitputte
lijke bron van studie, voor vakman en
Voor amateur
Wie kennis neemt van dit nieuwe
deel uit het handboek voor de aqua
riumliefhebber, begint de zin van deze
woorden te' begrijpen.
Gaarne aanbevolen, in de eerste
plaats voor hen, die de rijkdom van
een goed aquarium reeds beseft heb
ben, maar daarnaast ook voor de ve
len, die er nog vreemd tegenover staan
en dus nog niet weten wat zij missen.
GEKKE KLAAS, door Arjen
Miedema. Uitgave van Bosch
Keuning N.V. te Baarn.
Wie op de titel afgaat komt met dit
boek bedrogen uit. Klaas is heus niet
gek. Hij wil alleen maar als eerlijk
trouw jochie in zijn leven toepassen,
wat de mensen hem over de Bijbel en
het christendom voorhouden. Het ver
haal is simpel, maar boeit door de be
werking van het thema. Wie dit boek
ter hand neemt met de gedachte een
jeugdverhaal te lezen komt eveneens
bedrogen uit. Wie dat doet zal de nei
ging hebben het boek onbevredigd ter
zijde te leggen. Immers zoals Klaas rea
geert, denkt en praat en handelt geen
enkele jongen. Zijn wijsheid reikt ver
boven zijn leeftijd uit. Maar wanneer
we ernst maken met dit boek, komen
we er wel achter, dat de bedoeling van
de auteur volstrekt niet is ons een aar
dig ontspanningsverhaal te geven. Er
ligt een symbolische grondslag in dit
werk. De schrijver projecteert ons al
ler leven in het leventje van „gekke
Klaas". Er zijn beloften Gods, wat
komt daarvan terecht in uw en mijn
leven? Deze vraag heeft Miedema zich
gesteld en hij werkt dit probleem uit
in het leventje van Klaas. Overigens
krijgen we hier te maken met een
reëel soort „biblicisme" waaraan niet
slechts het jongetje „gekke Klaas" te
lijden heeft, maar waarin nog heel wat
mensen verstrikt liggen, zeer tot hun
schade. Want wie de Bijbel biblicis-
tisch leest, leest geen bijbel, m.a.w.
mist het Woord Gods.
We moeten even door de vormge
ving bij dit boek heenzien, dan komt
het werk als tendenz-roman uit de
verf en heeft het ons zeker wel iets
te zeggen.
Aanbevolen.
HET WONDER DER JAREN,
door Aart Romijn. Uitgave van
Bosch Keuning N.V. te Baarn.
Dit boek uit de Victoria-reeks is
voor velen onzer waarschijnlijk geen
onbekende. Dat de uitgeefster moge
lijkheid ziet in een heruitgave in deze
reeks bewijst, dat het boek er in ge
gaan is.
Wat niet verwondert.
Dit boek, het eerste van een reeks
romans over dezelfde figuur is zeker
het beste boek dat Aart Romijn gege
ven heeft.
Er komen mooie figuren in voor, het
is psychologisch een sterk boek en
ademt een gezond christelijke geest.
Wat tegenwoordig op zichzelf al iets
te zeggen heeft.
Gaarne aanbevolen.
VAN LUREN EN SUI
KERBIETEN.
Van baby's heb ik wei
nig verstand. Van baby
verzorging nog minder.
Iemand in de luren leg
gen ging me vroeger op
het voetbalveld beter af
dan tegenwoordig thuis.
Want dit laatste doe je
nooit goed. De eerste
keer neem je met je vei
ligheidsspeld uit voor
zichtigheid alleen de
twee luierpunten en niet
het borstrokje mee. En
de tweede keer uit on
geduld borstrokje èn vel
letje. De derde keer
is het al niet meer nodig.
Omdat de speld je ruw
uit handen wordt gegrist
vanwege de gepleegde
mishandeling.
Dat ik pillen mag voor
schrijven, heb ik dan ook
w.s. alleen te danken aan
mijn beroep van pillen
draaier, mijn gezagwek-
kend uiterlijk (glasglad-
de knikker met uilenbril)
en het feit, dat ik door
het afgeven van pillen en
poeders in ons dorp mijn
critische blikken in veel
gezinnen kan werpen.
Bij nadere beschou
wing van al mijn statis
tisch materiaal weet ik
echter wel zó veel, dat
vijand no 1 de verwen
ning is.
Daar heb je Koosje van
de slager: 3 maanden, bèè,
haal hem maaruit de
wieg, anders heb je de
muziek de hele avond.
Neem Jaapje van de ont
vanger: er moet geen ijs-
karretje voorbijkomen
want anders kan Pa of
Moe kiezen tussen een
offer van een kwartje of
een vervelende avond.
Praat me niet van Simon
van de overkant, die 's
Zaterdagsavonds op een
dure motor de drukke
dorpsstraat doorvliegt.
Hij maakt mij met z'n
permanent weigerend
brommertje soms jaloers.
Maar toch vind ik hem
met z'n soortgenoten een
zielepoot. En z'n ouders
erbij. Wat een slavenle
ven hebben de laatsten.
Nooit zijn hun kinderen
te bevredigen. Nooit
dankbaar. Wat zullen die
kinderen het moeilijk
hebben en krijgen: op
school, bij een baas, in
militaire dienst, in het
huwelijk, wanneer zij met
de wil van een ander re
kening moeten houden.
Verwenning is wel de
slechtste dienst, die we
aan een kind kunnen be
wijzen. We kennen de
macht der gewoonte. Dus
ook van de verkeerde ge
woonten. Wat een strijd
kost het, kinderen din
gen te ontzeggen, die we
eerst toegestaan hebben.
Vooral die we in hun
prille jeugd buiten hun
bewustzijn aangewend
hebben. Zoals het uit de
wieg nemen bij een kik
en te vroeg voeding ge
ven. Een goede gewen
ning begint al op de eer
ste levensdag.
Niet alleen de luiertijd
heeft me wat geleerd,
maar ook de suikerbie-
tentijd. In de laatste is
me n.1. opgevallen, dat
kinderen uit gegoede ge
zinnen vaak veel opge
ruimder de suikerbieten
in de hongerwinter ver
orberden dan andere kin
deren, die voordien al
'niet veel gewend waren.
Verwende kinderen zijn
niet altijd die, die het
meeste krijgen, maar die
het meest dwingen en
hun zin krijgen.
Het beste is de gang
van zaken in een zieken
huis: goede verzorging,
maar alles op tijd. De pa
tiënten behoeven dan
weinig of niets te vragen.
INFORMATIE.
Een lezer is ernstig gegriefd
over een informatie die door
een bepaald bureau over hem
was afgegeven. Hij trok toen
op zichzelf een informatie bij
een ander bureau, en die
deugde ook niet, omdat die
hém weer veel te gunstig uit
beeldde. Wat er tegen een
foute informatie te doen is.
Helaas, niet veel. Bekijkt u
maar eens goed wat er op die
informatie-formulieren ge
drukt staat. Het is helaas zo,
dat die informaties nog al
eens „met de pet" naar de za
ken gooien. Soms berusten ze
alleen op wetenschap opge
daan bij de buren, hetgeen
helaas vaak een troebele bron
is. Soms ook berusten ze op
kaart-gegevens van jaren en
jaren oud. Zelfs hebben we
wel eens gemerkt, dat de
duim hulp verleende. U kunt
het beste, wanneer een be
paalde informatie onjuist uit
valt, de betrokkene verzoe
ken, eventueel voor uw re
kening, eens een 'informatie
te trekken bij een ander bu
reau.
DE WITTER.
De witter nam voor een
vastgestelde som aan, te zor
gen dat het plafond spier-wit
zou worden. Dat lukte na twee
keer witten nog niet en voor
een derde keer voelde hij niet.
Hij eist betaling. Dat behoeft
de lezeres niet te doen. Omdat
voor een bepaalde som was
overeengekomen te zorgen dat
het plafond wit zou zijn.
OUDERDOMS-WET.
Steeds meer brieven krijgen
wij van ouden van dagen, die
bijzonderheden willen weten
over het komende 'ouderdoms
pensioen. De briefschrijvers
en briefschrijfsters hebben de
meest optimistische verwach
tingen. Dit allemaal natuur
lijk naar aanleiding van de
artikelen die hierover in de
couranten hebben- gestaan.
Men vergeet echter, dat het
geen werd gepubliceerd nog
slechts „plannen" waren, meer
niet. Er ie nog geen wet in-
Vraag het even
Onze abonné's kunnen
iedere moeilijkheid aan
onze medewerker voor
leggen. Zij kragen des
gewenst steeds antwoord
in een persoonlijk schrij
ven. Brieven moeten wor
den gericht aan de redac
tie en links in de hoek
v. d. enveloppe moet wor
den geschrevenRaads
man. Op uw briefpapier
gaarne uw naam en adres
in blokletters. Voor de
antwoorden wordt niets
in rekening gebracht.
Over de volgende onder
werpen kunt u (onder
meer) vragen stellen: ju
ridische aangelegenheden,
sociale verzekeringen, as
suranties, erfeniskwes
ties, woning-aangelegen-
heden, alles wat ligt op
het terrein van het maat-
schappelijk werk, per
soonlijke moeilijkheden,
huishoudelijke vraagstuk
ken (recepten, bloemen-
verzorging etc.)opvoe
dingsmoeilijkheden en al
wat aanleiding kan geven
voor zorgen of moeilijk
heden. Alle brieven wor
den strikt vertrouwelijk
behandeld.
gediend en dat zal best nog
een paar jaar aanlopen. Hoe
het uiteindelijk zal worden,
valt niet te zeggen. Wij kun
nen er dan ook nog geen in-
liefatiogen ower seven, omdat
wij niet beschikken over para
normale gaven, zoals dat heet.
Wel zal men verstandig doen
aan te nemen, dat de uitkerin
gen weinig hoger zullen zijn
dan die thans gelden over de
noodwet ouderdomsvoorzie
ning.
MAG DIT? c
Ik bewoon, schrijft een le
zer, een woning" waarvan de
huur in feite mijn draag
kracht te boven gaat. Nu zit
aan die woning een garage,
die door mij niet gebruikt
wordt. Deze kan ik verhuren,
waardoor mijn huur wat lich
ter wordt. Mag ik dat? Dit
hangt af van de gemaakte
huurovereenkomst. Wanneer
in een eventueel huurcontract
niet nadrukkelijk bedongen
werd, dat u niet zonder toe
stemming van de eigenaar
moogt onder-verhuren, kunt
u uw gang wel gaan. Is er
geen huurcontract of is er dus
over eventueel onderverhuren
niet gerept, dan moogt u o.i.
ook de garage wel onderver
huren. In het andere geval
zult u de eigenaar om toe
stemming moeten vragen. Het
kan nog wel een rol spelen,
waarvoor de garage zou wor
den verhuurd. Want als u de
ze bijvoorbeeld zou verhuren
tot gebruik als fabriek, kan
de eigenaar aanvoeren dat het
door hem verhuurde wordt
gebruikt tot een ander doei
dan waarvoor het is bestemd.
Dat kan natuurlijk niet wan
neer u het als garage ver
huurt, omdat het voor garage
bestemd is.
Correspondentie uitsluitend te richten aan: J. Joosse, Eigenhaardstraat 6 te
Middelburg.
Bij het opruimen van de boekenkast
(in verband met de schoonmaak!)
vonden wij de volgende partij welke
eens gespeeld werd in de winter-
wedstrijd van de schaakclub Middel
burg door de heren de G. en de Z. in
October 1937. Een partij waarin Zwart
snel het witte centrum afbreekt en een
goede stelling verkrijgt. Wit maakt op
fzet een grote fout welke een
stuk kost. De rest is dan "voor Zwart
niet moeilijk meer.
Wit: de G. Zwart: de Z.
Franse partij:
1. e2e4, e7—e6
2. d2d4 d7d5
3. Pblc3 Pg8f6
4. Lel—g5 Lf8e7
5. e4e5 Pf6—d7
6. Lg5xe7
(Deze zet geeft voor Zwart geen moei
lijkheden; kansrijk voor Wit is h4, b v
Lg5:, hg5Dg5:, Ph3! en Wit heeft
voor zijn pion een mooie stelling)
Dd8xe7
7. Pc3e2?
(Beter is wel Pf3. Wit wil zijn d-pion
met c3 dekken)
7gij
(De beste manier om het witte cen
trum te breken)
8. c2c3 Pb8c6
9' pg!—f3 f7—f6
(Nu maar aan de andere kant afbre
ken.)
10. e5xf6 Pd7xf6
!1. d4xc5 De7xc5
(Nu heeft Wit niet, maar Zwart het
centrum in handen.)
12. Pe2—d4?
(Om de lijn c5f2 te onderbreken, er
dreigde Pe4! enz., maar m.i. was Pg3
toch beter.)
12. Pf6—e4!
(Nu dreigt e5 en Pd4.gaat verloren.)
13. Tal—cl
(Wit wil b4 doorzetten.)
13e6e5!
14. b2b4 Dc5—b6
15. b4b5 e5xd4
16. b5xc6 d4d3!
(Nu dreigt Df2f mat en d2f.)
17. Pf3d4?
(Dit kost een stuk. Dd3: moest gebeu
ren. Zwart kan dan met Df2:f en bc6:
voortzetten.)
17d3d2t
18. Keie2 d2xclD
19. Ddlxcl 00
20. f2—f3 Pe4c5
21. Ke2d2 b7xc6
22. Lfle2 Lc8a6
23. Le2—d 1 Ta8—e8.
(Zwart heeft het nu gemakkelijk. Wit
kan niets beginnen.)
24. Ldl—c2 Pc5e6
25. Pd4—f5 Db6f2f
en mat op de volgende zet.
Probleem 113.
De ladderwedstrijd.
De oplossingen van de vorige pro
blemen waren als volgt:
Probleem 111: 1Tg2t; 2. Kfl,
Tf2j!; 3. Df2, Dh3f; 4. Dg2, Dg2f mat
of: 1. 23. Kgl,
Tf4 en mat in enkele zetten.
Probleem 112: 1Df2f ;2. Khl,
Dh4; 3. h3, Dg3; 4. hg4, Tf2; 5. Tgl,
(wat anders?) 5Dh5f mat, of:
123. Pf3, Tf3;
en wint.
En hier de nieuwe problemen:
Probleem 113 (zie diagram).
Wit: Ka3, Le8, pionnen b5, e6 e4.
Zwart: Kg8, La7, Lg2, pion b6
Wit aan zet houdt remise. Een mooi
probleem, maar niet gemakkelijk, 5 p.
Probleem 114.
Wit: Khl, Dd4, Tel, pionnen a2, b3,
e3, h2.
Zwart: Kh8, De5, Te8, pionnen a7, b6,
e4, f5, h7.
Wit aan zet wint (3 punten).
Probleem 114.
abcdet gh
Wit aan zet houdt remise.
(5 punten).
abcdefgb
Wit aan zet wint.
(3 punten).
1
z
3
4
5
7
8
9
ÏO
11
1Z
13
14
15
1
3
4
b
6
<y
y
10
n
12
13
14
15
Horizontaal:
1. familie - marskramef; 2. beneden - in de richting naar
omlaag - dorp in N.-Brabant; 3. gering - dwalen - echtge
noot; 4. dunne overjas - achting - bijwoord - lengtemaat -
waterstand (afk.); 5. maanstand - lidwoord - cylindervor-
mig voorwerp - gem. in Gelderland - inwendig lichaams
deel; 6. stok - leeg - dwaas - eerste vrouw; 7. telwoord -
gevierde zangeres - touw (Mal.) - scheepsvloer; 8. soort -
afkorting voor nikkel - snoer om papieren aan te rijgen -
gindse; 9. boom - afstammeling - jenever (Eng.) - mount
(afk.) - de 12 machtige goden der Germanen; 10. tegen
houden - gekneed meel - dorp ten Z.O. van Oldenzaal; 11.
godin van de vrede - gevaar - edelknaap; 12. boom - vast
deel van een boom - insnijding - muzieknoot; 13. onderricht
- erwtensoep - erg - damp; 14. Europeanen - jongensnaam
- tijdrekening - bezitting; 15. gewicht - gem. in Gelder
land - houten klepper - voorzetsel.
Verticaal:
1. telwoord - gezeglijk; 2. enig - vreemde munt - reeks van
opeenvolgende nummers - bijwoord; 3. hetzelfde - jongens
naam - lis - heeft een schip; 4. sportterm - elk - zwemvogel
- zoon van Noach; 5. platvis - wars van alle laagheid -
ontkenning - deel v. d. Bijbel (afk.); 6. larve van de mei
kever - opschik - een der profeten; 7. voornaamwoord -
treurig - ingang; 8. afgodsbeeld - voorzetsel - snaarinstru
ment - koraaleiland; 9. troefkaart - een versterkte en om
muurde stad - welriekende wasachtige stof; 10. in vrede -
vernis - papegaai; 11. telwoord - muzieknoot - gem. in
Overijsel - lied - knaagdier; 12. telwoord - koraalkruid; 13.
metalen of houten spijltje - Javaans inlands dorp - Euro
peaan; 14. hoofdwerk der Oudnoorse letteren - bijwoord -
water in Friesland - beleefdheidsbetuiging; 15. hoepel -
treffen - houten handegge - lidwoord.
Horizontaal: L kap, 4. aap, 6. sop,
8. Eva, 11. alsem, 13. elk, 14. erker, 16.
moer, 18. idee, 20. Lijmers, 2b. ergens,
26. edel, 27. pronk, 3a eren, 21. ets,
sla, 34. een, 36. Tegelen, 40. tam, 43.
bitter, 45. pagode, 47. elan, 49. vete, 50.
genre, 52. ore, 53. emmer, 56. als, 57.
nap, 58. lor, 59. are.
Verticaal: 1. ka, 2. altijd, 3. p.s., 4.
Amor, 5. per, 6. ski, 7. peer, 8. E.K., 9.
Vaeae, 18. ar, 12. emelt, 18. regel, 1.7.
esp, 19. dek, 20. Ie, 21. meent, 22. do,
24. Erato, 25. Sn., 28. rog, 29. Nel, 32.
stelen, 33. snater, 34. eb, 35. eikel, 37.
era, 38. en, 39. Epe, 41. adder, 42. me,
44. ter, 46. gem., 48. nop, 49. vel, 50.
ga, 51. N.S., 54. ma, 55. re.
Onder de verschillende delen, waaruit
de oudheidkunde befctaat, behoort behal
ve de heraldiek, muntkennis, oud
recht en archeologie, ook de epigraphie,
d.w.z. de opschriftkunde.
Wie kent, b.v. nog de volgende uit
Goes?
„In de drie worsten
Bakt men brood met korsten
En Brusselsche bestellen
Die in de melk zwellen".
„Het Blauwe Huis" (woning dhr Kake-
beeke 's H. Hendrikskinderenstraat)„In
den gloeienden oven" (bakkerij dhr
Vleugel). „Het witte Paard" (barbiers
zaak Kramer in de straat van die naam).
„In het vierendeel" (Wijngaardstraat).
Voorts had men nog „Het Ossehoofd", „In
de gelaarsde Kat", „Het Wittebroods
kind", „In den gouden Hoefijzer", „In
het halve vat". Het is mij nog niet ge
lukt deze te vinden in oude archiefstuk
ken. Voorts bestaat ook nog „In de St
Bastiaan" (hoek Rijfelaarstraat). „Het
Wagenschot (bakkerij Huysse Vlas-
markt). „Het huis Domburg" (Adolf v.
Westerwijkbuurt). „De Walendans" (pak
huis Gebr. Duvekot, Nieuwstraat).
Het bepaalde zich echter niet tot na
men. Gedichtjes waren ook zeer in
zwang.'Zo stond in een gevel van een
Goese woning die door een kaarsen
maker bewoond werd dit rijmpje:
„Uitwendig is 't geheel onwis,
In 's menschen hart de wereld is".
De man redeneerde waarschijnlijk al
dus: Uit het slechte leert men de wereld
kennen; 's mensen hart is slecht, dus ligt
in 't mensen hart de wereld. Voorwaar
een Schriftuurlijke beschouwing. Maar
wat had dit versje met het kaarsen
maken te maken? Het volgende opschrift
is duidelijker:
„Hier woont Baas Kobus,
Die 't Enkhuizer raadhuis stichtte,
Vermaard in 't metselwerk,
Een van de Zeeuwsche lichten".
Niemand zal deze Kobus zeker nederig
noemen, die van zichzelf durfde zeggen,
dat hij vermaard was. Hij had mee ge
metseld aan het genoemde stadhuis en
was ér zeker trots op. Immers dit in 1688
gebouwde Raadhuis was toen, na het Am
sterdamse, het grootste en fraaiste uit
geheel Holland. Maar wie de hierbedoel-
de Zeeuwse lichten waren, verklaar ik
niet te weten, evenmin of baas Kobus
ook mooie gebouwen in Ter Goes heeft
gesticht.
Even duidelijk is het volgende versje,
dat in Goes op een luifel van een kuiper
stond:
Zoo gij 't maakt, zo is 't;
Maakt gij 't wel, gij zult het wèl vinden.
Het is een schoone kunst,
Dat men hout met hout kan dicht binden.
IJzeren hoepels waren toen, gelijk men
merkt nog niet in gebruik. Een slager
meende het Goese publiek aan zijn sla
gerij te moeten herinneren met het vol
gende gedicht:
Zoo lang het varken is op stal,
Zoo baat het varken niemendal;
Maar als 't gekeeld is, heeft men spek.
En zoo zal 't gaan met iedere vrek!
De vergelijking van een mens met een
varken, al is die mens ook een gierig
aard, is wel héél plastisch en de bedrei
ging, dat hij gekeeld zal worden, niet
bijster aangenaam. Nu wij het toch over
varkens hebben, kan ik meteen het op
schrift vermelden, dat boven een smede
rij stond, aldus luidende;
„De hamer is 't beginsel van alle werken".
Deze smid had echter een varken ge
kocht, dat hij niet betalen kon, en nu
schreef de schuldeiser er onder:
„En als de smid geld had, betaalde hij
zijn verken".
Wij willen besluiten met een wel zeer
eigenaardig opschrift boven een Goese
tabakswinkel n.l.:
„Mozes heeft de kinderen Israëis droog
voets door 't roode meir geleid.
Dat Farao en al zijn volk op 't droevigst
hebben beschreid.
Heer wilt mij zoo goedgunstig als Mozes
zijn;
Hier verkoopt men tabak, gedistilleerde
wateren en brandewijn".