Amateur-fotograaf maakte micro-films. Volksoploop te Middelburg na een audiëntie ten stadhuize. H Heft «erleJcn nicer Volleybalsters van Marathon nog ongeslagen* Het begon in de badkamer. Later stichtte hij een Oosters filmjournaal. De Vlissingse Tafekennis- kampioenschappen. Regentenkliek nam wraak op de woordvoerders der burgerij. Schaakclub Breskens bestaat vijf jaar Hebt Gij ook al rheumatiek i Zeeuwse Wandelingen 1 Vrij bewerkt door J. Harwood - Gezin zestien lift uren in Dinsdag 26 Januari 1954 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 4 HET is volmaakt onverschillig, wanneer en waar men de heer C. Mol op zijn kop zet, maar er valt altijd wel een lens uit z'n zak, aldus schreef eens ongeveer Dr Jac. P. Thijsse. „Dat is waar zegt de heer J. C. Mol, wanneer we hem hieraan herinneren en met een eerste lukraak greep in een van z'n zakken haalt hij inderdaad een lens te voorschijn. Laten we dadelijk voorop stellen, dat we hem niet bezochten, omdat Multifilm te Haarlem de fabriek van filmdocumen- faires, waarvan hij een der directeuren is door hem thans precies een kwart eeuw geleden werd opgericht. Ook zonder de „actuele aanleiding"' van dit jubileum is het stellig de moeite waard om eens de curieuze carrière van een moedig en enthousiast amateurfotograaf te volgen. Want hij was ten slotte de man, die later een Oosters filmjournaal zou stichten onder het motto: „This changing World" en in samenwer king met de onlangs overleden begaafde cineast Maunus Franken in opdracht van onze regering vóór de souverei- niteitsoverdracht in Indonesië) tien grote Maleise speelfilms zou vervaardigen. Als jongen van een jaar of zestien hij zat toen nog op de H.B.S.- schoolbanken in Enkhuizen kwam hij voor het eerst in aanraking met de fotografie. Hij kreeg toen namelijk een 9 bij 12-klapcamera ten geschenke, waarna het geknutsel en geëxperimen- teer begon. Ettelijke jaren later (na een han delsopleiding) vinden we de heer Mol terug alsdirecteur van een groen ten- en fruitveiling in de kop van N.- Holland. Scherper gezegd nog: als een fruit en groenten fotograferende di recteur, die om zijn suggestieve en ge voelige opnamen in brede kring de aandacht trok. Ook de aandacht van Adriaan Boer, de toenmalige redac teur-uitgever van Focus te Bloemen- daal, de bekende uitgeverij van foto bladen en -boeken. En zo kon het ge schieden, dat er omstreeks 1920 bij Focus een mede-directeur benoemd werd, namelijk de heer J. C. Mol. Toen kwam de gedenkwaardige avond in 1923, dat hij als verslaggever de microscopische films van Prof. Sie- dentopf uit Jena (van de Carl Zeiss- Werke) ging aanschouwen. Nauwelijks was de hoogleraar van zijn tournée door ons land. in Jena teruggekeerd, of de heer Mol kwam hem opzoeken en zei zelfverzekerd: „Dat ga ik ook doen". „Ach kom, mijnheer Mol", zei de pro fessor enigszins meewarig, „dat kunt TJ toch nooit! Ik heb de hele Zeiss-Werke achter mij staan; wat ik wens, dat wordt gemaakt. Daar kunt U als ama teur toeh nooit aan beginnen Maar de heer Mol liet zich niet uit het veld slaan. Toen hij vernam, dat er nog iemand bestond, die zich - met micro-films bezig hield name lijk een zekere Dr. Commandon van de Sorbonne te Parijs ging hij op nieuw op onderzoek uit. Wederom trof hij een ontzaglijke, technisch zeer moeilijk te realiseren apparatuur aan maar hij bestudeerde vooral nauw keurig het principe en de mogelijkhe den. In de badkamer. Volgende scène: we vinden de heer Mol met een microscoop en een pri mitieve installatie gekocht van op gespaard geld - in de badkamer aan t ploeteren, teneinde pantoffeldiertjes, protozoën en andere wonderen in een waterdruppel te filmen. Er ontstonden een aantal proefopnamen, die er „goed uitzagen". Toen trok de heer Mol de stoute schoenen aan: hij gaf zijn di recteurschap eraan en begon in samen werking met een Leids bioloog, Dr. Seeters, op goed geluk een „Anthony van Leeuwenhoeck"-film te maken. Het leven van deze befaamde, in 1632 in Delft geboren microscopist, die in zijn tijd reeds ontdekte, dat er bacte riën bestonden, die konden leven on der afsluiting van lucht om over tal van andere verschijnselen, die door hem gezien, maar nog niet geduid konden worden en eerst eeuwen later herontdekt zouden worden, nog te zwijgen bood een gegeven voor een uitstekende documentaire, die na een jaar intensieve arbeid gereed kwam Het werk werd eèn groot succes en werd voor tal van Nutsdepartementen, Volksuniversiteiten enz. vertoond, ter wijl er ook versies naar Engeland en Amerika gingen. Het resultaat was, dat de heer Mol via het Rode Kruis een opdracht kreeg om een film over ontstaan en bestrij ding van de Malaria te vervaardigen. Dit werd mede de stoot tot de oprich ting van Multifilm „daar ik het met mijn eigen geld niet meer aankon". Onze gastheer vertelde hoe hij daarna doorging met biologische-, medische- en bloemenfilms te maken (de opna men van versneld groeiende en open- bloeiende planten verwekten toen nog een ware sensatie) en zo gingen er tientallen documentaires de deur uit, totdat. geïnterneerd en het Filmbedrijf kwam geheel in handen van de bezetter. Na de bevrijding kreeg de heer Mol ech ter van onze toenmalige Indische re gering, die men zal zich dit nog herinneren in 1943 naar Australië uitweek en daar een Voorlichtings filmbedrijf stichtte, de opdracht om de leiding van dit instituut over te ne men. „Ik accepteerde, want ik wilde nog niet terug naar Nederland, omdat ik nog altijd Multifilm Batavifi be zat. Dit bedrijf stond in het middelpunt van een chaos en niemand wist, wat men er eigenlijk mee doen moest totdat het door de heer Mol en de zij nen „tot nader order" werd dicht ge spijkerd. In 1600 kisten. Eind 1946 bracht de heer Mol het Ned. Voorlichtingsfilmbedrijf uit Mel- bourn in 1600 kisten langs allerlei smokkelwegen (de Australische ha venarbeiders weigerden toen voor de Nederlanders iets te doen) naar „Mul tifilm Batavia" over en zo ontstond een Nederlands Gouvernement-film- fabriek, welke kort, doch zeer inten sief geleefd heeft. Het was met een inmiddels door de Japanners gebouw de speelstudio het grootste filmbedrijf van het hele verre Oosten en al spoe dig herleefde het Indonesische film journaal „De wordende Wereld", dat overigens ook nog geruime tijd in alle Nederlandse bioscopen gedraaid heeft. Hierna kreeg men van onze regering een aanzienlijk crediet voor Indonesi sche speelfilms een object, dat tot nog toe in handen der Chinezen ge weest was. Met Mannus Franken als regisseur en de heer Mol als produc tieleider werd aan het eerste angstige experiment onder het motto „Djau Di Mata" („Uit het oog, uit het hart") begonnen. „Met deze films verdienden wij voor de regering ongeveer een be drag van één millioen gulden". En het crediet behoefde niet aangesproken te worden. In 1950 keerde de heer Mol terug naar Multifilm te Haarlem, dat thans samen met de heer E. J. Verschueren onder zijn leiding staat en waar hij ondanks zijn 61 jaar nog met jeugdig vuur werkt. VLISSINGEN, 25 Jan. In De Zilverpool werden de eerste wedstrijden van de Vlissingse tafeltenniskampioenschappen gespeeld. Het waren de voorronden da mes en heren Se klasse. De uitslagen wa ren: DAMES. Poule I: mevr. Knol—mej. van Putten 02; mej. van Puttenmej. Groesbeek 20; mevr. Knolmej. Groesbeek 12; De stand is: mej. van Putten 4 p.; mej. Groesbeek 2; mevr. Knol 0. Poule II: mej. de Muynckmevr. Rot- mans 02; mej. Engbertsmej. Woltering 02; mej. Engbertsmevr. Rotmans 02; mej. de Muynckmej. Woltering 20; De stand is: mevr. Rotmans 6; mej. Wol tering 4; mej. Engberts 2; mej. de Muynck 0. Poule III. mej. ten Heggeler—mej. Roelse 20; mej. Roelsemevr. Pietron 0—2; mej. ten Heggelermevr. Pietron 20. De stand is: mej. ten Heggeler 4; mevr. Pietron 2; mej. Roelse 0. HEREN. Poule I: mevr. PietronBouff 02; mevr. RotmansA. Poppe 21; mevr. PietronA. Poppe 20- mevr. Rotmans Bouff 12; BouffA. Poppe 20; meyr. Rotmansmevr. Pietron 21. De stand is: Bouf 6; mevr. Rotmans 4; mevr. Pie tron 2; A. Poppe O. Poule II: DdvidseCzaicki 2-1; Czaicki van Praet 0—2; van PraetDavidse 2 0. De stand is: van Praet 4; Davidse 2; Czaicki 0. Poule III: mej. ten «Heggelerde Poor ter 20; de PoorterHannewijk 02; mej. ten HeggelerHannewijk 02; De stand is: Hannewijk 4; mej. ten Heggeler 2; de Poorter 0. Zaterdag worden de wedstrijden voort- gezt. 's Middags met de voorronden he ren le klasse, alsmede de voorronde en de halve finale van de Middelburgse deel nemers. Op 26 Januari 1704. et was een „schrikkelijk tu mult" op de Markt te Mid delburg op Zaterdag 26 Ja- 1704, juist 250 jaar geleden De sport van de afgelopen week. Felle strijd in de schaakcompetitie van de middelbare scholen. GOES, 24 Jan. De sport van de afgelopen week, de voetballers bui ten beschouwing gelaten, die trappen zich zo warm, heeft zich voor een groot deel binnenshuis afgespeeld. Kou of geen kou, maar de volley ballers hebben zich geducht in het zweet gespeeld. Vooral de dames van Marathon weer den zich weer geducht en lieten zich niet door MVC verslaan ai was het op het kantje af. EWC kon door dit gelijkspel een pun tje inlopen door met 31 van de eigen reserves te winnen. De Zuidwesters hand haafden zich op de tweede plaats door MVC met 31 te kloppen en zij drukten EWC II nog wat steviger op de onderste plaats door een 30 overwinning. De stand is nu: Marathon 6 4 2 0 EWC I 5 3 2 0 Zuidwesters 4 3 10 UOC 5 113 MVC 4 0 2 2 EWC II 6 0 0 6 16— 5 13— 5 11— 3 6—12 5—10 2—18. Het Lyceum uit Oostburg klopte de Middelburgse HBS-ers met 344244 en speelde eveneens gelijk tegen Terneu- zen. Er zit dus wel spanning in. De stand is nu: Gym. Middelburg Lyceum Oostburg Lyceum Terneuzen RHBS Middelburg 7% 6% 6 4 Persoonlijk kampioenschap. In de finale om het persoonlijke schaakkampioenschap van Zeeland wer den de eerste wedstrijden gespeeld. De uitslagen waren: FlissebaaljeMast 01; Woudstra Mast 01; Woudstra— de Vlieger 1414; MastBreel 01; BreelFlissebaalje 0— 1; WoudstraFlissebaalje 4414; De stand is: Mast 2 uit 3; Flissebaalje 114 uit 2; Woudstra 1 uit 3; De Vlieger 14 uit-1. BRESKENS, 25 Jan. Vandaag be staat de schaakvereniging te Breskens vijf jaar. Deze kleine vereniging, die gedurende haar vijfjarig bestaan met veel moeilijkheden te kampen heeft gehad, neemt dank zij het grote en thousiasme van de leden een niet on belangrijke plaats in in de Zeeuwse schaakwereld. De moeilijkheden bestaan uit een te klein aantal spelers: 12 tot 14. Hierdoor is het meermalen voorge komen, dat men geen tien spelers bij elkaar kon krijgen om een competitie wedstrijd te spelen. De club is thans versterkt met twee leden uit Hoofd plaat en twee uit IJzendijke. Dat men de moed nooit heeft laten zakken blijkt uit het feit, dat Breskens in de tweede klasse een mooie tweede plaats inneemt op de ranglijst. En men heeft zelfs goede hoop de leider, Oostburg, voorbij te kunnen streven. „Het Nederlandse Trekpaard" GOES, 26 Januari De Koninklijke Vereniging „Het Nederlandsche Trek paard" Afd. Zeeland, zal Vrijdag 19 Fe bruari haar algemene ledenvergadering houden in de „Prins van Oranje" te Goes. Familieberichten uit andere bladen. Geboren: Jansje, d.v. Fam. H. Roepamn Caljé, Oostburg. Overleden: F. Th. I. Goyarts, 71 j., Roo sendaal. Ingezonden Mededeling (adv.) Wie de kwellingen van rheumatiek of van rheumatische aandoeningen kent weet hoe een groot deel van zijn leven vergald wordtdoordevaak zware pijnen. Zodra gij Uw kwaal bestrijdt met Akker's Kloosterbalsem, waarvan de genees krachtige bestanddelen diep in de weef sels doordringen, voelt U. hoe een heer lijk verwarmende balsem Uw pijnen lenigt en zult U bemerken welk een wel dadige werking dit ideale wrijfmlddel be zit. Niet voor niets zegt men: Akker's Kloosterbalsem„Geen goud zo goed". nuari dus. Geen marktdag en toch zo'n drukte, daar was dus iets bizonders aan de hand. Zelfs uit Veere en Vlissingen was „een partij opge raapt volk" aanwezig. Wat was er dan te doen? "Wel, negen van de voornaamste kiezers van de stad waren op het stadhuis op audiëntie bij de Magistraat (het stadsbestuur). 's Morgens om 9 uur waren ze sa mengekomen in het Schuttershof de Voetboog (de in 1940 verwoeste So ciëteit St. Joris op de Balans) en vandaar begaven ze zich zonder gevolg naar het Stadhuis. Op de Markt was geen extra-volk te ontdekken. Maar toen ze een paar uur later het Stad- huis verlieten, was het druk en ru moerig om het Marktplein. Om de reden van het bezoek van deze 9 mannen aan de burgemeester te kunnen begrijpen, moeten we een paar jaar terug gaan in de geschie denis. Contracten van harmonie. In die tijd beschouwde men het als een eervolle onderscheiding pm lid van de vroedschap te zijnburge meester, thesaurier, schepen, raad. De regenten streefden er naar om bij vertrek of sterfgeval deze en andere soms zeer® winstgevende baan tjes in de familie te houden. Het be stuur van de stad kwam dus in han den van personen, die voor een groot deel familie van elkaar waren: de be ruchte familieregering of regenten heerschappij uit de 17e en 18e eeuw. De regenten spraken met elkaar af, wie bij een vacature aan de beurt moest komen. Maar hoe gaat dat met mondelinge afspraken? Het was beter zulke aangelegenheden „zwart op wit" te hebben en daarom ging men de af spraken schriftelijk vastleggen: dit zijn de contracten van harmonie, of ook wel vriendschap of correspondentie genoemd. De historicus Blok noemt ze een „giftplant". Omstreeks 1650 was men er al mee begonnen. Toen was stadhouder Willem II gestorven en er werd geen nieuwe stadhouder be noemd. Een prachtgelegenheid om zelf zoveel mogelijk het bestuur in eigen hand te houden. Was er een stadhouder dan werd het een tikje moeilijker, want dan moest bij een vacature een nominatie van 2 of 3 personen inge diend worden. In 1702 was stadhouder Willem III gestorven, de regenten hadden dus weer vrij spel en ze speelden het met grote ijver. Familieregering in Middelburg In dit jaar was er in de hoofdstad van Zeeland ook iets gebeurd, dat niet in orde was. De Heren hadden een besluit genomen, dat tussen de gezamenlijke re genten en de leden van Wet en Raad „gronden van goede Enigheid, Vrede en Harmonie" moeten zyn. En in deze goede harmonie hadden ze b.v. 3 nieuwe wethouders gekozen, waarvan de bur gers de wettigheid betwijfelden. Want al probeerden de regenten hun afspraken „secreet geheim) te hou den", natuurlijk lekte er zo af en toe wel eens wat van uit, dat de burgers der stad buiten het bestuur werden ge houden. En het domgehouden volk slikte het niet altijd. Ze hadden een request aan de Staten van Zeeland gestuurd, maar hun verzoek had geen succes. Vandaar hun bezoek aan de Heren op het Stadhuis op 26 Januari 1704. De audiëntie. Door de stadsbode Joost Minneboo werden zij in de Vierschaar geleid, waar 9 stoelen gereed stonden. Vol gens hun rang werden ze binnenge laten, uit eerbied het hoofd ontbloot. Wanneer de burgemeester van den Brande hen verzocht zich te dekken, zetten ze hun hoeden op. De oudste der 9 mannen, Johan Cau, Heer van Domburg, zette uiteen waar voor ze gekomen waren. Mr Jacob de Muynck las de Memorie voor, die door hen werd ingediend. Hierin werd geprotesteerd tegen de regentenheerschappij, de overheersing van enkelen over de medeburgers. Te gen de verkorting van het recht der burgers en de schending der privile giën. Er was juist weer een schepen plaats vacant. Door wie moest die wor den aangevüld? Door een nominatie uit de burgers of uit de 12 Raden? De burgemeester verzocht de 9 kiezers in de Schepenkamer te gaan, aan de bode verzocht hij daar vuur aan te leggen. De Ed. Achtbare He ren zullen inmiddels over het ge schrift delibereren. Na korte tijd kwam een der ma gistraatspersonen hem zeggen, dat ze geen beslissing hadden genomen en dat de 9 heren naar huis konden gaan. Intussen was de Markt volgestroomd. Later werden deze 9 mannen beschul digd van oproer, dat ze een complot ge smeed hadden met het toegelopen volk en aan de Magistraat dreigementen had den geuit. Om zich van deze blaam te zuiveren, hebben ze toen een verklaring laten drukken en verspreiden. SCHAKEN In de tweede klasse heren handhaafde Zuidwesters II zich op de tweede plaats door zowel VCU als M. de Ruyter II een 3—1 nederlaag te bezorgen. Tegen EWC H moest echter met een 22 gelijk spel genoegen genomen worden. EWC II won met 30 van UOC III, dat echter op haar beurt een 13 zege op EWC III behaalde Marathon II klom een plaatsje op de ranglijst, want het bleef met 3—1 baas over M. de Ruyter II. De stand is hier: KEERPUNT. Totdat er een nieuw wonderlijk keerpunt in het leven van de heer Mol kwam. Kort voor het uitbreken van de derde wereldoorlog kreeg hij van een bekende Scheepvaartmaatschappij n opdracht om een kleurenfilm over tiië als toeristenland te maken. Hij ok er zelf heen en filmde de schoon- eden van Java, Sumatra en Bali, maar onderwijl werd het Mei 1940 en was er geen „terug" meer. Toen richtte de heer Mol ginds aangezien het enige Indonesische film bedrijf Anifilm wegens gebrek aan goede vakmensen stil lag „Multi film Batavia" op en begon direct met een Indonesisch journaal uit te geven. Later groeide hieruit het reeds ge noemde Oosterse journaal, dat ook in China, Australië, Malakka en Siam gretig aftrek vond. „We waren juist doende, een uitgebreide ruilorganisatie op touw te zetten, toen de Jappen kwamen....". De rest kan men zich denken: de heer Mol werd tenslotte. II MVC II Zuidwesters EWC II Marathon II UOC II UOC III VCU M. de Ruyter II EWC III 20— 6 19—11 16—10 12—10 11—10 10—11 9—13 5—14 3—20 De schakers deden het, zoals steeds overigens, wat rustiger aan. Maar het was er niet minder spannend om. In de tweede klasse A van de Zeeuwse schaak competitie wisten Koudekerke en Mid delburg III nog niet tot een beslissing te komen. Twee partijen moesten n.l. afge broken worden. Voorlopig hebben de hoofdstedelingen een 344—444 voorsprong. In de tweede klasse B kwam Goes sa men met 's-Gravenpolder op de eerste plaats, want SEALTO moest met een 644- 344 nederlaag naar Wemeldinge terug. Het bordgemiddelde van 's-Gravenpolder is echter iets beter. De stand is nu; 's-Gravenpolder 2 2 0 0 4 1444 Goes II 2 2 0 0 4 1244 De Pion 1 1 0 0 2 544 VUK H 2 0 0 2 0 644 SEALTO 3 0 0 3 0 11 In de tweede klasse C kwam Oostburg weer wat dichter bij de titel, want VSV moest er in Sluiskil met 36 aan geloven. Breskens hadhaafde haar kansen door een benauwde 444544 overwinning op Terneuzen II. Landau II bleef zonder een enkel puntje op de onderste plaats, want Zuidzande nam na een 37 overwinning de volle buit mee naar huis. De stand is Oostburg Landau I Breskens Terneuzen Zuidzande VSV Landau II 25 2544 22 2944 22 1944 1544 Schoolcompetitie. Ook de Zeeuwse scholieren waren weer menig uurtje aan de borden zoet. In de finale van hun competitie verover de het Gymnasium uit Middelburg de lei ding door de RHBS in de hoofdstad met 4'A144 te verslaan en gelijk te spelen tegen het Lyceum uit Terneuzen (33). 55. Hoe goed tehuis Arthur ook had bij dominee en mevrouw Merrick, met grote blijdschap vernam hij van het plan, hij die voortaan de naam Arthur Peyton zou dragen. „Ze hebben een zoon weergekregen", zeiden de dorpe lingen, die nog lang vol waren van het vermiste meisje. Op de duur luwde dat natuurlijk, maar het bos kwam in nog slechter reuk te staan: het moest er beslist spoken; nu waarden er al twee geesten rond, die van de vermoorde vrouw en die van het vermiste kind. HOOFDSTUK XXIII. De jaren verstreken. Zestien jaren snelden voorbij sinds de ontzettende Octo- beravond, toen Ernst, met Arthur naar Wynsdale komend, vernemen moest, dat zijn dochtertje verdwenen was. Hij was nog steeds predikant van Wynsdale en zou er, zoals de baron vroeger eens had opgemerkt, zijn leven wel slijten. Wat hij uitstekend vond. Hjj voelde zich er best thuis en uiteraard Alice ook, want die was er geboren en getogen. Hij werd er nog steeds als op de handen ge dragen. Natuurlijk was er in al die jaren in beide dorpen het een en ander gebeurd en veranderd, al was alleen maar in het uiterlijk der personen. Alice en Ernst woonden nog steeds in dezelfde pastorie, maar zij waren ouder gewor den. Hun haren begonnen al te grijzen en zij kregen lijnen op het voorhoofd. Maar de ogen van Alice waren nog even zacht en eerlijk; die van Ernst even groot en sprekend. Doch één ding was heel niet veranderd: hun wederzijdse liefde. Het verlies van de kleine, dat nooit opgehelderd was, hoeveel moeite zij er ook voor gedaan hadden, had hen, zo het kon, noch dichter bij elkaar gebracht. Nóg een groot verlies had Alice in die jaren geleden. Van het kasteel had een rouwstoet barones Glenby naar het kerkhof gebracht, welk verlies beiden diep hadden gevoeld. Want feitelijk was zij de band geweest tussen het kasteel en de pastorie. Zelden zagen zij de baron meer, behalve in de kerk en dan niet eens elke Zondag. Hij was het grootste deel van de week in Londen, evenals Percy en Isabella. Inplaats van de baron, die ontslag genomen had, was Percy vrederechter geworden. Over zijn parti culiere leven liepen wel eens praatjes, maar het rechte wist niemand. Ernst had altijd gehoopt, dat Rob Martin nog eens zou terugkeren, maar dat was niet gebeurd. Zo nu en dan kreeg zijn moeder bericht van hem en zij beantwoordde zijn brieven trouw, al viel het moeilijker dan tien jaar geleden, want het laatste jaar was zij sukkelende. „De levenslamp wordt uitgeblust", zeide zij tot Ernst, die haar geregeld bezocht. Rob was niet meer in Amerika, maar in Zuid-Afrika, waar hij het, volgens zijn brieven, goed maakte en flink geld verdiende. Vrij geregeld zond hij geld naar zijn moe der, die de smidse eindelijk had verkocht, nu Rob toch niet het plan had, terug te keren. Eens ontving Ernst, via een bank te Londen, een cheque van duizend gulden, bestemd voor de armen van Wynsdale. Aangezien hij een vermoeden had, informeerde hij naar de naam van de gever, maar die werd hem niet genoemd, alleen meegedeeld, dat deze in het buitenland woonde, buiten Europa. Toen wist Ernst genoeg. De gever kon niemand anders dan Rob Martin zijn. Gezamenlijk werkten Ernst en Alice in de gemeente, die hen zo lief was. Enkele jaren geleden was er nog een derde bijgekomen. In Wynsdale, waar zij een aardige wo ning had gekocht, was een zekere mevrouw Hesselton ko men wonen, die vroeger in Canada had verblijf gehouden, maar na de dood van haar man was teruggekeerd in Enge land. Zij was niet alleen een geregelde bezoekster van de pastorie, maar hielp Ernst ook mee in het werk, in hoofd zaak het bezoeken van armen en zieken. Tussen de beide vrouwen was een hechte band ontstaan, te meer, toen al spoedig bleek, dat zij lotgenoten waren: in Canada was haar enig zoontje gestolen en nooit meer ontdekt. Zoiets kwam daar nog vaker voor dan in- Engeland zelf. Mevrouw Hesselton was zeer bevriend met Arthur, tot wie zij zich bijzonder aangetrokken voelde, zij wist zelf niet waarom. Deze was al die jaren een goed zoon voor de pastoriebewoners geweest. Hij achtte en vereerde zowel zijn pleegvader als zijn pleegmoeder. Hij was steeds ijverig geweest, had eerst te Wynsdale geleerd, daarna op een kostschool in de buurt, waarna Ernst hem naar de Univer siteit zond, in het midden latend, welk beroep of ambt de jongen kiezen zou. Hij hoopte in stilte van predikant, maar sprak die wens niet uit. Arthur moest het zelf uitmaken. Als hij er geen roeping voor gevoelde, moest hij het niet doen. Tot zijn niet geringe vreugde evenwel, deelde Arthur hem mede, graag predikant te willen worden. In die rich ting ging toen zijn studie. En nu, zestien jaren na die gedenkwaardige October- avond, waarop Maria Peyton verdwenen was, was Arthur Peyton klaar met de studie en tot predikant geordend. Voorlopig zou hij hulpprediker van Ernst zijn. Om de twee weken ging hij voor in de dienst, sprekend een eenvoudig, hartelijk woord, dat in de gemeente zeer gewaardeerd werd. Het was op een Maandagmorgen, na een Zondag, waarop hij weer gepreekt had, dat Arthur een vertrouwelijk onder houd zocht met Ernst en diens studeerkamer betrad. „Hebt u een ogenblikje voor mij, vader?" „Wel natuurlijk, jongen", antwoordde Ernst, verbaasd over de plechtige manier, waarop Arthur dat vroeg. „Ga zitten en stort je hart maar eens uit. Of is het geen harts geheim?" schertste hij. Jarenlange wraakt Deze flinke mannen, die op de bres stonden voor de rechten van de bur gers, deze goede democraten zouden we in onze tijd zeggen, hebben nu hun bezoek op het Stadhuis niet veel rust meer gehad. Een paar jaar later (1704) kregen ze om 4 uur bericht, dat ze zich 's mid dags om 6 uur buiten het rechtsgebied van Middelburg moesten begeven. De baljuw zou ze uit de stad leiden en zouden ze terugkeren, dan wachtte hun een plaatsje op 's Gravensteen (de ge vangenis). Bovendien moest huiszoe king gedaan worden. Johan Cau, Heer van Domburg, die 2 jaar geleden de woordvoerder was, vroeg om uitstel tot do volgende mor gen, maar de burgemeester weigerde het hem, een man van in de zeventig. Mr Jacob de Muynck ging op zijn buitenplaats wonen, een kwartier bui ten de stad. Maar na drie weken kreeg hij aanzegging om binnen 24 uur deze plaats te verlaten. Daar hij ziek was, kwam de Middelburgse baljuw met een koets, zette hem er in en bracht hem buiten de jurisdictie (het rechts gebied) van de stad. Zijn plaats van secretaris in de Rekenkamer van Zee land werd gegeven aan een zekera Fannius, een fanatieke regentenvriend, die eens de kiezer Rosmale geprobeerd had af te ranselen, toen hij van de beurs kwam. Wel werd in 1705 door de Staten van Holland een besluit genomen, dat er geen vervolging meer zou plaats heb ben, maar in de practijk bleek dat men er zich niet aan hield. Dat ondervon den Rosmale en Sandra, die naar huis terugkeerden, maar telkens werden lastig gevallen. Ook met lasterpraat, dat ze heulden met de Fransen, onze vijanden. Zelfs de zoon van Sandra, een advo caat, die naar Middelburg kwam om de zaken van zijn vader te behartigen, werd dit verboden. Bijna een halve eeuw lang hadden we geen stadhouder en de oppermach tige regentenkliek speelde de baas. L. v. W. (Wordt vervolgd.) AMSTERDAM, 25 Januari. Toen personeelsleden van een groot kantoor aan de Herengracht te Amsterdam vanmorgen om negen uur bij het ge bouw kwamen, vonden zij de buiten deur gesloten. Op hun voortdurend bellen kregen zij geen gehoor en ten einde raad wendden zij zich tot de po litie radio auto dienst. De agenten sloegen een ruitje in en konden zo de deur openen. De concierge en zijn gezin vrouw en driejarig zoontje lieten zich nu horen. Zij zaten opgesloten in de lift, die tussen de begane grond en de eer ste verdieping was blijven steken. Pas toen de agenten het drietal uit hun benarde positie hadden bevrijd, konden zij vertellen, dat zij sinds Zondagmid dag vyf uur in de lift opgesloten wa ren geweest. Het gezin had gebruik gemaakt van de lift, die onderweg de fect was geraakt. Van de koude hebben zij niet veel last gehad, omdat de centrale verwar ming brandde. Na de bevrijding heb ben zij echter wel een stevig ontbijt genomen, want de magen knorden ge ducht.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1954 | | pagina 4