In Arabië kosten de slaven
400 tot 800 gulden.
Uit de uwieid imti 't B.o-ek
Geschiedenis van het Britse Imperium.
Particuliere rapporten stellen vast
Nog steeds trekken sla venkaravanen
sporen van doden door de
Afrikaanse woestijnen.
wsm
S. S.-officieren dc daders
<r
van lonöinium tot Lonöon.
Tot het laatste ogenblik de bruine
vodden ondersteund*
En dan nog 1500 mark pensioen per maand...
WEGEN VAN DE SLUIKHANDEL IN SLAVEN
Britse zwarthemden
weer actief*
Donderdag 3 December 1953
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 5
In het hart van Afrika laat nog steeds de slavenkaravaan een
spoor van doden in het grauwe woestijnzand achter en langs de pa
den van het oerwoud strijken de insecten zich neer op de resten van
de menselijke ellende.
De werkelijke slavenhandel, in de meest afschuwelijke zin van het
woord, is nog niet verdwenen. In brieven van betrouwbare ooggetui
gen kan men lezen, dat thans per week nog ongeveer 1000 ongeluk
kige schepsels van Afrika naar Arabië worden vervoerd.
Dit is niet overdreven. In onze tijd worden nog steeds mensen ge
roofd en verkocht.
Rapporten van Britse officieren, gedetacheerd in de Suezkanaal-
zöne laten hier geen twijfel over bestaan. Arabische slavenhande
laars verhandelen jaarlijks duizenden slaven. De prijzen? Krachtige
mannen brengen ongeveer f 800.— op en de vrouwen worden onge
veer voor f 400.— verkocht.
I
V:1:
WSSSSSSmÊ^Sl
Het zqn niet alleen de beroeps
handelaars, die de slaven leveren.
Dit bleek op de jaarvergadering
van de Vereniging tot bestrijding
der slavernij, die kort geleden in
Londen is gehouden. De Vereniging
beschikt over bewijzen, dat rijke
Mohammedaanse pelgrims, die ter
bedevaart gaan naar Mekka „huis
bedienden" meenemen en deze dan
als „reis-cheques" gebruiken. Na
aankomst in Mekka verkopen zq
enkelen van deze „huisbedienden"
op een van de vele slavenmarkten,
waardoor zjj over voldoende con
tant geld kunnen beschikken.
De vereniging had geen verder
onderzoek kunnen instellen, maar
men had alle reden om aan te nemen,
dat er op het ogenblik nog minstens
750.000 slaven in Arabië zijn. Maar
Franse en Engelse journalisten heb
ben, vermomd, wel zulk een onder
zoek ingesteld. De dingen, die zij ont
dekten waren erger dan de toestan
den die mrs Beecher Stowe heeft
beschreven in „De Negerhut".
Het was in de stad Villa-Cisneros,
dat de Franse journalist Jacques Alain
voor het eerst hoorde van slaven
tochten. Achter deze stad in West
Afrika strekt zich een onherberg
zaam gebied uit. In dit gebied be
ginnen de slaventochten en daar is
Alain zijn speurtocht begonnen, die
eindigde in Arabië. Met eindeloos ge
duld heeft de Franse journalist zich
gemengd onder de inheemsen om de
nodige inlichtingen te verkrijgen. Hij
heeft met hen gegeten en gedronken
en op die manier heeft hij de helse
odyssee van de slaven uit onze tijd
kunnen reconstrueren.
Roof.
Aangrijpend is het verhaal van een
eenzame jager uit Tindouf, een van
de laatste Franse nederzettingen aan
de rand van de Sahara:
„De leiders van de slaventransporten
verplaatsen hun tenten voortdurend in
het gebied langs de hellingen van Igui-
di, om te voorkomen dat zij door
Franse autoriteiten in een of ander
bevolkingsregister worden ingeschre
ven. De slavenjagers brengen hun
„buit" in kralen, die de slaven zelf
moeten bouwen. Bij de kraal bevinden
zich vier wachttorens, waarop beiva'
pende wakers loeren.
De slaven zijn geroofd uit kleine
dorpjes ver van de blanke nederzet
tingen verwijderd. Als er zo een 100
koppen bijeengebracht zijn begint de
safride trektocht door de woestijn.
Mannen en vrouwen worden In
groepen van vier aan elkander gebon
den met touwen rond het middel en
om de polsen. Blootvoets en nauwe
lijks gekleed moeten zij door de woes
tijn lopen, bewaakt door bloeddorstige
vlerken op kamelen".
Wekenlang duurt de lijdensweg
voor de geketenden. Niemand weet
hoe velen er omkomen van dorst,
van honger, van vermoeienis en
koorts. De jakhalzen en gieren val
len op de ongelukkigen aan, die
zijn neergevallen. De sterksten en
gezondsten blijven over.
Ergens in de majestueuze Tibesti-
bergen worden de overlevenden ver
zameld. Daarheen worden de geroof-
den uit West-Afrika en uit Erythea,
uit Oeganda en Kameroen gedreven
en daar beginnen ook de eerste onder
handelingen.
Op 5 of 6 dagreizen van Dangola
worden de gevangenen op vrachtauto's
geladen, die hen zo snel mogelijk naar
de kust van de Rode Zee brengen.
In het onmetelijk uitgebreide gebied
van Afrika i3 een afdoend politie
toezicht onmogelijk. Talloos zijn de
schuilhoeken.
Het oversteken van de Rode Zee is
een kleinigheid na de tocht van drie
Op de uiterste grens van de Sa
hara aan het eind van de be
woonde wereld, ligt het vergeten
dorpje Douz. Hierachter strekt
zich het onmetelijke gebied van
het Afrikaanse binnenland uit,
waar de mensenrovers hun slag
slaan. Politietoezicht is haast niet
mogelijk in dit verlaten deel van
de wereld.
of vier maanden door de woestijn.
Voor de slaven begint, zodra zij ont
scheept zijn, de laatste étappe van de
lijdensweg naar Medina, de heilige
stad van Mohammed.
De slavenhandel hoort tot de nor
male zeden in Saoedi-Arabië; de han
del in vrouwen en mannen uit Afrika
is er een bloeiend bedrijf.
Een hard leven hebben de slaven in
dit werelddeel. Zijn zij afgeleefd, dan
worden ze op straat gegooid. Daar
leven de slaven verder als bedelaars.
Anderen leven in holen in de ber
gen rond Medina.
Een Franse journalist schrijft over
zo'n hol. „De mensen in dit hol waren
afkomstig uit de buurt van de oase
El-Djouf. Met 200 anderen, mannen
en vrouwen, waren zij naar Port
Soedan gesleept. Ze hebben me pre
cies geschreven, hoe de tocht was ge
gaan, welke martelingen zij hadden
ondergaan; zij hebben mij de gezich
ten van hun beulen getekend."
S.S.-officieren.
Wie zijn nu de duistere figuren op
de achtergrond, die deze mensen
handel drijven en organiseren? Vrij
zeker meent men te weten dat dit
gewezen S.S.-officieren zijn, die zich
in Egypte hebben gevestigd. Hun na
men zijn de UNO-commissie voor de
rechten van de mens bekend.
Onlangs verscheen in het be
kende Engelse blad de „Man
chester Guardian" een artikel,
waarin duidelijk werd aange
toond, dat er nu, in het jaar 1953,
nog steeds een slavenhandel be
staat. Op de oude karavaanwegen
door de Sahara worden slaven
naar de kusten van de Rode Zee
gevoerd. Wekelijks worden dui
zend medemensen als slaaf ver
kocht! Het slavenprobleem is nog
zeer actueel en binnenkort zal
door de Verenigde Naties het
rapport worden behandeld over
dwangarbeid en slavenarbeid.
Nevenstaand artikel, waarin
iets wordt verteld over de wreed
heid van de tegenwoordige sla
vernij en over de duistere figuren
op de achtergrond, is ontleend
aan het boekje „Er zijn nog
slaven", dat verschenen is in de
A.O.-reeks, een reeks waarin elke
week een boekje verschijnt over
een algemeen populair-weten-
schappelijk onderwerp.
lllllillllllllllllilllllllll
zelfs de buitenlandse technici spelen
een rol in deze handel.
De voorna: mste klanten van de
slavenhandelaars wonen in de grote
steden van Arabië, waar de onvoorstel
baar rijke groot-grondbezitters hun
feodaal bewind uitoefenen. Hun pa
leizen zijn geweldige burchten, voor
zien van schietgaten, kantelen en
wachttorens.
Kort geleden veroverde, tijdens rel
letjes, een legerafdeling zo'n paleis.
Zij vonden er behalve honderdduizen
den eeuwenoude goudstukken ook
nog honderden slaven en slavinnen
afkomstig uit Spaans West-Afrika en
Oeganda.
De militairen meenden, dat een
broeinest van ongerechtigheid was
opgeruimd, maar veertien dagen la
ter installeerde zich een andere
sjeik in de verlaten burcht en het
opvoedingsverblijf in Djeddah zorg
de voor nieuwe slaven.
De Verenigde Naties hebben in
1948 plechtig de verklaring van de
reehten van de mens ondertekend.
Maar in het hart van Afrika en Ara
bië wordt onmenselijk geleden. De
Verenigde Naties zullen het rapport
bespreken over de slavernij endwang-
arbeid. Wellicht v. ordt dan een tikkel
tje van al dat menselijk leed aan de
openbaarheid prijsgegeven en mis
schien is het mogelijk iets te doen
om deze gruwelijke handel de kop in
te drukken.
Want in de woestijn rondom het
Tibestigebergte, in het hart van
Afrika, roept een stem om recht.
1.
Van oudsher hebben kooplieden het Britse
eilandenrijk kunnen vinden. Vele jaren voor
het begin onzer jaartelling dreven de actieve Phoe-
nicische kooplieden reeds handel met Brittannië.
Zij brachten er hun stukgoederen en namen in ruil
daarvoor barnsteen mee naar hun eigen landen,
toen centrum van de beschaafde wereld.
2 Ook wordt gemeld dat de Grieken er reeds
handel dreven, voornamelijk in barnsteen en
tin. Dit alles ging vreedzaam pas in 54 voor
Christus trachtte de Romein Julius Caesar de
eilanden met geweld in zijn bezit te krijgen. Hij
voerde zijn veroveringsoorlog met afwisselend ge
luk, zonder een beslissing te kunnen forceren.
BilIIllIIIIIIIIIIIIIIHIllllllllllllIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllillllllllllllllll
'en Mededeling fAdv
Deze S.S.-officieren hebben de be
schikking over een 15-tal zware
vrachtwagens, die door het Afrika
korps op de slagvelden van Libye zijn
achtergelaten.
De Duitsers hebben de zaak zo
handig opgezet dat ze dubbel-op ver
dienen. De vrachtwagens halen de
slaven, terwijl ze geladen zijn met
wapens en munitie worden langs veel
van de slagvelden van Libye. De
wapens en munitie worden laigs veel
heimelijke wegen aan de opstandelin
gen in Frans Noord-Afrika geleverd.
De S.S.-officieren hebben twee kan
toren, een in Pord Soedan en een in
Mekka.
Zij werken nauw samen met een
Armeense vrouw, die officieel „agen
te in schoonheidsartikelen" heet. In
het hartje van Djeddah beheert deze
dame twee opvoedingsverblijven voor
slaven en slavinnen. Over dit verblijf
heeft men uitvoerige en betrouwbare
gegevens kunnen verkrijgen.
Elke maand worden daar vele jon
ge slaven en slavinnen afgeleverd. Zij
worden geschift naar kwaliteit en
van de eerste dag af opgesloten in
een soort gevangeniscel. De opleiding
duurt 30 dagen. Dan begint de koe-
„DE WEDERGEBOORTE", door
dr D. J. de Groot. Uitg. J. H
Kok N.V., Kampen. Prijs f S
ingenaaid en gebonden ƒ9.75.
Een studie over de wedergeboorte is
een hele onderneming. Het is maar al
te zeer bekend, hoe juist op dit punt
de meningen nogal eens met elkaar
verschillen. Dr de Groot heeft zijn
werk op een hoog plan gebracht. Hij
zet zich niet af tegen een bepaalde
visie op de wedergeboorte, maar be
gint thetisch zijn onderzoek. Wat de
wedergeboorte is, en de relatie met het
welbehagen Gods, èn het verlossings
werk in Christus. De Heilige Geest is
de werkmeester der wedergeboorte.
Als het nu gaat over het wezen der
wedergeboorte, en de verschillende
stadia, waaronder deze kan verlopen,
dan is de auteur sterk refererend.
Aan de éne kant is dit zeker een
verdienste van het boek, daar het nu
ook uit de historie der Geref. theologie
de opvattingen over dit wonder doet
horen. Anderzijds wordt vanzelf door
het referaat de kwestie zelf iets meer
ingesponnen. Met name de vraag van
het wedergeboren worden door het
Woord, en het geven om het nieuwe
leven uit God. We denken, naast de
aanhalingen uit de theologie, met na
me ook Bavinck en Kuyper, aan de
Kantt. der Staten-vertalers bij Rom. 6
Over de trappen der wedergeboorte
We zijn van gedachte, dat de auteur bij
dit onderwerp toch niet voldoende
klaar komt met de uitspraak: naar
Zijn raadsbesluit heeft Hij ons voort
gebracht door het woord der waarheid,
om in zekere zin eerstelingen te zijn
onder zijn schepselen. In de richting
van Dr de Groot lezen wij deze tekst
niet, maar zijn van gedachte, dat hier
nog r-dere elementen in te vinden
zijn. Dit moge het bewijs zijn, met
hoeveel belangstelling we dit werk
hebben gelezen. Een dergelijke, brede
studie over de wedergeboorte voorziet
laatste dagen van de oorlog acht men
sen had laten vermoorden, omdat zij
niet meer aan het zinloze „verweer'"
wilden deelnemen, Kesselring heeft
daarbij de achtvoudige moord als mi
litaire noodzaak verdedigd. Hq
daarover in de pers scherp aangeval
len als een soldaat, die in Hitier ge
loofde „zolang er nog een telefoon
draad naar Berlijn functionneerde"
Minister Strauss heeft nu Kesselring
gekenschetst als een generaal, die „tot
het laatste ogenblik bruine vodden
ondersteund heeft". De minister heeft
beloofd in het kabinet de vraag te
zullen behandelen of aan zulke gene
raals nog pensioenen betaald kunnen
worden. Voormalige Duitse generaals
genieten een pensioen van vijftien,
honderd mark per maand. Strauss, een
der geestdriftigste voorstanders van
de Duitse herbewapening, heeft voorts
de eis gesteld, dat lieden van het slag
van Kesselring nooit meer iets te zeg
gen zullen krijgen in Duitse militaire
formaties. De in München verschij-
handel. De rijkste eigenaren van de nen£Ie „Süddeutsche Zeitung" knoopt
olievelden in Saoedi-Arabië en soms
Rumoer om Kesselring,
BONN, 2 Dec. De voormalige Duitse luchtmaarschalk Kesselring doet
weer van zich spreken. Kesselring werd een jaar geleden door de Britse
bezetting vrijgelaten uit de gevangenis van Weri in het Ruhrgebied en hij
trad daarna terstond op het politieke toneel door zich tot president van de
herleefde „Stahlhelm" te laten kiezen. In die kwaliteit heeft hij zich opge
worpen als verdediger van menige wandaad der nazi's.
Onlangs trad hjj als militaire des- I daar de opmerking aan vast: „Het zou
kundige op in een proces tegen een I goed zijn, dat Strauss deze woorden in
leider van de „Volkssturm", die in de herinnering hield voor het geval hq
in een behoefte, en het is te hopen, dat
dit werk onder alle kringen van theo
logen zal worden geraadpleegd. We
mogen hier van een pracht uitgave
spreken.
Prof. Dr. K. Dijk, „De Toekomst
van Christus" (Derde deel van
de trilogie „Over de laatste
Dingen"), J. H. Kok N.V., Kam
pen, 1953. Ing. f 6.10geb. f 7.50.
Als ik me niet vergis, wordt tegen
woordig over de laatste dingen meer
gepreekt dan vroeger. En in de ge
meente wordt er meer over nagedacht
en gesproken. Dit laatste hangt mede
samen met het feit, dat adventistische
stromingen van allerlei gading zich
roeren. Daarom voorziet dit werk van
Prof. Dijk in een behoefte. Wie deze
trilogie bestudeert, reist aan de hand
van een betrouwbare gids door een
land, waarin al zovelen verdwaald
zijn. Waarom deze gids zo betrouw
baar is? Omdat Prof. Dijk steeds
vraagt naar wat de Schrift zegt en
zich nooit buiten het raam begeeft, dat
de Schriftgegevens hem bieden.
Voor theologen, die over een escha
tologische tekst moeten preken, is dit
werk van Prof. Dijk een belangrijke
studiebron. En het eenvoudige ge
meentelid, dat zich in deze materie
wil verdiepen, behoeft niet bevreesd
te zijn voor onbegrijpelijke bladzijden.
Want die komen er niet in voor. Het
geen, zoals bekend, een van de ver
diensten is van deze professor.
In dit derde deel, dat handelt over
de toekomst van Christus, weerklinkt,
het slot van ons „Credo". En in de
hoofdstukken, die Prof. Dijk erover
schrijft, klinkt het als een lofzang.
Tenslotte: de uitvoering van de fa.
Kok is af. Onbegrijpelijk, dat het voor
deze prijs kan. F.
„De Nederlandse letterkunde in hon
derd schrijvers", door Prof. Dr F.
Bauer, Jacques den Haan, Dr J.
Hulsker, Ger. Sclimook, Prof. dr G.
Stuiveling.
Uitgegeven onder auspiciën van het
Haags Cultureel Centrum door N.V.
Daamen, Den Haag en de Sikkel,
Eenmaal inArabi'e
is alles veilig.Daar
heersf nog een le
vendige handel in
straks inplaats van minister zonder
portefeuille minister van defensie zou
worden".
LONDEN, 1 Dec. De voormalige leider
der Britse fascisten sir Oswald Mosley
keert volgende maand naar Engeland te
rug met een plan om Afrika te ontwikke
len tot een „Bolwerk tegen Wallstreet en
het communisme", zo heeft een vertegen
woordiger van zijn „Unie-Beweging" te
Londen meegedeeld. Sir Oswald, die drie
jaar geleden naar Ierland verhuisde, zal
op 12 December ter gelegenheid van een
bijeenkomst van zijn beweging in Oost-
Londen zijn politieke activiteit hervatten,
zonder zich evenwel weer voorgoed ln
Engeland te vestigen.
Genoemde woordvoerder, Raven
Thompson, noemde als doelstellingen van
de „Unie-Beweging" „het een maken van
Europa, dit gebied onafhankelijk maken
van internationale handelsorganisaties en
het ontwikkelen van Afrika tot een bol
werk tegen Wallstreet en het communis
me".
De 57-jarige Mosley heeft achtereen
volgens in het Lagerhuis zitting gehad
als conservatief, onafhankelijke en socia
list, totdat hij uit de Labourpartij werd
gestoten. In 1931 stichtte hij de „Unie van
Britse fascisten", waarvan de leden zwar
te hemden droegen en die een korps
„stormtroepen" had. In Mei 1940 werd hij
met 23 anderen geïnterneerd op grond
van de overweging, dat hun beweging
de veiligheid van de staat in gevaar
bracht.
Op de spoorlijn tussen OranColomb
Betsjar, in Algiers, is in de nacht van
Maandag op Dinsdag een trein tenge
volge van sabotage ontspoord. In drie
wagons bevonden zich leden van het
Franse vreemdelingenlegioen. Drie
mannen werden ernstig gewond.
Deze „letterkundige platenatlas" is ont
staan naar aanleiding van de grote letter
kundige tentoonstelling in Dec. 1952Ja
nuari 1953 te 's-Gravenhage gehouden. De
samenstellers hebben getracht in dit boek,
dat uitstekend is verzorgd, de „lijnen van
geleidelijkheid", die de oude verhalende
kunst en de middeleeuwse liederen verbin
denden met de moderne romans en de mo
derne lyriek naar voren te brengen in de
bijeengebrachte documenten en zij zijn daar
wonderwel in geslaagd. Het is een hache
lijke onderneming de literatuur te doen ken
nen van haar aanschouwelijke kant. Doch
geen boek staat los van zqn auteur; juist
in handschriften en portretten raakt men
met hem bekend. Zo, bladerend van Hein-
ric van Veldeke (11301189) tot Adriaan
Roland Holst (1888) komt men opnieuw
onder de indruk van hetgeen in de loop der
eeuwen is verteld, gespeeld, gephilosoplieerd
en tot uitdrukking gebracht. A.K.
Kerstboeken, uitgegeven door Jan
Haan N.V. te Groningen.
De N.V. Jan Haan heeft de leiders der
Zondagsscholen zeker een groot genoegen
gedaan door een groot aantal Kerstboeken
uit te geven. Deze boekjes zijn zeer ge
schikt om als Kerstgeschenk aan de kinderen
te geven, geschikt voor kinderen vanaf 6
jaar. Ik noem er enkele zoals „Zulke dom
me jongens" van I. de Vries, „Bertje op
de boerderij" van J. L. Schoolland, „Het
lichtje op het duin" van To van TliieL
Voor jongens van een jaar of tien bijv.!
„En toen daalde de machine" van H. King-
mans en „Wari van de Koeboes" van G.
van Heeste. Het is ondoenlijk al deze boek
jes, die geprijsd staan van 30 cent tot
f 1.50, hier uitvoerig te bespreken. Laat
zeker de leiders der Zondagsscholen de ca
talogus bij de firma Haan aanvragen. Dan
hebben zq keus genoeg. De boekjes zijn
smakelijk uitgegeven en van tal van goede
voorzien. v. B.
„De Bromfiets", J. Tendeloo.
2e druk. Vitg. Kluwer, Deventer,
1953.
In enkele jaren tijd heeft de brom
fiets kans gezien in ons land tot het
meest algemene van de gemotoriseerde
voertuigen te worden. Maar hoeveel
van die duizenden bromfietsers staan
volkomen vreemd tegenover de tech
niek van hun zo gewaardeerde brom
mer en hebben geen begrip van de
juiste verzorging? En toch, hoeveel on
gerief zouden zij zich besparen en met
hoeveel meer pleizier zouden zij hun
fietsje berqden wanneer zq zich door
deze voortreffelijke handleiding'- lieten
voorlichten. Beginnelingen zullen ver
standig doen reeds vóór de aanschaf
dit boekje te raadplegen, maar ook zij
die reeds jaren de geneugten van dit
kostelijk vervoermiddel kennen, zullen
hier veel vinden, waarvan zij profijt
kunnen trekken. Geen bromfietser, dia
het aanschaft zal hier spijt van heb
ben. M.
„WERKELIJKHEID, WAARNE
MING EN THEORIE IN DE
NATUURKUNDE", door dr C.
C. Jonker. Rede bij de aanvaar
ding van het hoogleraarsambt
aan de V.U. te Amsterdam. Uitg.
J. H. Kok N.V., Kampen.
Indertijd hebben we deze „inaugu
rele" bijgewoond, waarmee Prof. Jon
ker zqn hoogleraarschap aanvaardde.
Het ging daarbij over de 3 hoofdpro
blemen van de theorie der kennis van
de natuur, waarnaast nog vele andere
vragen oprijzen. Kennisname van een
dergelijke studie doet ons er iets van
verstaan, hoe zwaar het werken en
college geven is in dergelijke facul
teiten.
„HET LICHT SCHIJNT OVERAL"
Kerstboek van Uitg. Ploegsma, Am
sterdam, 1953, f 1.30.
Voor de derde maal komt dit jaarlijkse
Kerstboek nu uit. Het bevat acht nieuwe
verhalen van bekende auteurs, alle voor
al geschikt om in het gezin voor te lezen.
Met twee nam ik een proef. Door kin
deren van 412 jaar werd er gespannen
naar geluisterd, terwijl ze ook ons oude
ren ontroerden. Er is een hoofdstuk aan
toegevoegd waarin de kinderen zelf aan
het werk worden gezet voor de kerstver
siering en daarbij heel mooie dingen le
ren maken. Een echt gezinskerstboek, dat
onze advents- en kerstvieringen thuis op
hoog peil kan helpen brengen. M.
„DOKTER MAG IK?" 1. Mary
Hirschel; Gerechten voor Gal- en
Leverpatiënten. 2. T. Parean Du-
mont: Gerechten voor Maag- en
darmpatiënten. Uitgever: G. J. A.
Ruys, Amsterdam. Prijs per deeltje,
geb. f 3.90.
Van deze boekjes kan met recht ge
zegd worden, dat er op gewacht werd. Da
patiënten in kwestie worden behalve door
hun ziekte ook voortdurend geplaagd
door hun dieetbriefje, waarop onbarm
hartig staat opgesomd, wat ze allemaal
niet gebruiken mogen. Het Hikt dus wel -
en dat denken ze ook - dat er practisch
niets meer voor ze overblijft. Deze boek
jes tonen aan, dat dit een vergissing is,
want het blijkt, dat er nog heel wat mo
gelijkheden zijn. De schrijfsters hebben
een keur van recepten gegeven - elk
boekje bevat er meer dan honderd - dia
alle medisch verantwoord zijn. Niet al
leen aan spijzen, ook aan dranken is ge
dacht. Wenken worden gegeven voor da
broodmaaltijd en zelfs ziet men met u de
spijskaart door in hotel of restaurant.
Beide boekjes zijn door een arts ingeleid.
Ik voorspel, dat ze veel en dankbaar zul
len worden gebruikt. MC
Albert Maltz: „VUUR IN
NACHT". Prisma-boek f 1.25.
DE
Wat het Spectrum in deze reeks biedt,
is nooit waardeloos, meestal zelfs zeer
waardevol. Zo ook dit zeer boeiend, mee
slepend geschreven oorlogsboek.
De Amerikaanse schrijver laat ons zien,
op een wijze die getuigt van meester
schap, hoe middenin de donkere nacht
van Hitler-Duitsland, in de hel die men
zelf heeft opgeroepen, hier en daar het
geweten begint te ontwaken en men de
schuld van Nazi-Duitsland groot voor
zich ziet en lijdt onder het aandeel daar
aan, en dan de moed vindt om „nee" te
zeggen. Hier en daar is het boek wat
cru, waarvoor de uitgever intussen zijn
verontschuldiging aanbood, maar was de
werkelijkheid dan anders? Graag beveel
ik dit prachtboek aan. M.
„Vrouwen zijn als bladeren", door
James P. Leynse, vertaling van
Clare Lennart. Uitgegeven door N.V.
Uitg. Mij. „Kosmos" te Amsterdam.
De schrijver van dit boek is in onze
provincie geboren. Hij werd zendeling in
China, daarheen uitgezonden door de Pres
byteriaanse kerk van Amerika. Dertig jaren
lang lieeft hij onder de Chinezen gewoond
en gearbeid. Deze roman speelt zich af in
het moderne China. Een jonge, rijke Chi
nees, die reeds getrouwd is, wil ook nog
trouwen met de zuster van zijn vrouw. De
schrijver behandelt de strijd, die hierover in
dit huis gevoerd wordt. Dit verhaal is niet
ontsproten aan fantasie, maar geeft wer
kelijke gebeurtenissen weer. Leynse blijkt
zó Chinees onder de Chinezen geworden te
zijn, dat hq in staat was om dit boek te
schrijven in de taal en stijl, die enigszins
aan Pearl Buck doen denken.
De vertaling is goed, terwijl het boek ook
fraai werd uitgegeven. v. B.