de loupe VRIEND EN VIJAND VERBAASD OVER ADENAUER'S OVERWINNING DE SLUIKER Kunnen alleen de loodgieters zich geen Chr. organisatie permitteren? Socialistische propaganda vond geen weerklank Onder Vreugde Wat koos men? Toch winst Winst van 50 procent over bijna heel de linie Nazi-partijen bleken kansloos Dr J* A* Nederbragt overleden De Amerikaanse en Russische voorraad atoombommen* Dinsdag 8 September 1953 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 Er is vreugde over Adenauers over winning in de Westduitse verkiezings strijd. Vreugde niet alleen bij een groot deel van de Duitsers zelf, maar ook in de gehele vrije wereld. Begrij pelijk. In de vier jaren van zijn be wind heeft de grijze bondskanselier zich een vriend getoond van deze vrije wereld, beter nog welhaast dan de geallieerden in 1945 hadden durven hopen. Hij heeft kans gezien van Duits land West-Duitsland wel te ver staan in die vier jaren iets te ma ken. Uit de chaos van wat overbleef na het Nazi-regime heeft hij een land opgebouwd, dat weliswaar nog uit vele oorlogswonden bloedt, maar dat toch niet meer „een blok aan het been" is der Westelijken. Angst voor een ver pauperend Duitsland, dat steeds meer open komt te liggen voor communisti sche ideologieën, behoeft men niet meer te hebben. Eerder het tegendeel: over de economische opleving van dit Duitsland voelt men zich in Europa wal eens een beetje ongerust! Voor een groot deel kan men dit op rekening van de Bondskanselier zelf schrijven. Hij is het die zijn stempel op deze periode van Duitslands ge schiedenis heeft gezet en door zijn keu- se van voortreffelijke medewerkers heeft hij zijn ideeën ook tot werke lijkheid kunnen maken. Niet ten on recht» wordt de overwinning in de verkiezingsstrijd niet een overwinning van de C.D.U., maar van Adenauer genoemd. Men kan er dankbaar voor zijn dat Duitsland juist nu een derge lijke figuur heeft opgebracht en men mag hem ook voor de toekomst Gods zegen toewensen maar daarmee is r.lït gezegd dat men zich, wat Duits land betreft, nu voorlopig geen zor gen behoeft te maken. Dat de demo cratie naar Westelijke opvattingen daar wel verzekerd is. De vraag wie men gekozen heeft is duidelijk: Adenauer. En daarmee voor een deel de vraag beantwoord wat men gekozen heeft: Adenauers po litiek. Nu is er echter het gevaar dat men twee zaken door elkaar gaat ha len. Adenauer is een christen-politicus en de huidige C.D.U., de samenwer king van rooms-katholieken en prote stanten, is voor een deel zijn werk. Be tekent het nu, dat de Westduitsers ge kozen hebben voor een christelijke po litiek? Allerminst. Wie zich op dit punt illusies maakt begaat een dwaas heid. Er is een tweede punt. Betekent de keuze van Adenauer dat men zich ook eendrachtig achter zijn binnenlandse politiek stelt? Ongetwijfeld hebben ook millioenen arbeiders op. hem gestemd, maar onder die millioenen zullen er zeer zeker velen zijn, die zeer veel critiek hebben op zyn regeringsbeleid ten aanzien van tal van sociale en eco nomische vraagstukken. De regering- Adenauer is een aanhangster geweest van de vrije economie, of liever: van een zo vrij mogelijke economie, en daar zijn tal van arbeidsconflicten uit voort gekomen. Men behoeft er nauwelijks aan te twijfelen dat die sociale strijd zich in de naaste toekomst nog zal ver scherpen. De socialisten hebben over duidelijk verloren en zij zullen niet nieten in de komende vier jaar alles op alles te zetten, teneinde het verlo ren terrein te herwinnen. In de afge lopen verkiezingsstrijd hebben zij hun kracht gezocht in het buitenlandse be leid een misgreep want zij konden op dat punt geen stukken na tegen Adenauer op. Zij zullen waar schijnlijk niet nalaten het strijdtoneel thans in binnenlandse aangelegenhe den te zoeken en daar liggen onge twijfeld veel betere kansen. Want nogmaals: het is een illusie te denken dat deze verkiezing ook een karakteri sering is van de geestelijke ligging van het Duitse volk! Klinkt dit alles te somber? Och neen. Men doet goed de betekenis van Adenauers overwinning niet te over schatten en daarom hebben wij dit ge schreven. Maar onderschatten doen wij die betekenis a%lerminst. Want wij zien zeer goed, wat het Duitse volk in wezen heeft gekozen: de samenwer king met de Westerse democratieën boven een „neutraal" Duitsland of 'n Duitsland dat ter wille van de een heid concessies zou gaan doen aan het communisme. Dat het communisme een gevaar is, waarvoor men bang kan zijn, weet men juist in West-Duitsland met zijn vele vluchtelingen uit het Oosten maar al te goed. En dat een neutraal Duitsland niet bestaan kan heeft men ook begrepen; de les dat Duitsland alleen niet tegen de wereld is opgewassen heeft men in twee we reldoorlogen wel geleerd! En dus heeft men het Westen verkozen. Rest de vraag wat de Duitser bij het bepalen van zijn stem heeft geleid: ideële of materiële overwegingen? De democratie van het Westen of de dol lars en de atoombom? Het is echter een vraag waarop ook deze verkiezin gen het antwoord nog niet hebben ge geven. menten doorspekte vluchtelingenpartij is verre beneden haar verwachtingen gebleven en zij moest in haar stam land Sleeswijk-Holstein de helft der stemmen afstaan, die zij vorig jaar verwierf. Adenauers nationale succes sen en zijn beloften ten aanzien van Oost-Duitsland hebben vooral onder de nationalisten en onder de vluchte lingen uit Oost-Duitsland een uitzon derlijke weerklank gevonden. In hem hebben blijkbaar vele radicale elemen ten een leider gezien van een formaat, dat zij in eigen gelederen misten. Voor het ogenblik schijnen de nationalisti sche stromingen thans gebannen bin nen de omdijking van een grote demo- (Van de A.N.P.-correspondent) BONN, 7 September. De overwinning van dr Adenauer heeft vriend en vijand van de Bondskanselier met stomheid geslagen. Met iedere uitslag die in de loop van de vorige nacht uit alle hoeken van Duitsland het hoofdkwartier in Bonn bereikte, steeg de verbazing, ook van diegenen, die Adenauer bij voorbaat een stevige overwinning had den toegedacht. In bijna alle ianden behaalde de C.D.U., in percenta ges uitgedrukt, een winst van ongeveer vijftig procent. Zelfs in de beide tot dusverre het meest voor de nationalistische invloeden vatbaar gebleken landen, Sleeswijk-Holstein en Nedersaksen, heeft Adenauers partij grote winst geboekt. Zij heeft hier de Vluchtelingenpartij zelfs een vrij radicale nederlaag kunnen toebrengen. Algemeen wordt het resultaat van deze verkiezingen hier bestempeld als een votum van vertrouwen in Bondskanselier Adenauer en de door hem met zoveel overtuiging en volharding nagestreefde buitenlandse politiek. De felle wijze, waarop de socialisten deze politiek hebben bestreden, heeft hun een averechts resultaat opgeleverd. Het socialistische devies: „Eerst Duitse eenheid" en pas daarna een zekere vorm van Europese ver eniging, heeft zeer duidelijk buiten het traditionele socialistische deel van het volk geen weerklank kunnen vinden. Men heeft kennelijk in het grote aanzien, dat Adenauer in het buitenland heeft verworven, aanleiding gezien om meer heil te verwachten van een lijnrechte voortzetting van de groei van West-Duitsland in de Westelijke gemeenschap. De leiders van de over winnende partij zijn er op hun beurt van overtuigd, dat deze overweldigende blijk van vertrouwen een belangrijke stimulans zal kunnen blijken te zijn om deze politiek van Europese integratie weer op gang te helpen. In de Bondsrepubliek heeft deze verkiezing naar het schijnt de weg naar de bekrachtiging der verdragen vrij gemaakt. Van de zes partijen, die haar intrede in de nieuwe Bondsdag zullen doen, is alleen de sociaal-de mocratische partij verklaard tegen stander van de verdragen. Niet langer beschikt zij echter over voldoende macht om deze tegen te houden, ook al zou het Staatsgerechtshof een wijzi ging der grondwet verlangen. Het is niet direct het eigen verlies, dat de sociaal-democraten in een machteloze parlementaire positie heeft geplaatst. De socialisten hebben bij hun teleurstelling over het gebrek aan weerklank van hun argumenten een zekere troost in het feit, dat zij de eni ge partij zijn geweest, die tegenover de stormloop der christelijke politici tenminste haar percentage in het stem- mental enigszins op peil heeft weten te houden. Wel schijnen zij echter alle „stille bondgenoten" te hebben verlo ren. TEN KOSTE VAN COALITIEGENOTEN De grote winst van de christelijke partij is in hoofdzaak ten koste gegaan van haar eigen coalitiegenoten. De Duitse partij zou zonder de directe steun van Adenauers verkiezingsfront de race niet hebben gehaald. Slechts doordat de beide andere regeringspar tijen één van haar candidaten in Ham burg op het paard hielpen, blijft zij als parlementaire factor bestaan. Haar betekenis is echter sterk afgenomen en wanneer de vroegere coalitie zal worden voortgezet waarop het blij kens de eerste uitingen van christe lijke zijde wel lijkt, dan zal de rol van deze partij danig beperkt worden. Zij is in feite niet veel meer dan een tot Noord-Duitsland beperkt aanhang sel der C.D.U. geworden. In iets min dere mate geldt dit voor de liberale F.D.P., die de grote winsten, welke zij in de voorafgaande jaren boekte, weer geheel en al heeft moeten prijsgeven. GEZOND VERSCHIJNSEL Wanneer het verlies deze beide par tijen mag worden toegeschreven aan de weinige aantrekkingskracht van de vele door hen candidaat gestelde nationalisten, dan zullen velen daar in een gezond verschijnsel zien. Ook de nationalistische partijen zijn niet aan bod gekomen of verre beneden de verwachtingen gebleven. De beide neo-nazistische partijen bleken kansloos, ook in die districten, waar zij ruim een jaar geleden nog kansen hadden. Ook de van nazi-ele- cratische partij en men acht ze daar veilig opgeborgen, zolang deze partij onder de beproefde leiding van Adenauer zal staan. COMMUNISTISCH ECHEC Zoals te verwachten was zijn de communisten van het toneel verdwe nen. Hun pogingen om in hun laatste bolwerk Solingen het pleit nog te winnen, hebben hopeloos gefaald. Met 20.000 stemmen behaalden zij er slechts het derde deel van de stemmen van de christelijke candidaat en het linkse radicalisme schijnt hier, als overal in de Ruhrstreek, voor het grootste deel overwonnen te zijn. Men moet aannemen, dat het is opgeslokt door de sociaal-democratische partij, die mede dank zij deze aanwas haar percentage min of meer op peil heeft weten te houden. Dat tenslotte ook de neutralisten van het slag van dr Heinemann en ds Niemöller niet in hun opzet geslaagd zijn, wordt hier eveneens opgevat als uiting van een gezonde democratische ontwikkeling. Aangenomen wordt ten minste, dat het volslagen fiasco van dr Heinemann grotendeels verklaard moet worden uit zijn verbond met de communistisch getinte „Bond der Duit sers" Tot de overige kleine partijen, j wiet aan bod zijn gekomen, behoort de partij der Deense minderheid in Slees wijk. Daarmee verdwijnt de enige Deen uit de Duitse Bondsdag. Zuidkoreaanse onderscheiding voor generaal-majoor Dean. SEOEL 7 September De president van Zuid-Korea, Syngman Rhee, heeft de Amerikaanse generaal-majoor Dean on derscheiden met de gouden medaille van de orde van Taegoek. Dit is de hoogste Zuidkoreaanse onderscheiding. Generaal-majoor Dean, die bevelheb ber was van de 24ste Amerikaanse divi sie, is Vrijdag uit Noordkoreaanse krijgs gevangenschap teruggekeerd. Poolse consul in Winnipeg vraagt asyl. OTTAWA 6 September De Poolse Consul in Winnipeg (Canada), Michael Krycun, heeft Zaterdag de Canadese au toriteiten politiek asyl gevraagd. Dit ver zoek is ingewilligd. De president van de Duitse Bondsrepubliek, Theodor Heuss, bevond zich onder de eersten, die in Bonn hun stem kwamen uitbrengen. Actie van Chr. Middenstandsbond wordt doorkruist door belijdende Christenen. (Van onze Utrechtse redacteur). UTRECHT, 7 September Bij de Chr. Middenstandsbond is nog steeds geen vakorganisatie van loodgieters aangesloten en nu in de laatste tijd weer pogingen zijn aangewend om tot de oprichting van een Chr. organisatie in deze branche te komen heeft dit tot allerlei spanningen en moeilijkheden aan leiding gegeven. Het eigenaardige is, dat het juist de belijdende christenen in de neutrale organisatie zijn, die aan dit streven van de C.M.B. de grootste hinderpalen in de weg leggen. De heer P. Dondorp, secretaris van de C.M.B. hoopt Woensdag a.s. in de uitzending „Het Spectrum" van de N.C.R.V. deze kwestie nader te belichten (18.3018.45 uur). Over de achter gronden van deze zaak vernamen wij van de zijde van de C.M.B. het vol gende: Reeds voor de oorlog werden po gingen aangewend om een Chr. organi satie van loodgieters, fitters en in stallateurs van sanitair te stichten en in Mei 1940 werd de oprichtingsverga dering gehouden. De moeilijkheid was toen, dat alleen installateurs, die een belangrijke waarborgsom hadden ge stort aan gemeentelijke netleidingen mochten werken en dat de neutrale en r.k.-organisatie in staat waren voor hun leden een garant-verklaring voor deze bedragen te geven. Een belangrijke service, die de jonge Chr. organisatie niet zou kunnen bieden. Door de komst van de Woltersomee vakgroepen werd het bestaan aan deze jonge Chr. or ganisatie echter geheel onmogelijk ge maakt. Na de oorlog ontstond een zeer nau we samenwerking tussen de herleefde neutrale- en r.k.-organisaties, die haar hoogtepunt vond in de beruchte „Gisa- overeenkomst". Hierbij verplichten de groothandelaren en importeurs zich al- .een materialen te leveren aan de le den van beide organisaties en deze samenwerking in de privaatrechtelijke sfeer kost beide bonden enkele tien duizenden guldens per jaar. Het ge volg was echter, dat 99 pCt der lood gieters zich min of meer noodgedwon gen organiseerde. NIEUWE POGINGEN. Vooral op aandrang van die patroons, die zich ondanks de Gisa-overeen- niet bij de algemene bond hadden aan gesloten heeft de Chr. Middenstands bond weer pogingen aangewend gedu rende de laatste maanden om ook in deze sector tot Chr. organisatie te ko men. Tijdens een bespreking met het hoofdbestuur van de neutrale bond liet men van die zijde doorschemeren, dat een Chr. organisatie wel toegelaten ten weerhoudt vele anderen de oprich ting van een Chr. bond te steunen. Vele Chr. bonden zijn echter ontstaan en gegroeid ondanks tegenkanting en zou worden tot de samenwerking in federatief verband, maar dat deze Met een nors gelaat nemen ze aan een tafeltje plaats en bestellen bier. „Hoe heb ik het, jongens?" vraagt Zoethout hij kan wel Vlaams spre ken, zij verstaan hem best, al druk ken zij zich natuurlijk in het Frans uit „jullie kijken, alsof de laatste franc versnoept is. Niks erg, hoor. Aan jullie, eerhjke kerels, geef ik wel cre- diet". „Och, dat beroerde weer", scheldt Frangois, naar buiten starend, om dan opeens te vragen: „Wat denk je, hospes, wordt het vandaag of van avond nog droog?" „Voorzover ik er verstand van heb, zou ik zeggen van niet. Als de wind gaat liggen tegen de avond, en daar is J kans op, dan komt er meer regen". „Lollig", bromt Jacques. „Hebben jullie dienst vannacht? Ja zeker? Anders kan het weer jullie niet schelen". „We hebben allemaal dienst van nacht. Dat is het ellendige. We zou den vrij zijn, het was onze beurt. Maar alles is gealarmeerd. Zelfs sol daten uit Sluis. En dat allemaal voor niks". „Dat is nogal wat. Denkt de kapi tein een slag te slaan?" Hij heeft nog nooit een slag gesla gen. 't Zal nu ook weer wel mis zijn". ,Kom, kom, niet zo zwartgallig, mannen. Hier, ik tracteer op een pint bier. Vooruit. Maar nu een opgewekt gezicht, hoor. Door deze nacht komen jullie ook wel weer heen". De beide douanen lachen opeens. „Jij bent een fidele kerel, Zoetholt". Zij noemen hem nooit Zoethout. Mo gelijk kunnen ze die naam niet goed uitspreken. Zij hebben niet in de gaten, hoe zou het ook, dat de waard hen goed ge mutst wil maken. Zo mogelijk moeten ze namelijk wat méér loslaten. Want Zoethout is opeens niet meer zo opgewekt, als hij zich voordoet: de alarmtoestand van de douane veront rust hem in hoge mate. Natuurlijk is het hem bekend, dat de bende die nacht weer een slag hoopt te slaan. Is er wat uitgelekt? Is er verraad in het spel? Dan moet Roelof Knijp ge waarschuwd worden. Uit niets blijkt, dat hij verontrust is. Hij praat en lacht en schertst over van alles en nog wat, biedt de douanen nog een pint bier aan, die zij gretig meent de waard. „En dan moet je kletsdoornat regenen", moppert Jacques weer. „Een lolletje". Eindelijk gaan die beiden weg, in de verste verte niet vermoedend, dat zij de waard van „Het Wapen" iets op de mouw hebben gespeld. Zij weten niet beter, het is hun en de anderen mee gedeeld, of zij moeten naar de „Sui- kerkop", een paar uur het Noorden in. Maarhet is niet waar.Ook dat FEUILLETON Aflevering u Vrij bewerkt naar P. VISSER Jtn aanvaarden. Maar dan mopperen zij weer over hun aanstaande nachtelijke tocht. „Zo, is het weer niet pluis in de buurt van die boerderij. Jullie weten wel". O ja, zij weten er alles van. Maar „Zoetholt" is niet op de hoogte. Sinds dat geval hebben de sluikers die boer derij links laten liggen. Er woont im mers geen kip meer? Neen, zy hebben hun terrein verplaatst naar het Noor den. Ze moeten vannacht tenminste naar de „Suikerkop", weet Zoetholt die? Ja, die weet Zoethout zeker. Hij slaakt bijna een zucht van verlich ting: dat is een heel eind uit de rich ting van het toneel der aanstaande actie! Hoe ver het lopen is, vragen zij. Nou, langs het strand wel een dikke twee uur en door de duinen nog langer onderdeel hoort tot de tactiek van kapitein Dumancheau, die, door ver raad, een tip gekregen heeft.... In de vroege vóóravond loopt Roelof Knijp „Het Wapen" binnen. Hij is niet rustig en drinkt enkele borrels. Er is wat beweging onder de douanen, heeft men hem verteld. „Je kunt gerust zijn, man", zegt Zoethout, als Knijp hem deelgenoot maakt van zijn onrust. En hij vertelt het gesprek met de beide douanen. „Als dat waar is, zijn het ezels", lacht Knijp opgelucht. „Maar wacht, dat is wel na te gaan. Dat is een kar weitje voor Jaap Renkel. Hij spoedt zich naar zijn maat Ren kel, die nota bene al op de hoogte is. Eigener beweging heeft hij al ge- spionneerd, toen bleek, dat er een troepje soldaten uit Sluis arriveerde. Dat had hij al niet vertrouwd. Maar ze zyn dwars door de duinen naar het Een rijk leven in dienst van zijn land Hij beklede vele functies op politiek terrein 's GRAVENHAGE, 7 Sept. Op 73-jarige leeftijd is Zaterdagavond om streeks negen uur in de Rudolf Steinerkliniek in Den Haag na een operatie overleden dr Johan Alexander Nederbragt. Tijdens zijn leven was hij chef van de afdeling economische zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken, voorzitter van de Havenraad van Danzig, burgemeester van Voorburg, consul generaal te Jeruzalem en buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Nederland en Israël. Wijlen dr Nederbragt was van 1907 tot 1919 parlementair overzichtschrij ver van „De Standaard" en leraar M.O. Staatsinrichting. In 1913 liet hij zich als student aaji de Ned. Handels hogeschool te Rotterdam inschrijven, waar hij 5 jaar later promoveerde tot doctor in de economische wetenschap pen. Op 3 Maart 1919 werd dr Neder bragt benoemd tot referendaris aan het departement van Buitenlandse Za ken, op 1 Juli 1921 volgde zijn bevor dering tot administrateur en werd hij benoemd tot chef van de directie van economische Zaken van dat departe ment. De overledene was o.m. voorzitter van de commissie voor handelsverdra gen en corresponderend lid van het economische comité van de Volken bond. Tot 1933 trad hij herhaaldelijk als onderhandelaar op bij het sluiten van handelsverdragen, o.a. te Ouchy en te Oslo. In 1934 werd dr Nederbragt be noemd tot voorzitter van de Haven- raad te Danzig, nadat hij vanaf 1932 deel had uitgemaakt van commissies tot beslechting van geschillen tus sen Polen en Danzig. Na de bezet ting der stad door Duitsland keerde dr Nederbragt naar Nederland terug. Hij werd 15 Januari 1940 benoemd tot burgemeester van Voorburg, welk ambt hij tot medio 1946 heeft vervuld. In 1946 is hij voor een bij zondere opdracht enige tijd in Triëst geweest. Vanaf dat jaar tot 1948 was hij con sul-generaal te Jeruzalem en van 1949 af buitengewoon gezant en gevolmach tigd minister. Deze functie heeft hg vervuld tot 1 Februari 1951, waarna hij zich heeft beziggehouden met zijn standaardwerk „Jeruzalem, eer ik U vergete", waarin hij zijn visie geeft op de situatie van Israël in de wereld. De voornaamste werken van dr Ne derbragt zijn: „Korte lessen in staats recht en economie" (1916), alsmede „Proeve ener theorie der economie naar christelijke belijdenis", dat in 1921 is verschenen en waarover nogal eni ge deining is ontstaan. In 1929 ver scheen van zijn hand nog „Handels verdragen en handelsverdragspolitiek". Verschillende binnen- en buiten landse onderscheidingen zijn dr Ne derbragt ten deel gevallen. Hij was o.m. Ridder in de Orde van Oranje Nassau, Officier in het Legioen van Eer, Commandeur „Polonia Restituta", Commandeur tweede klasse in de Or de van de „Witte Roos van Finland". Commandeur eerste klasse Grootoffi cier in de Orde van Wasa van Zweden en Commandeur in de Kroonorde van België. De begrafenis is bepaald op Woens dagmiddag 13 uur op de begraafplaats Nieuw Eik en Duinen te 's Gravenha- ge. bond dan ook zijn deel van de hoge kosten zou moeten betalen. De C.M.B. liet zich hierdoor niet af schrikken en zond een circulaire aan alle niet r.k.-patroons, waarin er op werd gewezen, dat zowel principiële overwegingen als de opbouw van de bedrijfsorganisatie in ons land de stichting van een Chr. organisatie noodzakelijk maken en waarin de Prot. Chr. patroons tot aansluiting bij deze organisatie worden aangespoord. De neutrale bond reageerde hierop met een spoed-bestuursvergadering en een circulaire aan alle leden, waarin op voorzichtig doch duidelijke wijze werd ontraden aan deze aansporing ge volg te geven. De circulaire geeft toe, dat er theoretisch gezien wel argumen ten kunnen worden aangevoerd voor de oprichting van een Chr. organisatie, doch dat de practische moeilijkheden hiervoor te groot zijn. Ook wordt aan gekondigd dat in een te Utrecht te houden vergadering de voorzitter zal spreken over het onderwerp: „Is op richting van een Prot. Chr. loodgieters organisatie gewenst en noodzakelijk"? Uit de circulaire blijkt wel, dat deze vraag ontkennend zal worden beant woord. Naar de heer Dondorp ons meedeel de heeft het de C.M.B. vooral pijnlijk getroffen, dat dit stuk ondertekend is door het bestuur, waarvan de meer derheid der leden tot de Gereformeerde Kerk en enkele van de overigen tot de Ned. Herv. Kerk behoren. Deze na men toch staan onder een stuk, waarin om practische redenen de principiële noodzakelijkheid van Chr. maatschap pelijke organisaties wordt verloochend en het feit, dat belijdende Christenen aan de top van de neutrale bond zit- druk. Ook in deze branche zal de bond er toch wel komen. Noorden getrokken en later zijn de douanen gevolgd. „De kerels hebben er helemaal geen geheim van ge maakt", lachte hij malend „Bij klaar lichte dag gaan zij op stap. 'k Heb nog nooit zo'n ezel van een kapitein ontmoet". „Dan is de kust vannacht prachtig vrij", merkte Roelof Knijp monter op. Om ruim één uur in de nacht spoedt een eenzame gestalte zich naar de „Hille". Er is grote onrust in het ge moed van Frits Zijier, méér dan an ders. Hij kan die niet verklaren. Komt het, omdat Hanna zo onrustig was? Zij wéét toch, dat het de laatste maal is; dat hy er definitief mee ophoudt? Het afscheid is zwaar gevallen. Zij wilde beslist niet naar bed vóór hij vertrokken was en had nogmaals ge vraagd, of hij niet thuis kon blijven. Nee, nee, dat ging niet. Een man een man; een woord een woord. Zij moest nu maar gauw naar bed gaan en sla pen. Morgenochtend zou zij om haar onrust lachen. Hij weet evenwel dat zij wel naar bed zal gaan, maar nog uren wakker zal liggen, misschien wel tot hij terugkeert. Hy nadert de verzamelplaats en fluit op een eigenaardige schrille wij ze; het afgesproken teken, dat onmid dellijk wordt beantwoord. Dan staat Frits Zijier in het mid den van een aantal ruwe, onver schrokken kerels. Boven allen steekt de forse gestalte van Rudolf Knijp uit. „Je laat lang op je wachten, Frits Zijier", bijt de aanvoerder hem toe. „Er is toch niet bijzonders, wel?" „Niets, Roelof Knijp. Alleen dat het de laatste maal is, dat ik mee doe. Maar dat weet je". „Daarover spreken we nader", is het barse antwoord. „Heb je de sleutel?" „Jawel, die is ditmaal nog tot je dienst". NEW YORK, 7 September Hanson Baldwin, de militaire medewerker van de New York Times, heeft in een artikel verklaard, dat de Amerikaanse voorraad atoomwapens waarschijnlijk „meer dan 1000" en de Russische tussen 100 en 300 bedraagt. Ongetwijfeld bezitten de Ver. Staten een aanzienlijke voorsprong wat betreft de algemene kennis van atoomwapens, voorraden en middelen van vervoer om atoomwapens naar de doelen te brengen, doch de Sowjet-Unie bezit wellicht, ge holpen door Duitse technici, een kleine voorsprong bij de ontwikkeling van ge leide projectielen, aldus Baldwin. Hij geloofde, dat de Amerikaanse vei ligheid verminderd is. Het verlies van het monopolie op het gebied van de atoom- en waterstofbom en de ontwik keling van lange-afstandsvliegtuigen door de Sowjet-Unie stellen de Ver. Staten voor de eerste maal in de moderne ge- schiedenis bloot aan ernstige en gevaar- Wordt vervolgd).lijite aanvallen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 3