VOOR
HET BRONNENBOEK
Een minister luidt de alarmklok.
Nederlands textieldrukkers verstaan
hun vak uitstekend.
W
Een leuke Zomerjurk.
O
SCHOONMAAK, ook in de provisiekast.
„IK KAN HANDWERKEN."
Voor Moeder
nUïr©
AiteAiei
o-p dik ye,(!>ied
AJU&itei
ap eik qdUzcL
of
YUaede'idag, 1954.
Fraaie stoffen wachten op U.
QaVioon
man de
Vindt U „katoen"
tweederangs
Laat U dan in de
maling nemén en koop
„coton"
4
5
De laatste weken heb ik nog al eens
wat verteld over de boeken, die ik
voor bespreking in ons hoekje ont
ving. Dat was wel een prettig werkje,
omdat er veel goeds van die werken
te zeggen viel. Dit keer ga ik weer
eens wat over een boek vertellen, al
heb ik dat niet speciaal voor bespre
king in onze Vrouwenrubriek ontvan
gen. Doch nu is er van genoegen geen
sprake. Niet omdat het Doek zo slecht
is, maar omdat de inhoud zo depri
merend is. Het is wel een bijzonder
boek, waarvan ik vertellen ga. Eigen
lijk kan ik beter zeggen, waarvan ik
vertellen móét, .omdat wij allemaal
toch moeten weten wat er gaande is.
Het bedoelde boek heeft de brede titel
„Bronnenboek bevattende gegevens
ten grondslag liggend aan rapport
maatschappelijke verwildering der
jeugd in opdracht van de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
samengesteld".
In dit dikke boek zijn enkel maar
gegevens bijeen gebracht en systema
tisch gerangschikt. Ik kan niet anders
zeggen, dan dat ik al lezende van be
nauwenis tot benauwenis verder ging
en telkens dacht ik, is het dan zó erg?
O, we praten wel eens over die jeugd
van tegenwoordig en dan hebben we
nogal klachten. We vinden die jongens
en meisjes zo eigengereid, vaak verre
van beschaafd, egoïstisch, enz.
Doch aan al deze klachten, die we
zo eens te berde brengen, denkt men
eenvoudig niet meer, als men het Bron
nenboek gelezen heeft. De gegevens
zullen wel juist zijn, en ze zijn in ieder
geval ook uit het overgrote deel van
het land en ui^alle kringen verzameld.
Uit de grote steden Amsterdam, Bot
terdam, Den Haag, Utrecht, Gronin
gen, Leeuwarden. Verder leverde een
deel van Friesland, het platteland van
Zuid-Holland, industrieplaatsen in Ne
derland, Twente, Oostfriese dorpen en
de Groninger veenkoloniën het bijeen
gebrachte materiaal. Dan wordt speci
aal nog in enkele hoofdstukken ge
sproken over de Middelbare school
jeugd en over een groep kantoormeis
jes. Ge ziet, in haast alle delen van
ons land en onder alle lagen der bevol
king heeft men voor dit Bronnenboek
gewerkt. Alleen over het Zuiden wordt
niet gesproken. Waarom niet, is me
niet bekend. Doch het werkterrein was
wijd genoeg, zo ge ziet.'En wat daar
van verteld wordt is enkel maar ellen
dig.
i.c neem zo maar enkele zinnen over
uit een rapport over een fabriek uit
Den Haag. „Op 15- a 16-jarige leeftijd
wordt reeds contact gezocht met de
andere secte. Bij enkelen begint de
sexuele omgang reeds op 15-jarige
leeftijd. Met 18 a 19 jaar doet het over
grote deel hieraan mee": Ik durf een
voudig niet verder citeren. Maar in
schier alle rapporten uit het gehele
gebied, dat ik hierboven aanduidde,
komt ons dezelfde ellende tegen. Dan
komt verder in die verwilderde jonge
levens meestal het gedwongen huwe
lijk. Maar wat is een huwelijk als er
geen enkel geestelijk aspect aan ver
bonden is. Ze zijn dan al tevreden als
er maar niet al te grote narigheid op
huwelijksgebied voorkomt. Er is geen
hoger ideaal, en daardoor ook nooit de
echte zuivere blijdschap om het mooie
van een huwelijk, waarbij men een
gezin sticht om zo samen een be
schermd gebied te maken voor de kin
deren, die komen kunnen. Alles even
vaal en grauw. En uit die gezinnen
komt dan weer de massa-jeugd voort.
Er is een nood zo groot en zonden zo
vele, dat men het niet uitzeggen kan.
Misschien denkt menige lezeres wel:
„Nu ja, die grote steden ook, maar het
platteland, daar is alles zo erg niet".
Natuurlijk kan ik over Zeeland geen
oordeel geven, omdat het boek daar
over geen gegevens verstrekt, maar
toch moeten we voorzichtig zijn, ook
dat blijkt uit het boek wel, met te
denken dat het op het platteland over
het algemeen veel beter zou zijn.
Wat daarvan te lezen staat in het
Bronnenboek is eenvoudig angstwek
kend. Ik wil hier <^e namen niet eens
noemen van verschillende plattelands
plaatsen in Zuid-Holland, waarvan de
ergerlijkste dingen op sexueel gebied
worden verteld. Waarom ik hier in
ons hoekje al dit droevigs vertel? Wel,
moeten we dan aan struisvogelpolitiek
doen? Nog eens, ik weet van ons ge
west niets af. Maar wel weten we, dat
de zonde in aller hart woont en dat
geldt ook van ónze jonge mensen. Nu
is het opvallend, dat waar de rappor
ten spreken over veel sexuele zonden,
ook in gebieden, waar de bevolking
nog kerkelijk heet, men er bij schreef,
dat de godsdienst der ouderen geen
realiteit in het leven betekent. Met een
dode vormendienst is men machteloos
om de strijd tegen de zonde aan te
binden. Daarom kunnen we voor ons
zelf en onze gezinnen de vraag: is het
bij ons ook soms zo erg gesteld, mis
schien gunstiger beantwoorden als We
zelf uit een echt geloof de kracht ont
vangen om zo te leven, dat heel onze
levenshouding een „reclame" is voor
ons woord. Dan zal de jeugd naar ons
luisteren, ook als we óver de zonde en
tégen de zonde spreken. Dat is het
enige wat helpen zal om het jonge ge
slacht te behouden. Want al zou het
hier nog niet zo erg gesteld zijn, wie
waarborgt ons dat op de duur de zon
de halt zal houden bij onze provincie
grenzen. Bovendien, we weten alle
maal wel, dat zo velen der jongeren
uitvliegen naar andere gebieden, omdat
ze menen zich hier geen toekomst te
kunnen scheppen. Nu is daar niets te
gen, maar als men zijn kind laat gaan
naar andere streken van ons land, dan
moet men toch weten, dat men alles
gedaan heeft, met de inzet van alle
geestelijke krachten, om dat eigen
kind gewapend tegen een zware gees
telijke strijd, de deur te laten uitgaan.
Dit moet, want zo'n jongen of zo'n
meisje gaat in de nieuwe woonplaats
niet op een eilandje van eenzaamheid
leven. Dat zou ook niet goed zijn. Maar
wie waarborgt ons weer, dat ze in hun
onervarenheid niet de verkeerde con
tacten hebben gemaakt. Volgens de
rapporten geeft niet altijd afkomst uit
een kerkelijk milieu zekerheid, dat
men in goed gezelschap terecht komt.
Daar, waar men leeft bij dode vormen,
wat niet steeds direct door een buiten
staander te constateren valt, blijven
vele gevaren.
Het Bronnenboek met zijn officiële
rapporten luidt de alarmklok. Mogen
de zware tonen ons in de oren dreu
nen, zodat we allemaal wakker wor
den. De jeugd van ons volk, de toe
komst van onze natie, is alle aandacht
en zorg en gebed waard. Dat we dan
allen dubbel letten óp eigen kinderen
en waakzaam zijn met wie ze verke
ren en wie het op haar weg geplaatst
ziet, dat die meewerke om te redden
wat verloren dreigt te gaan. Alles een
zwaar en verantwoordelijk werk, mis
schien soms hopeloos schijnend. Maar
het is ook hier Israëls God, Die krach
ten geeft.
Maja.
fStil in de avond zit ik hier neder,
Denkend aan alles wat eens is geweest,
fZie ik haar, zorgend en wakend en helpend
„Moeder" voor wie het vandaag weer was feest
S „Moeder" weer gaat als in „panorama",
X Alles nu aan mijn gedachten voorbij.
(r „Moeder", heb ik wel echt gewaardeerd U
In al Uw zorgende liefde voor mij?
S „Moeder", als kleintje heb ik steeds genomen,
S Al Uwe liefde en werken voor mij. z
't Was of 't zo hoorde, ik wist ook niet beter, v
„Moeder", die jeugd is nu echter voorbij
„Moeder", nu zie ik mijzelf in die jaren,
Waarin ik dacht zoveel sterker te staan. (j
A 'k Vond toen Uw zorgen zo vaak overdreven.
Toch hebt ge zoveel toen voor mij gedaan.
't Was Uw gebed immers wat mij hield staande,
f Midden in zorgen in vreugd en in 't leed. (f
't Was toch Uw hand die zo menigmaal suste,
S't Opstandig hart, dat zo roekeloos deed
Moeder" ik dank U, en nooit zal 'k vergeten, x
Dat Gij het waart, die met liefde zo teer, V
O) Grote en kleine in stille gebeden
(S Altijd weer bracht voor de troon van Uw Heerffi
Juist door Uw voorgaan, zijn wij ook gekomen,
js Stadm'len ook wij nu met dankbare stem,
Heerlijk te hebben gehad zulk een Moeder, Y
(P Die al haar kinderen gebracht heeft tot Hem(P
fDank U, o Vader, voor Moeder in 't leven,
Dank voor herinnering die sterk is en teer,
SDank U voor al Uwe rijke beloften, a
Straks bij U Thuis, zien w' elkander ook weer.5
Zuster A. v. Amerongen
<as*S>«i=ê>05S3><25=®'Oss5><assS> <a#©<2^5><4ïv><as55><a#®<5s!5>
1} hebben dezer dagen voor
u een blik in de toekomst
mogen werpen. Koffiedik
kwam daar niet bij te pas en een
kristallen bol al evenmin. Toch heb
ben we nu al de zomerstoffen ge
zien, waarin wij ons pas in 1955
kunnen gaan hullen. We zagen die
in het hoofdstedelijke Victoria-
hotel waar de gezamenlijke Neder
landse textielfabrikanten op een
mode-show de imprimé's aan ons
lieten voorbijtrekken, die 't volgend
voorjaar gebracht zullen worden.
Amsterdamse confectionnairs en
ontwerpers van naam maakten van
deze stoffen aardige modelletjes,
omdat men nu eenmaal moeilijk twee
uur lang naar rollen stof zonder
meer kan gaan zitten kijken.
De grote textielmannen wilden hier
de Nederlandse vrouwen graag laten
zien, dat de hier te lande vervaardigde
imprimé's, dat onze bedrukte katoen
tjes voor geen enkel buitenlands pro
duct behoeven onder te doen. Er zijn
Ingezonden Mededeling (adv.)
IIIIIIIIIII! |I!I|,B""
'n
ballpoint'.
i jn.1 riiLn<j<'<ii/*i»ii~i',i<' if'i i"
nze patroonontwerpster heeft na
het zien van al die prachtige
stoffen op de hiernaast beschre
ven show, de lust niet kunnen bedwin
gen om een werkelijk mooie zomerjurk
op papier te zetten. En al laat de zo
mer dan nog op zich wachten, U heeft
nu tenminste de tijd om dit patroon te
verwerkelijken tot een japon, waarmee
U eer zult inleggen.
Voor een model als dit, eenvoudig
maar chic, kunt U het beste zijde ge-
bruiken maar een andere aardige
zomerstof zal het ook uitstekend doen.
Zoals U ziet heeft de rok klokkende
plooien; als U klein van stuk bent laat
VELE huisvrouwen stellen er een
eer in om vóór Pasen klaar te zijn
met de „grote schoonmaak"! Een
prachtig idee... en meer zullen we er niet
van zeggen, want in dit kookhoekje zul
len we er ons wel voor wachten partij
te kiezen tussen de voor- en tegenstan
ders van die woede die men grote schoon
maak noemt! Maar wel hebben we deze
vraag: „Hebt U ook schoonmaak gehou
den in Uw provisiekast?" Neen, we be
doelen niet of U de planken wel goed
hebt af geboend daar twijfelen we niet
aan! Het gaat ons, om de vraag of U de
de voorraden zelf eens hebt nagekeken.
Als dat er in de drukte vóór Pasen bij
ingeschoten is, kunt U misschien nog Uw
voordeel doen met de volgende tips. En als
U het daardoor zo druk krijgt, dat U geen
tijd meer oveT houdt om een uitgebreid
menu klaar te maken, dan vindt U tenslotte
nog een aantal menu's die gemakkelijk zijn
klaar te maken en die U bovendien een
beetje door de oude voorraad heen helpen.
Want ook hier is vernieuwing af en toe
noodzakelijk.
Blikjes, die tekenen van roest beginnen
te vertonen, houden we apart om binnen
kort te openen. Ook niet-gesteriliseerde vis-
conserven (waarvan, voor zover het Neder
landse producten betreft, uit het etiket blijkt
dat zij „koel bewaard" dienen te worden of
„onbeperkt houdbaar" zijn) komen voor
consumptie in aanmerking, vóórdat het
warme weer zijn intrede doet. Tegen het
overhouden van andere blik- en glasconser-
ven bestaat geen bezwaar.
In een droge bewaarplaats kan het ge
beuren, dat jam en gelei, die met papier
zijn afgedekt, indrogen en/of versuikeren.
Deze jams kunnen we door langzaam op
koken met een weinig water weer smeer
baar maken.
Aan wit uitgeslagen en sterk ingedroogde
pruimen, abrikozen e.d. behoeven we niets
te doen. Wel rekenen we er bij het gebruik
van de vruchten op, dat ze een langere
week- of kooktijd behoeven. De witte uit
slag wordt gevormd door suikerkristalletjes,
niet door schimmel.
Zijn we aan de grutterswaren: rijst, gort,
griesmeel, meel- en bloemsoorten e.d. toe,
dan ruiken we of de artikelen muf zijn en
kijken of er insecten of spinsel in voor
komen. Zo ja, dan doen we ze direct weg,
al gaat het ons aan het hart. Zij worden
van lang staan toch niet bruikbaar en de
insecten kunnen bovendien de nog goede
producten aantasten.
Kleine restjes van de grutterswaren en
peulvruchten verwerken we alvorens een
nieuwe hoeveelheid bij te voegen. We kun
nen er een soepje vooraf van maken of
erwten en bonen gebruiken in stamppotten.
Denk er bij het wassen van bussen en
het afnemen van planken en rékken aan,
dat deze goed droog moeten zijn, alvorens
gevuld te worden. Gebruikt U papier of
zeiltjes op het houtwerk, zorg dan, dat de
onderlaag eerst goed uitgewasemd heeft.
Zet tenslotte bij het inruimen van een
zelfde product de oudste voorraden dichter
bij de hand dan de nieuwe en veel-gebruik-
te potten en flessen daar waar U er ge
makkelijk bij kunt.
Menu's.
Zuurkoolstamppot met gekookt mager
spek chocoladepudding.
Bonen, aardappelen, bieten, piceallilly of
augurkjes custardvla.
Bonensoep met prei en gehakt fruit.
Haring in tomatensaus, aardappelen, sla
van veldsla of rauwe spinazie gort met
rozijnen.
Gebakken ei, aardappelen, postelein uit
blik of glas, jus gruttenpap.
Bouilli of klapstuk, aardappelen, savoye-
kool yoghurt met vanillevla.
U die plooien los hangen van uit de
taille, hebt U een grotere maat, dan
stikt U de plooien ca. 15 cm in, zodat
U om de heupen wat slanker lijkt. Ook
in het voorpand is enige ruimte ver
werkt.
Het patroon is verkrijgbaar in de
maten 40, 44, 46 en 48 en de prijs be
draagt 85 ets.
nu eenmaal veel vrouwen, die een
voorkeur hebben voor het buitenland
se product en dit geldt vooral in het
rijk van de mode. Als op een japon
netje een kaartje zou prijken met het
opschrift „katoen", zouden de ver
koopkansen van dit kledingstuk, naar
bewezen is, aanmerkelijk dalen. Een
kaartje met „coton" of desnoods met
„cotton" doet het echter goed en het
opschrift „Zwitserse import" is een
reuze aanbeveling.
Nu is dit niet alleen te verklaren
uit onze hang naar buitenlands fa
brikaat. Zwitserse en Franse japon
netjes, die geëxporteerd worden, be
horen natuurlijk niet tot de minste
en goedkoopste creaties van het
land van herkomsten zo wordt im
port al gauw gelijkgesteld met kwa
liteit.
De deskundige heren ter persconfe
rentie hebben ons nu echter een zaken
geheim verklapt. Het komt meermalen
voor, dat japonnetjes die met de hier
genoemde kaartjes zijn versierd, ver
vaardigd werden van stoffen wier wieg
in Almelo of elders in Twenthe heeft
gestaan. Zo vangt men ons in onze
ijdelheid onder het motto: „Laat ze
maar in die waan
Nederlandse dessins.
Voor wie het nog niet wist, werd het
overigens hier wel duidelijk dat de
Nederlandse katoentjes want die
werden voornamelijk getoond voor
geen buitenlands product behoeven
onder te doen. Het Twenthse product
is uitstekend en de dessins komen
veelal uit Parijs of ook wel uit Zuide
lijker streken als Como of Milaan. Er
is dus geen. enkele reden om buiten
landse stoffen te prefereren. Dit te
meer niet, omdat onze stoffen in dat
zelfde buitenland zeer in trek zijn en
geëxporteerd worden naar Amerika,
Duitsland, Engeland en nog een aantal
landen en zelfs naarFrankrijk. In
dat laatste land krijgt men dan de ei
gen dessins terug, maar in Nederland
gedrukt op Hollandse katoentjes.
Toch is het niet altijd zo, dat onze
fabrikanten alleen de technische fa
bricage verzorgen, doch gebruik ma
ken van buitenlandse dessins. Af en
toe gebruiken ze ook een Nederlands
ontwerp van jonge Nederlandse des-
sinateurs of dessinatrices.
We zagen modelletjes van 10.en
15.maar ook creaties, die tot de
haute couture gerekend kunnen wor
den. De ontwerpers, verbonden aan de
eerste Amsterdamse mode-huizen, de
den hun naam eer aan, maar we moe
ten ons nu bepalen tot de stoffen. Op-
vallend was, dat sommige katoentjes
van betere kwaliteit een glanzend,
zijde-achtig effect hadden. Een com
promis voor de dames, die katoen toch
nog altijd een beetje als een japonstof
van het tweede plan beschouwen? Wat
de dessins betreft viel op, dat de grote
en drukke bloemmotieven definitief
het veld hadden moeten ruimen. De
motieven zijn wat de kleurbepaling
betreft bij de nieuwe stoffen van se
cundaire betekenis. De kleur van het
fond is primair. De motieven zijn klei
ner. We zagen veel stipjes van ver
schillende grootte, gerangschikt in
cirkelvorm of gegroepeerd in blokken
dan wel verspreid. Opvallend was de
combinatie wit-zwart, die telkens te
rugkeerde. Erg aantrekkelijk was de
witte piqué-stof met kleine en ruim
uiteen liggende bouquetjes in zachte
pasteltinten versierd. Ook het rode
katoentje met hier en daar een zwart
takje „deed" het uitstekend. Hoewel
de motiefjes dus over het algemeen
klein zijn, contrasteren zjj vaak sterk
in kleur mèt het overheersende fond.
Modekleuren voor 1955 zijn moeilijk
aan te wijzen. Vrijwel alle kleuren
komen voor, maar het thans zo popu
laire marine-blauw wordt sterk naar
de achtergrond gedrongen.
Deze show heeft wel aangetoond, dat
wij in het volgend voorjaar een ruime
keus zullen hebben uit zeer aantrek
kelijke stoffen. Een ruime keus ook, nu
we niet meer speciaal op zoek behoe
ven te gaan naar quasi geïmporteerde
stoffen.
De organisatoren vertelden ons nog,
dat de Hollandse vrouw betrekkelijk
weinig zomertoiletjes koopt, veel min
der dan de Franse, Belgische en Ame
rikaanse vrouw. Onze Duitse zusters
gebruiken gemiddeld 6.3 meter en wij
maar 3. Het is te verstaan, dat de fa
brikanten dat graag anders zouden
zien. Vandaar hun streven naar mooie
stoffen en fraaie dessins. Of het helpen
zal? Waarschijnlijk niet. Het geeft niet,
of men ons oog al meer bekoort. Niet
de stoffen, maar de weinig zomerse
zomers in ons landje en ons huishoud
boekje gooien hier roet in het eten.
En daar staan wij nu eenmaal mach
teloos tegenover.
Wijze van bestellen.
Plak aan de adreszijde van een brief
kaart, naast en buiten het frankeer
zegel, het verschuldigde bedrag aan
geldige postzegels en zend deze aan de
Eedactie van het Zeeuwsch Dagblad,
Afd. Knippatronen, Lange Vorststraat
90 te Goes. Aan de andere" zijde ver
meldt U Uw naam, adres en woon
plaats en maat en nummer (C 801) van
het gewenste model. Plak nooit meer
dan f 1,aan postzegels extra op een
briefkaart, want wat meer geplakt
wordt is waardeloos. Bestellingen on
der rembours worden niet uitgevoerd,
patronen worden niet geruild. Aan ons
kantoor kunnen geen patronen worden
afgehaald, daar wij die niet in voor
raad hebben; men wordt dus verzocht
slechts schriftelijk te bestellen.
Denk nu niet, dat ik zo vrijmoedig
van mijn eigen bekwaamheid getuige
nis afleg in het opschrift boven dit
praatje. Dat zounu jaeen
beetje onbescheiden wezen. Hoe ik dan
aan zo'n opschrift kom? Wel, heel een
voudig. Ik kreeg een kostelijk boek
over handwerken voor bespreking in
ons hoekje, dat tot titel heeft: „Ik kan
handwerken", door B. C. Jelles. Uit
gave van A. W. Sijthoff's Uitgevers
maatschappij te Leiden.
Sinds ik enkele malen hier in ons
gewest een handwerktentoonstelling
heb bezocht om daarover te schrijven
in ons hoekje, weet ik, hoe groot de
belangstelling is voor allerlei soort van
handwerken en daarom is het een
feest te kunnen vertellen, dat we in
het bovengenoemde boek een uitmun
tende handleiding hebben voor de ver
schillende handwerktechnieken. Ik zal
maar beginnen met heel kort de titels
van de hoofdstukken te noemen, dan
v-eet ge al direct wat ge in dit boek
vinden kunt. Nu dan: het weven, het
breien, het haken, kant-, het vlechten,
het macrame-knoopwerk, het frivolité-
werk, kruissteek, het tapisseriewerk,
de Smyrna knoopsteek, het open naai
werk, het Perzisch open naaien, het
versieren van verdeelde stoffen, het
smocken. Tule, het filet-doorstopwerk,
het borduurwerk, het ipnaaien, het af
werken, de lappendeken.
Ik denk, haast ieder kan hier voor
haar eigen liefhebberijhandwerk te
recht. Dé wijze waarop een nieuwe
techniek wordt onderwezen is zeer
duidelijk. Bovendien wordt de „les"
zeer verduidelijkt door een groot aan
tal illustraties. In het boek zijn niet
minder aan 767 illustraties aange
bracht.
Met dit boek voor zich is het een
lust aan een nieuw soort handwerken
te beginnen. Ik heb al eens poolshoogte
genomen bij het macrame-werk. Zelf
bezit ik een gekregen tas in deze hand
werktechniek vervaardigd. Nu had ik
nooit kans gezien dit werk eens na te
maken, maar nu met de beschrijving
en zeer veel verduidelijkende foto's er
bij, geloof ik vast dat het gaan zal.
Het boek is dus niet in de allereer
ste plaats een patronenboek, al zijn er
bij elke techniek wel enkele patronen
gegeven. De hoofdzaak is om ons de
handwerken en de verschillende vari
aties van elke techniek te leren, zodat
we tenslotte naar waarheid kunnen
zeggen: „Ik kan handwerken!"
Nu men tegenwoordig de jurkjes
van de kleine meisjes graag met
smockwerk versiert is het wel wat
waard als men deze. techniek goed
machtig is. Door dit werk krijgt het
eenvoudigste jurkje nog een verfijnd
aanzien. Dit is dus niet alleen een
handwerkje, dat men enkel maar voor
aardigheid eens maken kan. Ook een
eigen blouse van fijne stof krijgt door
smockwerk een heel ander effect. Ook
van het frivolité kan men voor ver
siering van de kledij een goed gebruik
maken. Een kraagje afgewerkt met
een frivolité kantje, is een kostbaar be
zit.
Wie dus vaardige vingers heeft en
van mooie dingen houdt, doet goed dit
boek nummer één op het verlanglijstje
te zetten. Men kan eigen huis en kledij
op kunstzinnige wijze verfraaien. En
dat is iets, dat ons vrouwen en vooral
de Zeeuwse vrouwen heel goed ligt.
De uitgeefster zorgde voor een uiter
lijk, dat past bij de inhoud van dit
boek, dus heel mooi. Geen wonder, dat
wij dit alles zo van harte aanbevelen.
VIJF VERGISSINGEN.
Doe niet als:
1. de man, die een lucifer aanstak om
te zien of een benzinevat leeg
was.
maar het vat was NIET leeg!
2. de man, die de kop van een hond
streelde om te zien of het een valse
was
maar de hond WAS vals!
3. de man die per auto op een onbe
waakte overweg trachtte een trein
voor te komen
maar 't was de trein die HEM
greep!
4. de man die een electrische kabel
aanraakte om te zien of de stroom
afgesloten was
maar de stroom was NIET afge
sloten!
5. de man die dacht dat hij nog tijd
genoeg had om zich tot God te be
keren
maar hij stierf onvoorziens en moest
voor Gods rechterstoel verschijnen!
(Vrij naar
„La Revue de 1' Efficience").