MIDDELBURG
Uit de Camera
Bescherming van Boven
voor Heren Automobilisten!
ummm
Vrijdag 11 September 1953
T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 2
Middelburg bezoeken we natuurlijk
op een Donderdag, want dat is van
ouds de dag om deze stad, die de
hoofdstad van Zeeland is, te bezoeken.
Vanwege de weekmarkt ziet U.
Onze tekenaar heeft ons al heel wat
moois voorgespiegeld van wat we te
zien zullen krijgen: Middelburg, een
openluchtmuseum, vol oudheid en
kunstschatten.
Bij het station stond hij ons al op te
wachten, maar zijn gezicht stond niet
zo opgewekt als we hadden verwacht.
Jullie treffen het niet, zei hij
somber, 't Is hier kermis van de week.
We zagen de ernst van dit feit echter
niet zo gauw in, en we stapten dan ook
vol goede moed de stad in. In de/Lange
Delft wuifden de vlaggen ter ere van
een voorbije winkelweek ons een vro
lijk welkom toe.
Zo kwamen we op de markt. Een
oliebollen-, wafel- en vislucht walmde
ons in 't gezicht, en een heidens spek
takel vulde tot barstens toe de ruimte
van het grote marktplein.
Kijkzei de tekenaar, en
maakte plechtig een brede armzwaai:
daar is nu ons beroemde stadhuis, vier
eeuwen geleden door de bekende
bouwmeester Antonie Keldermans ge
bouwd!
Achter die warboel van tenten en
draaimolens rees het oude, grijze
bouwwerk op, een meesterstuk van
bouwkunst, stoer en toch sierlijk van
stijl, een juweeltje der Gothiek.
Zo goed we konden stelden we ons
recht tegenover het stadhuis op, om
het op ons gemak te bewonderen. De
graven en gravinnen staarden met hun
stenen ogen minachtend op het ker-
misgewoel neer. Was dan ook een
fraai gezicht. Tegen het stemmig grijs
van het verweerde zandsteen staken
de schreeuwende felle kleuren van de
daarvoor geplaatste kermistenten fijn
gevoelig af. Een gracieuse, geschilder
de dame in badpak op één van de ten
ten vormde een waardige pendant bij
de beelden in de stadhuisgevel, terwijl
een mengsel van kabaalmuziek dat
oorverdovend rondom ons opsteeg te
pletter sloeg tegen de eeuwenoude
muren, die ook nu dit geweld wisten
te trotseren. Zodoende werd de sfeer
nog verhoogd, zodat we ons bijna in
het grijs verleden waanden. Bijna, zeg
ik.
Onze tekenaar zag er beschaamd en
geërgerd uit. Kom meezei hij
7e toer: I afh. 1 r. (2 r. afh. 2 r.
breien). Het tussen haakjes geplaatste
herhalen tot de naald uit is.
8e toer: 1 afh. 1 av. (2 av. afh.
2 av. breien). Het tussen haakjes ge
plaatste herhalen tot de naald uit is.
Weer bij toer 1 beginnen.
Men breit de reep net zo lang als de
vereiste maat is voor de persoon voor
wie de pantoffels bestemd zijn.
Het wordt dus een lange reep. Als
het breiwerk lang genoeg is vouwt
men de reep dubbel de goede kant
naar binnen. Men krijgt dan weer een
reep, natuurlijk ter halve lengte van
de hele reep.
gejaagd, ze zijn hier niet waard zo'n
mooi stadhuis te bezitten!
Op het mooie binnenhof van het
stadhuis kwamen we een beetje tot
rust. Hier drong het kabaal niet zo
heel erg door, en de betrekkelijke
stilte deed weldadig aan. Een paar op
geschoten jongens deden haastig hun
behoefte in een hoekje van de muur,
en voor ons liepen een paar ultra mo
derne dames, gekleed in heel korte
broekjes, die vanwege de sportiviteit
nog eens extra hoog waren opgerold.
Een vlezige massa kwabte hierin
onsmakelijk op en neer, voor zover
het vanwege de strakheid tenminste
<a-53><3^^£^<as5&<asS&<3^<&5e><&'&<Ss!&<&55><?sït!><a#:Ï!><s!s5§>31s'S>'Ss::ë><35së>'S!=sÏ!><a#:B>
VOOR DE ZIEKEN: I
w God wierp V op het ziekbed; en vroeg niet naar Uw wil.
(r Hij doet met mens en dier hetgeen Hem zal behagen. v?
f® Hij komt met tegenspoed; maar niet uit lust tot plagen
Maar Hij heeft wat te zeggendaartoe lei Hij U stil. 5
\s Hij nam U uit de vaart. Uw leven was de spil
f® Uw handen vol met arbeid, zó was het alle dagen,
U had welhaast geen tijd om naar Gods wil te vragen. 5
a Nu ligt U in het dok. Een boot met lekke kiel. A
fEn voelt ge U daarbij in zond'en schuld verzonken. a
Wie uit Gods lijdensbeker heeft gedronken. 5
a Door 't lijden is bevrucht. Diens uur zal éénmaal komen.
SHet nieuwe leven komt met wee en wenen openbaar. a
Want om de vrucht heeft Hij het mes genomen.
A Zó voegt God mensen toe aan Zijne Hemelschaar.
|j POOT Jr.
Men naait nu de lap dicht zoals de
stippellijn aangeeft. De schuine pun
ten naait men vast, keert de goede
naar buiten en dan is het meeste werk
al klaar. In een schoenwinkel haalt
men zooltjes, vanzelfsprekend op de
juiste maat. Men naait nu met stevig
garen ons breiwerk op de zooltjes vast
en klaar is Kees. Wie het een beetje
extra mooi wil hebben, maakt van de
wol een paar leuike kwastjes, die pre-
cier op de naad genaaid moeten wor
den. Het najaar kan nu komen. Warme
voeten zijn verzekerd.
maakten het hier tot een lusthof. Te
vreden dat we een plekje gevonden
hadden buiten het zinloos en hol ker-
misgewoel, zetten we ons op een
bankje neer. Tot hier drong de stads
drukte niet zo door. Hier hoorde je het
ruisen van de bomenkruinen en het
kwinkeleren van de vogels.
De liefhebberijen voor de bankjes
was werkelijk groot te noemen, voor
namelijk van bejaarden en moeders
met kleine kinderen. Omdat we tot
geen van die categorieën behoorden,
vielen we blijkbaar nogal op, want de
oude, die ook op ons bankje zat, vroeg
belangstellend of wij misschien ook
Belgen waren. We zeiden natuurlijk
nee, waarna hij zich verontschuldigde
door te zeggen, dat het hier Donder
dags zo van Belgische touristen we
melde, dat je je eigen volk haast niet
meer zag, wat hem maar matig scheen
ce bevallen. Hij was een rasechte Mid
delburger, en roemde het Middelburg
van voor de oorlog, toen het nog een
echte oude stad was. Die nieuwe stra
ten en huizen stonden hem maar matig
aan. En dan.De sfeer deugt niet
meer, meneer, 't Is alle naai feesten en
plezier. Vroeger. toen was het heel
anders, veel echter, veel deftiger
echt een deftige stad!
We begrepen het, en knikten terwijl
hij zweeg. Van heel ver drong het ker-
mislawaai zelfs tot hier door.
Heeft U de oorlog hier meege
maakt? vroegen we dan.
Ja meneer, ik heb alles meege
maakt, de beschieting in 1940, de eva
cuatie, en in 1944 de inundatie..,. Ik
zou er geschiedenissen van kunnen
vertellen, meneer!
Maar hij deed het niet.
't Is al bij vijven, meneer, we
moeten gaan koffiedrinken. Ik ben in
't Rusthuis, weet U.'
Hij hees zich langzaam op van zijn
bankje, en steunend op zijn stok stapte
hij langzaam weg in de richting van
de Gasfabriek, waar ergens het Rust
huis moest zijn.
Even later vond de tekenaar ons.
't Wordt zeker tijd voor de trein,
hè? vroeg hij. Ik zal jullie wegbren
gen, maar niet door de stad. We zul
len over de bolwerken gaan.
Dus volgden we hem getrouw over
de prachtige bolwerken, en zo had
den we tot besluit nog een fijne wan
deling rond de oude stad, een wan
deling zó mooi dat we toch nog een
prettige herinnering behielden van
ons bezoek aan de Zeeuwse hoofdstad,
die deftige stad van eertijds....
kwabben kon. Zijn dat nu de ver
maarde kunstschatten? informeerden
we belangstellend bij onze gids. Dit
zijn geen Middelburgse.... eh
dames, zei hij verlegen.
We vervolgden onze weg langs de
beroemde Abdijgebouwen, die voor
een groot deel al weer keurig zijn
herbouwd en gerestaureerd. Het deed
ons goed te zien hoe hier alles tot in
de puntjes wordt verzorgd.
Middelburg zal werkelijk weer een
mooie oude stad worden. Al die oude
gebouwen waardoor de stad zo be
roemd is, zijn uit de as herrezen, en
de straten die door bombardement en
beschieting in 1940 tot een puinhoop
werden zijn nu weer zo goed als allen
volgebouwd. Maar nu veel ruimer en
breder.
Rustig wandelen we over de brede
trottoirs, waar het gezellig druk is
vanwege de Donderdagse markt, die
nu in verband met de kermis bij de
Nieuwe Kerk en onder de Lange Jan
wordt gehouden.
Maar onze tekenaar wil ons mee-
hebben naar een andere stadswijk,
waar de huizen nog oud zijn en de
straten smal. Dus loodst hij ons door
de Spanjaardstraat in de richting van
de Oostkerk, die 300 jaar oude koe
pelkerk die Middelburg rijk is. Die
kon ik wel eens gaan tekenen, vond
hij, nadat we een paar keer om de
kerk heengelopen waren. De Oost-
kerk ziet er tenminste echt oud uit.
In de Verwerijstraat, dicht bij het
Molenwater, stelde hij zich op, en
raadde ons om maar eens op 't Molen
water te gaan kijken. Misschien zit
ten daar wel oude mannetjes om mee
te praten, zei hij.
Wie denkt, dat het Molenwater een
watertje is met een molen erbij, ver
gist zich, want het water dat er was,
is al lange jaren geleden gedempt, en
een molen is er in de verste verte niet
te bespeuren. Maar desondanks was
het er aangenaam. Prachtige bomen
rijen, en struikgewas, en zelfs rozen,
omeRimnnsG BRieuen
Ik wil nog iets vertellen van het slot
van mijn reis naar* California. Verle
den week eindigde ik met onze reis bij
de Mormonenstad. Vandaar gingen we
naar boven tot op ongeveer 5000 voet
boven de zeespiegel. Recht door een
zoutwoestijn. Deze kale vlakte zijn we
grotendeels in de nacht, dus slapende
doorgejaagd. Men verliest, wat het uit
zicht betreft daar niet veel bij. Er valt
niet veel te zien. Op de meeste plaat
sen ligt het zout zo dik, dat het wel
een sneeuwveld lijkt. Maar het is een
troosteloos en triest gezicht. Er groeit
niets, geen gewas en ook geen gedierte
is er te vinden. De vogels vermijden
deze streek, die een terrein des doods
is. Wanneer we des morgens wakker
worden, verandert het tafereel. We
komen in de laatste Staat vóór Cali
fornia, de Staat Nevada. Een brede
rivier loopt hier kronkelend langs de
spoorbaan. Er is veel geboomte en
vruchtbare velden strekken zich voor
ons oog uit. Het is een verademing
deze overgang te ondergaan. En ik
denk onwillekeurig aan de vloek die
God op het land van Sodom en Go-
morrha legde, toen Hij er alles ver
anderde in een zoutwoestijn. Trou
wens uit jullie bladen weet ik, dat
ook jullie in Zeeland er van weten
mee te praten wat zout is. Het be
hoeft maar enkele weken jullie vrucht
bare akkers te overstromen of je oogst
mislukt en je mooie boomgaarden zijn
waardeloos.
Nevada is niet breed. We zijn er
gauw doorheen en de spoorradio ver
telt ons dat we California binnenko
men. Het landschap is bergachtig.
Grote watervallen jager, in sluiers
naar beneden. Het water wordt meest
al door electro-centrales in kracht om
gezet. De electrische stroom is hier
zeer goedkoop, wat de industrie en de
landbouw weer zeer te stade komt.
Wanneer we ons middagmaal in de
diningcar gebruiken zie ik de eerste
dadelpalmen. California is half sub
tropisch. We gaan nu aardig stijl naar
beneden en jagen op de hoofdstad van
California aan: Sacramento, een stad
die nog 400 voet boven de zeespiegel
ligt. Het is aan de onrust onder de
1 ssagier te merken dat het eind in 't
zicht komt. Negers sjouwen de bagage
naar de gangpaden, de reizigers ma
ken zich gereed, nemen afscheid van
elkaar. Wanneer men zo'n dag of drie
samen gereisd heeft wordt het publiek
een eenheid. Men gaat iets van elkan
ders leven weten, men wisselt erva
ringen uit eigen leven uit, er groeit
snel een soort gemeenschap, die een
zekere intimiteit aan zulk een reis
geeft. Het mooie in Amerika is, dat
die eenheid ook snel bevorderd wordt
door dat we geen standsverschil ken
nen. Alles reist met een en dezelfde
klas. Een rijke fabrikant, die 1300 ar
beiders op zijn fabriek had, zat tegen
over mij en onderhield zich met een
oud weduwvrouwtje, dat er armelijk
aan toe was, evengoed als met mij of
een ander. Hij was, toen ik hem ver
telde dat ik van Nederlandse afkomst
was, sterk geïnteresseerd in de waters
nood, die voornamelijk Zeeland ge
teisterd heeft. En daar ik uit het
Zeeuwsch Dagblad er aardig wat van
wist kon ik hem er heel wat van ver
tellen. Een pastoor die met ons reisde,
mengde zich ook voortdurend in het
gesprek. Zo groeit een soort gemeen
schap in zo'n treinreis en bij het ver
laten in Sacramento geven we elkan
der dan ook hartelijk de hand en ne
men afscheid alsof wel elkaar jaren
lang gekend hebben. Ik moest mijn
reis nog vervslgen tot de stad Stock
ton. Daar kwam mijn zoon mij af
Vrijdag 11 September 1953
T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 3
halen en reden we nog tien mijl ver
der naar de woonplaats van mijn zoon,
Ripon, een plaats die een Nederlandse
nederzetting is. Overal Nederlandse
namen en een Nederlandse samenle
ving. Een florerend dorp, met beste
grond, veel fruitteelt en verscheidene
kerken, een eigen christelijke school,
mannenvereniging, jeugdvereniging
enz., alles wijzend op de goede, oude
Hollandse traditie, welke zich door de
jaren heen heeft gehandhaafd.
Ik ben dankbaar, dat mijn zoon met
zijn gezin in deze gemeenschap is te
recht gekomen. Want al gaat het stof
felijk goed, wanneer we geêstelijk ver
kommeren lijden we schipbreuk. De
Kerk moet in ons leven de centrale
plaats blijven behouden, zo ergens dan
in het machtige, wijde Amerika ge
voelt de christen de diepe zin van het
woord der Schrift: zoekt eerst het Ko
ningrijk Gods en alle andere dingen
zullen u worden toegeworpen. Velen
verstaan dat niet meer en jagen ach
ter de dollar en het aardse goed aan.
Maar wie dat nummer één stelt, ver
ongelukt. Want tot hem richt de Chris
tus. Zijn veroordelend woord: „Gij
dwaas....!" we weten wat er verder
volgt. Het is daarom zaak, dat we in
een Nederlandse gemeenschap terecht
komen wanneer we emigreren, een
gemeenschap waar de Kerk de cen
trale plaats heeft. Dat hebben we no
dig voor ons zelf en ons nageslacht. In
Ripon hebben we zulk een plaats, in
het overigens verheidenst California.
Mijn beste nichtjes en neven,
Vandaag alvast en deel van de brie
ven beantwoord. Wie nu nog geen
beurtje kreeg moet maar moed houden,
want die komt volgende week aan de
beurt. Ik durfde geen groter stuk van
ons Weekend ophappen. Vanmiddag ben
ik in Goes boodschappen wezen doen,
maar er is nog geen neef of nichtje op
me af gekomen met mijn portret van
vorige week. Zou het dan toch niet zo
goed lijken. Zelf weet je dat nooit zo
goed hè. Maar ik heb dat nichtje, van
wie ik het zelfgeschilderde portret
kreeg ook niet gezien hoor. Dan mis
schien een volgende keer, maar van
middag was er beslist geen meisje, dat
op dat portret geleek en ik heb toch
echt zo goed rondgekeken. Nu moet ik
nog even vertellen, dat de prijs van deze
keer naar Nw- en St Joosland gaat,
want daar woont Lewerikje, die hem
echt verdiend heeft. Nu allemaal mas
sa's groeten van jullie tante Truus.
Geelborstje te Nw- en St Joosland. Toen
ik aan de achterkant van jullie brief al
die schuine namen zag, dacht ik, daar
komt een hele dierentuin uit te voor
schijn. Leuk om uit een heel andere
kant van het land visite te krijgen. Dan
kun je eens horen hoe het er daar naar
toe gaat. Je zult wel geen plezierige dag
aan het strand gehad hebben, nadat
dat ongeluk gebeurde. Verdrietig was
dat. Je brief zag er feestelijk uit met
al die bloementekeningetjes. Levverikje
te Nw- en St Joosland. Die wantjes heb
je nu zeker al afgebreid. Die kunnen
van de winter goed te pas komen. Wel
ke kleur heb je gekozen? Het lijkt me
fijn om in de vacantie jarig te zijn.
Dan heb je de tijd om feest te vieren.
Konijntje te Nw- en St Joosland. Jouw
eerste brief zag er al heel best uit. Je
bent dus nog maar pas jarig geweest en
wel in dezelfde maand als je zuster.
Had jij toen ook nog vacantie? Hoe
vond jij het dat de vacantie weer voorbij
was? Hulstbesje te Oudelande. Bramen
plukken is een leuk werkje hè? Ik doe
het ook graag, alleen maar, je moet wel
oppassen voor al die scherpe prikkers.
Bramenjam is heerlijk, dat vind ik ook.
Gelukkig, dat de planten in huis ten
minste nog zijn blijven leven. Wat is
dat een verdrietig gezicht, als al die
bomen dood zijn. Hoe bevalt het je in
de nieuwe klas? Edelweis te Colijns-
plaat. Ik heb je echt niet laten ver
huizen hoor. En in mijn boek sta je nog
steeds als inwoonster van C. te boek.
Natuurlijk een- vergissing geweest. Ik
geloof graag, dat je zo'n fijne middag
daar op Walcheren had, want het is
daar zo mooi. Gelukkig dat die koek
niet door het zoute water bedorven is
geworden. Ik ga daar ook altijd eens
even heen, als ik een tochtje door Wal
cheren maak. Zit de gang er al weer
in op school? Hoe staat het met je
jumper En het klaprozenkussen
Goudvisje te Serooskerke. Veel dank
voor je mooie kaart. Maar door je kaart
kreeg ik haast zin om al jullie brieven
in de steek te laten en gauw eens naar
Vrouwenpolder te gaan, want dat zag
er op die kaart zo fijn uit. Suikerbosje
te Anna Jacobapolder. Ik geloof, dat
het voor het eerst is, dat ik een kran
tenfamilielid in Anna Jacobapolder heb.
Ik ben daar nog nooit geweest, daarom
moet jij me maar eens wat van jullie
dorp vertellen. In welke klas zit je op
school? Als jij ook een raadsel weet,
mag je dat gerust sturen naar mij. Als
het niet al te moeilijk is, zet ik het dan
wel in ons hoekje Nelly M. te Axel.
Niet zo heel lang geleden ben ik nog
door jullie straat gewandeld. Als ik toen
geweten had, dat ik er een raadsel
nichtje zou krijgen, had ik vast eens
goed gekeken waar je woonde. Maar
als ik er weer eens kom, zal ik het dan
wel doen. Ik vind het leuk te weten
waar _mijn nichtjes en neven wonen.
De oplossingen zijn:
I. Kar-pet. Karpet.
II. Een dobbelsteen.
III. Roos-aster-tulp-madelief.
Nieuwe raadsels:
I. Bijbelse plaatsnamen.
Heb je die melkkan al uitgewassen?
Zodra ik ga, zal ik je waarschuwen.
Ik wist niet, dat zij het zo arm hadden.
Wat een sombere, akelige kleuren heb
jij gekozen voor die tekening.
II. Hoeveel boterhammen kan men van
een heel brood snijden?
III. Ik ben een ding met tanden.
En elke dag in handen.
Zijt ge pas uit bed,
Dan maak ik u weer net.
De oplossingen kunnen tot Zaterdag
19 September met vermelding van voor
naam, naam, (schuilnaam als je die
hebt) leeftijd en adres worden gezonden
aan Tante Truus, Redactie Zeeuwsch
Weekend, Goes.
Hij zat op het bankje, waar ouden
van dagen hun uren plegen te slijten,
wanneer het zonnetje haar koesteren
de stralen laat spelen door het ge
boomte. En altijd weer gaat het over
het verleden, dat zij tegen het heden,
dat zij niet meer begrijpen kunnen,
uitspelen. Deze ouden hebben ook zo
veel te verwerken gekregen. Ontwik
keling van de techniek tot in het on
gelooflijke, twee grote wereldoorlogen,
bezettingsjaren, economische crises,
watersnood. Noem maar op.
Hij was groenteboer geweest, vertelde
hij en was nu in z'n „tachtigste jaar".
Hij had een behoorlijk stukje goede
grond gehad waarop hij zelf zijn
groenten verbouwde. En hij had wel
honderd klanten gehad, waar hij iede
re week zijn groenten bracht. Maar
in de zestien jaar, dat hij dit werk
deed was hij er nog wel een duizend
gulden op ingeschoten. Hij placht des
morgens om drie uur op te staan. Dan
ging hij sla snijden, worteltjes of kro
ten uit de grond trekken of bonen
plukken. Zijn vrouw om zes uur pre
sent en waste de groenten schoon in
een grote bak, waar wel 12 emmers
water in konden. En dan ging hij er
mee door Goes naar zijn klanten. En
wanneer hij dan een hele week hard
geploeterd had gebeurde het wel dat
hij een gulden of negen verdiende.
Maar dan was het ook een beste week
geweest. Soms schoot er veel minder
van over. Per klant beurde hij dan zo
tussen de tien en twintig cent. En wan
neer ze zijn sla kochten, soms 12
kroppen voor een dubbeltje, dan had
den ze wel voor drie dagen genoeg en
behoefde hij dus voor die tijd niet
terug te komen.
Soms had hij nog een mooie hoek
sla in de tuin staan, die hij niet alle
maal aan zijn klanten kwijt kon. Dan
ging hij ze naar de veiling brengen.
Op één keer had hij duizend kroppen
prachtige sla, zo groot als kleine kool
tjes, met harde gele kroppen. Hij
kreeg een halfje per stuk, dat was
precies vijf gulden. De veilingmeester
vroeg hem, toen hij de sla gelost had,
of hij deze week nog eens zo'n mooie
vracht sla wilde brengen. Maar toen
had hij gezegd: Jullie kunt me nog
meer vertellen. Ik moet die sla uitste
ken, van de dorre bladeren schoonma
ken, in veilingkisten doen, die ik eerst
moet komen halen en dan de vracht
hier brengen. En dat alles voor een
jodenfooi. Ik schoffel de hele hoek
schoon en geef 't aan de kippen.
„Dat was wel een aere tied, asdat
ons noe beleven", vertelde hij. „Noe
kriegen de groenteboeren bie éne
klant om zo is te zeggen net zo veul
in der anden, asdat ik vroeger bie al
m'n onderd klanten beurende. En daer
most ik dan 's merreges om drie uur
vo uut m'n bed".
„Mae' t eit je toch geen kwaed ge-
daen", zegt z'n buurman, die naast
hem zit. „Jie bin der toch ook nog
tachentig jaer bie geworre, waer of
niet?"
De ouwe groenteboer knikt.
„As ik alles bie mekaere neem, mot
ik nog dankbaer wezen", zegt hij,
„want ik ebbe me vrouwe ook nog, al
is ze een 'art-pesjent. En ze gaet toch
ook al knap nae der tachentigste toe.
Mae ik wil mae zeggen, teugesworig
noe der geen konkurrensie meer ij, en
de groenteboeren zukke priezen mae-
ken, noe is 't geen kunst meer om
groenteboer te wezen".
En daar zijn alle andere oudjes op
het bankje het met hem over eens.
WOLKEN EN GOLVEN.
Zie ze duikelen,
zie ze struikelen,
d'eene wolk over d'ander
gaan ze óp in elkander,
wat een machtig gezicht,
als 'k mijn oog er op richt
lijken 't mensen en dieren
die, al draaiende, zwieren
boven 't machtige sop
dat daar rolt in galop,
d'eene golf over d'ander
overspoelend elkander
gaan ze schuimbekkend voort
in hun vaart niet gestoord
en mijn ogen gaan mee
met die deinende zee
die daar joelende stoeit
en al bruisende loeit,
wat een prachtig geheel
wolk en golven-gespeel
lang, geboeid, zie 'k het aan
maar hun lied heb 'k verstaan,
't klinkt den Schepper ter eer
o, hoe gróót zijt Gij Heer!
A. Jamoel-Horjus.
Rome weet de mensen nog steeds op
een aardige manier geld uit de zak te
kloppen. In Luthers tijd deed de mon
nik Tetzel het met zijn „aflaten".
Pastoor Ehlen in Weert doet het wat
„moderner" met een „verzekering
voor automobilisten". Voor 10 kun
nen zij de bescherming op de weg van
„Boven" krijgen. Luister maar:
„Als automobilist bent u ervan over
tuigd, dat het weggebruik heden ten
dage niet zonder gevaren is. U heeft
dan ook reeds uw voorzorgsmaatrege
len getroffen door in de nodige ver
zekeringen te voorzien. Bovendien
heeft u waarschijnlijk uw wagen
doen voorrijden bij gelegenheid van
een auto-inzegening en een medaillon
van St Christoffel geeft u vertrouwen
in zijn bijzondere bescherming".
Pastoor Ehlen juicht „dit samengaan
van natuurlijke en bovennatuurlijke
voorzorgen" toe en stelt u voor:
„het risico van de weg nog te ver
kleinen door een nog grotere „Bescher
ming van Boven"
Hoe dat kan?
„Druk bezet door zakelijke en ambte
lijke aangelegenheden zult u echter
vaak niet de tijd en de gelegenheid
vinden om deze „Bescherming van
Boven" nadrukkelijk te vragen. In de
Fatima-parochie Weert wordt gedu
rende 10 jaar, van Juni 1953 tot Juni
1963 elke eerste Zondag van de maand
een H. Mis gelezen tot intentie van
de automobilisten, om door de voor
spraak van ©.L. Vrouw van Fatima
voor deze weggebruikers Gods bijzon
dere bescherming te vragen. U kunt
zich bij deze bijzondere devotie aan
sluiten en deelt dan gedurende tien
jaar in alle geestelijke voordelen, door
een eenmalige storting van tien gul
den Na overmaking van boven
vermeld bedrag ontvangt u een be
wijs van deelname, dat u bij de overige
bescheiden van uw wagen kunt in
sluiten. Moge O.L. Vrouw van Fatima
u bijzonder zegenen".