„DOOD WATER
7
WORDT DE OOSTERSCHELDE EEN
Onrust in de vissersplaatsen en
vooral in Yerseke.
O astercultuur
belang voor
van het grootste
geheel Europa." j
„Zeeland kan veilig wonen,
ook zonder Deltaplan"
„Ik zit er met een paar
duizend gulden in!"
Als het Deltaplan wordt uitgevoerd
Het gaat niet om dode dingen....
De waterbouwkundige:
De burgemeester (tevens voorzitter commissie van 13):
II
Waddenzee biedt een kans, maar dan
zal daar de mosselcultuur
moeten verdwijnen.
zegt de „panneboer"
Aanwinst van cultuurgrond gering,
kostenbesparing aanzienlijk
Zaterdag 9 Januari 1954
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 5.
H5T GEBEURDE ALLEMAAL op hetzelfde moment. Terwijl in een restaurant ergens in
Parijs een deftig heer zich over een spijskaart boog, een ober wenkte en oesters bestelde,
daalde in Rome een K.L.M.-vliegtuig, boog een Hollands ingenieur zich over een teke
ning, greep een mosselhandelaar in Yerseke naar de telefoon, boog een jonge kerel in Yerseke
Zich zuchtend over een tabel met cijfers en schudde een burgemeester moedeloos het hoofd.
En zo ging de loop der dingen verder. De ober in Parijs kwam glimlachend terug, met zwier
een zilveren plat dragend waarop het blanke zeebanket, het K.L.M.-toestel werd uitgeladen en
enkele kleine blank geschuurde houten vaatjes werden weggedragen; de ingenieur glimlachte en
mompelde „dat kan zo"de mosselhandelaar glimlachte eveneens en noteerde snel een
flinke bestelling voor Brussel en de jonge kerel zuchtte opnieuw en keek mistroostig uit het
raam van zijn loods waarin 's avonds nog laat licht brandde. De burgemeester boog zich over
een berekening
We kunnen niet zo doorgaan. We laten die heer van zijn oesters genieten en de blanke
vaatjes (met oesters) verder vervoeren. We laten de ingenieur met rust doch we gaan eens
babbelen met die jonge Yersekenaar en met de burgemeester. En ook met de mosselhandelaar.
f
DE BURGEMEESTER kijkt van zijn betekening op. Hij is een kalm
man, de heer A. C. Willemsen van Yerseke. Maar als men hem
spreekt over het Deltaplan, raakt hij ineens voi vuur. Uren en uren
kan hij er over praten.
„Yerseke komt aan dood water te liggen" zegt hij. „Voor mijn gemeente
betekent het de nekslag. Tachtig procent van de 5.000 inwoners leeft van
de cultures" en meteen vertelt hij mij de geschiedenis van zijn gemeente die
van een onbekend dorpje, dat in 1853 nog maar 865 inwoners telde, groeide
tot wat de gemeente nu is. Een gemeente, die de vleugels breed kan
uitslaan, als juist dat Deltanlan er maar niet v
Onze voorvaderen ken
den de oester ook al;
daarvan getuigen vele
schilderstukken uit de
Gouden Eeuw. Alleen
kon de toenmalige oes
tervangst op de Ooster-
schelde op geen stuk
ken na aan de vraag
voldoen. Scheepsladin
gen Schotse oesters
moesten worden aange
voerd, doch cndeskun-
dig beheer en roofbouw
hebben de Schotse ban
ken kaal geplukt en ook
in andere landen ver
dwenen de oesters. Al-
leer VYnnUrijk bloei
de c. oestercultuur op
en zo oegon men ook in
ons land. De omstan
digheden in Zeeland
bleken het gunstigst,
vooral in de Ooster
schelde, die al spoedig
de naam „oesterschelde"
kreeg. Er waren vele
wilde oesters die de oesterlarven voort
brachten. Aan de eerste wilde vangst
werd echter een eind gemaakt. Op de
Yerse Bank werden stukken grond
aan de vrije visserij onttrokken en in
pacht gegeven en zc werd de grond
slag gelegd voor een cultuur die eèns
een wereldreputatie zou verwerven
Er werd al gauw een productie be
haald die dertig keer zo groot was als
ooit van de natuurbanken werd ge
oogst. Vooral de kom van de Ooster
.schelde leverde de mooiste oesters en
de pachten die voor deze gronden
werden betaald, liggen in vele geval
len acht maal zo hoog als de pachten
voor de vruchtbaarste landbouwgron
den.
Yerseke groeide snel, zó snel, dat
het de naam kreeg van „Klondike",
ebstroom te sterk, nóch in het Weste
lijke deel van de Oosterschelde.
Wan. stel, dat er een dam gelegd
werd dwars door de Oosterschelde, dan
zou een Westelijk deel in open ver
binding met de Noordzee blijven. Eliér
zijn echter nergens uitgestrekte per
celen vaste bodem aanwezig, het zand
is er te „levend", d.w.z. het „beweegt"
en met eb lopen er belangrijke mhs-
sa's water naar zee, terwijl ook de
temperatuur te laag zal blijven.
De Wadden.
In de Waddenzee bevonden zich
vroeger goede natuurbanken. En het
is mogelijk om door menselijk ingrij
pen gunstige voorwaarden te scheppen
voor een oestercultuur. Men zou er al
lereerst tientallen millioenen oesters
moeten uitleggen en dan zou men alle
zeegaten moeten afsluiten met uitzon
dering van het Marsdiep. En laten we
Zie vervolg op pag. 7
„Nee!" zegt de burgemeester, die te
vens voorzitter is van de commissie
van dertien. „Nóch in de Westersehel-
de, waar het water te brak is, de bo
dem ongeschikt voor de uitzaai en de
£EN PROBLEEM, dat voor de- ramp reeds leefde, doch waar
over het Nederlandse volk nauwelijks nadacht, is na de storm
vloed plotseling zeer actueel geworden: de afsluiting der
zeegaten in Zuidwest-Nederland.
Commissies bestuderen de mogelijkheden en gevolgen, de voor-
en nadelen. Maar nergens leeft dit probleem sterker dan in de
vissersplaatsen rond de Oosterschelde. Zoals in Yerseke, dat zijn
welvaart bedreigd ziet.
Tegenover de voordelen, die reeds vaak genoemd zijn als méér
veiligheid voor het achterland, het tegengaan van de steeds voort
schrijdende verzilting, de landaanwinning, de betere ontsluiting van
afgelegen gebieden en de mogelijkheid tot betere spreiding van de
op vele plaatsen opeengehoopte bevolking ziet men in Yerseke één
groot nadeel. Het is het verdwijnen van de welvaart in de plaatsen
rond de Oosterschelde die leven van oester- en mosselcultures en
-handelvan de kreeftenvisserij, de weetvisserij en de botvisserij.
In bijgaande artikelen hebben wij getracht U een indruk te geven
van de materiële waarden die in het geding zijn, beschrijven we de
meningen van mensen, die met deze cultures te maken hebben
want het gaat om cultures en niet om visserij! en die hier hun
vreugde en zorg in hebben gevonden. Want het gaat niet om de
dode dingen. Het gaat om de mens. En daarom hebben we ons
willen verdiepen in de toekomst van velen die vrezen op dood
spoor te komen, wanneer het besluit zou worden genomen om de
Oosterschelde af te dammen.
A. M, Koolwijk,
Die jonge Yersekenaar is een zgn.
„panneboer". Hij leeft, of liever
tracht te leven van de oesterteelt. Hij
is nog maar pas begonnen en heeft
het niet gemakkelijk. Net als zijn
agrarische buren is hij een boer.
Wat voor hen het land is, is voor
hem de zee. Die „bebouwt" hij.
In 1950 begon hij met de teelt. Hij
zou oesters gaan kweken en het is hem
gelukt en nu ligt. voor hem een uit
komst, die niet bevredigend is.
Dit is zijn geschiedenis. Hij kocht
20.000 dakpannen voor 7 ets per stuk,
schuurde ze af en zette ze in de kalk.
Die pannen zette hij uit in de Zand-
kreek. Dat was een hoop werk en hij
had er een knecht voor nodig en ook
het vervoer sprak een woordje mee.
Toen de pahnen in het water lagen
kostten ze al 12 ct per stuk. In Oc
tober braoht hij ze naar „Het Zuiden"
onder Krabbendijke waar ze bleven
liggen tot April. Op die pannen vol
trok zich een klein wonder. Toen hij
ze in het voorjaar in Yerseke in zijn
schuur had, zaten ze vol met kleine
oestertjes. Die werden van de pannen
afgestoken, heel voorzichtig, want
straks moest hij ze weer uitzetten, nu
op zgn. „ziften", die op een goede
plaats in de Oosterschelde kwamen te
staan op een netwerk van stokken en
latten. Daar mo-sten die kleine oes
ters groeien tot „bakkegoed", het zaai
zaad van de oesterkweker. Onze jon
geman heeft géén eigen perceel en ver-
koopt, als het zover is, zijn „bakke-
goed" aan de grote kwekers.
En nu was hij aan het rekenen. Het
eerste jaar verkocht hij voor 1750
en het najaar daarop voor 10.000.
Het tweede jaar voor respectievelijlc
8600 en 16.000. In twee jaar tijds
du- een totaal van 36.350.
En toch zucht hij, want hij houdt
er practisch niets van over. En op
nieuw cijfert hij: pannen 10 pCt ge
broken, 180 ziften gekocht voor 15,
palen en latten en teer en olie voor
de boot. Ja en de afschrijving van de
boot, de grondhuur en de pacht, de
lonen. Nee, het is een slecht jaar ge
weest.
„Een zakcent" zegt hij.
„En als het Deltaplan eens door
gaat", vroeg ik, „wat ga je dan doen?"
Hij lacht, kort en grimmig. „Dan zit
ik er maar met een paar cent in!" Hij
haalt de schouders op. „Dan zijn wö
allemaal kapot, de grote net zo goed
als de kleine". De groten hebben al
leen vaak nog een centje achter d«
hand. Wat zou ik met al het mate
riaal moeten doen? Ik kan hoogstens
m'n ziften verkopen om er kippen
hokken van te laten maken
En opnieuw boog hij zich over da
cijfers
De Zeeuwse oestercultuur
in Europa.
Frankrijk was de bakermat van de
oestercultuur en ons land volgde als
tweede. In andere landen, zoals Span
je, Engeland, Schotland en Duitsland
werden de banken leeggevist en de kip
die de gouden eieren legde, geslacht.
De huidige teelt is in andere landen
zeer tering.
In 1920 ontstond er een catastro-
phale sterfte onder de Franse oes
ters. Nederland zond tientalllen mil
lioenen jonge oesters naar de Franse
cultuurcentra. Was dit niet gebeurd,
dan was de Franse industrie verlo
ren gegaan! Herhaling van een der
gelijke gebeurtenis is mogelijk en
daarom is het een Europees belang,
dat Zeeland een welvarende oester
cultuur behoudt, aldus de burge
meester.
Men zoekt naar de beste soorten.
Snelgroeiende oesters, die sterk zijn
en toch een fijne smaak behouden. De
Zeeuwse oester staat hier aan de spits
en regelmatig worden jonge oesters
per vliegtuig verzonden naar de V.S.,
Japan en Zuid-Afrika.
Nu het Deltaplan.
En nu wordt er gesproken over de
afsluiting van de Oosterschelde. De
Oosterschelde, zo zegt de burgemeester
(en alle Yersekenaren met hem), die
to uitstekend geschikt is voor de cul
tures. Want de bodem van de kom is
hard en stabiel, en ze bergt niet min
der dan 75 millioen moeder-oesters.
Yoort? is ae Oosterschelde practisch
ideaal voor de broedval. Weinig lar
ven Verdwijnen bij eb naar de Noord-
Zee. De temperatuur en het zoutgehalte
van het water zijn nergens zo stabiel
en voedsel is er voldoende voor de
larven.
„Ja maar", zeg ik, „kan er nu bui-
tea de Oosterschelde geen broed ge
wonnen worden?"
Kijk", zegt de waterbouwkun- havense gat en Oostersihelde zouden
dige, „dit zijn de plannen die'
in de loop der jaren zijn geopperd".
En met snelle halen van zijn pot
lood tekent hij de provincie en de
zeearmen.
„We beschikken natuurlijk nog
niet over concrete cijfers" zo voegt
hij er aan toe, „maar de Nederland
se Vereniging voor Landaanwin
ning heeft over de inpolderings
mogelijkheden in Zeeland al eens
wat materiaal bijeen gebracht.
En dit waren de plannen. Aller
eerst de afsluiting van de kom van
de Oosterschelde. Een dam dus van
Gorishoek op Tholen naar Yerseke-
dam op Zuid-Beveland. Het zou een
goede verbinding geven. Over de na
delen zoals ik die zie, zal ik straks
mijn mening geven,
Het tweede plan was afdamming
van de Westerschelde van Perkpolder
tot Kruiningen. Via het landpunt van
Walsoorden zou er dan een goede ver
binding ontstaan voor weg- en spoor
wegverkeer en de scheepvaart vanuit
Antwerpen zou dan door een kanaal
moeten gaan dat van Antwerpen zou
lopen naar de punt van Walsoorden.
Dan is er het drie-eilandenplan. Het
plan dus om van Walcheren en Noord
en Zuid-Beveland één geheel te ma
ken. Ook dat brengt voordelen.
Tenslotte is er het grote verlandings-
plan, destjjds gemaakt door de dienst
der benedenrivieren van Rijkswater
staat met het doel successievelijk klei
ne gedeelten in te poldert
Ja en dan is het nü het Deltaplan.
Haringvliet, Grevelingen, Brouwers-
afgedamd moeten worden. Vorig jaar
dacht men, dat het onmogelijk zou zijn.
Het w; tervermogen van het Haring
vliet is 600 millioen m3 per getij, dat
van GrevelingenBrouwershavense
gat 800 millioen en van de Ooster
schelde 1800 millioen.
Nu begint men te denken dat het
kan, vooral als de dam tussen Schou
wen en Noord-Beveland meer Oost
waarts komt. Daar is het watervermo
gen veel geringer n.l. 1000 millioen m3.
Voor- en nadelen
Nu zullen bij indamming de voor
delen moeten opwegen tegen de na
delen. Het sterkste argument, dat geef
ik toe, is de veiligheid. Wat men zegt,
over de verzilting, kan ik niet hele
maal aannemen. Het zoetwater-pro
bleem is voor de landbouw niet of
van gering belang, uitgezonderd dan
dat van het Westland.
„En de landaanwinning?" vragen we
„De landaanwinning? Nu moet U
eens goed luisteren. Velen denken,
dat we door het leggen van een dam
een soort N.O.P. zullen krijgen. Dat
is onmogeijk. Het wordt een zoetwa
ter-bassin, waarin de waterstand zal
schommelen rond hetN.A.P. Dat is
dus een waterstand die 1.50 meter ho
ger is dan de normale laagwaterstand,
zoals we die nu kennen. Er blijven ve
le dieptes. Ik geef toe óók ondieptes.
Zoals bij de Bathpolder en ook wel
voor Tholen en Brabant. In totaal
misschien 10.000 ha. Wat voor grond is
dat? Hoofdzakelijk grof zand, net ge
schikt om er dennebomen te plan
ten!
Becijfering,
Ik heb het eens becijferd, zo ver
volgt hij. Het eiland Flakkee is nu
veilig gemaakt. Dat wil zeggen: de
dijken zijn zover verhoogd, dat ze
menselijkerwijs gesproken. een
stormvloed kunnen weerstaan. Dat
werk heeft 90 millioen gekost. Nu
kost het Deltaplan 1500 millioen
gulden.
Als men echter het Deltaplan uit
voert moeten ook de dijken van
Walcheren, Zuid-Beveland aan de
Westerschelde en Zeeuwsch Vlaande
ren even zo hoog worden als de dam
door de Oosterschelde.
Wanneer men alléén de dijken van
de eilanden verhoogt zoals die van
Flakkee, dan kost dat Zeeland
met zijn 500 km dijken in totaal 100
millioen gulden. En dat maakt nogal
een verschil!
De dam in de Oosterschelde zal niet
regelrecht van Coiijnspiaat naar Zie
rikzee lopen. Voor Zierikzee zal deze
dam namelijk naar links afwijken en
ver ten Westen van Zierikzee uitko
men. De kom die dan ter Westen van
deze dijk gevormd wordt, zal hele
sterke dijken moeten hebben. Vooral
bij een stevige Westerstorm.
Als de afsluiting door zou gaan zul
len trouwens de gevolgen voor de
Westerschelde bij een flinke opstu
wing van het water funest zijn. Daar
heeft reeds de gouverneur van Ant
werpen op gewezen. Het is dus logisch,
dat de dijken aan de Westerschelde
zeer hoog zullen moeten worden. Wan
neer echter de dijker eenmaal op peil
zijn gebracht, zal het onderhoud wei
nig kosten.
En nu wachten we maar op de con
clusie van de Deltacommissie. Ik ben
er ten zeerste benieuwd naar. Dat het
geen gemakkelijk probleeem is, daar
van is iedereen overtuigd. De brood
winning van honderden staat op het
spel. Daartegenover staat de veiligheid
van duizenden anderen. Een veiligheid
die echter op een andere en goedkope
re manier verzekerd kan worden!"
In de mosselconservenf abrieken p... en vlugge meisjeshanden de zeevrucht
in glazen potjes. (Foto Zeeuwsch Dagblad).
De mo sselhan delaar
Zonder verwaterplaatsen
doen we niets
Buiten land eist zandvrije
mosselen
DE MOSSEL-HANDELAAR
heeft wel even tijd. Hij komt
uit de met damp verzadigde fabriek
waar vlijtige meisjeshanden snel
het blanke vlees in de glazen potjes
verpakken, die straks „Zeelands
Roem" door geheel Nederland en
het buitenlr ad zullen verkondigen.
Destijds hebben de mosselen „in
het nieuws" gezeten. Dat was, toen
de parasiet de Zeeuwse mosselcul
tuur aan de rand van de afgrond
bracht. Maar de mens won. Nu
bedreigt de mosselcultuur een nieu-
ramp, zegt de handelaar: het
plan tot afsluiting der zeegaten.
Hij glimlacht en zegt; „Als je met
een mosselkwekersbedrijf zou willen
beginnen? Hoeveel kapitaal je nodig
zou hebben?
Hij peinst even en rekent snel uit:
Zeker 60 a 70 mille"....
In Zeeland kan niet genoeg mossel
zaad worden gevist en daarom mogen
de Zeeuwse vissers jaarlijks enkel®
weken naar de Waddenzee. De uitzaai
volgt dan in het Westelijke deel van
de Oosterschelde. Dan komt echter het
grote probleem en dat is het verwate
ren. De mosselen moeten gelegenheid
krijgen het zand, dat zij bij het op
vissen „binnen" hebben gekregen, „uit
te spuwen". Dat kan alleen in helder
water met een harde bodem. Verwa
terplaatsen, die aan de eisen voldoen
zijn er maar weinig in ons land. B(j
hoog water moet er drie meter water
staan en bij laag water moet de grond
droogvallen. „Het zijn de pakhuizen
van de handelaars! En die liggen in
de kom van de Oosterschelde", zegt
hij.
Als de zeegaten worden afgesloten
heeft Nederland geen verwaterplaat
sen meer. En het buitenland, dat voor
ruim f7 millioen jaarlijks afneemt,
wil alleen maar zandvrije mosselen.
Zó liggen de problemen.
Er zijn nog andere waarden in het
geding. In de mosselconservcnfabrie-
ken te Yerseke, Bergen op Zoom en
Tholen werken ongeveer 259 arbei
ders. Gedurende het seizoen wordt
wekelijks een bedrag van plm f 10.000
aan lonen uitbetaald.
Een oplossing ziet «leze handelaar in
het maken van een soort kunstmatige
boezem waar de ios elen toch in ver
binding' staan mst het zoute biv'enwa-
ter. Alleen: het is de vraag j ver
gunning zou krijgen hiervoor dc „.siuit-
üijk te doorgiell.