JACHT OP EEH MAU MAU-BENDE in hei Afrikaanse oerwoud. Uitputtende patrouille over glibberige olifantpaden. Se Radio* ZEEUWSCH DAGBLAD Antwoord» Ontdekkingstocht door Afrika (XIII) Het zout. Met opzet? foenqi <wU Naar Soestdijk. Zaterdag 29 Augustus 1953 Pagina 3 Men kan niet zeggen dat de regering zich met Jantje van Leiden heeft af gemaakt van de zeer uitvoerige be schouwing en de dikwijls zeer scherpe critiek, die de leden der Tweede Ka mer hebben neergeschreven in het voorlopig verslag naar aanleiding van de wet op de watersnoodschade. Men heeft de geuite bezwaren wel degelijk onderzocht, de wensen indien mogelijk ingewilligd, maar men heeft zich niet uit de koers laten slaan: het beginsel dat aan de wet ten grondslag ligt is ongewijzigd gebleven. Om twee redenen wordt de geuite wens om een werkelijk integrale schadevergoeding te geven (dus een vergoeding van 100 pCt der gemaakte herstel- of bouwkosten) als onjuist verworpen. De regering acht dit in de eerste plaats in strijd met het beginsel van rechtvaardigheid en in de tweede plaats heeft men er geen geld voor! riet is niet eerlijk zo betoogt men dat de ramp oorzaak zou worden, dat men „er beter van wordt". Als iemands huis vernield is en hij zou er zonder meer een nieuw huis voor terugkrij gen, dan wordt hij er beter van. Nie mand zal dat kunnen ontkennen. En het bezwaar dat sommigen niet over de nodige gelden zullen beschikken om het op hen rustende deel van het her stel (het verbeterings-deel oud-nieuw dus) te financieren, wordt door de re gering verworpen met een verwijzing naar de zeer gemakkelijke voorwaar den van crediet. Met een zekere ironie wordt daarna de door sommige Kamerleden gepo neerde stelling, dat onze financiële en economische positie thans in tegen stelling tot 1945 toen de wet op de materiële oorlogsschade tot stand moest komen wel van dien aard is dat een vergoeding van 100 pCt kan worden te niet gedaan. Zeer globaal wordt uitgerekend dat dit het Rijk eens 630 millioen gulden zou kosten; en in één zin wordt hieraan toegevoegd,, dat hierbij nog niet de moeilijk te schat ten immateriële schade is berekend, dat andere stokpaardje van sommige volksvertegenwoordigers! En in de volgende alinea wordt dan tevens ver teld, dat de voorlopige raming der to tale kosten (zoals bekend een bedrag van 860 millioen gulden) zeker te laag zal blijken, voornamelijk omdat de kosten van het dijkherstel hoger zul' len zijn dan was voorzien. En fijntjes is dan ook de conclusie, dat het „mede met het oog op andere vitale belangen in het huidige tijdsgewricht en op de wenselijkheid van een evenwichtige financiële politiek op lange termijn, noodzakelijk blijft bij het bepalen van het financiële beleid een zekere voor zichtigheid niet uit het oog te ver liezen, zodat niet alle wensen, welke ook de regering gaarne vervuld zou zien, ingewilligd kunnen worden". Nog eens op al die punten in te gaan, die in de afgelopen maanden al zo dik wijls onderwerp van discussie zijn ge weest en die in deze rubriek ook meermalen aan de orde zijn gesteld, is vrij nutteloos. Als het ontwerp straks in de Staten Generaal behan deld zal worden zal hiervoor nog vol doende gelegenheid zijn en zal het ook gemakkelijker vallen het pro en con tra te overzien. Onze voorlopige con clusie moet deze zijn, dat het de volks vertegenwoordigers zeer moeilijk zal vallen dit zeer nuchtere regeringsbe-' toog omver te werpen en het ontwerp op essentiële punten veranderd te krij gen. Op één alinea uit dit staatsstuk wil len we toch nog even wijzen, omdat het hier iets geldt waarmee dagelijks de duizenden die weer in hun woning konden terugkeren, te worstelen heb ben: het zout dat zich overal heeft vastgezet en steeds weer het vocht aantrekt. De regering laat weten dat tal van deskundigen zich met grote energie op dit probleem geworpen hebben. Er zijn proeven genomen met bitumen-praeparaten en er wordt ge ëxperimenteerd met boardbeschietin gen. Zodra men het experimentele sta dium te boven is zal de regering na dere mededelingen doen op welke wij ze men deze vorm van schade hoopt te bestrijden. Voor de vele geplaagden die met angst naar huis zijn terug gekeerd is er dus hoop Eergisteren heeft Het Vrije Volk op onbehoorlijke wijze de weinig roos kleurige budgetaire vooruitzichten voor het komende jaar onthuld en giste ren deed de regering mededeling, dat voor integrale schadevergoeding geen geld beschikbaar is, ook als de eis van rechtvaardigheid zich hiertegen niet zou verzetten. Wij vragen ons af of hiertussen enig verband bestaat. De indiscretie van Het Vrije Volk kan niet zomaar een „journalistieke stunt" zijn, daarvoor zijn de banden tussen socia listische pers en socialistische partij te nauw aangehaald. Als dit verband inderdaad bestaat, dan past de term „onbehoorlijk", maar meer nog voor en- Vrije Volk", maar meer nog voor en kele ministers of op zijn minst enkele hoge ambtenaren. Het Nederlandse volk is hier zeer benieuwd naar, excel lentie Van de Kieft. (Van onze correspondent Alfred van Sprang). GITOEROE (Kenya), Augustus 1953 Het is een koude avond. In de lemen hut welke dienst doet als compagniesmess brandt een groot houtvuur. Acht militairen zitten over een tafel gebogen. Een stafkaart van het gebied waarin zij zich bevinden ligt voor hen uitge spreid. Van de zolder hangt een olielamp aan een stuk roestig ijzer- draad. Het geelachtige licht ervan valt op de kaart. Kapitein John Branston, de compagnies-commandant, bespreekt aan de hand daarvan de gegeven opdracht met zijn peletons-commandanten. „Heeft iemand nog iets te vragen „Yes, sirzegt een van de sergeanten. „Wat is 't, Tony „Wie gaat morgen voorop, sir De kapitein kijkt even de kring rond. „Paddybeslist hij dan kortaf. De anderen draaien onwillekeurig hun hoofd in de richting van sergeant Paddy Hewett. Niemand loopt graag voorop bij een patrouille in het bos met duizend-en-één kansen op een hinderlaag. En zeker niet in de om standigheden van sergeant Hewett. Over vier dagen verlaat hij de dienst. Dit is zijn laatste patrouille. „Verder nog iets....?" vraagt de kapitein. Alle hoofden schudden ontkennend. „Welterusten dan...." „Welterusten, sir De mannen staan op en verdwijnen in de duisternis om nog een paar uur te gaan slapen. De gezichten staan ern stig. Niemand heeft lust om te praten. Sergeant Paddy Hewett het minst van allen. Dwars door de rivier. De trucks stoppen. In het aardedonker springen we eraf. We zijn bij de politiepost van Kenjana. Enkele kilometers verderop begint het oerwoud. Er worden op fluisterende toon bevelen gegeven. De pelotons stellen zich acnter mekaar op. We zijn met een kleine honderd man plus tien burgerwachters om de zware mortieren te dragen. Twee ge vangen leden van een Mau Mau-bende zullen als gids dienst doen. „Alles klaar....?" „Yes, sir „Starten dan De commandant van de politiepost doet ons uitgeleide. „Bye, John „Tot vanavond, Bill. „Ja, en good luck1" „Thanks Het is even over half vijf. We kun nen geen hand voor ogen zien en moeten elkaar bij de koppel vasthou den om het contact niet te verliezen. Er wordt geen woord gesproken. Het schuifelen van de gummi jungle schoenen over de grond is het enige gerucht. En nu en dan het kraken van een tak. De spanning is bijna voelbaar. Zo bewegen we ons stil en onzicht baar in de richting van het bos. Het begint al spoedig te regenen. Eerst grote, losse druppels. Dan gaan ze over in een stage stroom. In een half uur zijn we allemaal tot op onze huid nat. Het pad daalt intussen. In de diepte klinkt het stromen van een ri viertje. „Is er een brug.vraagt iemand fluisterend. „Nee....". Dan volgt een kernachtige opmer king Het water komt tot aan onze knieën. Het maakt ons nog kouder en ellen diger dan we al zijn. Met zware, sop pende schoenen klimmen we tegen de andere oever op. De helling is steil en glibberig,van al het water. Sommigen kunnen er niet zonder hulp tegenop komen. Er wordt gezucht en geschol den. Maar tenslotte halen we het toch allemaal. Dan sluit het donkere, natte oerwoud zich om ons. Wilde dieren. Eindelijk wordt het licht. De zon blijft weliswaar achter grijze regenwolken verscholen, maar in ieder geval kunnen we nu zien waar we zijn. Het oerwoud bestaat bijna geheel uit dunne, kaarsrechte bamboebomen. Er tussenin groeit allerlei onkruid. Lianen lopen als touwen van boom tot boom. De grond is zwart en zacht van dé verrotte bladeren. Afgestorven stammen liggen dwars over het pad. Het geheel ademt een sombere sfeer. In deze omgeving wemelt het van de olifanten, buffalo's en neushoorns. En van de Mau Mau. Het is verre van aangenaam om hier te moeten leven, maar de Mau Mau heeft geen keus. En zelfs hier zijn ze niet honderd pro cent veilig. Het leger en de politie maken n.l. regelmatig patrouilles door het oer woud om de bendes in hun schuil plaatsen op te zoeken. Het is echter uiterst moeilijk om hen ongemerkt te benaderen. In de eerste plaats weten ze altijd waar en wanneer het leger zal toe slaan. Dan hebben ze in het bos óveral uitkijkposten. Op het eerste alarm verspreiden ze zich en ze we ten zich ongelofelijk snel door het oerwoud te verplaatsen. Het is dan ook een hopeloze taak om hen te volgen. Maar niettemin hebben we goede hoop hen ditmaal te overrompelen. De twee gidsen kennen een geheim pad waar geen wachtposten zijn. En ze weten dat hun leven niet veel waard is als ze trachten ons op een dwaal spoor te leiden. Kampvuren, „Stoppen1" „Stoppen1" gaat het fluisterend langs de colonne. Kapitein Branston besluit te wachten tot het weer .wat opklaart en de vliegtuigen van de Royal Air Force kunnen opstijgen om wat verwarring in het bos te stichten. Er worden grote vuren van dood hout gemaakt en iedereen schuift er rillend omheen om zich te drogen en te war men. De damp slaat al gauw uit onze kleren. Het helpt echter niet veel want het blijft regenen. We voelen ons stuk voor stuk ellen dig. De een rookt een sigaret. De an der eet een stuk chocolade. Er wordt weinig gesproken. Sommigen doezelen een beetje met de rug tegen een boom. Maar de wachtposten zijn op hun hoede. Het is best mogelijk, dat er een Mau Mau-bende vlak in de buurt is. En in het dichte oerwoud zouden zo ons ongemerkt kunnen benaderen. „Stilsist de kapitein. „Wat is er „Een vliegtuig Inderdaad klinkt er uit de verte het geronk van een vliegtuig. Door de lage wolken kunnen we echter niets zien. De compagnies-commandant grijpt de microfoon van de draagbare radio en roept het op. „KAR voor Eagle Black...." Het blijft stil. „KAR voor Eagle Black We luisteren in spanning. Het ge ronk komt nader. En ineens klinkt er een antwoord. „Eagle Black voor KAR „Ben jij dat, Tommy „Ja, John..,." Er volgt een lang gesprek over onze positie en over het weer. Teneinde tevoorkomen, dat de Mau Mau-benden in het oerwoud voedsel krijgen, houdt de politie scherp toezicht op de veestapel van de bevolking in het reservaat. De koeien, geiten, schapen en varkens worden regelmatig geteld en als er te weinig zijn, wordt de eigenaar naar elders geëvacueerd. Met allerlei middelen bestrijden de Engelsen, samen met de loyale Kikoejoe's, de Mau Mau. Hier ziet men een pantserwagen in actie „Kunnen de claptraps opstijgen..? „Denk het niet, John De claptraps zijn de Harvards van de Royal Air Force. De bedoeling is dat zij het bos zullen bombarderen en mitrailleren terwijl wij naar het kamp oprukken. Het slechte weer dreigt dit deel van de operatie te doen misluk: ken. Het heeft echter geen zin om nog langer op mooi weer te blijven wach ten. En dus trekken we verder. Verdwaald. Er is geen spoor van een kamp te bekennen. Twee uur en nog niets. Drie uur. De gevangenen beweren in de war te zijn door de vele nieuwe olifantpaden. Het is mogelijk, maar het is ook mogelijk dat ze ons niet naar een kamp durven brengen. Ze hebben tenslotte de Mau Mau-eed af gelegd en ze vrezen wellicht de con sequenties als ze nu toch Europeanen helpen. Het staat in ieder geval vast, dat we verdwaald zijn. Er zit niets anders op dan maar door te lopen en te trachten een bekend punt te be reiken. En misschien kan Eagle Black ons straks vertellen waar we zijn. Zuchtend sjouwen we door. Het pad is spekglad en we glijden steeds weer uit. Nu en dan blijft iemand met zijn voet in een liaan haken en valt lang uit voorover. Brandnetels en grote mieren belagen ons. En we klimmen en dalen zonder ophouden. Iedereen loopt dan ook te hijgen en te zweten van vermoeidheid. „Hoe laat is het, Tony „Bijna half vier We zijn al dertien uur zonder eten en drinken onderweg. De geweren we gen langzamerhand als lood en de kop pel met bajonet en de handgranaten knelt om het middel. En het meest ontmoedigende van alles is, dat het er meer en meer op begint te lijken dat alle inspanning voor niets zal zijn. Er wordt dan ook algemeen geschol den, speciaal op de twee Mau Mau- gidsen, „Ze weten het kamp wel...." „Vuile schoften zijn 't. „Waarom knallen ze ze niet neer..?" „Allicht. Hinderlaag. Het pad klimt verder. De grond is één modderpoel van de regen. Met moeite kunnen we de ene voet voor de andere plaatsen. „Tettettettet..1" Ineens barst een salvo los. Een schreeuw klinkt. Een fractie van een seconde later galmt het bos van het schieten. We zijn in een hinderlaag gelopen. Verscholen tussen de bomen heeft een brengun het vuur op de colonne geopend. Het antwoord laat echter niet lang op zich wachten. Hit tientallen geweren, stenguns en Pat- chetts wordt teruggeschoten. Een mortier wordt in stelling gebracht. De mannen steken de bajonet op het ge weer en stormen krijsend en gillend naar voren. Midden op het pad ligt het lijk van een Mau Mau met een dunne, zwarte baard. De soldaat voor me springt er met beide voeten boven op. Dan rent hij verder naar voren Verder ligt een ander lijk met een blinkend kapmes in de vuist geklemd „Zware mortieren Anderen nemen de kreet over. „Zware mortieren Even plotseling als het schieten be gonnen is houdt het op. Wij hebben twee licht gewonden. Een schampschot heeft een stukje vel van het voorhoofd van sergeant Hewett meegenomen. Als het een centimeter lager geweest was zou het dwars door zijn hersens ge gaan zijn. Een beetje opgewonden laat hij het schrammetje zien. De stemming is volkomen omgeslagen. De spanning is gebroken en iedereen voelt zich op gelucht. Er is geen sprake meer van vermoeidheid en lusteloosheid. Het gevecht heeft iedereen weer even met nieuwe energie vervuld. Nu de vijand verslagen het bos is ingevlucht geeft men uiting aan zijn voldoening en zijn vreugde nog te leven. Er wordt druk gepraat en .gelachen. Men klopt elkaar op de schouder. En de sigaret ten smaken beter dan ooit. Zelfgemaakt geweer. Het kamp is leeg. Het is een verzameling primitieve onderkomens. Behalve woonhutten er een keuken, een hospitaal en zelfs een kerkhof. Veel van waarde heeft de Mau Mau niet achtergelaten. In een van de hutten staat een lege am munitiekist en een fles machineolie, Drie draagbaren en wat penicilline lig gen in wat het hospitaal geweest is, En onder wat takken is een primitief, zelfgemaakt geweer verstopt, bestaan de uit een gaspijp, een houten handvat en een trekker als een katapult. De bende heeft blijkbaar genoeg tijd ge had om de rest mee te nemen. Ook het vee is verdwenen. Het waarnemingsvliegtuig heeft het echter ontdekt en probeert het in de richting van het reservaat te drijven, wij helpen een handje door een serie mortiergranaten achter de kudde te laten ontploffen. Het is helaas te laat om achter de Mau Mau en het vee aan te gaan. We kunnen moeilijk de nacht in de openlucht doorbrengen. We hebben geen dekens en geen voed sel. En een dropping is niet mogelijk, De compagnies-commandant besluit dan ook naar de basis terug te keren. Klaarmakenbevelen de pelo tons-commandanten. „Opschietenspoort kapitein Branston aan. Het is al bijna half zes. De mars naar ons kamp eist zeker twee-en-een half a drie uur. We zullen dus moeten opschieten om voor donker uit het bos te zijn. Gelukkig weet een van de burgerwachters een rechtstreeks pad. De twee gidsen zijn namelijk niet meer in staat om ons de weg te wij zen. Zij behoren tot de zeven doden van deze actie. Het is echter zeer twij felachtig of ze door vijandelijk vuur gevallen zijn Als Malakka. De actie is voorbij. Weliswaar heeft het leger de bende niet onschadelijk kunnen maken, maar dat had ook niemand durven hopen. Wel heeft men de Mau Mau laten voelen, dat ze zelfs diep in het oer woud niet veilig zijn. Behalve de ze ven doden zijn er ongetwijfeld een aantal gewonden. En het kamp is ver der onbruikbaar. Dergelijke dingen maken het leven voor de Mau Mau moeilijk. De leiders zullen zich daar niet door laten ontmoedigen. Maar de duizenden meelopers wel. En zonder hen kan de Mau Mau niet blijven be staan want zij zorgen voor de bewa king, voor het stelen van voedsel, het verzamelen van inlichtingen en het reservaats enz. De politiek van het leger is dan ook het voortdurend opjagen van de bendes in het bos. Tegelijkertijd tracht men te voorkomen dat de Mau Mau voedsel krijgt. Dit sys teem heeft men ook in Malakka toegepast. En met succes. Er is geen reden waarom het in Kenya niet zou werken. Men heeft er alleen veel meer troepen voor nodig. En geen Britse dienstplichtigen, maar een heden als de King's African Rifles en het Kenya Regiment. (Nadruk 'verboden). ZONDAG 30 AUGUSTUS 1953. HILVERSUM 1. (402 m.) KRO: 8.00 Nws. 8.15 Gram. 8.25 Hoogmis. NCRV: 9.30 Nws en waterst. 9.45 Gram. IKOR: 10.00 „In de open deur". 10.30 Oud-Kath. Hoogmis. NCRV: 12.00 Gram. KRO: 12.15 Gram. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws en kath. nws. 13.10 Amus. ork., koor en soL 13.35 Radio Philh. ork. 14.20 Boekbespr. 14.35 Mannenkoor. 14.50 Gram. 15.20 ld. 15.40 Viool en piano. 16.10 „Katholiek Thuisfront overal!" 16.15 Wereldkampi oenschappen wielrennen. 16.30 Vespera. NCRV: 17.00 Geref Kerkdienst. 18.30 Ge wijde muz. 19.30 „Elia, mijn God is de Heere", caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Opera- conc. 21.20 „Nodeloos avontuur", hoorsp. 22.15 Act. 22.25 Musette-ork. 22.45 Avond gebed en lit. kalender. 23.00 Nws. 23.15 24.00 Gram. HILVERSUM II. 1298 m.) VARA: 8.00 Nws, weer- en postduivenber. 8.20 Gram. 8.55 Postduivenber. 9.00 Ad libitum. 9.45 „Geestelijk leven", caus. 10.00 Lichte muz. 10.30 „Met en zonder omslag". 11.00 Kamermuz. 11.15 Cabaret. AVRO: 12.00 Postduivenber. 12.35 „Even afrekenen, Heren!" 12.45 Pianospel. 13.00 Nws. 13.05 Med. en gram. 13.10 Gevar. muz. 14.00 Boekbespr. 14.20 Residentie-ork. en so list. In de pauze: filmpraatje. 15.55 Gram. 16.15 Lichte muz. 16.30 Sportrevue. VA RA: 17.00 „Bas Klaver speelt troef voor". 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Sportjournaal. 18.15 Nws en sportuitsl. VPRO: 18.30 Evangelische kerkd. IKOR: 19.00 Voor de jeugd. 19.35 Bijbelvertelling. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Lichte muz. 20.45 Cabaret. 21.15 Lichte muz. 21.45 Caus. 21.55 Lichte muz. 22.40 Pianorecital. 23.00 Nws. 23.15 Re portages of gram. 23.2524.00 „Faites vos jeux", klankb. MAANDAG 31 AUGUSTUS 1953. HILVERSUM I. (402 m.) NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nws en weerber. 8.18 Gewijde muz. 8.45 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de huis vrouw. 9.35 Gram. 10.15 ld. 10.30 Morgen dienst. 11.00 Gram. 11.30 Herhaling Vos senjacht. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb. med. 12.33 Orgelcone. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nws. 13.15 Lichte muz. 13.40 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Viool en piano. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Gram. 17.45 Rëgeringsuitz.: „Nederlanders in de vreemde", door D. J. van Wijnen. 18.00 Ork. conc. 18.30 Viool, clavecimbel en vi ola da gamba. 19.00 Nws en weerber. 19.10 Gram. 19.25 „Lid van de Societas Studio- sorum Reformatorum, ook nul", caus. 19.40 Radiokrant. Nationaal Programma: 20.00 Nws. 20.05 „Moeder des Vaderlands", klankb. 20.25 Radio-Prijsvraag ten bate v. h. Koningin Wilhelmina-Fonds. 20.40 Stereofonische uitz.: Radio Philharm. ork en groot koor. 21.30 „Herinner je je nog?', rondetafel-gesprek. 21.45 „Koninginnedag in 1900." 22.15 Stereofonische uitz.: Pro- menade-ork. en sol. 23.00 Nws. 23.15 Me- tropole-ork. 23.5024.00 Dagsluiting. HILVERSUM II. (298 m.) VARA: 7.00 Nws. 7.13 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Quatre mains. 8.35 Gram. 9.00 Gym. v. d. vrouw. 9.10 Gram. (9.35—9.40 Waterst.) VPRO: 10.00 „Voor de oude dag", caus. 10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20 Gram. 10.40 Voordr. 11.00 Voor de zieken. 11.45 Sopr. en piano. 12.00 Orgelsp. 12.30 Land- en tuinb. med. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Voor de midden stand. 13.20 Kon. Mil. Kapel. 13.50 Gram. 14.00 Voor de vrouw. 14.15 Pianorecital. 14.40 Gram. 15.10 „Rutherford en zoon", hoorsp. 16.00 Ork. en koor-conc. 16.45 Voor de jeugd 17.15 Gram 17.30 Dans- muz. 18.00 Nws en comm. 18.20 Hammond orgel en zang. 18.36 „De stand van de kan kerbestrijding in Nederland", toespr. 18.45 Voor de jeugd. 19.45 Sopr. en piano. Nati onaal Programma: 20.0024.00 Zie Hil versum I. BRUSSEL. Vlaams (324 m.) 12.00 Gram. 12.30 Weei'ber. 12.34 Voor de landb. 12.42 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Pianospel. 13.30 Gram. 13.45 Pianospel. 14.00 Gram. 15.00 Voor de zieken. 16.00 Gram. 16.10 Omr. ork. 17.00 Nws. 17.10 Lichte muz. 18.00 Omr. koor. 18.25 Voor de duivenliefheb- bers. 18.30 Voor de soldaten. 19.00 Nws. 19.40 Gram. 20.00 Symph. conc. 20.40 Gram. 21.00 Symph. conc. 21.45 Gram. Nws. Weer stereofonische uitzendingen op 31 Augustus HILVERSUM, 28 Aug. Op 31 Aug, zullen in het nationaal programma dat dan over beide zenders zal worden uit gezonden ter gelegenheid van de ver jaardag van H. K. H. Prinses Wilhel- mina, weer enkele stereofonische uit zendingen worden gegeven. Van 20.4Q uur tot 21.15 uur zal in zulk een uit zending waarnaar zoals bekend met twee toestellen moet worden geluis terd het Radio Philharmonisch Or kest met het groot omroepkoor con certeren onder leiding van Eduard Flipse. Van 21.15 uur tot 23.00 uur zal men 't Promenadeorkest onder leiding van Benedict Silbermann stereopho- nisch kunnen horen. Mejuiirouw ri. F. Mees, Hist. Dr, die in 1952 tijdelijk werd aangesteld als verzorgster van de prinsessen, zal in September haar functie verlaten, om haar vroegere werkzaamheden aan het secretariaat van dr Albert Schweitzer in de Elzas te hervatten. In haar plaats zal eveneens tijdelijk worden be noemd mejuffrouw A. A. Broers te Am sterdam. Mejuffrouw Broers is vele jaren werkzaam geweest als onderwij zeres aan de Frans-Nederlandse „Julia- naschooi" te Clarens-Montrcux in Zwit serland. Na do oorlog was zjj werk zaam op een van de tijdelijke afdelingen van de Nederlandse Bank N.V. Portretfoto van aiej. A. A. Broers.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 3