In Arabië kosten de slaven 400 tot 800 gulden. Uit de uwieid imti 't B.o-ek Geschiedenis van het Britse Imperium. Particuliere rapporten stellen vast Nog steeds trekken sla venkaravanen sporen van doden door de Afrikaanse woestijnen. wsm S. S.-officieren dc daders <r van lonöinium tot Lonöon. Tot het laatste ogenblik de bruine vodden ondersteund* En dan nog 1500 mark pensioen per maand... WEGEN VAN DE SLUIKHANDEL IN SLAVEN Britse zwarthemden weer actief* Donderdag 3 December 1953 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 5 In het hart van Afrika laat nog steeds de slavenkaravaan een spoor van doden in het grauwe woestijnzand achter en langs de pa den van het oerwoud strijken de insecten zich neer op de resten van de menselijke ellende. De werkelijke slavenhandel, in de meest afschuwelijke zin van het woord, is nog niet verdwenen. In brieven van betrouwbare ooggetui gen kan men lezen, dat thans per week nog ongeveer 1000 ongeluk kige schepsels van Afrika naar Arabië worden vervoerd. Dit is niet overdreven. In onze tijd worden nog steeds mensen ge roofd en verkocht. Rapporten van Britse officieren, gedetacheerd in de Suezkanaal- zöne laten hier geen twijfel over bestaan. Arabische slavenhande laars verhandelen jaarlijks duizenden slaven. De prijzen? Krachtige mannen brengen ongeveer f 800.— op en de vrouwen worden onge veer voor f 400.— verkocht. I V:1: WSSSSSSmÊ^Sl Het zqn niet alleen de beroeps handelaars, die de slaven leveren. Dit bleek op de jaarvergadering van de Vereniging tot bestrijding der slavernij, die kort geleden in Londen is gehouden. De Vereniging beschikt over bewijzen, dat rijke Mohammedaanse pelgrims, die ter bedevaart gaan naar Mekka „huis bedienden" meenemen en deze dan als „reis-cheques" gebruiken. Na aankomst in Mekka verkopen zq enkelen van deze „huisbedienden" op een van de vele slavenmarkten, waardoor zjj over voldoende con tant geld kunnen beschikken. De vereniging had geen verder onderzoek kunnen instellen, maar men had alle reden om aan te nemen, dat er op het ogenblik nog minstens 750.000 slaven in Arabië zijn. Maar Franse en Engelse journalisten heb ben, vermomd, wel zulk een onder zoek ingesteld. De dingen, die zij ont dekten waren erger dan de toestan den die mrs Beecher Stowe heeft beschreven in „De Negerhut". Het was in de stad Villa-Cisneros, dat de Franse journalist Jacques Alain voor het eerst hoorde van slaven tochten. Achter deze stad in West Afrika strekt zich een onherberg zaam gebied uit. In dit gebied be ginnen de slaventochten en daar is Alain zijn speurtocht begonnen, die eindigde in Arabië. Met eindeloos ge duld heeft de Franse journalist zich gemengd onder de inheemsen om de nodige inlichtingen te verkrijgen. Hij heeft met hen gegeten en gedronken en op die manier heeft hij de helse odyssee van de slaven uit onze tijd kunnen reconstrueren. Roof. Aangrijpend is het verhaal van een eenzame jager uit Tindouf, een van de laatste Franse nederzettingen aan de rand van de Sahara: „De leiders van de slaventransporten verplaatsen hun tenten voortdurend in het gebied langs de hellingen van Igui- di, om te voorkomen dat zij door Franse autoriteiten in een of ander bevolkingsregister worden ingeschre ven. De slavenjagers brengen hun „buit" in kralen, die de slaven zelf moeten bouwen. Bij de kraal bevinden zich vier wachttorens, waarop beiva' pende wakers loeren. De slaven zijn geroofd uit kleine dorpjes ver van de blanke nederzet tingen verwijderd. Als er zo een 100 koppen bijeengebracht zijn begint de safride trektocht door de woestijn. Mannen en vrouwen worden In groepen van vier aan elkander gebon den met touwen rond het middel en om de polsen. Blootvoets en nauwe lijks gekleed moeten zij door de woes tijn lopen, bewaakt door bloeddorstige vlerken op kamelen". Wekenlang duurt de lijdensweg voor de geketenden. Niemand weet hoe velen er omkomen van dorst, van honger, van vermoeienis en koorts. De jakhalzen en gieren val len op de ongelukkigen aan, die zijn neergevallen. De sterksten en gezondsten blijven over. Ergens in de majestueuze Tibesti- bergen worden de overlevenden ver zameld. Daarheen worden de geroof- den uit West-Afrika en uit Erythea, uit Oeganda en Kameroen gedreven en daar beginnen ook de eerste onder handelingen. Op 5 of 6 dagreizen van Dangola worden de gevangenen op vrachtauto's geladen, die hen zo snel mogelijk naar de kust van de Rode Zee brengen. In het onmetelijk uitgebreide gebied van Afrika i3 een afdoend politie toezicht onmogelijk. Talloos zijn de schuilhoeken. Het oversteken van de Rode Zee is een kleinigheid na de tocht van drie Op de uiterste grens van de Sa hara aan het eind van de be woonde wereld, ligt het vergeten dorpje Douz. Hierachter strekt zich het onmetelijke gebied van het Afrikaanse binnenland uit, waar de mensenrovers hun slag slaan. Politietoezicht is haast niet mogelijk in dit verlaten deel van de wereld. of vier maanden door de woestijn. Voor de slaven begint, zodra zij ont scheept zijn, de laatste étappe van de lijdensweg naar Medina, de heilige stad van Mohammed. De slavenhandel hoort tot de nor male zeden in Saoedi-Arabië; de han del in vrouwen en mannen uit Afrika is er een bloeiend bedrijf. Een hard leven hebben de slaven in dit werelddeel. Zijn zij afgeleefd, dan worden ze op straat gegooid. Daar leven de slaven verder als bedelaars. Anderen leven in holen in de ber gen rond Medina. Een Franse journalist schrijft over zo'n hol. „De mensen in dit hol waren afkomstig uit de buurt van de oase El-Djouf. Met 200 anderen, mannen en vrouwen, waren zij naar Port Soedan gesleept. Ze hebben me pre cies geschreven, hoe de tocht was ge gaan, welke martelingen zij hadden ondergaan; zij hebben mij de gezich ten van hun beulen getekend." S.S.-officieren. Wie zijn nu de duistere figuren op de achtergrond, die deze mensen handel drijven en organiseren? Vrij zeker meent men te weten dat dit gewezen S.S.-officieren zijn, die zich in Egypte hebben gevestigd. Hun na men zijn de UNO-commissie voor de rechten van de mens bekend. Onlangs verscheen in het be kende Engelse blad de „Man chester Guardian" een artikel, waarin duidelijk werd aange toond, dat er nu, in het jaar 1953, nog steeds een slavenhandel be staat. Op de oude karavaanwegen door de Sahara worden slaven naar de kusten van de Rode Zee gevoerd. Wekelijks worden dui zend medemensen als slaaf ver kocht! Het slavenprobleem is nog zeer actueel en binnenkort zal door de Verenigde Naties het rapport worden behandeld over dwangarbeid en slavenarbeid. Nevenstaand artikel, waarin iets wordt verteld over de wreed heid van de tegenwoordige sla vernij en over de duistere figuren op de achtergrond, is ontleend aan het boekje „Er zijn nog slaven", dat verschenen is in de A.O.-reeks, een reeks waarin elke week een boekje verschijnt over een algemeen populair-weten- schappelijk onderwerp. lllllillllllllllllilllllllll zelfs de buitenlandse technici spelen een rol in deze handel. De voorna: mste klanten van de slavenhandelaars wonen in de grote steden van Arabië, waar de onvoorstel baar rijke groot-grondbezitters hun feodaal bewind uitoefenen. Hun pa leizen zijn geweldige burchten, voor zien van schietgaten, kantelen en wachttorens. Kort geleden veroverde, tijdens rel letjes, een legerafdeling zo'n paleis. Zij vonden er behalve honderdduizen den eeuwenoude goudstukken ook nog honderden slaven en slavinnen afkomstig uit Spaans West-Afrika en Oeganda. De militairen meenden, dat een broeinest van ongerechtigheid was opgeruimd, maar veertien dagen la ter installeerde zich een andere sjeik in de verlaten burcht en het opvoedingsverblijf in Djeddah zorg de voor nieuwe slaven. De Verenigde Naties hebben in 1948 plechtig de verklaring van de reehten van de mens ondertekend. Maar in het hart van Afrika en Ara bië wordt onmenselijk geleden. De Verenigde Naties zullen het rapport bespreken over de slavernij endwang- arbeid. Wellicht v. ordt dan een tikkel tje van al dat menselijk leed aan de openbaarheid prijsgegeven en mis schien is het mogelijk iets te doen om deze gruwelijke handel de kop in te drukken. Want in de woestijn rondom het Tibestigebergte, in het hart van Afrika, roept een stem om recht. 1. Van oudsher hebben kooplieden het Britse eilandenrijk kunnen vinden. Vele jaren voor het begin onzer jaartelling dreven de actieve Phoe- nicische kooplieden reeds handel met Brittannië. Zij brachten er hun stukgoederen en namen in ruil daarvoor barnsteen mee naar hun eigen landen, toen centrum van de beschaafde wereld. 2 Ook wordt gemeld dat de Grieken er reeds handel dreven, voornamelijk in barnsteen en tin. Dit alles ging vreedzaam pas in 54 voor Christus trachtte de Romein Julius Caesar de eilanden met geweld in zijn bezit te krijgen. Hij voerde zijn veroveringsoorlog met afwisselend ge luk, zonder een beslissing te kunnen forceren. BilIIllIIIIIIIIIIIIIIHIllllllllllllIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllillllllllllllllll 'en Mededeling fAdv Deze S.S.-officieren hebben de be schikking over een 15-tal zware vrachtwagens, die door het Afrika korps op de slagvelden van Libye zijn achtergelaten. De Duitsers hebben de zaak zo handig opgezet dat ze dubbel-op ver dienen. De vrachtwagens halen de slaven, terwijl ze geladen zijn met wapens en munitie worden langs veel van de slagvelden van Libye. De wapens en munitie worden laigs veel heimelijke wegen aan de opstandelin gen in Frans Noord-Afrika geleverd. De S.S.-officieren hebben twee kan toren, een in Pord Soedan en een in Mekka. Zij werken nauw samen met een Armeense vrouw, die officieel „agen te in schoonheidsartikelen" heet. In het hartje van Djeddah beheert deze dame twee opvoedingsverblijven voor slaven en slavinnen. Over dit verblijf heeft men uitvoerige en betrouwbare gegevens kunnen verkrijgen. Elke maand worden daar vele jon ge slaven en slavinnen afgeleverd. Zij worden geschift naar kwaliteit en van de eerste dag af opgesloten in een soort gevangeniscel. De opleiding duurt 30 dagen. Dan begint de koe- „DE WEDERGEBOORTE", door dr D. J. de Groot. Uitg. J. H Kok N.V., Kampen. Prijs f S ingenaaid en gebonden ƒ9.75. Een studie over de wedergeboorte is een hele onderneming. Het is maar al te zeer bekend, hoe juist op dit punt de meningen nogal eens met elkaar verschillen. Dr de Groot heeft zijn werk op een hoog plan gebracht. Hij zet zich niet af tegen een bepaalde visie op de wedergeboorte, maar be gint thetisch zijn onderzoek. Wat de wedergeboorte is, en de relatie met het welbehagen Gods, èn het verlossings werk in Christus. De Heilige Geest is de werkmeester der wedergeboorte. Als het nu gaat over het wezen der wedergeboorte, en de verschillende stadia, waaronder deze kan verlopen, dan is de auteur sterk refererend. Aan de éne kant is dit zeker een verdienste van het boek, daar het nu ook uit de historie der Geref. theologie de opvattingen over dit wonder doet horen. Anderzijds wordt vanzelf door het referaat de kwestie zelf iets meer ingesponnen. Met name de vraag van het wedergeboren worden door het Woord, en het geven om het nieuwe leven uit God. We denken, naast de aanhalingen uit de theologie, met na me ook Bavinck en Kuyper, aan de Kantt. der Staten-vertalers bij Rom. 6 Over de trappen der wedergeboorte We zijn van gedachte, dat de auteur bij dit onderwerp toch niet voldoende klaar komt met de uitspraak: naar Zijn raadsbesluit heeft Hij ons voort gebracht door het woord der waarheid, om in zekere zin eerstelingen te zijn onder zijn schepselen. In de richting van Dr de Groot lezen wij deze tekst niet, maar zijn van gedachte, dat hier nog r-dere elementen in te vinden zijn. Dit moge het bewijs zijn, met hoeveel belangstelling we dit werk hebben gelezen. Een dergelijke, brede studie over de wedergeboorte voorziet laatste dagen van de oorlog acht men sen had laten vermoorden, omdat zij niet meer aan het zinloze „verweer'" wilden deelnemen, Kesselring heeft daarbij de achtvoudige moord als mi litaire noodzaak verdedigd. Hq daarover in de pers scherp aangeval len als een soldaat, die in Hitier ge loofde „zolang er nog een telefoon draad naar Berlijn functionneerde" Minister Strauss heeft nu Kesselring gekenschetst als een generaal, die „tot het laatste ogenblik bruine vodden ondersteund heeft". De minister heeft beloofd in het kabinet de vraag te zullen behandelen of aan zulke gene raals nog pensioenen betaald kunnen worden. Voormalige Duitse generaals genieten een pensioen van vijftien, honderd mark per maand. Strauss, een der geestdriftigste voorstanders van de Duitse herbewapening, heeft voorts de eis gesteld, dat lieden van het slag van Kesselring nooit meer iets te zeg gen zullen krijgen in Duitse militaire formaties. De in München verschij- handel. De rijkste eigenaren van de nen£Ie „Süddeutsche Zeitung" knoopt olievelden in Saoedi-Arabië en soms Rumoer om Kesselring, BONN, 2 Dec. De voormalige Duitse luchtmaarschalk Kesselring doet weer van zich spreken. Kesselring werd een jaar geleden door de Britse bezetting vrijgelaten uit de gevangenis van Weri in het Ruhrgebied en hij trad daarna terstond op het politieke toneel door zich tot president van de herleefde „Stahlhelm" te laten kiezen. In die kwaliteit heeft hij zich opge worpen als verdediger van menige wandaad der nazi's. Onlangs trad hjj als militaire des- I daar de opmerking aan vast: „Het zou kundige op in een proces tegen een I goed zijn, dat Strauss deze woorden in leider van de „Volkssturm", die in de herinnering hield voor het geval hq in een behoefte, en het is te hopen, dat dit werk onder alle kringen van theo logen zal worden geraadpleegd. We mogen hier van een pracht uitgave spreken. Prof. Dr. K. Dijk, „De Toekomst van Christus" (Derde deel van de trilogie „Over de laatste Dingen"), J. H. Kok N.V., Kam pen, 1953. Ing. f 6.10geb. f 7.50. Als ik me niet vergis, wordt tegen woordig over de laatste dingen meer gepreekt dan vroeger. En in de ge meente wordt er meer over nagedacht en gesproken. Dit laatste hangt mede samen met het feit, dat adventistische stromingen van allerlei gading zich roeren. Daarom voorziet dit werk van Prof. Dijk in een behoefte. Wie deze trilogie bestudeert, reist aan de hand van een betrouwbare gids door een land, waarin al zovelen verdwaald zijn. Waarom deze gids zo betrouw baar is? Omdat Prof. Dijk steeds vraagt naar wat de Schrift zegt en zich nooit buiten het raam begeeft, dat de Schriftgegevens hem bieden. Voor theologen, die over een escha tologische tekst moeten preken, is dit werk van Prof. Dijk een belangrijke studiebron. En het eenvoudige ge meentelid, dat zich in deze materie wil verdiepen, behoeft niet bevreesd te zijn voor onbegrijpelijke bladzijden. Want die komen er niet in voor. Het geen, zoals bekend, een van de ver diensten is van deze professor. In dit derde deel, dat handelt over de toekomst van Christus, weerklinkt, het slot van ons „Credo". En in de hoofdstukken, die Prof. Dijk erover schrijft, klinkt het als een lofzang. Tenslotte: de uitvoering van de fa. Kok is af. Onbegrijpelijk, dat het voor deze prijs kan. F. „De Nederlandse letterkunde in hon derd schrijvers", door Prof. Dr F. Bauer, Jacques den Haan, Dr J. Hulsker, Ger. Sclimook, Prof. dr G. Stuiveling. Uitgegeven onder auspiciën van het Haags Cultureel Centrum door N.V. Daamen, Den Haag en de Sikkel, Eenmaal inArabi'e is alles veilig.Daar heersf nog een le vendige handel in straks inplaats van minister zonder portefeuille minister van defensie zou worden". LONDEN, 1 Dec. De voormalige leider der Britse fascisten sir Oswald Mosley keert volgende maand naar Engeland te rug met een plan om Afrika te ontwikke len tot een „Bolwerk tegen Wallstreet en het communisme", zo heeft een vertegen woordiger van zijn „Unie-Beweging" te Londen meegedeeld. Sir Oswald, die drie jaar geleden naar Ierland verhuisde, zal op 12 December ter gelegenheid van een bijeenkomst van zijn beweging in Oost- Londen zijn politieke activiteit hervatten, zonder zich evenwel weer voorgoed ln Engeland te vestigen. Genoemde woordvoerder, Raven Thompson, noemde als doelstellingen van de „Unie-Beweging" „het een maken van Europa, dit gebied onafhankelijk maken van internationale handelsorganisaties en het ontwikkelen van Afrika tot een bol werk tegen Wallstreet en het communis me". De 57-jarige Mosley heeft achtereen volgens in het Lagerhuis zitting gehad als conservatief, onafhankelijke en socia list, totdat hij uit de Labourpartij werd gestoten. In 1931 stichtte hij de „Unie van Britse fascisten", waarvan de leden zwar te hemden droegen en die een korps „stormtroepen" had. In Mei 1940 werd hij met 23 anderen geïnterneerd op grond van de overweging, dat hun beweging de veiligheid van de staat in gevaar bracht. Op de spoorlijn tussen OranColomb Betsjar, in Algiers, is in de nacht van Maandag op Dinsdag een trein tenge volge van sabotage ontspoord. In drie wagons bevonden zich leden van het Franse vreemdelingenlegioen. Drie mannen werden ernstig gewond. Deze „letterkundige platenatlas" is ont staan naar aanleiding van de grote letter kundige tentoonstelling in Dec. 1952Ja nuari 1953 te 's-Gravenhage gehouden. De samenstellers hebben getracht in dit boek, dat uitstekend is verzorgd, de „lijnen van geleidelijkheid", die de oude verhalende kunst en de middeleeuwse liederen verbin denden met de moderne romans en de mo derne lyriek naar voren te brengen in de bijeengebrachte documenten en zij zijn daar wonderwel in geslaagd. Het is een hache lijke onderneming de literatuur te doen ken nen van haar aanschouwelijke kant. Doch geen boek staat los van zqn auteur; juist in handschriften en portretten raakt men met hem bekend. Zo, bladerend van Hein- ric van Veldeke (11301189) tot Adriaan Roland Holst (1888) komt men opnieuw onder de indruk van hetgeen in de loop der eeuwen is verteld, gespeeld, gephilosoplieerd en tot uitdrukking gebracht. A.K. Kerstboeken, uitgegeven door Jan Haan N.V. te Groningen. De N.V. Jan Haan heeft de leiders der Zondagsscholen zeker een groot genoegen gedaan door een groot aantal Kerstboeken uit te geven. Deze boekjes zijn zeer ge schikt om als Kerstgeschenk aan de kinderen te geven, geschikt voor kinderen vanaf 6 jaar. Ik noem er enkele zoals „Zulke dom me jongens" van I. de Vries, „Bertje op de boerderij" van J. L. Schoolland, „Het lichtje op het duin" van To van TliieL Voor jongens van een jaar of tien bijv.! „En toen daalde de machine" van H. King- mans en „Wari van de Koeboes" van G. van Heeste. Het is ondoenlijk al deze boek jes, die geprijsd staan van 30 cent tot f 1.50, hier uitvoerig te bespreken. Laat zeker de leiders der Zondagsscholen de ca talogus bij de firma Haan aanvragen. Dan hebben zq keus genoeg. De boekjes zijn smakelijk uitgegeven en van tal van goede voorzien. v. B. „De Bromfiets", J. Tendeloo. 2e druk. Vitg. Kluwer, Deventer, 1953. In enkele jaren tijd heeft de brom fiets kans gezien in ons land tot het meest algemene van de gemotoriseerde voertuigen te worden. Maar hoeveel van die duizenden bromfietsers staan volkomen vreemd tegenover de tech niek van hun zo gewaardeerde brom mer en hebben geen begrip van de juiste verzorging? En toch, hoeveel on gerief zouden zij zich besparen en met hoeveel meer pleizier zouden zij hun fietsje berqden wanneer zq zich door deze voortreffelijke handleiding'- lieten voorlichten. Beginnelingen zullen ver standig doen reeds vóór de aanschaf dit boekje te raadplegen, maar ook zij die reeds jaren de geneugten van dit kostelijk vervoermiddel kennen, zullen hier veel vinden, waarvan zij profijt kunnen trekken. Geen bromfietser, dia het aanschaft zal hier spijt van heb ben. M. „WERKELIJKHEID, WAARNE MING EN THEORIE IN DE NATUURKUNDE", door dr C. C. Jonker. Rede bij de aanvaar ding van het hoogleraarsambt aan de V.U. te Amsterdam. Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen. Indertijd hebben we deze „inaugu rele" bijgewoond, waarmee Prof. Jon ker zqn hoogleraarschap aanvaardde. Het ging daarbij over de 3 hoofdpro blemen van de theorie der kennis van de natuur, waarnaast nog vele andere vragen oprijzen. Kennisname van een dergelijke studie doet ons er iets van verstaan, hoe zwaar het werken en college geven is in dergelijke facul teiten. „HET LICHT SCHIJNT OVERAL" Kerstboek van Uitg. Ploegsma, Am sterdam, 1953, f 1.30. Voor de derde maal komt dit jaarlijkse Kerstboek nu uit. Het bevat acht nieuwe verhalen van bekende auteurs, alle voor al geschikt om in het gezin voor te lezen. Met twee nam ik een proef. Door kin deren van 412 jaar werd er gespannen naar geluisterd, terwijl ze ook ons oude ren ontroerden. Er is een hoofdstuk aan toegevoegd waarin de kinderen zelf aan het werk worden gezet voor de kerstver siering en daarbij heel mooie dingen le ren maken. Een echt gezinskerstboek, dat onze advents- en kerstvieringen thuis op hoog peil kan helpen brengen. M. „DOKTER MAG IK?" 1. Mary Hirschel; Gerechten voor Gal- en Leverpatiënten. 2. T. Parean Du- mont: Gerechten voor Maag- en darmpatiënten. Uitgever: G. J. A. Ruys, Amsterdam. Prijs per deeltje, geb. f 3.90. Van deze boekjes kan met recht ge zegd worden, dat er op gewacht werd. Da patiënten in kwestie worden behalve door hun ziekte ook voortdurend geplaagd door hun dieetbriefje, waarop onbarm hartig staat opgesomd, wat ze allemaal niet gebruiken mogen. Het Hikt dus wel - en dat denken ze ook - dat er practisch niets meer voor ze overblijft. Deze boek jes tonen aan, dat dit een vergissing is, want het blijkt, dat er nog heel wat mo gelijkheden zijn. De schrijfsters hebben een keur van recepten gegeven - elk boekje bevat er meer dan honderd - dia alle medisch verantwoord zijn. Niet al leen aan spijzen, ook aan dranken is ge dacht. Wenken worden gegeven voor da broodmaaltijd en zelfs ziet men met u de spijskaart door in hotel of restaurant. Beide boekjes zijn door een arts ingeleid. Ik voorspel, dat ze veel en dankbaar zul len worden gebruikt. MC Albert Maltz: „VUUR IN NACHT". Prisma-boek f 1.25. DE Wat het Spectrum in deze reeks biedt, is nooit waardeloos, meestal zelfs zeer waardevol. Zo ook dit zeer boeiend, mee slepend geschreven oorlogsboek. De Amerikaanse schrijver laat ons zien, op een wijze die getuigt van meester schap, hoe middenin de donkere nacht van Hitler-Duitsland, in de hel die men zelf heeft opgeroepen, hier en daar het geweten begint te ontwaken en men de schuld van Nazi-Duitsland groot voor zich ziet en lijdt onder het aandeel daar aan, en dan de moed vindt om „nee" te zeggen. Hier en daar is het boek wat cru, waarvoor de uitgever intussen zijn verontschuldiging aanbood, maar was de werkelijkheid dan anders? Graag beveel ik dit prachtboek aan. M. „Vrouwen zijn als bladeren", door James P. Leynse, vertaling van Clare Lennart. Uitgegeven door N.V. Uitg. Mij. „Kosmos" te Amsterdam. De schrijver van dit boek is in onze provincie geboren. Hij werd zendeling in China, daarheen uitgezonden door de Pres byteriaanse kerk van Amerika. Dertig jaren lang lieeft hij onder de Chinezen gewoond en gearbeid. Deze roman speelt zich af in het moderne China. Een jonge, rijke Chi nees, die reeds getrouwd is, wil ook nog trouwen met de zuster van zijn vrouw. De schrijver behandelt de strijd, die hierover in dit huis gevoerd wordt. Dit verhaal is niet ontsproten aan fantasie, maar geeft wer kelijke gebeurtenissen weer. Leynse blijkt zó Chinees onder de Chinezen geworden te zijn, dat hq in staat was om dit boek te schrijven in de taal en stijl, die enigszins aan Pearl Buck doen denken. De vertaling is goed, terwijl het boek ook fraai werd uitgegeven. v. B.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 5