de loupe
VRIEND EN VIJAND VERBAASD OVER
ADENAUER'S OVERWINNING
DE SLUIKER
Kunnen alleen de loodgieters zich geen
Chr. organisatie permitteren?
Socialistische propaganda vond
geen weerklank
Onder
Vreugde
Wat koos men?
Toch winst
Winst van 50 procent over bijna heel de linie
Nazi-partijen bleken
kansloos
Dr J* A* Nederbragt overleden
De Amerikaanse en
Russische voorraad
atoombommen*
Dinsdag 8 September 1953
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
Er is vreugde over Adenauers over
winning in de Westduitse verkiezings
strijd. Vreugde niet alleen bij een
groot deel van de Duitsers zelf, maar
ook in de gehele vrije wereld. Begrij
pelijk. In de vier jaren van zijn be
wind heeft de grijze bondskanselier
zich een vriend getoond van deze vrije
wereld, beter nog welhaast dan de
geallieerden in 1945 hadden durven
hopen. Hij heeft kans gezien van Duits
land West-Duitsland wel te ver
staan in die vier jaren iets te ma
ken. Uit de chaos van wat overbleef
na het Nazi-regime heeft hij een land
opgebouwd, dat weliswaar nog uit vele
oorlogswonden bloedt, maar dat toch
niet meer „een blok aan het been" is
der Westelijken. Angst voor een ver
pauperend Duitsland, dat steeds meer
open komt te liggen voor communisti
sche ideologieën, behoeft men niet
meer te hebben. Eerder het tegendeel:
over de economische opleving van dit
Duitsland voelt men zich in Europa
wal eens een beetje ongerust!
Voor een groot deel kan men dit op
rekening van de Bondskanselier zelf
schrijven. Hij is het die zijn stempel
op deze periode van Duitslands ge
schiedenis heeft gezet en door zijn keu-
se van voortreffelijke medewerkers
heeft hij zijn ideeën ook tot werke
lijkheid kunnen maken. Niet ten on
recht» wordt de overwinning in de
verkiezingsstrijd niet een overwinning
van de C.D.U., maar van Adenauer
genoemd. Men kan er dankbaar voor
zijn dat Duitsland juist nu een derge
lijke figuur heeft opgebracht en men
mag hem ook voor de toekomst Gods
zegen toewensen maar daarmee is
r.lït gezegd dat men zich, wat Duits
land betreft, nu voorlopig geen zor
gen behoeft te maken. Dat de demo
cratie naar Westelijke opvattingen
daar wel verzekerd is.
De vraag wie men gekozen heeft is
duidelijk: Adenauer. En daarmee
voor een deel de vraag beantwoord
wat men gekozen heeft: Adenauers po
litiek. Nu is er echter het gevaar dat
men twee zaken door elkaar gaat ha
len. Adenauer is een christen-politicus
en de huidige C.D.U., de samenwer
king van rooms-katholieken en prote
stanten, is voor een deel zijn werk. Be
tekent het nu, dat de Westduitsers ge
kozen hebben voor een christelijke po
litiek? Allerminst. Wie zich op dit
punt illusies maakt begaat een dwaas
heid.
Er is een tweede punt. Betekent de
keuze van Adenauer dat men zich ook
eendrachtig achter zijn binnenlandse
politiek stelt? Ongetwijfeld hebben ook
millioenen arbeiders op. hem gestemd,
maar onder die millioenen zullen er
zeer zeker velen zijn, die zeer veel
critiek hebben op zyn regeringsbeleid
ten aanzien van tal van sociale en eco
nomische vraagstukken. De regering-
Adenauer is een aanhangster geweest
van de vrije economie, of liever: van
een zo vrij mogelijke economie, en daar
zijn tal van arbeidsconflicten uit voort
gekomen. Men behoeft er nauwelijks
aan te twijfelen dat die sociale strijd
zich in de naaste toekomst nog zal ver
scherpen. De socialisten hebben over
duidelijk verloren en zij zullen niet
nieten in de komende vier jaar alles
op alles te zetten, teneinde het verlo
ren terrein te herwinnen. In de afge
lopen verkiezingsstrijd hebben zij hun
kracht gezocht in het buitenlandse be
leid een misgreep want zij konden
op dat punt geen stukken na
tegen Adenauer op. Zij zullen waar
schijnlijk niet nalaten het strijdtoneel
thans in binnenlandse aangelegenhe
den te zoeken en daar liggen onge
twijfeld veel betere kansen. Want
nogmaals: het is een illusie te denken
dat deze verkiezing ook een karakteri
sering is van de geestelijke ligging van
het Duitse volk!
Klinkt dit alles te somber? Och
neen. Men doet goed de betekenis van
Adenauers overwinning niet te over
schatten en daarom hebben wij dit ge
schreven. Maar onderschatten doen
wij die betekenis a%lerminst. Want wij
zien zeer goed, wat het Duitse volk
in wezen heeft gekozen: de samenwer
king met de Westerse democratieën
boven een „neutraal" Duitsland of 'n
Duitsland dat ter wille van de een
heid concessies zou gaan doen aan het
communisme. Dat het communisme
een gevaar is, waarvoor men bang kan
zijn, weet men juist in West-Duitsland
met zijn vele vluchtelingen uit het
Oosten maar al te goed. En dat een
neutraal Duitsland niet bestaan kan
heeft men ook begrepen; de les dat
Duitsland alleen niet tegen de wereld
is opgewassen heeft men in twee we
reldoorlogen wel geleerd! En dus
heeft men het Westen verkozen.
Rest de vraag wat de Duitser bij het
bepalen van zijn stem heeft geleid:
ideële of materiële overwegingen? De
democratie van het Westen of de dol
lars en de atoombom? Het is echter
een vraag waarop ook deze verkiezin
gen het antwoord nog niet hebben ge
geven.
menten doorspekte vluchtelingenpartij
is verre beneden haar verwachtingen
gebleven en zij moest in haar stam
land Sleeswijk-Holstein de helft der
stemmen afstaan, die zij vorig jaar
verwierf. Adenauers nationale succes
sen en zijn beloften ten aanzien van
Oost-Duitsland hebben vooral onder
de nationalisten en onder de vluchte
lingen uit Oost-Duitsland een uitzon
derlijke weerklank gevonden. In hem
hebben blijkbaar vele radicale elemen
ten een leider gezien van een formaat,
dat zij in eigen gelederen misten. Voor
het ogenblik schijnen de nationalisti
sche stromingen thans gebannen bin
nen de omdijking van een grote demo-
(Van de A.N.P.-correspondent)
BONN, 7 September. De overwinning van dr Adenauer heeft
vriend en vijand van de Bondskanselier met stomheid geslagen. Met
iedere uitslag die in de loop van de vorige nacht uit alle hoeken van
Duitsland het hoofdkwartier in Bonn bereikte, steeg de verbazing, ook
van diegenen, die Adenauer bij voorbaat een stevige overwinning had
den toegedacht. In bijna alle ianden behaalde de C.D.U., in percenta
ges uitgedrukt, een winst van ongeveer vijftig procent. Zelfs in de
beide tot dusverre het meest voor de nationalistische invloeden vatbaar
gebleken landen, Sleeswijk-Holstein en Nedersaksen, heeft Adenauers
partij grote winst geboekt. Zij heeft hier de Vluchtelingenpartij zelfs
een vrij radicale nederlaag kunnen toebrengen.
Algemeen wordt het resultaat van deze verkiezingen hier bestempeld
als een votum van vertrouwen in Bondskanselier Adenauer en de door
hem met zoveel overtuiging en volharding nagestreefde buitenlandse
politiek.
De felle wijze, waarop de socialisten deze politiek hebben bestreden,
heeft hun een averechts resultaat opgeleverd. Het socialistische devies:
„Eerst Duitse eenheid" en pas daarna een zekere vorm van Europese ver
eniging, heeft zeer duidelijk buiten het traditionele socialistische deel van
het volk geen weerklank kunnen vinden. Men heeft kennelijk in het grote
aanzien, dat Adenauer in het buitenland heeft verworven, aanleiding gezien
om meer heil te verwachten van een lijnrechte voortzetting van de groei
van West-Duitsland in de Westelijke gemeenschap. De leiders van de over
winnende partij zijn er op hun beurt van overtuigd, dat deze overweldigende
blijk van vertrouwen een belangrijke stimulans zal kunnen blijken te zijn
om deze politiek van Europese integratie weer op gang te helpen.
In de Bondsrepubliek heeft deze
verkiezing naar het schijnt de weg
naar de bekrachtiging der verdragen
vrij gemaakt. Van de zes partijen, die
haar intrede in de nieuwe Bondsdag
zullen doen, is alleen de sociaal-de
mocratische partij verklaard tegen
stander van de verdragen. Niet langer
beschikt zij echter over voldoende
macht om deze tegen te houden, ook
al zou het Staatsgerechtshof een wijzi
ging der grondwet verlangen.
Het is niet direct het eigen verlies,
dat de sociaal-democraten in een
machteloze parlementaire positie heeft
geplaatst. De socialisten hebben bij hun
teleurstelling over het gebrek aan
weerklank van hun argumenten een
zekere troost in het feit, dat zij de eni
ge partij zijn geweest, die tegenover
de stormloop der christelijke politici
tenminste haar percentage in het stem-
mental enigszins op peil heeft weten
te houden. Wel schijnen zij echter alle
„stille bondgenoten" te hebben verlo
ren.
TEN KOSTE
VAN COALITIEGENOTEN
De grote winst van de christelijke
partij is in hoofdzaak ten koste gegaan
van haar eigen coalitiegenoten. De
Duitse partij zou zonder de directe
steun van Adenauers verkiezingsfront
de race niet hebben gehaald. Slechts
doordat de beide andere regeringspar
tijen één van haar candidaten in Ham
burg op het paard hielpen, blijft zij
als parlementaire factor bestaan. Haar
betekenis is echter sterk afgenomen
en wanneer de vroegere coalitie zal
worden voortgezet waarop het blij
kens de eerste uitingen van christe
lijke zijde wel lijkt, dan zal de rol
van deze partij danig beperkt worden.
Zij is in feite niet veel meer dan een
tot Noord-Duitsland beperkt aanhang
sel der C.D.U. geworden. In iets min
dere mate geldt dit voor de liberale
F.D.P., die de grote winsten, welke zij
in de voorafgaande jaren boekte, weer
geheel en al heeft moeten prijsgeven.
GEZOND VERSCHIJNSEL
Wanneer het verlies deze beide par
tijen mag worden toegeschreven aan
de weinige aantrekkingskracht van
de vele door hen candidaat gestelde
nationalisten, dan zullen velen daar
in een gezond verschijnsel zien. Ook
de nationalistische partijen zijn niet
aan bod gekomen of verre beneden
de verwachtingen gebleven.
De beide neo-nazistische partijen
bleken kansloos, ook in die districten,
waar zij ruim een jaar geleden nog
kansen hadden. Ook de van nazi-ele-
cratische partij en men acht ze daar
veilig opgeborgen, zolang deze partij
onder de beproefde leiding van
Adenauer zal staan.
COMMUNISTISCH ECHEC
Zoals te verwachten was zijn de
communisten van het toneel verdwe
nen. Hun pogingen om in hun laatste
bolwerk Solingen het pleit nog te
winnen, hebben hopeloos gefaald. Met
20.000 stemmen behaalden zij er
slechts het derde deel van de stemmen
van de christelijke candidaat en het
linkse radicalisme schijnt hier, als
overal in de Ruhrstreek, voor het
grootste deel overwonnen te zijn. Men
moet aannemen, dat het is opgeslokt
door de sociaal-democratische partij,
die mede dank zij deze aanwas haar
percentage min of meer op peil heeft
weten te houden.
Dat tenslotte ook de neutralisten
van het slag van dr Heinemann en ds
Niemöller niet in hun opzet geslaagd
zijn, wordt hier eveneens opgevat als
uiting van een gezonde democratische
ontwikkeling. Aangenomen wordt ten
minste, dat het volslagen fiasco van dr
Heinemann grotendeels verklaard
moet worden uit zijn verbond met de
communistisch getinte „Bond der Duit
sers" Tot de overige kleine partijen,
j wiet aan bod zijn gekomen, behoort
de partij der Deense minderheid in
Slees wijk. Daarmee verdwijnt de enige
Deen uit de Duitse Bondsdag.
Zuidkoreaanse onderscheiding voor
generaal-majoor Dean.
SEOEL 7 September De president
van Zuid-Korea, Syngman Rhee, heeft de
Amerikaanse generaal-majoor Dean on
derscheiden met de gouden medaille van
de orde van Taegoek. Dit is de hoogste
Zuidkoreaanse onderscheiding.
Generaal-majoor Dean, die bevelheb
ber was van de 24ste Amerikaanse divi
sie, is Vrijdag uit Noordkoreaanse krijgs
gevangenschap teruggekeerd.
Poolse consul in Winnipeg vraagt
asyl.
OTTAWA 6 September De Poolse
Consul in Winnipeg (Canada), Michael
Krycun, heeft Zaterdag de Canadese au
toriteiten politiek asyl gevraagd. Dit ver
zoek is ingewilligd.
De president van de Duitse Bondsrepubliek, Theodor Heuss, bevond zich onder
de eersten, die in Bonn hun stem kwamen uitbrengen.
Actie van Chr. Middenstandsbond wordt doorkruist
door belijdende Christenen.
(Van onze Utrechtse redacteur).
UTRECHT, 7 September Bij de Chr. Middenstandsbond is nog steeds
geen vakorganisatie van loodgieters aangesloten en nu in de laatste tijd weer
pogingen zijn aangewend om tot de oprichting van een Chr. organisatie in
deze branche te komen heeft dit tot allerlei spanningen en moeilijkheden aan
leiding gegeven. Het eigenaardige is, dat het juist de belijdende christenen
in de neutrale organisatie zijn, die aan dit streven van de C.M.B. de
grootste hinderpalen in de weg leggen. De heer P. Dondorp, secretaris van
de C.M.B. hoopt Woensdag a.s. in de uitzending „Het Spectrum" van de
N.C.R.V. deze kwestie nader te belichten (18.3018.45 uur). Over de achter
gronden van deze zaak vernamen wij van de zijde van de C.M.B. het vol
gende:
Reeds voor de oorlog werden po
gingen aangewend om een Chr. organi
satie van loodgieters, fitters en in
stallateurs van sanitair te stichten en
in Mei 1940 werd de oprichtingsverga
dering gehouden. De moeilijkheid was
toen, dat alleen installateurs, die een
belangrijke waarborgsom hadden ge
stort aan gemeentelijke netleidingen
mochten werken en dat de neutrale en
r.k.-organisatie in staat waren voor hun
leden een garant-verklaring voor deze
bedragen te geven. Een belangrijke
service, die de jonge Chr. organisatie
niet zou kunnen bieden. Door de komst
van de Woltersomee vakgroepen werd
het bestaan aan deze jonge Chr. or
ganisatie echter geheel onmogelijk ge
maakt.
Na de oorlog ontstond een zeer nau
we samenwerking tussen de herleefde
neutrale- en r.k.-organisaties, die haar
hoogtepunt vond in de beruchte „Gisa-
overeenkomst". Hierbij verplichten de
groothandelaren en importeurs zich al-
.een materialen te leveren aan de le
den van beide organisaties en deze
samenwerking in de privaatrechtelijke
sfeer kost beide bonden enkele tien
duizenden guldens per jaar. Het ge
volg was echter, dat 99 pCt der lood
gieters zich min of meer noodgedwon
gen organiseerde.
NIEUWE POGINGEN.
Vooral op aandrang van die patroons,
die zich ondanks de Gisa-overeen-
niet bij de algemene bond hadden aan
gesloten heeft de Chr. Middenstands
bond weer pogingen aangewend gedu
rende de laatste maanden om ook in
deze sector tot Chr. organisatie te ko
men. Tijdens een bespreking met het
hoofdbestuur van de neutrale bond liet
men van die zijde doorschemeren, dat
een Chr. organisatie wel toegelaten
ten weerhoudt vele anderen de oprich
ting van een Chr. bond te steunen.
Vele Chr. bonden zijn echter ontstaan
en gegroeid ondanks tegenkanting en
zou worden tot de samenwerking in
federatief verband, maar dat deze
Met een nors gelaat nemen ze aan
een tafeltje plaats en bestellen bier.
„Hoe heb ik het, jongens?" vraagt
Zoethout hij kan wel Vlaams spre
ken, zij verstaan hem best, al druk
ken zij zich natuurlijk in het Frans
uit „jullie kijken, alsof de laatste
franc versnoept is. Niks erg, hoor. Aan
jullie, eerhjke kerels, geef ik wel cre-
diet".
„Och, dat beroerde weer", scheldt
Frangois, naar buiten starend, om
dan opeens te vragen: „Wat denk je,
hospes, wordt het vandaag of van
avond nog droog?"
„Voorzover ik er verstand van heb,
zou ik zeggen van niet. Als de wind
gaat liggen tegen de avond, en daar is
J kans op, dan komt er meer regen".
„Lollig", bromt Jacques.
„Hebben jullie dienst vannacht? Ja
zeker? Anders kan het weer jullie
niet schelen".
„We hebben allemaal dienst van
nacht. Dat is het ellendige. We zou
den vrij zijn, het was onze beurt.
Maar alles is gealarmeerd. Zelfs sol
daten uit Sluis. En dat allemaal voor
niks".
„Dat is nogal wat. Denkt de kapi
tein een slag te slaan?"
Hij heeft nog nooit een slag gesla
gen. 't Zal nu ook weer wel mis zijn".
,Kom, kom, niet zo zwartgallig,
mannen. Hier, ik tracteer op een pint
bier. Vooruit. Maar nu een opgewekt
gezicht, hoor. Door deze nacht komen
jullie ook wel weer heen".
De beide douanen lachen opeens.
„Jij bent een fidele kerel, Zoetholt".
Zij noemen hem nooit Zoethout. Mo
gelijk kunnen ze die naam niet goed
uitspreken.
Zij hebben niet in de gaten, hoe zou
het ook, dat de waard hen goed ge
mutst wil maken. Zo mogelijk moeten
ze namelijk wat méér loslaten. Want
Zoethout is opeens niet meer zo
opgewekt, als hij zich voordoet: de
alarmtoestand van de douane veront
rust hem in hoge mate. Natuurlijk is
het hem bekend, dat de bende die
nacht weer een slag hoopt te slaan.
Is er wat uitgelekt? Is er verraad in
het spel? Dan moet Roelof Knijp ge
waarschuwd worden.
Uit niets blijkt, dat hij verontrust
is. Hij praat en lacht en schertst over
van alles en nog wat, biedt de douanen
nog een pint bier aan, die zij gretig
meent de waard.
„En dan moet je kletsdoornat
regenen", moppert Jacques weer. „Een
lolletje".
Eindelijk gaan die beiden weg, in de
verste verte niet vermoedend, dat zij
de waard van „Het Wapen" iets op de
mouw hebben gespeld. Zij weten niet
beter, het is hun en de anderen mee
gedeeld, of zij moeten naar de „Sui-
kerkop", een paar uur het Noorden in.
Maarhet is niet waar.Ook dat
FEUILLETON
Aflevering u
Vrij bewerkt naar P. VISSER Jtn
aanvaarden. Maar dan mopperen zij
weer over hun aanstaande nachtelijke
tocht.
„Zo, is het weer niet pluis in de
buurt van die boerderij. Jullie weten
wel".
O ja, zij weten er alles van. Maar
„Zoetholt" is niet op de hoogte. Sinds
dat geval hebben de sluikers die boer
derij links laten liggen. Er woont im
mers geen kip meer? Neen, zy hebben
hun terrein verplaatst naar het Noor
den. Ze moeten vannacht tenminste
naar de „Suikerkop", weet Zoetholt
die?
Ja, die weet Zoethout zeker. Hij
slaakt bijna een zucht van verlich
ting: dat is een heel eind uit de rich
ting van het toneel der aanstaande
actie!
Hoe ver het lopen is, vragen zij. Nou,
langs het strand wel een dikke twee
uur en door de duinen nog langer
onderdeel hoort tot de tactiek van
kapitein Dumancheau, die, door ver
raad, een tip gekregen heeft....
In de vroege vóóravond loopt Roelof
Knijp „Het Wapen" binnen. Hij is niet
rustig en drinkt enkele borrels. Er is
wat beweging onder de douanen,
heeft men hem verteld.
„Je kunt gerust zijn, man", zegt
Zoethout, als Knijp hem deelgenoot
maakt van zijn onrust. En hij vertelt
het gesprek met de beide douanen.
„Als dat waar is, zijn het ezels",
lacht Knijp opgelucht. „Maar wacht,
dat is wel na te gaan. Dat is een kar
weitje voor Jaap Renkel.
Hij spoedt zich naar zijn maat Ren
kel, die nota bene al op de hoogte is.
Eigener beweging heeft hij al ge-
spionneerd, toen bleek, dat er een
troepje soldaten uit Sluis arriveerde.
Dat had hij al niet vertrouwd. Maar
ze zyn dwars door de duinen naar het
Een rijk leven in dienst van zijn land
Hij beklede vele functies op politiek terrein
's GRAVENHAGE, 7 Sept. Op 73-jarige leeftijd is Zaterdagavond om
streeks negen uur in de Rudolf Steinerkliniek in Den Haag na een operatie
overleden dr Johan Alexander Nederbragt. Tijdens zijn leven was hij chef van
de afdeling economische zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken,
voorzitter van de Havenraad van Danzig, burgemeester van Voorburg, consul
generaal te Jeruzalem en buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van
Nederland en Israël.
Wijlen dr Nederbragt was van 1907
tot 1919 parlementair overzichtschrij
ver van „De Standaard" en leraar
M.O. Staatsinrichting. In 1913 liet hij
zich als student aaji de Ned. Handels
hogeschool te Rotterdam inschrijven,
waar hij 5 jaar later promoveerde tot
doctor in de economische wetenschap
pen. Op 3 Maart 1919 werd dr Neder
bragt benoemd tot referendaris aan
het departement van Buitenlandse Za
ken, op 1 Juli 1921 volgde zijn bevor
dering tot administrateur en werd hij
benoemd tot chef van de directie van
economische Zaken van dat departe
ment.
De overledene was o.m. voorzitter
van de commissie voor handelsverdra
gen en corresponderend lid van het
economische comité van de Volken
bond. Tot 1933 trad hij herhaaldelijk
als onderhandelaar op bij het sluiten
van handelsverdragen, o.a. te Ouchy
en te Oslo.
In 1934 werd dr Nederbragt be
noemd tot voorzitter van de Haven-
raad te Danzig, nadat hij vanaf 1932
deel had uitgemaakt van commissies
tot beslechting van geschillen tus
sen Polen en Danzig. Na de bezet
ting der stad door Duitsland keerde
dr Nederbragt naar Nederland terug.
Hij werd 15 Januari 1940 benoemd
tot burgemeester van Voorburg,
welk ambt hij tot medio 1946 heeft
vervuld. In 1946 is hij voor een bij
zondere opdracht enige tijd in Triëst
geweest.
Vanaf dat jaar tot 1948 was hij con
sul-generaal te Jeruzalem en van 1949
af buitengewoon gezant en gevolmach
tigd minister. Deze functie heeft hg
vervuld tot 1 Februari 1951, waarna
hij zich heeft beziggehouden met zijn
standaardwerk „Jeruzalem, eer ik U
vergete", waarin hij zijn visie geeft op
de situatie van Israël in de wereld.
De voornaamste werken van dr Ne
derbragt zijn: „Korte lessen in staats
recht en economie" (1916), alsmede
„Proeve ener theorie der economie
naar christelijke belijdenis", dat in 1921
is verschenen en waarover nogal eni
ge deining is ontstaan. In 1929 ver
scheen van zijn hand nog „Handels
verdragen en handelsverdragspolitiek".
Verschillende binnen- en buiten
landse onderscheidingen zijn dr Ne
derbragt ten deel gevallen. Hij was
o.m. Ridder in de Orde van Oranje
Nassau, Officier in het Legioen van
Eer, Commandeur „Polonia Restituta",
Commandeur tweede klasse in de Or
de van de „Witte Roos van Finland".
Commandeur eerste klasse Grootoffi
cier in de Orde van Wasa van Zweden
en Commandeur in de Kroonorde van
België.
De begrafenis is bepaald op Woens
dagmiddag 13 uur op de begraafplaats
Nieuw Eik en Duinen te 's Gravenha-
ge.
bond dan ook zijn deel van de hoge
kosten zou moeten betalen.
De C.M.B. liet zich hierdoor niet af
schrikken en zond een circulaire aan
alle niet r.k.-patroons, waarin er op
werd gewezen, dat zowel principiële
overwegingen als de opbouw van de
bedrijfsorganisatie in ons land de
stichting van een Chr. organisatie
noodzakelijk maken en waarin de Prot.
Chr. patroons tot aansluiting bij deze
organisatie worden aangespoord.
De neutrale bond reageerde hierop
met een spoed-bestuursvergadering en
een circulaire aan alle leden, waarin
op voorzichtig doch duidelijke wijze
werd ontraden aan deze aansporing ge
volg te geven. De circulaire geeft toe,
dat er theoretisch gezien wel argumen
ten kunnen worden aangevoerd voor
de oprichting van een Chr. organisatie,
doch dat de practische moeilijkheden
hiervoor te groot zijn. Ook wordt aan
gekondigd dat in een te Utrecht te
houden vergadering de voorzitter zal
spreken over het onderwerp: „Is op
richting van een Prot. Chr. loodgieters
organisatie gewenst en noodzakelijk"?
Uit de circulaire blijkt wel, dat deze
vraag ontkennend zal worden beant
woord.
Naar de heer Dondorp ons meedeel
de heeft het de C.M.B. vooral pijnlijk
getroffen, dat dit stuk ondertekend is
door het bestuur, waarvan de meer
derheid der leden tot de Gereformeerde
Kerk en enkele van de overigen tot de
Ned. Herv. Kerk behoren. Deze na
men toch staan onder een stuk, waarin
om practische redenen de principiële
noodzakelijkheid van Chr. maatschap
pelijke organisaties wordt verloochend
en het feit, dat belijdende Christenen
aan de top van de neutrale bond zit-
druk. Ook in deze branche zal de bond
er toch wel komen.
Noorden getrokken en later zijn de
douanen gevolgd. „De kerels hebben
er helemaal geen geheim van ge
maakt", lachte hij malend „Bij klaar
lichte dag gaan zij op stap. 'k Heb
nog nooit zo'n ezel van een kapitein
ontmoet".
„Dan is de kust vannacht prachtig
vrij", merkte Roelof Knijp monter op.
Om ruim één uur in de nacht spoedt
een eenzame gestalte zich naar de
„Hille". Er is grote onrust in het ge
moed van Frits Zijier, méér dan an
ders. Hij kan die niet verklaren. Komt
het, omdat Hanna zo onrustig was?
Zij wéét toch, dat het de laatste maal
is; dat hy er definitief mee ophoudt?
Het afscheid is zwaar gevallen. Zij
wilde beslist niet naar bed vóór hij
vertrokken was en had nogmaals ge
vraagd, of hij niet thuis kon blijven.
Nee, nee, dat ging niet. Een man een
man; een woord een woord. Zij moest
nu maar gauw naar bed gaan en sla
pen. Morgenochtend zou zij om haar
onrust lachen. Hij weet evenwel dat
zij wel naar bed zal gaan, maar nog
uren wakker zal liggen, misschien wel
tot hij terugkeert.
Hy nadert de verzamelplaats en
fluit op een eigenaardige schrille wij
ze; het afgesproken teken, dat onmid
dellijk wordt beantwoord.
Dan staat Frits Zijier in het mid
den van een aantal ruwe, onver
schrokken kerels. Boven allen steekt
de forse gestalte van Rudolf Knijp uit.
„Je laat lang op je wachten, Frits
Zijier", bijt de aanvoerder hem toe.
„Er is toch niet bijzonders, wel?"
„Niets, Roelof Knijp. Alleen dat het
de laatste maal is, dat ik mee doe.
Maar dat weet je".
„Daarover spreken we nader", is het
barse antwoord. „Heb je de sleutel?"
„Jawel, die is ditmaal nog tot je
dienst".
NEW YORK, 7 September Hanson
Baldwin, de militaire medewerker van
de New York Times, heeft in een artikel
verklaard, dat de Amerikaanse voorraad
atoomwapens waarschijnlijk „meer dan
1000" en de Russische tussen 100 en 300
bedraagt.
Ongetwijfeld bezitten de Ver. Staten
een aanzienlijke voorsprong wat betreft
de algemene kennis van atoomwapens,
voorraden en middelen van vervoer om
atoomwapens naar de doelen te brengen,
doch de Sowjet-Unie bezit wellicht, ge
holpen door Duitse technici, een kleine
voorsprong bij de ontwikkeling van ge
leide projectielen, aldus Baldwin.
Hij geloofde, dat de Amerikaanse vei
ligheid verminderd is. Het verlies van
het monopolie op het gebied van de
atoom- en waterstofbom en de ontwik
keling van lange-afstandsvliegtuigen door
de Sowjet-Unie stellen de Ver. Staten
voor de eerste maal in de moderne ge-
schiedenis bloot aan ernstige en gevaar-
Wordt vervolgd).lijite aanvallen.