spelen belangrijke bouwwereld. Nederlanders Afrikaanse Immigranten draaien de hand niet om voor Millioenen-projecten. r Uit de weïe£d u-an 't B&eJü Overal E en R op de schuttingen. Zuidafrikaarters gevraagd Personeel van de Verenigde Naties wel lid van een politieke partij Afrikaans volk beledigd* Woensdag 25 November 1953 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 9 (Van onze correspondent Alfred van Sprang) In hét hart van Pretoria op de hoek van de Kerkstraat en de Andriesstraat verrijst een kolossaal kantoorgebouw. Het is het nieuwe luxueuze hoofdkantoor van de Nederlandse Bank. Het wordt een ge bouw van acht verdiepingen met een ruime daktuin en recreatiezaal voor het personeel. Er komt overal air-conditioning. De vloeren zullen van een nieuwe betonconstructie vervaardigd worden. De twee ver diepingen hoge bankzaal met een weelde aan marmer krijgt een geluid dempende acoustiek. En voor de gevel heeft men een speciaal soort decoratieve steen ontworpen. In bouwerskringen fluistert men dat het het duurste kantoorpand wordt dat ooit in Pretoria gebouwd is. Als het helemaal klaar is zal het buiten de grond (welke voor 700.000 gekocht is, maar nu reeds meer dan het dubbele waard is) bijna f 5.000.000 gekost hebben. En het zal de trots zijn van het Nederlandse aannemersbedrijf, dat door twee enorme letters E en R op het dak laat weten, dat Engel en Ruyter ook dit millioenenwerk uitvoeren. In een rommelige tekenkamer op de halfvoltooide derde verdieping van het bankgebouw zit de Ruyter van deze Engel en Ruyter met z'n hoed achterop z(jn hoofd en zijn overjas aan in een kop thee te roeren. „Ach, welneeI" zegt hfj afwe rend. „Maar waarom niet....?" „Ik voel er niets voor...." Leo de Ruyter voelt er niets voor om over zichzelf en zijn werk te praten uit angst door anderen voor een op schepper versleten te worden. Na lang Jan Zijlstra, een Fries, die bijna 20 jaar geleden als knecht bij het aannemersbedrijf Engel en Ruyter is komen werken, is nu zelf een van de grootste bouwers in Pretoria. aandringen is hij er alleen toe te be wegen een paar feitelijke vragen te beantwoorden. Maar meer ook niet. „Hoe lang bent U al hier „Sinds 1929...." „En hoe bent U toen begonnen?" „Met het bouwen van een zand steen-muurtje om het museum". „En daarna....?" Hij zet het theekopje op tafel neer en staat ongeduldig op. „Dat ben ik allemaal vergeten, hoor. Maar anderen zjjn niet alles verge ten. Uit gesprekken met mensen, die hem kennen en met hem samenwerken ontstaat de geschiedenis van de een voudige, in Nederland aan de grond ge raakte bouwer, die hier met flink aan pakken, goed vakmanschap, een scherp inzicht en een dosis geluk een millioe- nenbedrijf heeft kunnen opbouwen, dat overal een klinkende naam heeft. En dat hem maatschappelijk in een positie geplaatst heeft om de hele „St Johns Ambulance" In Pretoria te kunnen uit' rusten. En om zijn zoon met een vier- uersoons sportvliegtuig als Kerstge schenk te kunnen verrassen. Carrière _o de Ruyter heeft als jongeman hnoodlijdende bedrijf van zijn va- uer in de steek gelaten om elders in de wereld geluk te zoeken. Met een derdeklas boot is hij naar Kaapstad getrokken. In Pretoria heeft hij de goedkoopste kamer gehuurd welke hij vinden kon. Toen is hij werk gaan zoe- ken. In het begin viel het niet mee. Hij bezat geen geld en geen kennis van de Engelse taal. De eerste opdracht was het bouwen van een muurtje van zandsteen om het Transvaal Museum. Het werk viel naar tevredenheid uit en bracht een flink sommetje op. Het was de eerste stap op weg naar succes. Een tweede was zijn ontmoeting met de welvarende aannemer Engel. Die was juist op zoek naar een man met energie en kermis van zaken. Dat con tact is toen tenslotte uitgegroeid tot 'n compagnonschap. Engel was de man van het geld en de Ruyter de schep per van de mogelijkheden. Men begon steeds meer te bouwen. Men kocht ook kale stukken grond buiten de stad om die na het volbouwen met woonhuizen met ruime winst van de hand te doen. Zo heeft Engel en Ruyter zich ge leidelijk ontwikkeld tot een van de reuzen in de bouwwereld. In de oorlog was er een tijd, dat er 7500 arbeiders in dienst waren en er wekelijks f 250.000 aan loon uitbetaald werd. Die bloeiperiode is nu voorbij, maar men heeft toch nog altijd een paar duizend mensen in vaste dienst om voor verscheidene millioenen aan werk uit te voeren. Overal prijken de letters E en R op schuttingen en steigers. En er moet nog een project ontworpen worden dat Engel en Ruyter om de een of andere reden niet aan kan. Vijftig. Er zijn meer Nederlandse bouwers. Van de zevenduizend Nederlanders in Pretoria hebben bijna vijfduizend in de een of andere vorm iets met het bouwbedrijf te maken. De meerder heid van hen is gekomen in de tijd, dat het in Nederland slecht was met de bouwerij en men hier juist een bloeiperiode beleefde. Er was toen een groot tekort aan, vakmensen. Bijna elk schip uit Neder land bracht dan ook metselaars, stu- cadoors, schilders, timmerlui en lood gieters mee. Bijna allen waren op aan dringen van familie of kennissen over gekomen. In Nederland was hun al een be trekking bij een of ander bedrijf hier aangeboden. Zodra zij echter voet aan wal zetten werden zij bestormd door vertegenwoordigers van andere bedrij ven, die hun zeer verlokkelijke aan biedingen deden als zij meteen van werkgever wilden veranderen. Er was zoveel werk dat verscheidenen van hen na verloop van enige tijd de kans ge grepen hebben voor zichzelf te begin nen. Er bestaat in Pretoria een bond van erkende aannemers en uitvoerders. Op de ledenlijst van deze Master Builders and Allied Trades Association komen niet minder dan vijftig Nederlanders voor. Het zijn natuurlijk niet allemaal bedrijven als Engel en Ruyter. Verre weg de meesten zijn kleine bouwers, die zich op het bouwen van particulie re woningen toeleggen en daaruit een behoorlijk inkomen hebben. Enkelen hebben zich boven dit stadium weten uit te werken en een leidende plaats in de bouwwereld kunnen veroveren. Een van hen is Jan Zijlstra. Eén juffrouw. Boven een deur op de vierde verdie ping van het Paramount Building staat J. Zijlstra, Builder and Contractor. Als ik die deur open sta ik meteen vlak voor de schrijftafel van Jan Zijlstra zelf. „Ik heb geen groot kantoor nodig. zegt hij. Er wordt in Zuid-Afrika veel en in Amerikaanse styi gebouwd. Door de steeds stijgende grond prijzen in de steden zoekt men het meer en meer In wolkenkrabbers. De met zoveel bodemschatten gezegende Unie van Zuid-Afrika heeft een ernstig tekort aan iets dat belangrijker is dan goud en diamanten tezamen: vaderlands liefde. Er zijn hier tienduizenden in Zuid-Afrika geboren en getogen mensen, die zelfs nog nooit de grens overschreden hebben en niettemin hun vaderland als een soort tweedehands kolonie be schouwen. Plus royaliste que le roi zijn zij bezeten van een over dreven liefde en belangstelling voor Engeland, dat zij tegen be ter weten in home noemen. De ware Zuid-Afrikaner (on verschillig of hij Afrikaans- dan wel Engels-sprekend is) ergert zich natuurlijk aan dergelijke landgenoten. Een paar dagen ge leden heb ik in een grote bios coop in Johannesburg zelf een voorbeeld van deze defaitistische mentaliteit gezien. Voor de hoofd film begon was er wat samen zang. Het orkest zette There '11 always be an England in en mins tens de halve zaal zong spontaan en uit volle borst mee. Maar toen er vlak daarna een Zuidafrikaans lied (eveneens in het Engels) ge speeld werd, heerste er een com plete en pijnlijke stilte in het vol le theater.. --J „Dat zie ik. „En evenmin veel personeel Het hele kantoor bestaat uit twee kleine kamers. Eén voor hemzelf en één voor de telefoniste-typiste-boek houdster. Dat is alles. Maar niettemin heeft Jan Zijlstra de laatste drie jaar vier-en-twintig grote werken afgele verd en is hij nu bezig aan een flatge bouw van zeven verdiepingen voor jonge mensen van de Nederduits Hei- vormde of Gereformeerde Kerk: een project van f 2.500.000. En dat allemaal met twee kleine kantoortjes en één juffrouw. „Wij werken hier anders „In welk opzicht....?" „Meer Amerikaanspractischer, Wij zitten niet op een kantoor maar op het werk en we weten precies wat er omgaat...." Dat Jan Zijlstra precies weet wat er in de bouwerij omgaat, bewijst zijn carrière. Hij was nog heel jong, toen hij als voorman bij een van de grootste aannemersbedrijven in Den Haag was, Daar was hij echter niet tevreden mee. Zoals vele anderen is hij ook naar Z. Afrika getogen. Eerst heeft hij bij En gel en Ruyter gewerkt. Daarna is hij naar een Engelse firma gegaan om Engels te leren. Toen hij het klappen van de zweep door had en in staat was om een be stek in het Engels te lezen, is hij voor zichzelf begonnen. Sindsdien heeft hij heel wat grote werken op zijn naam staan. Een kerk in Stella. Een hospi taal in Vrijburg. Een kerkzaal en reli- L. W, Ruyter (links) bespreekt het werk op de in aanbouw zynde Ne derlandse Bank met de algemeen voorman W, van Zuilichem, een van de 5000 In het bouwbedrijf In Pre toria werkende Nederlandse immi granten. gieuze boekhandel met zes verdiepin gen, kantoren er boven, in Pretoria. En behalve aan het flatgebouw is hij nu ook aan een bank in Nijlstroom bezig. Het is werk waar enkele millioenen mee gemoeid zijn. Jan Zijlstra draait er echter zijn hand niet voor om. Dit zijn uitzonderingen. De meerderheid van de Nederlan ders in het bouwbedrijf doet het heel wat bescheidener. Ze hebben echter toch allemaal een goed bestaan, ook al heerst er dan op het ogenblik een slap te in de bouwerij vanwege het gebrek aan nieuw kapitaal. De vraag naar Nederlandse bouwvak arbeiders is echter ook om andere rede nen aan het verminderen. Z\j staan na melijk niet op hetzelfde hoge peil qua vakmanschap als de voor-oorlogse im migranten. Dat is tevens de oorzaak waarom de Nederlandse aannemers maar heel weinig Nederlands personeel in dienst hebben. Maar op ander gebied is er nog altijd plaats voor immigran ten. In de metaalnijverheid zijn er b.v. practisch onbeperkte mogelijkheden voor goede vaklieden. Er is ook een ern stig tekort aan ingenieurs, landbouw kundigen en onderwijzend personeel. Een bezwaar is het echter, dat de Nederlgndse academische graden in Zuid-Afrika niet erkend worden en ingenieurs, artsen en juristen weer drie jaar lang college moeten gaan lopen. En wat onderwijzers betreft: de ene wet schrijft voor, dat zij zich persoonlijk moeten komen aanmelden, terwijl een andere wet de toegang tot het land verbiedt als zij niet in het bezit van een werkgeversverkla ring zijn. Maar hoe het zjj, het is de bedoeling om het aantal van vierduizend Neder landse immigranten per jaar geleidelijk op te voeren tot zevenduizend. De Zuid- Afrikaanse regering is zeer gesteld op hen. Het volk echter over het alge meen minder. Daar zijn verschillende re denen voor. Een ervan is de angst voor concurrentie. Een andere is het werk tempo van de Nederlanders. In enkele bedrijven is het zelfs al tot stakingen gekomen omdat de Zuid-Afrikaanse ar beiders het er helemaal niet mee eens waren dat de Nederlanders zo hard werkten. Dat bewjjst met welke pro blemen een immigrant allemaal te kam pen kan krjjgen. En wat een heerlijk land Zuid-Afrika is. (Nadruk verboden). „Ik ben Johanna", Margreeth Woltjes. Holland Uitgevers maatschappij, Amsterdam. Een opvallend boek, dat bij Uitge versmaatschappij Holland in Amster dam verscheen, is „Ik ben Johanna" van Margreeth Woltjes, die door haar gedichten, gebundeld in het „Vreemde hart", en „De zonde in Gods tuin" reeds de aandacht heeft getrokken. De ze jonge christelijke schrijfster mijdt de geijkte paadjes van vele z.g. chris telijke romans, noemt man en paard en schrikt er gelukkig niet voor terug eerlijk schokkende dingen te verhalen met het gevaar bepaalde lezers van zich af te stoten. De christelijkheid kan men niet van de roman afscheppen. Nee, die Johan na, die in de bezettingstijd van bakvis tot vrouw opgroeit, is bepaald geen voorbeeld. Dat eigenwijze nest is vol critiek op haar christelijke omgeving, maar zelf lijkt ze wel de grootste hy pocrite, die er rond loopt. „Mijn vader en moeder hebben me die vervelende naam gegeven. Nu, hier ben ik, Johan na, kom maar op!" Dat is de houding van de hoofdpersoon in dit boek van Margreeth Woltjes. De opzet van het boek is, dat Johanna zien met haar eigen naam moet verzoenen. Veel moet Jonanna meemaken, veel moet er met haar gebeuren, voordat ze rus tig is geworden en zich heeft verzoend met haar omgeving en met haar zelf. „De geschiedenis van mijn naam is nu geschreven", staat in het laatste hoofdstuk. „Maar dit is 't, wat als een regenboog boven toen en nu, boven heel mijn leven staat: dat God genadig is. Dat is immers de betekenis van mjjn naam". En als zjj eindelijk een klein kindje krijgt, noemt ze hem „Jo. hannes", dat is „Genadegift". de J. „Het Heilig wonder van mijn leven". Wilma. Uitgevers-maat schappij Holland. In haar laatste boek, het afscheid aan haar lezers, vertelt Wilma, de be kende protestant-christelijke schrijf ster, die in Mei haar 80ste verjaardag vierde, van het heilig wonder van haar leven. Wilma laat haar lezers niet lang in het ongewisse. Het wonder van haar leven is de liefde van God, Die Zijn Zoon schonk aan verloren mensen en de liefde van haar voor mensen en dieren. Zo is deze autobiographie een geloofsgetuigenis, haar geloofsgetuige nis geworden. Wilma vertelt in dit boek de geschie denis van haar eigen leven. Veel span nende gebeurtenissen en episodes doen zich in dit leven niet voor. Maar toch is dit boek boeiend, omdat vooral het innerlijk leven, met al zijn conflicten, wordt beschreven. Het eerste gedeelte van het boek is verreweg het mooist, waarin Wilma haar eigen jeugd ver haalt. Het is alsof dit een geschiedenis is van deze tijd en niet van iemand, van wie de jeugdjaren aan het eind van de vorige eeuw vielen. Deze jeugdgeschiedenis is een boodschap ge worden voor ons, die drie generaties later leven. Het tweede deel van het boek draagt meer het karakter van een apologie, waarin Wilma haar eigen, of liever het onconventioneel godsdienstig inzicht van haar geestelijke vader, dr J. H. Gerritsen, proclameert. Zij, die van de werken van Wilma houden, zullen dit boek dankbaar le zen als een persoonlijke toelichting op haar romans, novellen en verhalen. En veel niet goed begrepen passage's uit haar werken zullen bij het lezen van „Het heilig wonder van mijn leven" duidelijk worden. Het afscheid van Wilma is een goed afscheid geweest. de J. KOSTBAAR GIF", door Mary Webb. Uitg. „Het Spectrum''. Utrecht/Antwerpen. J. C. Bloem vertaalde het kostelijk boek van Mary Webb „Precious, bane". „Kostbaar gif" heet in het Nederlands dit verhaal van een grote oerhartstocht en een tere, maar onverwoestbare lief de. Daar is eerst Gideon Sarn, die, ge weldig als hij is, rijk wil worden. Hij is een edel man, maar het kostbaar gif, het geld heeft hem te pakken en dat wordt zjjn ondergang. Verder is daar Prue, het meisje met de hazenlip, die als een veroordeelde door het leven moet gaan. De mensen schuwen haar, maar Prue houdt van het leven, van de mensen en is on danks alles dankbaar. Tenslotte wacht zij niet tevergeef op haar bruidegom, de wever Kester Woodseaves. Deze Prue is door Mary Webb zeer fijn en raak getekend. Het decorum van het verhaal is het ongerepte landleven en de wilde natuur van het graafschap Sb -ipshire. Mary Webb is een meeste res in haar natuurbeschrijvingen en in haar diepdoorvoelde weergave van het leven van de primitieve mensen, die daar in het begin van de 19e eeuw nog in deze streken woonden. Dit decorum geeft het verhaal een bijzonder ge heimzinnig relief en maakt het uniek. de J. Gedichten. Guido Gezelle. Uitgave Het Spectrum, fl.25. De gedichten van Guido Gezelle be hoeven geen aanbeveling. Maar wat dacht U van deze uitgave: 350 blz. verzen van deze Vlaamse zan ger, naast de bekende ook vele onbe kende, in een aanvaardbaar bandje voor f 1,25 Het is dan ook weer een Prisma-boek. Hier kunnen wij „Het Spectrum" dankbaar voor zijn. M. „De Wonderen der tropische na tuur". L. Coomans de Ruiter. Deel 8 uit de serie Insulinde, verschenen bij Wolters, f5.25. Een boek voor liefhebbers van planten en dieren, die iets willen we ten of meer willen weten der planten en dieren in Indonesië. Ze kunnen hun kennis van de tropische natuur door dit populair geschreven boek verrij ken. De schrijver toont zich ook een goed dieren-fotograaf. Behalve foto's van hemzelf bevat het nog vele van anderen. M. „Schateiland". R. L. Stevenson. Uitg. Spectrum, fl.25. Dit is een ouderwets avonturenboek van een Schotse schrijver uit. de 2a helft van de 19e eeuw en die in het beoefenen van dit genre door niemand overtroffen heet te zijn. Inderdaad houdt dit boek van het begin tot het eind de spanning er bij je in. De vin dingrijkheid van de schrijver om da held van het verhaal aan één stuk door uit benarde posities te redden is tel kens weer verrassend. Terecht heeft de uitgever het gewaagd dit boek in de Prisma-reeks uit te geven. Het doet het nog even goed als 70 jaar geleden. Wie ontspanning zoekt, leze dit boek want dat geeft het, niets minder maar ook niets meer. M. Nederlands standpunt: Geen staat boven de staat NEW YORK, 24 November. De Nederlandse permanente vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, de heer D. J. von Balluseck, heeft gisteren in de bestuurs- en begrotingscommissie van de Algemene Vergadering verklaard, dat Nederland tegen een verbod is, waarbij iemand van het personeel van de Verenigde Naties het recht ontzegd wordt tot een politieke partij te behoren, die in zijn land erkend en niet verboden is. De heer Von Balluseck verzocht de secretaris-generaal van de Verenigde Naties Hammerskjoeld, om een duidelijke verklaring over de voorgestelde wijziging in de regels voor het personeel. De Nederlandse gedelegeerde be toogde, dat de Verenigde Naties geen staat boven de staten met eigen onder danen is. De betrekkingen waren van contractuele aard. De behoefte aan een doelmatig en betrouwbaar secretariaat gaat boven de individuele belangen van de leden van het personeel, aldus de heer Von Balluseck. Hij zeide, dat de organisatie zich er echter voor moest hoeden, dat het personeel niet geheel van het politieke leven in zijn vaderland wordt afgesneden. Indien de bepalingen wel zover gaan, aldus Von Balluseck, zou dit niet in overeenstemming zijn met de werke lijkheid en het zou ook gevaar ople veren. Daarom, zo zeide de Neder landse afgevaardigde, moeten wij ho pen, dat met de term politieke activi teit een actief politiek gedrag is be doeld. Over de beperking van de schade loosstelling aan ten onrechte ontslagen leden van het personeel zeide de heer Von Balluseck, dat men in deze kwes tie soepeler diende te zijn. Bij de nieuwe bepalingen zou het personeel zich van iedere politieke ac tiviteit, op stemmen na, moeten ont houden. Volgens de Nederlandse afgevaar digde was het niet duidelijk of de per soneelsleden tot een politieke partij mochten behoren. Beschuldiging V.N. lid: NEW YORK, 23 Nov. De Zuid Afrikaanse afgevaardigde G. P. Jooste heeft vandaag in de speciale politieke commissie van de Ver. Naties de V.N.- commissie ter bestudering van het ras senvraagstuk in Zuid-Afrika beschul digd van belediging van het Afrikaans sprekende volksdeel in de Unie en van anti-blanke vooringenomenheid bij het opstellen van het volgens hem grovelijke misleidende verslag, dat, naar hij zei, een verwrongen beeld gaf van de toestand in Zuid-Afrika. Het verslag door de commissie na vijf maanden van studie opgesteld, kwam tot de slotsom, dat .de Z.-Afri- kaanse apartheidspolitiek gevaarlijk voor de binnenlandse vrede en inter nationale betrekkingen is en dat de toestand in Zuid-Afrika dagelijks dreigender wordt. Oost-Duitsland zal de passen voor interzonaal verkeer afschaffen. De nieuwe regeling zal ingaan op 25 No vember. In de groeve van de kalkmergelmaat- schappij Sint Pietersberg te Maastricht werden tot nu toe reeds zeven wervejs van de Mosasaurus, het hagedisachtige reptiel uit de krijttijd, gevonden. „Totalitaire tendenzen in het oude Hellas". Dr. G. J. D. Aal- ders H.W.zn. Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen. Dit is de openbare les, die dr Aalders onlangs bij de aanvaarding van het lectoraat aan de Vrije Universiteit in de faculteit der letteren en wijsbegeer te heeft gehouden. Uit de titel van de rede, die van ge degen kennis en zelfstandige visie ge tuigt, blijkt reeds dat dr Aalders zich niet verenigen kan met de opvattin gen die de laatste jaren zijn voorge dragen, n.l. dat de totalitaire staat haar wortels vindt in de beschaving der oudheid. Dr Aalders gaat dit na voor het oude Hellas en komt tot de conclusie dat in Hellas slechts sprake kan zijn van totalitaire tendenzen en dit nog het meest in Sparta. Toch, als dr Aalders in zijn conclusies terloops opmerkt, dat hetzelfde voor Rome geldt, dat we ook daar niet spreken kunnen van een totalitaire ideologie, dan zal men, wanneer men vertrouwd is met de visie dat de keizercultus in wezen vergoddelijking is van de staatsmacht, hier graag iets meer over horen. We hopen dat dr Aalders in de toekomst ook hierover iets publi ceren zal en daarbij betrekken zal de visie van Johannes' Openbaring op de gebeurtenissen van die tijd. M. „De School des Levens". G. B. Lebbink en C. G. M. v. Reysen. Uitg. Wolters, ing. f2.90, geb. f 3.40. Met grote belangstelling heb ik van dit nieuwe leesboek, voor de kweek school kennis genomen. Het bevat een veertigtal fragmenten en gedichten van moderne Nederlandse schrijvers en dichters, die alle betrekking heb ben op het kind en op de school. On der de auteurs vindt u de namen zo wel van Wilma als van Vestdijk. Na elk fragment worden vragen gesteld over het Nederlands en over de Op voedkunde. De les moet voor de leerlingen ze bepaald een spannende bezigheid wor den en ze moeten bij deze methode werkelijk het gevoel kr.;gen dat ze non scholae sed vitae niet voor de school, maar voor het leven leren omdat in de vragen niet een bepaa'd antwoord gesuggereerd wordt en uit de fragmenten verschillende levensbe schrijvingen spreken, lijkt mij dit boek juist ook geschikt voor de Cnr. kweeic- scholen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 9