De kracht van 't water vernielde wat dierbaar wasf BEKNOPTE GESCHIEDENIS VAN 9 MAANDEN HEROÏSCHE STRIJD. Die eerste week.»* r TRIOMF. Hoe het was „Wie kan keren de hand des Heren legen de sombere achtergrond van velel snel drooggemalen) en het water tegenslagen tekenen zich de grote prestaties van de dijkdichters af. Hoe het ging maar bond tevens bedreigden en niet-bedreigden tezamen in een verbeten strijd om te redden wat nog te redden viel. ZEEUWSCH DAGBLAD Extra uitgave IN DIE VRESELIJKE RAMPNACHT rinkelde om drie uur de telefoon. Aan de andere kant klonk de nerveuze stem van m'n col' lega uit Middelburg. „Veere loopt onder water.... de dijken zijn door, kun je misschien hierheen komen met een auto Nog geen half uur later reed ik door de nacht, onbewust van de slagen die Zuid-Beveland reeds te verduren had gekregen. Niet wetend, dat overal mensen in nood verkeerden. Aan de Walcherse kant van de Sloedam stond een auto aan de kant van de weg. In de haast schonk ik er geen aandacht aan. De wind rukte aan de wagen, ik had alle aandacht voor het stuur nodig. Plotseling was daar de hoek bij het Franse monument voor de cou pure onder de spoordam. De weg blonk als een spiegel. Terwijl ik de bocht doorstoof dacht ik: „Hé, is die weg nu van asphalten meteen spoot het water hoog op. De motor sloeg af. Toen pas besefte ik, dat ik door de zee was verrast. Verraderlijk traag leek het water onder de spoordam door te kabbelen. De storm stuwde het op over het wegdek. Er stond niet meer dan 5 of 10 cm, maar ik grabbelde zenuwachtig naar het contact en startte, startteGe lukkig, de motor liet me niet in de steek. Voorzichtig reed ik door, heel langzaam. Later besefte ik pas, wat dat water betekende. gen moesten herstel. Later...., dat was, toen ik, nadat, ik samen met m'n collega tevergeefs Veere had trachten te bereiken en we ook in Vlïssingen tot de vreselijke ontdekking kwamen, dat we de stad niet konden binnenrijden, weer terugkeerde naar Goes, gealarmeerd door een telefoontje. Nee, ik besefte het pas toen ik de dijk opreed achter Nieuwland. Daar lag de watervlakte, waar een paar uur geleden de weg nog was en daar stonden mensen vertwijfeld te wijzen naar Café Halfweg. Kon ik niet meer terug? Het leek zo. Maar daar was ineens die onbe kende man, die me aanklampte: „Moet U naar Goes?.Waarom rijdt U niet door de Sloepolder Ik deed het, de man reed mee. We kwamen er heelhuids door. De nieu we dijk had het gehouden. Nadien kwamen nog vele andere wagens. Vanuit Goes ging het weer verder. Kruiningen, Wolf aartsdijk, Ellewouts- dijk, Oudelande. Zo begon het Het voorspel van de vreselijke ramp was reeds des Zaterdagsmiddags te be speuren. De felle Noordwester stuwde het water uit de Noordzee op en aan de kusten steeg het tot een nog nim mer gekend peil. Ik bevond me toen op de boot, op weg naar Kortgene, waar het nieuwe raadhuis zou worden geopend. Het is geopend in stormachtig weer. De vol gende dag hingen de vlaggen van het nieuwe raadhuis triest te wapperen boven een ondergelopen dorp. En wie aan de achterzijde uit het raadhuis keek, zag de verwoeste Torendijk, wist dat daar tientallen de dood hadden ge vonden. „ROUW en uroejheid in veie geztn- nen" zo luidde de kop in de krant op die trieste Maandagmorgen van de tweede Februari. Verslaggevers en re dacteuren waren uitgezwermd. Zij voeren met boten meevlogen boven het rampgebied, liepen urenlang over stuk geslagen dijken. Toen zij terug keerden, hebben zij zwijgend met het hoofd in de handen terneergezeten, horend nog de kreten van de ongeluk- kigen, die op de daken om redding schreeuwden. En nimmer is met meer tegenzin een woord op papier gezet. Het liefst hadden zij alles als een boze droom vergeten. Maar dat kon niet. De wereld moest weten, tuat er gebeurde. Er moest hulp geboden worden. En zo zijn de kranten in die Op Donderdag 27 Augustus, 's avonds om 10 minuten over half zeven, verkondigde een schril fluitconcert, dat het geduchte en zo tot de verbeelding sprekende gat bjj Schelphoek was gesloten. Het was niet, zoals men gehoopt had, het laatste dijkgat: bij Ou- werkerk incasseerde men op dat zelfde ogenblik tegenslag op tegenslag. eerste rampdagen ontstaan. Met kunst en vliegwerk vaak, en soms heel on volledig. Er ontbraken vaak mogelijk heden om het nieuws op zijn waarheid te toetsen. worden. Om Die eerste dag wist men nog niet veel. Veere en Vlissingen waren on dergelopen en een gedeelte van Arne- muiden. Op Zuid-Beveland waren Wolf aartsdijk, Ellewoutsdijk, Oudelan de, Kruiningen, Rilland-Bath en Waar de door de vloed verrast. In Krabben- dijke en Goes heerste alarmtoestand. Van Noord-Beveland wist men heel weinig; van Tholen, Schouwen-Duive- land en St. Philipsland niets. Uit Zeeuwsch-Vlaanderen kwamen even eens alarmerende berichten. Pas op 2 Februari bleek welk een ontstellende omvang de ramp had aangenomen. Op Schouwen-Duiveland verzamelden zich de vluchtelingen in Zierikzee en op de duinen. Er was schreeuwend gebrek aan drinkwater, aan voedsel en aan rubberboten. Ook uit Tholen kwamen verschrikkelijke berichten. Een vloedgolf had Stave- nisse in de rug aangevallen. St. Anna- land en St. Maartensdijk kregen het ernstig te verduren, Poortvliet was ge- inundeerd. En toen, temidaen van al ellen de, was daar ineens Prinses Wilhelmi- na. Met Haar auto kwam Zij via Ant werpen naar Zeeuwsch-Vlaanderen, naar Zuid-Beveland en Walcheren. Grote kerels, die onversaagd aan de dijk hadden staan ploeteren, zagen plotseling de landsmoeder voor zich. Weinigen konden hun ontroering be dwingen. Zo kwam de Prinses ook in Goes, waar zich een opvangcentrum had ge vormd dat prachtig werk deed. Zij be zocht het ziekenzaaltje in het Schut tershof en sprak met de daar opgeno men zieke evacuees. Even leek het of de sfeer van verschrikking en dood wegviel. Maar de werkelijkheid bleef toch. De werkelijkheid van Kruiningen, van Stavenisse en van Ouwerkerk en Nieuwerkerk. In Zierikzee wachtte men wanhopig op evacuatie, op on derdak en verzorging. Daar aan de kade stond het leger verdrevenen, met uitgeteerde gezichten, verkleumd, vol vrees over het lot van familieleden. 's Woensdag bleek over de omvang van de ramp nog steeds geen volledig overzicht te verkrijgen. Niet alleen telde men toen al honderden doden, doch tienduizenden hectaren vrucht bare grond bleken te zijn verwoest en duizenden stuks vee verloren. Maar ook hier kwam hulp. De mensen waren gered of om gekomen. Er was geen tussenweg. Maar nu ging het om het bezit van diegenen, die gered werden. Om de beesten, die vervoerd moesten wor den, om de werktuigen, die gebor- Donderdags was minister Mansholt reeds in Goes en hij besprak de maat regelen, die men in de toekomst ne men zou. Het Zeeuwse evacuatiecommissariaat werkte onder hoogspanning, de gas- voorziening in de niet getroffen plaat sen was weer geregeld, evenals de electriciteit en de telefoon. Vrijdags was de evacuatie van Schouwen vrijwel voltooid. Achthon derd man Britse en Amerikaanse troe pen met amphibievaartuigen zwerm den over het eiland. Ook de Neder landse militairen deden prachtig werk. Eerst aan het eind van de week had men een volledig overzicht van de schade. Op Walcheren bleken weinig rnstige beschadigingen te zijn, ten minste in vergelijking tot andere de len van de provincie en ook in Zeeuwsch-Vlaanderen zag men geen bijzondere moeilijkheden liggen. Zuid- Beveland bleek er ernstiger aan toe te zijn en vooral het dijkherstel in de streek rondom Kruiningen, Rilland- Bath en Waarde zou een lange tijd vergen. Schouwen-Duiveland zou het meeste werk vergen. En dat is ook gebleken. Luchtverkenningen boven het eiland wezen uit dat het herstel hier zeer moeilijk zou zijn. „Het zal maanden vergen", zei ir. A. G. Maris, directeur- generaal van Rijkswaterstaat. En hij voegde er aan toe: „We zullen ons gelukkig mogen prijzen, als de gaten voor het komend winterseizoen ge dicht zullen zijn." Welnu, het laatste gat is gedicht. De zwaarste slagen zijn opgevangen. Mo ge ons volk de kracht ontvangen om met taaie volharding het herstel en de wederopbouw voort te zetten met de zelfde geestkracht, waarmee in die eerste dagen de nood het hoofd werd geboden. T I I I a I Dijk tussen Bruinisse en Oosterlani I Bruinisse weer binnen liep, toen over- I I 9 I *11 i al op Schouwen-Duiveland GOES, Victorie-dag. -De geschiedenis van het dijkherstel in Zeeland is een geschiedenis geworden van een harde strijd tussen het menselijk vernuft en het geweld van water en wind; van een titanen kamp tegen de sterke natuurelementen. In deze strijd zijn de tegenslagen fel aangekomen en mislukte meer dan één operatie. Ongenadig kon het water soms toeslaan om het werk van maanden ongedaan te maken. Verschillende dichtingsplannen konden niet worden uitgevoerd en het onbetrouwbare water tartte de ingenieurs met hun materieel en maakte de dijkdichters wanhopig. „Schouwen-Duiveland zal medio October droog zijn", zei de minister van Verkeer en Waterstaat, mr J. Algera, 15 April in de Tweede Kamer en maanden later, toen men meer ervaring had opge daan, was het ir A. G. Maris, die in een toespraak „Wie kan keren, de hand des soms weinig, maar wie het hele Heren?" Deze ministeriële woorden I complex van tegenslagen overziet zouden haast kunnen dienen als I (zie nevenstaand „jaartallenboek- motto voor de geschiedenis van het dijkherstel en wel in het bijzonder voor episodes van mislukkingen. Afzonderlijke berichten zeggen 1 je") komt onder de indruk. De Dienst Dijkherstel moest zich begin Februari nog in Zierikzee ves tigen, toen reeds verscheiden pogin gen wegens gebrek aan materieel mislukt waren om de havendammen van Zierikzee te dirt ten. De conse quenties van deze mislukkingen wa ren vérstrekkend. Omstreeks half Februari moest de Waterstaat het moeilijke besluit ne- men, dat een directe dichting van het gat bij Schelphoek niet meer moge lijk was. Dit betekende, dat de red ding van het eiland Schouwen-Duive land maanden en maanden zou wor den uitgesteld. Omstreeks deze tijd hadden de dijkdichters in de Leen- dert Abrampolder op Noord-Beveland met moeilijkheden te kampen en werd op Zuid-Beveland het zware karwei begonnen om een nooddijk over de Vierde Weg aan te leggen. 19 Febru ari mislukte de dichting van het laat ste gat bij St. Annaland. Even was er tijd om adem te halen, ja: de honderden militairen en bur- voor de radio zei: „Er bestaat een plan en volgens dit plan zullen in September alle gaten dicht zijn' Nu eerst, begin November, is het laatste gat einde lijk gedicht. Weinigen, die 2 Juli naar de radio luisterden, zullen beseft hebben, hoe waar de woor den van ir Maris waren, die hij eraan toevoegde: „Maar deze strijd heeft zijn risico's. De elementen heeft men niet in de hand". En het was minister Algera die, kort na de ramp, tijdens een bewogen debat in de Tweede Kamer over de Watersnoodnota zei: „Wie kan keren, de hand des Heren?" Minister Algera bezigde deze zin, toen hij sprak over het geweld van het opkomende water. Juist deze woorden zijn van. toepassing ge bleken op de afgelopen periode van strijd om de Zeeuwse polders van het buitenwater af te sluiten. gers slaagden erin Ce nooddijk bij Rilland te sluiten. Maar twee dagen later, 25 Februari, bezweek deze dijk. Toch slaagde men erin het gat te dichten. Begin Maart, het water was vrij roerig, kwamen de tegenslagen. Gaten sloegen in de nooddijk over de Vierde Weg bij Rilland. Een tweede dijk moest worden opgewor pen. Maar dit was nog niet alles. In de Lavendeldijk op Z.-Beveland, tussen Oostdijk en de Rijksweg, vielen grote brokken weg en om de maat vol te maken mislukte de dichting van het grootste gat in de Westhavendiik bij Zierikzee. Een paar weken later, 24 Maart, trachtte men weer tevergeefs de Zie- rikzeese havendam te dichten. De laatste week van Maart zal op zwarte bladzijden beschreven staan in de geschiedenis van het dijkher stel: 26 Maart viel een nieuwe breuk in de havendijk en 29 Maart, toen het weer vrij stormachtig was, werd de Zuiddijk bij Ga-vege beschadigd en vielen nieuwe gaten in de Ramp- aartsedijk op. Oost-Duiveland. Was het een wonder, dat velen ongerust werden, dat op Schouwen- Duiveland en dat in het bijzonder in Zierikzee, waar men met evacuatie moeilijkheden had te kampen, een ontevreden stemming ontstond? „Waarom is er al elders zoveel land droog gekomen en -/> aarom schiet het hier niet op?", zo mopperde men. Ja, en toen op 12 Juli het water een hoge stand bereikte, de Oude een cri- tieke situatie was ontstaan, ja, toer was het begin daar van de vertrou wenscrisis, die Rijkswaterstaat ha< te doorstaan. Sombere dagen warei dat. Het vertrouwen in de dijkherstel- Iers bestond bij velen niet meer o Schouwen-Duiveland en Zuid-Bevc- land. In een buitenlands blad kon mei- lezen: „Prestige van Nederlandss waterbouwkundigen in het geding" ei soms was ook in de nationale pers de critiek dodelijk. TeD onrechte! Waterstaat gaf echter niet op er stelde nieuwe plannen op, die niet alle verwezenlijkt zijn. Want nieuws pech deed zich voor. „De elementen heeft men niet in de hand", had ii Maris gezegd! Een morele klap was het toen 22 Mei, juist voor Pinksteren, na dagen en nachten achtereen gewerkt te heb ben, de dichting van het gat in de oedijk voor Sirjans'and niet gelukte. Gedeprimeerd is men toen naar huis gegaan om de Pinksterdagen thuis te zijn. Twee maanden later, 22 Juli, moest de dichting van het gat bij Steven- sluis een week worden uitgesteld. „De strijd heeft zij- risico's!" Men ondervond het aan de lijve: Toen nie mand er op bedacht was, trad 6 Aug. bij Flaauwers tussen Zierikzee en Schelphoek een dijkval op. „Een tweede Schelphoek", was de eerste gedachte. Na een paar dagen wist men gelukkig het gevaar te be zweren. De eindphase van de strijd ging in: 18 Augustus viel de beslissende slag bij Schelphoek. De gevaarlijke Gemene Geu1 werd met behulp van een Phoenixcaisson gesloten. Eén dag later werd de Klorrpegeul beteugeld. Alles scheen goed ie gaan. Het eindoffensief bij Ouwerkerk werd ingezet, het eindoffensief, dat m een tragische nederlaag zóu eindigen. Een drama in de geschiedenis van hel dijkherstel voltrok zich het volgende weekend, het weekend van 22 en 23 Augustus. Een klein stormpje stak op. De eerste poging om de ringdijk bui tenom aan de Westelijke zijde te dich ten, mislukte. Maar men gaf niet op. De volgende dag probeerde men het weer. Tevergeefs. De kleine caissons die in serie waren geconstrueerd en waarmee het Westelijke gat gesloten moest worden, brokkelden af en ver dwenen in het water. Toch liet men het er niet bij zitten en ploeterde Wa terstaat door. 26 Augustus moest de moeilijke beslissing genomen om de dijkdichting bij Ouwerkerk voorlopig uit te stellen. Dit betekende dat de redding van de Vieibcnnenpolder we ken en weken werd uitgesteld. Het

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 10