De landarbeider, hij ploegt voort in goede en kwade tijden. DEZE WERELD van ö&g tot öaq de loupe Oprichting van Nederlandse Export-Federatie* tentoonstelling-personenautomobielen en onderdelen L« erecht vaardigde conclusie 1 Oorlogspropaganda 1 7 oen en nu40 jaar JN. C. L. B. Huib van Vliet: „Het verschil is groot en we kunnen God er niet genoeg voor danken Dat de jongeren niet vergeten. Voorlichting en uitwis seling van ervaringen. LIKDOORNS aaSü? Rumoer rond McCarthy V Weer onderhandeling gen over de Perzische olie* £te ïiadia faienqt oni Vrijdag 5 Maart 1954 ZEEUV'SCH DAGBLAD pagina 3 AAI Ingezonden Mededeling (adv.) 1 RAI-Gebouw Amsterdam 26 Februari t/m 7 Maart Onder Met de conclusie die het moderamen van de Generale Synode der Ned. Herv. Kerk getrokken heeft in haar schrijven aan de minister van oorlog inzake jeugd en leger, zal ieder het wel eens kunnen zijn: een maatregel die bedoelt de defensieve kracht van het Westen te versterken, moet niet als resultaat hebben, dat in feite de geestelijke factoren die de eigenlijke kracht van het Westen behoren uit te maken, worden ondermijnd. De vraag moet echter gesteld wor den, of dit thans gebeurt. Zijn de aan gevoerde argumenten inderdaad zoda nig, dat men overtuigd raakt, dat door het organiseren van legerjeugddagen en dergelijke onze jeugd in een soort oorlogsextase raakt? Dat men alleen nog maar de romantiek (wat bedoelt men daarmee eigenlijk in dit ver band?) gaat zien en niet het verschrik kelijke van het oorlogsapparaat? Laten we eens even de propaganda op de scholen buiten beschouwing la ten, want die is maar aanleiding tot dit schrijven. In feite wordt hierin iedere propaganda voor het leger, althans onder jeugdigen, uit den boze ge noemd. En wel hierom, omdat de oor log in al zijn rauwe verschrikking dient te worden gezien als „een vreemd en oneigenlijk werk der over heid". Hiermee kan men accoord gaan, als men er tenminste aan toevoegt, dat het een werk is dat desondanks in som mige gevallen noodzakelijk is. Endaar draait de zaak nu juist om. Geen wel denkend mens juicht oorlog toe en die hele grootscheepse defensie-inspanning die we ons heden moeten getroosten is in diepste wezen een betreurens waardig verschijnsel. Maar de feiten liggen er en men heeft ze te accepte ren. Het lijkt ons toe, dat bjj het mode ramen hier de schoen wringt. In het begin van het schrijven merkt men op, dat men de vraag of de moderne wijze van oorlogvoering al dan niet geoor loofd is, in het midden wil laten juist omdat men hier niet een posi tieve uitspraak heeft kunnen en wil len doen, komt men tot deze negatieve houding. Wij zijn niet theologisch ge schoold en daarom zien wij de zaak misschien te simplistisch. Oorlog is naar onze mening een gevolg van de zondeval en daarom een boos iets. Des ondanks zijn er rechtvaardige oorlogen onze vrijheidsstrijd tegen Spanje achten wij daarvan een voorbeeld. En als men eenmaal hiervan overtuigd is, dan doet de wijze waarop niet zo heel veel meer af of toe. Wie een gulden steelt is een dief en wie honderddui zend gulden steelt is een dief en of men nu een oorlog voert met pijl en boog of met autoombommen, die oorlog is rechtvaardig of onrechtvaar dig. Misschien zien wij dit alles ver keerd en dan houden we ons aanbevo len voor een nadere uiteenzetting! Keren we terug tot het eigenlijke onderwerp: wat doet die legerpropa- ganda ten opzichte van de jeugd? Ver heerlijkt zij de oorlog ten einde kader te winnen en gebruikt zij aldus metho den die we in een bloedige oorlog heb ben bestreden? Wij geloven er niets van! Waarschijnlijk omdat wij de grens tussen objectieve voorlichting en propaganda, zoals het moderamen die wil, niet zien. Wij begrijpen niet zo goed hoe men bij voorlichting kan ver mijden dat sommige naturen enthou siast worden. Wil men dan de jeugd doen voorlichten door officieren bij wie het er duimen dik bovenop ligt, dat zij een gruwelijke hekel aan hun werk hebben? Dat lijkt ons paedago- gisch zeer onverantwoord! Nog afge zien hiervan dat men hierdoor een aversie zou kweken tegen de militai re dienst, die ook die jongens toch zul len moeten vervullen! Als we heel eerlijk moeten zijn, dan moeten we bekennen, dat we in dit schrijven weer een soort „jeugdbe scherming tegenkomen, die volkomen overbodig is. Men schrijft en praat maar steeds over „die jeugd van te genwoordig" zonder te bedenken hoe veel onrecht men daardoor de jeugd aandoet. Heus, die jongens van tussen de 15 en 18 zijn niet gek! Velen heb ben meer over de verwoestende wer king van atoombommen en waterstof bommen gelezen dan U en ik mis schien. Wie denkt dat zij zich laten aanpraten dat oorlog een romantisch spelletje is, is er heel ver naast. En wie meent dat zij zich zo maar even door een officier van de Legervoor- lichtingsdienst laten bepraten tot dienstneming, vergist zich al evenzeer. (Van onze g-redacteur). UTRECHT, 4 Maart 1954 Hoe waar het ook moge zijn, dat Neder lands toekomst ligt in de industrialisatie en dat een steeds groter deel van ons volk zijn brood zal moeten verdienen in de fabrieken, toch zal het voor dit dagelijks brood en voor vele andere eerste levensbehoeften steeds aangewezen blijven op de arbeid van hen, die trouw blijven aan de oude stiel op het platteland. Die de lokking van de fabrieksschoor stenen in de verte weerstaan en doorgaan met ploegen en eggen, zaaien en oogsten, hooien en melken. De boer klaagde voorheen vaak, dat zijn werk maar weinig waardering genoot bij de stadsmensen, die blijkbaar dachten dat het brood aan de bomen groeide en de melk uit de pomp kwam. In de oorlogsjaren is dat wel wat verbeterd. Maar een groep, die nog minder waardering genoot in het verleden en wier arbeid wel zeer karig werd beloond, dat was die groep van onmisbare helpers van de boer, de landarbeiders. Onmenselijk zwaar was vaak hun werk, lange dagen maakten ze en in krotten woonden ze. Hun loon was vaak een hongerloon, hoewel hun werk een volk van honger behoedde. enige kamer. Daar werd gewoond, ge kookt en - in de hoge bedstee - ook ge slapen. De huur was drie kwartjes in de week. Later verdiende ik bij de boer f 10 tot f 12 in de week en toen zijn we ver huisd naar een woning van een daalder. Tjonge, tjonge, zeiden de mensen toen, dat kan die kerel toch immers nooit be talen!" Verbeteringen. Gelukkig behoort deze achteruitstelling nu vrijwel tot het verleden. Ook voor de landarbeiders Is een zonniger tftd aan gebroken, waarin zij als volwaardige be- drijfsgenoten van de boer en als vakman op hun terrein worden erkend. De land arbeiders!) onden hebben in de langzame groei naar betere arbeidsverhoudingen op het platteland een werkzaam aandeel ge had. En onder die bonden neemt de thans jubilerende Ned. Chr. Landar^pfriprs*^^'* met ere 7Ün nïaats in. riaio Tegenover ons, aan de andere kant van de gezellig snorrende kachel, zit Huib van Vliet. Hij geniet van een welverdiende rust, na zijn gehele leven landarbeid te hebben verricht. Uit eigen ervaring kan hij vertellen over die tijd zo rond 1900. Een tijd waarvan de se cretaris van de N.C.L.B., de heer Oude kerk, altijd zegt dat de landarbeiders toen „zwart zagen van dienstbaarheid van vnet Kouu er weer helemaal In, als hij vertelt hoe hij als jonge landarbei der, pas van de school, 's zomers om 4 uur opstond om dan van vijf tot 's avonds zeven te gaan werken vooreen kwartje per dag! „En hoe kwamen de losse arbeiders hier toen 's winters aan de kost?", zo vra gen we. „O, dan werkten we van 5 tot 5 uur in de vlasketen om het vlas te zwingelen' is het antwoord. „Na een uur werken gin gen de olie-lampen uit van het stof en er was geen frisse lucht meer te bekennen. Je longen gingen kapot van dat werk en aan het eind van de week bracht je dan zes gulden thuis. In het voorjaar had je dan nog een week of vier, dat er hele maal geen werk was. Uit verveling gin gen we dan maar een potje knikkeren met elkaar". „Maar waarvan moest de schoorsteen dan roken in die weken?" „Wel, dan werd er gepoft bij de bakket en de kruidenier. Alleen het hoognodige werd gekocht en dat ging „op de lat". Met veel hangen en wurgen werd dat dan terug' >M. als er weer w&t te verdie nen Da,, graten we over het vlasplukken in Groningen en op Texel,' waar toen groepen landarbeiders uit verschillende streken voor twee weken naar toe trok ken. Ze verdienden daar met hard wer ken een halve cent per bos. Nu wordt zeker het vijfhonderdvoudive van dat bedrag betaal' „Ik was ee.i van ae sueiste plukkers al zeg ik het zelf", vertelt Van Vliet. „Als ik dan na twee weken zwoegen met f 40.thuis kwam, was dat een grote bijzonderheid, waarover de an deren jaloers praatten. Elke avond ging je doornat van het transpireren slapen, met de kleren aan. Dat droogde 's- nachts dan wel weer. Als onze ploeg bij het naar huis gaan in de trein stapte, liep heel de coupé leeg vanwege de weinig aangename geur, die we ver spreidden. Ja, dat waren tijden „En hoe woonde u, toen u pas getrouwd was?" „Nou, dat wonen, dat was niet veel bijzonders hè vrouw, hoewei we ln dat eerste huisje toch erg gelukkig zijn ge weest. Het huis mat 214 bij 3 meter en als je de deur open deed, stond je zo in de Dan praten we over de verbeteringen, die er vooral na de oorlog in de positie van en de waardering voor de landarbei der lijn gekomen. tiet verscnil is ontzaggelijk groot en vind, dat we God daarvoor niet genoeg kunnen danken", zegt onze gastheer „Vroeger kwamen de landarbeiders meestal in de armenhuizen terecht, als zij kromgewerkt en oude waren. Nu zijn die huizen er bijna niet meer. Ik zit hier nu met moeder de vrouw in een gezellig huisje. Ik trek ouderdomsrente, ik heb een uitkering van het bedrijfspensioen fonds voor de landbouw en dan nog een aanvulling van de Noodwet Ouderdoms voorziening. Ook werk ik nog wat op m'n lapje grond en kunnen we er van komen zonder ergens de ha""» on te Van vliet vindt, aai ue tanaaroeiders van nu het oneindig veel beter hebben, dan de oude garde het vroeger zelfs in haar stoutste dromen had kunnen den ken. Kortere werktijden, vacantie en snipperdagen, kinderbijslag, bedrijfs- pensioen, uitkeringen bij werkloosheid en ga zo maar door. „Ik ben er harte lijk blij om, maar de dankbaarheid voor dat alles is bij de jongeren zelf wel eens zoek", zegt hij. „En hetzelfde geldt voor de spaarzaamheid en de arbeids- lust. In de grieptijd van 1918 was ik 7 maanden zwaar ziek, Met vijf kinderen moesten we rondscharrelen van f 7.25 in de week, een uitkering van het zie kenfonds van Patrimonium. Toen ift nog maar nauwelijks kon staan, krab belde ik met behulp van een stok al weer naar het land en door Gods gena de kon ik toen aan het werk blijven. Nu blijven sommige jongeren thuis voor een zweertje aan hun vinger. Ik ben o zo blij, dat de toestand zo veranderd is. Ik hoop alleen maar, dat de jongeren nooit zullen vergeten hoe het vroeger is geweest en dat ze dankbaar zijn en blij ven voor wat nu mede dank zij het werk van de N.C.L.B. werd bereikt". Jan. Een uur later staan we met dikke klei klonters aan de schoenen ergens achter in het land voor een sloot. Aan de over kant is Jan de Graaf druk bezig met het schoonmaken van dit scheidingswater. Hij is een vertegenwoordiger van de jonge generatie, heeft vier kinderen en is be stuurslid van de plaatselijke N.C.L.B.-af- deling. Van over het water geeft hij zijn oor deel over de huidige positie van de land arbeider. Kort, want het werk gaat voort. „Natuurlijk ben ik dankbaar voor wat in deze 40 jaar werd bereikt", zo zegt hij. „Maar wij, jongeren, hebben die erg slechte tijd nu eenmaal niet bewust mee gemaakt en daarom spreken die verbete ringen ons niet zo sterk aan als de oude ren. Wij kijken nu eenmaal meer naar de toekomst. De vaste arbeiders hier ver dienen nu zo 'n kleine f 50.Met mijn kinderbijslag daarbij geteld, kan ik wel zowat rondkomen, maar het is uitkijken en erg zuinig zijn. De losse arbeiders maken soms wel f 60.of f 70.in de week, maar daar staat tegenover dat ze bij regen of onwerkzaam weer al gauw zonder werk zijn. Ik houd meer van een vaste baan, al levert dat wat minder op". „Dus verlangens zijn er toch nog wel'" „O ja, natuurlijk, dat zal altijd wel zo blijven ook op deze wereld. De boeren hebben tegenwoordig ook hun verlan gens, nu het met de arbeidsvoorziening in de landbouw soms spaak loopt. Maar kla gen wil Ik beslist niet. Heel belangrijk vind ik, dat de achteruitstelling van de landarbeid bij de industrie-arbeid zo sterk verminderd is. Vroeger kreeg je bijna een minderwaardigheidscomplex als je „maar landarbeider" was, afgezien nog van het toonverschil. En dan denk ik ook aan de samenwerking tussen de werkgevers- en werknemersbonden, aan ons pensioen fonds en zo meer. Nee, ik vind, dat we bij dit jubileum van onze bond zeker heel dankbaar moeten zijn". Dan buigt De Graaf zich weer over de sloot. Hij is nog lang niet aan zijn pensi oen toe en het werk wacht. En zoals hij daar staat in het wijde land, staan overal in Nederland mensen gebogen over de aarde. Kleine, zwarte figuren onder een wijde hemel. Zij ploeteren en zwoegen om aan de grond het voedsel te ontwortelen. De zegen op hun werk betekent de vervulling van de bede „Geef ons heden ons dagelijks brood". Zij ploegen voort in goede en kwade tijden, evenals de boer. En ook zij verdienen de waardering van hun landgenoten voor het werk hunner handen, een waardering die geluk kig in de laatste 40 jaar in steeds toenemende mate hun deel is ge worden. Ingezonden Mededeling (adv.) Wegwijzer voor zaken en combinaties. AMSTERDAM, 4 Maart. Door centrale voorlichting en door onderlinge uitwisseling van zakelijke ervaringen de export bevorderen, dat is, kort samen gevat, het doel van de Nederlandse Ex port Federatie, waarvan op Woensdag 17 Maart a.s, in het Groothandelsge- w bouw te Rotterdam de oprichtingsver gadering zal worden gehouden. Het initiatiefcomité onder voorzit terschap van de heer J. Polak van Vollenhoven, oud honorair consul-ge neraal voor Noorwegen, meent, dat het gehele Nederlandse bedrijfsleven be hoefte heeft aan meer training en vor ming in exportzaken. De federatie in oprichting wil dan ook niet treden op het terrein van bestaande instituten of exporcombinaties, doch wil eenvou dig als wegwijzer dienen voor alle on dernemingen, die bij export belang hebben, industrieën zowel als handels firma's op elk gebied. In gewestelijke samenkomsten wil zij door het houden, van lezingen contacten leggen en dA ervaringen van de een ten nutte mak«S van de ander. Elke maatregel wil de federatie steunen, die tot bevordering van ex port kan leiden, doch zelf zal ze geen zaken doen. De leden zal de juiste weg worden gewezen, die bewandeld moet worden om het beoogde doel te berei ken. Vaak hoort men namelijk de klacht, dat exporteurs soms te veel ei- profiteren van de wetenscnap op ex- genhandig te werk gaan en te wein'~ portgebied, die voor hen beschikbaar staat "bij de verschillende officiële en semi-officiële instellingen. Aangezien de federatie geen duplicerend werk wenst te doen, zal zij haar leden dus op weg helpen, zakelijke contacten be vorderen en hen stimuleren te putten uit de bronnen van ervaring, hetzij bij producenten en exporteurs, hetzij bij de daartoe aangewezen lichamen. Ook de vele reeds bestaande exportcombi naties voor diverse bedrijfstakken worden hierbij niet uitgesloten en ook zij, zo meent het 'initiatiefcomité, be hoeven dus in de federatie geen enkele bedreiging te zien. Een op te richten hoofdsecretariaat der federatie zal daarbij een bemiddelende functie uit oefenen. Ingezonden Mededeling (Adv.) ">et onhandige likdoorn ringen en ge- vaanjke scheermesjes. Een nieuw vloeibaar middel, NOXkCORN, neemt de pün weg ln 60 seconden. Eeltplekken en eksterogen ver schrompelen met wortel en al. Bevat gezui verde wonderolie, lodlum en het pijnstillen de benzocaïne. Een flesje NOXACORN Antiseptisch Likdoornmiddel van f. 1 36 bespaart veel ellende. We geloven dat we de zaak beter eens kunnen omdraaien: in velen van de jongeren leeft de afschuw voor de oorlog haast nog sterker dan onder de ouderen maar beter dan bij de ouderen leeft bij de meesten het be sef, dat alleen door de grote defensie- inspanning van thans oorlog kan wor den voorkomen. Deze jongeren gelo ven in het Atlantisch Pact en in de Europese Defensie Gemeenschap en zij willen er iets voor doen. Te menen dat zij in een oorlogspsychose de geeste lijke kracht van het Westen zullen on- 11 dermijnen, is een unfair verwijt aan 't J adres van onze jeugd! President Eisenhower heeft ge reageerd op de methodes van McCarthy, die met zijn terreur vele Amerikanen in de ban heeft, Het was hoog tijd, want in Ame rika zag men uit naar het ver lossende woord van de presi dent om de voorzitter van de Ame> rikaanse senaatscommissie, die de opdracht heeft de communistische infiltratie in Amerika tegen te gaan een toontje lager te laten zingen, Want de Senator was toch inder daad wel wat te ver gegaan. Een dag voordat Eisenhower zijn ver. klaring zou afleggen schreef Walter Lippmann in de New York Herald Tribune, dat het hele volk opziet naar leiders, die niet bang zijn voor hem (McCarthy). „Wij verslaan ons zelf als wij, het zij opzettelijk, hetzij door onachtzaam heid, methoden gebruiken, die niet in overeenstemming zijn met de Ameri kaanse traditie van recht en billijk heid", zo zei Eisenhower. Even later stelde de President echter McCarthy in het gelijk door toe te geven, dat er in derdaad fouten waren gemaakt door 't leger en de Senator zelf liet even daarna heel Amerika weten, dat hij gewoon door zou gaan met het ont maskeren van domme verwaande hooggeplaatste functionarissen, ook al zijn het generaals. Ziezo, daar kon Eisenhower het mee ogenblik tegemoet, dat zij voor commissie moeten verschijnen. Men heeft reden om bang te zijn, Want wie ook maar even iets met het communisme te maken heeft gehad, vliegt er uit. En de" methodes die bij het verhoor worden toegepast zijn nu niet bepaald vriendelijk. Door de verklaring van Eisenhower is de politieke sfeer niet minder ge spannen geworden. Er is fel gereageerd op de houding van de Senator. De Amerikaanse vrij heden zijn in gevaar, zo was het com mentaar. Als voorzitter van de se naatscommissie gaat hij ver zijn hoek je te buiten. Hij doet wat goed is in zijn eigen ogen en treedt als dictator op. Of men nu klerk derde klas is of minister, men moet luisteren naar de afgevaardigde in de Senaat. Hij maakt .«A*. de val te pareren door net te doen of zijn neus bloedde. McCarthy liet zich niet van zijn stuk brengen. Toen generaal Zwicker, die hij wat fors onder handen had genomen, zich beklaagde bij zijn chef, minister Stevens, draaide het hier op uit, dat de minister zelf voor de commissie werd gedaagd. En de minister boog zijn hoofd. De reactie in Amerika was fel. Het is met de demo cratie gedaan zo zei men. We hebben niets- meer te vertellen. De tegenstanders van McCarthy zagen uit naar de laatste man in het land, die McCarthy op zijn plaats zou moeten zetten, President Eisenhower, zoals ex- President Truman hem ook een lesje had gegeven. Het resultaat van de reactie van Eisenhower is geweest, dat McCarthy in geen enkel opzicht in de hoek is ge drukt. Wel sprak de President zich uit als tegenstander van minder juiste methodes, maar hij noemde daarbij niet de naam van de Senator. En hij liet minister Stevens alleen staan door te zeggen, dat er inderdaad fouten wa ren gemaakt door het leger, hoewel de hele kwestie, waar McCarthy zoveel lawaai over maakte, eigenlijk weinig om het lijf had. misbruik van zijn positie om zijn eigen macht uit te breiden, om, zoals gezegd wordt, zijn hogere politieke aspiraties. Inderdaad staat McCarthy, die een onbeperkte macht van de Senaat heeft gekregen, voor niets. Gezegd kan wor den, dat hij zijn strijd tegen het com- doen. Zijn woorden hadden weinig in- munisme met succes voert, maar hij druk gemaakt op McCarthy, die er niet aan denkt om de koers, die hij volgt, ook maar enigszins te wijzigen. Voor tal van Amerikanen moet het een ^teleurstelling geweest zijn, dat Eisenhower de voorzitter van de onaf hankelijke senaatscommissie niet even stevig op zijn juiste plaats heeft ge zet. Zij zien nu weer met vrees het gaat wat rigoreus te werk, waarbij hij zijn eigen politieke belangen niet vergeet. En dat vooral wordt hem kwalijk genomen. Opzienbarend was al zijn recht streekse aanval op de persoon van oud-President Truman, die toch zeker van 'alle communistische smetten vrij is. Deze geharde politicus wist de aan- De situatie is thans zo, dat het poli tieke rumoer rond McCarthy voorlopig niet is verstomd. Als voorzitter van de Senaatscommissie heeft McCarthy alle rechten om iedereen ter verantwoor ding te roepen. Hem te ontslaan zal niet gemakkelijk gaan. Daarvoor heeft hij nog te veel aanhang. Maar toch zal er een ogenblik moeten komen, dat iemand stop tegen hem zegt. Dat zal dan de Senaat moeten doen, die hem vrij mandaat heeft gegeven. Eisenho wer was in de gelegenheid om hem een toontje lager te laten zingen. Maar dat heeft hij niet willen en waarschijn lijk niet kunnen doen. De prestige van de President heeft hierdoor een knauw gekregen. LONDEN, 4 Maart. De onderhan delingen ter regeling van het Perzi sche olievraagstuk zullen zo spoedig mogelijk in Teheran beginnen, ver moedelijk nog vóór 21 Maart a.s. De onderhandelingen worden gevoerd tus sen vertegenwoordigers der acht olie maatschappijen (waaronder de Ko ninklijke Shellgroep), die een consor tium zullen vormen voor de verkoop van Perzische olie, en de Perzische regering zonder rechtstreekse deelne ming van vertegenwoordigers der Brit se regering. ZATERDAG 6 MAART 1954. HILVERSUM L (402 m.) VARA: 7.00 Nws. 7.13 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Orgelsp.. 8.40 Gram. 8.55 Voor de vrouw. 9.00 Gym. 9.10 Gram. (Om 9.30 WaterstJ. VPRO: 10.00 „Tijdelijk uitgeschakeld", caus. 10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20 Voor de ar beiders in de continubedrijven. 11.35 Pia no, viool en cello. 12.00 Gram. 12.30 Land en tuinb. med. 12.33 Gram. 13.00 Nws. 13.15 VARA-Varia. 13.20 Orgelsp. 13.45 Sportpraatje. 14.00 Lichte muz. 14.25 Huismuz. 14.50 Amateursprogr. 15.15 „Eerst denken, dan doen", caus. 15.30 Ac cord. ork. en solist. 15.55 Boekbespr. 16.10 Omr. ork. 17.00 Radioweekjournaal. 17.30 Moderne Amerikaanse muz. 18.00 Nws en comm. 18.20 Pianospel. 18.35 Lichte muz. 19.00 Artistieke Staalkaart. VPRO: 19.30 „Passepartout", caus. 19.40 „Het boek Handelingen", caus. 19.55 „Deze week", caus. VARA: 20.00 Nws. 20.05 Gevar. pro gramma. 22.00 Socialistisch commentaar. 22.15 Weense muz. 22.40 „Onder de pan nen", hoorspel. 23.00 Nws. 23.1524.00 Gram. HILVERSUM H. (298 m.) KRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gewijde muz. 7.45 Morgengebed en lit. kalender. 8.00 Nws en weerber. 8.15 Gram. 9.00 V. d. huisvrouw. 9.40 Gram. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Bariton en piano. 10.55 Gram. 11.00 Voor de zieken. 11.45 Gram. 12.00 Angelus. 12.03 Gram. 12.30 Land- en tuinb. med. 12.33 Gram. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws en Katholiek nws. 13.20 Amus. ork. en solist. 14.00 Boekbespr. 14.10 Voor de kinderen. 14.20 Engelse les. 14.40 Gram. 15.15 Kron. v. Letteren en Kunsten. 15.55 Metropole Ork. en soliste. 16.30 „De Schoonheid van het Gregoriaans". 17.0b Voor de jeugd. 17.55 Sport. 18.00 Voor de jeugd. 18.15 Journalistiek weekoverz. 18.25 Dansmuz. 18.40 Regeringsuitz.: Atlantisch allerlei. 19.00 Nws. 19.10 Gram. 19.20 Pari. overz. 19.30 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Radio Onderwijs Congres. 20.50 Gram. 21.00 „Werkers van 't Elfde uur hoorsp. 21.50 Gram. 22.05 Act. 22.15 Gram. 22.30 „Wij luiden de Zondag in", Avond gebed en lit. kalender. 23.00 Nws. 23.15 Nws in Esperanto. 23.2224.00 Radio Philharm. ork.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 3