de loupe
DEZE WERELD
H ZEN
DE SLUIKER
Arbeid voor ieder, die werken kan
en werken wil.
BICMP11
Geen overeenstemming over het
Saargebied*
V&n ÖóiQ tOt ÖóiQ
M
Mossadeqs'
spel is uit.
"V
MATR0ZENSHAG
„De job"*
De betaling*
Achterdocht tegen productie-verhogende maat
regelen bij arbeiders moet weggenomen worden.
Saarparlement keurt
conventies goed*
Het parlement en het ei
Russische concessie in
ontwapeningskwestie*
FEUILLETON
Vrij bewerkt naar P. VISSER Jzn
Donderdag 12 November 1953
ZEEUWSCH DAGBT AD
Pagina 3
Onder
Het is onze vaste overtuiging dat 't
Kamerlidmaatschap een uiterst moei
lijke en veeleisende betrekking is. Dag
aan dag vallen in de brievenbussen
van hen, die ons volk vertegenwoor
digen, de „witte stukken", staatsstuk
ken waarin alle mogelijke onderwer
pen worden behandeld. Die stukken
dienen bestudeerd te worden en alleen
al daarmee kan men een hele week
bezig zijn. Dat kan maar van een
Kamerlid wordt ook verwacht dat hij
de zittingen van de Kamer bijwoont en
bovendien de talloze commissieverga
deringen, fractievergaderingen, enz.
enz., die onlosmakelijk met het lid
maatschap zijn verbonden.
Een Kamerlid die al deze plichten
nauwgezet waarneemt, is er echter nog
niet: hij is „volksvertegenwoordiger",
is gekozen als vertegenwoordiger van
een volksgroep. Eis is dus ook, dat hij
het contact met die volksgroep onder
houdt, de meningen peilt, die bevol
kingsgroep voorlicht, kortom: hij
dient één uit die volksgroep te blij
ven. Zo ziet men ook dat de meeste
Kamerleden bovendien nog andere
functies in het openbare leven vervul
len. Terwille van het contact kan men
dat alleen maar toejuichen.
Kamerlid-zijn is bovendien „een on
zekere job", zoals de P. v. d. A.-frac-
tieleider, mr Burger, het uitdrukte.
Men wordt voor vier jaar gekozen:
niemand kan het Kamerlid echter ga
randeren dat hij na die zittingsperiode
opnieuw gekozen zal worden. En de
bewering van de heer Burger dat er
mensen zijn die met het oog op hun
gezin deze onzekere positie niet willen
aanvaarden, zal zeker niet overdreven
zijn. Hoewel er tegenover staat dat er
velen zijn die er een lief ding voor
over zouden hebben om in de Kamer
a kunnen komen
Deze moeilijke en onzekere „job"
behoort redelijk betaald te worden.
Iedereen zal het daarover eens zijn.
Vóór de oorlog (dus ook in 1945)
schommelden de vergoedingen zo rond
de f 5000, een zeker niet hoge salarië
ring. In de laatste acht jaren is daar
telkens wat bij gekomen en nu ligt
de vergoeding dan tussen de-f 10.000
en de f 11.200. Niet slecht betaald?
Dat hangt af van de onkosten die men
moet maken. Voor Kamerleden uit de
randprovincies, die iedere week zo'n
drie, vier dagen in Den Haag moeten
logeren en dus wekelijks zo'n f70 of
f 80 kwijt zijn, is het niet zo veel. De
Haagse leden zijn op dit punt wel wat
beter af.
Toch heeft deze „loonsverhoging"
een wat onprettige stemming gewekt,
Omdat immers vele van die factoren
die voor de parlementsleden gelden,
ook voor anderen gelden! Minister
Beel verdedigde de verhoging door te
wijzen op de gestadige groei van werk
zaamheden vraag eens aan een on
dernemer en zijn bedrijfsleiders hoe
hun werkzaamheden zijn toegenomen,
Maar de fiscus is voor de ondernemer
onverbiddelijk en de middengroepen,
waartoe de bedrijfsleiders behoren,
zijn wel veel onderwerp van discussie,
maar er wordt vrijwel niets voor ge
daan! Het tweede argument van de
minister was, dat de Kamerleden
noodzakelijk een administratieve hulp
moeten hebben en dat zij zich veel
litteratuur moeten aanschaffen. Vraag:
hoeveel Kamerleden betalen uit eigen
zak een administratieve hulp en de
benodigde litteratuur? De minister
vergeet wel enigszins dat de Kamerle
den daar niet zitten als particulieren,
maar gekozen door een partij, die over
een eigen apparaat, een bibliotheek,
enz. beschikt. En het laatste argument:
bovendien zijn de kosten van levens
onderhoud en de verblijfskosten de
laatste jaren belangrijk gestegen:
Merkwaardig argument alsof dit
niet voor iedere Nederlander geldt!
Wij zien geen enkele onbillijkheid in
het verhogen der vergoedingen voor
Kamerleden wel zouden wij graag
minister Beel eens een poosje willen
„lenen" om bij de regering op dezelfde
wijze de belangen van talrijke andere
bevolkingsgroepen te behartigen. Maar
wij vrezen dat hij dan met heel an
dere argumenten zal moeten komen,
want wij geloven niet dat deze dan
steekhoudend zullen blijken!
Minister Suuchof bij werkgevers.
(Van onze redacteur).
ARNHEM, 11 Nov. „In de eerste troonrede, die na het optreden van het
huidige Kabinet uitgesproken is, werd de zorg voor de werkgelegenheid het
centrale punt genoemd In de sociale en economische politiek van de rege
ring. Wat omvat die zorg nu? Naar mijn mening een streven om allereerst
Ieder die werken kan en werken wil economisch rendabele arbeid te ver
schaffen gedurende een volledige arbeidstijd en om daarnaast zo nodig te
zorgen voor aanvullende werkgelegenheid in het verrichten van maatschap
pelijk nuttige maar niet direct economisch rendabele arbeid." In deze
woorden gaf de minister van Sociale Zaken, de heer J. G. Suurhoff, Dins
dagmiddag zijn visie weer op de door de regering te voeren werkgelegen-
heidspolitiek. Hij deed dit op de alg. vergadering van het Centraal Sociaal
Werkgeversverbond te Arnhem, waar hij in een kring van topfiguren uit
het Nederlandse bedrijfsleven een rede hield over: „De sociale aspecten van
het werkgelegenheidsvraagstuk".
De minister merkte op, dat volle
dige werkgelegenheid in letterlijke
zin alleen in een dictatuur te verwer
kelijken zou zijn. We hebben altijd te
melken met seizoenwerkloosheid, met
een groep werknemers die juist over
gaat van de ene „baan" naar de an
dere en met moeilijk plaatsbare groe
pen. Hij zou echter deze „normale"
werkloosheid niet in een bepaald per
centage van het totale aantal werk
nemers - b.v. 3% - willen uitdrukken,
zoals vaak gebeurt. Dit is een onge
wenst automatisme. Hoewel in het ge
hele land de situatie bevredigend is,
zoals op het ogenblik, kunnen er
toch bepaalde gebieden zijn,, waar de
toestand veel slechter is. Men kan dus
niet altijd wachten met het treffen
van maatregelen tot de werkloosheid
zo'n percentage overschrijdt.
Spr. voelde er meer voor, dat rege
ring en bedrijfsleven samen de vinger
aan de pols van onze nationale be
drijvigheid houden om in te kunnen
grijpen, zodra dat nodig is, ook al
geldt het slechts een bepaalde groep
of streek.
Zijn definitief van werkgelegenheids-
politiek nader toelichtend merkte mi
nister Suurhoff op, dat ook de aan
vullende arbeid zinvol moet zijn. Zin
loze bezighoiidei-y houdt de geestelijke
en zedelijke gevaren van de werk
loosheid niet buiten de deur.
Spreiding van de economische nut
tige arbeid, b.v. door het invoeren van
een kortere werkweek, door verlenging
van de leerplicht, door twee groepen
arbeiders „om de week" te laten wer
ken, kan alleen als noodmaatregel in
een noodsituatie aanvaard worden.
Het gemiddelde levenspeil wordt hier
door verlaagd en een volwaardig mid
del in de strijd tegen de werkloosheid
is het dus niet.
BEGRIP GEVRAAGD.
Eerste taak bij de werkloosheidsbe
strijding is natuurlijk het stimuleren
van het particuliere bedrijfsleven. De
ze maatregelen liggen meestal op fi
nancieel, economisch en fiscaal gebied,
De bevordering van de emigratie is
een tweede taak op dit terrein.
Eerstgenoemde taak heeft echter eni
ge belangrijke, maar niet altijd opge
merkte sociale facetten. Voor bevor
dering van onze export en uitbreiding
van onze industrie zijn allerlei maatre
gelen op het gebied van productiever
hoging en efficiëncy nodig, die op het
eerste gezicht slechts mensen overbo
dig schijnen te maken. Vandaar de
weerstand van de eeste werknemers
tegen zulke maatregelen, die zij on
mogelijk in ruimer perspectief kun
nen zien. Spr. vroeg begrip voor deze
houding, die alleszins verklaarbaar ge
acht moet worden, vooral bij hen die
de crisis van de dertiger jaren hebben
meegemaakt.
Zelfs afgezien van de menselijke
factor moeten de werkgevers meewer
ken om deze angst weg te nemen,
want zonder de volle medewerking
van de arbeiders bereiken zij nooit
een maximale productie en een opti
male kwaliteit.
LOONPOLITIEK.
Tenslotte betrok de bewindsman de
toekomstige loonpolitiek nog even in
zijn beschouwingen. Zodra dit uiter-
nam de interesse onder de aanwezigen
nog toe. Onze expansie-mogelijkheden
in de wereld zijn beperkt en daarom
kan het welvaartspeil van ons volk
slechts geleidelijk worden verhoogd,
aldus spr. Door bruusk optreden kan
het evenwicht gemakkelijk worden
verbroken en dan bereikt men het om
gekeerde van wat men beoogt.
Anderzijds moet het welvaartspeil
wel geleidelijk stijgen, want in de
huidige constellatie wordt stilstand er
varen als een achteruitgang. De loon
politiek moet ontwrichtingen voor
komen.
Over twee punten is vrijwel ieder
het eens, n.l. dat het huidige sy
steem van loonvorming niet ideaal
is en dat we desondanks ook niet
terug moeten naar de volledige vrije
loonvorming van vóór de oorlog.
Niet eens is men het over de vraag,
hoe sterk de samenhang is tussen de
lonen in de verschillende bedrijfstak
ken. Ook heb ik nog geen oplossing
gehoord van de puzzle, wat er gebeu
ren moet als bij een vrije loonvorming
de partners het niet eens worden, al
dus de bewindsman.
Toch liggen de uitgangspunten niet
zo ver uiteen, of er kan wel een op
lossing worden gevonden, die dan
uiteraard weer 'n compromis zal zijn.
maar ik heb toch goede hoop, dat het
lukt, zo besloot de minister zijn rede.
SAARBRUCKEN, 11 Nov. De wet
met betrekking tot de nieuwe conventies
met Frankrijk is Dinsdag in eerste le
zing door het parlement van het Saarge-
bied goedgekeurd. De conventies zijn op
20 Mei in Parijs getekend en aan het eind
van de afgelopen week door de Franse
nationale vergadering geratificeerd.
Alleen de drie communistische afge
vaardigden hebben tegen de conventies
gestemd, die voorzien in een monetaire,
economische en douane-unie met Frank
rijk en waardoor het Saargebied diplo
matiek en consulaire vertegenwoordigin
gen kan vestigen en internationale over
eenkomsten kan aangaan. Frankrijk zal
verantwoordelijk zijn voor de verdedi
ging van het Saargebied in afwachting
van internationale overeenkomsten op
dat gebied, en kan, na de regering ge
raadpleegd te hebben „een staat van cri
sis" in het Saargebied proclameren. Naar
de premier van het Saargebied, Johannes
Hoffmann, Dinsdag verklaarde zullen de
nieuwe overeenkomsten het scheppen
van een Europees statuut voor de Saar
bevorderen in plaats van belemmeren. De
regering verheugde zich er over, dat de
Franse nationale vergadering de conven
ties heeft geratificeerd, die voor de Saar
belangrijke economische en politieke
voordelen inhouden, aldus Hoffman. De
wet zal .'rijdag in tweede lezing worden
behandeld.
Ingezonden Mededeling (adv.)
Al» U sukkelt met maag- -
Dijn, slechte spijsvertering.
oprispen, overtollig maag-
zuur en misselijkheid, bent F+
U aardig op weg om een
I maagpatiënt te worden Kom
Uw maag te hulp mei he
voortreiielijke maagmiddel
BICARPAN, dat alles bevat
om Uw klachten voor goed
te laten verdwijnen. De
cachet-(ouwel-)vorm heelt
speciaal bij maagklach en
dubbel voordeel. Vraag Uw
geneesmiddelen-leverancier
een uitvoerige beschniving.
MAAG-CACHETS "AKKER
smaakloos, I
snelzeker I
LONDEN, 11 Nov. Toen Dinsdag
avond een conservatief lid van het
Britse parlement, sir Herhert Willi
ams, in het Britse Lagerhuis sprak
over de invoer van Deense eieren in
Groot-Brittannië, haalde zijn socialis
tische collega Norman Dodds een ei te
voorschijn en riep: „Hebt u die kleine
eieren uit Denemarken wel eens ge
zien?" Norman Dodds deed net of hij
het ei naar de sprekende Williams
wilde werpen. Daarna stond Dodds op
en liep naar de banken van zijn poli
tieke tegenstanders, waar hij het ei
aan Gerald Nobarro gaf. Laatsgenoem-
de glimlachte en rolde het ei over de
vloer uit het gezicht.
Toch was de rol van het kleine ei in
het grote parlementsgebouw nog niet
uitgespeeld. Op een gegeven ogenblik
maakte sir Herbert Williams een be
weging: het ei vloog door de zaal en
spatte uit elkaar op het groene vloer
kleed tussen de banken van de con
servatieven en die van de socialisten.
Williams zeide niet in de gaten te
hebben gehad, dat het een echt ei was,
hij had het willen teruggeven aan
Dodds.
Emeritaat dr B. J. Oosterhoff.
s-GRAVENHAGE, 11 Nov. De classis
Utrecht der Chr. Geref. Kerken heeft aan
dr B. J. Oosterhof te Utrecht (C.) eervol
emeritaat verleend in verband met zijn
benoeming tot hoogleraar ingaande op de
dag van zijn inauguratie. Dr Oosterhoff
is voornemens Zondag 10 Jan. a.s. af
scheid te nemen van zijn gemeente te
Utrecht (C.).
Een vliegboot van de Amerikaanse ma
rine van het type „Mariner" is Dinsdag
in de omgeving van het Zuid-Koreaanse-
eiland Tsjejoe neergestort. De veertien
mate actuele punt aangesneden werd,bemanningsleden kwamen om het leven.
Een bende van 800 opstandige Karens
heeft Maandagavond het dorp Thaton,
250 kilometer ten Oosten van de Birmese
hoofdstad Rangoon, overvallen en hon
derd inwoners als gijzelaars meegeno
men. Bij de overval werden een Indische
burger en een lid van de burgerwacht
gedood.
In Parijs is men pessimistisch.
Europeanisering blijvend
of tijdelijk?
PARIJS, II Nov. Reuter
Hoge Franse ambtenaren hebben
zich Dinsdagavond pessimistisch uit
gelaten over de kansen op Frans-
Duitse overeenstemming over het
Saargebied, na de besprekingen
van Maandag tussen de Westduitse
kanselier, dr Konrad Adenauer en
de Franse Hoge Commissaris in
Duitsland, André Frangois-Poncet.
Het gesprek had ten doel een ontmoe
ting tussen dr Adenauer en de Franse
minister van Buitenlandse Zaken voor te
bereiden. Tenzij er overeenstemming
wordt bereikt over de Saarkwestie, is de
Franse regering niet bereid, het parle
ment te verzoeken het Europese Verde
digingsverdrag te bekrachtigen.
Frankrijk is bereid in te stemmen met
de Europeanisering van het Saargebied
indien een Verenigd Europa wordt ge
schapen, maar de Duitsers, naar te Parijs
wordt vernomen, zijn niet tot een blij
vende regeling van die aard bereid.
Zij houden vol dat een zodanige over
eenkomst tijdelijk van aard moet zijn en
vatbaar voor herziening. De Fransen ver
klaren, dat, wanneer er geen uiteindelijke
overeenstemming wordt bereikt, de te-
Landelijk Congres van Jeugd
en Evangelie.
LAREN, 11 Nov. Gedurende het voor
bije weekend hielden alle plaatselijke
werkgroepen van Jeugd en Evangelie
hun jaarlijks Landelijk Congres, ditmaal
te Laren. Uit het overzicht, dat de werk
groepen gaven v- hun activiteiten en bij
de behandeling der verschillende versla
gen, bleek, dat er veel werk verzet is en
dat vele jongeren de weg naar Christus
vonden. Ook bleek, dat het werk nog
steeds voor uitbreiding vatbaar is, omdat
nog lang niet overal groepen van J. en E.
bestaan. Momenteel werken ongeveer
1400 J. en E.-ers actief mee. Om de pro
paganda ei de instructie beter ter hand
te kunnen nemen, is een propagandafonds
gesticht.
Het Congres nam een gewijzigde for
mulering van iiet uitgangspunt van J.
en E. aan, die in de nieuwe J. en E.-fol-
der opgenomen zal worden.
Het zomerkampwerk bleek beter vol
daan te hebben dit jaar door de oprich
ting van een Stichting J. en E. kampwerk.
Afgezien van de tientallen weekend kam
pen, waren er in de weekkampen 360
jongens, waaronder vele contaetleden.
Voor het overige is de arbeid van J. en
E. een werk dat in de stilte geschiedt op
de kring en in het kamp, door middel
van het Maandblad en in de persoon
lijke gesprekken.
genwoordige situatie: een politiek onaf
hankelijk Saargebied, dat in economisch
opzicht met Frankrijk verbonden is, zal
worden gehandhaafd.
Het Franse aanbod komt het voorstel
van de Nederlandse afgevaardigde bij de
Raad van Europa, jiir Van der Goes van
Naters, nabij.
Het rapport van Van der Goes van Na
ters zou tamelijk krachtig ingaan tegen
het Duitse argument, dat aan Duitse po
litieke partijen moet worden toegestaan
in de Saar werkzaam te zijn, en dat de
algemene verkiezingen van November
1952, waarbij 75% van de stemmen zich
uitsprak ten gunste van de tegenwoordige
toestand, onrechtvaardig zijn geweest.
Het rapport zou melding gemaakt heb
ben van Duitse inmenging in het Saar
gebied, o.a. van het organiseren van een
politieke staking in de staalindustrie in
het gebied.
NEW YORK, 11 November -
De Sowjet-Unie heeft Dinsdag haar
vaak herhaalde eis inzake vermin
dering van de strijdkrachten der
grote mogendheden met een derde
laten vallen, aldus blijkt uit een vier
tal amendementen, dat zij heeft in
gediend op de van veertien landen
afkomstige ontwerp-resolutie inzake
ontwapening, welke thans in de po
litieke commissie der V.N. wordt
behandeld.
Het eerste amendement beoogt de ver
antwoordelijkheid van de V.N. inzake
het bestuderen van het vraagstuk betref
fende het verbod van atoom-, waterstof-
en andere wapens voor massavernietiging
en het organiseren van internationale
controle te „bevestigen". In het tweede
amendement wordt de algemene
vergadering verzocht te verklaren, dat
voor het versterken van de vrede en het
regelen van de internationale problemen
„een eerste vereiste is, de onmiddellijke
regeling van de kwestie van een vermin
dering van bewapening en van het ver
bod van atoom- en waterstofwapens en
het vestigen van een strikte internatio
nale contróle op de navolging van het
verbod te verzekeren". Het derde
amendement houdt een verzoek aan de
assemblee in, te verklaren, dat voortgang
op dit gebied zal bijdragen, tot de rege
ling van andere vraagstukken. In het
vierde amendement wordt tenslotte op de
ontwapeningscommissie een beroep ge-
dan, vóór 1 Maart a.s. ontwapeningsvoor
stellen aan de Veiligheidsraad te doen
toekomen.
ossadeq, de oud-premier van
Perzië staat voor zijn rech
ters. Het geding dat tegen
hem in Teheran gaande is, gaat met
de dag meer op een drama, dan op
een rechtszaak lijken, Wie de gang
van zaken van het proces in de
laatste dagen aandachtig heeft ge
volgd, krijgt een gevoel van mede
lijden met deze oude man, die eens
op weg was een dictator van Per
zië te worden. Doch anderzijds is
het toch ook weer een lachwekkend
schouwspel. Het geheel wekt echter
de indruk, dat Mossadeq zijn spel,
dat hij nu al jaren speelt, tot voor
zijn rechters blijft volhouden. Hij
stelde zich aan door op ieder mo
ment, dat hem dit uitkwam, ziek te
zijn, diplomaten aan zijn bed te ont
vangen en zelfs als zieke naar de
sluwe vos, wiens spel nu wel defini
tief zal zijn uitgespeeld, heeft zijn
poging het medelijden van de we
reld te wekken door zijn uitzonder
lijk optreden, zijn zielig gedoe, zien
mislukken. Het leek er eerst op, dat
in verschillende landen de regerin.
gen er in tippelden, maar toen het
spelletje, dat Mossadeq met hen
trachtte te spelen, te lang ging du
ren, had men hem spoedig door.
De oud-premier, die zichzelf nog de
Verenigde Staten te reizen. Hij, dewettige minister-president van Perzië
Ingezonden Mededeling (adv.).
VAN ROSSEM'S
DEN HAAG KRIJGT
CULTUREEL CENTRUM.
's-GRAVENHAGE, 10 Nov. B. en
W. van 's-Gravenhage achten thans
het moment aangebroken een begin te
maken met de uitvoering van een cul-
tureel-centrum, dat in het door archi
tect Dudok is ontworpen wederop-
bouwplan Sportlaan-Stadhoudersplein-
Scheveningse Bosjes. Dit culturele cen
trum zal bestaan uit een nieuw con
gresgebouw, de uitbreiding van het
gemeentemuseum, een nieuw museum
voor het onderwijs, een nieuw Kon.
Conservatorium voor muziek en een
beeldengalarij, die van het gemeente
museum via het Kon. Conservatorium
naar het restaurant van het congres
gebouw loopt. De totale kosten worden
inclusief de mechanische installatie,
de meubilering en de stoffering ge
raamd op 40 millioen gulden. B. en W.
«chatten de tijd, die ligt tussen het be
gin van de uitvoering en de tot stand-
koming van het laatste gebouw op tien
tot vijftien jaren.
„Ho, Jans", klinkt even buiten de
stad, het bevel, als zij een „Uitspan
ning" naderen. De merrie vindt het
prachtig en gehoorzaamt voorbeeldig.
„Hier drinken we een glas bier,
Jaap. Kijk maar eens even, of Jans
je nog kent".
De gewezen koetsier streelt het
paard: „Wel, mijn oudje, hoe maak je
het?" Jans keert de kop een paar keer
om, kijkt Zijier met goedige ogen aan
en hinnikt een paar malen.
„Ik mag een Fransman zijn, als ze
je niet herkent", zegt dokter Stellaard.
„Geen ogenblik aan te twijfelen,
dokter", antwoordt Zijier, de kop van
het dier strelend. „Maar wat de ma
gerheid betreft, waarover u mij hebt
geschreven, die valt mü toch wat mee
„Zo", is het laconieke antwoord.
Zij gebruiken een glas bier en gaan
dan weer verder, waarbij Jaap de
leidsels nemen moet. „Probeer, of je
het nog kunt, jongen; maar rijd niet
te hard; we hebben de tijd; of je nu
een uur vroeger of later in het dorp
komt, is krek hetzelfde".
Nu is hij weer de oude. Van stukje
tot beetje moet Heilman vertellen, hoe
het met zijn ontvluchting is gegaan.
De olijkerd! Hij houdt zich, of hij er
niemendal van weet en toch heeft hij
alles reeds, tot in de kleinste bizonder-
heden, van Jan Hekman vernomen.
„Kerel, kerel, wat heeft die Jan
Hekman zich kranig gehouden", zegt
hij herhaaldelijk en dan, zoals zijn ge
woonte is, op de knie van zijn koetsier
slaande: „Je mag hem bij gelegenheid
wel eens gaan bedanken. Wat heeft
hij die lui aardig om de tuin geleid.
Wat kent die de zwakke kant van dat
soort creaturen! Ha, ha, getracteerd
op warm bier met rum of liever rum
met bier! Je moet maar op het idee
komen! Je was anders voor de haaien
geweest, kameraad en zie, dat zou mij
gespeten hebben, al was het alleen
maar voor je vrouw en kinderen.
Hier stokt de drukpratende man.
Juist het moment, denkt Zijier, om
nu eens ernstig de dokter te bedanken
voor al hetgeen hij voor hem gedaan
heeft. Maar als hij een enkel woord
in die richting begint te zeggen, is het
al mis,
„Ho, man, niets te beduiden!" en
wel zo hard, dat Jans niet beter weet
of het geldt haar, waarop zij dan ook
stokstijf stilstaat.
tig zijn, tranen te storten voor iemand,
die in de verste verte geen familie
van je is".
,,'t Is enkel van blijdschap, dokter",
beweert de goeie ziel.
„En het gaat je tegenwoordig niet
al te best, hé? Altijd nog koorts en
veel quinine gebruiken? Toch moet ik
zeggen, dat je mij meevalt. Slecht zie
je er niet uit!"
„Wat bazel je nou, Jacob? Ik ben
Goddank, heel gezond. Nu ja, even in
Aflevering 58
„Ben je gek, paard!" roept de dokter
schaterlachend. „Hallo, vort!"
En als de lachbui voorbij is: „Neen
man, geen woord meer daarover. Jan
Hekman, vriend! Ga hém bij gelegen
heid maar eens opzoeken, da's je man".
Maar als hij dan, op verzoek van
Heilman, vertelt, hoe „die Franse hon
den" zich afgesloofd hebben, om het
ontvluchte wild te vangen; hoe zij
heggen en wegen, hutten en hoeven
hebben afgelopen en afgezocht en hun
fijne neus overal hebben ingestoken,
is het aan alles te bemerken, hoe hij
in alles de hand heeft gehad....
Marina, de oude huishoudster, glun
dert van genoegen, als zij Heilman de
hand drukt. En de voormalige koetsier
vindt het helemaal niet gek, dat er
een traan vloeit.
De dokter natuurlijk wel„Geen
grillen, oudje, 't Zou al te kinderach-
de war geweest, toen je gepakt werd.
Maar toen de dokter vertelde, dat je
ontvlucht was, was dat weer in orde.
Hoe kom je er bij, dat ik ziek ben?"
„Wel, de dokter schreef mij een en
ander en.
De eigenaardige wijze van hoesten
en snuiten van de dokter
„Och", zegt hij met het leukste ge
zicht ter wereld, „wat ik daarvan
schreef was zo maar bij manier van
spreken. Zie je, ik dacht zo als hij
verneemt, dat zijn zielsvriendin wat
tobbende is, zal hij eerder geneigd zijn
het prachtige Rotterdam te verwisse
len met ons nederig dorpje. Ik wist
niet, hoe vast je je daar al genesteld
had.
Maar 't valt je nu eer méé dan te
gen, hé? Spring nu maar eens gauw
uit je slof en maak een behoorlijk
maal eten voor ons klaar, want we
rammelen van de honger. En dan gaan
we zien, Jaap, wat ze op de molen te
vertellen hebben".
Natuurlijk zijn ze daar van harte
welkom.
De gehele avond zijn zq aan het bo
men over alle mogelijke onderwerpen.
En de dokter doet er het hardst aan
mee. Hij denkt aan geen tijd. Het kan
hem ook niet schelen.
Maar vanzelf is hij het ook weer,
die een dwaze opmerking moet maken.
„Hoe heb ik het eigenlijk, Jaap, ben
je van plan, hier te blijven slapen of
ben je daarginds aan het nachtbraken
al zo gewend, dat je dat hier ook
straffeloos meent te kunnen doen?
Snap je niet, dat de mensen hier met
ongeduld verlangen, dat je verdwijnt?
En denk je niet aan de oude Marina?
Als ze niet een zenuwtoeval heeft ge
kregen, dan zit zij zeker al lang over
haar warme stoof te dutten en mis
schien te dromen van marechaussée's,
die doodonschuldige mensen, sluikers
genoemd, komen gevangen nemen.
Als ze thuis komen, vinden zij ech
ter de goede vrouw zo helder en op
gewekt alsof zij pas vijf-en-twintig in-
plaats van vijf-en-zestig jaar is. Zij
heeft zelfs weer voor een warme scho
tel gezorgd, iets wat bij uitnemendheid
de goedkeuring van de dokter weg
draagt, ofschoon hij niet nalaten kan,
haar toe te voegen: „Je hoeft niet elke
dag voor je vriend zo op te dissen,
hoorik heb al genoeg schade ge
had vanwege
al de quinine, die zij heeft
moeten slikken", vult Heilman aan.
„Hoor es, ik beveel je daarover van
nu af aan te zwijgen. Een brief is
maar een brief. Laat mü je liever een
stukje van die osserib geven; dat zet
meer zoden aan de dijk dan alle brie
ven te samen".
(Wordt vervolgd)
noemt, heeft zijn „carrière" te danken
aan de oliekwestie. Hij voelde intuitief
aan, dat wilde hij „de grote man" in
zijn land worden en internationaal een
woordje gaan meespreken, hij het volk
op zijn hand moest zien te krijgen. De
mogelijkheden lagen daarbij voor de
hand: de Anglo-Iranian Oliemaat
schappij verdiende jaarlijks grote ka
pitalen, terwijl in het oliegebied de
bevolking in grote armoede leefde.
Nationaliseer de oliewinning, waar
door de grote kapitalen, die nu het
land uitgaan, „thuis" blijven en wendt
ze aan voor de opvoering van de le
vensstandaard. Zo kwam Mossadeq er
in 1951 toe zijn nationalisatie-plannen
openbaar te maken en de oliekwestie,
waarvoor na ruim twee jaar nog al
tijd geen oplossing is gevonden, bracht
de wereld, maar vooral Engeland, dat
zijn belangen bedreigd zag, in beroe
ring. Mossadeq beging toen reeds zijn
eerste misstap, die het land in nog
grotere armoede zou storten, door een
onmiddellijke liquidatie van de Anglo-
Iranian te eisen en de overdracht van
alle activa aan zijn regering. Dat de
maatschappij en in feite de Britse re
gering daartoe nooit toestemming zou
den geven lag voor de hand. Groot-
Brittannië zou zich zeker niet, laat
staan door een man als Mossadeq, met
één pennestreek van de kaart laten
vegen.
V
Men kent de geschiedenis. De be
sprekingen, die werden gevoerd om
tot een oplossing van het oliegeschil te
komen, mislukten stuk voor stuk. Met
Engeland tot overeenstemming te ge
raken bleek onmogelijk. De Amerika
nen, die in gaten hielden, hoe de Rus
sen op de rijke Perzische olievelden
loeren, bemoeiden zich er mee. Per
soonlijke afgezanten van oud-preSi-
dent Truman ging naar Teheran om
met Mossadeq te spreken. Het inter
nationale hof van Justitie te Den
Haag behandelde de zaak, de Veilig
heidsraad kreeg de kwestie in handen.
Mossadeq, „zieker" dan ooit te voren,
hield zijn been stijf! Langzaam maar
zeker groeide in zjjn land de onrust,
omdat in plaats van de toegezegde
verbetering in de levensstandaard, de
armoede groter werd. Dat was koren
op de molen der Toedehpartij, de com
munistische organisatie, die munt sloeg
uit de gebeurtenissen. Mossadeq hoop
te, dat de Westelijken, uit angst voor
hetgeen Rusland zou gaan doen, uit
eindelijk tot toegeven bereid zouden
zijn. Maar er gebeurde iets anders.
De Sjah, wiens macht door Mossa
deq steeds meer werd ingekrompen
en op de duur genoodzaakt was het
land te verlaten, maakte met steun
van generaal Zahedi een eind aan de
rol, die de premier meende te kunnen
spelen. De terugkeer van de Sjah, het
ingrijpen van generaal Zahedi op het
juiste moment, maakten, dat Mossa-
deq's rol ineens was uitgespeeld.
Nu staat de oude vos terecht, maar
erkennen, dat hij fout is geweest, doet
hij nooit. Perzië is door zijn optreden
dieper in het moeras weggezakt, dan
toch al het geval was. Maaral
wordt Mossadeq ter dood veroordeeld
en ook al krijgt hij vanwege zijn hoge
leeftijd gratie, de Perzische oliekwes
tie is nog altijd niet opgelost.