WAT VERVULDE ONS IN DIT RAMP|AAR
B
H
nu
B
assi
RamnsrViadp hnnrvptTinninn. helasfinaverlaaina enz. I Hoge onderscheiding voor Nederlander j|
Rampschade, huurverhoging, belastingverlaging
eisten het grootste deel van onze aandacht op
mm
mmm
a
wmm
Het jaar onzes Heren 1953
WEL HEBBEN WE GEBEEFD -
HEBBEN WE OOK GELEERD?
De werkloosheid in
Nederland liep terug
Verhoogde productiviteit
over de gehele linie.
Wat hield ons bezig
Hoge onderscheiding voor Nederlander
Slechts het materiële
Geen enkel lichtpuntje
a
1 AW,
-J
EEN UITKOMST Y00R MAAGLIJDERS
C.R. MAAGTABLETTEN
Stabiele conjunctuur in Amerika kan van
grote invloed zijn.
Afscheid van mr Milius.
GOES, Oudejaarsdag. Een jaar is voorbij'
gegaan: 1953 het rampjaar. En menigeen zal juist
op deze dag de aandoening weer naar de keel vlie-
gen, die telle angst, die martelende machteloosheid bij
dat woedend watergeweld. En in een moegestreden
mens zal een snik opzwellen, omdat hij zit bij de puin
hopen van zijn geluk.
Ja, puinhopen! Zeg niet dat dat alles nog wel mee
valt. Zeg niet dat het alles maar een ongelukkige
samenloop van omstandigheden is geweest, toevalli
gerwijs een zware storm bij springvloed, die het
water hoger opstuwde dan men voor mogelijk had
gehouden, zodat het over de dijken heenspoelde. En
verhef IX niet in trots omdat nu toch alle dijken al
weer dicht zijn; omdat de techniek nu zover gevor
derd is, dat men een volgend maal wel aan een der
gelijke vloed het hoofd zal kunnen bieden. Wijs
niet op het Deltaplan, waarmee de mens misschien
voor goed de woeste zee uit onze zeegaten zal kun
nen uitbannen. Natuurlijk, het is alles waar en het is
zelfs goed, dat men die plannen maakt, want de mens
mag de mogelijkheden gebruiken, die God hem ge
geven heeft en steeds weer geeft. Maar toch: puin
hopen. Omdat God in die bange uren de menselijke
verwatenheid aan stukken heeft geslagen.
Op deze Oudejaarsdag kan het on
mogelijk de bedoeling zijn een ant
woord op deze vraag te zoeken. Want
een Oudejaarsdag is wel het einde van
een jaar en deze dag sluit wel het
rampjaar af, maar nooit is een dag het
einde van een geschiedkundige perio
de. Het ene jaar vloeit steeds in het
andere over en niemand kan de in
vloed van het ene jaar op het volgende
bepalen.
Evenmin is het de bedoeling, dat wij
in dit artikel nog eens de voornaamste
gebeurtenissen van het afgelopen jaar
de revue laten passeren. Het zal ook
nauwelijks nodig zijn, want dit jaar zal
ons allen in de herinnering gegrift
blijven.
Maar wel willen we een ogenblik
bij deze vraag stilstaan: „Zijn er fei
ten en gebeurtenissen aan te wijzen,
waaruit men voorzichtig de conclu
sie zou kunnen trekken, dat de mens
}n het jaar 1953 toch iets geleerd
heeft van hetgeen God hem heeft
willen leren? Mag men het zo stel
len, dat in de strijd tussen geest en
materie, tussen Godsvertrouwen en
menselijke eigenwaan, een kentering
te bespeuren valt?
Wil men een antwoord op deze vraag
zoeken, dan dient men eerst de vraag
Wat ons in het afgelopen jaar het
meest heeft bezig gehouden, onder
Ogen te zien. En helaas, maakt men dit
Staatje op, dan is het niet zo erg moed
gevend. Want wat ons het meeste be-
ïlg hield was:
1. DE RAMP. En in die eerste dagen
is er heel veel gebeurd, waarop we
met recht trots mogen zijn. Er is
een naastenliefde aan de dag ge
legd, die het hart verwarmde en
er zijn daden verricht, waarbij men
het eigen ik volkomen heeft weg
gecijferd. Dat is iets wat men nooit
mag vergeten!
Maar daarna? Nauwelijks was die
periode voorbij of men is zich gaan
bezighouden met de materiële ver-
In mijn Bijbel lees ik het verhaal van Job, die ook
neerzat bij de brokken van zijn geluk. Niet door zijn
schuld o nee, want hij was en bleef Gods knecht.
Laat men toch nooit, als Jobs vrienden, de zwaarst
getroffenen ook de zwaarste zondaars noemen!
Machtig is in dit verhaal het antwoord, dat God
aan Job geeft, sprekend uit een onweder. En machtig
zijn juist nü deze woorden: „Of wie heeft de zee met
deuren toegesloten toen zij voortbrak en uit de baar
moeder voortkwam, toen ik de wolk tot haar kleding
stelde en de donkerheid tot haar windeldoek; toen ik
voor haar met mijn besluit de aarde doorbrak en zette
grendel en deuren en zeide: Tot hiertoe zult gij
komen en niet verder en hier zal hij zich stellen tegen
de hoogmoed Uwer golven?" Zie, in deze woorden
ligt toch de kern besloten van alles wat dit jaar 1953
ons heeft gebracht aan smart en vreugde: niets en
niets kan de mens afdoen aan alles wat in Gods raad
besloten ligt.
Menig moegestreden mens zit vandaag bij de puin
hopen van zijn geluk is het ook zo dat de mensheid
moegestreden terneer zit bij de puinhopen van haar
vermeende almacht? Met andere woorden: heeft de
mensheid, heeft ons Nederlandse volk, iets van deze
ramp geleerd?
goeding van de
ramp. En dit aJ
gevolgen
illes is m
van
m niet zo
hartverwarmend geweest WIJ den
ken nog aan de talloze protestverga
deringen, waar het pure eigenbelang
weer de boventoon voerde. Gelukkig
is dit alles in goede banen geleid
en hoewel het dwaas zou zijn te ont
kennen, dat er aan de wet op de
rampschade nog tal van onvolko
menheden kleven er is wel nie
mand die thans met reden kan kla
gen.
2. HET RAMPENFONDS. Misschien is
dit fonds wel het meest verblijdende
feit van dit jaar. Niet eens en niet
allereerst, omdat het zoveel uitste
kend werk heeft kunnen doen en
nog doet, maar vooral om de wijze
waarop dit fonds is bijeengekomen.
Velen hebben meer gegeven dan zij
wel missen konden is dat niet het
ware offer?
3. HET DELTAPLAN en voor het ge
mak vatten wij onder deze titel
maar alles samen wat met het dijk
herstel en de plannen voor de dijken
te maken heeft. Want dat dit leeft
onder ons allen is buiten kijf. De
dijksluiting bij Ouwerkerk is niet
voor niets welhaast de belangrijkste
gebeurtenis van het jaar geworden!
Dat er zo met man en macht aan
déze dijken gewerkt is, dat allen die
erbij betrokken geweest zijn en nog
zijn en zich tot het uiterste gegeven
hebben het is naar onze mening
eveneens een gebeuren dat men op
het lijstje van hoopgevende feiten
mag bijschrijven. Natuurlijk, hier
speelde een rol, dat de mens zich
getart voelde door de elementen der
natuur en dat hij wilde bewijzen,
dat het menselijk vernuft toch weer
die elementen kan bedwingen. Maar
meer nog, geloven wij, heeft er bij
al die dijkwerkers, als zij daar soms
bij nacht en ontij ploeterden, de ge
dachte voorgezeten aan de mensen
die nog geëvacueerd waren en die
zij zo spoedig mogelijk huis en haard
en grond wilden hergeven.
Ook de vraag of de dijken in de
laatste jaren niet verwaarloosd wa
ren heeft een plaats gehad in onze
gedachtenwereld. Vooral de commu
nisten hebben nogal op dit stramien
voortgeborduurd; gelukkig waren zij
de enigen die getracht hebben uit de
ramp politieke munt te slaan. En
gelukkig zijn zij er niet in geslaagd
de regering en de besturen van pol
ders en waterschappen in de ogen
van ons volk in gebreke te stellen.
Met vreugde mag men terugden
ken aan de grootse rede, die minis
ter Algera over deze kwestie in de
Tweede Kamer heeft gehouden. De
door hem gebezigde uitdrukking:
„Wie kan keren de hand des He
ren?" heeft niet nagelaten grote in
druk te maken!
Wat het Deltaplan zelf betreft, heel
ons volk ziet met spanning en ook
wel met vertrouwen de rapporten
tegemoet, die de betreffende com
missie bij de regering zal indienen.
Wanneer men de gevoelens onder
ons volk peilt, dan is er wel reden
om aan te nemen, dat wij iets ge
leerd hebben van de ramp: men is
nog vol vertrouwen in onze water
staatkundigen, maar de stemming
van „wij Nederlanders hebben het
water overwonnen" is toch wel ver
dwenen. Men voelt dat er krachten
zijn die de mens toch te machtig
zijn, hoever zijn kennis en zijn
kunde ook reiken!
4. DE HUURVERHOGING. Deze reeds
zo lang hangende kwestie heeft dan
eindelijk haar beslag gekregen: met
ingang van morgen zal de huurver
hoging een feit zijn. Het is een
maatregel die iedereen kan billijken,
want de huiseigenaren zijn er inder
daad in de jaren na de oorlog wel
heel slecht afgekomen. En mèt hen
de huizen: de na-oorlogse politiek
heeft dit nationale bezit wel zeer in
waarde doen afnemen. Ook met deze
huurverhoging zijn we er echter nog
niet en een derde en laatste huur-
ronde ligt nog in het vooruitzicht.
Maar dat zal wel niet gebeuren voor
en aleer de woningnood geleden is.
5. DE STRIJD OM DE PROCENTEN,
helaas een minder fraai hoofdstuk
uit de geschiedenis van het voorbij
gegane jaar. Men was het er over
eens, dat de huurverhoging gecom
penseerd moest worden en men was
het er eveneens over eens, dat Ne
derlands economische positie zoda
nig is geworden, dat ook de vrij
willig aanvaarde consumptiebeper
king kon worden opgeheven. Maar
toen het op rekenen aankwam kon
men elkaar niet vinden. Na veel ge
harrewar waarbij ook het Centraal
Bureau voor de Statistiek nauw was
betrokken, stelden de werknemers
een verhoging van zes procent als
hun minimum-eis, terwijl de werk
gevers eerst vier en later vijf pro
cent wilden geven. Zij meenden dat
niet voldoende was onderzocht of 't
bedrijfsleven ook inderdaad een ver
hoging van zes procent zou kunnen
dragen.
Boze woorden zijn daarbij over en
weer gesproken, ook van mensen
van wie men meer bezonnen ver
draagzaamheid had mogen verwach
ten. De regering moest ten slotte de
knoop doorhakken en bepaalde de
verhoging op vijf procent met in
gang van 1 Januari.
6. DE BELASTINGEN, een onderwerp
waarover men wel nooit uitgepraat
zal raken. Reeds bij het begin van
haar optreden had de regering een
belastingherziening in het vooruit-
Vzicht gesteld, welke vooral bedoeld
was om het bedrijfsleven meer arm
slag te geven en aldus de werkloos
heid te drukken. In het begin van
dit jaar kwam het plan gereed. Maar
groot was de verbazing toen de re-
De hoogste onderscheiding die aan een man van wetenschap kan worden
uitgereikt, de Nobelprijs, ontving de Groningse natuurkundige prof. Dr. F.
Zernike. Na de uitreiking vond in de „Gouden zaal" van het stadhuis t*
Stockholm een banket plaats, waaraa n ook koning Gustaaf Adolf en Ko-
ningin Louise van Zweden aanzaten. Onze foto toont de Nederlandse ge
leerde in gesprek m et Zwedens vorstin.
gering op Prinsjesdag nog eens met
een belastingplan kwam, dat niet al
leen nog meer verlichting voor het
bedrijfsleven bracht, maar dat ook
de schroef wat terugdraaide voor
hen, die onderworpen zijn aan in
komsten- en loonbelasting. Die ver
bazing was begrijpelijk, want nooit
in onze geschiedenis heeft de staats
begroting een zo groot tekort te zien
gegeven! De minister van Financiën
en met hem het kabinet was echter
van mening, dat deze belastingver
laging in de persoonlijke sfeer niet
minder dan die in de zakelijke sfeer
zal bijdragen tot verruiming van de
werkgelegenheid en tot groter wel
vaart van ons Nederlandse volk. En
hoewel hij aan de financiële en eco
nomische hemel wel enkele wolken
ziet, vertrouwt hij toch dat de zon
zal blijven schijnen en dat de eco
nomische omstandigheden voor Ne
derland gunstig zullen blijven.
Deze opsomming zou uiteraard zon
der moeite nog verdubbeld kunnen
worden. Er is niet gesproken over de
Christchurch-race, waaruit onze K.L.M.
zegevierend te voorschijn kwam en
niet over de proefmobilisatie, niet over
de Benelux, niet over de Europese De
fensie Gemeenschap en niet over eco
nomische integratie; de goodwill-rei-
zen van Prins Bernhard zijn niet ge
noemd en zo kan men doorgaan. Dit
alles zou ons te ver voeren. En boven
dien: ook zo al is één blik voldoende
om te zien, dat het alles wel heel erg
op het materiële was ingesteld.
Is er dan niets anders geweest, dat
een voorname plaats in onze gedachten
heeft ingenomen? Natuurlijk, het ker
kelijk leven en de arbeid op politiek
en maatschappelijk terrein van onze
christelijke organisaties hebben onze
aandacht gehad. Maar leefden deze
zaken even sterk bij ons als b.v. de
huurverhoging en belastingverlaging?
Hebben wij b.v. in de politieke en so
ciale strijd, die onze organisaties in dit
jaar hebben gevoerd, steeds de gedach
te gehad: „Wat wij doen doen wij al
lereerst ter ere Gods?" Of was onze
belangstelling eigenlijk meer gespan
nen op de vraag wat ze er voor ons
zouden uitslepen? En laten we dan
maar heel eerlijk zijn: het laatste was
het geval! Ook wij, christenen, worden
in de materiële strijd van iedere dag
meestal zo meegesleept dat wij de he
mel, ons toekomstig huis, vergeten!
En dat materiële, die strijd om het
dagelijks bestaan, vergiftigt ook de
verhouding van mens tot mens. De ver
houding tussen werkgever en werkne
mer, maar ook die tussen collega's. En
in hoevele gezinnen is er niet dagelijks
het stille (of minder stille!) verwijt
omdat het zo moeilijk is de eindjes aan
elkaar te knopen! Die vermateriali-
seerde instelling ondermijnt steeds
weer het vertrouwen en wat heb
ben we in 1953 gedaan om dat vertrou
wen te herstellen? Wat hebben we in
1953 gedaan voor onze naaste?
O ja, de ramp heeft ons even wak
ker geschud en even heeft in ons het
besef geleefd dat wij allen mensen zij:
schepselen Gods maar zijn we hi
op deze Oudejaarsdag eigenlijk al niei
vergeten? Heeft de ramp ons wel één
schrede verder gebracht op het pad
der naastenliefde?
Maar hebben dan al onze organisa
ties en instellingen niet heel veel goed
werk gedaan? Gode zij dank, ja! Aan
cnze georganiseerde naastenliefde ont
breekt niet zoveel en het christelijk
volksdeel weet heus wel zijn steentje
bij te dragen tot het in stand houden
van al dat werk. Maar de gevaren,
waaraan de rijke jongeling uit de Bij
bel te gronde ging, zijn ons ook zo
dicht genaderd misschien hebben ze
ons al overmeesterd. „Al deze dingen
heb ik onderhouden van mijn jeugd aï
aan; wat ontbreekt mij nog?" het is
een opmerking die wij, christenen van
1953, ook gemaakt zouden kunnen heb
ben, En het antwoord dat de Here Je
zus gaf, geldt evenzeer voor ons: „Ver
koop dies wat ge hebt en volg mij!"
Het materiële, de liefde tot het aardse
trekt ons van Jezus af en trekt ons
van onze naaste af. En ook dit ramp
jaar 1953 heeft daarin geen verande
ring kunnen brengen!
Slechts het materiële? Neenen
toch, als we eerlijk zijn: ja!
Straks, over enkele uren, is het
Oudejaarsavond. Als het zo is als gis
teravond, dan zullen er sterren Stoa:
n
170
100
90
80
70
30
20
10
lOOt)
werk
lozen
Jaargemiddelde
zonder D.U.W.-arb.
1
949 1950 1951 1952 1952
gweto?
Vele malen is in het afgelopen
jaar het bestuur van het Natio
naal Rampenfonds bijeengeweest
met Z.K.H. Prins Bernhard als
voorzitter en de verheugende ac
tiviteit van dit fonds is niet in het
minst aan de doortastendheid van
deze mannen te danken.
Op de foto ziet men v.l.n.r.: Dr.
M. J. Prinsen, secretaris-generaal
van Binnenl. Zaken, prof. Dr. L.
J. M. Beel, minister van dit de
partement, Prins Bernhard, Mr.
F. J. van Thiel en Mr. Werner,
resp. minister en staatssecretaris
van het ministerie voor Maat
schappelijk Werk.
Ingezonden Mededeling (adv.)
Maag,:jders U kunt weer alles gaan
eten.
De echte C. R. MAAGTABLETTEN
zijn weer in Nederland verkrijgbaar.
geven direct verlichting en zijn pijn
stillend. Vooraanstaande doktoren en
chirurgen, hier te lande, tellen wij
onder onze cliënten. De mhte Ameri
kaanse C. R. MAAG TA3LETTEN zijn
die lichtgele tabletten.
Alléén verkrijgbaar bij de importeur
LOUIS RIETBERGEN
Nieuwe Binnenweg 400 - Rotterdam.
Vraagt de ,ratis brochure zonder
enige verplichting.
Economisch beeld van Nederland.
DEN HAAG, 30 December. Het economisch beeld van ons land
laat zien in de eerste plaats een verhoogde productiviteit, vrijwel over
de gehele linie, een afnemende en op dit ogenblik zelfs een zeer geringe
werkloosheid en een gunstige ontwikkeling van onze betalingsbalans,
terwijl de export in elk opzicht als bevredigend mag worden aan
gemerkt.
Er is nu een element bijgekomen dat wellicht enige wijziging zou
kunnen brengen. De loonsverhoging zou wellicht een druk op de in
dustrie als gevolg kunnen hebben en van invloed kunnen zijn op onze
exportmogelijkheden voor de toekomst.
Deze schets van het economische leven in Nederland, gaf gister
avond mt J. Milius in een radiovraaggesprek ter gelegenheid van zijn
afscheid als directeur van de Jaarbeurs.
Intussen zjjn deze consequenties
op dit ogenblik nog niet te overzien
en mr Milius geloofde dat wij deze
gevolgen niet moeten overdrijven.
Want we moeten niet vergeten dat
de vraag naar industrieproducten
door deze verhoging van de lonen
en de daarmee gepaard gaande gro
tere koopkracht, ook hoger is ge
worden. Aan de andere zijde zal dit
weer import meebrengen. Maar la-
heffing van het dollartekort, waarvan
tot onze grote vreugde sprake kan
zijn, kunnen wij vaststellen dat de si-
ten we daarbjj niet vergeten dat de
ruilvoet inmiddels verbeterd is.
Een groot voordeel vond mr Milius,
dat de liberalisatiegedachte in de we
reld bij voortduring veld wint, zodat
een groter deel van de wereld bereik
baar wordt voor de Nederlandse ex
portproducten. Mede door onze stabie
le monetaire verhoudingen en de op-
tuatie ook voor onze export in het al
gemeen gesproken bevredigend is ge
weest en naar wij hopen ook bevredi
I gend zal blijven, indien althans het
Nederlandse bedrijfsleven de nodige
activiteit zal weten te ontplooien.
De opheffing van het dollartekort
betekent nog niet dat wij minder af
hankelijk zouden zijn geworden van
Amerika. Mocht Amerika de steun aan
Europa gaan verminderen, wat spr.
vreest, na de uitlatingen van Foster
Dulles, dan zou dit ongetwijfeld zijn
invloed op de welvaart van Europa
niet missen en dus ook van invloed
zijn op de economische situatie van
Nederland.
Hjj voegde daar echter aan toe, dat
een stabiele conjunctuur-verhouding in
Amerika naar zijn mening van groter
invloed zal zijn dan de opmerking die
de heer Dulles heeft gemaakt.
DE JAARBEURS.
Gevraagd naar zijn visie op de plaats
van de jaarbeurs ten aanzien van de
bevordering van de Nederlandse ex
port, zei de heer Milius dat de jaar
beurs, werkende op een bepaald ter
rein, tenslotte een exponent is van het
Nederlandse bedrijfsleven zelf. De
jaarbeurs kan alleen dan het buiten
land op een voldoende wijze voor haar
demonstraties interesseren, indien dat
gene wat zij te zien geeft ook voor de
belanghebbenden van de grootste be
tekenis is en dat kan alleen dan wan
neer het bedrijfsleven in toenemende
mate aan de jaarbeurs deelneemt.
Kunnen wij met de organisaties van
het bedrijfsleven op nauwe wijze sa
menwerken, dan ben ik er van over
tuigd, dat de functie van de jaarbeurs
op nog bevredigender wijze zal kunnen
worden vervuld.
aan het firmament. Sta eens even stil
als U uit de kerk komt en kijk eens
naar boven. Die sterren heeft God ge
schapen en Hij wijst aan ieder zijn
baan. Hij en Hij alleen, de mens kan
er niets aan veranderen, al kan hii
misschien ook ruimteschepen het heel
al inslingeren. En denk dan ook weer
aan het antwoord dat God aan Job g>
en dat wij hierboven aanhaalden: H:
en Hij alleen is het die de hoogmoet
der golven paal en perk stelt. Als dé
mens dat geleerd heeft in het afge
lopen jaar, dan heeft ook deze ramp
zijn nut gehad. Als de mens beseft
heeft, dat God zijn verwatenheid in
één ogenblik in stukken kan breken,
dan is hij een stap gevorderd op dé
weg die tot God leidt. Hij is de schep
per en de onderhouder aller dingen
dat is het grote lichtpunt in deze don
kere wereld.
En er is meer. Al eerder is een
schuchter pogen ondernomen om do
mens te doen beseffen, dat niet alleen
hij de naaste is, die men graag als zo
danig wil zien, maar ook die ander, in
wie men eigenlijk een vijand ziet om
dat hij anders denkt en anders han
delt dan wij. Of die ander die we lie
ver maar helemaal niet zien staan, om
dat hij ons volkomen onverschillig
laat. In de ramp hebben rijken en ar
men in dezelfde nood verkeerd en rij
ken en armen hebben samen de be
hulpzame hand geboden. Na de ramp
hebben Gereformeerden en Hervorm
den in één kerkgebouw vergaderd en
zelfs samen avondmaal gevierd we
noemen zo maar enkele tegenstellin
gen waaraan ons leven zo rijk is! Ik
weet het: niet ieder zal deze feiten als
lichtpunten zien. Maar laat mij mijn
vreugde hierover. Omdat het „God
liefhebben boven al en de naaste als
zichzelve" voor mij ondenkbaar is, als
men ieder die anders denkt en anders
doet instinctmatig als een „vijand"
moet beschouwen.
Als het straks zo is als gister
avond, dan zullen er sterren staan
aan de hemel. En in die hemel
woont God, onze God. Hij heeft
ons gezien in het jaar dat voorbij
ging. Hij ziet ons nu, nu wij om
hoog zien naar de sterren. En ook
in het komende jaar zal Hij ons
zien. En Hij houdt ons Zijn gebod
voor: „Heb Mij lief en heb Uw
naaste lief!"
Hij deed dat cfoor de ramp
wat hebben wij ervan begrepen?
Hij deed dat door de Oudejaars-
avonddienst in de kerk wat heb
ben wij er van meegenomen? Maar
hoe Hij het ook doet: de hemel
blijft openvoor ons allen.