Amateur-fotograaf maakte micro-films.
Volksoploop te Middelburg na een
audiëntie ten stadhuize.
H
Heft «erleJcn
nicer
Volleybalsters van Marathon nog
ongeslagen*
Het begon in de badkamer.
Later stichtte hij een
Oosters filmjournaal.
De Vlissingse Tafekennis-
kampioenschappen.
Regentenkliek nam wraak op de woordvoerders
der burgerij.
Schaakclub Breskens
bestaat vijf jaar
Hebt Gij ook al rheumatiek
i
Zeeuwse Wandelingen 1
Vrij bewerkt door J. Harwood -
Gezin
zestien
lift
uren in
Dinsdag 26 Januari 1954
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 4
HET is volmaakt onverschillig, wanneer en waar men
de heer C. Mol op zijn kop zet, maar er valt altijd
wel een lens uit z'n zak, aldus schreef eens ongeveer
Dr Jac. P. Thijsse.
„Dat is waar zegt de heer J. C. Mol, wanneer we hem
hieraan herinneren en met een eerste lukraak greep in een
van z'n zakken haalt hij inderdaad een lens te voorschijn.
Laten we dadelijk voorop stellen, dat we hem niet bezochten,
omdat Multifilm te Haarlem de fabriek van filmdocumen-
faires, waarvan hij een der directeuren is door hem thans
precies een kwart eeuw geleden werd opgericht. Ook zonder
de „actuele aanleiding"' van dit jubileum is het stellig de
moeite waard om eens de curieuze carrière van een moedig en
enthousiast amateurfotograaf te volgen. Want hij was ten
slotte de man, die later een Oosters filmjournaal zou stichten
onder het motto: „This changing World" en in samenwer
king met de onlangs overleden begaafde cineast Maunus
Franken in opdracht van onze regering vóór de souverei-
niteitsoverdracht in Indonesië) tien grote Maleise speelfilms
zou vervaardigen.
Als jongen van een jaar of zestien
hij zat toen nog op de H.B.S.-
schoolbanken in Enkhuizen kwam
hij voor het eerst in aanraking met de
fotografie. Hij kreeg toen namelijk een
9 bij 12-klapcamera ten geschenke,
waarna het geknutsel en geëxperimen-
teer begon.
Ettelijke jaren later (na een han
delsopleiding) vinden we de heer Mol
terug alsdirecteur van een groen
ten- en fruitveiling in de kop van N.-
Holland. Scherper gezegd nog: als een
fruit en groenten fotograferende di
recteur, die om zijn suggestieve en ge
voelige opnamen in brede kring de
aandacht trok. Ook de aandacht van
Adriaan Boer, de toenmalige redac
teur-uitgever van Focus te Bloemen-
daal, de bekende uitgeverij van foto
bladen en -boeken. En zo kon het ge
schieden, dat er omstreeks 1920 bij
Focus een mede-directeur benoemd
werd, namelijk de heer J. C. Mol.
Toen kwam de gedenkwaardige
avond in 1923, dat hij als verslaggever
de microscopische films van Prof. Sie-
dentopf uit Jena (van de Carl Zeiss-
Werke) ging aanschouwen. Nauwelijks
was de hoogleraar van zijn tournée
door ons land. in Jena teruggekeerd, of
de heer Mol kwam hem opzoeken en
zei zelfverzekerd: „Dat ga ik ook
doen".
„Ach kom, mijnheer Mol", zei de pro
fessor enigszins meewarig, „dat kunt TJ
toch nooit! Ik heb de hele Zeiss-Werke
achter mij staan; wat ik wens, dat
wordt gemaakt. Daar kunt U als ama
teur toeh nooit aan beginnen
Maar de heer Mol liet zich niet
uit het veld slaan. Toen hij vernam,
dat er nog iemand bestond, die zich
- met micro-films bezig hield name
lijk een zekere Dr. Commandon van
de Sorbonne te Parijs ging hij op
nieuw op onderzoek uit. Wederom trof
hij een ontzaglijke, technisch zeer
moeilijk te realiseren apparatuur aan
maar hij bestudeerde vooral nauw
keurig het principe en de mogelijkhe
den.
In de badkamer.
Volgende scène: we vinden de heer
Mol met een microscoop en een pri
mitieve installatie gekocht van op
gespaard geld - in de badkamer aan t
ploeteren, teneinde pantoffeldiertjes,
protozoën en andere wonderen in een
waterdruppel te filmen. Er ontstonden
een aantal proefopnamen, die er „goed
uitzagen". Toen trok de heer Mol de
stoute schoenen aan: hij gaf zijn di
recteurschap eraan en begon in samen
werking met een Leids bioloog, Dr.
Seeters, op goed geluk een „Anthony
van Leeuwenhoeck"-film te maken.
Het leven van deze befaamde, in 1632
in Delft geboren microscopist, die in
zijn tijd reeds ontdekte, dat er bacte
riën bestonden, die konden leven on
der afsluiting van lucht om over
tal van andere verschijnselen, die door
hem gezien, maar nog niet geduid
konden worden en eerst eeuwen later
herontdekt zouden worden, nog te
zwijgen bood een gegeven voor een
uitstekende documentaire, die na een
jaar intensieve arbeid gereed kwam
Het werk werd eèn groot succes en
werd voor tal van Nutsdepartementen,
Volksuniversiteiten enz. vertoond, ter
wijl er ook versies naar Engeland en
Amerika gingen.
Het resultaat was, dat de heer Mol
via het Rode Kruis een opdracht kreeg
om een film over ontstaan en bestrij
ding van de Malaria te vervaardigen.
Dit werd mede de stoot tot de oprich
ting van Multifilm „daar ik het met
mijn eigen geld niet meer aankon".
Onze gastheer vertelde hoe hij daarna
doorging met biologische-, medische-
en bloemenfilms te maken (de opna
men van versneld groeiende en open-
bloeiende planten verwekten toen nog
een ware sensatie) en zo gingen er
tientallen documentaires de deur uit,
totdat.
geïnterneerd en het Filmbedrijf kwam
geheel in handen van de bezetter. Na
de bevrijding kreeg de heer Mol ech
ter van onze toenmalige Indische re
gering, die men zal zich dit nog
herinneren in 1943 naar Australië
uitweek en daar een Voorlichtings
filmbedrijf stichtte, de opdracht om de
leiding van dit instituut over te ne
men. „Ik accepteerde, want ik wilde
nog niet terug naar Nederland, omdat
ik nog altijd Multifilm Batavifi be
zat.
Dit bedrijf stond in het middelpunt
van een chaos en niemand wist, wat
men er eigenlijk mee doen moest
totdat het door de heer Mol en de zij
nen „tot nader order" werd dicht ge
spijkerd.
In 1600 kisten.
Eind 1946 bracht de heer Mol het
Ned. Voorlichtingsfilmbedrijf uit Mel-
bourn in 1600 kisten langs allerlei
smokkelwegen (de Australische ha
venarbeiders weigerden toen voor de
Nederlanders iets te doen) naar „Mul
tifilm Batavia" over en zo ontstond
een Nederlands Gouvernement-film-
fabriek, welke kort, doch zeer inten
sief geleefd heeft. Het was met een
inmiddels door de Japanners gebouw
de speelstudio het grootste filmbedrijf
van het hele verre Oosten en al spoe
dig herleefde het Indonesische film
journaal „De wordende Wereld", dat
overigens ook nog geruime tijd in alle
Nederlandse bioscopen gedraaid heeft.
Hierna kreeg men van onze regering
een aanzienlijk crediet voor Indonesi
sche speelfilms een object, dat tot
nog toe in handen der Chinezen ge
weest was. Met Mannus Franken als
regisseur en de heer Mol als produc
tieleider werd aan het eerste angstige
experiment onder het motto „Djau Di
Mata" („Uit het oog, uit het hart")
begonnen. „Met deze films verdienden
wij voor de regering ongeveer een be
drag van één millioen gulden". En het
crediet behoefde niet aangesproken te
worden.
In 1950 keerde de heer Mol terug
naar Multifilm te Haarlem, dat thans
samen met de heer E. J. Verschueren
onder zijn leiding staat en waar hij
ondanks zijn 61 jaar nog met jeugdig
vuur werkt.
VLISSINGEN, 25 Jan. In De Zilverpool
werden de eerste wedstrijden van de
Vlissingse tafeltenniskampioenschappen
gespeeld. Het waren de voorronden da
mes en heren Se klasse. De uitslagen wa
ren:
DAMES.
Poule I: mevr. Knol—mej. van Putten
02; mej. van Puttenmej. Groesbeek
20; mevr. Knolmej. Groesbeek 12;
De stand is: mej. van Putten 4 p.; mej.
Groesbeek 2; mevr. Knol 0.
Poule II: mej. de Muynckmevr. Rot-
mans 02; mej. Engbertsmej. Woltering
02; mej. Engbertsmevr. Rotmans 02;
mej. de Muynckmej. Woltering 20;
De stand is: mevr. Rotmans 6; mej. Wol
tering 4; mej. Engberts 2; mej. de Muynck
0.
Poule III. mej. ten Heggeler—mej.
Roelse 20; mej. Roelsemevr. Pietron
0—2; mej. ten Heggelermevr. Pietron
20. De stand is: mej. ten Heggeler 4;
mevr. Pietron 2; mej. Roelse 0.
HEREN.
Poule I: mevr. PietronBouff 02;
mevr. RotmansA. Poppe 21; mevr.
PietronA. Poppe 20- mevr. Rotmans
Bouff 12; BouffA. Poppe 20; meyr.
Rotmansmevr. Pietron 21. De stand
is: Bouf 6; mevr. Rotmans 4; mevr. Pie
tron 2; A. Poppe O.
Poule II: DdvidseCzaicki 2-1; Czaicki
van Praet 0—2; van PraetDavidse 2
0. De stand is: van Praet 4; Davidse 2;
Czaicki 0.
Poule III: mej. ten «Heggelerde Poor
ter 20; de PoorterHannewijk 02;
mej. ten HeggelerHannewijk 02; De
stand is: Hannewijk 4; mej. ten Heggeler
2; de Poorter 0.
Zaterdag worden de wedstrijden voort-
gezt. 's Middags met de voorronden he
ren le klasse, alsmede de voorronde en
de halve finale van de Middelburgse deel
nemers.
Op 26 Januari 1704.
et was een „schrikkelijk tu
mult" op de Markt te Mid
delburg op Zaterdag 26 Ja-
1704, juist 250 jaar geleden
De sport van de afgelopen week.
Felle strijd in de schaakcompetitie van de
middelbare scholen.
GOES, 24 Jan. De sport van de
afgelopen week, de voetballers bui
ten beschouwing gelaten, die trappen
zich zo warm, heeft zich voor een
groot deel binnenshuis afgespeeld.
Kou of geen kou, maar de volley
ballers hebben zich geducht in het
zweet gespeeld.
Vooral de dames van Marathon weer
den zich weer geducht en lieten zich niet
door MVC verslaan ai was het op het
kantje af.
EWC kon door dit gelijkspel een pun
tje inlopen door met 31 van de eigen
reserves te winnen. De Zuidwesters hand
haafden zich op de tweede plaats door
MVC met 31 te kloppen en zij drukten
EWC II nog wat steviger op de onderste
plaats door een 30 overwinning. De
stand is nu:
Marathon 6 4 2 0
EWC I 5 3 2 0
Zuidwesters 4 3 10
UOC 5 113
MVC 4 0 2 2
EWC II 6 0 0 6
16— 5
13— 5
11— 3
6—12
5—10
2—18.
Het Lyceum uit Oostburg klopte de
Middelburgse HBS-ers met 344244 en
speelde eveneens gelijk tegen Terneu-
zen. Er zit dus wel spanning in. De stand
is nu:
Gym. Middelburg
Lyceum Oostburg
Lyceum Terneuzen
RHBS Middelburg
7%
6%
6
4
Persoonlijk kampioenschap.
In de finale om het persoonlijke
schaakkampioenschap van Zeeland wer
den de eerste wedstrijden gespeeld. De
uitslagen waren:
FlissebaaljeMast 01; Woudstra
Mast 01; Woudstra— de Vlieger 1414;
MastBreel 01; BreelFlissebaalje 0—
1; WoudstraFlissebaalje 4414; De
stand is: Mast 2 uit 3; Flissebaalje 114
uit 2; Woudstra 1 uit 3; De Vlieger 14
uit-1.
BRESKENS, 25 Jan. Vandaag be
staat de schaakvereniging te Breskens
vijf jaar. Deze kleine vereniging, die
gedurende haar vijfjarig bestaan met
veel moeilijkheden te kampen heeft
gehad, neemt dank zij het grote en
thousiasme van de leden een niet on
belangrijke plaats in in de Zeeuwse
schaakwereld. De moeilijkheden bestaan
uit een te klein aantal spelers: 12 tot
14. Hierdoor is het meermalen voorge
komen, dat men geen tien spelers bij
elkaar kon krijgen om een competitie
wedstrijd te spelen. De club is thans
versterkt met twee leden uit Hoofd
plaat en twee uit IJzendijke. Dat men
de moed nooit heeft laten zakken
blijkt uit het feit, dat Breskens in de
tweede klasse een mooie tweede plaats
inneemt op de ranglijst. En men heeft
zelfs goede hoop de leider, Oostburg,
voorbij te kunnen streven.
„Het Nederlandse Trekpaard"
GOES, 26 Januari De Koninklijke
Vereniging „Het Nederlandsche Trek
paard" Afd. Zeeland, zal Vrijdag 19 Fe
bruari haar algemene ledenvergadering
houden in de „Prins van Oranje" te
Goes.
Familieberichten uit andere bladen.
Geboren: Jansje, d.v. Fam. H. Roepamn
Caljé, Oostburg.
Overleden: F. Th. I. Goyarts, 71 j., Roo
sendaal.
Ingezonden Mededeling (adv.)
Wie de kwellingen van rheumatiek of
van rheumatische aandoeningen kent
weet hoe een groot deel van zijn leven
vergald wordtdoordevaak zware pijnen.
Zodra gij Uw kwaal bestrijdt met Akker's
Kloosterbalsem, waarvan de genees
krachtige bestanddelen diep in de weef
sels doordringen, voelt U. hoe een heer
lijk verwarmende balsem Uw pijnen
lenigt en zult U bemerken welk een wel
dadige werking dit ideale wrijfmlddel be
zit. Niet voor niets zegt men: Akker's
Kloosterbalsem„Geen goud zo goed".
nuari
dus.
Geen marktdag en toch zo'n
drukte, daar was dus iets bizonders
aan de hand. Zelfs uit Veere en
Vlissingen was „een partij opge
raapt volk" aanwezig.
Wat was er dan te doen? "Wel,
negen van de voornaamste kiezers
van de stad waren op het stadhuis
op audiëntie bij de Magistraat (het
stadsbestuur).
's Morgens om 9 uur waren ze sa
mengekomen in het Schuttershof de
Voetboog (de in 1940 verwoeste So
ciëteit St. Joris op de Balans) en
vandaar begaven ze zich zonder gevolg
naar het Stadhuis. Op de Markt was
geen extra-volk te ontdekken. Maar
toen ze een paar uur later het Stad-
huis verlieten, was het druk en ru
moerig om het Marktplein.
Om de reden van het bezoek van
deze 9 mannen aan de burgemeester
te kunnen begrijpen, moeten we een
paar jaar terug gaan in de geschie
denis.
Contracten van harmonie.
In die tijd beschouwde men het als
een eervolle onderscheiding pm lid
van de vroedschap te zijnburge
meester, thesaurier, schepen, raad.
De regenten streefden er naar om bij
vertrek of sterfgeval deze en andere
soms zeer® winstgevende baan
tjes in de familie te houden. Het be
stuur van de stad kwam dus in han
den van personen, die voor een groot
deel familie van elkaar waren: de be
ruchte familieregering of regenten
heerschappij uit de 17e en 18e eeuw.
De regenten spraken met elkaar af,
wie bij een vacature aan de beurt
moest komen. Maar hoe gaat dat met
mondelinge afspraken? Het was beter
zulke aangelegenheden „zwart op wit"
te hebben en daarom ging men de af
spraken schriftelijk vastleggen: dit zijn
de contracten van harmonie, of ook
wel vriendschap of correspondentie
genoemd. De historicus Blok noemt ze
een „giftplant". Omstreeks 1650 was
men er al mee begonnen. Toen was
stadhouder Willem II gestorven en er
werd geen nieuwe stadhouder be
noemd. Een prachtgelegenheid om zelf
zoveel mogelijk het bestuur in eigen
hand te houden. Was er een stadhouder
dan werd het een tikje moeilijker,
want dan moest bij een vacature een
nominatie van 2 of 3 personen inge
diend worden.
In 1702 was stadhouder Willem III
gestorven, de regenten hadden dus
weer vrij spel en ze speelden het
met grote ijver.
Familieregering in Middelburg
In dit jaar was er in de hoofdstad van
Zeeland ook iets gebeurd, dat niet in
orde was. De Heren hadden een besluit
genomen, dat tussen de gezamenlijke re
genten en de leden van Wet en Raad
„gronden van goede Enigheid, Vrede en
Harmonie" moeten zyn. En in deze
goede harmonie hadden ze b.v. 3 nieuwe
wethouders gekozen, waarvan de bur
gers de wettigheid betwijfelden.
Want al probeerden de regenten hun
afspraken „secreet geheim) te hou
den", natuurlijk lekte er zo af en toe
wel eens wat van uit, dat de burgers
der stad buiten het bestuur werden ge
houden. En het domgehouden volk
slikte het niet altijd. Ze hadden een
request aan de Staten van Zeeland
gestuurd, maar hun verzoek had geen
succes. Vandaar hun bezoek aan de
Heren op het Stadhuis op 26 Januari
1704.
De audiëntie.
Door de stadsbode Joost Minneboo
werden zij in de Vierschaar geleid,
waar 9 stoelen gereed stonden. Vol
gens hun rang werden ze binnenge
laten, uit eerbied het hoofd ontbloot.
Wanneer de burgemeester van den
Brande hen verzocht zich te dekken,
zetten ze hun hoeden op.
De oudste der 9 mannen, Johan Cau,
Heer van Domburg, zette uiteen waar
voor ze gekomen waren. Mr Jacob de
Muynck las de Memorie voor, die door
hen werd ingediend.
Hierin werd geprotesteerd tegen de
regentenheerschappij, de overheersing
van enkelen over de medeburgers. Te
gen de verkorting van het recht der
burgers en de schending der privile
giën. Er was juist weer een schepen
plaats vacant. Door wie moest die wor
den aangevüld? Door een nominatie
uit de burgers of uit de 12 Raden?
De burgemeester verzocht de 9
kiezers in de Schepenkamer te gaan,
aan de bode verzocht hij daar vuur
aan te leggen. De Ed. Achtbare He
ren zullen inmiddels over het ge
schrift delibereren.
Na korte tijd kwam een der ma
gistraatspersonen hem zeggen, dat ze
geen beslissing hadden genomen en
dat de 9 heren naar huis konden
gaan.
Intussen was de Markt volgestroomd.
Later werden deze 9 mannen beschul
digd van oproer, dat ze een complot ge
smeed hadden met het toegelopen volk
en aan de Magistraat dreigementen had
den geuit.
Om zich van deze blaam te zuiveren,
hebben ze toen een verklaring laten
drukken en verspreiden.
SCHAKEN
In de tweede klasse heren handhaafde
Zuidwesters II zich op de tweede plaats
door zowel VCU als M. de Ruyter II een
3—1 nederlaag te bezorgen. Tegen EWC
H moest echter met een 22 gelijk spel
genoegen genomen worden. EWC II won
met 30 van UOC III, dat echter op haar
beurt een 13 zege op EWC III behaalde
Marathon II klom een plaatsje op de
ranglijst, want het bleef met 3—1 baas
over M. de Ruyter II. De stand is hier:
KEERPUNT.
Totdat er een nieuw wonderlijk
keerpunt in het leven van de heer Mol
kwam. Kort voor het uitbreken van
de derde wereldoorlog kreeg hij van
een bekende Scheepvaartmaatschappij
n opdracht om een kleurenfilm over
tiië als toeristenland te maken. Hij
ok er zelf heen en filmde de schoon-
eden van Java, Sumatra en Bali,
maar onderwijl werd het Mei 1940 en
was er geen „terug" meer.
Toen richtte de heer Mol ginds
aangezien het enige Indonesische film
bedrijf Anifilm wegens gebrek aan
goede vakmensen stil lag „Multi
film Batavia" op en begon direct met
een Indonesisch journaal uit te geven.
Later groeide hieruit het reeds ge
noemde Oosterse journaal, dat ook in
China, Australië, Malakka en Siam
gretig aftrek vond. „We waren juist
doende, een uitgebreide ruilorganisatie
op touw te zetten, toen de Jappen
kwamen....". De rest kan men zich
denken: de heer Mol werd tenslotte.
II
MVC II
Zuidwesters
EWC II
Marathon II
UOC II
UOC III
VCU
M. de Ruyter II
EWC III
20— 6
19—11
16—10
12—10
11—10
10—11
9—13
5—14
3—20
De schakers deden het, zoals steeds
overigens, wat rustiger aan. Maar het
was er niet minder spannend om. In de
tweede klasse A van de Zeeuwse schaak
competitie wisten Koudekerke en Mid
delburg III nog niet tot een beslissing te
komen. Twee partijen moesten n.l. afge
broken worden. Voorlopig hebben de
hoofdstedelingen een 344—444 voorsprong.
In de tweede klasse B kwam Goes sa
men met 's-Gravenpolder op de eerste
plaats, want SEALTO moest met een 644-
344 nederlaag naar Wemeldinge terug.
Het bordgemiddelde van 's-Gravenpolder
is echter iets beter. De stand is nu;
's-Gravenpolder 2 2 0 0 4 1444
Goes II 2 2 0 0 4 1244
De Pion 1 1 0 0 2 544
VUK H 2 0 0 2 0 644
SEALTO 3 0 0 3 0 11
In de tweede klasse C kwam Oostburg
weer wat dichter bij de titel, want VSV
moest er in Sluiskil met 36 aan geloven.
Breskens hadhaafde haar kansen door
een benauwde 444544 overwinning op
Terneuzen II. Landau II bleef zonder een
enkel puntje op de onderste plaats, want
Zuidzande nam na een 37 overwinning
de volle buit mee naar huis. De stand is
Oostburg
Landau I
Breskens
Terneuzen
Zuidzande
VSV
Landau II
25
2544
22
2944
22
1944
1544
Schoolcompetitie.
Ook de Zeeuwse scholieren waren
weer menig uurtje aan de borden zoet.
In de finale van hun competitie verover
de het Gymnasium uit Middelburg de lei
ding door de RHBS in de hoofdstad met
4'A144 te verslaan en gelijk te spelen
tegen het Lyceum uit Terneuzen (33).
55.
Hoe goed tehuis Arthur ook had bij dominee en mevrouw
Merrick, met grote blijdschap vernam hij van het plan, hij
die voortaan de naam Arthur Peyton zou dragen.
„Ze hebben een zoon weergekregen", zeiden de dorpe
lingen, die nog lang vol waren van het vermiste meisje.
Op de duur luwde dat natuurlijk, maar het bos kwam in
nog slechter reuk te staan: het moest er beslist spoken; nu
waarden er al twee geesten rond, die van de vermoorde
vrouw en die van het vermiste kind.
HOOFDSTUK XXIII.
De jaren verstreken.
Zestien jaren snelden voorbij sinds de ontzettende Octo-
beravond, toen Ernst, met Arthur naar Wynsdale komend,
vernemen moest, dat zijn dochtertje verdwenen was.
Hij was nog steeds predikant van Wynsdale en zou er,
zoals de baron vroeger eens had opgemerkt, zijn leven wel
slijten. Wat hij uitstekend vond. Hjj voelde zich er best
thuis en uiteraard Alice ook, want die was er geboren
en getogen. Hij werd er nog steeds als op de handen ge
dragen.
Natuurlijk was er in al die jaren in beide dorpen het
een en ander gebeurd en veranderd, al was alleen maar in
het uiterlijk der personen. Alice en Ernst woonden nog
steeds in dezelfde pastorie, maar zij waren ouder gewor
den. Hun haren begonnen al te grijzen en zij kregen lijnen
op het voorhoofd. Maar de ogen van Alice waren nog even
zacht en eerlijk; die van Ernst even groot en sprekend.
Doch één ding was heel niet veranderd: hun wederzijdse
liefde. Het verlies van de kleine, dat nooit opgehelderd
was, hoeveel moeite zij er ook voor gedaan hadden, had
hen, zo het kon, noch dichter bij elkaar gebracht.
Nóg een groot verlies had Alice in die jaren geleden.
Van het kasteel had een rouwstoet barones Glenby naar
het kerkhof gebracht, welk verlies beiden diep hadden
gevoeld. Want feitelijk was zij de band geweest tussen
het kasteel en de pastorie. Zelden zagen zij de baron meer,
behalve in de kerk en dan niet eens elke Zondag. Hij was
het grootste deel van de week in Londen, evenals Percy
en Isabella. Inplaats van de baron, die ontslag genomen
had, was Percy vrederechter geworden. Over zijn parti
culiere leven liepen wel eens praatjes, maar het rechte
wist niemand.
Ernst had altijd gehoopt, dat Rob Martin nog eens zou
terugkeren, maar dat was niet gebeurd. Zo nu en dan
kreeg zijn moeder bericht van hem en zij beantwoordde
zijn brieven trouw, al viel het moeilijker dan tien jaar
geleden, want het laatste jaar was zij sukkelende. „De
levenslamp wordt uitgeblust", zeide zij tot Ernst, die haar
geregeld bezocht.
Rob was niet meer in Amerika, maar in Zuid-Afrika,
waar hij het, volgens zijn brieven, goed maakte en flink
geld verdiende. Vrij geregeld zond hij geld naar zijn moe
der, die de smidse eindelijk had verkocht, nu Rob toch niet
het plan had, terug te keren. Eens ontving Ernst, via een
bank te Londen, een cheque van duizend gulden, bestemd
voor de armen van Wynsdale. Aangezien hij een vermoeden
had, informeerde hij naar de naam van de gever, maar die
werd hem niet genoemd, alleen meegedeeld, dat deze in
het buitenland woonde, buiten Europa. Toen wist Ernst
genoeg. De gever kon niemand anders dan Rob Martin zijn.
Gezamenlijk werkten Ernst en Alice in de gemeente,
die hen zo lief was. Enkele jaren geleden was er nog een
derde bijgekomen. In Wynsdale, waar zij een aardige wo
ning had gekocht, was een zekere mevrouw Hesselton ko
men wonen, die vroeger in Canada had verblijf gehouden,
maar na de dood van haar man was teruggekeerd in Enge
land. Zij was niet alleen een geregelde bezoekster van de
pastorie, maar hielp Ernst ook mee in het werk, in hoofd
zaak het bezoeken van armen en zieken. Tussen de beide
vrouwen was een hechte band ontstaan, te meer, toen al
spoedig bleek, dat zij lotgenoten waren: in Canada was
haar enig zoontje gestolen en nooit meer ontdekt. Zoiets
kwam daar nog vaker voor dan in- Engeland zelf.
Mevrouw Hesselton was zeer bevriend met Arthur, tot
wie zij zich bijzonder aangetrokken voelde, zij wist zelf
niet waarom. Deze was al die jaren een goed zoon voor
de pastoriebewoners geweest. Hij achtte en vereerde zowel
zijn pleegvader als zijn pleegmoeder. Hij was steeds ijverig
geweest, had eerst te Wynsdale geleerd, daarna op een
kostschool in de buurt, waarna Ernst hem naar de Univer
siteit zond, in het midden latend, welk beroep of ambt de
jongen kiezen zou. Hij hoopte in stilte van predikant, maar
sprak die wens niet uit. Arthur moest het zelf uitmaken.
Als hij er geen roeping voor gevoelde, moest hij het niet
doen. Tot zijn niet geringe vreugde evenwel, deelde Arthur
hem mede, graag predikant te willen worden. In die rich
ting ging toen zijn studie.
En nu, zestien jaren na die gedenkwaardige October-
avond, waarop Maria Peyton verdwenen was, was Arthur
Peyton klaar met de studie en tot predikant geordend.
Voorlopig zou hij hulpprediker van Ernst zijn. Om de twee
weken ging hij voor in de dienst, sprekend een eenvoudig,
hartelijk woord, dat in de gemeente zeer gewaardeerd
werd.
Het was op een Maandagmorgen, na een Zondag, waarop
hij weer gepreekt had, dat Arthur een vertrouwelijk onder
houd zocht met Ernst en diens studeerkamer betrad.
„Hebt u een ogenblikje voor mij, vader?"
„Wel natuurlijk, jongen", antwoordde Ernst, verbaasd
over de plechtige manier, waarop Arthur dat vroeg. „Ga
zitten en stort je hart maar eens uit. Of is het geen harts
geheim?" schertste hij.
Jarenlange wraakt
Deze flinke mannen, die op de bres
stonden voor de rechten van de bur
gers, deze goede democraten zouden
we in onze tijd zeggen, hebben nu hun
bezoek op het Stadhuis niet veel rust
meer gehad.
Een paar jaar later (1704) kregen ze
om 4 uur bericht, dat ze zich 's mid
dags om 6 uur buiten het rechtsgebied
van Middelburg moesten begeven. De
baljuw zou ze uit de stad leiden en
zouden ze terugkeren, dan wachtte hun
een plaatsje op 's Gravensteen (de ge
vangenis). Bovendien moest huiszoe
king gedaan worden.
Johan Cau, Heer van Domburg, die
2 jaar geleden de woordvoerder was,
vroeg om uitstel tot do volgende mor
gen, maar de burgemeester weigerde
het hem, een man van in de zeventig.
Mr Jacob de Muynck ging op zijn
buitenplaats wonen, een kwartier bui
ten de stad. Maar na drie weken kreeg
hij aanzegging om binnen 24 uur deze
plaats te verlaten. Daar hij ziek was,
kwam de Middelburgse baljuw met
een koets, zette hem er in en bracht
hem buiten de jurisdictie (het rechts
gebied) van de stad. Zijn plaats van
secretaris in de Rekenkamer van Zee
land werd gegeven aan een zekera
Fannius, een fanatieke regentenvriend,
die eens de kiezer Rosmale geprobeerd
had af te ranselen, toen hij van de
beurs kwam.
Wel werd in 1705 door de Staten van
Holland een besluit genomen, dat er
geen vervolging meer zou plaats heb
ben, maar in de practijk bleek dat men
er zich niet aan hield. Dat ondervon
den Rosmale en Sandra, die naar huis
terugkeerden, maar telkens werden
lastig gevallen. Ook met lasterpraat,
dat ze heulden met de Fransen, onze
vijanden.
Zelfs de zoon van Sandra, een advo
caat, die naar Middelburg kwam om
de zaken van zijn vader te behartigen,
werd dit verboden.
Bijna een halve eeuw lang hadden
we geen stadhouder en de oppermach
tige regentenkliek speelde de baas.
L. v. W.
(Wordt vervolgd.)
AMSTERDAM, 25 Januari. Toen
personeelsleden van een groot kantoor
aan de Herengracht te Amsterdam
vanmorgen om negen uur bij het ge
bouw kwamen, vonden zij de buiten
deur gesloten. Op hun voortdurend
bellen kregen zij geen gehoor en ten
einde raad wendden zij zich tot de po
litie radio auto dienst. De agenten
sloegen een ruitje in en konden zo de
deur openen.
De concierge en zijn gezin vrouw
en driejarig zoontje lieten zich nu
horen. Zij zaten opgesloten in de lift,
die tussen de begane grond en de eer
ste verdieping was blijven steken. Pas
toen de agenten het drietal uit hun
benarde positie hadden bevrijd, konden
zij vertellen, dat zij sinds Zondagmid
dag vyf uur in de lift opgesloten wa
ren geweest. Het gezin had gebruik
gemaakt van de lift, die onderweg de
fect was geraakt.
Van de koude hebben zij niet veel
last gehad, omdat de centrale verwar
ming brandde. Na de bevrijding heb
ben zij echter wel een stevig ontbijt
genomen, want de magen knorden ge
ducht.