„WE MOGEN
dat alles zo
is afgelopen"
BLU ZIJH, „GEEN REDEN TOT KLAGEN,
er zijn goede
zaken gedaan"
stRijö om het w&t€R
tegen het w&teR
Bloedend uit vele wonden, maar
Als een inktzwarte wolk is de ramp over ons gekomen -
langzaam echter wordt de blauwe lucht weer zichtbaar.
en de boeA
fdj, pto-exj.de. iwo-ït
Ir J. öORSt
OV€R
UnöBOuw- en
veeteeLt
Maar de vette jaren van na de oorlog
zijn voorbij
6rs m. C. V6RBURQ
OV6R
möustRieLc
BebRijviqheiö
Meer aandacht zal worden geschonken
aan de interne bedrijfsvoering
„We komen met de indirecte schade
in de knoei!"
„Nog twee zulke jaren en
ik ben er!"
Administratieve j
rompslomp j
Donderdag 31 December 1953
ZEEUWSCH DAGBLAD
ZEELAND HERSTELT ZICH.
GOES, December. Een man, die in het agrarisch leven van Zee
land een belangrijke rol speelt, is ir J. D. Dorst, provinciaal voedsel-
commissaris, directeur van de N.A.K.-Zeeland en secretaris van de
Stichting Proefboerderijen. Wij vonden hem bereid met ons in kort
bestek het agrarisch leven in het afgelopen jaar de revue te laten
passeren. Zoals te verwachten was, staat ook bij hem de watersnood,
die ons land in Februari heeft getroffen, vooraan in zijn gedachten.
Want de ramp heeft het agrarisch le
ven in Zeeland volkomen beheerst waar
immers het grootste bezit, de grond,
volkomen werd verwoest. Gronden, die
ook bij vorige inundaties werden over
stroomd, zoals Kruiningen, dat voor de
vierde keer door het water werd over
spoeld.
„Zeeland" aldus ir Dorst„is een
van de provincies, die de laatste 15
jaar de meeste klappen hebben ge
kregen. Nu dit jaareinde is genaderd,
mogen we vaststellen, dat we blij mo
gen zijn, dat dit alles zo is afgelopen,
hoe vreselijk het ook was en hoeveel
mensenlevens, vooral uit de agrarische
sector, verloren zijn gegaan. Rustig
leefden wij achter onze dijken en nie
mand kon zich maar even voorstellen,
dat zoiets zou kunnen gebeuren. Zelfs
op de plaatsen, die droog bleven, is de
toestand zeer, zeer critiek geweest. Ik
geloof, dat, wanneer deze ramp een
halve eeuw eerder had plaats gevon
den, niet zoveel gered had kunnen
worden als thans het geval is. En dat
is een lichtpunt'.
Nog een lichtpunt.
Ir Dorst ziet nóg een lichtpunt. En
dat is, dat men de vergoeding in het
algemeen redelijk kan noemen. De in
stanties, die met deze regelingen zijn
bel-st, weken uitstekend samen en ver
wacht kan worden, dat het herstel van
de watersnoodsehade sneller afgewik
keld zal worden dan de oorlogsschade.
te beseffen. Doch er blijven vele pro
blemen. Neemt men alleen de dijkver
zwaring eens. Nodig natuurlijk! Maar
wie zal het betalen? Dat men t.a.v. het
drle-eilandenplan stappen heeft gedaan,
die ons nader tot de werkelijkheid kun
nen brengen, acht hij een geluk.
De behaalde resultaten.
Het gevoerde landbouwbeleid gaf geen
redenen tot klagen. Wat de bedrijven
betreft, die konden blijven werken heeft
het weer wel gunstig gewerkt. Het
voorjaar was droog, evenals de oogst-
periode en gedurende de periode van
de topdrukte. De neerslag was over het
algemeen voldoende. Dit goede weer
was ook oorzaak, dat, ondanks het feit
/t I lAT ZULLEN WIJ, denkend aan Zeeland, schrijven over
dit jaar 1953? Moeten wij, teruggrijpend naar die vre
selijke nachten en dagen, opnieuw die angstkreet in Uw
oren laten klinken, die toen werd uitgeschreeuwd door dit ge
teisterde volk? En moeten wij opnieuw de heldendaden, de moed
en de opofferingsgezindheid bezingefi van hen die zich van die
eerste bange nacht a[ gegeven hebben aan het reddingswerk en
later aan het moeizame herstel van onze dijken?
Wij zouden het willen, maar wij geloven niet dat het goed zou
zijn. En wij geloven ook niet dat het nodig is. Gaan Uw ge
dachten op deze Oudejaarsdag niet terug, naar dit alles. En dan
niet in de stijl, die de onze zou moeten zijn: het algemene, maar in
het zeer persoonlijke, leder van ons heeft zijn eigen herinneringen
en die alle samen vormen het ware verhaal van dit jaar 1953,
dit rampjaar.
Wij zijn niet bij machte dit ware verhaal te vertellen. En
daarom ook zijn wij afgeweken van de tot dusverre in onze oude
jaarskranten gevolgde methode. Niet de belevenissen, het verhaal
van de ramp en van het herstel, zult U in deze pagina's vinden,
doch de invloed die de ramp heeft gehad op allerlei sectoren van
ons leven. Enkele vooraanstaande figuren hebben wij gevraagd
hun mening hierover te geven in de vorm van korte interviews
en het resultaat vindt U op deze en de volgende bladzijde. En
daarnaast hebben we steeds „de kleine man" gevraagd naar zijn
oordeel, opdat U de zaak steeds van twee kanten belicht zult
kunnen zien.
En onze conclusie? Wij hebben die hierboven in één enkele zin
weergegeven: „Langzaamaan wordt de blauwe lucht weer zicht
baar!" Geve God dat dit juist gezien is. Hij behoede ons voor
een nieuwe ramp en Hij zegene alles wat ondernomen wordt om
herstel in geestelijk en materieel opzicht te bevorderen....
MIDDELBURG, 31 December. Het is natuurlijk nog te vroeg
om een antwoord te kunnen geven, op de vraag hoe het jaar 1953
voor elk onderdeel van het Zeeuwse industriële bedrijfsleven is ge
weest. Men zou daarvoor de beschikking moeten hebben over de jaar
verslagen van de ondernemingen. Maar aangezien die pas in het begin
van het volgende jaar verschijnen moet wanneer men er toch wat
van wil zeggen -worden volstaan met enkele zeer algemene indruk
ken, die voor sommige bedrijfstakken niet helemaal zullen opgaan.
Zo gesteld wilde de directeur van het Economisch Technologisch In
stituut voor Zeeland, drs M. C, Verburg, zijn voorlopige mening wel
geven. En zijn conclusie was, dat het voor de Zeeuwse industriële
bedrijven een vrij behoorlijk jaar is geweest en dat -met het nodige
voorbehoud werd het gezegd de financiële resultaten in het alge
meen bevredigend zijn. In vele branches zijn behoorlijke zaken gedaan
en reden tot klagen zal er niet zijn.
wel het sterkst. Men kent Zeeland on
voldoende en dat leidt ertoe, dat men
Drs Verburg wees er (om enkele
voorbeelden te noemen) op, dat het ln
de vlasnijverheid dit jaar goed is ge
gaan en dat de textielmarkt zich na
een Inzinking heeft hersteld. De meeste
textielfabrikanten zitten goed ln hun
orders. Da scheepvaartindustrie heeft
zich in 't algemeen ook goed gehouden.
Het bedrijf in Temeuzen b.v. had aar
de hier liggende mogelijkheden niet na
gaat.
De productiviteit.
Een ander aspect van het Zeeuwse
industriële leven is de opvoering van
de productiviteit. Het is vaak moeilijk
na te gaan, of een bepaald Zeeuws be-
drijf in staat is met soortgelijke onder
nemingen buiten Zeeland te concurre
ren. Het staat echter wel vast, dat aan
de productiviteitsverhoging van het
kleine en middelgrote bedrijf nog meer
aandacht zal moeten worden besteed.
Want een hogere productiviteit bete
kent een kostprijsverlaging en daarme
de vergroot men zijn concurrentiemoge
lijkheden. Ook het E.T.I. zal aan deze
zaak nog meer aandacht besteden en ln
dit verband is het wel van belang mede
te delen, dat er in 1954 een Nijverheids-
zal worden georganiseerd door de
Opvoering Productiviteit,
in nauwe samenwerking met het E.T.I,
Industriële credieten.
En dit zegt de boer:
En dit zegt Houtman, meubelfabrikant
,,'k Heb dit jaar niet
gek geboerd. Mijn om
zet was flink groter dan
het vorige jaar". Meu
belfabrikant Houtman
zei het met voldoening
in zijn stem. Wij wisten,
dat hij begin '53 zich
nogal zorgen had ge
maakt over de scherpe
concurrentie van colle
ga's, die „revolutie
meubelen" tegen onmo
gelijk lage prijzen op de
markt gooiden. Hout
man had zich toen hel
der gerealiseerd, dat z'n
enige reclame de kwali
teit van zijn meubelen
was en dat hij op de
lange duur zou winnen,
als hij de kitsch uit zijn
productie zou blijven
weren. Een paar nieuwe
machines hadden hem
veel geld gekost, maar
als er nog twee zulke
jaren zouden komen,
dan zouden zij dubbel
en dwars zijn betaald.
Nee, Houtman was erg
tevreden. Ook met zijn
personeel. Zeven man
had hü nu in dienst. Ze
waren niet allemaal
even best, maar de
meesten hadden toch
hart voor de zaak. 't
Was al prachtig, dat hij
een paar bekwame meu
belmakers kon vasthou
den! Als je daar een-
maal mee ging sukke
len, dan was de lijdens
weg niet te overzien.
Natuurlijk had Hout
man er ook van geprofi
teerd, dat na de ramp
vele mensen zich op
nieuw moesten inspan
nen. Heel wat winke
liers, die per jaar hoogs
tens twee ameublemen
ten bij hem bestelden,
hadden het nu tot tien
of twaalf weten te bren
gen. Maar afgezien
daarvan was zijn omzet-
verhoging toch voor het
grootste gedeelte door
normale factoren ver
oorzaakt. Er waren in
de buurt nogal wat hui
zenblokken gereed ge
komen en af en toe wa
ren er momenten ge
weest, dat hij zijn af
nemers een leverings
tij d moest stellen. Eén
ding zat Houtman niet
erg prettig. Dat waren
de hoge belastingen. Hij
voelde zich nèt een on
bezoldigd Rijksontvan
ger. Een enorme admi
nistratieve rompslomp
bracht dat mee. 't Kost
te hem een aparte boek
houder en al gunde hij
die man graag een bo
terham, liever zou hij
dit geld toch in zijn zak
hebben gehouden! Maar
enfin: niet geklaagd. Hij
had een grotere bestel
wagen kunnen aan
schaffen en zijn vrouw
had een bromfiets ge
kregen.
We spraken ook met
een landbouwer over
deze problemen. „Wat
ik van de vergoeding
denk? Dat zal wel gaan.
Mijn grootste bezwaar
is, dat we met de indi
recte schade in de knoei
komen!" De normen,
die bij de vergoeding
voor verloren gegane
grond zijn genomen,
achtte hij redelijk, d.w.
z. boven de 20 ha. Maar
die van 1 tot 4 en van
4 tot 10 ha regeling is
zijns inziens niet in or
de. Ook de herbouw le
vert moeilijkheden. „Ik
had een houten schuur
en daarvan werd de
voorkant vernield. Toen
we terugkeerden, moest
ik toch weer aan de
slag en liet er een ste
nen voorgevel in met-
I Vier of vijf jaar 1
achterop
selen. Daarvoor heb ik
mijn spaarpot moeten
aanspreken" zei hij.
„Hier, voor mijn huis
ligt een boomgaard, of
liever heeft er gelegen.
Die schuur daar is ook
van my. Toen we terug
kwamen dacht ik, om
dat men er druk begon
te rijden met auto's en
kipkarren, dat ze my
kwamen helpen. Maar
nee hoor, ze lieten alles
liggen en begonnen er
zand op te slaan, 't Is
jammer, ik had er zo
graag een stukje wei
land van gemaakt, om
mijn beesten te laten
grazen. Nee, ik ben nog
wel vier tot vyf jaar
achterop en als je dan
niet meer zo jong bent,
dan valt dat allemaal
niet mee. Als we slech
tere tijden gaan krijgen,
geloof ik beslist dat we
zelfs een stuk achterop
zullen raken. Want geen
enkele boer hier heeft
voldoende weerstand".
In dit Oudejaarsnummer mag zeker de strijd niet vergeten worden,
die de Waterleiding Mij „Zuid-Beveland" gevoerd heeft tegen het
water en ter voorziening van water. Wij denken aan het oprichten van
de Baileybrug, die het water voor Zuid-Beveland veilig stelde en aan
het leggen van de plastic buis, die het eerste waterleidingwater op
Noord-Beveland bracht.
'J
dig wat werk en ondanks alle moeilijk
heden heeft ook de Zeeland-werf in
Hansweert behoorlijke prestaties gele
verd. Wat dit laatste bedrijf aangaat
heeft drs Verburg wel vertrouwen in de
toekomst.
Uitbreiding.
Ook in 1953 hebben enkele onderne
mers kan gezien hun bedrijven uit te
breiden en te moderniseren. Anderen
kwamen met de voorbereiding van hun
uitbreidingsplannen gereed en hopen
deze het volgende jaar te realiseren.
Verschillende bedrijven konden naar
Zeeland worden getrokken, o.a. een
meubelfabriek naar Vlissingen en een
suikerwerkenfabriek naar Sint Jan
steen. Van welk groot belang met
name deze laatste industrie voor de
werkgelegenheid is, moge blijken uit
het feit, dat er ongeveer 70 mensen
werken.
Het ls algemeen bekend, dat vestiging
van nieuwe bedrijven in Zeeland op be
paalde weerstanden stuit. Zij zijn van
geografische en psychologische aard.
Zeeland ligt nu eenmaal excentrisch en
dat schrikt de ondernemers van bulten
vaak af hier industrieën te stichten.
Al mag niet worden vergeten, dat de
verkeersnivellerlng zich steeds meer
doorzet. Het psychologische element is,
wanneer men dit vraagstuk beschouwt,
Activiteit van het Zeeuwse bedrijfs
leven bljjkt ook duidelijk uit de aan
vragen, die dit jaar zijn gedaan voor
een z.g. industrieel crediet. Het waren
er een negental, waarover advies werd
uitgebracht. In totaal waren ln be
drijven, die zo'n crediet aanvroegen, on
geveer 200 personen werkzaam. Rela
tief is dit cijfer van negen voor Zeeland
aan de hoge kant, van groter betekenis
dan voor provincies, die rijker met in
dustrieën zijn bedeeld. Tot goed begrip
moet worden gezegd, dat deze industri
ële credieten liggen tussen de z.g. werk-
tuigcredieten (tot een bedrag van c.a.
25 mille) en de credieten van de Her-
stelbank, die beginnen bij een ton. In
dit verband mag ook gewezen worden
op de zeer hartelijke samenwerking, die
er bestaat tussen het E.T.I. en de Rjjks-
ny'verheidsdienst. Een samenwerking, die
voor Zeeland al mooie resultaten heeft
opgeleverd!
Vele rapporten en nota's.
Ook in 1953 heeft het E.T.I. weer
vele rapporten en nota's uitgebracht
voor particulieren, gemeentebesturen
en andere officiële instanties. Een
grote maatschappij heeft b.v. een
„abonnement" genomen, hetgeen be
tekent, dat het E.T.I. telkenjare be
paalde analytische gegevens verstrekt.
Momenteel wordt druk gewerkt aan
een nota over de gevolgen van de
Franse subsidiepolitiek voor onze vlas
industrie, vooral in Zeeuwsch-Vlaan-
deren.
(Zie slot op één der volgende pagina's)
Anderzijds, zo gaf hjj ons echter toe,
anderzijds staat vast, dat, hoewel in de
getroffen streken de kosten voor le
vensonderhoud vergoed zullen worden,
deze streken achteraan zullen gaan ko
men. Niet alleen de landbouwers en
hun arbeiders, maar ook de middenstan
ders en de diensten, die met de land
bouw te maken hebben.
Herverkaveling.
De menselijke kant speelt echter een
rol bfl alle problemen. Vooral ook by de
herverkaveling. Het besluit tot herver
kaveling, aldus de heer Dorst, van de
30.000 ha in Schouwen, op Tholen,
Waarde en de Zak van Zuid-Beveland,
is wel zeer belangrijk te noemen. De
verkaveling van Kruiningen was op het
ogenblik van de ramp al beëindigd, die
van de Vier Bannen op Schouwen was
zeer ver gevorderd, Schelphoek ver
keerde in het beginstadium van uitvoe
ring en die voor de polder Schouwen
was aangevraagd.
Kruiningen zal niet weer herver-
kaveld worden, maar toch zal men
zoveel mogelijk trachten de schade
te herstellen.
Zal de vroegere welvaart hier terug
keren
Het zal heel moeilijk zijn, zegt ir
Dorst en het is de vraag, of volledig
herstel hier mogelijk zal zijn.
Het is echter wel te hopen, dat allen,
die met de herverkaveling en de pro
blemen, die eraan vast zitten, belast
worden, de moeilijkheden van de grond
gebruikers zullen begrijpen.
De zeegaten.
Ook over de afsluiting van de zeega
ten heeft ir Dorst zijn gedachten laten
gaan. Hij ziet de verdediging van het
land tegen de zee als de verdediging
tegen een buitenlandse vijand. Het is
niet alleen een taak voor de getroffen
gebieden, maar een zaak, die heel ons
volk aangaat. Men schijnt dit ook wel
dat vele arbeidskrachten werden weg
getrokken voor dijkherstel, de land-
bouwwerkzaamheden op tijd klaar kon-
den komen.
T.a.v. de prijzen heeft 1953 een scher
pe daling laten zien van de voergraan-
prjjzen, doch desalniettemin was 1953
toch een jaar van bevredigende finan
ciële resultaten.
Toch, zo zegt ir Dorst, zijn de vette
jaren van na de oorlog voorbij. Er is
een daling van het prijsniveau over de
gehele lijn te constateren en een stijging
van de kosten voor levensonderhond.
Sprekend in de termen van een weerbe
richt zou men kunnen zeggen: „Over
drijvende wolkenvelden met kans op
onweer." Desalniettemin is er geen aan
leiding om een crisis te verwachten. De
omstandigheden hebben zich, ook inter
nationaal, zo gewijzigd, dat zjj geens
zins gevreesd moeten worden.
Ondanks mechanisatie is de belang
stelling voor 't paard gebleven; de keu
ringen hebben dit bewezen. Ook de uit
komsten van de veehouderij waren be
vredigend. Een hoogtepunt was het
succes van de Gezondheidsdienst voor
Dieren, dat eerder dan werd verwacht
t.b.c.-vrij genoemd kon worden. Ern
stige schade door ziekte kwam bij hef
vee niet voor. De massale Inenting te
gen mond- en klauwzeer heeft zeker
voorbehoedend gewerkt.
Tenslotte heeft ir Dorst zijn gedach
ten laten gaan over het landbouw-,
tuinbouw- en landbouwhulshoudonder-
wijs, dat zich gezond heeft ontwikkeld.
De jonge agrariërs kunnen nu ook over
al goed vakonderwijs ontvangen. Het
grote belang van landbouwvoorlichting
is eveneens gebleken en de landbouw- i
organisaties hebben zich op uitstekende
wijze van hun belang behartigende taak
gekweten.
beelden uit de drooggevallen gebieden)