ER IS LAND GENOEG, MAAR ER ZUN HANDEN TEKORT. BEZITSVORMING Verbetering voor arbeidscontractanten, invaliden en ook voor reeds gepensionneerden. Bij de Nederlanders in Australië. Hoe het bevalt? - Reusachtig, waren we maar eerder gekomen Studieconferentie A.~R. Partij een groot zedelijk goed, dat op krachtige wijze bevorderd dient te worden. „Werken en sparen" is het parool. Gehuwde onderwijzeres krijgt recht op uitge steld pensioen na 10 dienstjaren. SOCIALE WETGEVING Spionnageproces in Zwitserland. Amerikaans rapport over „communistische wreedheden". Vrijdag 30 October 1953 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 9 (Van onze sociale redacteur.) MELBOURNE, October 1953. West-Australië is een ontzaglijk groot gebied. Is heel het vasteland van Australië ongeveer 32 maal zo groot als Engeland en Ierland te zamen, de staat West-Australië omvat ongeveer een derde deel daar van. Hoe veel keer Nederland dat is, hebben we maar niet uitgerekend! We hebben echter enkele andere vergelijkende cijfers. Het gehele gebied van West-Australië omvat 975.920 vierkante mijl (een mijl is ongeveer 1600 meter). Daarin woonden op 31 December 1952 614.483 mensen. Dat betekent dus, dat er voor ieder 1 Yi vierk. mijl beschikbaar was. In Nederland leven er 765 mensen op een vierkante mijl! Er is hier dus wel wat meer ruimte! Meen echter niet, dat heel West-Australië bewoond is, of ook be woond zou kunnen worden. Dat zagen we al, toen we van Indonesië uit, bij de Viskaap, West- Australië binnen- en daarna tot Perth toe overvlogen. We zagen grote gebieden, waar geen spoor van menselijk leven te bespeuren was en die er bovendien zo woest en droog uitzagen, dat men er ook haast geen menselijk leven kon verwachten. Hier en daar bespeurden we een uitgedroogde rivierbedding. Af en toe de scherpe, rechte lijn van een weg, die kilometerslang door de wildernis, „the bush" zegt men hier, loopt. Feitelijk is alleen het zuiden van West-Australië bewoond. Perth is de hoofdstad en Fremantle de havenstad. Er zijn ook noordelijk steden en dorpen, maar hun vestiging houdt doorgaans meer verband met de ontginning van delfstoffen of de bosbouw. Toch is er nog genoeg land dat in cultuur gebracht kan worden. Mits er maar handen zijn om de grond te ont ginnen en mits er maar mogelijkheid is het land van water te voorzien. Men vindt, kilometers ver boven Perth, boerderijen met een ontzaglijk grote oppervlakte. Maar een groot deel er van is nog „bush". Voet voor voet loopt men daar als het ware op in. Aangrijpend landschap. In sommig opzicht biedt een reis langs de lange Australische autowegen een aangrijpend beeld. Er zijn vaak bosbran den. Maar ook de mens gaat het bos met vuur te lijf. Langs de wegen, midden in de weilanden, staan de stammen van de gombomen, die door het vuur aangevre ten zijn. Jaren al staan ze daar. Hun dode takken steken ten hemel. Ze doen soms denken aan het beeld, dat Zadkine maakte van het gehavende Rotterdam. Zodra daar mogelijkheid voor is, gaat de boer ze ruimen. Dat gaat in het groot. Een bulldozer, soms een omgebouwde legertank, gaat er met volle kracht te genaan en probeert ze met wortel en al uit de bodem te drukken. Dan liggen ze. Wat nog niet betekent, dat ze geruimd zijn! Naar behoefte worden ze in stukken gezaagd en voor brandhout gebruikt. Men zit daar in Australië en zéker niet op het platteland niet om verle gen. Is het klimaat er al zachter dan in Nederland, ook voor de „winter" (die vaak op onze zomer lijkt) en voor de koe le avonden, behoeft men geen kolenvoor- raad op te slaan. Er zijn waarschijnlijk heel wat Australiërs, die nog nimmer kolen zagen. En de Nederlandse huis vrouw, die zich hier vestigt heeft geen zorgen meer over da jaarlijkse kolen- rekening. Het ligt voor de hand, dat er op die „farms" in het uitgestrekte gebied aller lei mogelijkheden zijn. Velen hangen aan het stadslec van- -olking Van West-Au„„. en om Perth. Ook veie Nederlanders blijven liever daar. Maar toch zijn er ook, die het „op de boer" zoeken. Hoe zij het hebben? Bij de Australische boer. We waren bij P. Damstra, vroeger landarbeider te Marrum, in Friesland. 7 December 1952 landde hij met vrouw en zoontje van 11 jaar in Fremantle. Acht weken zaten zij in het kamp. Toen vonden zij een boerderij. Hoe het bevalt? „Reusachtig! We hebben alleen spijt, dat we niet twee jaar eerder zijn gekomen. Bekijk ons huis maar eens. We hebben hier een beter huis dan we ooit in Mar rum gehad hebben". Eerlijk gezegd had den wij, toen we de arbeiderswoning na derden (de „cottage", zoals ze hier zeg- Sen) gedacht: dat ziet er niet zo vrien- elijk uit als een Nederlandse arbeiders woning. Maar toen we het huis van bin nen bekeken, was het inderdaad een mooie woning, met veel ruimte en ge mak. De houten woningen, die in West- Australië vrijwel regel zijn, doen ons nu eenmaal minder prettig aan. Gewoonlijk zitten ze ook slecht in de verf. Waarom zou men ze onderhouden? Het jarrah- hout is sterk. Wie er niet aan gewend is, slaat er een spijker op krom. En boven dien: er is immers hout genoeg? En financieel? „Steekt u toch een si gaar op! Ik heb ze speciaal gekocht, orn aat ik u verwachtte. Zelf rook ik ze niet. Maar dit is de eerste keer in mijn leven, dat ik iemand een sigaar kan presente ren". En er kwam een doosje met in dit verre land dure Nederlandse si garen te voorschijn. Damstra verdient hier 13 per week. Daarboven heeft hij dan vrij wonen, electriciteit, melk en eieren. „We gaan hier goed vooruit. In Friesland hebben we het altijd arm gehad. We hadden niets, toen we hier kwamen. Maar nu hebben we al heel veel gekocht. Kijkt u de kamer maar rond. Alles wat er staat, is hier gekocht en betaald. De vrouw helpt de boerin twee halve dagen in de week, dan leert ze tegelijk haar Engels. En het zoontje maakt het best op school". We reisden verder per auto de country in. Zo kwamen we bij Sjoerd en Geeske van der Wielen, uit Bergum, in Fries land. Hij zit nu in Harvey, een dikke 100 km ten zuiden van Perth. Het is diep het land in en ook een behoorlijk eindje van de hoofdweg af. In Friesland was Sjoerd chauffeur op een trailer. Maar van zijn jeugd af heeft hij veel met vee- vervoer te maken gehad en hij is dus een goed handmelker. Nu is hij „farm hand", vaste boerenarbeider. In Bergum had hij een prachtige woning. Maar hij zag geen toekomst. Hier heeft hij een woning, die er ook zijn mag, maar die thee en cake en kreeg uitnodigingen voor zijn hele gezin. Ze pasten op de kinderen, als hij met zijn vrouw weg moest en onthaalden hen geweldig. Toen hij in Harvey 14 dagen op proef bij zijn boer kwam, vond hij daar ook een Church of Christ. Zo van het werk, in zijn werkkleren, ging hij er heen. De ontvangst was er niet minder har telijk om. Toen hij zijn vrouw en kin deren ging halen, kreeg hij eten en dekens mee voor de reis. En toen ze er waren en nog zonder spullen zaten, omdat de kisten er niet waren, hielpen de kerkleden op allerlei manier. Ze wilden zelfs het huis schoonmaken. Maar dat deed zijn vrouw toch zelf. Doch toen kwamen ze met een hele ploeg om de tuin, die verwilderd was, op te knappen. De kinderen gaan op Zondagsschool en hij en zijn vrouw gaan trouw naar de kerk. Hij is echter gastlid, want hij is aangesloten bij de Reformed Church. Maar ja, naar de kerk gaan in Perth is om de afstand niet mogelijk. „En we vinden het niet mooi, dat ds. van Wil genburg :is nog helemaal niet is komen opzoeken", zei zijn vrouw. „En toen ze aankwamen, werd meegedeeld, dat we hen niet mochten opzoeken en vermoei en". We konden vertellen, dat dat toch begrijpelijk was, want mevrouw Van Wilgenburg was ziek, toen ze aankwa men. En de dominé had ook geen, ver voer. Hij had een oude en niet bepaald vertrouwde „utility" (auto ook geschikt voor het vervoer van goederen) te leen. Maar in de week na ons bezoek zou de auto aankomen. En dan zou hij zeker ook de verspreide leden kunnen bezoe ken. Wat het werk betreft: dat viel ook best mee. „Je moet natuurlijk op je tellen passen, want de Australiërs denken soms, dat ze ons wel kunnen nemen. Maar de behandeling is veel jovialer dan je in Nederland meest vindt". Ook de kamptijd vonden ze niet zo erg. Ze hadden daar veel geleerd. En er zijn vrotfweur die om de gezellig heid wel naar het kamp terug zouden willen. Dat laatste vonden we wel heel merkwaardig na alles, wat we over en ook in de kampen gehoord hadden. Maar Geeske verzekerde ons, dat zij er heus geen spijt van had, in het Holden-centre geweest te zijn. Er werd wel gesproken over luizen, maar zij had er geen gezien. En zij weet toch heus wel, wat zindelijkheid is. Dat bewees haar proper huisje ons wel, ondanks het onverwachte bezoek. Graag Hollanders De boer mag graag Hollanders hebben. Die moeten hier komen, zegt hij. De Australische boer, vertelde Sjoerd, die door zvjn werk in Friesland op veel boer derijen kwam, is ontzaglijk handig. Zijn machinerieën zijn prima. Maar toch is hij niet zo uitgeslapen, als de Hollandse Gezicht op Perth, de enige belangrijke stad in het Westen van Australië. boer om er nit te halen wat er in zit. Dat hoeft ook niet in dit land, waar alles nog zo in overvloed is. „Dat een Australische boer goed voor zijn personeel kan zijn, bleek ons in Keysbrook, toen we boer Grey ontmoet ten. Wij vroegen de weg. Toen hij hoor de, dat wij de Hollanders bezochten, zei hij direct: „Ik heb ook een Hollander". En hg nodigde ons zo dringend uit, dat wp moeilijk konden weigeren. Wij vonden Theo van den Berg, uit Velp, op zijn boerderg. Het was een somber geval. Zo echt, wat wg noemen: „een mislukking". Maar het ligt niet aan Australië en zijn bewoners, zoals Theo ons zelf vertelde. Hg had nooit moeten emigreren. Maaremigreren schijnt nu eenmaal een familiekwaal te zgn. Het is merkwaardig, hoeveel families we troffen, waarvan meer leden geëmigreerd zijn, soms allen naar hetzelfde, soms naar verschillende landen. Theo was geëmigreerd, omdat zgn zwager en zuster het ook deden, In Velp werkte hg in de manufacturenzaak van zgn vader. Maar hg heeft al in 1943 ge legen wegens t.b.c. En dat is hier terug gekomen. Daarbg kreeg hg het nog aan de nieren. Lange tgd heeft hij daardoor op kosten van zijn zwager geleefd. Dat kon natuurigk niet zo blijven en daarom is hg maar een boer gaan zoeken. De boer spaart hem zo veel mogeigk. Zo mag hij b.v. geen paard rgden en geen zwaar werk doen. Ook de vrouw zorgt goed voor hem. En terwgi wij er waren, vroeg de boer om een Hollands echtpaar, dat dan in de cottage zou kun nen wonen en de jongen zou kunnen verzorgen. Theo wil sparen. En als hg dan zijn schuld aan zgn zwager betaald heeft, gaat hij terug naar Holland. Was hij ge zond, dan zou hg zeker blijven, verze kerde hg ons. Ingezonden Mededeling (adv.) De Nobelprqs voor geneeskunde voor 1953, ter waarde van 170.000 Zweedse Kronen zal verdeeld worden tussen de 54-jarige Amerikaanse geleerde prof. dr F. Lippman en de 53-jarige dr H .A. Krebbs prof. aan de universiteit te Shef field (Eng.). Beide professoren zijn des- j tijds uit Duitsland gevlucht om de zui- veringen van het naziregiem te ontlopen. DEN HAAG, 28 Oct. De Anti-revolutionnaire partg heeft vandaag in een studieconferentie een zeer belangwekkend onderwerp aangesneden: de bezits vorming. Referent was het lid van de Tweede Kamer, drs C. P. Hazenbosch, die in een tevoren gedrukte inleiding zijn visie (hij zelf spreekt liever niet over „bezitsvorming" maar over „gespreide eigendomsvorming") over dit vraag stuk heeft gegeven. Niet minder dan 16 sprekers stelden vragen of gaven critische besehonwingen (onder hen bevonden zich zes professoren!), maar de heer Hazenbosch verdedigde zich op uitstekende en dikwijls geestige wpze, zo dat de conferentie-voorzitter, dr 3. Schouten, aan het slot kon constateren, dat op deze dag iets geboden is, dat ten volle waard Is op de kiesverenigingen te worden uitgedragen, opdat door het anti-revolutionnaire volksdeel iets ge geven worde, dat tot heil kan zijn van geheel ons volk. Inderdaad is bezitsvorming een onderwerp dat op dit ogenblik waard is aan de orde gesteld te worden. Ons sociale verzekeringsstelsel is grotendeels voltooid en dit betekent, dat de ergste nood is gelenigd, „Het is echter maar een noodverband", zo constateerde de heer Hazenbosch. „In geval van ziekte, invaliditeit, werk loosheid en dergelijke heeft men thans een minimum bestaansgaran- tie. Maar daarmee is men er niet: daar naast behoort het zo te zpn, dat ieder mens over een zeker „eigen bezit" kan beschikken, omdat dit enerzijds zijn verantwoordelijkheid vergroot en aan de andere kant dienst doet als een soort buffer, waarmee de slagen, die nu een maal in ieder mensenleven vallen, kun nen worden opgevangen. Het is de verdienste van de heer Hazenbosch, dat hij een weg heeft ge wezen om tot die „gespreide eigen domsvorming te komen. Hij verkiest deze term omdat hierin beter tot uit drukking komt dat het hier gaat om de vraag hoe men niet enkelen maar velen tot het verkrijgen van een zeker privaat bezit kan brengen. De weg die hij wijst is in twee woorden sa men te vatten: „Werken sparen"! LOONVORMING EN WINST- DELING. Het zou te ver voeren in dit korte bestek uiteen te zetten hoe de refe rent die weg afgebakend ziet en welke bezwaren zijn opponenten hebben in gebracht we komen daar ongetwij feld nog op terug. Want „werken en sparen", dat roept bg ieder de vraag op: „Krijg ik dan voor mgn werken zoveel geld, dat ik er ook inderdaad van kan sparen?" De heer Hazenbosch ziet hier wel mo gelijkheden: de loonvorming moet zo danig zijn, dat sparen mogelijk wordt en in de tweede plaats moet er een mo gelijkheid zpn tot deling van de over-1 winst: niet alleen de kapitaalverschaf fers en de ondernemers maar ook da arbeiders moeten van die winst profite ren. Nu even in het midden latend hoe die loonvorming dan wel dient te zijn (het was gelukkig een krachtig plei dooi voor vrijere loonvorming!) en wanneer er sprake is van overwinst, rgzen nieuwe vragen. Zullen de ar beiders het meerdere loon of 't winst aandeel dat zij ontvangen, ook inder daad besteden aan het verkrijgen van duurzaam bezit of zullen zij het zo maar aan consumptiegoederen uitge ven, zodat er nog niets terecht komt van de zedelijke waarde die uitgaat van eigen bezit?" Het is een vraag waarop de heer Hazenbosch ten ant woord gaf dat hier een belangrijke op voedende taak ligt niet het minst voor de vakverenigingen. En een tweede vraag: „Mag men bij dit alles dwang gebruiken? Mag er sprake zijn van spaardwang en mag er sprake zijn van bestedingsdwang?" Beide vragen wer den ontkennend beantwoord. En nog een vraag: „Winstdeling dient bedrijfs- gewijze te geschieden maar is het geen sociale onrechtvaardigheid, dat in het ene bedrijf, waar winst wordt gemaakt, wel winstdeling zal plaats vinden en in het andere niet? Komt men op die manier niet terecht bij de R.K. opvatting dat de winstdeling per bedrijfstak dient te geschieden; en uit eindelijk bij de socialistische opvatting, dat die winstdeling een staatszaak is?" Dat men hier niet zo gemakkelijk uitkwam, is begrijpelijk. Maar het feit dat men zich op deze dingen beraadt en bereid is ook ernst met de uitvoe ring te maken, geeft hoop voor de toe komst. Ingezonden Mededeling (adv.) alleen wat ver van de bewoonde wereld ligt. Anderzijds heeft hij dan ook alle vrijheid. In Nederland had hij het goed, maar „toch altgd te min". Hier kan hij kopen wat hg' nodig heeft en houdt dan nog over. De woning is natuurlijk vrij. En er staat zelfs een koelkast in. „Vrouw, haal het vanille-g's en de schaal met slagroom uit de frigidaire en zet de gasten wat voor", grapt hü, Maar het was niet alleen een grap, want ps en slagroom kwamen er! Dat kan gemakkelijk, want melk hebben ze ook vrp, in grote hoeveelheid. En ook krügt hij van de boer wat vlees. Op zoek naar een kerk, Kerkelijk is het wat moeilijk. Van huis uit is van der Wielen Gerefor meerd en hij heeft altijd meegeleefd. Maar in het kamp, waar ze 4 maanden verbleven, was geen kerk. Toen ging hij in Northam naar een kerk zoeken. Hij kwam er één voorbij en ze zongen daar zó mooi, dat hij besloot, er bin nen te gaan. Het was de Church of Christ". Hij werd hartelijk ontvangen. Na afloop werd hij uitgenodigd op Perth is een belangrijke stad. Men vindt er een universiteit. Op de foto het universiteitsgebouw. Pensioenwetgeving wordt gewijzigd. Bij de Tweede Kamer is dezer dagen een wetsontwerp ingediend tot wij ziging van een aantal pensioenwetten. Het betreft hier de Pensioenwet 1922, de Pensioenwet voor de spoorwegambtenaren en de militaire pensioenwetten. Al geruime tijd werd aan deze wijziging behoefte gevoeld; sedert 1922 is er immers al heel wat veranderd! Wat thans als wijzigingen worden voorge steld is nog slechts een begin om te komen tot een geheel nieuwe, naar de eisen van deze tijd opgestelde (en ook leesbare!) pensioenwetgeving. De daartoe in 1949 ingestelde Staatscommissie heeft een tussentijds rapport in gediend om een vijftal urgente pensioenvraagstukken voorrang te verlenen. En de regering heeft deze vijf' punten in dit wetsontwerp verwerkt. Onder tussen zet de commissie echter haar arbeid voort om te komen tot een defi nitief gewijzigde pensioenwetgeving. domspensioen van 10 tot 7 jaar en van 15 tot 10 jaar. Een voor tienduizenden belangrijk punt is de pensioengerechtigheid der arbeidscontractanten. De arbeids contractanten in dienst van Rijk, provincies en gemeenten vallen bui ten de pensioenwetgeving. Het alge heel gemis van pensioenvoorzienin gen voor de arbeidscontr actanten heeft al heel wat teleurstelling ge bracht. In dit ontwerp verkrijgen de arbeids contractanten na een zonder wezenlijke onderbreking vervulde diensttijd van 2 jaren, de hoedanigheid van ambtenaar in de zin der pensioenwet 1922. Voor sommige categoriën kan dit 5 jaar worden, b.v. leerlingen, schoon maaksters, vrouwen belast met een me chanische of administratieve hulptaak en voor aflopende werkzaamheden. VERKORTING DER WACHT TIJDEN. Als tweede belangrijk punt geldt de verkorting der wachttijden voor het recht op pensioen. De wachttijd van net invaliditeitspensioen wordt verkort van 7 tot 5 jaar, die voor het ouder- Dit laatste betekent dat de in het huwelijk getreden en ontslagen onder wijzeres die tot en met 14 dienstjaren en evenzovele jaarlijkse pensioenstor- tingen in rekening kan brengen, voor heen van uitgesteld ouderdomspensioen ven-stoken bleef, doch dit thans met 10 volle dienstjaren kan verwerven. INVALIDITEIT. Het minimum van 30 pet. bg algehele invaliditeit brengt onder de bestfande wetgeving de gehuwde met kinderen vaak ook in grote financiële moeihjk- heden. In het ontwerp is een bepaling op genomen, niet om dit percentage te verhogen tot b.v. 40 pet., maar om op het invaliditeitspensioen in de daarvoor in aanmerking komende ge vallen een aanvulling te verlenen, zo lang dit nodig is. Deze aanvulling kan stügen tot drie-vierde van het volle pensioen en wordt verleend voor tenminste één en ten hoogste vgf jaar, met kans op verlenging. Voor een aanvulling van het pen sioen komt slechts in aanmerking de gene, wiens aanzien op grond van de pensioenkeuring wordt vastgesteld, dat hij ten gevolge van ziekten of gebreken, uit hoofde waarvan hü ongeschikt is verklaard voor verdere waarneming van zün betrekking, niet in staat moet worden geacht door voor hem passen de arbeid voor tenminste 1/3 gedeelte in zh'n levensonderhoud te kunnen voor zien, en wiens pensioen naar een dienst- tgd van minder dan 30 jaar is berekend. GEEN MAXIMUM MEER. Het vierde punt van wgziging is dat de bestaande binding aan 'n maximum, zowel voor het eigen als voor het ge zinspensioen, is losgelaten. Door het berekeningspercentage echter degres sief te stellen voor de eigen pensioenen boven f 4800,en de weduwenpen- sioenen boven f2200,'s-jaars, houdt de stijging der pensioenen geen geluke tred met die der pensioengrondslagen De nog al scherpe degressie is bedoeld om vast te houden aan de gedachte, waarop ook de geldende regeling be rust, n.l., dat het pensioen in de eerste plaats bestemd is om te kunnen voor zien in de noodzakeigke kosten van le vensonderhoud en dat het gedeelte van het pensioen dat moet dienen om de verdere kosten te bestrijden, naar ver houding lager kan zgn. Belangrijk is (lat de pensioenen van ile gepensionneerden, voor zover zij daarvoor in aanmerking komen, ver hoogd zullen worden overeenkomstig de nieuwe berekeningswijze. Tenslotte wordt nog een misstand weggeruimd. In bepaalde gevallen was er wegens een zelfde sterfgeval een on gewenste cumulatie mogelijk van we duwen- en wezenpensioenen. In dit wetsontwerp wordt hieraan een einde gemaakt. Blijkens de provinciale begroting 1954 voor Noord-Brabant kan een be drag van f 460.000 naar het provin ciale reserve-fonds worden overge boekt. BERN, 29 October. Maandag a.s. begint te Luzern, in Zwitserland, een spionnageproces tegen de Duitser Rudolf Roessler, woonachtig in Zwit serland en de Zwitser Xavier Schnie- per, die er van worden beschuldigd voor Tsjecho-Slowakije en ten nadele van de Westerse mogendheden te heb ben gespionneerd. Ook zouden zij stelselmatig ge gevens over de Zwitserse landsverde diging aan hun opdrachtgevers heb ben doorgegeven. Beiden werden negen Maart j.l. gearresteerd. Het proces, dat word gevoerd voor het Zwitserse opperste federale ge rechtshof, zal, naar verwachting, twee a drie dagen duren. WASHINGTON, 29 October. Het Amerikaanse leger zegt in een verslag over „communistische wreedheden", dat zich vermoedelijk 6113 Amerika nen bevinden onder „de velen, die in Korea gemarteld of vermoord zijn". Het leger heeft ook fotografisch be wijsmateriaal vrijgegeven foto's van verminkte soldaten en hopen zwartgeblakerde lijken van mensen, die levend verbrand zijn. Het rapport, dat is opgesteld door de afdeling oorlogsmisdaden van het leger in Korea, beslaat de periode van het begin van de oorlog tot 30 Juni j.l. Het totale aantal vermoedelijke Amerikaanse slachtoffers is niet veel gewij'igd sinds het rapport, dat in November 1951 is uitgegeven door kolonel James Haniey, die toen be last v/as met het verzamelen van ge gevens over oorlogsmisdaden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 9