WAPENSTILSTAND IS GEEN VREDE! NOG „DE MENSELIJKE VRIJHEID" C. N.V.-secretaris Van Hasirigl gaf oplossing voor oudedag- voorziening. ©e qAote, (MAwocPdinq.. D een theoretische beschouwing èn stemmen uit de practijk! WRIGLEYj ÖSÉSfi® Tilanus: „Samenwerking met A.-R, niet aanbevelenswaardig", VijN?RH EllMIN helpt!. Reden tot dankbaarheid Wat komt er na de complimentjes De Kerk en de poli tieke delinquenten. Calvinistencongres te Montpellier. I zo Wantoestanden langs Wilhelmina-kanaal t Dinsdag 28 Juli 1953 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina I GODE ZIJ DANK! Eindelijk en te langen leste is dan het vuren gestaakt op Korea, dat schier eiland welks bodem doordrenkt is van het bloed van burgers en soldaten. Meer dan drie jaren: sedert 25 Juni J850, heeft de strijd gewoed en militair bezien is het een wonderlijke strijd geweest omdat beide partijen beurte lings verpletterd dreigden te worden door een geweldig offensief van de ander. Men herinnert zich hoe in het begin van deze nooit verklaarde oor log de verbondenen bijna in zee ge drukt werdenen hoe anderhalf jaar geleden McArthur zijn soldaten beloofde dat zij met Kerstmis thuis zouden zijn na een totale overwinning! Die overwinning is nooit gekomen zo min als de communisten ooit de eind- sege hebben kunnen forceren. En mis schien kan men zeggen, dat die over winning ook nooit gewild Is, omdat men niet een totale wereldoorlog heeft willen ontketenen. Slechts weinige oorlogen hebben zo sterk het karakter van een „politiek spel" gehad als deze. Maar daarvoor hebben de duizenden betaald met hun leven. De duizenden soldaten, die hun bloed geofferd heb ben voor wat zij als een rechtvaardige zaak zagen. Ook Nederlands tonen.... Op dit ogenblik dient men juist hen en hun nakomelingen te gedenken in dankbare erkenning. Maar ook de dui zenden burgers of zijn het er hon derdduizenden? Want dit Korea is van Noord tot Zuid een puinhoop gewor den. Bij dit bestand zijn er politiek en militair geen overwinnaars en geen overwonnenen en al ware dit het ge val geweest: ook dan zou in beider lot weinig verschil lijn geweest. Maar juist omdat de verwoesting zo ontwettend is mag men God danken voor deze wapenstilstand. Allereerst omdat op deze wijze blijk gegeven wordt van vredeswil welke mo tieven er ook achter die vredeswil schuilen. En in de tweede plaats om dat aan het bloedvergieten thans een einde is gekomen en men kan gaan beginnen aan een periode van op bouw. Als tenminste De geschiedenis begint al in de tweede wereldoorlog toen de Ver. Staten, Engeland en China overeen kwamen, dat Korea te zijner tijd een vrije en onafhankelijke staat zou wor den. Toen Rusland in oorlog geraakte met Japan stemden ook de Russen hiermee in en zo werd de toekomst van Korea in de z.g. verklaring van Potsdam neergelegd: het land zou een „democratische regering" krijgen; Rusland zou met de Japanse troepen ten Noorden van de 38-ste breedte graad afrekenen en Amerika met de troepen ten Zuiden van deze grens; en daarna zouden de legers zich terug trekken en zou de democratische re gering het land gaan besturen. Maar ach, zoals Potsdam in tal van anderekwesties „misverstanden" heeft opgeleverd, zo ook hier. Want was is een „democratische regering"? Rus land en Amerika hebben hierover druk geconfereerd, maar tot overeen stemming is men nooit gekomen. Zo zijn er tenslotte, in strijd met de ver dragen, twee regeringen gekomen: een Amerikaans-democratische en een volks-democratische, en heeft men de 38ste breedtegraad als grens aange nomen. Tot de onvermijdelijke oorlog kwam, onvermijdelijk omdat elk van deze regeringen zich Immers als de enige wettige regering beschouwde! En.... zich nu nog beschouwt! Nu gaat men straks weer aan de conferentietafel zitten en gaat men weer aan het knutselen met Korea En nu is het eigenlijk nog moeilijker dan toen! Toen, zo tegen het einde van de wereldoorlog, was er nog een zekere mate van eensgezindheid en was er alleen nog maar een conflict-in-de- kiem tussen Oost en West. Bovendien was er toen maar één China, dat van Tsjiang kai Tsjek, dat door iedereen werd erkend. Maar nu, acht jaren na die oorlog, is er het openlijke conflict, welks historie prestige-overwegingen in het geding brengt. En nu heeft men te doen met een communistisch en een nationalistisch China, die elk door de ene partij wel en de andere niet er kend worden. Ingezonden Mededeling (adv.) Modern middel voor de moderne tijd De huisvrouw mag trots zijn op de complimentjes, die zij voor haar maal tijd krijgt., maar daarna staat zij toch maar weer voor de afwas. Dit pro bleem hield de Castella-fabrieken be zig en in haar laboratoria werd het middel gevonden, dat in onze moderne tijd thuishoort. Castella Vaatwas: een enkele eetlepel geeft een overdaad van actief schuim, dat vet en vuil in zich opneemt, aanslag doet verdwijnen. Het schuim is blijvend werkzaam: zo groot kan de stapel borden, vorken en lepels niet zijn, of ook het laatste bord komt flonkerend, volkomen gereinigd uit het parelend Castella-schuim te voorschijn, let is werkelijk een wonder om te zien! En 'n tweede wonder is Castella's beschermende werking op de handen. Fluweelzachte handen, in plaats van die gevreesde ruwe „afwashanden"! Een pak Castella, waarmee men een hele week doet, kost slechts 25 ct. Het nemen van een proef kan men dan ook iedere huisvrouw van harte aanraden! DEN HAAG, 25 Juli. Nadat de Generale Synode der Ned. Herv. Kerk zich dezer dagen met een brief tot de minister van Justitie heeft gewend om uiting te geven aan haar zorg ten aan zien van de verscherping van de maat regelen jegens alle ingesloten politieke delinquenten, heeft zij zich thans ook gericht tot de kerkeraden en predi kanten over deze aangelegenheid. De Synode wijst er allereerst op, dat de innerlijke houding tegenover de politieke delinquenten gezuiverd moet worden van smeulende wraakgevoe lens. Zonder iets goed te praten van hun handelingen moeten wij toch be reid zijn tot een geheel nieuwe hou ding tegenover de politieke delinquen ten, zodra zij op wettige wijze berecht zijn. Vervolgens vraagt de Synode aandacht voor de gezinnen der gede tineerden. Het isolement waarin deze geraakt zijn kan voor de kinderen schade betekenen voor hun gehele ver dere leven. De vereenzaamde vrouwen zijn vaak niet in staat alleen het hoofd te bieden aan de moeilijkheden. Geslaagd. De Oosterlandse tweelingen Bea en Hans de Waal, leerlingen van de Chr. Ulo te Zierikzee, thans geëvacueerd te Bruinisse, slaagden te Rotterdam voor het Ulo-diploma. MONTPELLIER, Juli. Een internationaal congres van Calvinisten maakt je stil! Wat hebben we in Nederland, in vergelijking met andere landen, toch ontelbare voorrechten. U moest die Belgische Calvinistische legerpredikant (de enige die België heeft!) eens horen vertellen over zijn werk in het leger: gewapende vrede met zijn roomse collega's,-2een sprake van werkelijke godsdienstoefeningen, slechts gesprekken van man tot man; het hele land als arbeidsterrein dus reizen van Luik naar Zeebrugge, van Dinant tot de Hollandse grens om één enkele jonge soldaat tot steun te zijn! En dan de toestand in Spanje waar- paalde reglementering, zonder afhan- ANKBAARHEID is o- over deze wapenstilstand, m—net is een dankbaarheid vermengd met wan trouwen en vress. „Jongens, we kun nen nog niet gaan vissen!" was het commentaar In het Amerikaanse acht ste leger en dat geeft precies de stem ming weer bij de burgerlijke en mili taire autoriteiten. Men Is wel tot een overeenstemming gekomen, maar men kan zelf haast niet geloven dat die overeenstemming van lange duur zal zijn. De een vertrouwt de ander niet en dat is een wankele basis voor een overeenkomst! Dat wederzijds wantrouwen is be grijpelijk. De Noord-Koreanen ver trouwen Syngman Rhee niet, de pre sident van Zuid-Korea en het is de vraag of de Ver. Naties deze man wel helemaal vertrouwen. Eisenhowers speciale afgezant Robertson heeft dan wel zoveel overredingskracht getoond, dat Rhee zich op dit ogenblik niet verzet (en die overredingskracht zal wel hoofdzakelijk gebaseerd zijn ge weest op Amerika's dollars die in het vooruitzicht zijn gesteld), maar nie mand weet wat deze Rhee straks zal doen als alles niet precies gaat zoals hjj dat wil. En omgekeerd is het wantrouwen jegens de communistische vredesbe- doellngen van de zijde der Westelijken groot Wat Noord-Korea zelf betreft weet men wel zo ongeveer waar men aan toe Is: er zijn fanatiek communis tische leiders, maar het land zelf is te uitgeput om nog tot oorlogshandelin gen te kunnen overgaan. Hoe is het échter met communistisch China? Welke bedoelingen heeft Mao tse foeng met deze vrede? Zoekt hij wer kelijk een periode van rust en zoekt hü werkelijk overeenstemming met de Westelijken. Of zal hij straks met te groter felheid in Indo-China b.v. toe slaan of in een ander gebied? Is dit Slecht# een adempauze? Dat is het wat Vooral de Fransen graag willen weten! Jbt dan staat achter dit alles Rusland, het Kremlin. Wil Rusland vrede en waarom wil het vrede? Het zijn vra gen waarop niemand het antwoord weet. En daarom Is da dankbaarheid nu nog zo weinig spontaan. Het is alles nog zo in het beginstadiuml WAT MOET ER NU GEBEUREN? Men heeft het formele ant woord in de kranten kunnen lezen: een neutrale commissie zal zich met de uitvoering van de bestandsbepa lingen bezig houden en daarnaast zul len de strijdende partijen en als het kan allen die erbij geïnteresseerd zijn rond de tafel moeten gaan zitten en tot politieke besluiten moeten komen. Want wapenstilstand is nog geen vre de! En werkelijke vrede is voorwaarde voor wederopbouw. Die politieke be sprekingen zullen uiterst moeilijk zijn, allereerst om het wederzijdse wan trouwen en de onzekerheid over el- kaars bedoelingen en daarnaast ook om het onderwerp zelf. Want men zou dit Korea „erfelijk belast" kunnen noemen! ZO BEZIEN lijkt het of er geen oplossing mogelijk is en of Korea gedoemd zal zijn een twistappel te blijven. En als men die historie laat meespreken en al het gewicht van het prestige meebrengt naar de conferen tietafel, dan is er ook geen redelijke oplossing. Dan zullen de jongens van het Amerikaanse leger nooit echt aan vissen toekomen! Maar zoals de oorlog in Korea een „testcase", een beproeven van eikaars krachten is geweest, zo kan de Kore aanse vrede ook een testcase worden: een toetsen van elkanders vredeswil. Want ook voor Korea is er natuurlijk een oplossing te vinden, als beide par tijen dat willen. Malenkof kan nu tonen dat hij inderdaad bereid is de verzoe nende hand uit te steken en dat al die vredesgebaren van de laatste tijd niet maar alleen show waren. En de Wes terse wereld kan tonen dat zij bereid is die uitgestoken hand te drukken. En als men dat bereikt zal een zucht van verlichting gaan door de rijen der volkeren zowel voor als achter het ijzeren gordijn. Dan zal het „Gode zij dank" nog eens zo luid mogen op klinken. Want dan zal er niet alleen een wapenstilstand maar werkelijke vrede zijn. over prof. Aranjo verteld heeft met een bewogenheid, die beschamend is. Daar strijdt een groepje van omstreeks 20.000 protestanten in dit millioenen- land zijn schijnbaar hopeloze strijd. Zeker, ook daar heeft men de Bijbel en heeft men perioden gekend van een zekere verdraagzaamheid, maar hoe zwaar is er het leven der protes tanten nu! De oorlogsjaren waren voor de Spaanse broeders jaren van vervolging, jaren waarin men niet an ders dan in het geheim bij elkaar kon komen (de „réunions de cuisine" keukenbijeenkomsten). En hoewel het met de overwinning der geallieerden er op leek, dat enige verademing zou intreden, bleek alras dat deze hoop ij del was. Het werd zelfs erger! Geen scholen, geen andere opleidingsmogelijkheid dan op roomse inrichtingen, soldaten die gedwongen zijn de missen bij te wonen en die in de gevangenis terecht komen als zij tijdens deze missen niet knielen maar blijven staan! Clande stiene kranten, gesloten kerken, dat is het trieste beeld van de situatie in Spanje. Is het wonder dat prof. Aranjo het medeleven en het gebed heeft ge vraagd van alle broeders die in vrij heid leven kunnen? DE MENSELIJKE VRIJHEID. Is het wonder ook dat juist in deze omgeving met de diepste aandacht ge luisterd werd naar hetgeen de Ameri kaanse professor dr H. J. Stob te zeg gen had over het onderwerp „De men selijke vrijheid"? De hooggeleerde sprak zijn redevoering uit in het En gels en in een nevenzaal vertaalde een student van de universiteit van Mont pellier zijn woorden in het Frans. „Ten diepste is het christelijk ge loof de basis van onze beschaving en dus ook van wat wij beschouwen als één van de voornaamste bronnen van die beschaving n.l. de menselijke vrij heid", aldus prof. Stob. „Deze vrijheid moet men niet opvat ten in de negatieve betekenis van „on afhankelijkheid" of „afwezigheid van iedere dwang" want zonder een be- Ingezonden Mededeling (adv.). Zomerconferentie der Chr.-Historische Unie (Van onze Utrechtse redacteur). LUNTEREN, 27 Juli In het vacantie-oord van de Zendingsstudieraad al hier 1b in de afgelopen week druk vergaderd. Woensdagavond begon hier de conferentie van de Centrale van Chr Historische Vrouwengroepen. Donder dagavond kwam een groot aantal mannen de dames gezelschap houden in bet midden in de bossen gelegen oord en ging eerstgenoemde vergadering over de traditionele Zomerconferentie, die ieder jaar door de Chr. Historische Unie wordt georganiseerd. Zaterdagmorgen werd de bijeenkomst gesloten en in die tussentijd hadden de deelnemers geluisterd naar en gediscussieerd over een bonte r(j van de meest uiteenlopende onderwerpen. kelykheid dus, kan geen enkele vorm van samenleving bestaan. In het Griekse humanisme vindt men niets dat de ontwikkeling der vrijheid zo als die, in tal van landen in allerlei grondwetten is vastgelegd, zou kunnen verklaren. Voor de Calvinist is vrij heid niet „bevrijd zijn van iets" maar „vrijheid voor iets". De middeleeuw se kerk moge dan al niet volledige vrijheid hebben gekend, maar zij heeft toch waarheden over God, de mens en de wereld geproclameerd die de mens in staat stelde om een maatschappij- vorm te organiseren die meer in over eenstemming zou zijn met de bood schap van het Christendom. door Drs M. W. ROMBOUT, conrector aan het Christelijk Lyceum te Goes. De calvinisten die als eersten de ab solute souvereiniteit Gods erkenden waren en zijn anderzijds ook de moe digste verdedigers van de menselijke vrijheid. Zo verwerpt de Calvinist iedere tyrannie en zal hij, al kan men over de vorm verschillen, de demo cratie voorstaan. Het is jammer dat Calvijn ons niet een voor ieder duidelijke christelijke opvatting heeft gegeven van één der wezenlijke vrijheden, n.l. de vrijheid van godsdienst. De christelijke nede righeid zowel als het feit dat Gods Koninkrijk geestelijk is, eisen ver draagzaamheid in godsdienstig opzicht jegens alle mensen. De kwestie der vrijheid zal nooit juist gesteld worden indien men niet tegelijk die andere vragen stelt: „Welke Heer erkent gij? Aan wie bent u verbonden?" Calvinisten erkennen één gebonden heid, n.l. die aan God en Zijn Woord, andere „bindingen" kennen zij niét; zij zijn vrij in alles waarin de mens het recht en de mogelijkheid heeft vrij te zijn. Aldus Prof. Dr Stob. De Zomerconferentie werd geopend door de heer H. M. Martens, burge meester van Ermelo en voorzitter van de Ver. van C.H.-leden van Gemeen tebesturen, die de voornaamste ge beurtenissen op politiek terrein in binnen- en buitenland de revue liet passeren. De voorzitter van de Unie, de heer H. W. Tilanus, sprak hierna over: „De les der gemeenteraadsver kiezingen". „Onze Unie heeft zich goed gehou den", dat was de conclusie, T^aartoe spr. hierbij kwam. Op sommige'plaat sen was er verlies, maar over het al gemeen mocht men vooruitgang boe ken en dit is zeker mede te danken aan het feit, dat de C.H.U. haar eigen koers is blijven varen. Het trekken van conclusies werd bemoeilijkt door de verschillende combinaties, die wa ren gevormd maar in grote lijnen was er reden tot optimisme. De uitslag van de verkiezingen in 4 gemeenten in het Rampgebied hebben dit Woensdag j.l. bevestigd. Samenwerking met de A.R.-party achtte spr. in het algemeen niet aan te bevelen en by de discussie bleek wel, dat velen het hierin met hem eens wa ren, Als motieven noemde men het feit, dat men bij combinatie de greep op de eigen mensen verliest. Vele Chr. Histo- rischen van Ned. Hervormden huize willen bovendien niet samenwerken. De propaganda van sommige A.R. kiesver enigingen en met name „het schermen met Ned. Herv. candidaten" werd sterk afgekeurd. Enkelen vertelden van gun stige ervaringen bij de samenwerking. Eerst tegen het middernachtelijk uur had de heer Tilanus alle vragenstellers tevreden gesteld. OUDERDOMSVOORZIENING. Hadden de vrouwen reeds geluisterd naar referaten over de onderwijsver nieuwing bij het nijverheidsonderwijs en over de revalidatie, op de Zomer conferentie keek men ook over de grenzen toen jkvr. mr C. W. I. Witte- waal van Stoetwegen over het vraag stuk der ontheemden sprak. (Men zie hiervoor ons verslag van gisteren). Dr Joh. v. d. Spek behandelde het onder werp „Lichamelijke en geestelijke volksgezondheid". Zeker niet het minst interessant was het referaat, dat Zaterdagmorgen werd gehouden door de heer C. J. van Mas- trigt, secretaris van het C.N.V., over de ouderdomsvoorziening in Nederland. Dit vooral, omdat deze spr. niet volstond met een historisch overzicht, maar ook een concrete oplossing voor dit vraag stuk aan de hand deed. De heer van Mastrigt tekende de lijdensweg, die moest worden afgelegd tussen de jaren 1891 en 1919 tot in het laatstgenoemde jaar eindelijk de Inva liditeitswet werd ingevoerd. Daar pre- FEUILLETON. door J. BRANDENBURG. ,121 Het is de jongste der drie, die aller gedachten vertolkt, wanneer hij zegt: Mijn broeders, het is mij droef te moede. Ik had zo gehoopt in deze heilige stad het Kind te zullen vinden en Hem te kunnen begroeten. Maar nu ligt de stad achter ons. Zij heeft nauwelijks notitie van onze blijde boodschap genomen. Niemand toont zich verheugd, niemand deelt onze vreugde, niemand helpt ons in ons geloof. En nu ligt de stad achter ons. Het wordt nacht en wij zijn nog even ver als vóór wij de heilige stad gezien hadden. We weten nog niets positiefs. We zullen nog moeten zoeken. We weten geen Naam, we weten geen huis. We weten eigenlijk niets. Wat zullen wij in Bethlehem gaan doen? Wat, indien de bevolking ons daar even zo ontvangt, als de heilige stad dit deed? Wat, wanneer er zich hetzelfde herhaalt? Moeten we dan blijven zoeken? We zijn nu immers in het land, waarheen de Sterren ons gewezen hebben? We zijn gegaan naar de ingeving van ons hart, maar nu we in het Westland zijn aangekomen, weet niemand ons te zeggen, waar wij de Koning, Die ge boren is, kunnen begroeten. Mijn broeders, mijn hart is zwaar van het denken en er liggen donkere schaduwen over mijn bevreesd gemoed. Dan spreekt de middelste in jaren het volgende: Ook ik moet bekennen, dat de vreugde van mijn hart geweken is. Mijn gedachten vermenigvuldigen zich, gelijk de uwe, mijn broeder. Ik had mij het alles zo geheel anders voorgesteld. Ik had gedacht een stad te vinden in grote vreugde, versierd met loofhutten op alle daken, met veel vreugde-vuur in alle tuinen, met jonge dochters en jongelingen, zingende en dansende in reien, met muziek van velerlei instrumenten, trompetten en cimbalen, snarenspel en trommel. Ik had een vreugde- gedruis verwacht voor het paleis van de koning, waar de Prins geboren behoorde te zijn. Immers, wanneer zelfs de Sterren gewagen van de ge boorte van een Koning, wat kunnen dan de mensen anders doen dan jubelen? Ook al mocht het juist zijn, dat deze Koningszoon in Bethlehem geboren was, had men Hem dan niet terstond naar de heilige stad moeten brengen en daar voorwerp maken van de aanbidding? En ziet, het is Ingezonden Mededeling (Adv.) tabl. 5 f5 ets alles zo geheel anders. Niemand heeft het feestkleed aangetrokken, nie mand kent zelfs het feit der geboorte. Er zijn geen muziekinstrumenten en geen jongelingen en jonge maagden, die vreugde bedrijven. Er is niets van dat alles. En wij, wij gaan door dit land met onze geschenken, goud, wierook en mirre, de geschenken, welke betamelijk zijn een Koningszoon te brengen en wij weten niet, waar we ze brengen zullen. Ook mijn hart is zwaar, mijn broeders Dan is het de oudste, die het woord neemt. Mijn broeders, uw woorden vertolken ook wat er in mijn hart leeft. De wegen, die wij gaan zijn wonderlijk en raadselachtig. En wie geeft ons antwoord op duizend vragen? Zo donker ons pad hier beneden in dit dal is, zo donker is de weg ook in onze eigen ziel. Nochtans, mijn broeders, laat ons het geloof niet verliezen, want één ding staat voor ons toch vast als het trots gebergte van de Libanon, hetwelk wij op onze reis naar dit land zijn langs getogen, het is deze onwrikbare zaak: Wij heb ben Zijn Ster gezien. Hij heeft tot ons gesproken door de schepping, en vandaag heeft Hij opnieuw gesproken door de Schriftuur, door wat de profeten van Hem getuigd hebben. Ik geloof in dat Woord, als in het eigen Woord van God, in Wien ik de Schepper van Hemel en van aarde ben gaan aanbidden, want weet, mijn broeders: hoe was onze geest in het land van het Oosten, omfloerst en moe gepeinsd, levensmoede omdat wij vragensmoede waren! Hoe was ons hart onrustig en brandende in ons, om de waarheid te weten, om te vinden een rustpunt voor ons leven. Onze goden hebben ons dat niet geschonken. Zij konden dat niet geven. Waarom niet, mijn broeders? Omdat zij geen goden waren, maar werk van mensenhanden, hout en steen, goud en zilver. En zo zijn de goden van Griekenland en van de Romeinen. Maar ik geloof, dat Hij Zijn Zoon heeft doen geboren worden in dit Westland, als de Messias, als de Ster in Jacob, waarvan die'profeet ondanks zichzelf profeteren moest. En nu zijn alle dingen donker, mijn broeders, in mijn hart gelijk in het uwe, maar één ding houd ik vast: ik gelóóf, ik heb de vrede voor mijn ziel gevonden en die laat ik niet meer los. Broeders, laat ons dat geloof vasthouden, ook al ontvalt ons alles. Wij hebben zijn Ster gezien en in dit land hebben wij Zijn woord gehoord. Laat het ons genoeg zijn, nu wij naast het Teken ook het Woord gehoord hebben. En laat ons blijmoedig voortgaan Het is een ogenblik stil onder de drie reizigers, na dit woord, dat met zoveel gloed van overtuiging gesproken werd. En dan herneemt de jong ste het woord: (Wordt vervolgd) mie en uitkeringen geen gelijke tred hielden met de lonen moet vandaag wel de indruk bestaan, dat deze wet voor de ouderdomsvoorziening niet meer van betekenis is. De Noodwet Ouderdomsvoorziening nam haar taak over, is onmisbaar doch ondermijnt 't verantwoordelijkheidsbesef. Hiernaast ontstonden ondernemingsfondsen en bedrijfspensioenfondsen maar dit alles bij elkaar geeft nog geen redelijke voorziening. Terwijl de Noodwet reeds tweemaal moest worden verlengd, is een definitieve regeling thans in stu die en het is de vraag of er vóór 1 Juli 1955 als de Noodwet weer afloopt een wettelijke regeling zal bestaan. OPLOSSING. Vast staat wel, dat die definitieve regeling niet zal gaan in de richting van een staatspensioen, maar dat het een verzekering zal worden met ver plichte premie-betaling. Naar sprekers mening moet deze verzekering gelden voor allen, die inkomen uit arbeid ot vermogen genieten. Vaak wordt nu de vraag gesteld, of er een verplichte bodemvoorzie ning moet komen voor iedereen met een vrijwillige aanvulling hierop door bedrijfspensioenfondsen, dan wel of de bedrijfstaksgewijze voorzieningen primair gesteld dienen te worden met verplichte fondsen dus waar boven dan een aanvullende algemene voorziening moet komen. Spr. pleitte voor een derde sy steem, waarbij gestreefd wordt naar afdoende voorzieningen met een in corporatie hierbij van de bestaande bedrijfsfondsen; een pensioenrege ling dus met twee risicovakken, nl. het bedrijfsleven en het gehele volk. De wet brengt allen onder de ver plichte regeling voor wat hét alge meen deel betreft en verplicht het bedrijfsleven tot het instellen van bedrijfspensioenfondsen, waar deze nog niet zijn. Ook het totale pensioen, te verkrijgen uit deze twee takken der verzekering zou bij de wet moeten worden geregeld. De zelfstandigen zouden dan vallen on der de algemene verzekering, doch de keuze behouden om voor het deel, dat voor de werknemers in de bedrijfsfondsen geregeld wordt, zelf risico te dragen. De bedrijfspensioenfondsen zouden moeten werken volgens het kapitaal dekkingssysteem en dus recht geven op een in guldens uit te drukken be drag aan pensioen. Het totale pen sioen moet echter worden uitgedrukt in een percentage van het op het mo ment van uitkering geldende loon. Het algemene fonds, dat het vaste bedrag moet aanvullen tot dit bedrag, moet dus werken volgens het omslagstelsel. Om grote schommelingen in de pre miehoogte te voorkomen zou om de 8 jaar een doorsneepremie voor de ko mende 25 jaar moeten worden vastge steld aan de hand van de bevolkings prognose. Aldus wordt een fonds ge vormd om de schommelingen op te vangen. Spr. lichtte dit voorstel uit voerig toe en toonde aan, dat hiermee een zo goed mogelijke oudedagsvoor ziening zou worden bereikt. Op alle referaten volgde een geani meerde discussie, terwijl de conferen tie ook nog een keer werd onderbro ken voor een uitstapje- naar het Ud- delermeer. DEN HAAG, 27 Juli. Inderdaad ko men er gedurende de zomermaanden langs het Wilhelminakanaal in de omgeving van Tilburg ongewenste toestanden voor. Dit geeft minister mr L. A. Donker het Tweede-Kamerlid ir C. J. van Meel (K.V. P.) volmondig toe. Ofschoon de politie-in- stanties versterkt en diligent zijn, kan geen afdoende controle plaats vinden, mede door de uitgestrektheid van het terrein, dat zich bovendien door de begroeiing slecht voor sudveillance leent. BRITS SCHIP BEVRIJD. HONGKONG, 27 Juli. Het Britse vliegkampschip „Unicorn" is er in ge slaagd het Britse vrachtschip „Inch- kilda", dat door drie met-geïdentifi ceerde kanonneerboten bij Amoy aan. de Chinese kust werd opgebracht, te bevrijden zonder dat een schot werd gelost. De „Unicorn" ontdekte de „Inch- kilda" en de drie oorlogsschepen toen deze Zondag kennelijk op weg waren naar het eiland Quemoy. Het vlieg- dekschip haalde het viertal schepen in en onder de bedreiging van zijn ge schut stopten de drie oorlogsschepen en het vrachtschip. Later voeren de kanonneerboten met grote snelheid in de richting, van Tsjimmo,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 3