STEEDS MEER ZEEUWEN TREKKEN WEG
ONZE CONCLUSIES
Inwonertal van onze provincie
liep met 1072 terug
I
VERLIES IN
64 GEMEENTEN
Platteland stoot bewoners af,
stadsbevolking neemt toe
DE POSITIE DER EILANDEN
Cijfers en conclusies over het bevolkingsverloop in 1953
Industrievestiging is voor
Zeeland onontbeerlijk
Emigratie
ligt de Zeeuwen niet
zeeuwsch dagblad
Ramp had grote invloed
op de cijfers
En niet alleen de werkgelegenheid
is oorzaak
Dezeeitvse ste
den verdienen ze
ker afzonderlijk de
aandacht. (Om geen in
gezonden stukken te krij
gen: het gaat niet om alle
Zeeuwse steden, maar om
de grootste!) het is nog
altijd zo, dat Vlissingen
verreweg de meeste in
woners telt. Dan volgt
Middelburg. De derde
stad is Terneuzen, „op de
voet" gevolgd door Goes.
Jongeren trekken
weg
s
Saterdag 13 Februari 1954
pagina 5
SOMBER is voor de provincie Zeeland het jaar
1953 geweest De grote stormvloed van de le
Februari eiste wreed het leven van honderden
Zeeuwen en verdreef duizenden van de grond, die
hun lief was. Nog zijn niet allen teruggekeerd naar
him haardsteden. Velen van hen zullen de terugreis
naar Zeeland niet meer ondernemen. Zij vonden
aiders in het land werk. Sommigen konden niet
meer de moed vinden om opnieuw te wonen op
een eiland, dat zo onverwacht door de zee werd
besprongen. Zij zijn voor Zeeland verloren. Nu de
balans over het vorige jaar kan worden opgemaakt
en de cijfers kunnen worden gegroepeerd, is er één
ding duidelijker geworden dan ooit: Zeeland wordt
steeds meer een provincie met een afnemende bevol'
king. Een afname, die vorig jaar niet geheel haar
oorzaak vond in de watersnoodramp. De langzaam
maar zeker voortgaande teruggang, die in de jaren
tot en met 1952 nog werd gecamoufleerd doordat het
geboorte-overschot groter was dan het vertrek-
overschot, is het vorige jaar een omvang gaan aan
nemen, die voor de toekomst van dit gewest niet
veel goeds belooft. En met de grootste nadruk zal
opnieuw de vraag gesteld dienen te worden, wat er
moet gebeuren om dit proces tot stilstand te brengen.
Een afname der bevolking
met 1072 zielen. Ziedaar het
uiteindelijke resultaat der
uitvoerige becijferingen,
waartoe de bevolkingsover-
cdchten der (nog altijd) 101
Zeeuwse gemeenten aanlei
ding gaven. Een resultaat,
dat onmiddellijk werd beïn
vloed door de ramp. Volgens
opgaven der gemeentebestu
ren kwamen in die ver
schrikkelijke dagen en
nachten 794 mensen om: 384
mannen en 410 vrouwen.
Trekt men dit getal af van
de 1072, dan blijft er een te-
ru-rjjng van 278 zielen. He
lemaal juist is deze hande
ling natuurlijk niet, want
van die 794 rampslachtoffers
zouden er zeker zijn gestor
ven, indien er geen ramp
was geweest. Hoe het ook
zij: er was een reële achter
uitgang, die erop wijst, dat
«en al enkele jaren aan de
gang zijnde ontwikkeling
zich in 1953 versnelde.
Zeer hoge vertrekcijfers.
Wanneer men de horizon
tale staat met de cijfers van
heel Zeeland wat nader be
kijkt, dan blijkt, dat het vo
rige jaar op alle Zeeuwse
eilanden zich minder men
sen vestigden dan vertrok
ken. Het verschil wordt
aangeduid als het vertrek-
overschot. De conclusie is
dus, dat elk eiland in de
achteruitgang zijn aandeel
heeft geleverd. Op Schou
wen en Duiveland was dit
bijzonder hoog, maar b.v.
ook West Zeeuwsch-Vlaan-
deren, dat toch geen enkele
Inwoner bij de ramp ver
loor, moest een negatief sal
do boeken.
Dit alles wijst erop, dat de
arbeidsmogelijkheden on
voldoende zijn om ieder in
de gelegenheid te stellen
zijn brood te verdienen. Zou
men eens nagaan, uit welke
leeftijdsgroepen de mensen
naar elders vertrekken, dan
zou men ongetwijfeld ont
dekken, dat dit juist de jon
geren zijn. Zeeland blijkt
velen hunner geen perspec
tieven meer te kunnen bie
den. En één der gevolgen
van hun vertrek is, dat het
Zeeuwse geboortecijfer
daalt.
Het somberste beeld,
Zoals reeds gezegd toont
1953 het somberste beeld
der na-oorlogse jaren. Nog
tot en met 1952 nam de be
volking enigszins toe. En
kele cijfers mogen dit ver
duidelijken. Het jaar 1948
bracht een toename van
3170 zielen. Het volgende
jaar was zij iets minder, n.l.
2850 zielen, maar in 1950
was er weer een lichte voor
uitgang tot 3060 zielen. Toen
kwam de neergang: in 1951
vermeerderde de bevolking
maar met 1923 zielen en in
1952 kon Zeeland het niet
verder dan tot 1509 brengen.
Wij zouden hieraan nog
kunnen toevoegen de cijfers
van de geboorte- en van de
vertrekoverschotten, maar
volstaan met de mededeling,
dat bij een tot en met 1952
ongeveer gelijkblijvend ge
boorteoverschot het vertrek-
overschot jaarlijks met en
kele honderden omhoog
ging.
De gemeenten
afzonderlijk.
Wanneer men de gemeen
ten afzonderlijk bekijkt, dan
zal blijken, dat er niet min
der dan 64 in inwonertal te
rugliepen. Daartegenover
boekten 31 gemeenten een
vooruitgang, terwijl 6 ge
meenten gelijk bleven, n.l.
Aagtekerke, Serooskerke
(W.), Kapelle, Ovezande,
's-Heerenhoek en Retran-
chement. Alleen in 's-Heer
Abtskerke deed zich geen
enkel sterfgeval voor, ter
wijl in Overslag en Nieuw-
vliet geen enkele vrouw
overleed. In alle 101 plaat
sen werden vorig jaar kin
deren geboren.
Er is maar één oplossing
Daarin liggen meer arbeidsmogelijkheden
S DE TERUGGANG der bevolking alleen maar een
gevolg van het feit, dat er onvoldoende woningen
zijn? Wij geloven er niets van'. Het huizentekort speelt
zeker een rol, maar het is niet doorslaggevend voor de
ontwikkeling. Kijk alleen maar naar Goes, waar het
toch ook niet bepaald fraai is gesteld met de woning
voorraad, maar waar een grote toename te constateren
was. De huizenfactor is voor de steden van veel grotere
importantie dan voor het platteland. Wij zeggen dat
toch maar, al zullen sommige plattelandsburgemeesters
ons lelijk aankijken! In de dorpen gaat het in de
meeste gevallen maar om enkele woningen (niet mee
gerekend gemeenten als het stadje! Sint Maar
tensdijk en Arnemuiden met haar vele krotwoningen
en ook niet meegeteld de plaatsen, waar nog altijd de
herbouw niet is voltooid). In de steden gaat het echter
om honderden huizen.
Wij geloven, dat het min
of meer naïef is te denken,
dat men de mensen in Zee
land (vooral op het platte
land) wel zal houden, als er
maar een behoorlijke wo
ning is. Nogmaals: dat is ze
ker van invloed en het is
een gerechtvaardigde eis bo
vendien, maar in het alge
meen houdt men de mensen
met huizen niet vast. Er
moet werk en er moet toe
komstmogelijkheid zijn. Zijn
die er niet, dan worden
plaatsen gezocht, waar die
wel liggen.
MEER INDUSTRIE.
En dat brengt ons bijna
automatisch op de industrie.
Men kan daarvoor pleiten
en het vestigen van indus
trieën in Zeeland als onmis
baar voor de toekomst zien,
daarmee is men er niet. De
excentrische ligging wordt
dikwijls als de voornaamste
reden voor het ontbreken
van industriële bedrijvig
heid aangegeven. Daar is
wel wat van waar. Als u
een Groninger in Utrecht
spreekt, vraagt hij enigszins
medelijdend, wanneer u ein
delijk in Zeeland terug kunt
zijn. Zegt u: na twee en half
tot drie uur, dan snapt hij
het niet. Want hij doet er
even lang over naar het
Noorden! Maar goed: laat
die excentrische ligging dan
meevallen en de psycholo
gische kant belangrijker zijn
dan de werkelijkheid, de
ondernemers komen toch
maar niet naar Zeeland.
De oorzaken? Er zijn te
weinig mensen om een flink
bedrijf op te zetten. Het
klinkt vreemd, maar het is
zo. Het is een vicieuze cir
kei. Als er meer arbeids
krachten waren (let er ook
op, dat Zeeland relatief de
minste werklozen telt), dan
zou er allicht meer animo
bij ondernemers bestaan
Maarals er meer indu
triële bedrijven bestondc
dan zouden de mensen n!
wegtrekken! Wie daarvo
een oplossing geeft en bc
vendien kans ziet de men
sen uit overig Nederland d
overdreven ideeën over dc
moeilijke ligging van Zee
land uit het hoofd te prater:
die verdient een grote foti
in de krant!
j~\ e conclusies, die loij na verwer-
Icing van het uitvoerige cijfer
materiaal uit de bevolkingsover
zichten konden trekken en die wij
op deze pagina uitvoeriger toelich
ten, kunnen als volgt worden sa-
rhengevat:
Het vertrek van de Zeeuwen uit
hun provincie heeft het vorige jaar
onrustbarende vormen aangenomen
en was groter dan in enig jaar
daarvoor.
Er toas geen enkel eiland, waar
zich meer mensen vestigden dan er
■ertrokken.
Het geboorte-overschot was voor
het eerst geringer dan het vertrek-
overschot, zodat in 1953 van een
zichtbareachteruitgang sprake
was.
Zelfs wanneer men rekening
houdt met het feit, dat 794 Zeeuwen
bij de ramp omkwamen, dan is er
nog een reëele teruggang te con
stateren.
In 1953 werd de tendens van
ontvolking van het platteland nog
duidelijker dan in de jaren daar
voor.
Ij iet allen, die de dorpen ver
lieten, vestigden zich in de steden of
in de centrumgemeenten, maar verlieten d
provincie.
Meer industriële bedrijven op het plaü
land (of in de dichtstbij gelegen grote',
plaatsen) zijn voor het vasthouden der bc
volking onmisbaar.
De steden liepen, behalve Middelbu;
omhoog, maar- dit was in de meeste gevalle,
niet een rechtstreeks gevolg van een ruimer
werkgelegenheid.
Meer bouwvolume en dus meer woningt
kunnen maar gedeeltelijk het ontvolkinspi
ces keren. Primair is een uitbreiding d
arbeidsmogelijkheden.
Het aantal emigranten was in 1953 op
vallend gering.
De cijfers t
WALCHEREN:
Middelburg
Vlissingen
Aagtekerke
Arnemuiden
Biggekerke
Domburg
Grijpskerke
Koudekerke
Meliskerke
Nw. en St. Joosland
O. en W. Souburg
Oostkapelle
Ritthem
Serooskerke
Sint Laurens
Veere
Vrouwenpolder
Westkapelle
Zoutelande
Totaal
ZUID-BEVELAND:
Goes
Baarland
Borssele
Driewegen
Ellewoutsdijk
Heinkenszand
Hoedekenskerke
Kapelle
Kattendijke
Kloetinge
Krabbendijke
Kruiningen
Nisse
Oudelande
Ovezande
Rilland-Bath
's-Gravenpolder
's-H. Abtskerke
's-H. Arendskerke
's-Heerenhoek
Waarde
Wemeldinge
Wolphaartsdijk
Yerseke
Totaal
O.Z.-VLAANDEREN
Axel
Clinge
Graauw en L.dam
Hoek
Hontenisse
Hulst
Koewacht
Overslag
Philippine
Sas van Gent
Sint Jansteen
Terneuzen
Vogelwaarde
Westdorpe
Zaamslag
Zuiddorpe
Totaal
W.Z.-VLA ANDEREN
Aardenburg
Biervliet
Breskens
Cadzand
Groede
Hoofdplaat
IJzendijke
Nieuwvliet
Oostburg
Retranchement
Schoondijke
Sluis
Waterlandkerkje
Zuidzande
Totaal
SCHOU WEN-DUIVEL AND
Inwoners 31 Dec. '53
tl l O
M.
V.
Totaal
O-S g
ra
CO
10661
11141
21802"
15
12926
12814
25740
+338
3
385
357
742
1444
1411
2855
13
446
435
881
5
706
712
1418
4
461
418
879
3
1290
1315
2605
24
369
333
702
34
662
608
1270
17
3121
3132
6253
73
851
980
1831
33
282
252
534
27
835
885
1720
695
701
1396
46
529
523
1052
3
2
497
488
985
9
1162
1146
2308
6
500
470
970
15
37822
38121
75943
+279
5
6775
7249
14024
+371
396
409
805
13
800
758
1558
36
309
313
622
2
226
256
482
4
3
1021
1065
2086
27
807
785
1592
11
1
2074
2029
4103
x-
587
550
1137
8
948
1000
1948
14
1
1473
1447
2920
49
2
2319
2302
4621
—227
62
333
311
644
2
367
400
767
12
4
714
688
1402
1097
1065
2162
91
12
705
671
1376
23
227
231
458
5
2453
2399
4852
38
758
741
1499
536
553
1089
12
1
1311
1253
2564
38
1274
1243
2517
43
12
2519
2451
4970
29
30029
30169
60198
17
98
3987
3835
7822
18
1867
1778
3645
59
893
827
1720
30
1315
1261
2576
34
i-
2795
2716
5511
29
8
2368
2597
4965
63
1342
1238
2580
19
156 147
303
4
636 652
1288
3
1956
1990
3946
32
2202
2056
4258
11
7022
7080
14102
+312
2006
1807
3813
15
1
1145
1172
2317
70
1726
1680
3406
18
1
449
455
904
17
31865
31291
63156
+390
11
2087
1968
4055
4
1112
998
2110
13
1802
1700
3502
19
x*
482
471
953
15
1103
1051
21^
44
717
656
1373
3
1482
1378
2860
7
254
220
474
10
1673
1840
3513
67
313
290
603
1004
1012
2016
19
1330
1256
2586
5
274
265
539
16
447
415
862
21
14080
13520
27600
57
Zierikzee
3432
3535
6967
—162
25
Brouwershaven
562
574
1136
60
3
Bruinisse
1079
1147
2226
91
1
Burgh
375
342
717
15
10
Dreischor
486
440
926
94
31
Duivendijke
242
216
458
62
Eikerzee
265
246
511
6
1
Ellemeet
241
225
466
38
Haamstede
890
838
1728
13
1
Kerkwerve
393
358
751
50
3
Nieuwerkerk
736
722
1458
—400
276
Noordgouwe
417
445
862
1
Noordwelle
215
179
394
61
Oosterland
866
831
1697
—122
58
Ouwerkerk
256
242
498
67
49
Renesse
439
410
849
19
Serooskerke
105
99
204
15
8
Zonnemaire
389
383
772
19
Totaal
THOLEN EN ST.
Oud-Vossemeer
Poortvliet
Scherpenisse
Sint Annaland
St. Maartensdijk
Stavenisse
Tholen
St. Philipsland
Totaal
NOORD-BEVELAND:
Kortgene
Wissekerke
Totaal
11388 11232 22620 —1231 466
PHILIPSLAND:
1121
1110
2231
2
862
802
1664
41
673
669
1342
10
1338
1338
2676
4
1378
1319
2697
11
2
787
715
1502
—235
153
1612
1675
3287
5
2
1064
1033
2097
39
9
8835
8661
17496
—333 166
1824
1778
3602
—146
47
1811
1701
3512
9
1
3635 3479 7114 —137 48
De verwachting, dat Vlis
singen in 1953 de 26.000 zou
halen, is niet bewaarheid.
Het scheelde zelfs nog en
kele honderden. Hoe dat
kwam? Eenvoudig, doordat
er meer inwoners -vertrok
ken dan er zich vestigden.
Het schijnt, dat aan de
sprongsgewijze ontwikke
ling der Scheldestad een
einde is gekomen. Tot en
met 1952 was er een toeloop
naar Vlissingen. Het is wel
typisch: een bedrijf als „De
Schelde" kan nog altijd heel
wat mensen gebruiken. In
de buurt zijn zij niet te vin
den, vooral niet de vakmen
sen, die nodig zijn. Er is na
tuurlijk gebrek aan wonin
gen, maar de factor van de
excentrische ligging spreekt
een hartig woordje mee. Bij
de beoordeling der cijfers
moet ook worden bedacht,
dat er in 1953 heel wat per
soneelsleden van de Stoom
vaartmaatschappij „Zee
land" Vlissingen hebben
verlaten en in Hoek van
Holland zijn gaan wonen.
Middelburg.
Voor Middelburg is het
jaar 1953 wel een heel grote
teleurstelling geworden. Het
is voor deze stad heel wat
moeilijker de factoren, die
de teruggang bepaalden, aan
te geven. Zeer zeker is het
zo, dat het grote woningte
kort de ontwikkeling tegen
hield, maar dit kan toch niet
alleen de reden zijn. Zien
wij het goed, dan is er spra
ke geweest van een zeer
groot vertrek naar meer in
het centrum der provincie
liggende plaatsen.
Industrieën vestigden zich
niet. Het karakter als ver
zorgingscentrum voor de
omgeving bleef uiteraard
behouden, maar de situatie
is nu wel zo, dat deze ver
zorgende taak volledig kan
worden vervuld. Wat bete
kent, dat zich in Middelburg
maar weinig zaken meer
zullen vestigen en dat ook
grossiersbedrijven etc. op
hun maximum" staan.
Terneuzen.
De gemeente Terneuzen
heeft ook het vorige jaar 'n
aardige winst weten te boe
ken. Er is hier wel duidelijk
sprake van een toeloop der
zuivere plattelandsbevolking
naar de stad. Terneuzen be
zit (Sluiskil!) een aantal
florerende industrieën, die
het vorige jaar heel wat
mensen konden aantrekken.
En meer inwoners brengen
automatisch voor de verzor
gende bedrijven meer
werk, hetgeen weer resul
teert in uitbreiding van per
soneel.
Goes.
De vooruitgang in inwo
nertal van Goes was bijzon
der groot. De centrumposi
tie van deze stad bracht vo
rig jaar een zeer groot aan
tal vestigingen mee. Merk
waardig is, dat er geen in
dustrieën bijkwamen, zodat
de grote toeloop in geen ge
val daardoor kan worden
verklaard. De bijzonder
gunstige ligging voor de
verbindingen met de
Zeeuwse eilanden is dé re
den voor de toename.
Er zijn enkele factoren,
die een zeer belangrijke rol
hebben gespeeld. Zoals er in
Goes na de inundatie van
Walcheren een behoorlijk
aantal geëvacueerden van
dit eiland bleef wonen, zo
hebben zich vorig jaar heel
wat mensen, die tengevolge
van de ramp Kruiningen
moesten verlaten, hier ge
vestigd. Bovendien werd
Goes nog meer het agrari
sche centrum van Zeeland.
De Rijkslandbouwvoorlich-
tingsdienst werd hierheen
overgeplaatst, mèt de nodi
ge ambtenaren, terwijl ook
mensen van de herverkave
ling hun tenten in Goes
kwamen opslaan. En verder
werd deze stad ook in 1953
nog meer het centrum, van
waaruit de handelsreizigers
hun contacten met de klan
ten in Zeeland onderhouden.
De andere steden,
Zierikzee moet vanzelf
sprekend anders worden be
keken dan voorheen. Er is
hier niet uit te maken, welk
deel van de achteruitgang
een onmiddellijk gevolg was
van de ramp en welk deel
daarmede geen verband
hield. Het lijkt bijna onmo
gelijk tenzij de algemene
economische situatie in Zee
land en ook op Schouwen-
Duiveland zich sterk wijzigt
door de grootse plannen,
waarvan sprake is dat 'n
stad als Zierikzee de achter
stand nog zal inhalen.
Wij moeten in dit artikel
nog melding maken van en
kele opvallende stijgingen
in Oost Zeeuwsch-Vlaande
ren. Zij betreffen voorname
lijk Hulst en Westdorpe.
Voor een deel is deze stij
ging te danken aan een gro
tere vestiging. De conclusie
ligt voor de hand: in deze
plaatsen neemt de industrie
een grotere plaats in, terwijl
de verzorgende bedrijven
ook van meer betekenis
worden. Stad Tholen bleef
practisch stationnair. Er was
een vertrekoverschot. Oost
burg tenslotte klom behoor
lijk. Ook hier speelde de
centrale ligging een voorna
me rol. Dat blijkt uit het
feit, dat er zich meer men
sen vestigden dan er ver
trokken.
EMIGRATIE ligt de Zeeuwen niet. De landelijke
cijfers over de na-oorlogse jaren bevestigden dat al
en de conclusies, waartoe wij na kennisname der ge
tallen over 1953 kwamen, onderstreepten dat nog
eens. Niet alle gemeentebesturen bleken in staat te
zijn uit te rekenen, hoeveel inwoners waren geëmi
greerd. Wel wat vreemd, maar vooruit. Aan de hand
van de cijfers, die wij wèl ontvingen en na een voor
zichtige schatting van de andere gemeenten ontdek
ten wij, dat er in 1953 tussen de 700 en 800 Zeeuwen
geëmigreerd moeten zijn. Rekent u het percentage
maar eens uit op de ruim 270.000 inwoners van onze
provincie.
Zuid-Beveland had relatief het grootste aantal emi
granten en Tholen kwam het het laagste percentage
uit de bus. Er zouden naar aanleiding van deze feiten
heel wat beschouwingen gegeven kunnen worden
over de mentaliteit nan de beuolking, maar dat zou
ons te ver voeren. Evenals een beschouwing over de
omstandigheid, dat volgens de ons verstrekte opgaven
de zuiver rooms-katholieke gemeenten in Oost
Zeeuwsch-Vlaanderen maar vier emigranten lever
den.
Sommigen hebben verwacht, dat de belangstelling
voor emigratie in de rampgebieden flink zou stijgen.
Die verwachting is niet uitgekomen. Op Schouwen
en Duiveland waren er nog geen 80 emigranten.
HET ZEEUWSE PLAT
TELAND staat steeds
meer bewoners at.
Dat kan zonder enige twij
fel de conclusie zijn na de
bestudering der cijfers van
het bevolkingsverloop in
1953. Waar de mensen alle
maal blijven? Voor een deel
trekken zij naar de steden
in onze provincie of naar de
centrumgemeenten, die elk
eiland bezit. Maar die van
gen lang niet allen op. Want
als dat wel zo was, dan zou
den die plaatsen veel meer
inwoners moeten hebben.
De tweede conclusie moet
dus zijn, dat een deel van
de mensen de provincie ver
laat om elders een bestaan
te vinden. Het zou bijzonder
interessant zijn na te gaan,
naar welke provincies en
plaatsen de Zeeuwen trek
ken. Hoewel wij dat niet
weten, kan er toch wel iets
in het algemeen van worden
gezegd.
Het gaat bij dat vertrek
om duizenden per jaar. Na
tuurlijk staat daartegenover,
dat er ook duizenden van el
ders in Zeeland komen wo
nen, maarde eerste ca
tegorie was in 1953 toch al
tijd nog enkele duizenden
personen groter dan de
tweede. En zoals gezegd: de
meeste mensen verlaten
juist het platteland. De
(weinige) steden blijven
iets beter op peil.
LANDBOUW IS
VERZADIGD.
De oorzaak is niet ver te
zoeken. De landbouw heeft
geen mensen meer nodig.
Behalve misschien in de tijd
van oogst, maar dat is
slechts een korte periode,
waarin de arbeid met kunst
en vliegwerk toch wel klaar
komt. Voor de jonge boer
en dat geldt ook voor de
jonge landarbeider is er
geen toekomst meer in het
dorp.
Velen, die niet weggaan,
vinden (vooral in een jaar
als 1953) nog werk bij al
lerlei cultuurtechnische ob
jecten, maar de anderen
zoeken het elders. Hoeveel
boeren zijn er niet, van wie
de zoons een ander beroep
kiezen? Waarvoor zij naar
„Holland", het verzamel
woord voor alles buiten
Zeeland, moeten.
Dat de mechanisatie van
de landbouw een woord mee
spreekt mag als algemeen
bekend worden veronder
steld. Waar vroeger een
landbouwbedrijf een flinke
kern van arbeiders nodig
had, kan nu worden vol
staan met één of twee vaste
arbeiders, die bovendien
verstand van motoren en
machines moeten hebben.
Men kan voor Zeeland de
teruggang van het platte
land betreuren, de aan de
gang zijnde ontwikkeling is
niet tegen te houden.
GEMIDDELDE LEEF
TIJD STIJGT.
De gemiddelde leeftijd der
plattelandsbevolking wordt
steeds hoger. Dit verschijn
sel is gemakkelijk te verkla
ren. Vooral de jongeren
trekken weg. De ouderen
blijven achter.
Voorzover wij konden be
oordelen is alleen voor Wal
cheren een duidelijke Teden
voor de teruggang van de
bevolking der zuiver agra
rische gemeenten aan te ge
ven. Een reden, die overi
gens niet de volledige afna
me verklaart. Wij doelen op
het vertrek der boeren naar
de Noord Oost Polder. Voor
de andere eilanden geldt dit
niet. Dat komt dit jaar wel.
Nu is al bekend, dat er
34 boeren (met hun gezin
nen) naar de Noord Oost
Polder gaan en dus de her-
verkavelingsgebieden zullen
verlaten. Het zullen er nog
heel wat meer worden. Een
deel zal een bedrijf in Zee
land zelf krijgen, in de
Quarles- en in de Braak
manpolder.
O,
O
Overleden 1953
Eilanden
Inwonertal 31 Dec. 1952
Geboren '53
Watersn.
Norm.
fact.
Gevestigd '53
Vertrokk. '53
Inwonertal 31
M.
V.
Totaal
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
M.
V.
Walcheren
37.703
37.961
75.664
780
736
4
1
332
295
2.042
1.966
2.367
2.246
37.822
38.121
Zuid-Beveland
29.975
30.206
60.181
643
604
48
50
245
244
1.135
1.243
1.431
1.590
30.029
30.169
Oost Zeeuwsch-Vlaanderen
31.649
31.117
62.766
646
616
6
5
244
283
1.169
1.381
1.349
1.535
31.865
31.291
West Zeeuwsch-Vlaanderen
14.095
13.562
27.657
283
259
131
129
556
634
723
806
14.080
13.520
Schouwen en Duiveland
11.948
11.903
23.851
234
195
228
238
114
95
345
368
797
901
11.388
11.232
Tholen en St. Philipsland
8.982
8.847
17.829
172
144
75
91
93
89
190
206
341
356
8.835
8.661
Noord-Beveland
3.700
3.551
7.251
66
71
23
25
33
42
86
80
161
156
3.635
3.479
Totaal
138.052
137.147
275.199
2.824
2.625
384
410
1.192
1.177
5.523
5.878
7.169
7.590
137.654
136.473
5.449
794
2.369
11.
401
14.759
Totaal
75.943
60.198
63.156
27.600
22.620
17.496
7.114
274.127
+-
o-P
o:
CQ
C
O
H <D
a
tiüO 3
3
u co
V
■+- <y
V C
£2
x
M. V.
Geëmi
greerd '53
a
<D
•M
is
X
279
102
81
594
17
700
109
98
457
390
51
43
440
57
32
24
190
—1.231
3.304
275
37
42
14S
333
185
11
6
147
137
11
7
4
63
—1.072
4.200
275
349
298
2.036
60
H
>3
'3
0
H
37
20
8
3
2
2
1
73