OOST-BERLIJN CONSTANT1N GUYS, IS GEEN WESTERSE STAD MEER. de schilder van het moderne leven. H' Het goudland gevonden Het communisme roept U op. De arbeider is baas - maar de conse quenties daarvan zijn verre van aangenaam. Soekarno op Ambon Tweede Kamer verdeeld over Televisie Programma American Star Hij zag zijn geboortestad niet terug. Zeldzame expositie komt in Vlissingen, Amerikaans aanbod aan Ceylon £te ïladio* falenqt oni Dinsdag 11 Mei 1954 ZEEUWSCH DAGBLAD pagina 4 (Van een onzer redacteuren.) ZAL er een stad in de wereld zijn, die met zoveel moeilijkheden heeft te kampen als het gespleten Berlijn? Temidden van de geweldige puinhopen leven daar ruim drie millioen mensen, onder slechte economische omstandigheden. Dat de Oost-Duitser nauwelijks weet hoe hij rond moet komen is voor iedereen die dit „paradijs" heeft gezien te begrijpen. Opgezweept wordt hij. Zowel tijdens zijn dagelijks werk als in zijn vrije uren, die bijna geheel besteed moeten worden aan de strijd tegen het „fascisme" en de E.D.G. De Oost-Duitsers hebben amper de gelegenheid om eens rustig thuis te zitten. Zij lopen van de ene meeting naar de andere. Zo wordt geheel volgens systeem het gezinsleven ontwricht en krijgt de communistische partij de kans haar grijparmen naar de Oost-Duitse jeugd uit te strekken, die evenals de ouderen bijna dag en nacht moet manifesteren ter ere van „de ge liefde Pieck". Oost-Berlijn is geen Westerse stad meer. De stadverlichting is vergele ken bij West-Berlijn schaars. De straten liggen 's avonds verlaten. Op bijna iedere hoek vindt men een enorme luidspreker, die op het mo ment, dat de leiders dit willen de argeloze voorbijganger duidelijk maakt dat hij voor de vrede moet werken. Zo kan de Oost-Berlijner op ieder uur van da dag vervolgd worden door de niets ontziende propaganda. Propaganda die altijd weer uitloopt op strijd tegen het E.D.G. de Rus sen schijnen iets tegen dit verdrag te hebben of op een grotere ar beidsinspanning. Grote verschillen. De private onderneming is in het Oosten van Duitsland en Berlijn voor een groot deel verdwenen. De bedrij ven zijn nu het eigendom van het volk geworden. „Er is geen uitbuiting meer, U bent eigenaar van het bedrijf waar in U werkt!" aldus kan men op de hoeken van de straten lezen. In de practijk betekent dit dat er nog harder gewerkt moet worden, want alle winst komt immers aan de arbeiders ten goede. Dat wil men tenminste de Oost- Berlijners doen geloven. Iedere arbei der is eigenaar van zijn bedrijf! Men vergeet er bij te zeggen, dat een ar beidsovereenkomst juridisch met lan ger dan veertien dagen geldig is. En bovendien zyn de lonen nergens zo gedifferentieerd als juist in het Oosten. Nat uurljjk is ook hiervan Rusland weer het klassieke voorbeeld. Een ongeschool de arbeider verdient daar gemiddeld 4800 roebel per jaar. De geschoolde ar beider hrUgt 120.000. Een Russische soldaat verdient 360 Roebel, een majoor 27.600 en een generaal 108.000 roebel. Zal er één Westers land zijn, dat zulke verschillen kent? In Oost-Duitsland gaat het dezelfde kant uit. De intellegentia verdient zwaar en krijgt daarom ook meer te eten. Maar van uitbuiting is in dit arbeidersparadijs geen sprake meer. De boeren weten anders te vertellen. Zij moeten geen melk leveren naar het aantal koeien, of eieren naar het aan tal kippen. Neen, zij leveren produc ten naar de grootte van hun boerderij. Een bepaald aantal liters melk per ha. Een efficiënte regeling als zojuist al het vee door de Russen gevorderd is! Hoe men dan aan de melk komt laat de partijleiders koud. Als men maar per ha. melk levert. En de jeugd weet ook van uitbuiting mee te praten. Zij kan zich niet meer DJAKARTA, 10 Mei. Bij de over dracht van de Protestantse kerk aan de Molukse Kerk op Ambon heeft pre sident Soekarno verklaard, zich geluk kig te voelen bij deze belangrijke ge beurtenis aanwezig te kunnen zijn. Hij bracht een eresaluut aan net Islamie- tische deel der bevolking, dat mee werkte aan de bouw van de nieuwe kerk, hetgeen hij het bewijs noemde van medeleven en verdraagzaamheid in tegenstelling tot het optreden van benden in Zuid-Celebes, die de christ- tenbevolking geweld aandoen. Hij zei zich als Islamiet gedwongen te voelen vergiffenis te vragen voor de Islamie ten, die hun leer overtreden. Geweld is immers tegen de Isamietische leer, die vrede en veiligheid op democrati sche beginselen wil voor iedere burger. Een vertegenwoordiger van het mi nisterie van godsdienstzaken, die de sleutel van de kerk overdroeg aan ds Defretes, legde er in en toespraak de nadruk op, dat het bouwen van gods huizen geen regeringstaak is, maar dat op de Molukken waar door bijzondere omstandigheden de kerken veel heb ben geleden, een uitzondering is ge maakt. normaal organiseren. Zelfs in de sport verenigingen niet. Onpolitieke sport bestaat niet, zeggen de communisten. En daarom bestaan er alleen maar be- drijfssportverenigingen, waar men naast de lichamelijke oefening ook aan politiek doet. Maar ja, om goed mee te kunnen doen zal men toch eerst lid van dc Frei Deutsche Jugend moe ten zijn. Blijft men afzijdig dan kan men wel inpakken. Studeren is dan uitgesloten en eigenlijk leeft deze dap pere niet communistische jeugd als een pariar in de communistische maat schappij. Zo staan de Oostduitsers on der druk. Door een perfect storings systeem zijn de Westerse zenders nau welijks te beluisteren. Alleen de Kerken kunnen nog uit komst bieden, maar de communisti sche partij ziet er nauwlettend op toe, dat de christelijke jeugd niet teveel tegenpropaganda wordt bijge bracht. De Kerken mogen het Woord nog bedienen, maar vereder moeten zij zich beperken tot Bijbellezingen. De rest van de opvoeding zal de par tij wel voor haar rekening nemen. 1J/2 millioen vluchtelingen. In zo'n atmosfeer valt voor een nuchter, democratisch mens niet te le ven. Sirds 1947 zijn dan ook 1,580.000 Oostduitsers naar het Westen gevlucht. De meesten van hen konden het niet meer harden in het Oosten, al heeft de ervaring geleerd dat ook vele gewone misdadigers de weg naar het Westen hebben gewaagd om straffen te ont lopen. Dit grote aantal vluchtelingen schept voor West-Berlijn een enorm probleem. De economische toestand is er niet al te best. Reeds zijn er 200.000 werklozen en naar mate het aantal vluchtelingen toeneemt naar die mate wordt het probleem van de werkge legenheid groter. Het is onmogelijk dat het overbevolkte West-Duitsland en West-Berlijn iedere vluchteling in het arbeidsproces kan opnemen. En daarom heeft men een wet gemaakt, waarin bepaald wordt, dat alleen die vluchtelingen die in het Oosten gevaar voor lijf en leven hadden te duchten recht op arbeid hebben. Voor 1.008.000 vluchtelingen is dit het geval geweest. Zij zijn grotendeels via West-Berlijn per vliegtuig naar West-Duitsland overgebracht. Maar de 572.000 vluch telingen, die niet erkend zijn moeten in Berlijn blijven. Zij worden daar weliswaar ondersteund, maar werk kunnen zij niet krijgen. Hoogstens op de zwarte arbeidsmarkt. Hun leven slijten zij in kampen, in de hoop dat zij na een paar jaar nog erkend zullen worden. Terug naar hun woonplaats gaan zij in ieder geval niet meer en er is niemand die hen daartoe zal pres sen. Want al is de Westberlijnse wet vrij onverbiddelijk, een kind begrijpt dat men een vluchteling niet meer over de Oostgrens kan zetten. Het aantal vluchtelingen is momenteel naar Ber- lijnse begrippen laag. Gemiddeld 400 per dag. Vorig jaar bedroeg het ge middeld 3000 per dag en was 7000 het hoogtepunt. Dit „lage" aantal is een gevolg van de betrekkelijke rust in de Oostsector. Er behoeft echter maar één onaangename maatregel genomen te worden of de stroom zal weer toene men. De jaarlijkse steun van Bonn a DM 1 milliard zal op de duur niet voldoen de blijken om het hoojd boven water te houden. De West-Berlijner is zijn positie bewust. Het behoud van zijn stadsdeel ziet hij als een Europees be lang. Misschien is dat iets overdreven. Maar een feit is dat West-Berlijnzo lang het in Westerse handen is, be schouwd kan worden als een gat in het ijzeren gordijn. Zolang West-Berlijn behouden blijft kan de Oostduitser moed putten. Temidden van al het on recht brand de Westberlijnse fakkel. Dat die fakkel blijft branden is een psychologisch belang van de eerste or de! DEN HAAG, '10 Mei. De Tweede Televisienota van minister Cals heeft binnenkamers in de Tweede Kamer heel wat stof doen opwaaien. Dit blijkt uit het Voorlopig Verslag dat de Twee de Kamer over deze nota heeft uitge bracht. In het bijzonder waren de me ningen nog al over het voorgestelde Algemene Programma verdeeld. Opgemerkt wordt door verscheidene leden, dat de invoering van een Alge meen Programma verwerpelijk en schadelijk is. Het Algemeen Program ma, zoals de Regering dat wil is in strijd met het systeem van de vrije omroep op basis van de geestelijke maatschappelijke krachten, die in ons land leven. Nog meer leden maakten bezwaar tegen dit Algemeen Programma. De argumenten voor een Algemeen Pro gramma zijn volgens de nota, dat de uitzendingen voor een beperkte zend tijd voor een zo groot mogelijk aantal kijkers aanvaardbaar moeten zijn. Al leen als de uitzendingen gelegd wor den in de handen van de omroepver enigingen, zullen deze kunnen voldoen. Vele andere leden juichten het toe dat de Regering het standpunt in neemt dat zowel op technisch als programmatisch gebied een goede samenwerking tussen de programma verzorgende instanties moet zijn ge waarborgd. Deze leden waren van mening, dat er een redelijke kans bestaat op de beoogde samenwer king. Ingezonden Mededeling (Adv.) Wilt U echt genieten van Uw zelfgerolde Amerikaanse sigaret, zie dan toe dat U het handige, platte pakje met de ster er op krijgt. zuivere, milde, échte Amerikaanse sigaretten-tabak, rijpbruin van kleur zoiets lekkers rookte U nog nooit! NIEMEIJER'S TABAK - TABAK OP Z'IN BEST COLOMBO, 10 Mei. Het onafhan kelijke blad „Times of Ceylon" heeft vandaag gemeld, dat de Ver. Staten aan Ceylon economische hulp hebben aangeboden, als Ceylon het zenden van rubber naar communistisch China zou- staken. Het blad voegde hieraan toe, dat de regering het voorstel nog niet heeft besproken, doch dat de ministers in het afgelopen weekeinde afzonderlijk of in groepen van gedachten hebben gewisseld over deze kwestie. ET was de 3e December in het jaar 1802, dat Francois Lazare Guys, hoofdcommis saris van de Franse Marine in Vlissingen en Elisabeth Betin hun zoontje Constantin kregen. Ruim 80 jaar later, na een fel en bewogen leven, treffen we deze Constantin Guys weer aan in Parijs. Het is in het jaar 1885. De grijsaard strom pelt door de straten. Er ligt een blijde glans in zijn ogen. Over en kele dagen zal hij de grote reis naar Vlissingen ondernemen, naar zijn geboortestad, die hij sinds zijn pril le jeugd niet meer heeft gezien. Het spoorkaartje heeft hij reeds in zijn zak, dat hij heeft kunnen kopen van geld, hem door vrienden ge schonken. Het is feest in Parijs. Constantin Guys loopt verder door de druk ke straten. Dan plotseling gegil, geschreeuw. Guys ligt op de stra ten. Hij is door een rijtuig aangere den. De oude man wordt met een gebroken been opgenomen in het ziekenhuis, het ziekenhuis, dat hij niet meer heeft kunnen verlaten. 13 Maart 1892 stierf Constantin Guys, de kunstschilder. Hij had zijn ge boortestad niet meer gezien. Deze zomer, ruim 150 jaar na zijn geboorte, organiseert de gemeente Vlissingen in het Stedelijk Museum een tentoonstelling van de werken van de ze in Vlissingen geboren kunstenaar, die vooral na zijn dood zoveel van zich heeft laten spreken. Van 16 Juli tot 22 Augustus wordt deze expositie gehou den, die zal bestaan uit 120 tekeningen en aquarellen, welke een volledig over zicht geven van het gehele oeuvre van Guys. Medewerking aan deze werke lijk groots opgezette tentoonstelling verlenen musea en particulieren uit Frankrijk, Engeland, België, Zwitser land en Nederland. De werken van Guys zullen uitsluitend in Vlissingen te bezichtigen zijn. De eerste helft van zijn leven heeft Guys veel gezworven. Reeds op jeug dige leeftijd verliet hij Vlissingen om de stad nooit'weer te zien. In de jaren 18231824 vecht hij onder Lord Byron de vrijheidsstrijd in Griekenland tegen de Turken. Dan neemt hij dienst in het regiment Dragonders, dat hij in 1830 als onderofficier verlaat. Op 38 jarige leeftijd begint hij te tekenen. Dan begint ook zijn grote zwerftocht door Spanje, Italië en Engeland. In 1853 komen we hem tegen in de Krim- oorlog, waarin hij optreedt als corres pondent van de Illustrated London News. Tien tekeningen maakt hij dan ongeveer per dag, de verschrikkelijke oorlog in alle facetten uitbeeldend. Na een lange zwerftocht door Spanje, Italië, Turkije en Duitsland vestigt Guys zich tussen 1855 en 1860 in Pa rijs, waar hij dan het verdere deel van zijn leven blijft. Parijs, daar gaat hij dan in op. Het leven in de grote wereldstad boeit hem uitermate. Het Tweede Keizerrijk ondergaat hij in al zijn verscheidenheid en hij weet het uit te beelden op een wijze, die weinig navolging vond in deze tijd. Guys is als schilder een belangrijk man geweest. Hij volgde een geheel eigen stijl en nam 'n bijzondere plaats in onder zijn kunstbroeders. „Le peintre de la vie moderne", de schilder van het moderne leven, noem de de bekende Franse schrijver Baude laire hem in drie artikels, die hij over Guys in de „Figaro" publiceerde. Hiermee had Baudelaire wel raak in de roos geschoten. Hij, de-schilder van het moderne leven, hoe dat zich ook voor- deed, of het nu waren de solda ten, de matrozen, de dandies en de beau monde, de ruiters, de koetsen, de Opera, de Boulevards van Parijs, de lichte meisjes of de Keizer en de Kei zerin, was eigenlijk een modern schil der. Misschien had Guys beter in de 20ste eeuw thuis gehoord dan in de 19e. In ieder geval heeft hij in deze eeuw de waardering gevonden, die hij verdiende. Modern? Ja. In zijn tekeningen en aquarellen bepaalt Guys zich tot de 54 Tegen de middag komt hij in het kamp terug en loopt daar even rond Dan begir.t hij aan zijn werk. Nie mand vraagt iets, Pizarro is niet aan wezig. Joris zet de boel gereed voor het middagmaal, controleert kleding en wapenrusting. De voormiddag blijkt nuttig besteed. Pizarro heeft zes man aangewezen, die te paard en gewapend met een don derbus, de bewoners zullen verrassen en imponeren en hen bewegen, een ge zantschap dtes vredes met rij ke ge schenken af te vaardigen naar de hoge vertegenwoordigers van de machtige heer over vreemde landen achter de verre kusten aan de andere zijde van de grote zee, en die in drijvende hui zen hierheen gevaren zijn. De volgende morgen gaan ze vol moed op weg en vermaken zich met kwinkslagen over hun toekomstige slachtoffers, die een ruim deel van hun rijk bezit zullen moeten afslaan. Ze nuttigen de meegenomen leeftocht, want in de stad is eten genoeg. Zo bereiken ze de alleenstaande huisjes en trachten mensen de vinden, die ze vriendelijk willen behandelen, opdat zij hun vreedzame komst willen aankondigen in de stad. Maar de huisjes zijn leeg en op de uitgestrekte velden is niemand te zien. Argwanend kijken ze om zich heen en rijden behoedzaam verder, de moge lijkheid vrezend van een hinderlaag. Wat kunnen tenslotte zes donderbus sen tegen een bevolking van mis schien wel duizenden, wanneer deze vijandig gezind is? Of bloeddorstig? Of belust op mensenvlees? Beschadi ging der bebouwde velden wordt voor zichtig vermeden, om geen boze stem ming te wekken. Maar ze spreken zichzelf en elkan der moed in, lachen om de dwaze ver moedens en om de angst die hun een ogenblik bekroop. Ze naderen de stad en nog hebben ze geen levend wezen gezien. Bij de eerste huizen stijgen twee ruiters af en kloppen aan de deuren. Geen ant woord, geen geluid. Niets is er aanwezig, wat eetü„„r drinkbaar of bruikbaar is. Het zestal is woedend, maar ze durven geen ver nielingen aanrichten uit vrees voor Pizarro, wiens humeur na het verne men van hun bevindingen zeker niet al te best zal zijn. Als er in de stad niets te eten is, dan misschien op het veld. Maar het fruit aan de bomen is onrijp en bitter en de veldgewassen kunnen zo niet gegeten worden. FEUILLETON door K. JONKHEID De deur is niet gesloten, ze stappen binnen en kijken rond. Het huis is verlaten, kasten en bergplaatsen zijn leeg, alleen enig eenvoudig huisraad staat rustig op zijn plaats. Voorzichtig gaan ze verder en door zoeken ieder huis. Het resultaat is overal hetzelfde. Nu gaan ze rumoer maken, schreeuwen, bonzen, misschien komt er iemand te voorschijn. Het baat allemaal niets, de stad is geheel verlaten. De bewoners hebben kans gezien, in vier en twintig uur zich terug te trekken in de bossen met me deneming van alles wat waarde heeft. Moedeloos en hongerig aanvaarden ze de weg terug. Hun intocht in het kamp is het omgekeerde van glorieus. Het volk is teleurgesteld en begint onderling te twisten. De nieuwelingen verwijten de anderen, dat ze misleid en bedrogen zjjn. Hun gezamenlijke woede keert zich tegen Pizarro. Maar het onderlinge krakeel vlamt weer op. Joris wil weten waarover het gaat. Hij kijkt naar de woedende ge zichten, de dreigende gebaren en hij hoort de ruwe taal van hun vijandige woorden. Ze moesten eens weten, dat ik hun dit loert je gedraaid heb, denkt Joris in zijn zeemanstaal. Ja, als ze het wisten. Ze zouden hem aan stuk ken scheuren! Als ze maar geen ver moeden krijgen. Hij hoorde reeds het woord: verraders! Maar Joris blijft doodbedaard. Hij is onverschrokken van aard en het feit, dat een mens zenuwen heeft, is nog niet ontdekt, dus daar heeft hij geen last van. Het wordt een onderling handge meen. Het is belachelijk. Wat bezielt die kerels? Waarvoor vechten ze? Waarom gaan ze elkaar te lijf? Enke len zijn er die dit inzien. „Pizarro!" schreeuwen ze. „Waar is Pizarro?" Het slaat in. Hun geschreeuw vindt instemming, het wordt dreigend, het wordt een oproer. Eenparig keert zich de massa tegen de leider, die in hun ogen eensklaps een misleider is. Maar Pizarro is geen bang manne tje. Hij grijnst grimmig in zijn grauwe baard. Hij zal het voorbeeld van Cor- tez volgen en zijn volk in toom hou den met een klinkende toespraak vol mooie beloften en blinkende vooruit zichten op rijke buit. Hij spreekt van jagers en vissers, die de ene dag plat zak thuis komen en de volgende met ruime vangsten en. vette buit, vandaag een kouwe kermis en morgen de boon van de koek. Het lukt. De schreeuwers komen tot bedaren, ze luisteren kregel, maar schreeuwen niet meer, het gemor bromt nog wat na, het oproer ver zandt. (Wordt vervolgd). essentie van wat hem heeft aangegre pen. Het overbodig detail wordt weg gelaten. Nog meer kenmerkende ele menten zouden opgenoemd kunnen worden. De kleur, die aangewend wordt om de sfeer weer te geven, meer dan ter nabootsing van het natuurlijke. Eén kenmerk moet nog genoemd worden. Zijn werk is spontaan, men selijk en vooral waar en eerlijk. Wie de tekeningen en aquarellen van Guys beziet, wordt soms herinnerd aan Rem brandt, in het bijzonder aan de teke ningen van Rembrandt, die de kunst minnaars van onze tijd wel zeer aan spreken. Het is aan deze schilder, dat de ge meente Vlissingen deze zomer ter her denking van zijn 150ste geboortedag (door de watersnoodramp is de expo sitie het vorige jaar niet doorgegaan) een eresaluut wil brengen, een ere saluut dat des te harder zal resoneren naarmate het bezoek aan deze zeldza me expositie zal toenemen. Speciale kerkdiensten voor Genève. GeNEVE, 10 Mei. De Oecumeni sche Raad van Kerken en de Nationale Protestantse Kerk van Genève hebben besloten, dat gedurende de conferentie over het Verre Oosten en Xndo-China elke week een speciale kerkdienst zal worden gehouden. WOENSDAG 12 MEI 1954. HILVERSUM I. (402 m.) NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.30 Gewijde muz. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nws en weerber. 8.15 Gram. 8.30 „Tot Uw dienst". 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de huisvrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.15 Idem. 10.30 Morgendienst. 11.00 „De moed der hoop", hoorsp. 12.00 Altviool en clavecimbel. 12.30 Land- en tuinb. med. 12.33 Surinaamse volksmuz. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nws. 13.15 „Met PIT op pad", caus. 13.20 Promenade-ork. 14.00 Rep. 14.45 Gram. 15.00 Kinderkoor. 15.10 Gram. 15.30 Pianotrio. 16.00 Voor de jeugd. 17.20 Gram. 17.30 Orgelspel. 18.00 Mil. caus. 18.10 Gram. 18.15 Zigeuner kwint. 18.30 „Spectrum v. h. Chr. Orga nisatie- en Verenigingsleven". 18.45 Gees telijke liederen. 19.00 Nws en weerber. 19.10 Boekbespr. 19.25 Gram. 19.30 Bui- tenl. overz. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Opwekkingssamenkomst. 21.30 Gram. 21.40 Radio Philh. ork., klein koor en soliste. 22.25 Int. Evangelisch Comm. 22.35 Gram. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws en SOS-ber. 23.15 Het Evange lie in Esperanto. 23.3024.00 Gram. HILVERSUM II. (298 m) VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.33 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huis vrouw. 9.00 Gym. voor de huisvrouw. 9.10 Gram. VPRO: 10.00 Schoolradio. VA RA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Gram. 12.00 Orgel en zang. 12.30 Land- en tuin bouw med. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Tentoon stellingsagenda. 13.18 Gram. 13.45 De weg omhoog", caus 14.00 Voor de kinde ren. 16.00 Voor de zieken. 16.30 Jeugd- conc. 17.15 Gram. 17.35 Gitaarens. 1A5» Regeringsuitz.: Rijksdelen Overzee: Jeugduitz. „De Brievenbus gaat open". Correspondentieclub o.l.v. Regina Zwart. 18.00 Nws en commentaar. 18.20 Act. 18.25 Lichte muz. 18.50 De Conferentie te Ge nève. 18.55 Voor de kinderen. 19.05 VA RA-Varia. 19.10 „Het Web", klankb. VP RO: 19.30 Een ton voor Triest. VARA: 20.00 Nws. 20.05 Pol. comm. 20.15 Dans- muz. 20.50 „Judith", hoorsp. 22.20 Viool en piano. 22.45 „De tabak als maatschap pelijk vraagstuk", caus. 23.00 Nws. 23.15 Socialistisch nws in Esperanto. 23.20— 24.00 Gram. BRUSSEL. Vlaams (324 m.) 11.45 Gram. 12.30 Weerber. 12.34 Gram. 13.00 Nws! 13.15 Gram. 14.00 Schoolradio. 15.45 Gram. 16.10 Ork. conc. 17.00 Nws. 17.10 Ork. conc. 17.50 Boekbespr. 18.00 Viool en piano. 18.30 Voor de soldaten. 19.00 Nws. 19.40 Volkszang. 20.00 Hoorsp. 21.00 Ope- rettemuz. 21.30 Ork. conc. 22.00 Nws 22.15 en 22.45 Gram. 22.55—23.00 Nws

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 4