Y00R DE JEUGD. item u-an de QicMeh V-oob <m^e gieken Vrijdag 16 October 1953 T ZEEUWSCH WEEKEND Pagfeia 2 maken; III De plaatsing van het aqua rium; IV Aquariumverwarming; V Aquariumpompen; VI Aquariumfilters; VII Onderhoud en technische hulp middelen. Het werk dat door Dr Por- tielje is verzorgd, heeft als inhoud: I Aquariumliefhebberij als opbouwen de ontspanning; II Het aquarium in ons leven; III Het aquarium van „Ar- tis"; IV Enkele zoetwaterdieren in het Artis Aquarium; V Technische gege vens over het Artis Aquarium. De Uitgeefster deelde ons mede, dat tot de brede staf van medewerkers voor deze encyclopaedie nog zijn toe getreden de heren Prof. Dr J. J. Duy- vené de Wit, Hoogleraar aan de Uni versiteit van Bloemfontein; H. Mein- ken, de internationale vissenspecialist en mede-auteur van „Die Aquarium- fischen in Wort und Bild"; Dr A. van de Werff, Directeur van het Biologisch Station te Abcoude. Deze namen zijn er wel borg voor, dat hier werk ge leverd wordt, dat het stempel van vakmanschap dragen zal. Delen we nog mede, dat thans ter perse zijn „Aquariumbiologie, door Dr J. J. Duyvené de Wit en „Aquarium vissen van Zuid-Amerika", door K. Werner. Het verwondert ons niet, dat de Uit geefster vertellen kan, dat er een grote belangstelling voor dit unieke werk bestaat. De aquariumliefhebber heeft een brokje rijke natuur in huis en wanneer hij dóór middel van deze boeken zich de kennis van dit brokje natuur in al zijn rijkdom, variatie, en wonderbare schoonheid eigen maakt, zal deze „liefhebberij" meer voor hem worden dan een stukje ontspanning. Hij zal iets gaan verstaan van wat Keats bedoelde met zijn „A thing of beauty is a joy for ever," oftewel: van hetgeen schoon is heeft men al toos vreugde. Zeer terecht spreekt de auteur van het eerste deel over aqua riumliefhebberij als van een „opbou wende ontspanning" Niemand zal bo vendien de juistheid van diens stel ling betwisten: „de ware amateur wenst bij zijn liefde voor de natuur ook kennis van de natuur op te doen." Welnu, deze, gezien de uitvoering, spotgoedkope encyclopaedie, geeft ons daartoe de gelegenheid. Gaarne aanbevolen. Deel II, door A. Sivirsky. Uit gave J. B. Wolters te Groningen. Het tweede deel, in deze serie bevat evenals de vorige een „bloemlezing voor voordracht". Wie deze bundel hanteert zal goed doen, daarbij de inleiding te lezen welke bij het eerste deel gegeven werd. "ij weet dan wat „voordragen" is, al- hans kan hij dan de weg vinden om het moeilijke ambacht van de voor drachtkunst zich eigen te maken. Wij kunnen ook van deze bundel niet anders zeggen, dan dat de keuze uitstekend geslaagd is. Elk wat wils, moeilijke en eenvoudige, ernstige en luimige verzen en stukken proza. We nemen er één uit over. Het is van Willem van Iependaal. „JA, MEHEER!" Jongen, nu je wordt ontslagen Niet zo Bels je pet meer dragen. Nee, meheer. Nog beter, koop een cowboyhoed, Die stond Prins Hendrik ook zo goed. Ja, meheer. Nu geen straffe catz meer drinken, Of naar losse meisjes linken. Nee, meheer. Want er steekt in een vrouwenlip Meer kwaad dan uit een oorlogsschip. Ja, meheer. Laat je voet geen dansvloer raken Om de kippentrot te maken. Nee, meheer. Al dat gewankel op een kluit, Draait weer op drie jaar eenzaam uit. Ja, meheer. Geen piraatjes, niet meer vloeken, En subiet een baasie zoeken. Ja, meheer. Zes dagen wei ken in de week En Zondags tweemaal naar de kerk. Ja, meheer. Slechte vriendjes straal negéren, Heb er één, de Heer der Heren. Ja, meheer. Want Goc, Die alles weet en ziet, Verlaat een ouwe jongen niet. Nee, meheer. In Januari vertelde ik in ons hoekje dat er eind Februari een tentoonstel ling uitgaande van de Vereniging „Ne derlands Fabrikaat," in Goes zou wor den gehouden. Natuurlijk kon deze opzet niet worden uitgevoerd, door de ramp, die voornamelijk onze provincie trof. Doch van dit uitstel is geen afstel gekomen, want van 17 tot 22 October zal in de zaal op de Beestenmarkt, hier in Goes de tentoonstelling worden ge houden. In de aankondiging in Janu ari schreef ik u al, dat de bedoeling is de belangstelling voor onze eigen in dustrie te ontwikkelen, opdat we zo welbewust bij onze inkopen er mee gaan rekenen, dat we bij keuze, Ne derlands fabrikaat of een buitenlands product, in de eerste plaats grijpen naar „Nederlands Fabrikaat". Eigen lijk moest dat vanzelfsprekend zijn. Maar voor sommigen heeft een buiten lands etiket een magische invloed. Nu lijkt het wel onschuldig om zo ook maar eens wat buitenlands goed te kopen, maar zo onschuldig is het toch niet. Nu, ja elk onzer mag dan al geen duizenden te besteden hebben, wat je zo eens een keertje doet, telt niet zo veel, maar als er veel zo over denken, dan betekent dat wél wat. Ik weet op het ogenblik niet precies de cijfers, maar ik herinner me wel, dat in een der afleveringen van het Maandblad der Ver. „Ned. Fabrikaat," eens ver teld werd hoe hoog een percentage van het te besteden nationaal geldbezit door onze „zwakke vrouwenhanden" gaat. Dat gaat over zoveel millioenen, dat mijn huisvrouwen haren er van ten berge rijzen. Het zijn de „vele kleintjes" uit die talloze vrouwen handen, die deze „grote" maken. Zo gezien is het dus wel terdege van be lang, hoe we dat geld besteden. Komt dat geld weer in „eigen zak" terecht of brengen we het bij de „buurman". In „eigen zak", dat wil zeggen bij eigen industriën en bedrijven, waar door deze weer nieuwe kansen •vóór expansie krijgen wat op zijn beurt weer zoveel van onze eigen mannen aan het werk houdt. Het is een cirkel gang, en nu is het voornamelijk aan de vrouwen om te zorgen, dat die cirkel geen langwerpig ding wordt, waarvan een punt boven buitenlandse fabrieken hangt, waardoor we bij de buren het werklozenvraagstuk helpen oplossen. Dit zou wel een prachtig ding zijn, als wij zelf in ons land geen enkel probleem op dit gebied hadden. Dus koop Nederlandse waar, dan helpen wij elkaar. Nu kunt ge als een doorgewinterde huisvrouw zeggen, volkomen met u eens, maar ik wil voor mijn gezin het beste van het beste voor het geld, dat ik uitgeef. Schoon gelijk. Wil ik ook. Maar dat hoeft niet in te houden, dat we eerst bij de buren het beste kun nen halen, ik heb alle vertrouwen, dat wij in ons land het ook aardig voor el kaar weten te brengen, en zo gij nog twijfelt, kom dan eens naar de ten toonstelling op de Beestenmarkt, daar zult ge kunnen zien, wat er in ons land gepresteerd wordt. Dat is lang niet mis. Van de leider der tentoonstelling kreeg ik de volgende inlichtingen: Overdag ontvangt men, liefst in klasseverband, graag de jeugd, die dan word rondgeleid door instructeurs. Voor volwassenen is de tentoonstelling geopend, Zaterdag 17 October van 25 en van 7—10 uur. Verder op Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag, daaropvolgend 's avonds van 710 uur. De leider, de heer Polderman, voegt er aan toe: „Voor wat het bezoek van volwassenen aangaat nog_ het volgen de. Verschillende verenigingen zijn aangeschreven met net verzoek voor, hun leden een excursie naar de ex positie te organiseren, waarbij dan door een onzer een rondleiding met toelichting wordt gegeven. Omdat niet alle adressen van de plaatselijke orga nisaties bij ons bekend zijn, ware het wellicht aanbevelenswaardig er nog op te wijzen, dat men zich voor een ex cursie alsnog nader kan verstaan met ondergetekende, die vanaf 15 October dagelijks in de tentoonstellingszaal op de Beestenmarkt aanwezig is, om hier voor een afspraak te maken. We be doelen hiermee voornamelijk Huis vrouwenverenigingen, organisaties van werkgevers en werknemers, jeugdver enigingen, personeelsverenigingen, e.d. Uiteraard is ook elke individuele be- zoeker(ster) van harte welkom. Uit ervaring weten we, dat de ouders na het bezoek van hun kinderen Ook gaarne een kijkje komen nemen. Tot zover de leider van de expositie. Ik zou zeggen, we moeten daar eens gaan kijken. Een mens is nooit te oud om iets te leren. Tot ziens dan maar op de Beestenmarkt, al zullen we daar, gelet op de naam, geen koe of kalf gaan kopen, al is dit zuiver Neder landse waar. Als je bijna alle dagen de zon in je kamer hebt, is dat een reden tot grote blijdschap. Vooral als je daarbij ook nog van een heerlijk uitzicht mag genieten. Zelf heb ik het ook. Langzaamaan worden de velden weer kaal. De laatste vruchten zijn rijp om te worden geoogst. En dan gaat de ploegschaar weer door de akkers. Velen gebruiken daar voor de traktor, maar gelukkig zijn er ook nog landbouwers die de paarden voor de ploeg spannen. Mooi is dat, als je vanaf je ziekbed de gestadige stap van die sterke die ren ziet, het zware ploegijzer trek kend. Al het onkruid gaat er onder. De zwarte aarde komt in blinkende rijen in het zonlicht te liggen. Maar de rusttijd is kort. Weer zaait de boer het kostbare graan over de blinkende voren. De paarden worden voor de eg ge spannen, de kluiten verpoederen, en het graan wordt bedekt. Nieuw leven door afsterving. Onwillekeurig komt dan de gelijkenis van de zaaier in je gedachten. Maar daarover wou ik het eigenlijk niet hebben. Ik vond die gewilligheid van die paarden zo mooi. Ze hebben door de tucht geleerd hun meester te gehoorzamen. Ze bedienen hem op zijn wenk en woord. Als ze wat onwillig zijn ontvangen ze een enkele maal slaag, en hun loon ontvangen ze in voeder in de warme stal. Mede door hun arbeid komt de ak ker gereed. Toen dacht ik, in Gods Koninkrijk zijn wij veel aan dat paard gelijk. En op mijn ziekbed voor. het raam, zo vroeg ik met mijn handen saam: „Leg ons, o God de teugels aan, opdat de voet Uw smalle baan, betreden mag, en wij niet mee, ons' eigen zinnen vol gen Heer". Wij willen ook U dienen Heer. 't Onkruid vernielen meer en meer. Vergeten hetgeen achter is, en ploegen voort. Dit is gewis. Gij hebt de teugels in de strijd. Gij maant ons, telkens, op Uw tijd. Ik help slechts zo Gij mij gebiedt. Als Gij niet helpt, trek ik niet. En als Gij ploegt, 't gaat met verdriet. En als wij wat onwillig zijn, dan geeft Gij slagen, dat doet pijn. Die striemen doen geweldig zeer, maar wij zijn dienaars; Gij de Heer. Uit Liefde drijft Gij Uwe ploeg, door onze ziel, 't is nooit genoeg. Maar 't onkruid zal er ondergaan, bij elke nieuwe vo- renbaan. Een schone akker; goede vrucht. Het onkruid kost ons meen'ge zucht. Daar zal óók wassen tot de oogst. Dat hebt Gij ons gezegd tot troost. En als Gij oogsten zult, o Heer, Dan legt Gij ook de teugels neer. Zó ligt Uw akker straks gereed, door Levensstrijd en zieleleed. Zodat ze vruchten dragen kan, verworven door de Smartenman. Snij dan, o God, een rechte voor in onze ziel en ploeg maar door." ALBERT Hier de pendaar teken even.... Twee en veertig gulden zeven.... Ja, meheer! Min zestig centen Schuld cantien En hier m'n hand.... Tot wederzien? Ja, meheer! Knip bovenstaande figuurtjes uit. Door nu verschillende stukken aan elkaar te passen (b.v. de agent met jon- gensbeenen) ontstaan de allergekste figuren. Probeer het maar eens, je zult er veel plezier ran hebben. AmeRimmse SRiei/en Beste vrienden. Nu het leesseizoen weer is aangebroken, dacht ik jullie weer eens iets te schrijven over het Amerikaanse leven. Zoals'ik je voor de vacantie schreef ben ik van de zomer in California geweest en over die reis heb ik je het een en ander ver teld. Thans ben ik weer terug in Grand Rapids, bij de zoons die ik hier heb wo nen, en die farmers zijn. Ofschoon ik zelf in de stad woon, ben ik veel bij hen op de boerderij, zoals te begrijpen valt van een buitenman, die zijn leven lang op het platte land heeft doorgebracht. Ik ben nu een paar dagen bij mijn oudste zoon geweest, die een boerderij heeft on geveer zestig kilometer buiten Grand Ra pids, het Noord-Oosten in. Het is daar bes te grond. Hij heeft een gemengd bedrijf, dat wil zeggen, dat hij behalve de landbouw ook veeteelt heeft. En dat brengt grote druk te mee. Vee bindt je handen, niet alleen in de week, maar ook op Zondag, niet alleen in de zomer maar eveneens in de winter. Maar daar weet men in Nederland ook van mee te praten. Maar nu de laatste keer dat ik bij hem was, werkte hij niet voor zichzelf, maar was bezig op een stuk grond van een ander. En daar wil ik jullie nu iets over schrijven, omdat je daarmee in aanraking komt met een stukje echt Amerikaans leven. Het Christelijk onderwijs in Amerika kost ons hier handen vol geld. De toestand is eigenlijk nog precies als het in Nederland in het begin van het optreden van Dr Kuy- was in de tijd van Groen van Prinsterer en later, nog voor het kabinet Makay daar eni ge verandering in gebracht had. Dat bete kent dus dat wij als Amerikaanse christe nen niet alleen in de belasting moeten mee helpen om de openbare school in stand te houden, maar dat we daarnaast grote be dragen moeten bijeen brengen om de Chris telijke scholen in stand te houden, want de Staat geeft er geen cent voor uit. Maar we redden ons hier wel, zij het met grote of fers. De kerkelijke gemeente waartoe mijn oud ste zoon behoort, telt 52 gezinnen. Het is dus maar een heel kleine gemeente. Toch heeft deze gemeente een eigen Christelijke school met een hoofd, een onderwijzer en twee onderwijzeressen. Bovendien heeft de ze school een eigen „schoolbus" waarmee de kinderen van heinde en ver worden op gehaald. Dit kost per jaar ook nog een bud get van ongeveer zeven duizend dollar, zo dat men wel kan uitrekenen hoe groot de offers zijn, die hier bijeen gebracht moeten worden, om kerk en school in stand te hou den. Nu zal men bij jullie wellicht zeggen: maar die „rijke Amerikanen" kunnen dat allemaal gemakkelijk doen. Maar zo is het toch niet. Het is bij ons precies als bij jullie, wat positief christelijk leeft behoort niet tot de edelen en de rijken, maar zijn doorgaans de „kleyne luijden" de kleine middenstand en de arbeiders. Ook deze kleine gemeente bestaat grotendeels uit arbeiders, die in de stad Grand Rapids hun brood verdienen. Nu hebben we ook enkele landbouwers er bij en die staan elk op hun beurt nu een 25 of 30 acre land af voor de school. Natuurlijk gratis. Dat wordt dan bezaaid met tarwe. Terwijl ik bij mijn zoon was, waren daar juist de leden van het Schoolbestuur om deze grond te ploegen. Ze hadden allen hun tractor mee gebracht. Zij die er zelf geen hadden, konden er een lenen van de man die dit gereedschap te koop heeft. Die be schouwt dit natuurlijk als een goede recla me. De ijverige moeders en dochters in de club brengen om half elf de «koffie en de cake en 's middags warm eten en daarna weer de thee. Dat maakt het werken nog gezellig ook. Zon hoekje tarwe, waar ove rigens niet veel werk aan is, brengt altijd nog een vijftien honderd tot twee duizend dollar op. En van dit bedrag lost men de schuld af van het mooie stenen schoolge bouw, dat men heeft laten plaatsen. De kos tende prijs van het onderwijs moet door we kelijkse of maandelijkse bijdragen betaald worden. Beslist arme mensen, weduwen enz. die het niet betalen kunnen, worden hierin bijgestaan door de kerkelijke diaconie. Het is een genot deze liefde en eensgezindheid voor ons christelijk onderwijs gade te slaan. Een millionnair, die daar aan de rivier een prachtige villa heeft staan, een man, die overigens tot geen enkele kerk behoort, vernam eens dat het onderwijs aan deze christelijke school op zo'n hoog peil stond, dat het de openbare school ver in de scha duw liet Deze kwam eens bij het bestuur De schrijver van de Amerikaanse brieven*', Oom Cees, maakt de koffietafel klaar en de farmers, die het land voor de Christelijke school aan het ploegen zijn, pauzeren even van de Christelijke school met het verzoek zijn kinderen op deze school te mogen plaat sen. Toen kreeg hij het reglement van de school om dit door te lezen. In dit regle ment is vastgesteld, dat men om lid van de schoolvereniging te zijn de drie formu lieren van Enigheid moet onderschrijven en om kinderen naar deze school te kunnen zenden, moet men lid van de Schoolvereni ging wezen. Zo was hij dus uitgesloten. Nu begrijp ik dat daar verschillend over gedacht kan worden en dat zal men ook in Nederland wel doen. Maar het standpunt waarvoor de christelijke scholen werden op gericht, was toch, dat het christelijk onder wijs er is voor de lammeren der kudde van de Kerk des Heren en een christelijke school is geen zendings- of evangelisatiepost, zo als velen denken. Kerk en School horen dicht bij elkaar. Er moet volledige aanslui ting zijn bij het kerkelijk en gezinsonderwijs en het onderwijs, dat er op onze scholen wordt gegeven. Zo hebben onze vaderen, in de tijd van de Reformatie het ook ge zien en bedoeld. Men leze maar eens wat daar nog over staat in de Catechismus, bij de behandeling van het gebod over de Sab bath. Ik heb iemand eens het beeld horen gebruiken van een grote stoomketel met stoompijpen naar verschillende richtingen. Er moet voortdurend een groot vuur onder gestookt worden wil er stoom blijven in die pijpen. Wel nu, zo is het ook met de Kerk. Deze is de centrale kracht, het vuur, dat gestookt moet worden, zullen de warm- te-geleidingen naar school, zending, poli tiek enz. in orde blijven, en er de kracht uit putten. Bovendien blijft het altijd een gevaarlijk experiment, wanneer we in de christelijke school een evangelisatiepost gaan zien. In de praktijk wordt het meestal zo, dat de kinderen uit ongelovige gezinnen de kinderen van christen-ouders verkeerd be- invloeden en dat op de duur, wanneer het onderwijzend personeel niet vast in de schoe nen staat, er gedanst wordt naar het pij pen van die mensen, die eigenlijk vreemd tegenover het christelijk onderwijs staan, maar om de een of andere reden hun kin deren toch op die school willen houden. En dan is reeds in beginsel de basis van het christelijk onderwijs weggeslagen. Daar zul len ook bij jullie wel voorbeelden van zijn. Welnu, bij ons in Amerika moeten we daar zeker voor oppassen, want vooral hier is de zuigkracht van de wereld ontzaggelijk groot. Dan lieven maar geen millionnairs- kinderen op onze scholen en wat grotere of fers door ons zelf opgebracht, wanneer het daarbij mogelijk is de school heel dicht bij de Kerk te houden. Want School en Kerk behoren bij elkaar. En beginselen werken door, zowel goede als kwade. Oom Cees. Redacteur H. M. SLABBEKOORN, Oostsingel 60a, Goes. Om het persoonlijk Damkampioenschap van Vlissingen. L. Goedbloed—N, Corstanje 1. 32—27, 17-'22 2. 37-32, 19-23 3. 31—26, ...x... 4. ...x37, 14-19 5. 33-28, 10—14 6. 39—33, 5—10 7. 36—31, 11—17 8. 44-39, 7-11 9. 50-44, 1-7 10. 41-36, 20-24 11. 34-29, ...x... 12. x24 13. 46-41, 18-23 14. 31-27, 17-21 15. 36-31, 12-18 16. 41-36, 8-12 17. 47-41?, 2-8 18. 31-26, 10-15 19. ...x..., ...x... 20. ...x27, 7-11 21. 41-36; 15-20 22. 37-31, 12-17 23. 45-40, 4-10 24. 40-34, 10-15 25. 34-30, 24-29 26. ...x..., ...x... 27. 30-25, 17-22 28. ...x..., ...x22 29. 39—33, 14-20 30. ...x..., ...x... 31. ...x..., ...x... 32. 44-39, 19-24 33. 49—44, 8-12 34. 44-40, 15-20 35. 31-26, ...x... 36. ...x27, 20-25 37. 39-34, Tijdnood begon de heren parten te spelen. Zwart mocht nu geen 6—11 spelen. 373—8. Had wit nu nog maar een tempozet! het zou er voor zwart donker uitzien. Wit besluit tot 38. 42—37, Wanneer men de standen op het bord be oordeelt, zou men genegen zijn Wit's po sitie hoger aan te slaan, echter door het tempo tekort van een zet, is zwart nu in de gelegenheid om 6—11 te spelen 38 6-11 39. 27-21, ...x..., 40. ...x als nog staat wit goed, maar zwart heeft iets in petto om zich te redden! 406—11 en nu gaat het sterke (21—17 met ...x..., ...x... 18—22) er rest derhalve niet veel anders meer dan 41. 37-32, ...x... 41. ...x..., 18-22 42. 21-16, 12-17 43. 26-21, ...x... 44. 6-11 26-31 45. 11-7, 31-36 46. 7-1, 36-41 en wit die zwart wel kan verhinderen dam te halen, wat de partij wel eens zou kunnen kosten en tevens een stuk is achtergekomen maakt de partij remise door 35—30, 48—42, 43-39. Voor de probleemoplossers. Auteur de heer N. Corstanje, Vlissingen Zwart 2, 10, 12, 13, 17, 20, 21, 22, 25, 26 (10 stukken). Wit 23, 32, 33, 34, 35, 36, 43, 45, 47, 48 (10 stukken). Wit begint en wint. Het gaat hier voornamelijk om het eind spel en ik beloof U, het zal voor menig oplosser niet eenvoudig blijken te zijn om het op te lossen. Het beste zwaard laat zich het ge makkelijkst buigen. Bovenstaande diagramstand deed zich voor. in een onderlinge wedstrijd en het spelverloop laat ik hierbij volgen. Het gaat ook hier om het tempo. 1. 27-22, ...x„. 2. 48x..., 16-21 3. 39-34, 21-27 4. 34-29, 27-31 5. 29-24. 31-36 6. 24-19, ...x... 7. 15-10, 9-14 8. ...x..., 37-41 9. 28-23, 41-46 10. 23-18, 46-19 11. 18-12, 19-2 12. 49—43, 6-11 13. 12-7, 2-8 14. ...x..^ 25—30 wint. Naar mijn mening is een remise vanuit de diagramstand mogelijk. Wie van de le zers geeft deze verborgen remise aan Gaarne inzendingen. Degene die een aardige partij beschik baar wil stellen, eventueel partijstand en zelfgemaakte problemen etc, houden we ons voor aanbevolen. Mijn beste nichtjes en neven. Deze keer ga ik wat vertellen, waarbij mijn raadselfamilie in Goes, of in de buurt daarvan, voorlopig het meeste belang heeft. Voorlopig hoor, want ik vermoed, dat later ook in andere plaatsen hetzelfde zal gebeu» ren als hier in Goes. Wat er aan de hand is? Wel ik kreeg bericht, dat er in Goes volgende week een tentoonstelling komt, waar de jeugd nu een* een fijn kansje zal krijgen om alles te zien en wel op de allerbeste manier. Maar laat ik nu alles eens precies gaan vertellen, an> ders zou je er niet veel wijzer van worden. Er komt in Goes een tentoonstelling van „Nederlands Fabrikaat". Wat dat betekent? Wel er zijn in ons land heel veel fabrieken, die van alles maken of, vooral van eet» waren, die alleen maar handelen. Je hebt fabrieken die meubelen maken .schoen fabrieken, katoenfabrieken. O veel te veel fabrieken om die allemaal op te noemen. En dan fabrieken, waar men eetwaren

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 4