VOOR HET BRONNENBOEK Een minister luidt de alarmklok. Nederlands textieldrukkers verstaan hun vak uitstekend. W Een leuke Zomerjurk. O SCHOONMAAK, ook in de provisiekast. „IK KAN HANDWERKEN." Voor Moeder nUïr© AiteAiei o-p dik ye,(!>ied AJU&itei ap eik qdUzcL of YUaede'idag, 1954. Fraaie stoffen wachten op U. QaVioon man de Vindt U „katoen" tweederangs Laat U dan in de maling nemén en koop „coton" 4 5 De laatste weken heb ik nog al eens wat verteld over de boeken, die ik voor bespreking in ons hoekje ont ving. Dat was wel een prettig werkje, omdat er veel goeds van die werken te zeggen viel. Dit keer ga ik weer eens wat over een boek vertellen, al heb ik dat niet speciaal voor bespre king in onze Vrouwenrubriek ontvan gen. Doch nu is er van genoegen geen sprake. Niet omdat het Doek zo slecht is, maar omdat de inhoud zo depri merend is. Het is wel een bijzonder boek, waarvan ik vertellen ga. Eigen lijk kan ik beter zeggen, waarvan ik vertellen móét, .omdat wij allemaal toch moeten weten wat er gaande is. Het bedoelde boek heeft de brede titel „Bronnenboek bevattende gegevens ten grondslag liggend aan rapport maatschappelijke verwildering der jeugd in opdracht van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen samengesteld". In dit dikke boek zijn enkel maar gegevens bijeen gebracht en systema tisch gerangschikt. Ik kan niet anders zeggen, dan dat ik al lezende van be nauwenis tot benauwenis verder ging en telkens dacht ik, is het dan zó erg? O, we praten wel eens over die jeugd van tegenwoordig en dan hebben we nogal klachten. We vinden die jongens en meisjes zo eigengereid, vaak verre van beschaafd, egoïstisch, enz. Doch aan al deze klachten, die we zo eens te berde brengen, denkt men eenvoudig niet meer, als men het Bron nenboek gelezen heeft. De gegevens zullen wel juist zijn, en ze zijn in ieder geval ook uit het overgrote deel van het land en ui^alle kringen verzameld. Uit de grote steden Amsterdam, Bot terdam, Den Haag, Utrecht, Gronin gen, Leeuwarden. Verder leverde een deel van Friesland, het platteland van Zuid-Holland, industrieplaatsen in Ne derland, Twente, Oostfriese dorpen en de Groninger veenkoloniën het bijeen gebrachte materiaal. Dan wordt speci aal nog in enkele hoofdstukken ge sproken over de Middelbare school jeugd en over een groep kantoormeis jes. Ge ziet, in haast alle delen van ons land en onder alle lagen der bevol king heeft men voor dit Bronnenboek gewerkt. Alleen over het Zuiden wordt niet gesproken. Waarom niet, is me niet bekend. Doch het werkterrein was wijd genoeg, zo ge ziet.'En wat daar van verteld wordt is enkel maar ellen dig. i.c neem zo maar enkele zinnen over uit een rapport over een fabriek uit Den Haag. „Op 15- a 16-jarige leeftijd wordt reeds contact gezocht met de andere secte. Bij enkelen begint de sexuele omgang reeds op 15-jarige leeftijd. Met 18 a 19 jaar doet het over grote deel hieraan mee": Ik durf een voudig niet verder citeren. Maar in schier alle rapporten uit het gehele gebied, dat ik hierboven aanduidde, komt ons dezelfde ellende tegen. Dan komt verder in die verwilderde jonge levens meestal het gedwongen huwe lijk. Maar wat is een huwelijk als er geen enkel geestelijk aspect aan ver bonden is. Ze zijn dan al tevreden als er maar niet al te grote narigheid op huwelijksgebied voorkomt. Er is geen hoger ideaal, en daardoor ook nooit de echte zuivere blijdschap om het mooie van een huwelijk, waarbij men een gezin sticht om zo samen een be schermd gebied te maken voor de kin deren, die komen kunnen. Alles even vaal en grauw. En uit die gezinnen komt dan weer de massa-jeugd voort. Er is een nood zo groot en zonden zo vele, dat men het niet uitzeggen kan. Misschien denkt menige lezeres wel: „Nu ja, die grote steden ook, maar het platteland, daar is alles zo erg niet". Natuurlijk kan ik over Zeeland geen oordeel geven, omdat het boek daar over geen gegevens verstrekt, maar toch moeten we voorzichtig zijn, ook dat blijkt uit het boek wel, met te denken dat het op het platteland over het algemeen veel beter zou zijn. Wat daarvan te lezen staat in het Bronnenboek is eenvoudig angstwek kend. Ik wil hier <^e namen niet eens noemen van verschillende plattelands plaatsen in Zuid-Holland, waarvan de ergerlijkste dingen op sexueel gebied worden verteld. Waarom ik hier in ons hoekje al dit droevigs vertel? Wel, moeten we dan aan struisvogelpolitiek doen? Nog eens, ik weet van ons ge west niets af. Maar wel weten we, dat de zonde in aller hart woont en dat geldt ook van ónze jonge mensen. Nu is het opvallend, dat waar de rappor ten spreken over veel sexuele zonden, ook in gebieden, waar de bevolking nog kerkelijk heet, men er bij schreef, dat de godsdienst der ouderen geen realiteit in het leven betekent. Met een dode vormendienst is men machteloos om de strijd tegen de zonde aan te binden. Daarom kunnen we voor ons zelf en onze gezinnen de vraag: is het bij ons ook soms zo erg gesteld, mis schien gunstiger beantwoorden als We zelf uit een echt geloof de kracht ont vangen om zo te leven, dat heel onze levenshouding een „reclame" is voor ons woord. Dan zal de jeugd naar ons luisteren, ook als we óver de zonde en tégen de zonde spreken. Dat is het enige wat helpen zal om het jonge ge slacht te behouden. Want al zou het hier nog niet zo erg gesteld zijn, wie waarborgt ons dat op de duur de zon de halt zal houden bij onze provincie grenzen. Bovendien, we weten alle maal wel, dat zo velen der jongeren uitvliegen naar andere gebieden, omdat ze menen zich hier geen toekomst te kunnen scheppen. Nu is daar niets te gen, maar als men zijn kind laat gaan naar andere streken van ons land, dan moet men toch weten, dat men alles gedaan heeft, met de inzet van alle geestelijke krachten, om dat eigen kind gewapend tegen een zware gees telijke strijd, de deur te laten uitgaan. Dit moet, want zo'n jongen of zo'n meisje gaat in de nieuwe woonplaats niet op een eilandje van eenzaamheid leven. Dat zou ook niet goed zijn. Maar wie waarborgt ons weer, dat ze in hun onervarenheid niet de verkeerde con tacten hebben gemaakt. Volgens de rapporten geeft niet altijd afkomst uit een kerkelijk milieu zekerheid, dat men in goed gezelschap terecht komt. Daar, waar men leeft bij dode vormen, wat niet steeds direct door een buiten staander te constateren valt, blijven vele gevaren. Het Bronnenboek met zijn officiële rapporten luidt de alarmklok. Mogen de zware tonen ons in de oren dreu nen, zodat we allemaal wakker wor den. De jeugd van ons volk, de toe komst van onze natie, is alle aandacht en zorg en gebed waard. Dat we dan allen dubbel letten óp eigen kinderen en waakzaam zijn met wie ze verke ren en wie het op haar weg geplaatst ziet, dat die meewerke om te redden wat verloren dreigt te gaan. Alles een zwaar en verantwoordelijk werk, mis schien soms hopeloos schijnend. Maar het is ook hier Israëls God, Die krach ten geeft. Maja. fStil in de avond zit ik hier neder, Denkend aan alles wat eens is geweest, fZie ik haar, zorgend en wakend en helpend „Moeder" voor wie het vandaag weer was feest S „Moeder" weer gaat als in „panorama", X Alles nu aan mijn gedachten voorbij. (r „Moeder", heb ik wel echt gewaardeerd U In al Uw zorgende liefde voor mij? S „Moeder", als kleintje heb ik steeds genomen, S Al Uwe liefde en werken voor mij. z 't Was of 't zo hoorde, ik wist ook niet beter, v „Moeder", die jeugd is nu echter voorbij „Moeder", nu zie ik mijzelf in die jaren, Waarin ik dacht zoveel sterker te staan. (j A 'k Vond toen Uw zorgen zo vaak overdreven. Toch hebt ge zoveel toen voor mij gedaan. 't Was Uw gebed immers wat mij hield staande, f Midden in zorgen in vreugd en in 't leed. (f 't Was toch Uw hand die zo menigmaal suste, S't Opstandig hart, dat zo roekeloos deed Moeder" ik dank U, en nooit zal 'k vergeten, x Dat Gij het waart, die met liefde zo teer, V O) Grote en kleine in stille gebeden (S Altijd weer bracht voor de troon van Uw Heerffi Juist door Uw voorgaan, zijn wij ook gekomen, js Stadm'len ook wij nu met dankbare stem, Heerlijk te hebben gehad zulk een Moeder, Y (P Die al haar kinderen gebracht heeft tot Hem(P fDank U, o Vader, voor Moeder in 't leven, Dank voor herinnering die sterk is en teer, SDank U voor al Uwe rijke beloften, a Straks bij U Thuis, zien w' elkander ook weer.5 Zuster A. v. Amerongen <as*S>«i=ê>05S3><25=®'Oss5><assS> <a#©<2^5><4ïv><as55><a#®<5s!5> 1} hebben dezer dagen voor u een blik in de toekomst mogen werpen. Koffiedik kwam daar niet bij te pas en een kristallen bol al evenmin. Toch heb ben we nu al de zomerstoffen ge zien, waarin wij ons pas in 1955 kunnen gaan hullen. We zagen die in het hoofdstedelijke Victoria- hotel waar de gezamenlijke Neder landse textielfabrikanten op een mode-show de imprimé's aan ons lieten voorbijtrekken, die 't volgend voorjaar gebracht zullen worden. Amsterdamse confectionnairs en ontwerpers van naam maakten van deze stoffen aardige modelletjes, omdat men nu eenmaal moeilijk twee uur lang naar rollen stof zonder meer kan gaan zitten kijken. De grote textielmannen wilden hier de Nederlandse vrouwen graag laten zien, dat de hier te lande vervaardigde imprimé's, dat onze bedrukte katoen tjes voor geen enkel buitenlands pro duct behoeven onder te doen. Er zijn Ingezonden Mededeling (adv.) IIIIIIIIIII! |I!I|,B"" 'n ballpoint'. i jn.1 riiLn<j<'<ii/*i»ii~i',i<' if'i i" nze patroonontwerpster heeft na het zien van al die prachtige stoffen op de hiernaast beschre ven show, de lust niet kunnen bedwin gen om een werkelijk mooie zomerjurk op papier te zetten. En al laat de zo mer dan nog op zich wachten, U heeft nu tenminste de tijd om dit patroon te verwerkelijken tot een japon, waarmee U eer zult inleggen. Voor een model als dit, eenvoudig maar chic, kunt U het beste zijde ge- bruiken maar een andere aardige zomerstof zal het ook uitstekend doen. Zoals U ziet heeft de rok klokkende plooien; als U klein van stuk bent laat VELE huisvrouwen stellen er een eer in om vóór Pasen klaar te zijn met de „grote schoonmaak"! Een prachtig idee... en meer zullen we er niet van zeggen, want in dit kookhoekje zul len we er ons wel voor wachten partij te kiezen tussen de voor- en tegenstan ders van die woede die men grote schoon maak noemt! Maar wel hebben we deze vraag: „Hebt U ook schoonmaak gehou den in Uw provisiekast?" Neen, we be doelen niet of U de planken wel goed hebt af geboend daar twijfelen we niet aan! Het gaat ons, om de vraag of U de de voorraden zelf eens hebt nagekeken. Als dat er in de drukte vóór Pasen bij ingeschoten is, kunt U misschien nog Uw voordeel doen met de volgende tips. En als U het daardoor zo druk krijgt, dat U geen tijd meer oveT houdt om een uitgebreid menu klaar te maken, dan vindt U tenslotte nog een aantal menu's die gemakkelijk zijn klaar te maken en die U bovendien een beetje door de oude voorraad heen helpen. Want ook hier is vernieuwing af en toe noodzakelijk. Blikjes, die tekenen van roest beginnen te vertonen, houden we apart om binnen kort te openen. Ook niet-gesteriliseerde vis- conserven (waarvan, voor zover het Neder landse producten betreft, uit het etiket blijkt dat zij „koel bewaard" dienen te worden of „onbeperkt houdbaar" zijn) komen voor consumptie in aanmerking, vóórdat het warme weer zijn intrede doet. Tegen het overhouden van andere blik- en glasconser- ven bestaat geen bezwaar. In een droge bewaarplaats kan het ge beuren, dat jam en gelei, die met papier zijn afgedekt, indrogen en/of versuikeren. Deze jams kunnen we door langzaam op koken met een weinig water weer smeer baar maken. Aan wit uitgeslagen en sterk ingedroogde pruimen, abrikozen e.d. behoeven we niets te doen. Wel rekenen we er bij het gebruik van de vruchten op, dat ze een langere week- of kooktijd behoeven. De witte uit slag wordt gevormd door suikerkristalletjes, niet door schimmel. Zijn we aan de grutterswaren: rijst, gort, griesmeel, meel- en bloemsoorten e.d. toe, dan ruiken we of de artikelen muf zijn en kijken of er insecten of spinsel in voor komen. Zo ja, dan doen we ze direct weg, al gaat het ons aan het hart. Zij worden van lang staan toch niet bruikbaar en de insecten kunnen bovendien de nog goede producten aantasten. Kleine restjes van de grutterswaren en peulvruchten verwerken we alvorens een nieuwe hoeveelheid bij te voegen. We kun nen er een soepje vooraf van maken of erwten en bonen gebruiken in stamppotten. Denk er bij het wassen van bussen en het afnemen van planken en rékken aan, dat deze goed droog moeten zijn, alvorens gevuld te worden. Gebruikt U papier of zeiltjes op het houtwerk, zorg dan, dat de onderlaag eerst goed uitgewasemd heeft. Zet tenslotte bij het inruimen van een zelfde product de oudste voorraden dichter bij de hand dan de nieuwe en veel-gebruik- te potten en flessen daar waar U er ge makkelijk bij kunt. Menu's. Zuurkoolstamppot met gekookt mager spek chocoladepudding. Bonen, aardappelen, bieten, piceallilly of augurkjes custardvla. Bonensoep met prei en gehakt fruit. Haring in tomatensaus, aardappelen, sla van veldsla of rauwe spinazie gort met rozijnen. Gebakken ei, aardappelen, postelein uit blik of glas, jus gruttenpap. Bouilli of klapstuk, aardappelen, savoye- kool yoghurt met vanillevla. U die plooien los hangen van uit de taille, hebt U een grotere maat, dan stikt U de plooien ca. 15 cm in, zodat U om de heupen wat slanker lijkt. Ook in het voorpand is enige ruimte ver werkt. Het patroon is verkrijgbaar in de maten 40, 44, 46 en 48 en de prijs be draagt 85 ets. nu eenmaal veel vrouwen, die een voorkeur hebben voor het buitenland se product en dit geldt vooral in het rijk van de mode. Als op een japon netje een kaartje zou prijken met het opschrift „katoen", zouden de ver koopkansen van dit kledingstuk, naar bewezen is, aanmerkelijk dalen. Een kaartje met „coton" of desnoods met „cotton" doet het echter goed en het opschrift „Zwitserse import" is een reuze aanbeveling. Nu is dit niet alleen te verklaren uit onze hang naar buitenlands fa brikaat. Zwitserse en Franse japon netjes, die geëxporteerd worden, be horen natuurlijk niet tot de minste en goedkoopste creaties van het land van herkomsten zo wordt im port al gauw gelijkgesteld met kwa liteit. De deskundige heren ter persconfe rentie hebben ons nu echter een zaken geheim verklapt. Het komt meermalen voor, dat japonnetjes die met de hier genoemde kaartjes zijn versierd, ver vaardigd werden van stoffen wier wieg in Almelo of elders in Twenthe heeft gestaan. Zo vangt men ons in onze ijdelheid onder het motto: „Laat ze maar in die waan Nederlandse dessins. Voor wie het nog niet wist, werd het overigens hier wel duidelijk dat de Nederlandse katoentjes want die werden voornamelijk getoond voor geen buitenlands product behoeven onder te doen. Het Twenthse product is uitstekend en de dessins komen veelal uit Parijs of ook wel uit Zuide lijker streken als Como of Milaan. Er is dus geen. enkele reden om buiten landse stoffen te prefereren. Dit te meer niet, omdat onze stoffen in dat zelfde buitenland zeer in trek zijn en geëxporteerd worden naar Amerika, Duitsland, Engeland en nog een aantal landen en zelfs naarFrankrijk. In dat laatste land krijgt men dan de ei gen dessins terug, maar in Nederland gedrukt op Hollandse katoentjes. Toch is het niet altijd zo, dat onze fabrikanten alleen de technische fa bricage verzorgen, doch gebruik ma ken van buitenlandse dessins. Af en toe gebruiken ze ook een Nederlands ontwerp van jonge Nederlandse des- sinateurs of dessinatrices. We zagen modelletjes van 10.en 15.maar ook creaties, die tot de haute couture gerekend kunnen wor den. De ontwerpers, verbonden aan de eerste Amsterdamse mode-huizen, de den hun naam eer aan, maar we moe ten ons nu bepalen tot de stoffen. Op- vallend was, dat sommige katoentjes van betere kwaliteit een glanzend, zijde-achtig effect hadden. Een com promis voor de dames, die katoen toch nog altijd een beetje als een japonstof van het tweede plan beschouwen? Wat de dessins betreft viel op, dat de grote en drukke bloemmotieven definitief het veld hadden moeten ruimen. De motieven zijn wat de kleurbepaling betreft bij de nieuwe stoffen van se cundaire betekenis. De kleur van het fond is primair. De motieven zijn klei ner. We zagen veel stipjes van ver schillende grootte, gerangschikt in cirkelvorm of gegroepeerd in blokken dan wel verspreid. Opvallend was de combinatie wit-zwart, die telkens te rugkeerde. Erg aantrekkelijk was de witte piqué-stof met kleine en ruim uiteen liggende bouquetjes in zachte pasteltinten versierd. Ook het rode katoentje met hier en daar een zwart takje „deed" het uitstekend. Hoewel de motiefjes dus over het algemeen klein zijn, contrasteren zjj vaak sterk in kleur mèt het overheersende fond. Modekleuren voor 1955 zijn moeilijk aan te wijzen. Vrijwel alle kleuren komen voor, maar het thans zo popu laire marine-blauw wordt sterk naar de achtergrond gedrongen. Deze show heeft wel aangetoond, dat wij in het volgend voorjaar een ruime keus zullen hebben uit zeer aantrek kelijke stoffen. Een ruime keus ook, nu we niet meer speciaal op zoek behoe ven te gaan naar quasi geïmporteerde stoffen. De organisatoren vertelden ons nog, dat de Hollandse vrouw betrekkelijk weinig zomertoiletjes koopt, veel min der dan de Franse, Belgische en Ame rikaanse vrouw. Onze Duitse zusters gebruiken gemiddeld 6.3 meter en wij maar 3. Het is te verstaan, dat de fa brikanten dat graag anders zouden zien. Vandaar hun streven naar mooie stoffen en fraaie dessins. Of het helpen zal? Waarschijnlijk niet. Het geeft niet, of men ons oog al meer bekoort. Niet de stoffen, maar de weinig zomerse zomers in ons landje en ons huishoud boekje gooien hier roet in het eten. En daar staan wij nu eenmaal mach teloos tegenover. Wijze van bestellen. Plak aan de adreszijde van een brief kaart, naast en buiten het frankeer zegel, het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze aan de Eedactie van het Zeeuwsch Dagblad, Afd. Knippatronen, Lange Vorststraat 90 te Goes. Aan de andere" zijde ver meldt U Uw naam, adres en woon plaats en maat en nummer (C 801) van het gewenste model. Plak nooit meer dan f 1,aan postzegels extra op een briefkaart, want wat meer geplakt wordt is waardeloos. Bestellingen on der rembours worden niet uitgevoerd, patronen worden niet geruild. Aan ons kantoor kunnen geen patronen worden afgehaald, daar wij die niet in voor raad hebben; men wordt dus verzocht slechts schriftelijk te bestellen. Denk nu niet, dat ik zo vrijmoedig van mijn eigen bekwaamheid getuige nis afleg in het opschrift boven dit praatje. Dat zounu jaeen beetje onbescheiden wezen. Hoe ik dan aan zo'n opschrift kom? Wel, heel een voudig. Ik kreeg een kostelijk boek over handwerken voor bespreking in ons hoekje, dat tot titel heeft: „Ik kan handwerken", door B. C. Jelles. Uit gave van A. W. Sijthoff's Uitgevers maatschappij te Leiden. Sinds ik enkele malen hier in ons gewest een handwerktentoonstelling heb bezocht om daarover te schrijven in ons hoekje, weet ik, hoe groot de belangstelling is voor allerlei soort van handwerken en daarom is het een feest te kunnen vertellen, dat we in het bovengenoemde boek een uitmun tende handleiding hebben voor de ver schillende handwerktechnieken. Ik zal maar beginnen met heel kort de titels van de hoofdstukken te noemen, dan v-eet ge al direct wat ge in dit boek vinden kunt. Nu dan: het weven, het breien, het haken, kant-, het vlechten, het macrame-knoopwerk, het frivolité- werk, kruissteek, het tapisseriewerk, de Smyrna knoopsteek, het open naai werk, het Perzisch open naaien, het versieren van verdeelde stoffen, het smocken. Tule, het filet-doorstopwerk, het borduurwerk, het ipnaaien, het af werken, de lappendeken. Ik denk, haast ieder kan hier voor haar eigen liefhebberijhandwerk te recht. Dé wijze waarop een nieuwe techniek wordt onderwezen is zeer duidelijk. Bovendien wordt de „les" zeer verduidelijkt door een groot aan tal illustraties. In het boek zijn niet minder aan 767 illustraties aange bracht. Met dit boek voor zich is het een lust aan een nieuw soort handwerken te beginnen. Ik heb al eens poolshoogte genomen bij het macrame-werk. Zelf bezit ik een gekregen tas in deze hand werktechniek vervaardigd. Nu had ik nooit kans gezien dit werk eens na te maken, maar nu met de beschrijving en zeer veel verduidelijkende foto's er bij, geloof ik vast dat het gaan zal. Het boek is dus niet in de allereer ste plaats een patronenboek, al zijn er bij elke techniek wel enkele patronen gegeven. De hoofdzaak is om ons de handwerken en de verschillende vari aties van elke techniek te leren, zodat we tenslotte naar waarheid kunnen zeggen: „Ik kan handwerken!" Nu men tegenwoordig de jurkjes van de kleine meisjes graag met smockwerk versiert is het wel wat waard als men deze. techniek goed machtig is. Door dit werk krijgt het eenvoudigste jurkje nog een verfijnd aanzien. Dit is dus niet alleen een handwerkje, dat men enkel maar voor aardigheid eens maken kan. Ook een eigen blouse van fijne stof krijgt door smockwerk een heel ander effect. Ook van het frivolité kan men voor ver siering van de kledij een goed gebruik maken. Een kraagje afgewerkt met een frivolité kantje, is een kostbaar be zit. Wie dus vaardige vingers heeft en van mooie dingen houdt, doet goed dit boek nummer één op het verlanglijstje te zetten. Men kan eigen huis en kledij op kunstzinnige wijze verfraaien. En dat is iets, dat ons vrouwen en vooral de Zeeuwse vrouwen heel goed ligt. De uitgeefster zorgde voor een uiter lijk, dat past bij de inhoud van dit boek, dus heel mooi. Geen wonder, dat wij dit alles zo van harte aanbevelen. VIJF VERGISSINGEN. Doe niet als: 1. de man, die een lucifer aanstak om te zien of een benzinevat leeg was. maar het vat was NIET leeg! 2. de man, die de kop van een hond streelde om te zien of het een valse was maar de hond WAS vals! 3. de man die per auto op een onbe waakte overweg trachtte een trein voor te komen maar 't was de trein die HEM greep! 4. de man die een electrische kabel aanraakte om te zien of de stroom afgesloten was maar de stroom was NIET afge sloten! 5. de man die dacht dat hij nog tijd genoeg had om zich tot God te be keren maar hij stierf onvoorziens en moest voor Gods rechterstoel verschijnen! (Vrij naar „La Revue de 1' Efficience").

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 9