HET ZONNIGE ITALIË is niet zo gemakkelijk te begrijpen. Eenheid van het evangelisatie-werk thans meer dan ooit noodzakelijk. Maar eenmaal krijgt het je te pakken „Vele problemen zijn mij thans duidelijker geworden/' Militant» De militair» Vreugden, maar ook teleurstellingen. 2te Radio- fomcjl ani J Vrijdag 24 Juli 1953 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 Het militaire neemt in het nieuws yan de laatste dagen een zeer voor- pame plaats in. Vorige week was het het 40-jarig bestaan van de militaire luchtvaart, dat de aandacht opeiste en de enorme demonstratie van aviatisch kunnen op Soesterberg heeft honderd duizenden belangstellenden getrokken en geboeid. Deze week ziet men de Verslagen en foto's van de feesten ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de Kon. Militaire Academie te Breda in de kranten en leest men uit de redevoeringen met hoeveel zorg de officieren worden opgeleid, die het voorbeeld en de aanvoerders moeten zijn van onze soldaten. Deze week ook zijn de gegevens bekend gemaakt over de proefmobilisatie die in een van de komende weken zal worden gehouden en die de proef op de som zal beteke nen ten aanzien van Nederland pa- faatheid in geval de oorlogsdreiging Werkelijkheid zou worden. En zeker niet het minst belang rijk In deze week ook geeft de Tweede Kamer, Nederlands volksver tegenwoordiging, haar oordeel over de vraag of ons land al dan niet zal moe ten aansluiten bij de Europese Ver- dedigings Gemeenschap en dat die vraag bevestigend zal worden beant woord, is wel zeker. Het heeft zin over dit alles even rustig na te denken. Want de belang stelling voor deze militaire zaken vormt een zo frappant verschil met de situatie van zeg 30 jaar geleden, dat bezinning op de vraag of ons volk niet van- het ene uiterste naar het andere uiterste is overgeslagen, wel op zijn plaats is. Toen, in het rijke Nederland, was het „geen man en geen cent! richtsnoer nu, arm na zoveel harde slagen, leggen wij vele millioenen op tafel voor onze defensie, zijn we trots op onze luchtmacht en vieren we feest met onze officieren (die men 30 jaar geleden maar nauwelijks in de samen leving duldde!). Zijn wij militairistisch geworden? Bouwen wij ons leger, onze vloot, onze luchtmacht op omdat wij •r graag trots op willen zijn? Dan zijn wij onherroepelijk op een verkeerde weg, want dan kan het ons vergaan al; de jongen, die zichzelf zo sterk vindt en dus tegenstanders zoekt om zijn kracht te kunnen tonen. Niet dat men bang behoeft te zijn, dat Nederland ooit een ander land de oorlog zal gaan verklaren maar vertrouwend op de militaire kracht zou men er toe kun nen komen niet meer al het mogelijke te doen om een oorlog te voorkomen, Men zou de omzichtigheid kunnen la ten varen, die men in acht nam toen men nog zwak was. Dat gevaar schuilt ook in de E.D.G. en misschien nog het meest in het Atlantisch leger met een sterk en zich zeker voelend Amerika, Want het is nu eenmaal zo dat de af schuwelijkheden van een oorlog min der afschuwelijk lijken, indien men zich maar zeker voelt van de over winning. Met dat élan is Duitsland, militairistisch bij uitstek, steeds de strijd ingegaan. Wordt het Nederlandse volk ook langzaam maar zeker met dit élan geïnjecteerd? Zoek het antwoord op deze vragen' bij de militair zelve. Want het moreel van de troep wordt niet in de eerste plaats bepaald door het gejuich aan de kant, maar door wat in het hart van iedere man leeft. En dan komt men tot de conclusie dat het Nederlandse leger beslist niet „oorlogzuchtig" is, Het is heus niet teveel gezegd, als men het zo stelt, dat de meeste Neder landse soldaten zich nog altijd „ver klede burgers" voelen; en het is ook zo dat de thans bejubelde K.M.A. nog altijd de grootste moeite heeft om vol doende geschikte jongelieden aan te trekken. Neèn, de Nederlander is ver re van militairistisch.gelukkig! En toch mag men zeggen, dat men in het Nederlandse leger en dat ook het Nederlandse volk, bezield is van de juiste geest: militaire dienst is noodzaak en de militaire uitgaven zijn noodzaak. En we doen niet aan de E.D.G. mee omdat we het zo leuk vin den tot een „machtig leger" te beho ren, maar omdat we inzien dat we al leen te zwak zijn en dat in een zo groot mogelijke samenwerking de enige mogelijkheid ligt om een even tuele aanvaller af te schrikken of zich in geVal van nood van het lijf te hou den. Met die gedachte worden onze soldaten opgevoed en men mag dat tot een verdienste rekenen van de leger leiding. Geen parade-hoera-stemming in het leger, maar wel het besef dat de dienst inderdaad een dienen is van het Nederlandse volk. En praat met die soldaat niet over de „gevaren van souvereiniteitsover- dracht", want dat vindt hij „slap ge praat". Als de nood aan de man komt zal hij vechten voor zijn Koningin en zijn vaderland, ook al zou een Turk of een Griek zijn commandant zijn. Zoals in de tweede wereldoorlog overal ter wereld Nederlanders onder vreemde commandanten hebben gestreden zon der er ook maar één moment aan te twijfelen, dat zij voor Koningin en va derland streden! Wie die twijfel pro beert te zaaien begaat een misdaad aan de Nederlandse soldaat en aan het Nederlandse volk! Waarbij en dat is vers twee het de taak van rege ring en volksvertegenwoordiging is, ervoor te zorgen dat wij als partners ln het internationale gezelschap ook inderdaad een woordje bij beslissingen kunnen meespreken. 1 „En De Italiaan in de trein had zestien uur gezwegen als het graf, maar toen we door-Brabant stoven, vloeide hij over van belangstelling. „En? Wat denkt II van Italië?" Het was een Italiaan, waar je alles tegen kon zeggen, want hij bracht maar één maand per jaar in zijn geboorteland door om zijn dienstplicht te vervullen. Elf maanden zwierf hij dan weer door de wereld als vertegenwoordiger van een katoenfabriek. „Cottone, si, si." „Italië? Een pracht land, maar..,." Op dat „maar" zat hij te wachten. En hij was het met ons eens: een reiziger wordt wel eens teleurgesteld door Italië. Schilderachtig zijn de dorpen, die op de eilandjes voor Venetië liggen. Dit is Murano, het eiland van de Venetiaanse kant Te grote verwachtingen. Het zit zo; naar Italië ga je in een zelfde stemming als Pip, een van de hoofdpersonen van Dickens, vervulde. Een stemming van „Grote Verwach tingen". Je kan je daar tegen verzet ten, maar dat helpt niet zo erg veel. Italië is het land van zon, van citroe nen en ezelwagentjes. Italië is het land van de mooiste steden en de ver rukkelijkste landschappen. Italië is, kortom Italië. Al die verwachtingen zijn werkelijk niet ongegrond. Zo voor en na heb je wel eens wat gelezen over dat land. De Romeinen zijn er van Rome uit hun opmars door Europa begonnen. Ze hebben de Griekse schoonheids idealen aan ons overgeleverd. Zelf de den ze er het recht en de organisatie bij. Romeinen leerden ons wegen-aan leg en zelfs de dijkbouw. Rome was vroeger de wereld en die wereld is er nog in Italië. Later is het Christendom er be gonnen. Petrus en Paulus gingen naar Rome. En weer was er een op mars door West-Europa. Langs hon derden wegen is het Evangelie door gedrongen, maar al die wegen kwa men uit één punt: het Rome van de eerste pausen, de opvolgers van apostel Petrus. En heeft de Renaissance niet op zijn schoonst gebloeid in Italië, het land, waar de nieuwe kunst na de Middel eeuwen het leven zag? De steden spre ken er duidelijk van, stad-staten, die eenmaal de rijkdom zelf waren. Flo rence en Venetië, Sienna en Pisa en noem verder maar op. Ligt in Italië niet Napels, dat je moet gezien heb ben voor je dood, zoals een eeuwen oud gezegde dat wil. En dan komt de natuur er nog bij: Capri en de Ita liaanse Rivièra, de meren en Toscane. Nee, Italië moet toch wel heel mooi zijn. Barrière van teleurstellingen, En Italië is heel mooi. Je wordt er alleen door schade en schande wijs. Er gaan heel wat teleurstellingen aan de bewondering vooraf. Het begin is goed. Aan het grens station Chiasso ontbreekt niets. Dan ko:mt Como en dat klopt allemaal nog met de verwachtingen. Maar de eer ste stad is Milaan en wat je al reizend van Milaan ziet, is al heel gauw be schreven: grauw en naar en verder niets. Op weg naar Venetië zijn de teleurstellingen niet van de lucht. De trein zit en staat vol. Maar niemand zingt er, zoals je toch van Italianen mag verwachten. Ze staan maar te staan met een volharding, die in Ne derland nergens onder het reizend pu bliek gevonden wordt. Vier uur aan één stuk, bladerend in een tijdschrift, zonder één teken van vermoeidheid. Je staat maar in die Po-vlakte te turen. Een landschap als een soort eindeloze Gelderse vallei. Later komt er zo waar een nette polder. Ver weg ligt het Garda-meer. Daarachter staan de Alphen als een onverzettelijke muur. Maar dat is allemaal op grote afstand. Langs de spoorlijn zijn het weitjes, kunstmatige slootjes en een schriel pijnboompje. Na vier uur ben je dan in Venetië. Daar heb je dan ook al niet veel verwachtingen meer van. Maar dat valt dan toch wel mee. In Italië niet rond krijgen. De ver schillen zijn er te groot. Prachtige pa leizen staan er als het ware aan de ingang van de ellendigste stegen. Hon derden kruiden geuren er in de hevi ge voorjaarsregen, maar een paar me ter verder stinken de sloppen. Het is er één en al fontein, maar in welke huizen lekt het eigenlijk niet, als het eens regent? Er zijn legio bedelaars. Een sigarettenpeukje ligt in Florence op het Marktplein maar een paar se conden op de grond. Dan is het al ge raapt. Geen middenweg. „Toeristen zien dat zo niet", zegt de Italiaan in de trein. „Die zoeken, wat in hun reisgidsen staat". „De gevel dus". „Ja, alleen de gevel. Ze komen niet verder." En natuurlijk komt die éne vraag op het tapijt: Waarom is het station van Rome zo duur, zo belachelijk duur? Het is gebouwd onder Mussolini en nog maar een paar jaar geleden voltooid. Het is het mooiste en het grootste station van de wereld. Maar waarom? Italië was toen straat-arm, net als nu trouwens. Dan is er een antwoord, dat in Ne derland nooit gegeven zou kunnen worden: „We houden van een mooi gebouw. Het is het station van ons allemaal." En daar ligt het verschil tussen Nederland en Italië. Wij hebben zelf mooie dingen. Italië heeft het voor allemaal. Wij richten een woning in en Italië een station. We hebben 'n middenweg voor alles, maar Italië kent rechts of links, rijkdom of ar moede, aroma of stank, paleis of krot. Punt drie: verrukking. En toch.Italië is een heerlijk land. Ondanks alles. Eenmaal krijg je het er grondig te pakken. In Florence misschien, een stad, die volmaakt een stad is. In Venetië wellicht, waar alles een zo heel vreemde sfeer heeft. Heel misschien zelfs in Napels, 's avonds aan de baai. En zeker in Rome, hoe wel het daar lang kan duren. Want Rome moet zoveel stukjes bijeenpas- sen om de legkaart van 26 eeuwen als een geheel te laten zien. Rome, dat is de Via Appia en d^ St. Pieter, het station en de fonteinen, de honderden trappen en het grijze Forum. Een stad, die eeuwig wordt genoemd. In Rome heb ik het te pakken ge kregen op het Forum Boarium, op de veemarkt zogezegd. Dat klinkt pro zaïsch, maar de Romeinse veemarkt heeft een rond tempeltje, een vierkant tempeltje, een oude poort en een kerk met de mooiste toren van Rome. En natuurlijk ritselt er altijd een fontein. De zon ging diep-rood onder en de gloed trok langzaam over de tempel tjes en over de kerk. Het water in de fontein spatte even rood op en het was eindelijk stil geworden. Enfin, zo kan je jongensachtig verliefd worden in een wereldstad. Daar komt dan na tuurlijk een dorst van, die met wijn te lessen is. En daarmee heb je je beste herinneringen aan Rome geïncasseerd. Geen teleurstelling, die je dit kan af pakken. Muntstukjes in het water. De allerlaatste morgen in Rome ben ik naar de Trevi-fontein geweest. Een heel oud bijgeloof zegt, dat de vreem deling, die daar wat muntstukjes in werpt, nog eens in Rome terug zal komen. Ik ben werkelijk niet bijgelo vig, maar tien lires ben ik aan het water kwijt geraakt: 11; wil zo graag nog eens naar Rome terug. „A rivederci", zei mijn Italiaan, toen ik in Utrecht uitstapte. „Tot weerziens". En dat heb ik maar als een goed voorteken opgevat. Hij reis de verder. Naar Amsterdam, 't Rijks museum, het Instituut voor de Tropen, de Van Gogh-tentoonstelling. Nu zal hij al wel een mening hebben over Nederland. Vindt hij het hier mis schien te middelmatig? Waarschijnlijk zal ik dat nooit te weten komen. H. K. Ingezonden Mededeling (adv.) Peukjes op marktplein. En nu kan je je gaan wapenen te gen deze tegenvallers, maar dat lukt niet zo heel goed en dus wankel je verder tussen verrukking en teleur stelling. Florence is een bloemenstad, maar waarom zijn de straten bij het station zo grauw en goo-, Rome om spant vele eeuwen, maar waarom lig gen die eeuwen zo door elkaar, dat je er kop noch staart aan kan vinden? Wie heeft uitgevonden, dat ieder ster veling beslist Napels moet zien, zo'n rommelige stad bestaat er misschien geen tweede. Waarom probeert Italië rond te komen met een minimum aan verkeersregels en een. maximum aan snelheden, zodat je schichtig wordt van het verkeer. En wat is het voor een hebbelijkheid an de Italianen om zich aan de binnenkant van de spoor bomen op te stellen? En er zijn teveel reclames en teveel verkiezingsbiljet ten. Enfin, die verkiezing is nu achter de rug. Voorlopig tenminste.... En dat zijn allemaal de uiterlijkhe den? Als Nederlander kun je de zaak De veemarkt te Rome: een tempeltje en een ruisende fontein,... Minister Luns terug uit het Verre Oosten. SCHIPHOL, 22 Juli „Mjjn reis van meer dan vijf weken naar Zuid-Oost Azië, Indonesië, Australië en Nieuw Guinea, heeft over het algemeen aan alle verwachtingen beantwoord", zo zei de minister zonder portefeuille mr J. M. A. H. Luns, toen hij met de K.L.M. constellation „Enschede" uit Karatsji op Schiphol arriveerde. „Die verwachtingen waren, voor zover het Indonesië be treft, door het aldaar ontbreken van een regering, niet op concrete resultaten gericht, maar veie problemen en mogelijkheden, dit grote land betreffende, zijn mij nu veel duidelijker geworden", aldus de minister. Ook zijn bezoek aan Australië noem de de minister bepaald succesvol, vooral t.a.v. de besprekingen over technische en administratieve samen werking tussen de twee delen van Nieuw Guinea. Zowel met de Austra lische regering als met kringen van de oppositie heeft hij een vruchtbare conversatie kunnen voeren. Met nadruk sprak minister Luns de geruchten tegen over besprekingen van militaire aard met Australië, of over het Anzus (AustraliëNieuw Zeeland-United States)-pact. Ook zijn vermeende „rebuff" in In donesië president Sukarno en vice- president Hatta zouden hebben ge weigerd hem in audiëntie te ontvan gen sprak de minister tegen. Helaas was mjjn voornaamste ge sprekpartner, mijn Indonesische ambt genoot Mukarto, zeer gepreoccupeerd met het demissionaire kabinet en het vormen van een nieuw. Daardoor heb ben de acht punten, die ik op mjjn pro gramma had staan, zoals daar zijn de kwestie van de Unie, de transfer, de Ambonnezen, de Indo-Europeanen, wei nig concreets kunnen opleveren". Ik kan U verzekeren", zo vervolgde de minister, „dat een datum voor een conferentie in Den Haag niet aan de orde is geweest". Minister Luns ver telde, dat hij anderhalve dag op Australisch en drie en een halve dag op Nederlands Nieuw Guinea had doorgebracht. Hij liet zich prijzend uit over de stad Hollandia al gaf hij toe, dat de Australiërs in Nieuw Guinea vooralsnog meer hebben bereikt dan de Nederlanders. „In New Delhi heb ik, evenals op de heenreis in Rangoon, Bangkok en Sin gapore, een begrijpende houding ont- Jaarvergadering Jachin (Van onze Utrechtse redacteur). „Het behoud van de eenheid van het Evangelisatie-werk is thans noodzake lijker dan ooit. Ook onze Zondagsscholen zullen hun aandeel moeten leveren aan de vereiste integratie op dit terrein. Onze scholen bereiken door de kin deren ook de gezinnen. Mede daarom moet de vertelling op de Zondagsschool steeds zjja de verkondiging van het volle heil in Jezus Christus, vertaald voor de behoeften van onze tjjd en ons gehoor. Ons huisbezoek aan de gezinnen moet verdere bearbeiding voorbereiden. Gemeenschappelijk gebed van de Zon dagsschoolwerkers en grondige voorbereiding voor de lessen zjjn onmisbare factoren, willen wjj zegen op ons werk verwachten en wil onze arbeid mede werken aan de komst van die grote Integratie als eenmaal God alles zal zijn in allen". Dit was de korte inhoud van het re feraat, dat dr J. C. A. uit Loon te Rotterdam hield op de Woensdag te Hilversum gehouden 77e jaarvergade ring van de Gerèf. Zondagsschoolver. „Jachin". Spr. schetste de plaats van de Zondagsschool in het geheel van de evangelisatie-arbeid en waarschuwde tegen het te veel zoeken van het iso lement. TE WEINIG AANSLUITING. De vergadering, die geleid werd door de voorzitter van „Jachin", prof. dr F. W. Grosheide, luisterde 's mor gens naar een wijdingswoord van ds J. Thomas te Hilversum. De secretaris, de heer A. R. Kostej: te Ede, wekte op tot steun aan de actie tot stichting van een Chr. school in Denderleeuw (België). Een verslag uit Toronto in Canada toonde aan, dat ook daar de Zondagsschool bloeit ter wijl tevens een opgewekt schrijven ter tafel was uit de omgeving van Van couver. In zijn jaarverslag herdacht de sec retaris het overlijden van dr C. Taze- laar te Amsterdam, die jarenlang zijn beste krachten gaf aan het werk der boekbeoordeling. Het aantal aangeslo ten scholen bedraagt thans 252, wat veel te weinig is gezien het feit, dat bij het Verband van Geref. Evangeli satie-commissies ongeveer 700 plaat selijke commissies ingeschreven staan. Na wijziging van de statuten zal het bestuur met twee leden worden uitge breid. Het bestuursvoorstel om deze zetels te doen bezetten door mej. A. C. Hagen te Enschede en ds J. B. v. d. Sijs te Amsterdam werd door de ver gadering bij acclamatie aanvaard. PRACTISCHE VRAGEN. Tot de vraagpunten uit de practjjk van het werk, die behandeld worden, behoorde ook de kwestie of na de Psal men ook Chr. liederen in de rooster op genomen behoren te worden. Namens het bestuur beantwoordde ds J. Douma deze vraag ontkennend. Het doel van „Jachin" is de kinderen te brengen tot het Woord van God door vertelling en lied. De psalmen als Woord van God in gezongen vorm blijven dan ook voorop staan, terwijl daarnaast op de rooster een bescheiden plaats is ingeruimd aan de 29 gezangen. Tijdens de school uren zullen echter ook de bekendste Chr. liederen al zingende moeten wor den aangeleerd daar gebleken is dat deze mee gaan het leven ln. De roos ter, die toch al beknopt is, blijve voor de psalmen gereserveerd. Namens het Geref. Tractaatgenoot- schap „Filippus" sprak ds J. Mulder te Heemstede, terwijl ds W. A. Wier- singa de groeten overbracht van het Verband van Geref. Evangelisatiecom missies. Ds Brandsma te Rijnsburg voerde het woord namens de Chr. Geref. Zondagsschoolvereniging. Aan de jaarvergadering ging een begroetingsavond vooraf, die door prof. Grosheide als een „prachtige avond" werd gekarakteriseerd. Voor een overvolle zaal voerde de Hilver- sumse Zondagsschool hier het stuk Het licht tegemoet" op. 10.000ste „WATERSNOOD- BIJBEL" UITGEREIKT. DEN HAAG, 23 Juli. Aan allen, die door de watersnood hun Bijbel verloren, is door het Nederlands Bijbelgenoot schap, in samenwerking met enkele Bij beluitgevers in ons land een nieuwe Bij bel aangeboden. Krachtige steun werd hierbij ontvangen van veel Bijbelgenoot schappen in andere landen. Thans is dezer dagen namens het hoofdbestuur van het Bijbelgenootschap de 10.000ste „watersnoodbijbel" vergezeld van een oorkonde overhandigd aan de familie Dubbeldam in het zo zwaar getroffen Oude Tonge. Voor deze gelegenheid wa ren enige employe's van het Bijbelge nootschap, die de laatste maanden hun handen vol hebben gehad aan dit werk, naar Oude Tonge gereisd. De plechtig heid droeg overigens een zeer sober ka rakter. moet voor de Nederlandse problemen in Zuidoost Azië, (zoals handel, lucht en scheepvaartinvesteringen)" ver volgde de bewindsman. „Met Pandit Nehroe heb ik vijf kwartier geconfe reerd. Mijn grote waardering voor de wijsheid en inzicht van deze bezadigde en practische man is door onze kennis making nog verdiept. Ook in Pakistan en Birma ben ik bijzonder goed ont vangen". „Als U mij vraagt naar de poli tieke tenc'enzen in de landen, die ik heb bezocht, dan moet ik zeggen: het is onmogelijk te spreken van „Azie denkt aldus". Het verschil tussen Birma en Thailand is in dit opzicht groter dan tussen Spanje en Nederand. Pakistan heeft bijvoor beeld geheel andere denkbeelden over de verdediging van het Mid den-Oosten dan India. Maar het is zonder twijfel belangrijk door per soonlijk contact een inzicht in dit werelddeel te verwerven. Ik hoop, dat mijn reis op dit punt voor Ne derland vruchten zal kunnen af werpen". Het Westberljjnse blad „Telegraf" schrijft, dat de Oostduitse minister van Justitie, Hilde Benjamin, begonnen is met een nieuwe zuivering van haar mi nisterie. SATERDAG 25 JULI 1953. HILVERSUM I. (402 m.) KRO: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gewijde muz. 7.45 Morgengebed en lit. kalender. 8.00 Nws en weerber. 8.15 Gram. 9.00 Voor de vrouw. 9.35 Gram. 10.00 V. d. kleuters. 10.15 Radio Philh. ork. 11.00 V. d.. zieken. 11.45 Pianorecital. 12.00 Ange lus. 12.03 Gram. 12.30 Land- en tuinb. med. 12.33 Gev. muz. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws en Kath. nws. 13.20 Chansons. 13.30 Lunchconc. 14.00 Boekbespr. 14.10 Gram. 14.25 Amateursprogr. 15.00 Kro niek v. letteren en kunsten. 15.40 Zang en orgel. (Tussen 16.0017.45 Ronde v. Frankrijk). 16.00 Gram. 16.30 De schoon heid van het Gregoriaans. 17.00 Voor de jeugd. 18.00 Lichte muz. 18.15 Journalis tiek weekoverz. 18.25 Hammondorgel met rhythm, begeleiding. 18.40 Regeringsuit zending: „Zoeklicht op de Westerse De fensie". 19.00 Nws. 19.10 Gram. 19.20 Pari. overz. 19.30 Gram. 20.30 „Lichtbaken", caus. 20.50 Ronde v. Frankrijk. 21.00 Gev. muz. 21.35 Act. 21.45 Promenade ork. en sol. 22.30 Wü luiden de Zondag in! 23.00 Nws. 23.15 Nws in Esperanto. 23.2524.00 Rotterdams Philh. ork. HILVERSUM n. (298 m.) VARA: 7.00 Nws. 7.13 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.55 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. VPRO: 10.00 „Tijdelijk uitgescha keld", caus. 10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20 Voor de arbeiders in de continu bedrijven. 11.30 Vrouwenkoor. 12.00 Gram. 12.30 Land- en tuinb. med. 12.33 Gram. 13.00 Nws. 13.15 Dansmuz. 13.50 Weekjourn. 14.20 Hawaiian-muz. 14.45 Dubbel-kwart., fluit en fagot. 15.05 Ama- teursuitz. 15.35 Boekbespr. 15.50 Holland Festival 1953: Concertgebouwork. 16.45 Sportpraatje. 17.00 Accordeonmuz. 17.30 Voor de jeugd. 18.00 Nws en comm. 18.20 Gram. 19.00 Artistieke staalkaart. VPRO: 19.30 „Passepartout", caus. 19.40 „Het Oude Testament in deze tijd", caus. 19.55 .Deze week", caus. VARA: 20.00 Nws. 20.05 Gram. 21.15 Socialistisch comm. 21.30 Gemengd koor en solist. 22.00 „Do denhuis", hoorsp. 22.35 Lichte muz. 23.00 Nws. 23.15—24.00 Gram. BRUSSEL. Vlaams (324 m.) 11.45 Klas sieke muz. 12.30 Weerber. 12.34 Ork. conc. 13.00 Nws. 13.15 Ork. conc. 13.45 Vocaal kwart. 14.00 Klassieke muz. 14.45 Operettemuz. 15.30 Gram. 16.45 Engelse les. 17.00 Nws. 17.10 Gram. 17.15 Accor deonrecital. 17.30 Gram. 17.45 Accordeon recital. 18.00 Strijkkwart. 18.30 Voor de sold. 19.00 Nws. 19.15 Rep. 19.45 Gev. muz. 22.00 Nws. 22.15 Verz. progr. 23 00 Nws. 23.05 Dansmuz. 23.40—24.00 Orgel spel.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 3