IN HET NOORD-SLOE IS DE GROND RIJP VOOR INPOLDERING
Bastiaan de Lange- en Calandpolder
gingen rond 1900 verloren.
Vierhonderd ha Hoord-Sloegrend voor
ruim een millioen gulden.
In de nieuwe Calandpolder zou
plaats zijn voor drie bedrijven*
V'
Stap voor stap dreef de zee de mens terug
Iherindijking verantwoord
Zij hebben niet meer dan eèn halve
eeuw bestaan.
Wachten op uitvoering van Drie-eilandenplan of
Deltaplan zou niet verstandig zijn.
Tegenstelling en
tegenslag*
Zaterdag 8 Augustus 1953
'ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
OUDERE MENSEN zullen kunnen vertellen, dat zij wel eens in
de Bastiaan de Langepolder en in de Calandpolder zijn geweest. Met
laag water kan men er nog komen, maar zonder flinke laarzen gaat
het moeilijk. En zonder gids is hét gevaarlijk! Want poldergrond, die
meer dan een halve eeuw geregeld door het zeewater wordt over
stroomd, blijft niet gelijkmatig. Heel lang hebben de twee polders niet
bestaan. De Bastiaan de Langepolder werd eind 1847 ingedijkt en
ging op 19 Juni 1897 verloren. De Calandpolder kwam in 1857 ge
reed en werd op 28 November 1901 een prooi der golven. Over deze
episode uit de strijd der Zeeuwen tot het winnen van nieuw land en
over de overwinning van de zee heeft de heer F. P. Polderdijk in
1932 een interessant boekje geschreven. Nu er plannen bestaan om tot
herindijking van de Calandpolder over te gaan, loont het alle moeite
om daarvan iets meer te vertellen.
De Oranjeplaat, gelegen in het Noord-
Sloe tussen da eilanden Walcheren en
Zuid-Beveland, bleek in het begin van
de 19e eeuw voor een deel tot schor te
zijn opgewassen. De heer Dirk Dron-
kers, aannemer van openbare weiken
te Middelburg, die de plaat met schor
van 1830 tot 1851 had gehuurd, kreeg
eind 1848 van het Domeinbestuur toe
stemming om het eilandje, ca. 400 ha,
waarvan bijna 60 ca schor, te kopen,
f 4500,voldoen en verder moest hij
In zes jaar moest hij de koopsom van
toestaan, dat voor de afdamming van
het Sloe grond uit zijn eigendom zou
worden gehaald, als de mensen van
de Zeeuws-Limburgse Spoorweg dat
nodig zouden hebben.
Het werk was in enkele
maanden gereed.
Nog in 1843 verzocht Dronken oon-
cessie aan de minister van Binnenland
se Zaken voor de bedijking. Op 26 Fe
bruari 1847 werd die hem verleend. Zy
had betrekking op wat later de Basti
aan de Langepolder zou heten. Voor-
Jaar 1847 werd met het werk begonnen
op 1 December was het voltooid.
Het werd vermoedelijk door Dronkers
zelf uitgevoerd. Voor de helft was de
polder zijn eigendom, terwijl de andere
helft behoorde aan Henri Dlgnus Fock,
ontvanger ten kantore van waarborg
der gouden en zilveren werken te Mid
delburg.
Om aan het geld voor de indijking
te komen schreven zij een lening uit
van f52.000,tegen 5 pet. rente. Na
uitvoerige correspondentie tussen Bin
nenlandse Zaken, Provinciaal Bestuur
en gemeentebestuur van Arnemuiden
werden de gronden, 75 ha, toegevoegd
aan de gemeente Arnemuiden. Dit ge
schiedde slechts voorlopig. Pas in 1877
volgde definitieve toevoeging.
Ala later Van Speijk..
De polder werd genoemd naar de
Veerse admiraal Sebastiaan de Lan
ge, die op 22 Mei 1572 op de Lem
mer, ongeveer op de plaats van de
nieuwe polder, met vier Spaanse
schepen slaags raakte en na een
scherp gevecht geënterd werd. Hij
gaf zich niet over, maar stak als
later van Speijk de brand in het
buskruit en vloog met vriend en
vijand in de lucht.
De nieuwe polder kreeg aan de
Oostzijde een haventje met losplaats
De verbinding met het vasteland werd
onderhouden door een roeiboot. Kort
na de indijking werden twee com
plexen huizen gebouwd en later volg
de de bouw van een grote landbouw
schuur en nog eens twee complexen
huizen. In totaal stonden er toen elf
woningen.
Inpoldering Calandpolder
kostte f 72.000.—.
Al spoedig breidden de schorren ten
Oosten van de B. de Langepolder zich
aanzienlijk uit en In 1856 dienden Dron
kers en Fock een nieuw verzoek tot
verlening van concessie ln. Het werd
gegeven by K.B. van 31 Mei 1856. In
datzelfde jaar verkochten de heren ech
ter de Oranjeplaat aan Jacobus Barnar
dus Thomaes, grondelgenar te Biervliet,
voor ongeveer f 73.000. Deze dijkte het
nieuwe gedeelte ln, hetgeen hem nog
eens f 72.000 kostte. Het werk kwam ln
1857 gereed, maar de storm ln het na
jaar richtte voor f 30.000 schade aan
de dijken aan. En ln 1858 moest op
nieuw f25.000 voor herstel aan de dijk
worden betaald. Thomaes noemde de
polder naar de toenmalige hoofd-in-
genleur van de Waterstaat, Abraham
Caland.
De oppervlakte was ruim 72 ha. Veel
plezier had de eigenaar er de eerste
jaren niet van, want het koolzaad mis
lukte grotendeels. Later verbeterde
dit gelukkig. In 1858 werd een heren
huis in de polder gebouwd en later
volgden nog een boerenhuis met twee
grote landbouwschuren, een bergplaats
en een varkens- en kippenhok, alles
van steen. Ook deze polder werd aan
het grondgebied van Arnemuiden toe
gevoegd.
De weduwe van Thomaes verkocht
in 1874 de Oranjeplaat aan Clement
en Custave Dorzée, ingenieurs te Bos-
su, en Lydia Dorzée, gehuwd met Gus-
tave Quinet, wijnkoper te Mons. Vijf
jaar later werd een dam met rijweg
gelegd van de zeedijk van de Caland
polder naar de Schengepolder.
Reeds spoedig begon
de aftakeling.
Reeds kort daarop bleek, dat de toe
stand der zeeweringen allerminst guns
tig was. Het onderhoud van de dijken
kostte veel. De Goudplaat tussen de
B, de Langepolder en de Spieringpol
der op Noord-Beveland breidde zich
steeds uit en daardoor werd de vaar
geul door de Zandkreek steeds meer
naar de dijk van de B. de Langepolder
gedrongen. Er ontstonden gevaarlijke
oeverafschuivingen, die het leggen van
een inlaagdijk in 1882 noodzakelijk
maakten. Hij kostte f12.000,Een
enkele jaren d aarvoor aangelegd
strandhoofd over het schor was al
tengevolge van onvoldoende verdedi
ging verdwenen. In Mei 1884 brak de
zeedijk door en werd de inlaagdijk
al waterkerend.
Drie jaar later, op 28 April 1887,
werd de Oranjeplaat weer verkocht.
Gustave André Boël uit Brussel werd
eigenaar. Hij betaalde voor de beide
polders met gebouwen f26.500,— en
voor de omliggende schorren f 9500,
Stormvloed van. 1897 bracht
de fatale beslissing.
In hetzelfde jaar moest een tweede
inlaagdijk worden gelegd van 740 m
lengte, die f5600,kostte. Dit bleek
niet overbodig; op 6 September 1888
stond het zeewater tot aan deze in
laagdijk. Stap voor stap dreef de zee
de mens terug. Opnieuw werd bijna
f5000,— besteed aan verhoging van
de dijk, maar voordat het werk ge
reed was, stortte het zeewater op 9 Fe
bruari 1889 over de dijk in de polder.
Twee dagen bleef het erin staan, maar
dat betekende slechte oogsten voor
enkele jaren.
Nog enkele jaren gaf de zee res
pijt, maar toen was haar geduld ten
einde. Mocht de oeverafschuiving be
gin 1897 van ongeveer 70 meter dijk
de inundatie van de polder dan nog
niet met zich meebrengen, de storm
vloed van de 19e Juni bracht de fa
tale beslissing: 800 meter dijk be
zweek en de polder vloeide geheel
blank. De woningen werden later af
gebroken en de landbouwschuur werd
verplaatst naar de hofstede van
Crucq te Arnemuiden.
De Calandpolder volgde in 1901.
In 1895 was de scheidingsdijk tussen
B. de Lange- en Calandpolder ver
hoogd en verzwaard, omdat de eige
naars van de Calandpolder het gevaar
zagen naderen. Bovendien was de uit
wateringssluis in de dijk verlengd. Al
dit werk bleek helaas tevergeefs te
zijn geweest.
De sluis bezweek door onderloopsheid
bij de stormvloed van Donderdag 28
November 1901. Van de dyk sloeg 20
meter weg. Op 13 December volgde de
evacuatie der bewoners, behalve die
van het dijkwerkersgezin, de weduwe
Knsse met twee zoons en een dochter,
die op de bovenverdieping van het he
renhuis bleven wonen.
Pogingen tot dichting der gaten
werden niet ondernomen. De grote
kosten deden de eigenaar terugschrik
ken. Hij had toch al veel geld ten kos-
W moeten leggen aan de dijken, die
grotendeels uit zand hadden bestaan,
voorzien van een lichte kleibekleding.
Begin 1906 was er naar schatting nog
tweederde van de polder over. De wo
ningen waren grotendeels ingestort.
Licht dijkje werd om het
herenhuis gelegd.
Om het herenhuis met bijbehoren te
behouden werd een zeer licht dijkje
rondom gelegd het ding kostte
f750,en was 160 meter lang, maar
'toen het werk nog niet geheel gereed
was, werd het vernield door de be
ruchte stormvloed var. 12 Maart 1906.
Het dijkwerkersgezin vertrok ln de
loop van het jaar naar Arnemuiden
en alle gebouwen werden voor af
braak verkocht. De gebroeders van
Doorn uit Krabbendijke kochten de
bouwvallen voor f 1250,In 1908 was
alles met de grond gelijk gemaakt.
Zo kwam een einde aan het be
staan van deze kleine, maar vrucht
bare polders. De schaapherder koos
er bij laag tij zijn domein. Van de
plannen uit het begin der dertiger
jaren om het Noord-Sloe in te
dijken is niets terechtgekomen, om
dat de particuliere eigenaren geen
medewerking wilden verlenen, en
wie zal zeggen, wanneer weer de
ploegen hun voren zullen trekken
door de akkers van herwonnen
land?
IS HET VERANTWOORD OP KORTE TERMIJN over te gaan
tot herindijking van de Calandpolder, gelegen in het Noord-Sloe tussen
Walcheren en Zuid-Beveland? Is het niet zonde van het geld, nu wellicht
binnen afzienbare tijd het Drie-eilandenp'lan tot uitvoering zal komen of
nog verder gaande de zeearmen van Zuidwest Nederland zullen
worden afgesloten?
Ons antwoord luidt bevestigend: deze inpoldering is verantwoord, maar
zij zou dat nog meer zijn, indien een deel schorrengrond van ongeveer
gelijke grootte, grenzend aan de Sloedam, tegelijk van het water zou
worden afgesloten. Waarom? Omdat Zeeland dan rond 400 ha uit
stekende bouwgrond, erbij zou krijgen, die niet veel meer zou behoeven te
kosten dan ruim één millioen gulden.
De aanvraag tot herindijking van de
voormalige Calandpolder, met wat
omliggende schorrengrond, door de
heer J. van 't Westeinde te Nieuwdorp,
is in eerste instantie afgewezen. Vol
gens een uit 1880 daterend contract
met de Staat heeft de eigenaar der
gronden in dit geval een Belgische
familie, namens welke de aanvrager
optrad te allen tijde het recht tot
indijking over te gaan. Dat het ver
zoek (in feite het gebruik maken van
een recht, dat o.i. prevaleert boven de
bepalingen van de wet op de indijkin
gen van 1904) niet werd ingewilligd,
zal verschillende oorzaken hebben ge
had.
In de eerste plaats zal de vraag, of
deze partiële indijking en herbedijking
economisch verantwoord móet worden
tweede oorzaak (men kan ook spreken
van dg achtergrond) moet worden
geacht een rol te hebben gespeeld. Als
genoemd de overweging, dat er ten
gevolge van de ramp grote plannen
aan het ontstaan zijn, welke omstan
digheid op zijn minst de vraag op
werpt, of het verstandig zou zijn nu
deze 193 ha in te polderen.
Keuze uit vijf mogelijkheden-
Zien wij het goed, dan is er keuze
uit niet minder dan vijf mogelijkhe
den, een keuze, die het Rijk zal moe
ten doen en naar mag worden ge
hoopt zo spoedig mogelijk. De eer
ste mogelijkheid is: uitvoering van het
plan, waarop de particuliere eigenaren
volgens de gesloten overeenkomst van
1880 recht hebben.
Het tweede project gaat een stuk
verder. Het omvat, behalve de bijna
ilrtlIHHm, Bestaande binnen- en buitendijken
Verharde weg
■SSKVStaOïEnc Dijk tussen Wilh.pldr en voorn». Bast. de Lange pkk
Dijk volgens plan Westeinde
200 ha, waarop de aanvraag betrekking
heeft, nog eens rond 200 ha. Op de uit
voering daarvan is niet alleen aange
drongen door de landbouworganisaties,
maar ook door de besturen van de Ja
cob- en de Suzannapolder. Daarbij zou
een dijk moeten worden gelegd vanaf
de Wilhelminapolder op Walcheren tot
de voormalige Bastiaan de Langepol
der.
De derde keuze is: inpoldering van
het gehele Noord-Sloe, een oppervlak
te van rond 600 ha. In de vierde plaats
komt in aanmerking de uitvoering van
het Drie-eilandenplan en tenslotte is
er dan het grootse Deltaplan, de af
sluiting der zeearmen.
Dijk tussen Wilhelmina- en
voorm. B. de Langepolder.
Wanneer men uitsluitend het eer
ste plan de aanvraag voor 193
ha. dus bekijkt, dan springen al
direct grote voordelen in het oog.
Allereerst zijn daarmede grote eco
nomische en sociale belangen ge
moeid. En.... voor het Rijk is het
een koopje, want de particuliere
eigenaren willen geheel op eigen
kosten, die op 8 ton worden geschat,
herindjjking overgaan. Voor Rijks
schatkist is er dus geen bezwaar,
geen bezwaar.
Nu kunnen wij ons voorstellen, dat
het Rijk bezwaar maakt op grond van
de gedachte, dat het zonde is ook par
ticulier geld te investeren, omdat bin
nen korte tijd toch verdere inpolderin
gen zullen volgen en het risico be
staat, dat de particulier straks om res
titutie van gelden komt aankloppen.
Wat daarvan waar is zullen wij ver
derop in dit artikel bezien.
Het tweede project: een dijk tus
sen Wilhelmina- en voormalige B. de
Langepolder. Deze zou voor rekening
van het Rijk komen en de kosten
kunnen worden geschat op 6J4 ton,
De voordelen van dit plan zijn groot.
Niet alleen uit een oogpunt van land
winning (300 ha), maar ook om rede
nen van bescherming tegen het water,
Men weet, dat er op 1 Februari j.l.
in de dijken van de Suzannapolder
grote gaten zijn geslagen. Had de be
wuste dijk er gelegen, dan zou er naar
menselijke berekening hier niets zijn
gebeurd! Komt de gevraagde dijk er,
dan zullen de onderhoudskosten voor
genoemde polder dus aanmerkelijk la
ger worden enzal de veiligheid
sterk toenemen, ook voor de Jacob-
polder. Daar komt nog bij, dat ook de
Sloedam alleen maar een zand-
lichaam, dat de Quarlespolder moet
beschermen die in de rampnacht
bijna onderliep, dan een volledige vei
ligheid zal hebben.
Kosten worden aanzienlijk
minder.
Er komt echter nog iets bij. De be-
dijkingskosten worden verminderd,
omdat het aantal meters dijk per ha.
lager wordt, aangezien de geprojec
teerde dijk aan de Westkant komt te
vervallen. Het één en het ander be
rekenend komt men tot een bedrag
van ruim één millioen. Wie zou nu
nog niet enthousiast worden: 400 ha.
beste grond voor een dikke millioen!
Het derde plan heeft betrekking op
de inpoldering van het gehele Noord
Sloe, met een dijk tussen de Oranje
polder aan de Walcherse kant en de
Egbert Petruspolder aan de Zuidbeve-
landse zijde. Dit plan is enkele jaren
Herindijking kost maar acht ton.
Dijk van 4100 meter lengte moet herwonnen
grond beschermen»
BOVENOP DE SCHORREN VAN HET NOORD-SLOE ligt nog altijd een
dyk. Hy heeft tot ln het begin van deze eenw de Calandpolder tegen het wa
ter beschermd. Nu doet hy geen dienst meer, want de polder bestaat niet
meer. Die U prysgegeven. Vanzelfsprekend is hetgeen men ziet, wanneer men
op de dijken der aan het Noord-Sloe grenzende polders op Walcheren en
Zuid-Beveland staat, slechts een gedeelte van wat eens de zeedijk van de
Calandpolder vormde. Maar er zijn toch nog stukken by, die na een halve
eeuw de krachtproef van wind en water goed hebben doorstaan. En dat is
bijzonder prettig voor degenen, die plannen hebben om tot herlndyklng van
dit eiland middenin de schorren over te gaan. Die plannen bestaan en zij zou
den al ten uitvoer zijn gelegd, wanneer het Rijk toestemming had verleend.
Dan zon, met de omliggende schorren erbij, een gebied van 193 ha puike cul-
tuurgrond aan Zeelands bodembezlt zyn toegevoegd 1
De plannen zien er aanlokkelijk uit I zand bestaat en dientengevolge de ont-
en wie er kennis van neemt, zegt 1 watering beter is dan op metersdikke
Dr>A ISAL TA trlitrf »v» 1 AT
spontaan: „Doe het zo vlug mogelijk,
want er is een enorme landhonger!"
Er kunnen drie flinke bedrijven met
gebouwen op deze grond worden ge
sticht en dat betekent een goed be
staan voor drie naar een eigen be
drijf snakkende boeren. De grond is
van uitstekende kwaliteit. Wanneer
wij vertellen, dat de afslibbaarhe'id
varieert van 22 tot 40 pet, dan weet
iedere landbouwer voldoende. Zonder
overdrijving mag worden gezegd, dat
grote gedeelten van deze schorren
grond beter zijn dan de gronden in het
Zuid-Sloe. Dat komt, doordat hier,
in het Noord-Sloe, de ondergrond uit
kleigronden. Als zulke schorren een
maal droog zijn gevallen, dan zal het
maar zeer kort duren, voordat er ge
oogst kan worden.
HET PLAN.
Het hermdykingsplan voorziet in een
dyk ter lengte van 4100 meter. Een
deel daarvan moet geheel nieuw op het
schor worden gelegd, terwyl voor het
andere deel kan worden volstaan met
het herstellen en het verzwaren van
de oude dyksgedeelten van de voorma
lige Calandpolder.
De dijk is geprojecteerd vanaf een
punt van de zeedijk, die de Schenge
polder beschermt. Over een afstand
van 700 meter moet hij komen te lig
gen tot de oude dijk van de Caland
polder. Deze wordt hersteld en ver
zwaard en zal doorlopen tot aan de
Westkant van de polder. Vervolgens
komt er weer een geheel nieuwe dijk,
die ongeveer 1000 meter lang zal zijn,
tot aan de dijk van de Jacobpolder.
In het te herstellen stuk zit een deel
van de dijk, die vroeger de Caland
polder en de eveneens verloren ge-
gane Bastiaan de Langepolder scheid
de. Aan de Noordoostzijde van het in
te polderen gebied is een uitwaterings
sluis geprojecteerd..
DIJK VOLDOET AAN ALLE EISEN.
De nieuwe dyk zal in elk opzicht
voldoen aan de eisen, die van hoger
hand worden gesteld. Lag het eerst
ln de bedoeling hem te brengen op
6 meter boven N.A.P., na de ramp ls
het plan gewijzigd ln deze zin, dat de
hoogte 6.50 meter boven N.A.P. zal
worden of 5 meter boven de lioog-
wateriyn. De breedte van de kruin
zal 3 meter bedragen. Het buitenbe
loop is 1 op 3 en het binnenbeloop
1 op 3.
Natuurlijk zullen, als het tot uit
voering van het plan komt, de kreken
worden gedicht. De grond daarvoor
kan eenvoudig worden verkregen uit
een stuk van de oude buitendijk van
de Calandpolder, die geen dienst meer
behoeft te doen en toch zou moeten
worden opgeruimd. De oude kavel-
sloten zijn alle practisch nog te zien,
maar zij passen niet bij een moderne
verkaveling. De oude dam is nog wel
enigszins te zien, maar niet noemens
waardig. De opritten zijn er nog wel.
DE KOSTEN.
Nu zal waarschijnlijk ieder wel be
nieuwd zijn te weten, hoeveel de uit
voering van dit plan moet kosten. Wij
dachten: enkele mïllioenen, maar ble
ken ons te vergissen. De aanleg van de
nieuwe dijk en het in orde brengen
van de oude dijk zal, met het maken
van de noodzakelijke kunstwerken,
niet meer dan acht ton kosten! Nu is
dat altijd nog een heel bedrag, maar
daarvoor krijgt men dan ook 200 ha
prima cultuurgrond terug.
Ende Staat kan rustig de beurs
dichthouden! Het is alles particulier
geld, waarbij alleen verzocht zal wor
den om eventuele subsidies, die het
Rijk naar vaste normen bv. voor boer
derij enbouw en egalisatie over de ge
hele linie pleegt te verlenen.
Wij zeiden al, dat met dit project
193 ha ls gemoeid. Daarvan is 130 ha
Belgisch eigendom en wel van de
Brusselse familie Boël. In handen van
de gebr. Lindenbergh uit Wemeldinge
is 30 ha, terwijl de rest, 33 ha, Staats-
grond is, nl. de omliggende schorren.
Voor wie misschien de vrees mocht
koesteren, dat Belgische landbouwers
straks hier bedryven gaan stichten,
zy volstaan met de mededeling, dat ln
elk geval alleen Zeeuwse boeren hier
een bestaan zullen vinden.
Ingezonden Mededeling (adv.)
HOUTWORM PROBLEEM OPGELOST
door H.W.T. (houtwormtoxyl)
in tuben met speciale spits. Verkrijg
baar bij erkende drogisten. Fabr.
DO-A-CO, Dordrecht, Vest 105. Bij
ontvangst van Uw naamkaartje zen
den wy gratis onze folder over H.W.T.
geleden door de Vereniging voor Land
aanwinning ook naar voren gebracht
en schijnt ook nu door het Rijk te wor
den overwogen. Het Drie-eilandenplan
behoeft er o.i. niet door te worden ge
traineerd. Dit plan heeft het voordeel,
dat ook de Schengepolder geheel en de
Westkerkepolder aan de Westzijde
wordt beveiligd. De dijk wordt onge
veer 2900 meter lang.
Het Drie-eilandenplan.
Daarmede komen we op het Drie-
eilandenplan als zodanig. Dit zou zon
der enige restrictie dè oplossing zijn,
mitshet spoedig tot uitvoering
zou komen. En daarop zijn we aller
minst gerust. Optimisten zijn van oor
deel, dat over zes jaar -de drie eilan
den aaneengesmeed kunnen zijn, maar
realisten en wij delen, hun stand
punt menen, dat wij blij mogea
zijn, als de zaak over 10 jaar haar
beslag zal hebben gekregen.
Men moet daar niet licht over den
ken: er kan bij wijze van spreken on
middellijk met de herindijking van de
Calandpolder worden begonnen. Het
werk zal enkele maanden duren en
practisch 10 jaar kunnen hier land
bouwers een bestaan vinden, voordat
het Drie-eilandenpian zal zijn uitge
voerd!
Tenslotte het vijfde plan: de afslui
ting der zeearmen. De vrees is niet on
gegrond, dat daaraan het Drie-eilan
denplan zal worden opgehangen. Hei
Prov. Bestuur is uiterst diligent, dai
het niet gebeurt, maar de macht en da
invloed der Provincie reiken op dit
punt, bij de huidige verhoudingen, niei
bijzonder ver, ook al zijn de aange
voerde argumenten nog zo steekhou
dend.
Het is zeker niet te pessimistisch g<K
redeneerd, wanneer wordt vastgesteld
dat de huidige generatie de totstand
koming van het Deltaplan niet meer
zal beleven. En daarom kunnen wij ont
niet voorstellen, dat al het ander#
daarop zal moeten wachten.
Onze slotconclusie.
Daarom kan onze slotconclusie
slechts zijn: dijk in wat rijp is en ver*
liest u niet in fantasieën. Concreet ge
zegd: win 400 of 600 ha Noord-Sloe-
grond en ga rustig door met het ont
werpen en uitwerken van grootsera
plannen! Geef bovendien de eigenaaj
van buitendijkse gronden royaal d#
kans zijn recht te effectueren!
De ramp van 1 Februari 1953
eist, dat wij voorzieningen moeten
treffen t.a.v. de zeeweringen ea
daar niemand kan garanderen, da*
er de eerste jaren geen stormvloe
den zullen komen, is het een ge»
biedende eis, dat zo snel mogelijk
wordt ingegrepen daar waar dat
mogelijk is. Men moet in of bij de
overstroomde gebieden wonen om
te beseffen wat een onveilige zee
wering betekent. Het is daarom, dal
polderbesturen en landbouworgani»
saties achter deze plannen staan.
HET is vandaag wel een merk
waardige krant. U vindt er arti
kelen in over inpolderingen, maar ook
over de grote tegenslag bij het dijk
herstel op Schouwen en Duiveland.
Wij hebben ons even afgevraagd, of
het niet beter zou zijn de artikelen
over het Noord-Sloe voorlopig maar
in portefeuille te houden. De tegen
stelling is wel erg groot. Bij nader in
zien hebben wij het niet gedaan, om
dat er geen sprekender voorbeeld te
vinden is van de worsteling der Zeeu
wen tegen het water. Een worsteling,
die niet altijd eindigde in een over
winning: de zee nam vaak meer dan
de mens kon terugwinnen. Maar nim
mer werd die zee haar prooi voor altijd
gegund! De Calandpolder, eens goede
grond, waarop het koren groeide en
de mensen hun vreugden en droef
heden beleefden, moest worden prijs
gegeven. Nu ligt het plan gereed om
voor de tweede maal tot indijking over
te gaan het tijdstip, waarop dit zal
geschieden, is niemand bekend en
daarom hebben wij in een beschou
wing, welke men in dit nummer vindt,
op spoed aangedrongen.
OP Schouwen en Duiveland is ge
beurd wat ingewijden al had
den gevreesd. Het water in de Polder
Schouwen heeft zijn vernielende
werking gedaan en die is nu zicht
baar geworden. Het is een tegenspoed,
waarop wij moesten rekenen, maar
die wij zo ver mogelijk uit onze ge
dachten hadden gebannen. Wanneer
het hard waaide waren wij met onze
gedachten wel bij de arbeiders op
Schouwen en Duiveland en zeiden wij
tegen elkaar, dat het zou spannen.
Maar bij mooi zomerweer, zoals wij
dat de laatste dagen hebben, hielden
wij er eigenlijk geen rekening mee,
dat Zeeland in de loop der geschiede
nis misschien meer grond heeft ver
loren door plotselinge dijkvallen dan
door stormen.
Schouwen is het nieuws, dat van
de Schelphoek komt, het slechtste
nieuws, dat zij kunnen vernemen. Hoe
(slot op le kolom onderaan pag. 4).