DE SPRINGPROCESSIE VAN ECHTERNACH
Ha
Festijn ter herinnering aan Wiliibrord
E&DD.
vcrlcJcn ItccrS
Zeeuwse kettinghonden mo^tcu
worden beschermd*
F"
Het Zeeuws Tijdschrift
L
Jr&
Spel van religieuze vervoering of sport
Vrij bewerkt door Har wood
Sarcophaag bleef
wonderlijk gespaard*
Begrafenis kol. Smael
Woensdag 18 November 1953
ZEEUW^'f DAGBLAD
Pagina 5
Voorstel van Ged. Staten.
Ontwerpverordening bevat tal van beperkende
bepalingen.
MIDDELBURG, IT Nov. Ged. Staten van Zeeland hebben de Prov. Staten
voorgesteld een verordening tot bescherming van de waahhond vast te stellen.
Het verzoek daartoe werd ingediend door de Bond van Politieambtenaren tot
Bescherming van Dieren In Nederland. Een eind 1951 Ingesteld onderzoek naar
het aantal waakhonden, dat voortdurend aan de ketting ligt, weeg uit, dat er
toen nog 1495 van deze honden waren, waarvan in Zeeuwsch-Vlaanderen al
leen al 1987. Al wijn de toestanden op dit gebied in onze provincie vergeleken
b« andere streken van ons land niet bepaald slecht te noemen naar het oor
deel van Ged. Staten, het onderzoek heeft toch wel uitgewezen, dat de ver
zorging en de hulsvesting van de kettinghonden in zeer vele gevallen te wen
sen overlaat.
Zo moet de ketting tenminste twee
meter lang zijn, terwijl het gewicht
daarvan niet hoger dan 300 gram per
meter mag bedragen en de schakels
niet groter aiogen zijn dan 20 milli
meter. Het éne uiteinde van de ketting
moet verbonden zijn aan de halsband
(materiaal, dat onschadelijk is voor de
huid van de hond), het andere aan een
metalen ring met een diameter van
tenminste 8 centimeter, welke vrij
moet kunnen bewegen langs een loop-
lijn. Deze moet van metaal zijn, ten
minste 10 mm dik, en gespannen op
niet hoger dan een halve meter boven
de begane grond tussen twee tenmin
ste 10 meter uit elkaar gelegen steun
punten.
HET HOK.
Op het terrein moet aanwezig zijn
een hok, tocht- en vochtvrjj en van bo
ven afgesloten. Er moet een flinke ope
ning zijn. Het hok moet tenminste an
derhalf maal de hoogte vande hond
zijn en de lengte en breedte moetei
tenminste anderhalf maal de lengte van
de hond uitmaken. Bovendien moet het
hok door een schot verdeeld zijn in een
slaapplaats en een tochtgang, die naar
buiten moet afwateren.
Ingezonden Mededeling (adv.)
In Februari 1952 richtten Ged. Sta
ten een verzoek tot de gemeentebestu
ren om een verordening vast te stel
len. Slechts 13 van de 101 gemeenten
gaven aan dit verzoek gehoor. Ged.
Staten zeggen sympathiek te staan te
genover het streven van de dieren
beschermingsorganisaties en menen,
nu de wetgeving in ons land op dit
punt nog tekort schiet (de totstand
koming van de Dierenwet zal nog wel
enige jaren op zich doen wachten),
dat het Prov. Bestuur een goed werk
zou doen door het verzoek der ver
eniging in te willigen.
VERBOD.
Volgens de ontwerp-verordening is
het eigenaren of gebruikers van erven,
landerijen of andere eigendommen ver
boden daarop buiten een woning een
hond aan een ketting of op andere wijze
vast te leggen dan wel een hond in een
hok of een ren op te sluiten. Dit verbod
geldt niet, Indien aan bepaalde eisen is
voldaan.
De nieuwste aflevering van het Zeeuws
Tijdschrift geeft weer enkele zeer in
structieve en interessante artikelen. Het
grootste artikel is geschreven door de
heer J. L». Haverda te Utrecht en handelt
over de sociale wederopbouw van de
rampgebieden. Hij geeft de resultaten
weer van het onderzoek, dat is ingesteld
naar de wijze, waarop de getroffenen de
verschrikkingen hebben verwerkt en be
spreekt enkele typische houdingen, die
de enquêteurs en enquêtrices hebben aan
getroffen. Maar niet alleen dat: de schrij
ver doet ook allerlei (zeer belangrijke)
suggesties omtreit hetgeen noodzakelijk
zal zijn met het oog op de jeugd in de
rampgebieden.
De heer P. G. Hotte uit Zierikzee
schrijft over „Een materiële erfenis" en
vertelt daarin, hoe de „duuvekaeters", de
„lcossewaegens" en nog meer bakkers
lekkernijen zijn ontstaan. Wij wisten het
niet, maar het artikel maakte het ons
duidelijk: onze voorouders, de Germanen,
lustten die dingen al'. „Een. Walchers
volksverhaal" wordt door dr Tj. W. R.
de Haan beschreven, 't Gaat over de le
gende, die zich rondom het ronde putje
van Souburg heeft geweven. Daarover
blijkt heel wat literatuur te zijn. Dr de
Haan toont zich een uitstekende gids op
dit gebied.
Dr D. A. de Graaf schrijft over het ver
blijf van Victor Hugo in Zeeland, een
onderwerp, waarover enige tijd geleden
ook in ons blad enkele artikelen zijn ge
publiceerd. Bijzonder oriënterend is ook
hetgeen dr K. Kooiman publiceert over
het dialect van Schouwen-Duiveland n.a.
v. het proefschrift van dr A. de Vin. Dr
Kooiman heeft nogal wat critiek, maar
beschouwt het werk van dr Vin toch als
een aanwinst voor de kennis van het
Zeeuws.
Naar aanleiding van de tentoonstelling
„De jacht in de kunst" schrijft de heer
L. V.' de Bree een aanmoedigend woord
voor meer van dergelijke „particuliere
initiatieven". Drs M. C. Verburg zegt het
één en ander over de Tholense situatie
en neemt daarbij de ambachtsschool in
Sint Maartensdijk enigermate als uit
gangspunt. Marcel van de Velde geeft
een twéetal aan Sluis en aan Veere ge
wijde gedichten, die blijk geven van een
grote liefde voor Zeeland en van beheer
sing van „het vak".
j,
TELEGRAM AAN SHAG - ROKEND NEDERLAND.
DE NEUWE PRACHT!G GESLAAGDE
K
N 1EME I. J E R KOCHT ER HET BESTÉ
VAN-HET BESTE '.UIT
STERL
NG* NU MEER DA'N OOIT DE BESTE SHAG VAN NEDERLAND.
De bodem dient te bestaan uit een
op hoge klossen rustende droge zinde
lijke houten vloer van minstens 3 cm
dikte, die zich weer op tenminste een
decimeter boven de grond moet be
vinden. "Wind, zon en regen mogen
geen toegang hebben en in de slaap
plaats moet altijd een laag stro van
minstens 10 cm dikte liggen. Tenslotte
mogen in het hok alleen een drinkbak
en een voerbak worden geplaatst. Vers
drinkwater is een absolute eis. Voor
de ren gelden soortgelijke bepalingen.
B. en W. van een gemeente mogen
onder bepaalde voorwaarden ontheffing
verlenen van deze bepalingen. Overtre
ding zal worden gestraft met hechtenis
van ten hoogste twaalf dagen of een
geldboete van ten hoogste vijf en zeven
tig gulden.
Afscheid Ds H. Retel te
Colijnsplaat.
Ds. H. Retel, Geref. predikant, die
om gezondheidsredenen emeritaat is
verleend, hoopt Zondag 22 November
a.s. in de avonddienst afscheid van zijn
gemeente te nemen. Ter verlichting
voor hem zal ds. Middelkoop van
Zaamslag, die des morgens voor de
gemeente zal voorgaan, in de avond
dienst, het liturgisch deel verzorgen,
waarna ds. Retel dan de preek zal hou
den.
Ingezonden Mededeling (adv
Ifllid- Krabben en peuteren
maakt de kwaal steeds
lllfSBsttfl erger. De helder vloeibare
Ultoiuyj D.D.D. dringt diep in de
Soriën door, zuivert, ontsmet en geneest
e huid
GENEESMIDDEL LEGEN
HUIDAANDOENINGEN
De nieuwe basiliek van Echternach is met Pinksteren het centrum der ver
ering van Wiliibrord, die onder dit gebouw begraven ligt.
PROLOOG.
Om met de deur in huis te vallen en de feiten te noe
men, het verleden was zo:
Ernst Peyton, enige zoon van een zeer bemiddeld vader,
in het laatste studiejaar van het Gymnasium, maakte in
de vacantie een voetreis en belandde op de boerderij van
de weduwe Brandon, waar hij enige weken logies verkreeg.
De hoeve werd bestuurd door een jonge man, Roelf
Sturge geheten, niet bepaald een sympathiek man, om geen
sterker woord te bezigen.
Er was daar een dochter, Marie, uitzonderlijk knap van
uiterlijk, maar dat was dan ook alles. Voor het overige zat
er niets bij. Misschien was zü wel kwaad van aanleg. Zij
was, kortweg gezegd, ook dom, zonder meer.
De onstuimige Gymnasiast werd verliefd op het meisje,
dat die liefde scheen te beantwoorden en dat, op haar
beurt, alles deed, om hem te winnen.
De jongen was nog minderjarig en hij begreep wel, dat
zijn vader niet van een huwelijk zou willen weten, toch
al niet hij moest immers nog verder studeren? maar
zeker niet met een boerenmeisje.
In zijn jeugdige onbezonnenheid deed hij toen een dom
me daad, een zeer onverantwoordelijke daad. Men snapt
alleen niet, hoe zoiets in de hersens van een jongmens
kan opkomen! Hij sloot met Marie Brandon een geheim
huwelijk, wat in die dagen in Engeland mogelijk was.
Als er slechts twee getuigen waren en een predikant, die
het huwelijk wilde sluiten, dan was het in orde. De predi
kant uit het kerspel van de weduwe Brandon had, op haar
verzoek, geen bezwaar. De getuigen waren de meester
knecht Sturge en Lucy Everitt, een nichtje van de bruid.
Natuurlijk liep het mis met dit ondoordacht gesloten,
geheime huwelijk. De ontgoocheling kwam al heel spoe
dig. De vrouw paste in geen enkel opzicht bü hem. Zij
bleek ruw te zijn, zonder manieren. Maar al was hij dan
ondoordacht geweest, hij was in de grond een rechtscha
pen jongeling, die de Christelijke ethiek van huis uit kende
en beleven wilde. Marie was nu zijn vrouw en al zou hij,
naar hij nu inzag, nooit ware liefde voor haar kunnen voe
len, zodra hij meerderjarig werd, zou hij haar als zijn
vrouw erkennen, ook al zou hem dit het ongenoegen van
zijn vader kosten.
Zover kwam het evenwel niet. Zij kreeg aldra genoeg
van de jonge man, die, in wezen, ernstig was en die maar
over zijn boeken gebogen zat. Zij voelde ook zijn onver
schilligheid jegens haar, die hij moeilijk verbergen kon.
En het eind van het lied was, dat zij hem verliet en met
de knecht, Roelf Sturge, naar Canada trok.
Het geval beroerde hem hevig, te meer, omdat hij niet
wist, hoe hij er mee aan moest, terwijl hij aan niemand
raad kon vragen.
Maar de schok werd nog heviger. Want toen zij, die
wettig zijn vrouw was, te Montreal van boord stapte, gleed
zij door een ongelukkig toeval van de loopplank in het
water en eer men haar op de wal had gevist, waren haar
levensgeesten reeds geweken.
Dat vernam Ernst van het nichtje, Lucy Everitt, die een
lange brief van Roelf Sturge had ontvangen, waarin de
bijzonderheden van het ongeval werden meegedeeld en
welke brief zij hem liet lezen.
Een en ander had Ernst Peyton geweldig geschokt, in
hoofdzaak geestelijk. Er kwam een radicale omkeer bij hem
tot stand, die tot gevolg had, dat hij, na het Gymnasium
te hebben afgelopen, voor predikant studeren ging. Het
was niet naar de zin van zijn vader, die hem had bestemd
voor de rechterlijke macht of voor de politiek, maar ten
slotte berustte die in de keus van zijn zoon, toen hij be
speurde, dat het dezen volle ernst was.
Vier jaar later was Ernst Peyton predikant en hij werd
benoemd te Wynsdale, het domein van baron Glenby, die
zulke gunstige informaties over hem had ontvangen, dat
hij niet aarzelde, de jonge predikant voor dat kerspel te
benoemen.
Dit was het verleden.
HOOFDSTUK I.
De trotse baron Glenby reed over de oprijlaan van het
kasteel. Met een verstoord gezicht. Hij joeg bijna zijn paard
de stuipen op het lijf. Het beest steigerde, toen in enen
de teugel hard werd aangetrokken.
Haastig kwam de stalknecht aanlopen.
„Kun je niet wat vlugger komen?" snauwde de baron
hem af.
De man vond het zeker verstandiger, er het zwijgen toe
te doen. Deemoedig greep hij de teugels. De baron steeg
af en betrad met kletterende sporen het bordes. De deur
werd voor hem geopend door de butler, die geen woord
zeide, daar hij onmiddellijk zag, dat het humeur van zijn
heer op storm stond.
„Is de barones in haar vertrekken?" beet de baron de
butler toe.
„In haar boudoir, baron", antwoordde deze onderdanig.
Met grote passen beende de landedelman, die niet alleen
pachtheer was van verschillende boeren in het kerspel,
maar die zelf een grote boerderij beheerde, door de brede
gangen naar het vertrek van zijn vrouw, die in het boudoir
zat te handwerken.
Zij was alleen. Zij had een innemend gelaat. Haar oog
opslag was uitermate vriendelijk.» Naar schatting was zij
vijftig jaar, evenals de baron.
„Ben je nu al terug, George?" vroeg zij, maar onmid
dellijk daarop zijn verstoord gelaat ziende: „Wat is er?"
Hij gaf geen rechtstreeks antwoord, maar vroeg: „Waar
is Alice?"
»Naar het dorp. Om enkele zieken te bezoeken."
(Wordt vervolgd.)
Ds G. VerdoesKleijn
overleden.
DEN HAAG, 17 Nov. In de ouderdom
van 74 jaar is te Voorburg overleden ds
G. Verdoes Kleijn, emeritus-predikant
der Ned. Herv. kerk. De overledene werd
28 Jan. 1879 te Rotterdam geboren, stu
deerde aan de R.U. te Utrecht en werd in
1901 candidaat in Gelderland om 3 Aug.
1902 te Acquoy (Geld.) het predikambt
te aanvaarden. In 1908 vertrok hij naar
Wageningen en vandaar in 1920 naar
Dordrecht, waar hij werkzaam was tot
aan zijn emeritaat in 1944. Daarna was
hij hulpprediker te Dordrecht en te Delft.
Ds Verdoes Kleijn heeft tal van jaren in
Dordrecht een vooraanstaande plaats in
genomen. Hij was assessor van het clas
sicaal bestuur van Dordrecht, secundus
lid van het prov. kerkbestuur in Zuid-
Holland, praetor van de ring Dordrecht
en voorzitter van kerkvisitatoren in Z.
Holland. Aan de Chr. Kweekschool was
de overledene als leraar verbonden. Tal
van preken verschenen van zijn hand in
de serie „Van goederentierenheid en
recht" en in het dagboek ,,'t Allerhoogst
en eeuwig goed". Ook redigeerde hij de
Immanuël-kalender.
Zijn stoffelijke overschot zal heden
middag om 3 uur op de algemene be
graafplaats te Rijswijk worden teraarde-
besteld.
Prov. Zeeuwse Ver. voor
T.B.C.-bestrijding vraagt
3000.subsidie.
MIDDELBURG, 16 Nov. De Prov.
Zeeuwse Ver. tot bestrijding der tuber
culose heeft de Prov. Staten verzocht
om een subsidie van ten hoogste f 3000
per jaar in de kosten van beheer en
administratie der vereniging. Ged Sta
ten stellen voor dit verzoek in te wil
ligen.
De rekening der vereniging, die
beschikt over consultatiebureaux in
Middelburg en Goes, alsmede over ze
ven kringconsultatiebureaux in ver
schillende gemeenten vertoont over
1952 een tekort van f3943,84. Vanaf
1924 geeft de Provincie elk jaar f 6000,
welk bedrag wordt verdeeld onder de
plaatselijke verenigingen (kruisvereni
gingen en verenigingen voor wijkver
pleging). Vanaf 1940 ontvangt de ver
eniging f 1500.— per jaar (sinds 1947
verhoogd tot f 2500.) ten behoeve van
het aanvullend verpleegfonds. Voor de
vervulling van de taak der vereni
ging zelf wordt echter tot heden geen
subsidie verleend. Ged. Staten vinden
dit werk voor de Zeeuwse bevolking
van grote betekenis en wijzen erop,
dat de laatste jaren ook het bevol
kingsonderzoek de vereniging veel
kosb
ECHTERNACH. Vacantie 1953.
„Als je in Echternach komt, moet
je eerst van al de basiliek gaan zien.
Anders gelooft niemand, dat je er
geweest bent". En zo stonden we
op een hete namiddag plotseling in
de koelte en het schemerdonker van
Echternachs pronkjuweel, bijna nog
schoner herbouwd dan de basiliek
voor het verschrikkelijke bombarde
ment al was. Het geroezemoes van
een toeristenstadje drong vaag tot
ons door. Hier was de sfeer door
trokken van die devote rust, welke
ook de protestant ondergaat, als hij
een roomse kerk binnenkomt. Ge
dempt licht viel door de schitterend
gebrandschilderde ramen. Achterin
lagen enkele mensen geknield hun
gebeden te zeggen. Een jong gees
telijke kwam langzaam, in gedach
ten verzonken, naar de uitgang ge
lopen. Op het altaar brandden, te
gen een veelkleurige achtergrond,
de kaarsen. De beide grote orgels,
strak en modern, maar toch wonder
wel passend in dit gebouw, zwegen.
Rust en stilte alom.... Rust en stilte
ook in de gewelven onder de kerk,
rondom de wit-marmeren sarco
phaag van Wiliibrord, de Evange
lieverkondiger in de lage landen
aan de zee in een grijs verleden, die
hier in Echternach zijn laatste rust
plaats vond. Slechts het gerucht van
kabbelend water verbrak de intense
stilte, die ook de van godsdienst
vervreemde mens tot een zacht fluis-
ren dwong.
Het water stroomde in de uiterste
hoek van het gewelf uit een ruwe
rotspartij. Een opschrift in het Latijn
vertelde wat het betekende. „Dit is de
bron van het levend water des heils'
zo mocht het vrij worden vertaald. De
eeuwen door heeft het gestroomd
de eeuwen door heeft de rots in de
kerk gestaan. Welk een prachtige
symboliek! Ook al neemt men dan de
mededeling, dat Wiliibrord met het
water van deze bron honderden men
sen heeft gedoopt, met enkele korrel
tjes zout.
Een wonder...
Toen Echternach in het oorlogsvuur
kwam te liggen, was de basiliek een
prachtig mikpunt. Met de omliggende
BenedictijnenAbdij, gegroepeerd
rondom een grote binnenplaats, werd
zij een prooi van het vuur. Maar spoe
dig waren de plannen tot herbouw ge
reed en enkele jaren geleden kon het
bedehuis met veel luister in gebruik
worden genomen. De mensen van Ech
ternach hebben de grootste zorgen ge
had over wat er van de marmeren
sarcophaag en de beroemde fresco's
uit 1100 onder de kerk zou worden,
toen bommen en granaten neersuisden.
Toen de oorlogsdamp was opgetrok
ken en zij hoorden, dat er niets aan
beschadigd werd, hebben zij gezegd,
dat er 'n wonder was gebeurd en mis
schien zijn hun geachten teruggegaan
naar die oude verhalen over wonder
bare genezingen bij de schrijn van
Wiliibrord. Wij kregen te horen, dat
dit al lang geleden moet zijn, want dat
er sinds mensenheugenis niet meer zo
iets is voorgekomen
Een schelle, wilde melodie.
Met Pinksteren is het ieder jaar
groot feest in Echternach. Dan komen,
nu al honderden jaren, uit heel Lu
xemburg en ook uit België, Dpitsland
en Frankrijk tienduizenden mensen
kijken naar de grote springprocessie,
die enig in haar soort is. Dan is er
geen sprake meer van rust en stilte
in de grote basiliek, maar dan dave
ren de gewelven van vrolijke zang ter
ere van Wiliibrord, aan wie deze mas
sale uiting van religieus gevoel, geloof
en traditie is gewijd.
Dan hoort men op de pleinen en in
de straten een schelle, wilde en
vreemde melodie, welke oneindig
wordt herhaald en waarvan het ont
staan teruggaat tot de nacht der tij
den, maar, die fascineert als weinig
andere melodieën en wonderlijk gaaf
door het éne geslacht aan het andere
is overgegeven. Ontelbare muzikanten
spelen de melodie en leiden en steu
nen daarmede de stap der dansers.
Niet minder dan tien- tot vijftiendui
zend mensen nemen deel aan deze
springprocessie.
Een dans vol gratie en
soepelheid.
Als de dansers in beweging komen,
golft nog de litanie van Wiliibrord, ge
zongen door koorknapen, kruisdragers
en andere zangers, en dan is er alleen
maar de cadans van bewegende hoof
den en lichamen. Jongens en meisjes
van 12 tot 15 jaar, geheel in het wit,
houden elkaar bij de hand of aan een
zakdoek vast. Het orkest, waarin vio
len, gitaren en mandolines overheer
sen, gaat voorop en dat orkest bestaat
ook uit jongens en meisjes van dezelf
de leeftijd. Met gratie, losheid en soe
pelheid, zonder enige zichtbare in
spanning, gaan de lichamen der jon
gelui omhoog, zij rijzen, dalen, vallen
en gaan opnieuw omhoog, met een ge-
zwier, die bijna ongelofelijk is.
Het publiek wordt aangestoken en
gaat meedoen. De optocht wordt steeds
langer. Zij slingert zich door de nauw
ste straatjes van dit Middeleeuwse
stadje om tenslotte de kerk binnen te
gaan, waar de gezangen ter ere van
Wiliibrord een climax bereiken.
Van processie tot sport.
Religieuze vervoering met een sterke
heidense inslag? Mensverering? Er is
veel van bij maar vergeten wij niet,
dat een protestants mens niet meer
weet wat een religieuze extase is! En
het is de laatste jaren zo, dat de
jeugd, die de springprocessie draagt,
deze als een prachtige sport beschouwt
en er een wedstrijd in hoogspringen
van maakt. Wie het record van een
vorig jaar verbetert heeft tegelijk een
goede naam veroverd onder Echter
nachs opgroeiend geslacht. En zo kan
de vreemdeling in Echternach de
merkwaardige ontdekking doen, dat
een geestelijke zaak tot een sportfeest
wordt!
AMSTERDAM, 16 November. De Con
greszaal van het Leger des Heils aan de
Overtoom te Amsterdam was vanmorgen
te klein om alle belangstellenden te kun
nen bevatten voor de uitvaartdienst van
de Woensdag j.l. bij een auto-ongeluk om
het leven gekomen chef-secretaris van
het Leger des Heils in Nederland, kolo
nel Jac. Smael.
De kommandant van het Leger des
Heils in Nederland, E. Thykjaer, begon
zijn herdenkingswoord met „waar is uw
prikkel dood„Kolonel Smael is
met een strijdbare geest geboren en hij
koos de strijd als soldaat bij het Leger
des Heils. De kolonel heeft de strijd ge
voerd voor de uitbreiding van Gods Ko
ninkrijk, de verlossing van nimmer ster
vende zielen. Toen het geestelijk zwaard
hem uit de handen viel, betekende dit
een glorieus einde".
Als naaste medewerker voerde hierna
luitenant-kolonel W. F. Palstra het
woord. Evenals de kommandant richtte
ook luitenant-kolonel Palstra woorden
van troost tot de weduwe en de familie
leden.
Tot slot sprak de weduwe, mevrouw
kolonel J. P. Smael-Joosse, die begon
met „de Heer heeft gegeven, de Heer
heeft genomen, de naam des Heren zij
geloofd". Zij memoreerde het werk van
haer echtgenoot voor het Leger, in 't bij
zonder toen hij tijdens de oorlog met de
leiding was belast, en riep de aanwezigen
op het werk van het Leger des Heils
voort te zetten.
Vanmiddag is het stoffelijk overschot
van kol. Smael op de Nieuwe Oosterbe
graafplaats et corpseer ter aarde be
steld.
Waar zijn
^jy^^onze schepen4^
DE HAVEN VAN VLISSINGEN.
Aangekomen 16 Nov. KITTIWAKE v.
Liverpool; MECKLENBURG v. Hoek van
Holland; SUSSEX TRADER v. Ant
werpen; DUURSWOLD v. Antwerpen;
KATHARINA THEODORA FRITZEN v.
Lulea. 17 Nov. LUCAS BOLS II v. Gent.
Vertrokken 16 Nov. NATO n. Gent;
KITTIWAKE n. Antwerpen; SUSSEX
TRADER n. Cardls; 17 Nov. DUURS
WOLD n. Vasteras.
Gepasseerd naar Antwerpen 16 Nov.
MARKAP v. Hamburg n. Zeebrugge; RI-
GEL v. Zee n. Gent; GLORY v. Hamburg*
EBAN v. Hamburg; 17 Nov. PRINS WIL
LEM VAN ORANJE v. Montreal; AVER-
DIJK v. New York; TERO v. Brake; PI-
ANA v. Rotterdam.
Gepasseerd van Antwerpen 16 Nov.
EXPRESS n. Rotterdam; TWENTE n.
Southampton; PARAMOUNT n. Rotter
dam; WILLEMSTAD n. Amsterdam. 17
Nov. JASON n. Cassablanca; JAGERS
FONTEIN n. Amsterdam; SILVAPLANA
n. Amsterdam; CATHELI n. Middelsbro;
HEEMSKERK n. Amsterdam; MADO II
n. Dublin.
GROTE VAART.
BOSCHFONTEIN 16 v. Marseille n.
Southampton.
LIEVE VROUWEKERK pass. 16 Kreta
n. Port Said.
ORANJEFONTEIN 17 te East Londen.
SCHIEDIJK 16 V. Colombo.
AALSDIJK 17 v. Hamburg n. Bremen.
AARDIJK 16 v. Antwerpen n. Rotterdam.
ABBEDIJK 16 te Norfolk.
ALBLASSERDIJK 16 te Galveston.
ALMDIJK 17 v. Hamburg n. Rotterdam.
AMSTELDIJK 15 te Houston.
ANNENKERK 16 v. P. Swettenham n.
Singapore.
ARNEDIJK 16 te New Orleans.
AXELDIJK pass. 16 Scillys n. New York.
BLOMMERSDIJK 16 te Philadelphia.
RIDDERKERK pass. 17 Quessant.
AAGTEKERK 16 v. Port Said n. Genua.
AKKRUMDIJK 16 v. Colombo n. Bom
bay.
ALMKERK 15 te Fremantle.