Y00R DE JEUGD.
item u-an de QicMeh
V-oob <m^e gieken
Vrijdag 16 October 1953
T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagfeia 2
maken; III De plaatsing van het aqua
rium; IV Aquariumverwarming; V
Aquariumpompen; VI Aquariumfilters;
VII Onderhoud en technische hulp
middelen. Het werk dat door Dr Por-
tielje is verzorgd, heeft als inhoud:
I Aquariumliefhebberij als opbouwen
de ontspanning; II Het aquarium in
ons leven; III Het aquarium van „Ar-
tis"; IV Enkele zoetwaterdieren in het
Artis Aquarium; V Technische gege
vens over het Artis Aquarium.
De Uitgeefster deelde ons mede, dat
tot de brede staf van medewerkers
voor deze encyclopaedie nog zijn toe
getreden de heren Prof. Dr J. J. Duy-
vené de Wit, Hoogleraar aan de Uni
versiteit van Bloemfontein; H. Mein-
ken, de internationale vissenspecialist
en mede-auteur van „Die Aquarium-
fischen in Wort und Bild"; Dr A. van
de Werff, Directeur van het Biologisch
Station te Abcoude. Deze namen zijn
er wel borg voor, dat hier werk ge
leverd wordt, dat het stempel van
vakmanschap dragen zal.
Delen we nog mede, dat thans ter
perse zijn „Aquariumbiologie, door Dr
J. J. Duyvené de Wit en „Aquarium
vissen van Zuid-Amerika", door K.
Werner.
Het verwondert ons niet, dat de Uit
geefster vertellen kan, dat er een grote
belangstelling voor dit unieke werk
bestaat. De aquariumliefhebber heeft
een brokje rijke natuur in huis en
wanneer hij dóór middel van deze
boeken zich de kennis van dit brokje
natuur in al zijn rijkdom, variatie, en
wonderbare schoonheid eigen maakt,
zal deze „liefhebberij" meer voor hem
worden dan een stukje ontspanning.
Hij zal iets gaan verstaan van wat
Keats bedoelde met zijn „A thing of
beauty is a joy for ever," oftewel:
van hetgeen schoon is heeft men al
toos vreugde. Zeer terecht spreekt de
auteur van het eerste deel over aqua
riumliefhebberij als van een „opbou
wende ontspanning" Niemand zal bo
vendien de juistheid van diens stel
ling betwisten: „de ware amateur
wenst bij zijn liefde voor de natuur
ook kennis van de natuur op te doen."
Welnu, deze, gezien de uitvoering,
spotgoedkope encyclopaedie, geeft ons
daartoe de gelegenheid.
Gaarne aanbevolen.
Deel II, door A. Sivirsky. Uit
gave J. B. Wolters te Groningen.
Het tweede deel, in deze serie bevat
evenals de vorige een „bloemlezing
voor voordracht".
Wie deze bundel hanteert zal goed
doen, daarbij de inleiding te lezen
welke bij het eerste deel gegeven werd.
"ij weet dan wat „voordragen" is, al-
hans kan hij dan de weg vinden om
het moeilijke ambacht van de voor
drachtkunst zich eigen te maken.
Wij kunnen ook van deze bundel
niet anders zeggen, dan dat de keuze
uitstekend geslaagd is. Elk wat wils,
moeilijke en eenvoudige, ernstige en
luimige verzen en stukken proza. We
nemen er één uit over. Het is van
Willem van Iependaal.
„JA, MEHEER!"
Jongen, nu je wordt ontslagen
Niet zo Bels je pet meer dragen.
Nee, meheer.
Nog beter, koop een cowboyhoed,
Die stond Prins Hendrik ook zo goed.
Ja, meheer.
Nu geen straffe catz meer drinken,
Of naar losse meisjes linken.
Nee, meheer.
Want er steekt in een vrouwenlip
Meer kwaad dan uit een oorlogsschip.
Ja, meheer.
Laat je voet geen dansvloer raken
Om de kippentrot te maken.
Nee, meheer.
Al dat gewankel op een kluit,
Draait weer op drie jaar eenzaam uit.
Ja, meheer.
Geen piraatjes, niet meer vloeken,
En subiet een baasie zoeken.
Ja, meheer.
Zes dagen wei ken in de week
En Zondags tweemaal naar de kerk.
Ja, meheer.
Slechte vriendjes straal negéren,
Heb er één, de Heer der Heren.
Ja, meheer.
Want Goc, Die alles weet en ziet,
Verlaat een ouwe jongen niet.
Nee, meheer.
In Januari vertelde ik in ons hoekje
dat er eind Februari een tentoonstel
ling uitgaande van de Vereniging „Ne
derlands Fabrikaat," in Goes zou wor
den gehouden. Natuurlijk kon deze
opzet niet worden uitgevoerd, door de
ramp, die voornamelijk onze provincie
trof. Doch van dit uitstel is geen afstel
gekomen, want van 17 tot 22 October
zal in de zaal op de Beestenmarkt, hier
in Goes de tentoonstelling worden ge
houden. In de aankondiging in Janu
ari schreef ik u al, dat de bedoeling is
de belangstelling voor onze eigen in
dustrie te ontwikkelen, opdat we zo
welbewust bij onze inkopen er mee
gaan rekenen, dat we bij keuze, Ne
derlands fabrikaat of een buitenlands
product, in de eerste plaats grijpen
naar „Nederlands Fabrikaat". Eigen
lijk moest dat vanzelfsprekend zijn.
Maar voor sommigen heeft een buiten
lands etiket een magische invloed.
Nu lijkt het wel onschuldig om zo
ook maar eens wat buitenlands goed te
kopen, maar zo onschuldig is het toch
niet. Nu, ja elk onzer mag dan al geen
duizenden te besteden hebben, wat je
zo eens een keertje doet, telt niet zo
veel, maar als er veel zo over denken,
dan betekent dat wél wat. Ik weet op
het ogenblik niet precies de cijfers,
maar ik herinner me wel, dat in een
der afleveringen van het Maandblad
der Ver. „Ned. Fabrikaat," eens ver
teld werd hoe hoog een percentage van
het te besteden nationaal geldbezit
door onze „zwakke vrouwenhanden"
gaat. Dat gaat over zoveel millioenen,
dat mijn huisvrouwen haren er van
ten berge rijzen. Het zijn de „vele
kleintjes" uit die talloze vrouwen
handen, die deze „grote" maken. Zo
gezien is het dus wel terdege van be
lang, hoe we dat geld besteden. Komt
dat geld weer in „eigen zak" terecht
of brengen we het bij de „buurman".
In „eigen zak", dat wil zeggen bij
eigen industriën en bedrijven, waar
door deze weer nieuwe kansen •vóór
expansie krijgen wat op zijn beurt
weer zoveel van onze eigen mannen
aan het werk houdt. Het is een cirkel
gang, en nu is het voornamelijk aan de
vrouwen om te zorgen, dat die cirkel
geen langwerpig ding wordt, waarvan
een punt boven buitenlandse fabrieken
hangt, waardoor we bij de buren het
werklozenvraagstuk helpen oplossen.
Dit zou wel een prachtig ding zijn, als
wij zelf in ons land geen enkel
probleem op dit gebied hadden. Dus
koop Nederlandse waar, dan
helpen wij elkaar.
Nu kunt ge als een doorgewinterde
huisvrouw zeggen, volkomen met u
eens, maar ik wil voor mijn gezin het
beste van het beste voor het geld, dat
ik uitgeef. Schoon gelijk. Wil ik ook.
Maar dat hoeft niet in te houden, dat
we eerst bij de buren het beste kun
nen halen, ik heb alle vertrouwen, dat
wij in ons land het ook aardig voor el
kaar weten te brengen, en zo gij nog
twijfelt, kom dan eens naar de ten
toonstelling op de Beestenmarkt, daar
zult ge kunnen zien, wat er in ons
land gepresteerd wordt. Dat is lang
niet mis.
Van de leider der tentoonstelling
kreeg ik de volgende inlichtingen:
Overdag ontvangt men, liefst in
klasseverband, graag de jeugd, die dan
word rondgeleid door instructeurs.
Voor volwassenen is de tentoonstelling
geopend, Zaterdag 17 October van 25
en van 7—10 uur. Verder op Maandag,
Dinsdag, Woensdag en Donderdag,
daaropvolgend 's avonds van 710 uur.
De leider, de heer Polderman, voegt er
aan toe: „Voor wat het bezoek van
volwassenen aangaat nog_ het volgen
de. Verschillende verenigingen zijn
aangeschreven met net verzoek voor,
hun leden een excursie naar de ex
positie te organiseren, waarbij dan
door een onzer een rondleiding met
toelichting wordt gegeven. Omdat niet
alle adressen van de plaatselijke orga
nisaties bij ons bekend zijn, ware het
wellicht aanbevelenswaardig er nog op
te wijzen, dat men zich voor een ex
cursie alsnog nader kan verstaan met
ondergetekende, die vanaf 15 October
dagelijks in de tentoonstellingszaal op
de Beestenmarkt aanwezig is, om hier
voor een afspraak te maken. We be
doelen hiermee voornamelijk Huis
vrouwenverenigingen, organisaties van
werkgevers en werknemers, jeugdver
enigingen, personeelsverenigingen, e.d.
Uiteraard is ook elke individuele be-
zoeker(ster) van harte welkom. Uit
ervaring weten we, dat de ouders na
het bezoek van hun kinderen Ook
gaarne een kijkje komen nemen.
Tot zover de leider van de expositie.
Ik zou zeggen, we moeten daar eens
gaan kijken. Een mens is nooit te oud
om iets te leren. Tot ziens dan maar
op de Beestenmarkt, al zullen we daar,
gelet op de naam, geen koe of kalf
gaan kopen, al is dit zuiver Neder
landse waar.
Als je bijna alle dagen de zon in je
kamer hebt, is dat een reden tot grote
blijdschap.
Vooral als je daarbij ook nog van
een heerlijk uitzicht mag genieten.
Zelf heb ik het ook.
Langzaamaan worden de velden
weer kaal. De laatste vruchten zijn
rijp om te worden geoogst.
En dan gaat de ploegschaar weer
door de akkers. Velen gebruiken daar
voor de traktor, maar gelukkig zijn er
ook nog landbouwers die de paarden
voor de ploeg spannen.
Mooi is dat, als je vanaf je ziekbed
de gestadige stap van die sterke die
ren ziet, het zware ploegijzer trek
kend.
Al het onkruid gaat er onder.
De zwarte aarde komt in blinkende
rijen in het zonlicht te liggen. Maar de
rusttijd is kort. Weer zaait de boer het
kostbare graan over de blinkende
voren.
De paarden worden voor de eg ge
spannen, de kluiten verpoederen, en
het graan wordt bedekt. Nieuw leven
door afsterving. Onwillekeurig komt
dan de gelijkenis van de zaaier in je
gedachten.
Maar daarover wou ik het eigenlijk
niet hebben. Ik vond die gewilligheid
van die paarden zo mooi. Ze hebben
door de tucht geleerd hun meester te
gehoorzamen. Ze bedienen hem op zijn
wenk en woord. Als ze wat onwillig
zijn ontvangen ze een enkele maal
slaag, en hun loon ontvangen ze in
voeder in de warme stal.
Mede door hun arbeid komt de ak
ker gereed.
Toen dacht ik, in Gods Koninkrijk
zijn wij veel aan dat paard gelijk. En
op mijn ziekbed voor. het raam, zo
vroeg ik met mijn handen saam: „Leg
ons, o God de teugels aan, opdat de
voet Uw smalle baan, betreden mag,
en wij niet mee, ons' eigen zinnen vol
gen Heer". Wij willen ook U dienen
Heer. 't Onkruid vernielen meer en
meer. Vergeten hetgeen achter is, en
ploegen voort. Dit is gewis. Gij hebt
de teugels in de strijd. Gij maant ons,
telkens, op Uw tijd. Ik help slechts zo
Gij mij gebiedt. Als Gij niet helpt, trek
ik niet. En als Gij ploegt, 't gaat met
verdriet. En als wij wat onwillig zijn,
dan geeft Gij slagen, dat doet pijn.
Die striemen doen geweldig zeer, maar
wij zijn dienaars; Gij de Heer. Uit
Liefde drijft Gij Uwe ploeg, door onze
ziel, 't is nooit genoeg. Maar 't onkruid
zal er ondergaan, bij elke nieuwe vo-
renbaan. Een schone akker; goede
vrucht. Het onkruid kost ons meen'ge
zucht. Daar zal óók wassen tot de
oogst. Dat hebt Gij ons gezegd tot
troost. En als Gij oogsten zult, o Heer,
Dan legt Gij ook de teugels neer.
Zó ligt Uw akker straks gereed, door
Levensstrijd en zieleleed. Zodat ze
vruchten dragen kan, verworven door
de Smartenman.
Snij dan, o God, een rechte voor in
onze ziel en ploeg maar door."
ALBERT
Hier de pendaar teken even....
Twee en veertig gulden zeven....
Ja, meheer!
Min zestig centen Schuld cantien
En hier m'n hand.... Tot wederzien?
Ja, meheer!
Knip bovenstaande figuurtjes uit.
Door nu verschillende stukken aan elkaar te passen (b.v. de agent met jon-
gensbeenen) ontstaan de allergekste figuren. Probeer het maar eens, je zult
er veel plezier ran hebben.
AmeRimmse SRiei/en
Beste vrienden.
Nu het leesseizoen weer is aangebroken,
dacht ik jullie weer eens iets te schrijven
over het Amerikaanse leven.
Zoals'ik je voor de vacantie schreef ben
ik van de zomer in California geweest en
over die reis heb ik je het een en ander ver
teld. Thans ben ik weer terug in Grand
Rapids, bij de zoons die ik hier heb wo
nen, en die farmers zijn. Ofschoon ik zelf
in de stad woon, ben ik veel bij hen op de
boerderij, zoals te begrijpen valt van een
buitenman, die zijn leven lang op het platte
land heeft doorgebracht.
Ik ben nu een paar dagen bij mijn oudste
zoon geweest, die een boerderij heeft on
geveer zestig kilometer buiten Grand Ra
pids, het Noord-Oosten in. Het is daar bes
te grond. Hij heeft een gemengd bedrijf, dat
wil zeggen, dat hij behalve de landbouw
ook veeteelt heeft. En dat brengt grote druk
te mee. Vee bindt je handen, niet alleen in
de week, maar ook op Zondag, niet alleen
in de zomer maar eveneens in de winter.
Maar daar weet men in Nederland ook van
mee te praten.
Maar nu de laatste keer dat ik bij hem
was, werkte hij niet voor zichzelf, maar was
bezig op een stuk grond van een ander. En
daar wil ik jullie nu iets over schrijven,
omdat je daarmee in aanraking komt met
een stukje echt Amerikaans leven.
Het Christelijk onderwijs in Amerika kost
ons hier handen vol geld. De toestand is
eigenlijk nog precies als het in Nederland
in het begin van het optreden van Dr Kuy-
was in de tijd van Groen van Prinsterer en
later, nog voor het kabinet Makay daar eni
ge verandering in gebracht had. Dat bete
kent dus dat wij als Amerikaanse christe
nen niet alleen in de belasting moeten mee
helpen om de openbare school in stand te
houden, maar dat we daarnaast grote be
dragen moeten bijeen brengen om de Chris
telijke scholen in stand te houden, want de
Staat geeft er geen cent voor uit. Maar we
redden ons hier wel, zij het met grote of
fers.
De kerkelijke gemeente waartoe mijn oud
ste zoon behoort, telt 52 gezinnen. Het is
dus maar een heel kleine gemeente. Toch
heeft deze gemeente een eigen Christelijke
school met een hoofd, een onderwijzer en
twee onderwijzeressen. Bovendien heeft de
ze school een eigen „schoolbus" waarmee
de kinderen van heinde en ver worden op
gehaald. Dit kost per jaar ook nog een bud
get van ongeveer zeven duizend dollar, zo
dat men wel kan uitrekenen hoe groot de
offers zijn, die hier bijeen gebracht moeten
worden, om kerk en school in stand te hou
den. Nu zal men bij jullie wellicht zeggen:
maar die „rijke Amerikanen" kunnen dat
allemaal gemakkelijk doen. Maar zo is het
toch niet. Het is bij ons precies als bij jullie,
wat positief christelijk leeft behoort niet tot
de edelen en de rijken, maar zijn doorgaans
de „kleyne luijden" de kleine middenstand
en de arbeiders. Ook deze kleine gemeente
bestaat grotendeels uit arbeiders, die in de
stad Grand Rapids hun brood verdienen. Nu
hebben we ook enkele landbouwers er bij en
die staan elk op hun beurt nu een 25 of 30
acre land af voor de school. Natuurlijk
gratis. Dat wordt dan bezaaid met tarwe.
Terwijl ik bij mijn zoon was, waren daar
juist de leden van het Schoolbestuur om
deze grond te ploegen. Ze hadden allen hun
tractor mee gebracht. Zij die er zelf geen
hadden, konden er een lenen van de man
die dit gereedschap te koop heeft. Die be
schouwt dit natuurlijk als een goede recla
me. De ijverige moeders en dochters in de
club brengen om half elf de «koffie en de
cake en 's middags warm eten en daarna
weer de thee. Dat maakt het werken nog
gezellig ook. Zon hoekje tarwe, waar ove
rigens niet veel werk aan is, brengt altijd
nog een vijftien honderd tot twee duizend
dollar op. En van dit bedrag lost men de
schuld af van het mooie stenen schoolge
bouw, dat men heeft laten plaatsen. De kos
tende prijs van het onderwijs moet door we
kelijkse of maandelijkse bijdragen betaald
worden. Beslist arme mensen, weduwen enz.
die het niet betalen kunnen, worden hierin
bijgestaan door de kerkelijke diaconie. Het
is een genot deze liefde en eensgezindheid
voor ons christelijk onderwijs gade te slaan.
Een millionnair, die daar aan de rivier
een prachtige villa heeft staan, een man,
die overigens tot geen enkele kerk behoort,
vernam eens dat het onderwijs aan deze
christelijke school op zo'n hoog peil stond,
dat het de openbare school ver in de scha
duw liet Deze kwam eens bij het bestuur
De schrijver van de Amerikaanse brieven*', Oom Cees, maakt de koffietafel
klaar en de farmers, die het land voor de Christelijke school aan het ploegen
zijn, pauzeren even
van de Christelijke school met het verzoek
zijn kinderen op deze school te mogen plaat
sen. Toen kreeg hij het reglement van de
school om dit door te lezen. In dit regle
ment is vastgesteld, dat men om lid van
de schoolvereniging te zijn de drie formu
lieren van Enigheid moet onderschrijven en
om kinderen naar deze school te kunnen
zenden, moet men lid van de Schoolvereni
ging wezen. Zo was hij dus uitgesloten.
Nu begrijp ik dat daar verschillend over
gedacht kan worden en dat zal men ook in
Nederland wel doen. Maar het standpunt
waarvoor de christelijke scholen werden op
gericht, was toch, dat het christelijk onder
wijs er is voor de lammeren der kudde van
de Kerk des Heren en een christelijke school
is geen zendings- of evangelisatiepost, zo
als velen denken. Kerk en School horen
dicht bij elkaar. Er moet volledige aanslui
ting zijn bij het kerkelijk en gezinsonderwijs
en het onderwijs, dat er op onze scholen
wordt gegeven. Zo hebben onze vaderen,
in de tijd van de Reformatie het ook ge
zien en bedoeld. Men leze maar eens wat
daar nog over staat in de Catechismus, bij
de behandeling van het gebod over de Sab
bath. Ik heb iemand eens het beeld horen
gebruiken van een grote stoomketel met
stoompijpen naar verschillende richtingen.
Er moet voortdurend een groot vuur onder
gestookt worden wil er stoom blijven in
die pijpen. Wel nu, zo is het ook met de
Kerk. Deze is de centrale kracht, het vuur,
dat gestookt moet worden, zullen de warm-
te-geleidingen naar school, zending, poli
tiek enz. in orde blijven, en er de kracht
uit putten. Bovendien blijft het altijd een
gevaarlijk experiment, wanneer we in de
christelijke school een evangelisatiepost gaan
zien. In de praktijk wordt het meestal zo,
dat de kinderen uit ongelovige gezinnen de
kinderen van christen-ouders verkeerd be-
invloeden en dat op de duur, wanneer het
onderwijzend personeel niet vast in de schoe
nen staat, er gedanst wordt naar het pij
pen van die mensen, die eigenlijk vreemd
tegenover het christelijk onderwijs staan,
maar om de een of andere reden hun kin
deren toch op die school willen houden. En
dan is reeds in beginsel de basis van het
christelijk onderwijs weggeslagen. Daar zul
len ook bij jullie wel voorbeelden van zijn.
Welnu, bij ons in Amerika moeten we daar
zeker voor oppassen, want vooral hier is
de zuigkracht van de wereld ontzaggelijk
groot. Dan lieven maar geen millionnairs-
kinderen op onze scholen en wat grotere of
fers door ons zelf opgebracht, wanneer het
daarbij mogelijk is de school heel dicht bij
de Kerk te houden. Want School en Kerk
behoren bij elkaar. En beginselen werken
door, zowel goede als kwade.
Oom Cees.
Redacteur H. M. SLABBEKOORN, Oostsingel 60a, Goes.
Om het persoonlijk Damkampioenschap
van Vlissingen.
L. Goedbloed—N, Corstanje
1. 32—27, 17-'22 2. 37-32, 19-23 3.
31—26, ...x... 4. ...x37, 14-19 5. 33-28,
10—14 6. 39—33, 5—10 7. 36—31, 11—17
8. 44-39, 7-11 9. 50-44, 1-7 10. 41-36,
20-24 11. 34-29, ...x... 12. x24
13. 46-41, 18-23 14. 31-27, 17-21 15.
36-31, 12-18 16. 41-36, 8-12 17.
47-41?, 2-8 18. 31-26, 10-15 19. ...x...,
...x... 20. ...x27, 7-11 21. 41-36; 15-20
22. 37-31, 12-17 23. 45-40, 4-10 24.
40-34, 10-15 25. 34-30, 24-29 26.
...x..., ...x... 27. 30-25, 17-22 28. ...x...,
...x22 29. 39—33, 14-20 30. ...x..., ...x...
31. ...x..., ...x... 32. 44-39, 19-24 33.
49—44, 8-12 34. 44-40, 15-20 35.
31-26, ...x... 36. ...x27, 20-25 37. 39-34,
Tijdnood begon de heren parten te spelen.
Zwart mocht nu geen 6—11 spelen.
373—8. Had wit nu nog maar een
tempozet! het zou er voor zwart donker
uitzien. Wit besluit tot 38. 42—37,
Wanneer men de standen op het bord be
oordeelt, zou men genegen zijn Wit's po
sitie hoger aan te slaan, echter door het
tempo tekort van een zet, is zwart nu in de
gelegenheid om 6—11 te spelen 38
6-11 39. 27-21, ...x..., 40. ...x
als nog staat wit goed, maar zwart heeft
iets in petto om zich te redden!
406—11 en nu gaat het sterke
(21—17 met ...x..., ...x... 18—22) er rest
derhalve niet veel anders meer dan 41.
37-32, ...x... 41. ...x..., 18-22 42. 21-16,
12-17 43. 26-21, ...x... 44. 6-11
26-31 45. 11-7, 31-36 46. 7-1, 36-41
en wit die zwart wel kan verhinderen dam
te halen, wat de partij wel eens zou kunnen
kosten en tevens een stuk is achtergekomen
maakt de partij remise door 35—30, 48—42,
43-39.
Voor de probleemoplossers.
Auteur de heer N. Corstanje, Vlissingen
Zwart 2, 10, 12, 13, 17, 20, 21, 22, 25, 26
(10 stukken).
Wit 23, 32, 33, 34, 35, 36, 43, 45, 47, 48
(10 stukken).
Wit begint en wint.
Het gaat hier voornamelijk om het eind
spel en ik beloof U, het zal voor menig
oplosser niet eenvoudig blijken te zijn om
het op te lossen.
Het beste zwaard laat zich het ge
makkelijkst buigen.
Bovenstaande diagramstand deed zich
voor. in een onderlinge wedstrijd en het
spelverloop laat ik hierbij volgen.
Het gaat ook hier om het tempo.
1. 27-22, ...x„. 2. 48x..., 16-21 3.
39-34, 21-27 4. 34-29, 27-31 5. 29-24.
31-36 6. 24-19, ...x... 7. 15-10, 9-14
8. ...x..., 37-41 9. 28-23, 41-46 10.
23-18, 46-19 11. 18-12, 19-2 12.
49—43, 6-11 13. 12-7, 2-8 14. ...x..^
25—30 wint.
Naar mijn mening is een remise vanuit
de diagramstand mogelijk. Wie van de le
zers geeft deze verborgen remise aan
Gaarne inzendingen.
Degene die een aardige partij beschik
baar wil stellen, eventueel partijstand en
zelfgemaakte problemen etc, houden we
ons voor aanbevolen.
Mijn beste nichtjes en neven.
Deze keer ga ik wat vertellen, waarbij
mijn raadselfamilie in Goes, of in de buurt
daarvan, voorlopig het meeste belang heeft.
Voorlopig hoor, want ik vermoed, dat later
ook in andere plaatsen hetzelfde zal gebeu»
ren als hier in Goes.
Wat er aan de hand is? Wel ik kreeg
bericht, dat er in Goes volgende week een
tentoonstelling komt, waar de jeugd nu een*
een fijn kansje zal krijgen om alles te zien
en wel op de allerbeste manier. Maar laat
ik nu alles eens precies gaan vertellen, an>
ders zou je er niet veel wijzer van worden.
Er komt in Goes een tentoonstelling van
„Nederlands Fabrikaat". Wat dat betekent?
Wel er zijn in ons land heel veel fabrieken,
die van alles maken of, vooral van eet»
waren, die alleen maar handelen. Je hebt
fabrieken die meubelen maken .schoen
fabrieken, katoenfabrieken. O veel te veel
fabrieken om die allemaal op te noemen.
En dan fabrieken, waar men eetwaren