ER IS LAND GENOEG, MAAR ER ZUN
HANDEN TEKORT.
BEZITSVORMING
Verbetering voor arbeidscontractanten,
invaliden en ook voor reeds
gepensionneerden.
Bij de Nederlanders in Australië.
Hoe het bevalt? - Reusachtig, waren
we maar eerder gekomen
Studieconferentie A.~R. Partij
een groot zedelijk goed, dat op
krachtige wijze bevorderd
dient te worden.
„Werken en sparen" is het parool.
Gehuwde onderwijzeres krijgt recht op uitge
steld pensioen na 10 dienstjaren.
SOCIALE WETGEVING
Spionnageproces in
Zwitserland.
Amerikaans rapport
over „communistische
wreedheden".
Vrijdag 30 October 1953
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 9
(Van onze sociale redacteur.)
MELBOURNE, October 1953.
West-Australië is een ontzaglijk groot gebied. Is heel het vasteland
van Australië ongeveer 32 maal zo groot als Engeland en Ierland te
zamen, de staat West-Australië omvat ongeveer een derde deel daar
van. Hoe veel keer Nederland dat is, hebben we maar niet uitgerekend!
We hebben echter enkele andere vergelijkende cijfers. Het gehele
gebied van West-Australië omvat 975.920 vierkante mijl (een mijl is
ongeveer 1600 meter). Daarin woonden op 31 December 1952 614.483
mensen. Dat betekent dus, dat er voor ieder 1 Yi vierk. mijl beschikbaar
was. In Nederland leven er 765 mensen op een vierkante mijl! Er is
hier dus wel wat meer ruimte!
Meen echter niet, dat heel West-Australië bewoond is, of ook be
woond zou kunnen worden.
Dat zagen we al, toen we van Indonesië uit, bij de Viskaap, West-
Australië binnen- en daarna tot Perth toe overvlogen. We zagen grote
gebieden, waar geen spoor van menselijk leven te bespeuren was en
die er bovendien zo woest en droog uitzagen, dat men er ook haast
geen menselijk leven kon verwachten. Hier en daar bespeurden we een
uitgedroogde rivierbedding. Af en toe de scherpe, rechte lijn van een
weg, die kilometerslang door de wildernis, „the bush" zegt men hier,
loopt.
Feitelijk is alleen het zuiden van West-Australië bewoond. Perth is
de hoofdstad en Fremantle de havenstad. Er zijn ook noordelijk steden
en dorpen, maar hun vestiging houdt doorgaans meer verband met de
ontginning van delfstoffen of de bosbouw.
Toch is er nog genoeg land dat in
cultuur gebracht kan worden. Mits er
maar handen zijn om de grond te ont
ginnen en mits er maar mogelijkheid
is het land van water te voorzien.
Men vindt, kilometers ver boven
Perth, boerderijen met een ontzaglijk
grote oppervlakte. Maar een groot
deel er van is nog „bush". Voet voor
voet loopt men daar als het ware
op in.
Aangrijpend landschap.
In sommig opzicht biedt een reis langs
de lange Australische autowegen een
aangrijpend beeld. Er zijn vaak bosbran
den. Maar ook de mens gaat het bos met
vuur te lijf. Langs de wegen, midden in
de weilanden, staan de stammen van de
gombomen, die door het vuur aangevre
ten zijn. Jaren al staan ze daar. Hun
dode takken steken ten hemel. Ze doen
soms denken aan het beeld, dat Zadkine
maakte van het gehavende Rotterdam.
Zodra daar mogelijkheid voor is, gaat
de boer ze ruimen. Dat gaat in het groot.
Een bulldozer, soms een omgebouwde
legertank, gaat er met volle kracht te
genaan en probeert ze met wortel en al
uit de bodem te drukken. Dan liggen ze.
Wat nog niet betekent, dat ze geruimd
zijn! Naar behoefte worden ze in stukken
gezaagd en voor brandhout gebruikt.
Men zit daar in Australië en zéker
niet op het platteland niet om verle
gen. Is het klimaat er al zachter dan in
Nederland, ook voor de „winter" (die
vaak op onze zomer lijkt) en voor de koe
le avonden, behoeft men geen kolenvoor-
raad op te slaan. Er zijn waarschijnlijk
heel wat Australiërs, die nog nimmer
kolen zagen. En de Nederlandse huis
vrouw, die zich hier vestigt heeft geen
zorgen meer over da jaarlijkse kolen-
rekening.
Het ligt voor de hand, dat er op die
„farms" in het uitgestrekte gebied aller
lei mogelijkheden zijn. Velen hangen aan
het stadslec van- -olking
Van West-Au„„. en om
Perth. Ook veie Nederlanders blijven
liever daar. Maar toch zijn er ook, die
het „op de boer" zoeken. Hoe zij het
hebben?
Bij de Australische boer.
We waren bij P. Damstra, vroeger
landarbeider te Marrum, in Friesland.
7 December 1952 landde hij met vrouw
en zoontje van 11 jaar in Fremantle.
Acht weken zaten zij in het kamp. Toen
vonden zij een boerderij. Hoe het bevalt?
„Reusachtig! We hebben alleen spijt, dat
we niet twee jaar eerder zijn gekomen.
Bekijk ons huis maar eens. We hebben
hier een beter huis dan we ooit in Mar
rum gehad hebben". Eerlijk gezegd had
den wij, toen we de arbeiderswoning na
derden (de „cottage", zoals ze hier zeg-
Sen) gedacht: dat ziet er niet zo vrien-
elijk uit als een Nederlandse arbeiders
woning. Maar toen we het huis van bin
nen bekeken, was het inderdaad een
mooie woning, met veel ruimte en ge
mak. De houten woningen, die in West-
Australië vrijwel regel zijn, doen ons nu
eenmaal minder prettig aan. Gewoonlijk
zitten ze ook slecht in de verf. Waarom
zou men ze onderhouden? Het jarrah-
hout is sterk. Wie er niet aan gewend is,
slaat er een spijker op krom. En boven
dien: er is immers hout genoeg?
En financieel? „Steekt u toch een si
gaar op! Ik heb ze speciaal gekocht, orn
aat ik u verwachtte. Zelf rook ik ze niet.
Maar dit is de eerste keer in mijn leven,
dat ik iemand een sigaar kan presente
ren". En er kwam een doosje met in
dit verre land dure Nederlandse si
garen te voorschijn.
Damstra verdient hier 13 per week.
Daarboven heeft hij dan vrij wonen,
electriciteit, melk en eieren. „We gaan
hier goed vooruit. In Friesland hebben
we het altijd arm gehad. We hadden
niets, toen we hier kwamen. Maar nu
hebben we al heel veel gekocht. Kijkt
u de kamer maar rond. Alles wat er
staat, is hier gekocht en betaald. De
vrouw helpt de boerin twee halve dagen
in de week, dan leert ze tegelijk haar
Engels. En het zoontje maakt het best
op school".
We reisden verder per auto de country
in. Zo kwamen we bij Sjoerd en Geeske
van der Wielen, uit Bergum, in Fries
land. Hij zit nu in Harvey, een dikke
100 km ten zuiden van Perth. Het is diep
het land in en ook een behoorlijk eindje
van de hoofdweg af. In Friesland was
Sjoerd chauffeur op een trailer. Maar
van zijn jeugd af heeft hij veel met vee-
vervoer te maken gehad en hij is dus
een goed handmelker. Nu is hij „farm
hand", vaste boerenarbeider. In Bergum
had hij een prachtige woning. Maar hij
zag geen toekomst. Hier heeft hij een
woning, die er ook zijn mag, maar die
thee en cake en kreeg uitnodigingen
voor zijn hele gezin. Ze pasten op de
kinderen, als hij met zijn vrouw weg
moest en onthaalden hen geweldig.
Toen hij in Harvey 14 dagen op proef
bij zijn boer kwam, vond hij daar ook
een Church of Christ. Zo van het werk,
in zijn werkkleren, ging hij er heen.
De ontvangst was er niet minder har
telijk om. Toen hij zijn vrouw en kin
deren ging halen, kreeg hij eten en
dekens mee voor de reis. En toen ze er
waren en nog zonder spullen zaten,
omdat de kisten er niet waren, hielpen
de kerkleden op allerlei manier. Ze
wilden zelfs het huis schoonmaken.
Maar dat deed zijn vrouw toch zelf.
Doch toen kwamen ze met een hele
ploeg om de tuin, die verwilderd was,
op te knappen.
De kinderen gaan op Zondagsschool en
hij en zijn vrouw gaan trouw naar de
kerk. Hij is echter gastlid, want hij is
aangesloten bij de Reformed Church.
Maar ja, naar de kerk gaan in Perth is
om de afstand niet mogelijk. „En we
vinden het niet mooi, dat ds. van Wil
genburg :is nog helemaal niet is komen
opzoeken", zei zijn vrouw. „En toen ze
aankwamen, werd meegedeeld, dat we
hen niet mochten opzoeken en vermoei
en". We konden vertellen, dat dat toch
begrijpelijk was, want mevrouw Van
Wilgenburg was ziek, toen ze aankwa
men. En de dominé had ook geen, ver
voer. Hij had een oude en niet bepaald
vertrouwde „utility" (auto ook geschikt
voor het vervoer van goederen) te leen.
Maar in de week na ons bezoek zou de
auto aankomen. En dan zou hij zeker
ook de verspreide leden kunnen bezoe
ken.
Wat het werk betreft: dat viel ook best
mee. „Je moet natuurlijk op je tellen
passen, want de Australiërs denken soms,
dat ze ons wel kunnen nemen. Maar de
behandeling is veel jovialer dan je in
Nederland meest vindt".
Ook de kamptijd vonden ze niet zo
erg. Ze hadden daar veel geleerd. En
er zijn vrotfweur die om de gezellig
heid wel naar het kamp terug zouden
willen.
Dat laatste vonden we wel heel
merkwaardig na alles, wat we over en
ook in de kampen gehoord hadden.
Maar Geeske verzekerde ons, dat zij
er heus geen spijt van had, in het
Holden-centre geweest te zijn. Er werd
wel gesproken over luizen, maar zij
had er geen gezien. En zij weet toch
heus wel, wat zindelijkheid is. Dat
bewees haar proper huisje ons wel,
ondanks het onverwachte bezoek.
Graag Hollanders
De boer mag graag Hollanders hebben.
Die moeten hier komen, zegt hij. De
Australische boer, vertelde Sjoerd, die
door zvjn werk in Friesland op veel boer
derijen kwam, is ontzaglijk handig. Zijn
machinerieën zijn prima. Maar toch is
hij niet zo uitgeslapen, als de Hollandse
Gezicht op Perth, de enige belangrijke stad in het Westen van Australië.
boer om er nit te halen wat er in zit.
Dat hoeft ook niet in dit land, waar
alles nog zo in overvloed is.
„Dat een Australische boer goed voor
zijn personeel kan zijn, bleek ons in
Keysbrook, toen we boer Grey ontmoet
ten. Wij vroegen de weg. Toen hij hoor
de, dat wij de Hollanders bezochten, zei
hij direct: „Ik heb ook een Hollander".
En hg nodigde ons zo dringend uit, dat
wp moeilijk konden weigeren.
Wij vonden Theo van den Berg, uit
Velp, op zijn boerderg. Het was een
somber geval. Zo echt, wat wg noemen:
„een mislukking". Maar het ligt niet aan
Australië en zijn bewoners, zoals Theo
ons zelf vertelde. Hg had nooit moeten
emigreren. Maaremigreren schijnt
nu eenmaal een familiekwaal te zgn.
Het is merkwaardig, hoeveel families we
troffen, waarvan meer leden geëmigreerd
zijn, soms allen naar hetzelfde, soms
naar verschillende landen.
Theo was geëmigreerd, omdat zgn
zwager en zuster het ook deden, In Velp
werkte hg in de manufacturenzaak van
zgn vader. Maar hg heeft al in 1943 ge
legen wegens t.b.c. En dat is hier terug
gekomen. Daarbg kreeg hg het nog aan
de nieren. Lange tgd heeft hij daardoor
op kosten van zijn zwager geleefd. Dat
kon natuurigk niet zo blijven en daarom
is hg maar een boer gaan zoeken.
De boer spaart hem zo veel mogeigk.
Zo mag hij b.v. geen paard rgden en
geen zwaar werk doen. Ook de vrouw
zorgt goed voor hem. En terwgi wij er
waren, vroeg de boer om een Hollands
echtpaar, dat dan in de cottage zou kun
nen wonen en de jongen zou kunnen
verzorgen.
Theo wil sparen. En als hg dan zijn
schuld aan zgn zwager betaald heeft,
gaat hij terug naar Holland. Was hij ge
zond, dan zou hg zeker blijven, verze
kerde hg ons.
Ingezonden Mededeling (adv.)
De Nobelprqs voor geneeskunde voor
1953, ter waarde van 170.000 Zweedse
Kronen zal verdeeld worden tussen de
54-jarige Amerikaanse geleerde prof. dr
F. Lippman en de 53-jarige dr H .A.
Krebbs prof. aan de universiteit te Shef
field (Eng.). Beide professoren zijn des- j
tijds uit Duitsland gevlucht om de zui-
veringen van het naziregiem te ontlopen.
DEN HAAG, 28 Oct. De Anti-revolutionnaire partg heeft vandaag in een
studieconferentie een zeer belangwekkend onderwerp aangesneden: de bezits
vorming. Referent was het lid van de Tweede Kamer, drs C. P. Hazenbosch,
die in een tevoren gedrukte inleiding zijn visie (hij zelf spreekt liever niet over
„bezitsvorming" maar over „gespreide eigendomsvorming") over dit vraag
stuk heeft gegeven. Niet minder dan 16 sprekers stelden vragen of gaven
critische besehonwingen (onder hen bevonden zich zes professoren!), maar de
heer Hazenbosch verdedigde zich op uitstekende en dikwijls geestige wpze, zo
dat de conferentie-voorzitter, dr 3. Schouten, aan het slot kon constateren,
dat op deze dag iets geboden is, dat ten volle waard Is op de kiesverenigingen
te worden uitgedragen, opdat door het anti-revolutionnaire volksdeel iets ge
geven worde, dat tot heil kan zijn van geheel ons volk.
Inderdaad is bezitsvorming een
onderwerp dat op dit ogenblik waard
is aan de orde gesteld te worden.
Ons sociale verzekeringsstelsel is
grotendeels voltooid en dit betekent,
dat de ergste nood is gelenigd, „Het
is echter maar een noodverband", zo
constateerde de heer Hazenbosch. „In
geval van ziekte, invaliditeit, werk
loosheid en dergelijke heeft men
thans een minimum bestaansgaran-
tie.
Maar daarmee is men er niet: daar
naast behoort het zo te zpn, dat ieder
mens over een zeker „eigen bezit" kan
beschikken, omdat dit enerzijds zijn
verantwoordelijkheid vergroot en aan
de andere kant dienst doet als een soort
buffer, waarmee de slagen, die nu een
maal in ieder mensenleven vallen, kun
nen worden opgevangen.
Het is de verdienste van de heer
Hazenbosch, dat hij een weg heeft ge
wezen om tot die „gespreide eigen
domsvorming te komen. Hij verkiest
deze term omdat hierin beter tot uit
drukking komt dat het hier gaat om
de vraag hoe men niet enkelen maar
velen tot het verkrijgen van een zeker
privaat bezit kan brengen. De weg
die hij wijst is in twee woorden sa
men te vatten: „Werken sparen"!
LOONVORMING EN WINST-
DELING.
Het zou te ver voeren in dit korte
bestek uiteen te zetten hoe de refe
rent die weg afgebakend ziet en welke
bezwaren zijn opponenten hebben in
gebracht we komen daar ongetwij
feld nog op terug. Want „werken en
sparen", dat roept bg ieder de vraag
op: „Krijg ik dan voor mgn werken
zoveel geld, dat ik er ook inderdaad
van kan sparen?"
De heer Hazenbosch ziet hier wel mo
gelijkheden: de loonvorming moet zo
danig zijn, dat sparen mogelijk wordt
en in de tweede plaats moet er een mo
gelijkheid zpn tot deling van de over-1
winst: niet alleen de kapitaalverschaf
fers en de ondernemers maar ook da
arbeiders moeten van die winst profite
ren.
Nu even in het midden latend hoe
die loonvorming dan wel dient te zijn
(het was gelukkig een krachtig plei
dooi voor vrijere loonvorming!) en
wanneer er sprake is van overwinst,
rgzen nieuwe vragen. Zullen de ar
beiders het meerdere loon of 't winst
aandeel dat zij ontvangen, ook inder
daad besteden aan het verkrijgen van
duurzaam bezit of zullen zij het zo
maar aan consumptiegoederen uitge
ven, zodat er nog niets terecht komt
van de zedelijke waarde die uitgaat
van eigen bezit?" Het is een vraag
waarop de heer Hazenbosch ten ant
woord gaf dat hier een belangrijke op
voedende taak ligt niet het minst voor
de vakverenigingen. En een tweede
vraag: „Mag men bij dit alles dwang
gebruiken? Mag er sprake zijn van
spaardwang en mag er sprake zijn van
bestedingsdwang?" Beide vragen wer
den ontkennend beantwoord. En nog
een vraag: „Winstdeling dient bedrijfs-
gewijze te geschieden maar is het
geen sociale onrechtvaardigheid, dat
in het ene bedrijf, waar winst wordt
gemaakt, wel winstdeling zal plaats
vinden en in het andere niet? Komt
men op die manier niet terecht bij de
R.K. opvatting dat de winstdeling per
bedrijfstak dient te geschieden; en uit
eindelijk bij de socialistische opvatting,
dat die winstdeling een staatszaak
is?" Dat men hier niet zo gemakkelijk
uitkwam, is begrijpelijk. Maar het feit
dat men zich op deze dingen beraadt
en bereid is ook ernst met de uitvoe
ring te maken, geeft hoop voor de toe
komst.
Ingezonden Mededeling (adv.)
alleen wat ver van de bewoonde wereld
ligt. Anderzijds heeft hij dan ook alle
vrijheid. In Nederland had hij het goed,
maar „toch altgd te min". Hier kan hij
kopen wat hg' nodig heeft en houdt dan
nog over.
De woning is natuurlijk vrij. En er
staat zelfs een koelkast in.
„Vrouw, haal het vanille-g's en de
schaal met slagroom uit de frigidaire
en zet de gasten wat voor", grapt hü,
Maar het was niet alleen een grap,
want ps en slagroom kwamen er! Dat
kan gemakkelijk, want melk hebben
ze ook vrp, in grote hoeveelheid. En
ook krügt hij van de boer wat vlees.
Op zoek naar een kerk,
Kerkelijk is het wat moeilijk. Van
huis uit is van der Wielen Gerefor
meerd en hij heeft altijd meegeleefd.
Maar in het kamp, waar ze 4 maanden
verbleven, was geen kerk. Toen ging
hij in Northam naar een kerk zoeken.
Hij kwam er één voorbij en ze zongen
daar zó mooi, dat hij besloot, er bin
nen te gaan. Het was de Church of
Christ". Hij werd hartelijk ontvangen.
Na afloop werd hij uitgenodigd op
Perth is een belangrijke stad. Men vindt er een universiteit. Op de foto het
universiteitsgebouw.
Pensioenwetgeving wordt gewijzigd.
Bij de Tweede Kamer is dezer dagen een wetsontwerp ingediend tot wij
ziging van een aantal pensioenwetten. Het betreft hier de Pensioenwet 1922,
de Pensioenwet voor de spoorwegambtenaren en de militaire pensioenwetten.
Al geruime tijd werd aan deze wijziging behoefte gevoeld; sedert 1922 is
er immers al heel wat veranderd! Wat thans als wijzigingen worden voorge
steld is nog slechts een begin om te komen tot een geheel nieuwe, naar de
eisen van deze tijd opgestelde (en ook leesbare!) pensioenwetgeving. De
daartoe in 1949 ingestelde Staatscommissie heeft een tussentijds rapport in
gediend om een vijftal urgente pensioenvraagstukken voorrang te verlenen.
En de regering heeft deze vijf' punten in dit wetsontwerp verwerkt. Onder
tussen zet de commissie echter haar arbeid voort om te komen tot een defi
nitief gewijzigde pensioenwetgeving.
domspensioen van 10 tot 7 jaar en van
15 tot 10 jaar.
Een voor tienduizenden belangrijk
punt is de pensioengerechtigheid der
arbeidscontractanten. De arbeids
contractanten in dienst van Rijk,
provincies en gemeenten vallen bui
ten de pensioenwetgeving. Het alge
heel gemis van pensioenvoorzienin
gen voor de arbeidscontr actanten
heeft al heel wat teleurstelling ge
bracht.
In dit ontwerp verkrijgen de arbeids
contractanten na een zonder wezenlijke
onderbreking vervulde diensttijd van 2
jaren, de hoedanigheid van ambtenaar
in de zin der pensioenwet 1922.
Voor sommige categoriën kan dit 5
jaar worden, b.v. leerlingen, schoon
maaksters, vrouwen belast met een me
chanische of administratieve hulptaak
en voor aflopende werkzaamheden.
VERKORTING DER WACHT
TIJDEN.
Als tweede belangrijk punt geldt de
verkorting der wachttijden voor het
recht op pensioen. De wachttijd van
net invaliditeitspensioen wordt verkort
van 7 tot 5 jaar, die voor het ouder-
Dit laatste betekent dat de in het
huwelijk getreden en ontslagen onder
wijzeres die tot en met 14 dienstjaren
en evenzovele jaarlijkse pensioenstor-
tingen in rekening kan brengen, voor
heen van uitgesteld ouderdomspensioen
ven-stoken bleef, doch dit thans met 10
volle dienstjaren kan verwerven.
INVALIDITEIT.
Het minimum van 30 pet. bg algehele
invaliditeit brengt onder de bestfande
wetgeving de gehuwde met kinderen
vaak ook in grote financiële moeihjk-
heden.
In het ontwerp is een bepaling op
genomen, niet om dit percentage te
verhogen tot b.v. 40 pet., maar om
op het invaliditeitspensioen in de
daarvoor in aanmerking komende ge
vallen een aanvulling te verlenen, zo
lang dit nodig is. Deze aanvulling
kan stügen tot drie-vierde van het
volle pensioen en wordt verleend voor
tenminste één en ten hoogste vgf
jaar, met kans op verlenging.
Voor een aanvulling van het pen
sioen komt slechts in aanmerking de
gene, wiens aanzien op grond van de
pensioenkeuring wordt vastgesteld, dat
hij ten gevolge van ziekten of gebreken,
uit hoofde waarvan hü ongeschikt is
verklaard voor verdere waarneming
van zün betrekking, niet in staat moet
worden geacht door voor hem passen
de arbeid voor tenminste 1/3 gedeelte
in zh'n levensonderhoud te kunnen voor
zien, en wiens pensioen naar een dienst-
tgd van minder dan 30 jaar is berekend.
GEEN MAXIMUM MEER.
Het vierde punt van wgziging is dat
de bestaande binding aan 'n maximum,
zowel voor het eigen als voor het ge
zinspensioen, is losgelaten. Door het
berekeningspercentage echter degres
sief te stellen voor de eigen pensioenen
boven f 4800,en de weduwenpen-
sioenen boven f2200,'s-jaars, houdt
de stijging der pensioenen geen geluke
tred met die der pensioengrondslagen
De nog al scherpe degressie is bedoeld
om vast te houden aan de gedachte,
waarop ook de geldende regeling be
rust, n.l., dat het pensioen in de eerste
plaats bestemd is om te kunnen voor
zien in de noodzakeigke kosten van le
vensonderhoud en dat het gedeelte van
het pensioen dat moet dienen om de
verdere kosten te bestrijden, naar ver
houding lager kan zgn.
Belangrijk is (lat de pensioenen van
ile gepensionneerden, voor zover zij
daarvoor in aanmerking komen, ver
hoogd zullen worden overeenkomstig de
nieuwe berekeningswijze.
Tenslotte wordt nog een misstand
weggeruimd. In bepaalde gevallen was
er wegens een zelfde sterfgeval een on
gewenste cumulatie mogelijk van we
duwen- en wezenpensioenen. In dit
wetsontwerp wordt hieraan een einde
gemaakt.
Blijkens de provinciale begroting
1954 voor Noord-Brabant kan een be
drag van f 460.000 naar het provin
ciale reserve-fonds worden overge
boekt.
BERN, 29 October. Maandag a.s.
begint te Luzern, in Zwitserland, een
spionnageproces tegen de Duitser
Rudolf Roessler, woonachtig in Zwit
serland en de Zwitser Xavier Schnie-
per, die er van worden beschuldigd
voor Tsjecho-Slowakije en ten nadele
van de Westerse mogendheden te heb
ben gespionneerd.
Ook zouden zij stelselmatig ge
gevens over de Zwitserse landsverde
diging aan hun opdrachtgevers heb
ben doorgegeven. Beiden werden
negen Maart j.l. gearresteerd.
Het proces, dat word gevoerd voor
het Zwitserse opperste federale ge
rechtshof, zal, naar verwachting, twee
a drie dagen duren.
WASHINGTON, 29 October. Het
Amerikaanse leger zegt in een verslag
over „communistische wreedheden",
dat zich vermoedelijk 6113 Amerika
nen bevinden onder „de velen, die
in Korea gemarteld of vermoord zijn".
Het leger heeft ook fotografisch be
wijsmateriaal vrijgegeven foto's
van verminkte soldaten en hopen
zwartgeblakerde lijken van mensen,
die levend verbrand zijn.
Het rapport, dat is opgesteld door
de afdeling oorlogsmisdaden van het
leger in Korea, beslaat de periode
van het begin van de oorlog tot 30
Juni j.l.
Het totale aantal vermoedelijke
Amerikaanse slachtoffers is niet veel
gewij'igd sinds het rapport, dat in
November 1951 is uitgegeven door
kolonel James Haniey, die toen be
last v/as met het verzamelen van ge
gevens over oorlogsmisdaden.