NAZARETH ONDERLIJS OPVOEDING CULTUUR En het zaad viel HP i I i O lÉli i B ^GS itemk&MSMMS- 2 Oplossing puzzle van 5 Maari "Tl llT]jpj m mm wÊk w k 7 door Nelly van Dijk-Has. Uit gave van J. H. Kok N.V. te Kampen. Deze roman heeft als motto Lucas 8 1015, waarin we de uitlegging le zen van de gelijkenis van de zaaier. Het zaad is Gods Woord, een deel valt langs de weg, een deel op de rotsbo dem, een deel onder de dorens en een deel in de goede aarde. Wie nu meent dat deze roman een soort parafrase op deze gelijkenis is, zoals dit motto geeft te vermoeden, komt verkeerd uit. We krijgen maar weinig te lezen van het zaad langs de weg, onder de dorens of op de rots bodem. Mevr. Van Dijk-Has vertelt van het zaad dat in de goede aarde valt, althans hoofdzakelijk. Er komen een paar figuren in haar boek voor waarvan men misschien zou kunnen zeggen dat het zaad verstikte. De hoofdzaak is bij haar het zaad, dat in de goede aarde valt en rijk vruchten draagt. Mevr. Van Dijk-Has, die we reeds lazen toen ze nog „Nelly Has" op haar romans schreef, is al vele jaren aan de markt met haar boeken. En we hebben haar steeds gewaardeerd als 'n romancière, die met diepe, christelijke ernst haar taak opvat. Ze behoort tot het genre schrijfsters dat positief chris telijke verhalen geeft. We zouden haar kunnen indelen bij de auteurs van de „probleem-romans", ze wil actueel de vraagstukken, de problemen, waarme de vooral dé jonge mensen te worste len krijgen belichten en zo mogelijk 't antwoord vinden bij Gods Woord. En dat dit niet altijd even gemakkelijk is, zal ze zelf spontaan toestemmen. Ik herinner mij b.v. levendig haar arti kel in een vrouwenblad over „bobbed hair". Dat was in de tijd'toen het mo de begon te worden dat vrouwen en meisjes het haar lieten afknippen. Ik neem aan, dat wat Mevr. Van Dijk-Has toén schreef, haar vandaag zeker niet meer uit de pen zou komen. Natuur lijk is dat niets erg. Integendeel: ik heb liever met dames te doen die wat conservatief en reactionair zijn in zake de mode, dan met haar, die haantje de voorste willen spelen. En waarschijn lijk was ik het zelf in die dagen ook wel volkomen met haar eens. Maar het bewijst wel, dat er altijd een gevaar lijke kant zit aan het schrijven over actuele problemen, te meer wanneer wij die aan de hand van Gods Woord willen oplossen. Iets daarvan meen ik ook te bemer ken in deze laatste roman van haar. Ik weet niet of zij - wel de oplossing geeft van het probleem van het kerke lijk apostolaat en van de kerkelijke evangelisatie en van de redding van het afvallige zaad des Verbonds. Ze zegt vele goede en behartenswaardige dingen. Het boek is vol goede lessen en toepassingen, waarmee we allen onze winst kunnen doen. Er komen ook tendenzen in voor waarbij ik mijn schouders ophaal en me afvraag: is dat nu wel zo? Bijvoorbeeld, wanneer ze de suggestie geeft, dat het „ver bieden" in het christelijke gezin door de ouders de kinderen juist naar ver keerde plaatsen toedrijft, en om nog een voorbeeld te noemen geloof ik evenmin dat we de zondaar (die van zijn vrouw, waarmee hij nog maar kort getrouwd is, doch die bij een bom bardement een mismaakt gelaat over hield, zich laat scheiden, om met een mooi frivool jong meisje te trouwen), behouden, door hem vriendelijk tege moet te treden en hem in de familie kring zonder meer te accepteren. Ik lees over dergelijke dingen wel iets anders in de Bijbel. En zo is er meer te noemen. Met beverigheid maken we van een rotsbodem, of een doornenheg of een stoffig grintpad geen vrucht bare aarde. En al ben ik het volkomen met haar eens, dat er velen met ver keerde instelling onder een preek zit ten en we uiterst voorzichtig moeten zijn met onze critiek op een preek en deze in elk geval steeds door liefde tot de predikant, de gemeente en Gods Woord dient gedragen te zijn, ik lees toch niet in de Bijbel dat „critiek" zonde is, juist in tegendeel lees ik van de gemeente van Berea, dat deze ge prezen werd omdat ze de goede ge woonte had het gepredikte woord in de Schriften te onderzoeken „of deze dingen alzo waren". Mij dunkt: zulk een gemeente blijft de ideale, ook voor een dominee. En zo is er wel meer te noemen. Doch dat betreft niet de grote ge dachte van haar boek: het probleem van onze tijd, de kerk in verval en in afval te bewaren in een wereld, die in het boze ligt en vol geraffineerde verleidingen het op de ondergang der Kerk toelegt. Inderdaad een actueel probleem. We geloven dat de schrijf ster hiervan éne zijde belicht: onze te kortkomingen daarin, onze zonden en ons aandeel daarin, maar dat zij ander zijds in dit werk heeft nagelaten, wat de Schrift ons óók leert: dat in het laatst der dagen de grote afval komen moét, dat deze wereld nog eenmaal haar laatste kansen krijgen zal en de Kerk zal inkrimpen en haar greep op de massa zal verliezen, zelfs op de duur geen christelijke acties meer zal kunnen verrichten, geen christelijke bioscoop, geen christelijke politiek, geen christelijke radio, geen christe lijke sociale actie meer zal kunnen voeren. Ook dié kant heeft hét vraag stuk dat zij aanroert. En ik geloof, dat wanneer we het probleem zó stellen, het licht toch wel iets anders komt te vallen op de secularisatie, die we rond om ons zien, dan deze schrijfster dat werpt op het probleem dat zij be spreekt. Ik geloof, dat, wanneer zij oog had gekregen voor wat de Schrift ons ook hiervan duidelijk zegt, zij dichter bij de realiteit was gebleven dan nu. Want ze heeft nu de loop van haar verhaal wel erg mooi en wenselijk voor ons vroom begeren gemaakt. Maar is de werkelijkheid zo? Is de werkelijkheid niet juist andersom en blijkt het ons niet, laten we ieder maar uit eigen ervaring spreken: dat het uiterst moeilijk en zeldzaam blijft, dat een persoon, een gezin, een geslacht dat van de Kerk afvalt, weer terug keert? Ik weet, dit is een benauwen de realiteit. ï£aar ik geloof dat haar boek meer diepte, meer aan realiteit had ontvangen wanneer ze deze wer kelijkheid had aangegrepen. Intussen, we waarderen haar opzet, en aanvaarden haar boek als een diep ernstig christelijk verhaal, dat boeit en zeker, ook in de conceptie, die de schrijfster gaf, ons veel goeds zal kun nen leren. Daarom gaarne aanbevolen. JERUZALEM, Maart 1954 Onder luid motorengeloei neemt de bus de hellingen van het Galilese bergland. We rijden vanaf Tiberias, dat 200 meter beneden de zee spiegel ligt, naar Nazareth, dat midden in het bergland ligt, ongeveer 450 meter boven de zeespiegel. Over een korte afstand is dit een enorm hoogteverschil, en het valt dan ook niet te verwonderen, dat de bus onder veel protest het gebergte ingaat. We bevinden ons weldra midden in het vriendelijke Galilese bergland, met z'n talloze kleurvarianten. Ergens op een helling zien we een herder, die z'n kudde schapen weidt. Veel voedsel kunnen de arme dieren niet vinden in dit droge land, waar alles verschroeid is door de hete zonnestralen. Duidelijk zien we hier dat de herder niet achter z'n scha pen loopt, om ze op te drijven, maar dat hij voor z'n schapen uitgaat, om ze te brengen naar „grazige weiden". De herder leidt zijn kudde, en de schapen volgen de herder, omdat ze zijn stem kennen. (Joh. 10 vers 4). Rondtrekkende Bedoeïnen hebben hier en daar hun zwarte tenten op geslagen. Op de weg rijden enkele Arabieren op hun kleine ezels, die ze met veel stokslagen voortdrijven. En dan rijden we door het dorp Kana, bekend geworden door het eerste wonder, dat de Here Jezus op aarde deed. We zien geen bruiloftsgasten, slechts enkele Arabieren, die in de bus stappen om naar Nazareth te rij den. Kana is een heel gewoon Ara bisch dorp, zoals er zoveel zijn in Ga- lilea. Voor we het goed en wel beseffen hebben we Kana achter ons gelaten, en rijden we verder in de richting van Nazareth, de stad waar Jezus Z'n jeugd heeft doorgebracht. In de verte zien we de stad, ge bouwd tegen de hellingen van de heuvels en in de valleien, die zich daar tussen bevinden. Deze stad met z'n vriendelijke witte huizen en z'n vele kerken is aan alle kanten om geven door beschermende bergen. We rijden de stad binnen, gaan ra kelings langs een zwaar beladen ka meel, en stoppen midden in de stad. Het is broeierig warm in Nazareth en we willen daarom zo gauw moge lijk een onderkomen vinden voor de nacht. We hebben nog maar enkele meters gelopen, of daar komt een kleine Arabische jongen ons achter op, die ons souvenirs van Nazareth tracht te verkopen. Hij laat enkele ansichtkaarten zien en enkele uit hout gesneden kamelen. We zeggen hem dat we geen tijd en geen lust hebben iets te kopen, Uitzicht op de stad Nazareth. maar daardoor is onze jonge koop man niet ontmoedigd. Met de wei nige Engelse woorden die hij kent, prijst hij z'n voortreffelijke artikelen aan en waarschuwt hij ons voor zijn oneerlijke concurrenten. Als hij ziet dat z'n woordenstroom niet de min ste uitwerking heeft, ziet hij van z'n koopmanschap af, en rept hij met geen woord meer over z'n artikelen. Hij treedt nu op als onze gids en wijst ons met vefel gebaren de weg. Als we moe, na veel geklauter, menen op de plaats van bestemming te zijn aangekomen, bevinden we ons bij het Franse Karmelietenklooster. We vragen een non naar de juiste weg, maar zij vertelt ons dat we in het klooster kunnen overnachten, bij de broeders, aan de overkant van de weg. Ze brengt ons naar de broeders, waar we gastvrij worden op genomen en waar ieder van ons een cel krijgt toegewezen. We rusten wat uit en dan brengt één van de broeders ons naar een restaurant in de stad, waar we wat kunnen gebruiken. De eigenaar van het restaurant komt ons te gemoet en verwelkomt ons op hartelijke wijze. We zijn echter nog maar nauwelijks gaan zitten of daar komt onze jonge koopman de zaal in, gevolgd door enkele van z'n concur renten. Ze komen op ons af, en voor we het goed en wel doorheb ben, stallen ze hun ar tikelen op onze tafel uit. Rijen houten kame len zetten ze neer voor onze verbaasde gezich ten, verschillende an sichtkaarten en andere souvenirs. We kijken om ons heen, en dan zien we enkele schoen- W-v Geen bedrijfspand verhogen? Men schijnt te hebben ge meend dat wij ergens geschreven hebben dat bedrijfspanden niet verhoogd mogen worden. Maar dat is niet juist. Er schijnt trouwens toch misverstand over te zijn. De algemene huurver hoging is er niet op van toe passing. Die bedrijfspanden gaan dus niet automatisch om hoog. De eigenaar MAG wel verhogen tot hoogstens het per centage, maar de huurder kan in verzet komen. De eigenaar zal bijvoorbeeld met verhogen moe ten wachten tot het contract om is. Ook zal hij een verhoging met inachtneming van een ter mijn moeten aankondigen. De huur is dus niet verhoogd als de eigenaar niets vraagt. Vraagt hij het later, dan zal hij het nooit met terugwerkende kracht kun nen doen, maar bijvoorbeeld een maand of week van tevoren. Weigert de huurder, dan zal de kantonrechter moeten beslissen, na huuropzegging door de eige naar. De loonsverhoging i Nee, een dienstmeisje valt niet onder de loonsverhoging. Dat wil zeggen, niet onder de verplichte verhoging. Maar och, maakt het zoveel uit? Als met 5% iemand gelukkig te maken is? Tweede-hands Lezer, de kachel die u bij de smid tweede-hands kocht kon u rustig bekijken van binnen en van buiten. De kachel werd verkocht zonder garantie en zoals hij daar stond. Nu is het natuur lijk jammer dat de koop u tegen viel, achteraf. Maar u kunt naar onze mening geen succes boeken bij een actie om de smid de ka chel te doen terug nemen. Als het nu een nieuwe was ge weest...... Niet doen Iemand krijgt een verkeers ongeluk. Na geruime tijd (de zaak werd afgedaan en kwam niet voor de rechtbank) ver schijnt het „slachtoffer" met een rekening. Goed, de vergoeding was hem stante-pede al aange boden. Voor die rekening kan een geheel nieuwe fiets worden gekocht. De werkelijke schade is een schimmetje. Betalen? Kijk, je hebt mensen die redeneren: we hebben een akefietje, fijn, een slaatje er uit. Bij wijze van chantage gebruikt men dan de rechterlijke macht als boeman. In zon geval kan men maar het beste weigeren en afwachten of hij daar een ci viele procedure van maakt. Zo ja, dan is die nog niet gewon nen, want de kantonrechter kent zijn klanten verdraait goed. Hij vraagt deugdelijke bewijzen, niet van de reparatie alleen, maar ook bewijzen dat de te genpartij die werkelijk heeft veroorzaakt, vooral het feit dat hij zo erg laat komt opdagen on danks een hem direct gedaan aanbod, is al niet erg voordelig. Vermoedelijk is de man door derden een beetje wakker ge maakt en opgeschroefd, u kent dat: jo, je mot dat en dat ook eisen dat lukt altijd. Wanneer melden? Om voor een uitkering van de Werkloosheidswet in aanmerking te komen moet men zich inderdaad binnen 24 uur melden aan een Ge westelijk Arbeidsbureau, le zer. Maar als er zittingsuren in een bepaalde plaats wor den gehouden kan men in plaats van „24" uur lezen op het eerst volgende zit- tings-uur. Men behoeft dan dus niet direct naar dat ver afgelegen arbeidsbureau een misschien kostbare reis te maken. Maar als er geen zit tingen zijn, dan is dat wel nodig. Want: zorg voor die tijdige aanmelding. De huurverhoging Wij moeten het nog maar eens goed zeggen om de lezers post zegels te besparen. Maar de huurverhoging kan geen reke ning houden met particuliere omstandigheden. En de huurad vies-commissie kan en mag dat ook niet. Wanneer een eigenaar ons schrijft: ik moet van die twee huizen leven en kan er alleen komen als ik ze duurder ver huur, is dat toch geen motief. De huurder betaalt toch niet naar zijn inkomen ofnaar het inkomen van de verhuurder? Stel je voor. Omgekeerd schrijft men: Mentor, wij kunnen perse de huurverhoging niet betalen, zullen wij schrijven aan de Mi nister? Ook dat is zinloos. Want de verhuurder kan evenmin rekening houden met de finan ciële omstandigheden van de huurder. Ook dat is niet logisch gedacht. Dan zou immers geen enkele verhuurder mensen met een laag inkomen willen hebben. Evenmin houden de mensen die huizen moeten schilderen en/of repareren hiermee rekening. Al leen wanneer een huis in uiterst slechte staat van onderhoud jverkeert, bijna bouwvallig is, wil de commissie de huur wel eens lager vaststellen. Maar dat komt erg weinig voor. Vraag het even Onze abonné's kunnen iedere moeilijkheid aan onze medewerker voor leggen. Zij krijgen des gewenst steeds antwoord in een persoonlijk schrij ven. Brieven moeten wor den gericht aan de redac tie en links in de hoek v. d, enveloppe moet wor den geschrevenRaads man. Op uw briefpapier gaarne uw naam en adres in blokletters. Voor de antwoorden wordt niets in rekening gebracht,* Over de volgende onder werpen kunt u (onder meer) vragen stellen: ju ridische aangelegenheden, sociale verzekeringen, as suranties, erfeniskwes ties, woning-aangelegen heden, alles wat ligt op het terrein van het maat schappelijk werk, per soonlijke moeilijkheden, huishoudelijke vraagstuk ken (recepten, bloemen- verzorging etc.)opvoe dingsmoeilijkheden en al wat aanleiding kan geven voor zorgen of moeilijk heden. Alle brieven wor den strikt vertrouwelijk behandeld. De electrisch verwarmde deken. Horizontaal: 2 pas; 11. grondwetsher ziening; 14. int.; 15. dom; 16. akten; 17. ara; 19. dus; 20. genie; 21. kreek; 22. gene; 24. inkt; 26. los; 27. email; 30. Noë; 31. ode; 32. ons; 33. R.S.; 34. adé; 36. Rb; 37. kat; 38. toe; 39. dak; 40. ed.; 41. re. Verticaal: 1. nacht; 3. prikkeldraad; 4. integer; 5. uw; 6. sterkte; 7. kreu kel; 8. ei; 9. onderin; 10. onmisken baar; 12. ont; 13. ion; 18. ar; 19. de; 23. noest; 25. noord; 28. maat; 29. idee; 35. dons. |H| lilllkj Tf! Correspondentie uitsluitend te richten aan: J. Joosse, Eigenhaardstraat 6 te Middelburg. Hier een partij, gespeeld in de wed strijd Middelburg IIISouburg I, Z. S. B. 2e klasse A, door de heren A. Lich- tendahl (Middelburg III) en J. Keme- ling (Souburg I). Beide partijen staan na de opening vrijwel gelijk. Zwart volgt dan echter een verkeerd plan waardoor Wit beter komt te staan, doch Zwart kan er zich nog aardig uitredden. Op de 29e zet kijkt Zwart iets over het hoofd en komt in een matnet terecht. Wit. A. Lichtendahl. Zwart: J. Kemeling. Philidor-verdediging. 1. e2e4 e7—e5 2. Pgl—f3 d7d6 (de zgn. Philidor-verdediging, die niet meer zo 'dikwijls wordt gespeeld). 3. h2h3 (om Lg4 te beletten wat wel eens lastig kan zijn) 3Pg8—f6 4. Pblc3 Pb8c6 5. Lflc4 Lf8e7 6. a2a3 (met het doel de L na Pa5 op a2 te plaatsen, en ook zoals in de partij ge beurt,door b4 de Lel te ontwikkelen) 60—0 7. b2b4 a7a6 8. 0—0 b7b5 9. Lc4a2 Lc8d7 (m.i. was hier Lb7 beter op zijn plaats, daar doet hjj meer dienst dan op d7) 10. Lel—b2 Dd8c8 (Zwart heeft al plannen voor een L- offer op h3, en speelde daarom mis schien de L op d7). 11. Pf3h2 (Wit staat het offer niet toe; zonder gevaar was het ook niet omdat de wit te stukken nogal veraf staan voor de verdediging) 11. Pc6d8 (dit P gaat zijn weg over e6 zoeken en maakt ruimte voor c5. Een goed plan). 12. d2d4 e5xd4 13. Ddlxd4 Pd8e6 14. Dd4e3 c7c5 15. Pc3d5! Dc8d8 (slaan op d5 gaat niet) 16. Pd5xe7f Dd8xe7 17. e4e5 Pf6—e8 18. e5xd6 De7xd6 19. Tal—dl Dd6c7 20. b4xc5 Pe6xc5 21. De3—c3 (Wit heeft nu het beste spel, er dreigt nu van alles. Zwart kan zich nog net staande houden) 2 1Pe8—f6r 22. g2g4? (Met de duidelijke bedoeling g5 te spe len. Maar met Td7 kon Wit hier twee stukken voor een Toren, b.v. Td7:, Dd7:, Dc5: enz. Slaan met een van de Paarden op d7 gaat niet wegens mat of Dame-verlies). 2 2h7h6 23. Tdld5 (nog steeds was Td7 mogelijk) 2 3Ta8c8 (m.i. was hier Pe6 wel iets beter. Wit heeft dan ook niet beter dan Dc7). 24. g4g5 h6xg5 25. Td5xg5 Pc5e4! (er dreigde Tg7:, Kg7:, Df6:f enz.) 26. Dc3xc7 Tc8xc7 27. Lb2xf6 Pe4xf6 28. Ph2—f3 Ld7xh3? (beter Tc2: met aanval op La2 en daarna Lh3; b.v. Tc2:, Lb3:, Tc3:, Pd4:, Lh3 enz., of Tc2:, Lbl:, Tc3 enz.). 29. Tfl—cl Lh3—d7 (het beste was nu Le6, om de La2 uit te schakelen. Zwart ziet het gevaar van Pf8, e5, g6 niet). 30. Pf3e5! Pf6—e4? 31.Tg5h5 Pe4c3 (het enige was nu weer Pf6). 32. Pe5g6ü (nu is er geen ontkomen meer) 32Pc3e2j (het schaak der wrake) 33. Kglh2 en Zwart gaf het op. Een aardige partij. De ladderwedstrijd. Hier volgen eerst de oplossingen der vorige problemen. Probleem 101. a b c d e i g Wit aan zet wint (mat of D-winst) 3 punten. Probleem 99. Oplossing 1. Ta7a8f, Tg2g8; 2. Kf6—f7!, (dreigt Th6f) 2Kh8— h7; 3. Ta8xg8 en wint door Tg7f enz. Probleem 100.' Oplossing: 1. Pf7!, Kf7; 2. Lc4f, Ke7; 3. Dh5!, De8; 4. Dg5f, hg5; 5. Lg5f mat. En nu de nieuwe opgaven. Probleem 101 (zie diagram). Wit: Kgl, Df8, Tc7, pionnen a2, f2, g3, h2. Zwart: Kg4, Dd5, Td2, pionnen a7, b6, g5, h7. Wit aan zet wint (mat of Damewinst). Probleem 102 (zie diagram). Wit: Kh3, Dd4, Tgl, Te5, pionnen a2, b2, c2, d4, f5. Zwart: Kf8, Df6, Th6, Tb5, pionnen a6, c7, c6, f6, h5. Wit aan zet wint (mat in 3). Probleem 102. abc detg h Wit aan zet wint (mat in 3) 3 punten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 10