MET DE POLLEPEL ALS SCEPTER ROKKEN van tweed en geruit Bevoorrechten en eenzamen Kort en hiaHHZnpzaat Vragen staat vrij... I Maten, prijzen en wijze van bestellen 5,eden&eti Wat in de winter smaakt en verwarmt ■■■■■■■uaMUBimuaNiniiaiiNiMHiunNHiaHminiMuaii,,, Heus, ik weet het: mannen zijn rare wezens. Akelig bang om er anders bij te lopen dan andere mannen. Liever verdragen ze kou en ontberingen, dan dat ze „voor gek willen lopen!" Denk maar aan deze periode van jelle vorst: de man die altijd een hoed gedragen heeft blijft zijn hoed dragen, of zijn oren nu bijna afvriezen of niet! Een enkele die nooit een hoed draagt, zet nu een kalotje op, waar eveneens zijn oren buitensteken! Maar een das om zijn hoofd knopen zoals de vrouwen dat doendat nooit!! Of een muts opzetten, die de oren bedekt dan moeten eerst vijftig van de honderd mannen zo lopen. Wat nooit gebeurt want er is haast geen man die de eerste wil zijn ze zijn alle maal liever de een en vijftigste! Nee, dan zijn vrouwen anders. Ze trekken zich nergens meer iets van aan en trekken alles aan wat maar warmte geeft. Lange broeken, soms van de meest wonderlijke lappendekens gemaakt, dikke vesten en truien, shawls om hun hoofd en dan nog een shawl over die hele truien boel heen. En ze hebben maling aan de „élegance", waarvoor ze in nor male tijden zoveel over hebben! En dan zijn er natuurlijk uitzonderin gen: het meisje dat ik zag lopen in een. fraai kort bontjasje dat ze open had gelaten omdat de bewonderende blikken voor haar mooie japon haar blijkbaar zó verwarmden dat ze de snijdende wind niet voelde! Hoeveel graden koorts ze nu heeft weet ik niet Maarzijn de vrouwen wel zo anders dan wij, mannen? In de afgelopen week was er ergens een feestavond. Er waren vele dames maar zonder lange broek en zonder al die truien. En laat in de avond gingen ze door de felle kou naar huis in nylonkousen en keurige open schoentjes. Want ze wilden op zo'n avondje toch niet voor gek lopen! Ik weet het: mannen zijn rare wezens maar ik weet niet of vrouwen hun dat mogen verwijten! Het zal toch niemand verwonderen als ik zeg, dat ik tot de trouwe leze ressen van ons Weekend behoor, en dan natuurlijk juist van dat deel, dat buiten mijn eigen hoekje gaat. Zo las ik vorige week, dat zo regelrecht uit het hart komend pleidooi voor de een zamen. Het voor dat deel verantwoor delijke redactielid zette al een goed onderschrift onder de lieve brief van die oude lezeres. Maar waar wij de bevoorrechten zijn is het wel goed, dat we ook met elkaar het er nog eens over hebben. We kunnen aan de op roep in de brief aan ons gedaan ons zeker nooit onttrekken. En ik kan me goed indenken, dat menige vrouw, die het in haar gezin heel druk heeft om het duizendvoudige werk per dag of per week maar weer op tijd "klaar te krijgen, ineens, na het lezen van de brief, zei tot zich zelf: „Dat ik daar nou nog nooit eens aan gedacht heb, maar ja, nou ik dat zo lees, ik moet eens er voor zorgen dat dieen dan is bij zulke vrouwen meestal zeg gen en doen één, en dan is er al gauw een contact gelegd, dat meestal tot ze gen is voor beide partijen. Zo gemak kelijk gaat het echter niet altijd, want die eenzamen spelen dikwijls verstop pertje. We moeten hen soms „ontdek ken". Ze maken het ons niet gemak kelijk om hen te laten delen in ons gemeenschapsleven. Is er bij hen, die gezegend zijn met eigen kostelijk ge zinsleven weieens een wat egoïst op gaan in het leven in eigen kring, de eenzamen maken zich zelf ook soms eenzaam. Dit komt dan vaak doordat ze een gemis aan vertrouwen in ande ren en in zich zelf hebben. Ook in an deren al klinkt dit vreemd. Als er een eenzame is, is dat meestal een vrouw, een meisje, dat door haar werk op een andere plaats komt te wonen. In het zelfde geval zal het ene meisje zelf contacten zoeken en het heel prettig krijgen, een ander meisje zal na jaren nog werkelijk vereenzaamd leven. Als een meisje, jonger of ouder in een vreemde plaats komt te werken, dan is er in de eerste plaats de kerk, waar mee ze in contact komt. Dat zijn toch de broeders en zusters waarmede we in een gemeenschap leven. Je kunt zomaar toch niet ergens binnenstap pen, zal worden tegengeworpen. Nee, zomaar ergens binnenstappen is ook zo wat, dat geef ik toe. Toch, al houd je je zelf nog zo teruggetrokken, je hoort toch wel over die en gene spre ken en het is wonderlijk, maar op elke plaats heb je van die gezinnen, waar van gezegd wordt: „Daar kan alles en daar is ieder welkom". Nu, is het dan zo vreemd of erg om daar eens op een Zondag aan te bellen en te zeggen, dat je hier eigenlijk nog zo vreemd bent. Welnu dan is ook het ergste ge beurd, want als er maar een klein contactpuntje is komt de zaak wel in orde. Er zijn natuurlijk ook oudere vrouwen, die door lichamelijk onge mak er niet meer op uit kunnen gaan en die lopen kans vergeten te worden, zodat hun dagen in een grauwheid voorbij gaan. Dat kan dikwijls triest Zijn, maar moet dat dan ook altijd zo zijn? Ik denk hier aan een oude vrouw. Ze ligt al veel meer dan een jaar te bed. Kan dus nooit eens een bezoekje afsteken om de aandacht daardoor alleen al op zichzelf te ves tigen. De kinderen kunnen werkelijk door de grote afstand niet komen. Bij sommigen liggen er werelddelen tus sen. Maar eenzaamheid? Geen sprake van. Het is een voortdurend komen en gaan van bezoeksters en bezoekers. Uit medelij met die eenzame oude ziel? Geen schepsel, die dat zegt of ook maar denkt. Ieder komt daar voor puur genoegen, want men wordt be groet door een stralende lach en men ondervindt aan dat ziekbed een har telijk medeleven met je éigen leven, werk of nood. Tot slot krijgt men aan Ingezonden Mededeling (adv.) Steeds méér huisvrouwen zien in, dat het haar eigen belang is by het kopen van een bindmiddel MAÏZENA DURYEA te vragen. En haar winkelier geeft het haar graag, want het is ook zijn belang dat haar maaltijden slagen. Hij weet door jarenlange ervaring dat er voor groenten, soepen en sausen geen beter bindmiddel bestaat dan juist MAÏZENA DURYEA. Bij het gebruik daarvan zijn misluk kingen bij voorbaat uitgesloten. het eind van het bezoek nog een wel gemeend dankwoord mee voor de ver rassing dat je nog even tijd kon ma ken voor een bezoekje aan een zieke oude vrouw. Doch het is ook zo, er zijn die an deren. Laten we het niet virgeten. Ze hebben het soms triest in hun een zaamheid. Laten we proberen te ont dekken waar ze zijn en hen na een enkel bezoekje niet vergeten. Indien er mogelijkheid is, als er niet door ziekte een gebondenheid aan huis is, laten we dan die anderen uittrekken uit dat hoekje, waarin ze verstopper tje spelen, maar dan moeten we zo met hen proberen om te gaan, dat ze dat verstoppertje spelen gaan zien als een boos spelletje. God zétte ons in de gemeenschap van de kerkmensen, en dat brengt voor ieder contactmo gelijkheden met zich mee. Maar ook ons zette God in kerkgemeenschap, dus ook wij hebben tot taak de hand te reiken aan hen, die zelf de hand niet durven uitsteken. Geen mens hoeft méér eenzaam te zijn, dan in diepste wezen elk mens ook eigenlijk een zaam is. Maja. BRAND. Onlangs moest te Liverpool een voetbalwedstrijd tussen twee brand weerteams gestaakt worden, omdat de broek van een der spuitgasten in brand stond. Het betrof de broek van het hoofd der stedelijke sectie, die het voorko men van brandstichting tot taak is ge steld. De man bleek een doosje licht ontvlambare lucifers in zijn revolver zakje te hebben gehad. TROEF. Een landjonker, die aan lager wai geraakt was ging in een derderangs restaurant eten. Tot zijn grote verwondering ont dekte hij in de daar serverende kellner een vroegere vriend van hem. „Wel, wel", zei hij, „hoe is 't moge lijk dat jij in zo'n gelegenheid vaor kellner moet spelen!" „Ja", zei de vriend, „maar ik eet hier niet". LOGIEK. Na een vrolijke, vochtrijke kegel avond gaan Poeltjes en Paaltjes enigs zins wankel naar de tramhalte. Als ze daar een kwartier gestaan hebben zegt Poeltjes tegen Paaltjes: „Ik geloof, dat er geen tram meer komt". „Natu-tuurlijk komt er nog een tra tram", brengt Paaltjes er moeilijk uit. „Hoe weet je dat?",' zegt Poeltjes. „Dat kon jij ook weten", antwoordt Paaltjes, „de rails liggen er toch nog!' 4 1 oor de verandering eens een paar leuke rokken. Model C 757 is bijzonder geschikt voor tweedstof, welke op het ogenblik heel modern is en welke bij elke kleur blousje te dragen is. Aan de rechterkant van de rok is een zak wat altijd zeer practisch is. Aan de linkerkant is een plooi verwerkt. Een rok welke zeer slank maakt. Model C 758 is een leuke ruitrok met een zak erop welke recht verwerkt wordt en met een aardige franje afgezet. Het model is vierbaans klokkend. De rokken zijn van boven met een ceintuur afgewerkt. Model C 757 is verkrijgbaar in de maten 40, 44, 46, 48 en 50 en het knippatroon kost f 0.50. Model C 758 kost eveneens f 0.50 en is te verkrijgen in de maten 38, 42, 44, 46 en 48. De wijze van bestellen van deze knippatronen is als volgt: Plak aan de adreszijde van een briefkaart, naast en buiten het fran keerzegel het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels en zend deze naar het „Zeeuwsch Dagblad" (Afd. Knippatronen), Lange Vorststraat 90, Goes. Aan de andere zijde vermeldt U Uw naam, adres, woonplaats, maat, nummer van het gewenste model. Plak nooit meer dan f 1.op een kaart; wat meer- geplakt wordt is waardeloos. Bestellingen onder rembours worden niet uitgevoerd. Patronen worden niet geruild. Heer, geef de gedachten een ogenblik rust! Ze cirkelen daag'lijks om 't wrede gebeuren. Wéér wordt er geschreid en wéér afscheid gekust. Wéér zien we de golven geliefden meesleuren. Wéér breken de dijken, wéér brullen de golven, Wéér horen we roepen en kindergeschrei. Wéér worden er dieren en mensen bedolven. Heer, velen verdronken waarom liet Ge mij vrij? Wéér luiden de klokken, we blijven gedenken, het gericht dat Gij 'zondt over mensen en land. Het herstellende werk [u>ordt voltooid op Uw wenken. Maar zij keren niet weer, die wij vlijden in 't zand. De dijken zijn dicht, maar het leed is gebleven. De tijd hecht de wonden; maar hechten doet zeer. Eén troost in het lijden hebt Gij ons gegeven. Als 't korenveld rijp is dan oogst Gij het Heer! N. W. STORM. Dat vrouwen zich met politiek bemoeien is al niet ongewoon meer en dat ze het daarin tot hoge functies brengen is welhaast een vanzelfsprekendheid. Nederland heeft nog wel geen vrouwelijke minister, maar toch wel een staatssecretaresse. In de meeste gevallen bezetten deze vrouwen „vrouwe lijke" posten, die onderwijs, opvoeding, cultuur, maatschappelijk werk of iets dergelijks betreffen. Maar daarop maakt mevrouw Lis Groes een uitzonde ring: zij is de Deense minister van Handel en Zeevaartzaken en zo kon het gebeuren dat zij voor de eerste maal de bel mocht luiden van de nieuwe Deense ijsbreker ,JSlbjoern" toen dit schip onlangs zijn proefvaart maakte. Tot dusverre was de zeevaart toch wel een bij uitstek mannelijk beroep het schijnt te veranderen! Zouden we toch nog zo'n stren ge winter tegemoet gaan als onze grootouders in 1890 be-- leefden?. Bij dergelijk koud weer moeten we een extra stootje kunnen opvan gen en daarom komt moeder de vrouw ons te hulp met de geijkte winterkostjes, zoals erwtensoep met kluif of boerenkool met worst, en bruine bonen met spek, hutspot of spekpannekoeken. Terecht genieten we van deze van ouds bekende wintfrmaaltijden omdat ze niet al leen smakelijk maar ook bijzonder voedzaam zijn. Naast deze winterkost zijn er nog andere gerechten die het de huis vrouw makkelijk maken om verschei denheid in het menu te brengen. Denk maar eens aan een stamppot van witte of savoye kool met gebakken kaasplakken. Heerlijk en in een wip klaar. Hoe dat moet? Wel, heel een voudig: U haalt een dikke plak iets be legen kaas door een papje van bloem en melk en daarna door paneermeel. Op het laatste moment wanneer het eten klaar is óm op te doen worden deze plakken in een koekepan bruin gebakken. We kunnen onze Neder landse kaas in ons wintermenu niet ge noeg waarderen, want ze bevat vele belangrijke voedingsstoffen zoals vet, eiwitten, kalkzouten en vitamines. Kaas levert arbeidsvermogen en warm te, precies wat we nu nodig hebben. Er zijn nog tal van andere met kaas te bereiden gerechten; vraag Uw leve rancier eens om recepten. Hieronder nog enige recepten. Gebakken kaasboterhammen. Heerlijk bij de koffiemaaltijd. Ge woon een plakje kaas tussen twee dunne boterhammetjes en deze even bruin bakken in de koekepan. Een ge makkelijk klaar te maken gezellig ge rechtje. Erwtensoep met kaas. U hebt er voor nodig500 gram spliterwten, 2>A liter water, M liter melk, 3 pond prei, 1 selderijknol, 1 bosje selderijgroen, 250 gram aardap pelen, 75 gram boter of margarine, 200 gram geraspte kaas, zout, peper en aroma. En ziet hier hoe U de erwtensoep met kaas „volgens de regelen" bereidt: Erwten wassen en weken en gaar koken in het water in plm. één uur. Aardappelen schillen, wassen en toe voegen. De groenten schoonmaken en wassen en behalve het selderij groen aan de soep toevoegen. Vervolgens maakt U de soep af met de melk, bo ter, geraspte kaas, zout en desgewenst peper en aroma. Juist vóór het op dienen het fijngesneden selderijgroen toevoegen. Onder dit opschrift verwacht ge misschien, dat ik iets op mijn hart heb, natuurlijk allang, en dat ik dit einde lijk eens, kort en bondig, ga zeggen. Maar dan hebt ge het mis, grondig mis, want ik wilde gaan vertellen, dat ik een kostelijk kookboek voor bespre king in ons blad kreeg toegezonden, dat tot titel heeft, wat ik boven dit artikel zette, n.l.: „Kort en Bondig", door C. L. W. RakhorstSchokken- kamp, 15e druk. Uitgave van de N.V. Uitgevers-maatschappij W. E. J. Tjeenk Willink, Zwolle. Dit kookboekje ver scheen in de reeks van „Bibliotheek voor de Huisvrouw op het Platteland", onder redactie van Th. Mansholt en H. A. UrbanDe Vries. Waar het zulk een practische uitgave voor ons vrou wen geldt, noem ik er ditmaal de prijs f3.15 maar bij. Het boekje verdient de titel „Kort en Bondig" zeker wel, want zelden heb ik op zo practische, overzichtelijke wijze zoveel recepten in zulk een kort bestek bijeengebracht gezien. De sa menstelster ging zo te werk: ze ver deelde de verschillende spijzen, die we te koken hebben in series, als b.v. groenten, sausen, nagerechten enz. Voor elke serie werd een korte, maar klare inleiding geschreven. Daarna volgen, in de vorm van een tabel, voor de verschillende spijzen, die onder dit hoofd vallen, de nodige gebruiksaan wijzingen. Ik zal maar van één zo'n categorie opsommen, wat er onder het verzamelhoofd: „Sausen" valt, n.l.: Melksausje (dun), Melksausje (dik), eenvoudige Zure saus, Botersaus, Kaas saus, Mosterdsaus, Peterseliesaus, Ker- rysaus, Tomatensaus, Tomatensaus van tomatenpuree, Bruine piquante saus, Speksaus, en Karnemelksaus. Dan volgt er nog net zo'n reeks met koude sau sen. Me dunkt, we kunnen vooruit met zoveel gegevens. Dat er terdege met het platteland is gerekend, blijk: wel heel het boekje door, maar vooral, dat er een apart hoofdstuk aan de slacht is gewijd. Ook aan de inmaak, waaraan op het platteland veel meer aandacht wordt gegeven dan in de stad wordt een uitstekend hoofdstuk gege ven. Aan het eind van het boekje staan ook „kort en bondig", weer aanwijzin gen voor het dekken van de tafel, en wie een feestelijk etentje te verzorger, heeft, slaat niet tevergeefs dit bondige boekje open, want ook hiervoor is raad aanwezig. Nu wil dit boekje zy'n diensten aan bieden voor de vrouwen van het plat teland, maar strikt genomen leid ik geen plattelandsvrouwenleven, maar toch is dit boekje me op slag dierbaar, wanter wordt rekening gehouden met onze portemonnaies. Ik lees zo nu en dan wel eens recepten en dan slaat meteen de schrik om m'n huisvrouwe- lyk hart, want er staat dan zo maar losjes weg: „Neem.... drie, vier eie ren, of neem zoveel boter....". Nu willen wij, die graag onze mensjes rondom onze tafel graag zulke koste lijke hapjes bereiden dit wel, maar als we zoveel moeten „nemen" dan begeeft onze huishoudkas het al te vroegtijdig en dat néémt onze heer en meester meestal niet, want dan zou hij meer moeten géven. Nee, zomaar in het leven van alle dag is „Kort en Bondig" wel een vei lige raadgever. En het kan toch lekker zyn. Willen we bij extra feestelijke ge legenheden ook iets buitengewoons klaar maken, welnu, dan ook kunt ge terecht, want ook daarvoor zijn recep ten te vinden en voor een enkel keertje mogen we natuurlijk wel eens „Ne men" al is het dan met zoveel eieren en boter tegelijk. De uitgeefster deed een goed werk met dit boekje voor ons, vrouwen, op de boekenmarkt te brengen. Maja.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 7