KLOMPENMAKER - VERDWIJNEND AMBACHT
Nieuw rusthuis te Yerseke wordt
half April officieel geopend.
want Nederland is geen klompenland meer
VAN BOOM TOT KLOMP
Propaganda het redmiddel
Waarom
verdwijnend?
Typisch onderdeel van Zeelan's industrie
Camiel Seghers uit Clinge
(een vooraanstand man in deze industrie)
heeft een kast vol medailles
De trots
van
't Gilde
HOUTMAN
PIANO'S
ORGELS
DE VAKMAN
een bewonderenswaardig samenspel
van machines en vlugge handen
UW LAATSTE
KANS
dat de klompenmakers intensief
willen gaar. toepassen
Over beunhazen en felle concurrentie
Te min 1
Concurrentie.
EEN UITKOMST Y00R MAAGLIJDERS
[Ook Spierpijn
C.R. MAAGTABLETTEN
Een kwestie van vraag
en arbeid
Een ambacht ver
dwijnt. En waarom? Waar
om zijn er in België, vanwaar
toch eigenlijk de klompenmakerij
vandaan is gekomen, nog maar 100
bedrijven over van de 1300 en waar
om zijn er in Zeeland nog maar 48
bedrijven over van de 102, die men
enkele jaren geleden nog telde?
Fraai tehuis van Gereformeerde Gemeenten
op de Bevelanden.
Zaterdag 27 Maart 1954
ZEEUWSCH DAGBLAD
pagina 3
Nederland staat bekend als het land van de klompen. Amerikanen die Holland „doen",
willen mensen op klompen zien en ze zijn eigenlijk al heel verbaasd, als ze, op Schiphol
aankomend, iedereen op gewone schoenen zien lopen. Ze trekken dan naar Marken en
Volendam, zien klompen en kopen sierklompjes. Maar wat die Amerikanen en andere vreemde
lingen niet weten is, dat de Nederlandse klompenindustrie langzaam maar zeker aan het ver
dwijnen is. in 1950 telde ons land nog 1800 klompenmakende bedrijven. Nu zijn er nog ongeveer
800 over. Met de heer C. Seghers, voorzitter van de klompenmakers-patroons vereniging „St
Gummarus te Clinge, en hoofdbestuurslid van de landelijke federatie hebben wij daarom eens
een praatje gemaakt. En ook nog met andere klompenmakers. Wat zij ons vertelden, vonden
wij interessant genoeg om onze lezers voor te zetten.
Vroeger leidden de klompenmakers een
nogal wild bestaan, vertrouwde hij me
toe. 's Maandags werd er nooit gewerkt.
„Awel, nee meneerke, dan gingen ze een
pint of wat pakken". Maar de rest van
de week was het dan ook dubbel op,
's Morgens om vier uur op en vaak beu
len tot 's avonds 11 of 12 uur.
Toen de arbeidswet kwam was dat uit.
Nu heeft hij zes zoons in het bedrijf.
De oudste heeft voor de Prinsesjes mooie
sierklompjes gemaakt.
Zes zoons. Hoeveel van deze zoons zul
len het bedrijf voort zetten? Hoogstens
twee, zegt de heer Seghers.
HET LANDJE VAN HULST, het landje van Fonske en Rooie Cies, is by uitstek
het land van de klompenmakers. Daar in Hulst en in Clinge en omgeving
worden van de ruwe boomstammen de fijnste klompjes gemaakt. Met de
hand en ook, of liever vooral, met de machine. Het is een hele reis, die men moet
maken en vooral het laatste stukje van Hulst naar Clinge is met het rammelende
en in al zijn voegen protesterende busje dat daar rydt, géén pleziertje. Maar de
mensen zyn er hartelijk. Hobbelend over de slechte Molenstraat en mjj by iedere
linkse bocht platter persend, verklaarde een ietwat „zwaarwichtige" juffrouw:
„Seghers? Awel, die zijn der hier zo vele! Wat zegt ge? Aah, bij den Camiel mot ge
zyn". En ze riep de chauffeur toe: „Hy mot by den Camiel zyn. By den post!" Daar
stopte de bus vlak voor zyn huis.
Ik stapte uit. Voor me klonk het krijsend lawaai van zagen.
Op liet eri Kwam een jonge kerel op
me af. Het bleek een zoon te zijn. Nee,
vader was niet thuis. Die was „marten"
in Hulst. Daar sta je dan!De eerste
bus vertrok drie uur later. Maar ik mocht
het bedrijf alvast wel eens bekijken. Aan
de machines stonden allemaal broers van
hem, vertelde hij en boven hielpen de
dochters óók mee. Die schuurden de
klompen en versierden ze ook.
Het rammelbusje bracht me terug naar
Hulst. Géén Camiel te vinden. Niet bij
„Catoir" waar hij altijd komt en niet bij
v. d. Riet. Toen ik hem de volgende och
tend weer thuis opzocht, stond hij in
hemdsmouwen op het erf. „Awel" hij had
ervan gehoord. „Dat was nu casjuweel
ook jammer. Anders kwam hij altijd op
die twee adressen en gisteren net niet."
„Maar kom mee, zulle-manneke".
In de grote huiskamer hingen vele
fraaie portretten. Foto's van het bezoek,
dat Frins Bernhard in September 1952
aan zijn bedrijf heeft gebracht. Hij had
er een album vol van. Het was een hele
eer de Prins te mogen ontvangen, al was
hij er dan ook gewoon onder gebleven,
Want hij is toch ook maar als kleine
man begonnen.
AI vroeg' was hij zelfstandig. Zeven en
veertig jaar geleden - hij kwam uit een
boerengezinnetje - liet hij de egge in de
steek om klompenmaker te worden. Een
broer was het ook al en daar ging hij bij
in de leer. Na zeven jaar werd hij zelf
standig. Alles ging toen nog met de hand.
Het zagen van de boomstammen, het klie
ven, het uitboren en vorm geven, het
was allemaal handwerk en er moest hard
gewerkt worden om een boterham te ver
dienen. Vijf cent voor het uitboren van
één paar klompen is niet veel
Camiel Seghers is een groot man ge
worden in de wereld der klompenma
kers. Een vakman van het zuiverste
water. En met gerechtvaardigde trots
wees hij me op een kast met medailles
en plaquettes die hij op wedstrijden en
tentoonstellingen heeft gewonnen. In
1929 maakte hij voor de eerste klom-
penbeurs met de hand 'n klomp van 1.05
meter. Een reusachtige sierklomp die
nu nog bestaat en waarvoor de Prins
grote belangstelling koesterde.
Ingezonden Mededeling (adv.)
Singel 114-116
SCHIEDAM
Sedert jaren vertrouwd adres
PiiiiHniiLiiwiiiaiDiiHi
■■lil
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiBiiiiii
WAAR VROEGER EEN
MENS geduldig en met-
liefde zat te snijden en on
der zijn vaardige hand een klomp
ontstond, een voetbekleding, die
lang mee moest gaan en het stempel
van de maker droeg, razen nu koud
en gevoelloos de machines. Zagen
schieten flitsend heen en weer, bo
ren vreten zich ruw een weg door
het hout en spaanders vliegen ver
weg. Van boom tot klomp. Het was
vroeger een weg, die geduld eiste.
Nu gaat het zakelijk snel. Want de
machine kwam.
Laten we eens zo'n boom op zijn weg
volgen. Hij is gekapt uit een bos van
statige iepen. Krakend stortte hij omlaag
om schoongekapt te worden en wegge
sleept naar het erf van de klompenmaker.
Daar ligt hij en vormt samen met an
dere bomen een grote stapel. Op zekere
dag komt er een man, die een kleine
lorrie op rails voortduwt. Daar gaat de
boom op, naar de guilliotine.
De afkortzaag schiet ronkend heen_ en
weer en verdeeld de lange stam in enkele
minuten in brokken ter lengte van een
klomp. Snel worden die brokken van de
schors ontdaan. Dan gaan ze de fabriek
in.
Het spel begint: Vaardige mannenhan
den splijten de brok hout in stukken op
een lintzaag. Snel ziet men hier de ruwe
vorm van de klomp ontstaan. Heel ruw
nog maar. Die vorm gaat nu een echte
Van boom tot klomp. Honderden ku
bieke meters hout per jaar en van iedere
kubieke meter gemiddeld 50 paar klom-
vorm van een klomp krijgen in de zgn. pen. Mooie blankgeschuurde of met sier-
nnnihormciinci'"H"za+ ■!<- „1-,4„ 1:41inr.i i_i
Ingezonden Mededeling (adv.)
Uw laatste kans om toch nog het
diploma H.B.S. A of B te behalen
wordt U nu geboden door R.E.S.A.
Deze bekende schriftelijke cursus
leidt reeds ''jaren op voor het
staatsexamen H.B.S.dat blijkens
Staatsblad 511, zozeer is verlicht,
dat de bezwaren, die er wellicht
waren aan te voeren tegen een
Schriftelijke opleiding, nu vrijwel
zijn vervallen. Grijpt dus deze
laatste kans en vraag nog heden
een prospectus aan bij Resn-
Hilversura. Dit adres is voldoende:
Straatnaam en nummer zijn over
bodig, daar Resa alom bekend is
in Nederland.
AAR DRAAGT MEN NOG DE MEESTE KLOMPEN? Ook op deze vraag
kregen wjj een antwoord.
Niet in Zeeland, zo bleek ons. Hoogstens vijftien procent van hetgeen in
deze provincie wordt gemaakt wordt hier ook gedragen. De rest gaat naar Holland,
d.w.z. naar Groningen en Friesland. De heer Vermeulen in Goes, een van de groot
ste klompenmakers in Zuld-Beveland, levert echter voornamelijk aan de Zeeuwen.
„Ik zelf lever geen vijf procent van
mijn product aan Zeeland" vertelde de
heer Seghers. Hij werkt voornamelijk
voor de grossier hetgeen hem een verlies
oplevert van 15—20 et per paar klompen.
De export is niet noemenswaardig. Er
is thans vraag uit Canada voor honderd
duizend paar klompen in de maten 1423,
De Federatie van klompenmakers heeft
dit kwantum onder de klompenmakers
verdeeld. Vorig jaar zijn er 150.000 paar
weggegaan aan draagbare en 200.000
paar aan sierklompjes. Vooral die kleine
klompjes betekenen een uitkomst. Toch
zullen de klompenmakers meer en meer
reclame moeten gaan maken in binnen
en buitenland.
En het is vaak gebleken, dat som
mige mensen niet eens het gemak van
klompen beseffen. De secretaris van
Prins Bernhard bestelde tijdens zijn
bezoek aan Clinge ook een paar klom
pen. Niet voor zichzelf, maar voor zijn
zoon, die een groot duivenliefhebber is
en dus b'est een paar klompen kon ge
bruiken. De heer Seghers glimlachte
en zei: „Ik maakte er twee paar van
verschillende maten en stuurde die
op"....
Een tijdje later schreef de 'vrouw
van 's Prinsen secretaris terug, dat niet
alleen haar zoon voor zijn duivenhok
veel plezier van zijn klompen had,
maar ook zij zelf. Ze werkte er altijd
mee in de tuin!"....
„Er wordt nog teveel neergekeken op
de klompen" zei ons klompenmaker Ver
meulen te Goes. Hij zelf droeg fraai ver
sierde „trips", lage klompen met leren
bandjes boven op.
Vroeger bestond 50 tot 60% van zijn I
productie uit kinderklompjes. Nu draagt
men liever gummie-laarzen, die slecht
zijn voor de voetjes. „Waarom geen
klompjes?" zegt de heer Vermeulen. „Wjj
maken ze tegenwoordig zo mooi gewelfd
van binnen, dat de voet er meer steun
van heeft dan van een gewone schoen!"
Hij is van mening, dat er, vooral in
de oorlogsjaren, teveel is geknoeid. Het
uitboren gebeurde maar zo-zo. Maar ja,
in die jaren, toen de klompen ook nog
op de bon waren, toen deed iedereen
maar raak. In die tijd, dat er 5 millioen
paar klompen per jaar gemaakt werden,
kéék men niet zo nauw. Veel klompen
makers zijn nog met zo'n voorraad
klompen blijven zitten. Die gooiden ze
voor een appel en een ei op de markt.
En ga daar dan als bonafide klompen
maker eens tegen concurreren I
De concurrentie strijd is fel. Dit bleek
ons ook uit het gesprek dat we met de
heer Seghers hadden. Die vertelde ons,
dat de klompenindustrie het gedaan kréég
dat de omzetbelasting van de klompen
af ging. Dat scheelde 8 tot 10 et per paar.
Maar wat deden nu sommige klompen
makers? Ze lieten hun prijs dienovereen
komstig zakken! En vergaten, dat het
hout toch ook duurder werd
Het is daarom geen wonder, dat alle
klompenmakers en klompenfabrikanten
opnieuw op Zaterdag 3 April te Clinge
bijeen zullen komen om te spreken over
het al of niet voortbestaan van de Zeeuw
se klompenmakers vereniging. Ook zal
men daar het voeren van een reclame
campagne bespreken. Een campagne die
naar men hoopt vruchten zal afwerpen.
„copieermachine". Het is een machine
waarin reeds een model van een klomp
vastzit. Dit model wordt als het ware
door een soort „vinger" afgetast. Naast
die vinger beweegt zich in razende snel-,
heid een. frais. Onder die frais ligt het
ruwe stuk hout dat vorm moet krijgen.
Ronkend vreten de tanden van de frais
zich erdoor. Kijk, in enkele seconden ligt
daar, in ruwe vorm nog maar reeds goed
herkenbaar, een klomp.
Men zou die klomp nog niet kunnen
dragen. Eenvoudig omdat er nog geen
opening in zit.. Dat gebeurt op de boor
machine. Ook daar is een model beves
tigd. Razend vreten ook hier de boorkop
pen zich door het weke hout en ook hier
vliegen de spaanders U om de oren. Ook
hier duurt het proces maar enkele secon.
den.
Daar is de klomp dan gereed. Ruw nog
en nog niet te dragen. Gelukkig, nog niet
alles is machinaal. Er blijft nog handwerk
over, al gebeurt dit buiten Zeeland soms
al machinaal. De handwerkers maken de
klomp van binnen glad. Snel en vaardig
drijven zij hun vlijmscherpe vreemd ge
vormde messen door het binnenste van
de klomp.
En nu is men klaar, zal men denken.
Mis. Op de voor en achterkant van de
klomp zit nog een ronde schijf hout ter
grote van een rijksdaalder. Dat is het ge
volg van de machinale bewerking. Op de
„bekkensnijmachine" gaan die „bekken"
eraf. Dan krijgt het hout pas rust. Op de
droogzolder rijen de klompen zich naast
elkaar. Honderden, duizenden blanke
klompen, die daar veertien tot twintig
dagen te drogen staan.
Na het drogen volgt het schuren.
Wéér machinaal en wel op een razend
snelle schuurband-zonder-eind. Pas op!
Wie zijn vinger er al schurend tegen
houdt is niet gelukkigMaar Se-
gher's dochterdie we ermee bezig
zagen, deed het heel snel en vaardig.
Een andere dochter „ritste" de klom
pen. Ge zoudt dat eens moeten zien!
Met een vlijmscherp mesje van speci
ale vorm sneedt ze in enkele seconden
een fraaie versiering op een klomp, die
onder haar vingers doordanste alsof
het een aardappel was.
lijke krullen geverfde klompen.
Een eeuw klompen-industrie, die lang
zamerhand gaat verdwijnen. Zelfs in het
landje van Clinge en Hulst waar men,
als de scholen uitgaan hoogstens nog twee
of drie kinderen op klompjes naar huis
ziet dartelen....
Ingezonden Mededeling (adv.)
Maag'-jders U
Ingezonden Mededeling (adv.)
he i
en rheumatische pijnen
wrijft U weg met
De echte C.
zijn weer in
kunt weer alles gaan
eten.
R. MAAGTABLETTEN
Nede'iand verkrijgbaar.
geven direct verlichting en zijn pijn
stillend. Vooraanstaande doktoren en
chirurge-, hier te lande, tellen wij
onder onze cliënten. De chte Ameri
kaanse C. R. MAACTA3LETTEN zijn
die lichtgele tabletten.
Alléén verkrijgbaar bij de importeur
LOUIS RIETBERGEN
Nieuwe Binnenweg 400 - Rotterdam.
Vraagt de ratis brochure zonder
enige verplichting.
Het heeft, zo bleek ons, verscheidene
oorzaken. Allereerst deze, dat er in de
oorlog, toen de schoenen schaars waren,
vele mensen klompen zijn gaan maken,
omdat ze er wel een verdienste in zagen.
Dat waren over liet algemeen niet de
allerbeste vaklui. Na de oorlog zijn die
langzamerhand weer verdwenen.
Een andere oorzaak is de prijs van het
hout. Vroeger kostte een goede boom
één of een paar tientjes. Thans betaalt
men er meer dan 100 gulden voor. Het
hout Is duur, want ook andere industrieën
hebben er gebrek aan. De Zeeuwsvlaamse
klompenmakers zijn vrijwel aangewezen
op hout uit België. En België levert veel
hout aan Duitsland en Engeland. Wie
voor de oorlog een paar honderd gulden
had, kon gaan beginnen. En kom daar nu
eens om! Het moet minstens een paar
duizend gulden zijn. Want het handwerk
is niet meer mogelijk. Een handwerker
maakt hoogstens 40 a 50 klompen per
week. Met machines maakt men er zeker
120 paar per persoon. Maar machines zjjn
duur. Onder de twintigduizend gulden
komt men niet klaar. „Ja", zei de heer
Seghers mij „ik had voor de oorlog min
der geld dan nu en toen had ik er gemak
kelijk twee bedrijven van kunnen opzet
ten".
Het is zo, en het geldt trouwens voor
méér industrieën!
Naar een ander vak.
„De klompenmakers sterven uit". Het
vindt ook zijn oorzaak in het feit dat dit
beroep niet meer wordt aangeleerd. De
laatste tien jaar zijn nog geen twee man
in het vak gegaan. Jonge, vreemde
krachten trekt men niet meer aan. Die
gaan een ander vak leren. Hoogstens
de kinderen blijven in het bedrijf han
gen. Men werkt met verouderde krach
ten. De werknemer in de klompenin
dustrie is gemiddeld 50 jaar oud. Die
in de andere industrieën gemiddeld 35
jaar.
„Toch beramen we middelen om onze
industrie opnieuw tot bloei te brengen",
aldus de heer Seghers.
„Ziet U dan een middel?" was myn ver
baasde vraag.
„Natuurlijk zie ik dat!" antwoordde hy.
„Als we de productie aan het verbruik
kunnen aanpassen dan zijn we er!"
Belgen en Hollanders, zo vertelde hij
me verder, hebben zich samen georgani
seerd, want ook de Belgen leveren nog
naar Holland. Als de Belgen echter geen
werk voor hun mensen hebben dan gaan
die maar stempelen „doppen" zegt men
in België maar de Hollanders zitten
met de W.W.-wet. En wie eenmaal in de
W.W.-wet zit, aldus de heer Seghers, die
komt niet zo gemakkelijk meer terug in
het oude bedrijf. Die laat zich omscholen
en dan zijn we hem kwijt!"
„Het enige lichtpuntje" noemde hij, dat
er wellicht zoveel bedrijven zullen afval
len, dat er een kleine kring overblijft
voor wie het werken dan nog lonend is.
Eerste bewoners in „Avondrust"
GOES, Maart Zuid- en Noord
Beveland zijn weer een fraai rust
huis rijker geworden. Aan de Lange
ille te Yerseke staat het gebouw
„Avondrust", het nieuwe tehuis voor
bejaarden van de „Stichting Rust
huizen Zuid- en Noord-Beveland
der Gereformeerde Gemeenten"
Half April zal het officieel geopend
worden. De eerste bewoners zijn er
reeds in getrokken en ze vertelden
ons, dat het hun goed beviel.
En geen wonder. De architect De Jonge
uit Lisse heeft van het oude herenhuis
een werkelijk fraai gebouw gemaakt, dat
de toets der critiek glansrijk kan door
staan. Geen ouderwets en bedompt tehuis,
maar een ruim en practisch ingedeeld
gebouw met fraaie kamers, bad- en dou
checellen en zelf met een (hand)lift staat
daar aan Langeville 19.
Men zou het, buiten staande, niet zeg
gen, want het exterieur moet nog een
kwastje krijgen doch men zal er zeker
geen spijt van hebben gehad, dat men
destijds na afloop besloot tot de verbouw.
Men stond, zo vertelde ons ds F. J. Diele-
man van Yerseke, toen nog in dubio, want
men had ook dringend een verenigings
gebouw nodig.
Het hoofd van het tehuis, de heer J.
Krijger uit Nieuwerkerk, die samen met
zijn zuster op zich genomen heeft de oud
jes te verzorgen, toonde, ons met trots het
nieuwe tehuis.
DE INRICHTING.
Op de benedenverdieping is rechts van
de ingang een gezellige eet- en conversa
tiezaal met daarachter een ruime en zeer
modern ingerichte keuken. Alles blinkt je
er tegen. Links van de ingang bevindt
zich een spreekkamer en daarachter de
kamer van het hoofd van het tehuis. Op
de benedenverdieping bevindt zich voorts
een ruime ziekenkamer.
Op de twee bovenverdiepingen zijn acht
twee-persoons- en tien een-persoonska
mers gebouwd. Zij zijn zeer geriefelijk in
gericht, alle met vaste wastafels.
Het gebouw wordt met een oliestook
inrichting verwarmd. Men twijfelt er niet
aan, dat de beschikbare ruimte spoedig
volgeboekt zal zijn. Naast leden der Ge
reformeerde Gemeenten kunnen ook per
sonen van andere kerkelijke gezindte
worden opgenomen waarbij zij zich dan
bereid moeten verklaren zich te onder
werpen aan de regels van het huis.
Voordat de eerste bewoner kon binnen
trekken moest er heel wat gebeuren maar
het stichtingsbestuur is dankbaar voor de
vele medewerking, die men, ook op fi
nancieel terrein heeft mogen ondervin
den.