Wat doen wij voor lichamelijk gebrekkige kinderen TIPS VOOR DE PAASDIS. Wees altijd en overal jezelf! BLOUSES. AMeJitd cyp dJk q£&ie.d Raad aan een jong verpleegstertje: LEUKE DE NIEUWSTE SCHOENTJES. Velen zouden een passende plaats in het normale leven kunnen innemen, als... maar tijdig zou worden ingegrepen. I' Nu ligt er al een paar weken een brief te wachten, waarin om raad ge vraagd wordt Gelukkig was er bij geschreven, dat het nu niet zo'n haast had, maar als het zo eens uitkwam, dan graagHet is dit keer van een jong meisje, dat op eigen wieken gaat drijven. Ze schreef, dat zij, nu een jonger zusje van school thuis kwam, mag gaan doen, waar zij altijd naar verlangd had, n.l. verpleegster worden. „Maar Maja", schreef het toe komstig verpleegstertje, „dan kom ik natuurlijk in een heel andere wereld. En nu zou ik niet graag erge fouten maken, waarom ze mij zullen uit lachen. Ik heb natuurlijk school ge gaan tot Ik mijn Ulo-diploma haalde, maar toen moest ik thuis helpen en ook aanpakken op ons bedrijfje. We wonen nogal achteraf en omdat ik er toch niet veel om gaf om veel weg te gaan, ben ik bang, dat ik eigenlijk niet weet hoe het hoort. Thuis doen we alles maar gewoontjes". Haastig laat het meiske er op volgen, alweer bang dat ik een verkeerde indruk zou krijgen: „Wel netjes hoor, misschien begrijpt u wel wat ik eigenlijk wil weten". Toen ik die brief gelezen had, dacht lk: wat jammer, dat „Verpleegstertje" niet hier bij mij zit en we samen een kopje thee konden drinken, dan zou ik heel „gewoontjes" zeggen: Kind, wees maar niet bang. Jij zult zoveei fouten niet maken in je optreden. De hele toon van je brief waarborgt me dit al. Maar „Verpleegstertje" zit er gens ver in de polder en ik hier ach ter mijn schrijfmachine. Het is al een verkwikking zo'n toon eens te beluis teren, meisje, want er zijn er helaas maar al te veel onder je tijdgenoten, die denken dat ze het maar al te goed weten hoe het hoort en daar door.... de grootste fout maken in hun te vrijmoedig optreden. Doch je wilt raadMisschien zijn er toch wel meer als jij zijn, maar de schuchtere stemmen hoor je meestal niet boven het rumoer der al te vrijmoedigen. Daarom zal ik je niet, zoals lk eerst van plan was, een persoonlijke brief schrij ven, doch In ons hoekje van antwoord dienen, zoals je trouwens ook vroeg. Nu kan lk je wel honderd voorschrif ten geven, maar zo in het leven kom je soms in een positie, waarvoor je geen voorschrift kreeg en wat dan Het beste is: probeer altijd en overal jezelf te zijn, zoals je was, werkend thuis en op het bedrijf, maardaar bij niet dénkend aan jezelf. Denk aan de anderen, met»wie je te maken krijgt. Probeer door je gedragingen het ande ren prettig te maken. Geloof me, dan maak je vanzelf geen fouten waarom gelachen zal worden. Wees echter steeds bescheiden; dat Is niet hetzelfde als ver legen. Ik vind die jongê meisjes, die ergens binnenstormen en direct, on danks de aanwezigheid van ouderen, alle aandacht voor zich opeisen, rond weg afschuwelijk. Begin met te luiste- teren en als je in het gespek betrokken wordt, doe er dan rustig aan mee, zon der evenwel altijd je eigen persoontje en je eigen belevenissen in het middel punt te zetten. Raak je ergens op de duur wat meer thuis, dan kun je, dat spreekt, ook gerust eens wat over jezelf vertellen, doch met mate. Is iemand geïnteresseerd, dan komen de vragen wel los en kun je vrijuit over jezelf babbelen. Zijn er echter ouderen, geef die de eer en de leiding van het ge sprek en vooral, als je pas als groentje ln de verpleegsterskring komt. Kijk eens goed rond en luister. Zelf heb je daar al de eerste winst van, want daar door krijg je wat levensinzicht en het bezorgt je tevens een goede naam. Je vroeg ook hoe te doen met het eten, want je bent bang, dat alles daar veel deftiger zal toegaan. Werkelijk meisje, dat valt alles mee. En ook in dit geval zeg ik: „Kijk de kunst van de anderen af". Mocht je eens een fout maken of verkeerd manoeuvreren met je mes en vork, dat is het ergste niet. Dat leert gauw genoeg aan. Veel erger zou het zijn, maar ik geloof nooit dat jij je daar schuldig aan zult maken, als je er steeds als de eerste bij was om de volle schalen naar je toe te halen of de beste hapjes zien machtig te worden. Dat is erg, heel erg en gruwelijk onbeschaafd. Wie om een kleine onhandigheid, door dat je iets nog vreemd is, Je uitlacht, toont zelf de naam van beschaafd mens niet waard te zijn. Begin echter niet te piekeren over fouten, die je zou kunnen maken, want dat zou je een zekere gedwongenheid in je optreden bezorgen, wat Je zelf zoudt bemerken en wat je al meer in het hoekje der verlegenen en onhandi- gen zou brengen, wat helemaal niet no dig is. Begin dus maar met heel rustig te doen en meer te luisteren dan te zeggen. Het is niets erg, als ze later van je zeggen: „Ze was eerst wat stil, maar ze valt best mee als je ze kent." In de rust, die je zodoende krijgt door je zelf niet op de voorgrond te plaat sen, heb je prachtgelegenheld voor ob serveren en leren. Zo zul Jij er best komen zonder veel fouten. Als je over een paar maanden „zus ter X" bent geworden en je bent een beetje ingeburgerd in het ziekenhuis maatschappijtje, hoor ik dan nog eens hoe het je gegaan is? Als het zover is, dan wens ik je sterkte toe in het mooie werk. MAJA. Steeds meer aandacht gaat de vrouw besteden aan het schoeisel, en geen wonder, want de modellen worden steeds sierlijker. De Nederlandse schoenontwerpers hebben voor dit voorjaar modellen ontworpen, die de dromen van iedere vrouw kunnen vervullen. Naast bijzonder fraaie lijnen, heeft men niet alleen aandacht besteed aan de pasvorm en tal van nieuwe mo dellen passen dan ook als een hand schoen maar speciaal de souplesse en de buigzaamheid treden op de voor grond. De loafer (midden) is wel zeer soe pel dank zij een aparte maakwijze, die doet denken aan de wijze waarop de Indiaanse squaws haar moccasins maakten. Het overleder loopt nl. ge heel onder de voet door en met recht kan deze schoen 'n „voet-handschoen" worden genoemd. Ook de flat (rechts) is dank zij het feit, dat zij geheel ongevoerd is, zeer soepel en daardoor een ideaal wandel schoentje, dat erg leuk staat. Een van de laatste snufjes is het schoentje met het moderne dunne hak je. 'Dit schoentje is gemaakt op de z.g. Italiaans-Spaanse leest, en heeft een uitgesproken zuidelijk karakter. Het bijzondere van dit schoentje is, dat het slechts 119 gram weegt en de vrouw, die zo'n paar schoentjes kan bemach tigen, moet zich wel als een sprookjes prinses voelen. ONDER een mantelpak staat een hoog gesloten blouse het aardigst en daarom in aan sluiting aan ons patroon van 14 dagen geleden twee blouses, één met de knoopsluiting voor en één met de sluiting achter. Model C 759 is heel simpel met het kleine bobbed- kraagje en de halflange mouwen en juist door zijn simpelheid keu rig. Als men mooie knoopjes op de kop kan tikken krijgt deze blouse toch een aparte, persoonlijke noot. Model C 760 heeft van voren wat meer ruimte: het staande boordje loopt uit in een klein revertje. Als versiering kunt U een ketting onder dit kraagje dragen of een mooie speld. Beide patronen zijn verkrijg baar in de maten 38 42 44 46 en 48. De kosten bedragen 50 ets per stuk. Plak aan de adreszijde van een brief kaart, naast en buiten het frankeer zegel, het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze aan de Redactie van het Zeeuwsch Dagblad, Afd. Knippatronen, Lange Vorststraat 90 te Goes. Aan de andere zijde ver meldt U Uw naam, adres en woon plaats en maat en nummer van het ge wenste model. Plak nooit meer dan voor 1,aan postzegels extra op een briefkaart, want wat meer geplakt wordt is waardeloos. Bestellingen on der rembours worden niet uitgevoerd, patronen worden niet geruild. ,wt..u^)t^.MWl«««W»tWWWMWtWWMIWW«WWIt«WWtWlMm.J •N woord en geschrift wordt wel eens met enige trots beweerd, dat Nederland, wat betreft de wijze waarop in ons land voor de hulp- en steunbehoevenden, de ouden van dagen, de armen, de zieken en de gebrekkigen wordt gezorgd, een op de voorgrond tre dende plaats inneemt. In ons land zijn immers een zéér groot aantal verenigingen en instellingen werk zaam, die ontzaglijk veel zegenrijke arbeid verrichten ten behoeve van de tijdelijk of blijvend hulpbehoe venden in de ruimste zin. In dit ver band moge worden genoemd de Nederlandse Centrale Vereniging voor Gebrekkigenzorg, een over koepelende Organisatie, die coördi nerend werkt en de zorg voor de lichamelijk gebrekkigen zoveel mo gelijk wil bevorderen. Ook de door de Overheid geno men maatregelen kunnen in vele opzichten de toets def vergelijking met andere Europese en niet-Euro- iese landen glansrijk doorstaan. Daarom zal het wel ietwat vreemd klinken als wordt beweerd, dat er tóch nog wel gebieden zijn aan te wijzen, waarop Nederland internationaal beoordeeld een achterstand heeft in te halen. Hierbij wordt in het bijzonder jedoeld op de moderne opvattingen en methoden wat betreft de „zorg" voor de lichamelijk gebrekkigen in de zin van de revalidatie. Tevergeefs zal men in Nederland zoeken naar een wet of een andere van overheidswege genomen „officiële" maatregel inzake de verzorging in de moderne betekenis van dat begrip Eierschotel. 4 eieren, 50 g (3 eetlepels) boter of margarine, 2 a 3 eetlepels tomatenpuree, 50 g (6 eetlepels) bloem, een uitje, stukje wortel, laurierblad, peterselie, zout, 2 sneden brood, boter of marga rine. De ui, wortel en peterseliestelen schoon maken en klein snijden. De boter of mar garine smelten. De groenten en het laurier blad er zachtjes in bakken. De bloem er mee vermengen en vervolgens de tomaten puree. 5 dl bouillon of water bij scheutjes tegelijk toevoegen onder goed roeren. In het begin de massa steeds aan de kook laten komen, alvorens nieuwe vloeistof toe te voegen. De saus op smaak afmaken met zout en desgewenst citroensap. De saus in de gesloten pan een kwartiertje laten trek ken en daarna zeven. Inmiddels de eieren 8 minuten koken, pellen en halveren. Iedere snede brood in 4 driehoekjes snijden. Deze in hete boter of margarine aan weerszijden vlug bruin bakken. Een schaal voorverwarmen. De gehalveer de eieren er op plaatsen en met de tomaten saus overgieten. Een weinig peterseliegroen op ieder ei aanbrengen. De driehoekjes brood langs de rand leggen en het geheel warm opdienen. Overgebleven saus met bouillon of water verdunnen, op smaak afmaken en apart er bij geven. Luchtige rijstevla. Va 1 melk, 50 g (3 eetlepels) rijst, 50 g (3% eetlepel) suiker, een pakje va nillesuiker, 2 blaadjes (4 g) gelatine, 1 eiwit, een fles of blikje vruchten, aard appelmeel. De rijst in de melk zeer gaar koken, ge durende tenminste een uur. De suiker en vanillesuiker toevoegen. De gelatine in ruim water weken totdat hij zacht is, dan uit knijpen en van het vuur af door de hete brij roeren. Het eiwit zeer stijf kloppen en voorzichtig door de rijst mengen. Het ge recht laten afkoelen. De vruchten laten uitlekken. Het sap aan de kook brengen en binden met een papje van aardappelmeel en water. Van het vuur af de vruchten er door mengen. De com pote laten afkoelen. Rijst en compote in een schaal of in eenpersocnsschaaltjes over doen. Abrikozenvlecht. Voor het deeg: 200 g bloem, 100 g boter of margarine, 1 dl water, een theelepel zout. Voor de vulling: 200 g abrikozen, 50 g geconfijte vruchtjes, 150 g witte basterd suiker, aardappelmeel, 1 eidooier, poedersuiker. Voor het deeg de boter of margarine klein snijden in de bloem met het zout. Het water bij scheutjes tegelijk toevoegen en door voorzichtig roeren in het deeg verwerken. De deegmassa op een met bloem bestoven tafel leggen en uitrollen met een met bloem bestoven deegrol. Het deeg opvouwen en weer uitrollen. Deze bewerking nog twee maal herhalen. Het deeg even laten rusten en uitrollen tot een rechthoekige lap. De abrikozen een nacht weken in water met suiker. Ze dan zachtjes gaar koken. Het vocht binden met aangemengd aardappel meel en de abrikozen op smaak afmaken met veel suiker: de massa moet zoet zijn en vrij stevig. De geconfijte vruchtjes fijn- hakken. Op het deeg in het midden over de ge hele lengte abrikozen uitspreiden en hier op de gehakte geconfijte vruchtjes leggen. De zijkanten van het deeg met een schaar inknippen tot dicht bij de abrikozen, zó, dat repen ontstaan van 1V2. cm breed. De repen zodanig over de abrikozen samen vouwen, dat een vlecht ontstaat. De uit einden van de laatste repen onder het deeg wegvouwen. De bovenkant bestrijken met de losgeklopte eidooier. De vlecht gaar en bruin bakken in een matig warme oven in 45 minuten. De vlecht laten afkoelen op een taart- röoster. De bovenkant bedekken met een dun glazuur van poedersuiker, enkele drup pels citroensap en wat water. van het lichamelijk gebrekkige kind. Zeker! We hebben wél onderwijswet- geving, waarbij ook het onderwijs (in de vorm van het Buitengewoon Lager Onderwijs) aan lichamelijk gebrekkige, blinde en doofstomme kinderen wordt geregeld, doch van overheidsmaatrege len betreffende de behandeling (d.w.z. de meest volledige medische en para medische behandeling, de opvoeding, de vakopleiding en het geschikt maken voor het maatschappelijke leven) is tot dusverre geen sprake geweest. door: Dr J. S. STRATINGH, Secretaris van de Ned. Centr. Ver. voor Gebrekkigenzorg Wat is „gebrekkig"? In het voorafgaande werd gesproken over „gebrekkige kinderen" en werd ook het in allerlei geschriften steeds meer aangetroffen begrip „revalidatie" gebruikt. Wellicht is het nuttig om in het kort wat dieper in te gaan op de begrippen „gebrekkige" en „revalida tie". Wat moeten we in het algemeen verstaan onder een gebrekkige? Doordat de artsen, de arbeidsbe middelaars en de werkgevers vaak een uiteenlopende maatstaf aanleg gen en dikwijls een verschillend uit gangspunt hebben, wanneer gespro ken wordt over een „gebrekkige" of een „minder-valide", is het erg moei lijk om precies te zeggen wat een ge brekkige man, een gebrekkige vrouw of een gebrekkig kind is. Immers, feitelijk is niemand lichamelijk, gees telijk en maatschappelijk volmaakt! In het algemeen kan worden gezegd, dat gen lichamelijk gebrekkige iemand is, die tengevolge van een aangeboren of verkregen gebrek aan hoofd, romp of ledematen of aan de zintuigen of aan de z.'g. inwendige organen een be langrijk verminderde prestatie kan le veren en daardoor abnormaal veel moeite zal hebben om zich een plaats te verwerven in het maatschappelijke leven en zich daarin te handhaven. Een lichamelijk gebrekkig kind zou dus kunnen worden omschreven als een kind, waarvan met grote waar schijnlijkheid verwacht moet worden, dat het, tengevolge van een lichamelijk (of zintuigelijk) gebrek als bovenbe doeld, een verminderde prestatie kan leveren, hetzij in het schoolleven, het zij in het arbeidsproces, hetzij in het normale maatschappelijke leven. Vroe ger werd bij een gebrekkige de nadruk gelegd op het gebrek als zodanig en op de gevolgen daarvan. Thans wordt veel meer aandacht geschonken aan de mo gelijkheden, die ondanks het gebrek zijn overgebleven; vnl. met het doel die resterende capaciteiten zoveel als uitvoerbaar is te benutten. En wat is „revalidatie"? Bij de eerste steenlegging van het Revalidatie-centrum „De Hoogstraat" gaf Prof. Muntendam de volgende de finitie van het begrip „revalidatie". Revalidatie omvat alle maatregelen, die gericht zijn op het volledige herstel van de betrokkene, op het herstel van de arbeidsgeschiktheid en op de plaat sing (eventueel de herplaatsing) in het arbeidsproces. Bij de revalidatie wor den dus alle resterende mogelijkheden door toepassing van de meest moderne behandelingsmethodiek (d.w.z. de meest volledige geneeskundige behan deling, de opvoeding, de opleiding enz.) benut, ja zelfs uitgebuit! Revali datie is dus te beschouwen als het pro ces, dat er op gericht is om geheel of gedeeltelijk invaliden zo goed mogelijk geschikt te maken voor het gewone ar beidsleven en voor het normale maat schappelijke leven. Terugkerend tot ons uitgangspunt moet worden geconstateerd, dat in ons land een „officiële" bemoeiing met het gebrekkige kind in de zin van de reva- lidatie_ nog onbekend is. En tóch is het van zéér groot belang om aan de zorg voor het gebrekkige kind voldoende aandacht te schenken. Als we bedenken dat er thans in ons land ongeveer 600.000 a 700.000 perso nen zouden kunnen worden geteld, die een ernstig of minder ernstig lichame lijk of geestelijk gebrek hebben; dat bijna de helft hiervan wel als invalide moet worden beschouwd en dat van het grote aantal lichamelijk of zintui- gelijk gebrekkige kinderen minstens het twee derde gedeelte door revalida tie mits tijdig en onder deskundige leiding uitgevoerd een hun passende plaats in het normale leven had kun nen innemen, dan blijkt hier toch wel uit, dat er óók in Nederland nog véél is te doen en ook nog héél veel zou zijn te bereiken. Moeite en opofferingen Eén van de voornaamste voorwaar den voor het verkrijgen van de beste resultaten is wel, dat tijdig kan wor den ingegrepen en dat tijdig de meest doelmatige behandeling kan worden ingesteld. Een tijdige opname en behandeling in een revalidatie-inrichting of in een instituut voor de .zintuigelijk gebrek kigen wordt helaas maar al te vaak be lemmerd door de hoge kosten waar mee deze vormen van „zorg" gepaard gaan. Deze kosten worden immers slechts ten dele gedekt door de voor zieningen volgens de sociale verzeke ringswetten. Bij herhaling kan men kennis nemen van de grote moeite en van de vele óp- offeringen, die ouders zich moeten ge troosten om een gebrekkig kind op ge regelde tijden een nieuwe prothese te verschaffen of een prothese te laten re pareren, of een zintuigelijk gebrekkig kind te laten opnemen in een speciale inrichting. In de allerlaatste tijd zijn gelukkig plannen in voorbereiding om langs de weg van een vrijwillige en on derlinge verzekering de ouders de mid delen te verschaffen om hen te helpen de bovenbedoelde en voor de toekomst van hun kind van zo grote betekenis zijnde tijdige behandeling en volledige verzorging mogelijk te maken. Omstreeks een week geleden is door de minister van Sociale Zeken en Volksgezondheid, de heer J. G. Suurhof, het revalidatiecentrum „De Hoog straat" te Leersum officieel geopend. Op de bovenste foto ziet men hoe in dit herstellingsoord een kindje met zachte hand wordt geoefend ter ver sterking van het spierenstelsel. De onderste foto laat zien hoe een vrouw opnieuw de spieren van haar armen leert gebruiken aan het weeftoestel.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 9