VROUWEN
Vrouwenpraat
zo onder elkaar.
LENTE IN HET INUNDATIEGEBIED.
EEN WOLLEN JAPON
Mlïktei
o^p M (jeMed
Tien goede wenken voor
onze „spits-tijd".
9 van de 10 vrouwen
zeggen „Ja"
J\
is in het voorjaar geen luxe.
HaUwHt ttan de week
Allehlei
o-p e£& ^afried.
De Rijkstuinbouw-voorlichtingsdienst geeft wenken
voor de verzorging van de groente- en bloemen
tuin in de met zout water overstroomde gebieden.
Groente.
Bloemen.
Vruchtbomen.
•"5
Het heeft toch zo z'n voordeel, dat
wij in het vergrote Weekend de hele
binnenpagina voor ons zelf hebben ge
kregen. Daar slaat natuurlijk geen man
zijn oog in. Dan kun je zo eens van
hart tot hart met elkaar praten als
vrouwen. Net of je met elkaar in een
kamer aan de thee zit. Echt huiselijk.
Zo voel ik het tenminste. Maar nu
we dan bij elkaar in onze Weekend
kamer zijn gezeten wil ik ten over
vloede even vragen, doe de deur goed
dicht, want we kunnen geen luister
vinken gebruiken. Of ik een samen
zwering op touw wil zetten. Nee, niet
veel ambitie voor. Ik wil alleen maar
eens vragen, hoever staat u er mee?
Al wat vrouwelijk is begrijpt me
natuurlijk terstond en ik krijg ant
woorden als: „O ik ben al klaar op
de buitenboel na", of „ik ben halver
wege. Evenveel antwoorden als er sta
dia in de schoonmaak zijn. Moet ik
daarmee nu zo geheimzinnig zijn,
vraagt misschien een van de jongere
garde, die nog maar aan de eerste
schoonmaken toe is. Moetenmoe
ten Dat doe ik om me zelf en
alle schoonmakende zusteren te spa
ren voor mannelijke op- en aanmer
kingen over dit onderwerp, die na
tuurlijk kant noch wal raken en waar
bij wij onveranderlijk voor mal wor
den uitgekreten. Daarom hoe minder
je er met niet ingewijden over praat
hoe beter het is. Niettemin je wilt je
hart weieens luchten en dat doe je
dan tegen je lotgenoten. Dat lotgeno
ten moet ge echt in volle ernst op
nemen. Dat zeg ik daarom zo nadruk
kelijk, omdat me in een brief wel eens
op een beetje boze toon gezegd is, dat
ik gemakkelijk grapjes kon maken
over de schoonmaak als ik er toch
niets mee te maken had. Ik kan er
nog wel bij vertellen, dat toen de
brief bij mij arriveerde, ik net in een
grote kast zal ondergedoken, naarstig
speurend of er ook mottengebroed te
vinden was. Ge ziet dus dat ik even
veel met de schoonmaak te doen heb
als uen dat ik er ook net zo het
land aan heb als mijn lotgenoten.
Maar denkt u dat er één man is, die
dat gelooft. Wijs me die dan maar
eens aan. Intussen is het toch wezen
lijk zo. Om het eens zo te zeggen
in de trant van spreken van die kos
telijke ouderwetse boeken, waarin
men van die dikke woorden als haten
en beminnen op verscheidene pagina's
kon aantreffen: „Ik haat de schoon-
maak, maar bemin de gevolgen ervan".
Dat wil zeggen, als de voorjaars-
storm voorbij is, waarin ik me ge
ducht weer, dan zit ik kostelijk te
genieten van alle „schoonheid", in
mijn huis. Gordijnen, die weer stra
lend wit zijn, op alle planken in de
kasten weer kreukeloos, en smette
loos papier. En de wetenschap, dat er
geen enkel stofhoekje meer in een
kast te vinden is. Mensen, dan fuif ik
mezelf op een extra kopje thee in
volle rust te genieten. In dat stadium
wordt het mannelijk deel der natie
ook weer normaal en we worden weer
voor volwaardig aangezien.
Dat maakt op slag ook weer een
eind aan ons minderwaardigheids
complex, want het valt toch maar niet
mee elk jaar weer te moeten horen
uit alle mannelijke monden, dat wij
vrouwenEnfin bij mij is het leed
ook haast alweer geleden. Ik heb niet
eer moed om over schoonmaak te
reppen, voordat het eind in het zicht
komt, zozeer „haat" ik het rommel-
gedoe, maarschoonmaken doe ik
en grondig ook, vanwege de rust daar
na. Nu had ik eens een goede vrien
din, die zo proper was als men zich
maar wensen kon. Maar die verklaar
de opeens in het voorjaar: „Ik maak
niet meer schoon". Ik was er beduusd
van, maar omdat ik de stelregel hul
dig, dat ieder haar eigen huishouding
naar eigen believen moet doen, ont
hield ik me van op- en aanmerkingen,
maar nieuwsgierig was ik wel hoe
lang dat m'n kraakheldere vriendin
dit vol zou houden. En ze motiveerde
haar besluit ook niet eens. Zou ze het
moe zijn geworden om voor een dwaas
te worden versleten? Ik weet het niet.
Maar ach, wat was die man in ieder
geval bekocht met deze overwinning
en m'n vriendin zelf ook al. Ik kwam
er wat later op zo'n mooie dag in
eind Mei. Bij mij was de schoonmaak
alweer in verre verten uit mijn ge
dachten verdreven. Bij de vriendin
vond ik de inhoud van klerenkasten
wijd uitgespreid in de tuin. Blijmoe
dig verklaarde ze, dat ze „eventjes"
de kasten luchtte voor de mot, ziet u.
Natuurlijk broodnodig, moet ieder toe
geven, wat ik ook deed, maar vluchtte
gauw weg uit dit milieu, dat me toch
aan schoonmaak herinnerde en daar
van wil ik achteraf niets meer weten.
Weer een paar weken later, toen ik
haar een aardig patroontje wilde aan
reiken, 't was weer zo'n prachtige dag,
deed de vriendin éven de slaapkamers
want het was zulk lekker weer voor
de bedden. En wéér wat later, het
verhaal wordt eentonig, stond de in
houd van de keukenkasten „even" te
pronk, want die moesten een beurtje
hebben. Maar de vriendin maakte echt
niet schoon. Ik dacht, geef mij dan in
vredesnaam maar de ouderwetse
schoonmaak, dan weet je tenminste
waaraan je toe bent. Dan is er een
begin, maar ook een eind. En dat eind
is gelukkig bij mij in het zicht, en
datzelfde wens ik van harte alle mede-
ploeterende zusteren toe. Als er dan
eens mooie zomerse dagen komen
dan maar genieten van een schoon
huis en nog meer van de schoonheid
buiten. Maja.
Volg deze goede en niet dure raad
op gedurende onze „voorjaarsperio
de" en ge komt die tijd door zonder
„bewolkte" gezichten.
1. Zorg te voren, dat alle benodigd
heden voor de schoonmaak in huis
zijn.
2. Gebruik hiervoor materialen van
goede kwaliteit. Wrijfwas van goede
kwaliteit b.v. geeft veel gauwer glans
dan een goedkoper product.
3. Zorg voor goede maaltijden!
4. Zorg eveneens dat deze stipt op
de gewone tijd worden opgediend.
5. Haal niet alles te gelijk over
hoop.
6. Besteed aan de speciale eigen
dommen van het hoofd des gezins
extra tedere zorgen, zet na de schoon
maakbeurt alles weer op de milimeter
af op de oorspronkelijke plaats.
7. Als er werkelijk iets nieuws
moet worden aangeschaft, reken en
reken nog eens en als ge weet wat
ge besteden kunt, ga dan geen cent
boven de begroting. Zo voorkomt ge
een ontijdig lege schatkist.
8. Zorg dat er steeds ergens een
kachel lekker brandt voor verkleumde
mensjes, die er steeds zullen zijn in
de Hollandse lentetijd.
9. Beloof aan het begin van de
schoonmaak, dat het einde zal worden
gevierd met een feestelijke maaltijd.
10. Hoeveel zelfbeheersing het u
ook moge kosten, klopt nooit of te
nimmer uw echte Rembrandt of Ver
meer schilderij uit, anders gaan we
internationaal over de hekelals
tenminste waar is, wat in ons eigen
geliefde Weekend gestaan heeft.
Ingezonden Mededeling (Adv.)
als U ze vraagt of ze wel
MAÏZENA DURYEA gebruiken.
Maar er zijn er onder, die zich
vergissenDi e vroegen wel -en wel
bewust - MAÏZENA DURYEA,
maar zij waren te goedgelovig en
letten niet op de naam DURYEA,
die beslist op 't pak moet staan.
Jawel - uit de resultaten bleek
't gauw genoeg. Wat 'n verschil!
Niet zó maar is M Al ZEN A
DURYEA wereldvermaard ge
worden als het ideale bindmid
del voor groenten, soepen en
sausen. Vr&dg dus niet alleen
MAÏZENA DURYEA, maar let
op dat U ook DURYEA krygt.
VRAAG t
De patiënt was juist in het zieken
huis opgenomen, toen er op de deur
werd geklopt en een klein mannetje
binnen kwam, die vertelde dat hij de
dokter was.
„Wilt U zich even uitkleden?*,
vroeg hij.
De patient voldeed aan het verzoek
en de dokter beklopte en beluisterde
hem zorgvuldig. Daarna stelde de ge
neesheer een hele serie vragen en no
teerde de antwoorden zorgvuldig in 'n
boek. Toen dit alles gebeurd was ver
telde hij de patiënt, dat hij zich weer
kon kleden en naar bed gaan. Maar
alvorens weer te vertrekken zei de
dokter: „Hebt U misschien zelf nog
een vraag?"
„Ja", antwoordde de patiënt, „waar
om klopte U eigenlijk?"
VRAAG H.
Onlangs vroeg een juffrouw in de
tram aan een heer, of hij even de lus
voor haar wilde vasthouden, terwijl zij
kleingeld uit haar portemonnaie nam.
Eén zwaluw maakt nog geen
zomer, zegt het spreekwoord.
Trouwens, dat men in het
voorjaar zijn kachel nog niet kan
missen, ook al schijnt het zonnetje
soms nog zo verleidelijk, dat weet
men in Nederland wel heel goed!
En daar moeten we dus ook onze
kleding bij aanpassen. Wees niet te
vlug met dunne zomerjurkjes, want
'n verkoudheid is vlug opgelopen...
De hier afgebeelde japon is ver
vaardigd vantweed, van wollen stof
dus en daarom zo geschikt voor deze
dagen. Het lijfje is versierd met een
zakje (en een zakdoekje!), de rok is
glad en heeft twee zakken. De mouw
is met een manchet afgewerkt. Het
staande boordje langs de hals kan
zowel open als dicht gedragen worden.
Dit model is verkrijgbaar in de
maten 40 44 46 en 48. De kosten
bedragen 85 ct.
Wijze van bestellen.
Plak aan de adreszijde van een
briefkaart, naast en buiten het fran
keerzegel, het verschuldigde bedrag
aan geldige postzegels en zend die
naar de Redactie van het Zeeuwsch
Dagblad, Afd. Knippatronen, Lange
Vorststraat 90 te Goes. Aan de andere
zijde vermeldt U Uw naam, adres en
woonplaats en maat en nummer
(C 796) van het gewenste model.
Plak nooit meer dan f 1.aan post
zegels extra, want wat meer geplakt
wordt is waardeloos. Bestellingen on
der rembours worden niet uitgevoerd,
patronen worden niet geruild.
„Zij herinnert mij aan een merrie waar ik razend veel van houd"
WANNEER de crocussen hun fleurige bloempjes boven de met
sneeuwwater doordrenkte grond verheffen en de sneeuw
klokjes door de nog koude wind wórden geluid, dan weet
men dat de lente in aantocht is. De zwellende knoppen van heesters
en bomen geven de mens moed en kracht om de koude te trotseren,
want zij verzekeren ons dat het straks veranderen zal, dat het leven
de winterse doodsheid zal overwinnen.
Hoe mist men in het inundatiegebied de stimulerende invloed van de
ontwakende natuur. Een bezoek aan een niet-geïnundeerd gebied, waar
de planten niet zijn gedood, vervult de bewoners van het inundatie-
gebied met een hartstochtelijk verlangen naar het weer terug mogen
ontvangen van het verlorene, naar groen, bloemen en bomen.
Na het mogen terugkeren in de herstelde of herbouwde woning
leeft bij een ieder het grote verlangen om de tuin zo spoedig mogelijk
vol groen en bloemen te krijgen. Bij de poging om dat te verwerkelijken
zal men ongetwijfeld met mislukkingen rekening moeten houden. Om
deze teleurstellingen zoveel mogelijk te voorkomen, volgen hier alge
mene adviezen voor de bezitters van tuinen in het inundatiegebied.
By de teelt op met zout water
overstroomde grond heeft men met
twee factoren rekening te houden, n.L
met het zoutgehalte en met het struc-
tuurbederf van de grond door het
Natrium uit het zeewater. Na de win
ter met zijn regen en sneeuw, "zal
het zout in de meeste tuinen wel voor
een groot gedeelte uit de bovengrond
zijn verdwenen. Hoe beter de ont
watering van de grond, hoe meer zout
er weggespoeld zal zijn. Toch moet
men er rekening mee houden dat uit
de bovengrond nog niet al het zout
is verdwenen en dat er in de diepere
grondlagen nog veel zout i;. over
gebleven dat in de zomer, wanneer
de grond veel water verdampt, naar
de bovenlaag zal stijgen.
Dit zout zal voor de gewassen
schadelijk zijn. Door de grond regel
matig te begieten zodra deze droog
wordt, zal men de zoutopstijging kun
nen tegengaan. Door wat turfmolm over
de grond uit te strooien tussen de
bloemplanten en de heesters, zal men
de verdamping van de grond, dus het
zouter worden van de bovengrond,
kunnen beperken.
Het in de grond achtergebleven
Natrium is er de oorzaak van dat de
grond lang slempig en papperig blijft.
Droogt de grond op, dan vormt zich
een harde korst. In deze grond met
slechte structuur ontwikkelen de wor
tels van de planten zeer moeilijk en
zij krijgen maar weinig lucht, welke
zij zo zeer nodig hebben voor de adem
haling. Om dit Natrium zo spoedig
mogelijk kwijt te raken, strooit men
gips over de grond. Door het regen
water wordt het gips door de boven
ste grondlaag verspreid en verdrijft
daaruit de zo schadelijke stof, zodat
er weer een kleine grondlaag ont
staat met een normale structuur. Deze
goede grondlaag moet men trachten
te behouden; daarom moet men niet
diep spitten. Wanneer men enkele
jaren achtereen in de herfst wat gips,
b.v. kg per vierk. m., over de grond
uitstrooit, zal de goede gezonde grond
laag steeds dieper worden. Door in de
winter wat compost of turfmolm door
het bovenste grondlaagje te werken,
zal de structuur van de grond ook
steeds beter worden.
Achtereenvolgens willen wij nu na
gaan welke groente-, fruit- en bloem
gewassen men kan tellen.
De groentegewassen kan men in
delen in drie groepen, namelijk de
weinig zoutgevoelige, de matig ge
voelige en de sterk gevoelige groente
gewassen. Tot de weinig zoutgevoe
lige behoren: prei, selderij, postelein,
kroten, radijs, boerenkool, witlof, spi
nazie, herfstbloemkool, savoye kool,
spruitkool. Alle genoemde gewassen
zal men in 1954 kunnen telen. Men
moet er op berekend zijn dat de groei
niet zo gul zal zijn als voor de inun
datie. Komt er een z.g.n. natte zomer
met veel donkere dagen, dan zal de
teelt beter slagen dan in een droge,
zeer zonnige zomer. Met gieten kan
men dan nog wel wat bereiken.
Tot de matig zoutgevoelige beho
ren: andijvie, bloemkool, wortelen,
uien, natuurtomaten, rode kool, witte
kool en tuinbonen. In de tuinen welke
reeds in de zomer van 1953 zijn droog-
gekomen kan men bovengenoemde
gewassen wel telen, doch de teelt van
deze gewassen zal meer teleurstelling
geven.
Tot de groep van sterk zoutgevoe
lige groentegewassen behoren: bonen,
erwten, kropsla, augurken, komkom
mers en aardbeien. Over het alge
meen moet dan ook ontraden worden
om de laatstgenoemde gewassen in
1954 te telen. Is het een z.g.n. natte
zomer, dan kan het meevallen. Begin
Augustus zou men dan op bescheiden
schaal een proef kunnen nemen om
wat aardbeien te planten.
Aardappelen groeien matig op zou
te grond, doch zijn van een zeer
slechte kookkwaliteit.
En nu iets over de bloementuin.
Over de zoutgevoeligheid van bloemen
is minder bekend dan van groenten,
daar er geen proefvelden met sier
gewassen zijn aangelegd. Hetgeen
hierover wordt meegedeeld, berust op
waarnemingen in de voormalige inun-
datiegebieden.
Allereerst wordt gewaarschuwd om
voorlopig geen dure bloemplanten en
heesters te kopen. Vooral de groen-
blijvende coniferen zijn erg teer. Plant
bij voorkeur in het voorjaar en niet
in de herfst. In 1954 zal men zich
tevreden moeten stellen met wat een
voudige en sterke bloemplanten, wel
ke niettemin de tuin toch een fleurig
aanzien kunnen geven. Wacht met de
definitieve aanleg tot 1955 en zc nodig
tot 1956. Om te beginnen kan men wat
viooltjes, vergeetmijnietjes, primula
(bakkruudjes) en Bellis (curagousjes)
planten. Met zo nodig wat gieten zul
len deze het wel doen en U doen
genieten van hun bloemenpracht.
Als bolgewas kan men in April gla
diolen poten. Deze zijn tamelijk sterk
tegen zout. In de herfst zal men reeds
tulpen, crocussen en narcissen kunnen
poten.
De zaaibloemen welke U voor 1954
worden aangeraden, zijn: goudsbloe
men, zomerchrysanthemum, portulaca,
leeuwenbek, strobloemen, statice, clar-
kia, O.I. kers, korenbloemen, gypso-
phila en zonnebloemen.
De een zal het beter doen dan de
ander, doch in 1953 werden ze in de
reeds vroeg drooggekomen gebieden
geteeld en hebben het tot bloei ge
bracht.
Petunia, lobelia en ageratum groei
en ook tamelijk goed op grond die nog
wat zout bevat, doch deze moet men
niet zaaien; men kan deze beter als
plantjes kopen bij de bloemist. Dahlia's
groeien niet zo best op nog zoute
grond; de stengels blijven kort. Wil
men deze toch telen, dan regelmatig
water geven in de zomer.
De volgende vaste planten kunnen
reeds dit voorjaar worden geplant;
chrysanthemum, herfstasters, armeria
(Engels gras), artemisia (bijvoet),
daglelie, margriet, helianthus (klei
ne zonnebloempjes), statice. Men
doet beter om dit voorjaar nog geen
dure vaste planten te kopen. Wacht
tot het voorjaar van 1955. In ver
band met het dichtslempen van de
grond tijdens de winter doet men
beter om niet in de herfst te
planten.
Met het planten van bloemheesters
kan men ook beter nog een jaar
wachten. Laat de grond eerst goed
ontzilten en verbeter de structuur met
gips, turfmolm en stalmest. Hetzelfde
geldt voor het planten van vrucht
bomen en bessen. Men schiet er niets
mee op door nu al een boom te plan
ten en deze met kunst en vliegwerk
in het leven te houden. Wanneer de
bomen een jaar staan te kwijnen, zal
zich dit later ongetwijfeld wreken
door verminderde groei of zelfs af
sterven.
Nu nog iets over de beschutting.
Het inundatiegebied is vlak en win
derig. De planten lijden daar zeer veel
van. Tracht met rietmatten of op an
dere wijze de tuin te beschutten. Dit
zal de groei ten goede komen. Wil
men houtgewas planten als wind
scherm, dan zal men met wilg de
beste groei krijgen. Met het planten
van liguster en els kan men beter
wachten tot na de zomer. Voor de
vruchtbomen is het zelfs aanbevelens
waardig om het windscherm één of
meerdere jaren van te voren aan te
planten.
Tot slot wordt nog gewezen op het
gevaar dat schuilt in gebruik van
bloempotten welke in zout water heb
ben gelegen. Deze blijven zeer lang
zout. Men dient deze minstens een
week in zoet water te zetten en dit
water enkele malen te verversen.
5