In de Poel ontkwam een trotse fazant. Abouïiroop DE SLUIKER Communisten dwongen piloten bekentenissen af {Verouderde keest> Op jacht met geweer en lens Zuidafrikaanse bisschoppen tegen apartheid* Slimme haas hield zich schuil in een bietenveldje* Hr. Ms, „Willem van der Zaan" terug na wereldreis. Met helicopters op de walvisjacht* Gepensionneerden protesteerden* Woensdag 28 October 1953 ZEEUWS"*I DAGBLAD Pagina i 's werelds beste hoestsiroop Ingezonden Mededeling (adv.). Maak een einde aan dat gekuch, zuiver Uw lucht wegen van gevaarlijke ziektekiemen met de snelwerkende En dan zegt Marina, die ook een en ander weet: „Bidden, Heilman, altijd bidden. Draag vrouw en kinderen op aan de trouw van Gods genade". Dat doet hij ook. Maar het belet niet, dat hij dikwijls buien van neer slachtigheid heeft, die de dokter na tuurlijk zeer goed opmerkt, maar door de vingers ziet. Want de goed hartige en menslievende man begrijpt ten volle, wat er aan schort. Hij heeft innig medelijden met zijn koetsier en tracht hem dan door enkele kwink slagen op te vrolijken, wat soms ge lukt, doch meestal niet. En dan zwijgt dokter Stellaard maar, er van over tuigd, dat Heilman wel eens spreken zal. Voor de man spreekt, heeft de dokter al een plannetje gereed. Inderdaad komt het moment van spreken. Alleen: het is niet op een ge schikt moment. Zij rijden naar een boerderij, waar een arbeider ernstig ziek is. Hij heeft een aanval van typhus. En in zulk een geval is er met de dokter niet veel te beginnen. Dan concentreert deze kundige medicus in wijde om trek roemt men zijn kennis zich op dat ene geval. Dan zit hij zwijgend en opmerkzaam aan de legerstede. Dan trekt hij zich thuis terug in zijn stu deervertrek, om boeken te bestuderen. Dan maak hij ijverig notities, alsof hij nog student aan de Academie iï. Dan is het net, of hij vecht met de dood, die zulk een patiënt bedreigt. Hij verliest de kamp vaak. Hij wint ook wel eens. Zij rijden naar de boerderij, althans naar een huisje, er vlak bij. Dokter Stellaard ment zelf. Dat mag hij graag doen. Hij is vol gedachten over die jonge man, vader van vier kinderen, die ligt te worstelen met de dood. Hij zal zien wat hij kan doen, zo overlegt hij al enkele dagen. En heeft ook maatre gelen genomen. Maar tot nu hebben die weinig of niets geholpen; de lij der gaat steeds achteruit, staat al aan de rand van het graf. Zijn vrees is dus sterker dan zijn hoop. Een bepaald geschikte tijd zoekt Heilman dan ook niet uit, als hij zegt: „Dokter, ik heb U wat te vragen". Ilij kent de dokter toch nog niet goed, anders zou hij geweten hebben, dat hij, onder de gegeven omstandigheden, een kort of minder gewenst antwoord zou ontvangen. De stem van de dokter deert hij de leidsels. „Wat is er, dokter?" vraagt Heil man, die er niets van begrijpt. „Toch geen onraad?" „Welnee, man. Ik onderzoek alleen maar, of er niet een boom is, die tot galg dienen kan en of de leidsels sterk genoeg zijn, om er een strop van te maken. Ik ga namelijk begrijpen, dat je beslist aan zo'n ding hangen wilt en het komt mij voor, dat je dan geen kosten behoeft te maken en naar de overkant van de Schelde gaan. Ik zie, FEUILLETON Aflevering 48 Vrij bewerkt naar P. VISSER Jzn klinkt dan ook ver van vriendelijk: „Ja, dat heb ik al lang gemerkt. De laatste dagen is er geen land met je te bezeilen. Nu, wat heb je?" „Zie je, dokter, ik kan het niet lan ger uithouden. Ik heb toch zo'n ver langen naar mijn vrouw en kinde ren, dat ik er over denk, ze in het geheim te gaan bezoeken, natuurlijk als U het goed vindt. Ik zal dan pro beren, een geschikt persoon te vinden, die mij vervangt. Of anders zou ik mijn vrouw willen berichten en vra gen, om bericht terug te zenden. Zon der iets te weten, wordt het leven mij te zwaar. Ik moet iets te weten komen hoe dan ook". „Ho!" roep de dokter opeens. Jans staat stokstijf. De dokter buigt zich halverwege buiten de sjees en kjjkt in het rond, speciaal naar de bomen aan de kant van de weg. Dan bestu- dat er hier ook gelegenheid voor is. Zo'n gaffel van een boom en een stuk touw van de leidsels zouden je prach tig te pas komen. A la, vort. Jans!" Het paard hervat aanstonds zijn sukkeldrafje. „Begrijp je nou niet", gaat dokter Stellaard met stemverheffing voort, „dat je onmogelijk je vrouw kunt be zoeken, zonder dat iemand het te we ten komt, of je moest, zoals vroeger gebeurde naar men zegt, als een heks op een bezemsteel door de lucht kun nen rijden; misschien heb je het in die kunst ver gebracht; in dat geval heb ik niets gezegd". „Op een bezemsteel en door de lucht nu juist niet", glimlacht de koetsier, „maar 's nachts reizen wel en ik zou wel zorgen, dat niemand in Cadzand wist, dat ik er was". „Wel zo, alsof die goeie ziel van je vrouw het niet van schrik zou bester ven, als je daar in een nacht plotse ling voor haar stond. Op z'n minst kreeg zij een beroerte en dan moest noodzakelijk de dokter en een half dozijn buren er aan te pas komen en dan denkt zo iemand, dat zo'n avon tuur stilletjes zou aflopen! Man, waar zit je verstand? Als je binnen drie dagen je uit haar armen zou kunnen losscheuren, zou me dat erg meevallen. En intussen zr>" het hele dorp, ja, het hele lana ad- zand er van gewagen, aai Zij— Ier, de ter dood veroordeelde stuiker, was terug gekomen. Natuurlijk zei de justitie dan: „kip, ik heb je!" Niet, dat ik mij dit zo geweldig zou aan trekken hoor: koetsiers zijn er ge noeg te krijgen, maar ik gi ituur- lijk ook de kast in, want .jpt: een sluiker, reeds bestem^ gal genaas, in dienst te hebben, aai be tekent iets. En je weet: de steler is zo goed als de heler. Dus wil ik maar zeggen: als je ons beiden nu ruine ren wilt, kun je niet beter doen. En een brief schrijven aan mej, Heil man, pardon, die kwam zeker niet te recht, ik bedoel: mej. Zijier, wel, lieve deugd! Denk je dan heus, dat je vrouw die btief zou ontvangen? Ik zie de officier van justitie zijn bril al opzetten en al de lieve woordjes, die je voor je vrouw bestemd had, als zoete koek opeten! Fluks een renbode naar Goes; wat marechaussee's er op af en.koetser en dokter, misschien met zijn huishoudster er bij: allen te samen in het cachot. Alweer: kip, ik heb je! Wat blief? Daarom zeg ik: als je bij kris en kras toch zelfmoord plegen wil, wel, kies dan de eerste de beste boom. Zo'n boom is minstens zo goed als een galg en dan smaak je tenminste nog de voldoening, dat je niemand an ders in je ongeluk meesleept". JOHANNESBURG, 27 October. Na een synode van Anglicaanse bisschoppen in Zuid-Afrika is te Johannesburg een verklaring uitgegeven, waarin de bis schoppen de Zuidafrikaanse rassenpoli tiek veroordelen als „moreel verkeerd". ,Een dergelijk beleid schijnt ons te leiden naar een kastenstelsel, waartegen de Christelijke kerk altijd stelling heeft ge nomen", aldus de verklaring. De enige moreel verdedigbare politiek is volgens de bisschoppen het geven van volledige ontwikkelingsgelegenheid aan alle rassen Zij ontkennen, dat het feit dat blanke.en niet-blanken in verschil lende kerkgebouwen godsdienstoefenin gen houden erkenning betekent van het apartheidsbeginsel. Taalverschillen zijn hiervoor o.m. de reden. Niet-blanken kunnen in elke kerk de diensten bij wonen, zo werd hieraan toegevoegd. De bisschoppen eisen gelijk onderwijs voor blanken en niet-blanken, doch zij zijn onder de huidige omstandigheden voor handhaving van afzonderlijke scholen voor verschillende rassen. Nieuwe burgemeester in Ruinen 's-GRAVENHAGE, 27 Oct. Tot burgemeester van de Drentse ge meente Ruinen is met ingang van 1 December a.s. benoemd mr J. J. Roe- ters van Lennep te Scheveningen, hoofdcommies bij de vereniging van Nederlandse gemeenten. Mr Roeters van Lennep, die niet bij een politieke partij is aangesloten, werd op 5 Februari 1918 in Delft ge boren. Beschuldiging over bacteriologische oorlogvoering Debat in de politieke commissie van de V.N. NEW YORK, 27 Oct. De politieke commissie van de V.N. is begonnen met het debat over de beschuldiging van communistische zijde, dat de Ameri kanen zich in de Koreaanse oorlog van bacteriologische strijdmiddelen heb ben bediend. De Amerikaanse medicus dr Charles Mayo legde beëdigde verklaringen van zes Amerikaanse piloten over, waaruit zou bljjken dat een door de Russische bioloog Pavlof uitgevonden methode is gebruikt om van gevangen genomen Amerikaanse piloten „bekentenissen" over bacteriologische oorlogvoering los te krijgen. Deze zg. bekentenissen zjjn later door de vliegers Ingetrokken, ter wijl zij tevens een beschrijving gaven van de wijze, waarop zij verkregen zijn. alsnog te doen. Bij dit protocol wordt het gebruik van bacteriologische wa pens en van gifgassen verboden. De Belg Rassart zei dat de Russische beschuldiging, dat in de strijd in Ko rea bacteriën zijn gebruikt, niet alleen Amerika aangaat, maar alle leden van de V.N. en vooral die landen, die troe pen naar Korea hebben gezonden. Daarom moest de communistische be schuldiging afdoende beantwoord worden. Hij herinnerde er aan, dat de communisten nooit een onderzoek van hun aantijging door het internationale Rode Kruis, de wereldgezondheids- satie niet mag onderzoeken, organisatie of de door de algemene vergadering van de V.N. voorgestelde commissie van vijf landen hebben toe gestaan. Hij vond het vreemd, dat de Sowj et-Unie een zaak aan de V.N. heeft voorgelegd, die de wereldorgani- Dr Mayo zei, dat de gevangen ge nomen Amerikaanse piloten hun „bekentenissen" na de grootst mo gelijke ontberingen „gedwongen le vend op een peil lager dan dat van een dier", hadden afgelegd. De Russische afgevaardigde Malik zei op zijn beurt, dat de in Amerika teruggekeerde piloten hun verklarin gen hadden ingetrokken omdat zij bang waren ande<g van hoogverraad te worden beschuldigd. Hij zei, dat de Amerikaanse autoriteiten de betrok ken vliegers voor politieke doeleinden gebruiken en de aandacht willen af leiden van de tegen het Koreaanse volk gebruikte strijdmiddelen. Malik diende een resolutie in, waar in de landen, die het Geneefse proto col van 1925 nog niet bekrachtigd hebben, worden aangespoord zulks MIJN GASTHEER Ook in de bosjes, geen fazantje te zien. UIT HET HOGE MAÏSVELD schoot plotseling, in een wir-war van felle kleuren, een fazanthaan om hoog, Er klonk een schot, maar de vogel was reed: met snelle wiekslag en een haast triomfantelijke krec achter een bosje verdwenen De jager liet zijn geweer met een spijtig gebaa zakken. Glimlachte toen sportief: „Die was me te vlu af" De fanzantenjacht is geopend en gaarne ging ik in op de uitnodiging van m'n gastheer om eens een keertje mee te gaan. We vertrokken al vroeg. In de "Poel, het jachtterrein, dreef een lage stille nevel over de velden. De koeien staken er hun koppen verwon derd boven uit en keken dom naar de praatjesmakende spreeuwen, die in grote getale op weg waren, honderden gelijk. UW VERSLAGGEVEn 9 .slippendrager LONDEN, 27 October. Een Britse vliegtuigfabriek bouwt thans helicopters die door enige Britse en Noorse walvis- vaart-ondernemingen zijn besteld. De betrokken helicopter is de Westland Si korsky (S55), die naar de deskundigen aannemen de efficiency van de walvis- vloot aanzienlijk zal vergroten. Een zegs man van de vliegtuigfabriek heeft mede gedeeld dat de order voor „een behoor lijk aantal machines" was, maar dat er bovendien van Japan tot Scandinavië belangstelling voor de helicopters be stond. De Westland55 is een grotere versie van de S—51 die veel experimen tele vluchten op walvis-expedities heeft gemaakt. De helicopters zullen op de walvisvaarder worden gestationneerd. In het afgelopen seizoen werden door een S51 bijna 1400 walvissen gesignaleerd over een vliegtijd van 185 uur. Een gro tere helicopter kan in een vlucht ver moedelijk op een hoogte van 30 tot 500 voet boven de zeespiegel 13.500 vierkante mijl afzoeken. Een walvisjager zou voor een derde van deze oppervlakte twintig uur nodig hebben. Deskundigen in de walvis-industrie zijn van mening, dat er voor de toekomst de mogelijkheid bestaat dat de helicopters de eigenlijke aanval op de walvissen zullen uitvoeren. Zes tot acht helicopters zouden daarbij het werk kunnen doen van twee keer zoveel jagers en in een veel kortere tijd. AMSTERDAM, 27 October. Te Am sterdam hebben ruim 2000 gepension neerden, leden van de afdeling Amster dam van de Algemene Bond van gepen sionneerden een protestvergadering ge houden en een motie aangenomen, waar in geprotesteerd wordt tegen de achter stelling van de gepensionneerden bij de komende loonsverhogingen. Bao Dai, het Vietnamese staatshoofd, is Maandag per vliegtuig uit Nice naar Saigon vertrokken. Bijna geheel Den Helder was uitgelopen om Hr. Ms. fregat „Willem van der Zaan" te begroe ten, welk oorlogsschip uit de Ne derlandse Antillen via de Pacific en Nieuw Guinea Maandag in de thuishaven arriveerde en een we reldreis heeft volbracht. Op 9 Juni vertrok het schip uit Den Helder naar de Nederlandse Antillen on der commando van Luitenant ter Zee eerste klasse J. D. van Meeu wen, die enige tijd daarna in de Cardibische wateren het bevel overdroeg aan Kapitein-Luitenant ter Zee P. van Willigen. Op 14 Juni van dit jaar vertrok de „Willem van der Zaan" uit Willemstad via Balbao, het Panamakanaal, naar Manzanillo (Mexico) waar het schip op 8 Augustus aankwam. Op 1 September uertrok de oorlogs bodem via Sowng, Singapore. Co lombo, Aden, Port Said en Gibral tar naar Nederland. Tijdens het verblijf in de Nederlandse Antillen heeft Hr. Ms. „Willem van der Zaan" deelgenomen aan oefenin gen met zee- eu luchtstrijdkrach ten van andere bij de Noordatlan- tische gemeenschap aangesloten landen, o.m. tezamen met Hr. Ms. fregat „Ceram" en eenheden van de Amerikaanse marine en de Canadese luchtstrijdkrachten aan oefening „Buffet". ,Een mooi dagje" zei m'n gastheer, terwijl .ve rustig als twee renteniers voortfietsten door het stille landschap. „Het is nat op de velden, ik denk, dat de haasjes wel aan de droge plekjes var. de slootkant zullen zitten. Die kereltjes hebben een hekel aan natte voeten." En hij speurde naarstig de slootkanten af, meteen kijkend of hij bij toeval „nergens meer een vette woerd zag zitten". Het jachtgebied bleek te liggen in de buurt van Baarsdorp. Daar moes ten we de derde man, Ko. H. ge- naan d, ophalen. EEN ANDERE JACHT: ZEEHONDEN. Zo verder fietsend door de stille morgen gingen m'n gedachten terug naar een andere jachtpartij namelijk een op zee, die ik voor de oorlog eens had bijgewoond. Gastheer was toen de beke.xde chirurg en Afrika-reizi- ger dr Huese en de jacht was geopend op ieehond„n. Met een motorboot voeren we de Westerschelde op. Op de rand van de zandplaten lagen zich de zeehonden in de warme zomerzon te koesteren. We voeren achter zo'n plaat om en begaven ons er dan in zwempak naar toe. Een knecht van de dokter trok rechts om de plaat, die wat bol log, heen en wij gingen links. De dieren, zeer nieuwsgierig, keken belangstellend naar rechts waar de knecht, zacht „oehoeënd" hun aan dacht trok. Op een zeker moment kwam hij echter te dicht bij en dan doken ze, roetsjem, het water in. Dan kwam het erop aan, *nel als de wind naar de plaats te rennen waar ze gelegen hadden teneinde hen bij de neus te vatten als ze weer zouden op duiken. Ik herinner me, dat dat een onfris karweitje was. Waar de beesten hadden gelegen stonk het ontzettend. En daar lagen we dan te wachten op de buik met de voeten een beetje om hoog zwaaiend. Verlakkerij natuurlijk, maar voor de zeehonden genoeg om te geloven, dat er stamverwanten lagen. Ze kwamen dan langzaam terug- zwemmen en het lag dan maar aan de sportiviteit van de jager om de afstand te bepalen waarop hij ze wilde schieten. Maar de dieren waren slim. De eerste keer kwamen ze ook naderbij, aangelokt bovendien door een zee hondenkopje, listig van hout vervaar digd met een velletje erover en een paar glazen oogjes, dat vóór ons in het water dreef aan een touwtje met een stukje lood als anker. De jager liet ze dichterbij komen. Toen hjj echter zijn geweer richtte was het mis. Met een luide klap schoten de dieren onder water en konden we in pakken. Op een andere plaat herhaalde het spelletje zich, met dit verschil dat een van de knapen het haasje, zo ge wilt, het hondje werd. Toen bleek echter ook meteen waar om wij verkoren waren mee te gaan. „Zwem erom" riep de dokter, „want anders z'nkt ie en zijn wc hem kwijt." Welnu we zwommen, dat het een lie ve lust was. Ik moge me er beschei den op beroemen, dat ik het dier, d:stilletjes in het water dreef, het eerst bij de staartvin te pakken had. Het bekwam me echter slecht. Toen we naar de plaat terugzwommen bleek onze vriend nog niet zo dood te zijn als we verwacht hadden en to„n hij zich plotseling venijnig begon te kronkelen en naar m'n tenen begon te happen, had ik het liefst maar los gelaten. Maar we kregen hem aan de kant. Het was een mooi beest. DIE IS AL BEZIG.... Zo in gedadchten verdiept drong 't langzaam tot me door, dat m'n gast heer aan het vertellen was... „En ik zeg, dat er heel w zijn, die een haas in zijn leger uuiuen schieten. Die willen zo'n beest geen kans geven, uit angst dat ze met niks thuis zullen komen...." Ko in Baarsdorp was niet thuis en toen we op weg naar het jachtterrein weer op de fiets zaten en in de verte een droog schot klonk, zei m'n met gezel met ietwat afgunst in de stem: „Kijk, die is ai bezig". Bij een zijpaadje stapten we van de fiets en legden de karretjes aan de slootkant. Toen keken we onze wa pens na. Hjj z'n geweer, ik m'n foto toestel. Al was er dan geen zon, al licht zou er voor mij ook nog wel een „schot" aan vast zitten. Maar het duurde nog een uur eer het zover was. Een uurtje van heer lijk dwalen door sappige weilanden, langs slootkantjes en door maïsvelden, 1: ngs struiken en bosjes en door bietenvelden. In de verte zag ik de torens van 's-Heer Arendskerke en Nisse en heel in de verte de ranke silhouetten van de Goese torens. Maar wat we niet zagen was wild. Géén fazant, géén wegschietende pa trijzen, géén vlugge haas. „Kijk, daar komt onze Ko", zei m'n gastheer en nauwelijks had hij het gezegd, of er klonk een schot -en hol de in de ->-erte de man een weiland in, gevolgd door een blaffende hond. Even later stak hij triomfantelijk de arm omhoog. Een vette haas. „NOU IS 'TMIJN BEURT...." „Maar nou is 't mijn beurt Ko," zei m'n gastheer, toen we verder gingen, nadat ik als de „slippendrageP' was voorgesteld. Toen begon het pas goed. Weiland na weiland liepen we af. Ko, met zijn boerenhoedje op, zijn hond „Duuk" naast zich, beende met lange passen voort. Ik kreeg de „linker vleugel" toebedeeld. Arme stedeling, dacht ik. Arme stedeling, gewend aan kantoorkruk en schrijfmachine, wat zijn jouw ogen slecht. Vlak voor me uit dook op een bouwland een koppel patrijzen op. Ik schrok me wild. Ffffoetsj, weg waren ze, met heftig vleugelgeklepper. Te snel om ook maar een schot te lossen. Wat de hazen betreft, bleek de voorspelling van mijn gastheer uit te komen. De meeste dieren zaten gezel lig aan de kant van een sloot of van j een koeienput, veilig weggedoken In I een warm leger. Ik moet tot de eer van mijn gastheer zeggen, dat bij de beestjes een kans gaf. Eén ervan, zo plotseling verrast, keek ons star aan, misschien hadden we hem nog niet eens gezien. Maar toen „knikte" hij eens enroetsj.... lopen jongens! Hij kwam niet ver. Een schot, een tuimeling en „Lampe" was ons. Het was een flinke zevenponder. Ik heb overigens nooit geweten dat een haas rustig blijft zitten. Zo door kruisten we een bietenveld en een klaverwei. Moeizaam voortstappend tussen de bietjes moet ik er een op nog geen drie meter zijn gepasseerd. Maar Duuk de hond viel er over. Jammer genoeg rende hij er achter aan het is nog een jong beest "en hij moet nog veel Ieren en zo doende lag-hij in de vuurlijn. Het was 's heren Lampe's behoud. Veel fazanten hebben we niet ge zien. Net die eene, die buiten schot bleef. En die ergens tussen het struik gewas verdween. En geloof me, in de buurt van Baarsdorp (Baesdurp, zeg gen ze hier) is de Poei niet zo kaal als het lijkt. Geen fazant en geen patrijs. Al leen hazen was de buit, waarmee we huiswaarts keerden. De kievit ten knikten er veelbetekenend tegen. En m'n gastheer zei ten afscheid: „De eerste patrijs, die ik schiet, is voor jou". Nu, en daar houden we het dan maar op. De algemene vergadering van de V.N. heeft besloten het mandaat van de Hoge Commissaris voor de vluch telingen, onze landgenoot Van Heuven Goedhart, met vijf jaar te ver lengen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 4