de loupi
Overheidsbemoeiing met het
bedrijfsleven is en blijft noodzaak
Daarom worden jaar op jaar
méér CABALLERO's gerookt
Plaatselijke stemming kan aantal
vergunningen beperken
JOe gAote u-eAwxuMüiq,.
Se Radio»
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
De naamlozen
Het aantal
Als hij maar wil
Zonder economische integratie is er geen
toekomst meer voor Europa
1,125*369 Amerikanen
gesneuveld
zo aromatisch
van het ëérste tot
het laatste trekje
Een constante,
prima
kwaliteit!
Probleem van plaatselijke keuze o.a. door Raad
van Vakcentrales aan de orde gesteld
92
(Wordt vervolgd)
Dinsdag 23 Juni 1953
Onder
In deze dagen ziet men het weer
vrijwel iedere dag in de krant staan:
het naamlijstje van hen die geslaagd
zijn voor het een of andere examen en
daardoor het een of andere fel begeer
de papiertje hebben ontvangen. En on
veranderlijk staat er dan altijd een
zinnetje onder die berichten: afgewe
zen zo, of zoveel candidaten. Het zijn
de naamlozen die alleen maar door hun
aantal iets zeggen. Ze hebben het niet
kunnen bolwerken en ze zullen of nog
eens moeten proberen of zonder het di
ploma door het leven moeten gaan. In
het eerste geval zullen zjj nog een jaar
langer op kosten van hun vaders porte-
monnaie moeten leven en in het an
dere geval beginnen zij hun maat
schappelijke loopbaan met een handi
cap; en in onze Nederlandse samen
leving is het niet bezitten van een di
ploma helaas een vrij ernstige handi
cap. Want om jongste bediende op een
kantoor te worden moet men toch op
zijn minst een Mulo-diploma hebben
ook al is voor wat het werk betreft de
ontwikkeling van de vijfde klas lagere
school meestal voldoende! En het bezit
van het dipolma vijfjarige H.B.S. is
toch wel minstens vereist, wil men er
gens een kasboek mogen bijhouden
voor een salaris van 80 of 100 gulden
in de maand! en nu praten we er nog
maar niet over dat voor 'n beter be
taald baantje op het ogenblik een titel
wel haast een vereiste is; en dan is Mr
in de rechten eigenlijk al een klein
tikkeltje te laag Drs in de economie
is beter!
Dit alles klinkt cynisch en het is ook
inderdaad wel iets om zich boos over
te maken terwijl men er machteloos
tegenover staat. Want het lijkt wel
alsof in dit gereglementeerde land de
mens niet meer beoordeeld wordt
althans uit maatschappelijk oogpunt
bezien naar zijn karaktereigenschap
pen en de in hem liggende capacitei
ten maar naar de bereidwilligheid
waarmee zijn hersens een ontzaglijke
hoop feitenkennis hebben kunnen op
nemen. Waren die hersens daartoe niet
in staat, dan moet men wel over een
buitengewoon doorzettingsvermogen
beschikken, wil men zich desondanks
een behoorlijke positie veroveren. Hoe
wel het voor deze naamlozen een troost
kan zijn, dat lang niet alle „geslaag
den in het leven" ook de „geslaagden
voor het diploma" zijn!
Alleen door hun aantal zeggen zij
iets zo schreef ik over die naamlo
zen. Wat zegt dit aantal thans? Dit:
dat de diploma-noodzaak zeer velen
dwingt boven hun stand te leven! En
dat de weinige gedifferentieerdheid in
ons onderwijs elk jaar opnieuw veel
•erdriet brengt!
Het kan niet ontkend worden, dat
het aantal jongelieden dat voor aller
lei schoolexamens wordt afgewezen,
ieder jaar hoger lijkt te worden. Dat
is zo bij de Mulo-examens en men ziet
hetzelfde bij de examens der middel
bare scholen. Is de oorzaak hiervan de
verzwaring van de examen-eisen?
Deskundigen verzekeren dat dit niet
het geval is: de eisen worden niet
zwaarder. De oorzaak ligt veeleer hier
in dat een veel te groot percentage
voortgezet onderwijs ontvangt. Dat
aantal is in de laatste tientallen jaren
misschien wel verdriedubbeld. Een
deel hiervan wordt al uitgezuiverd
door de overgangsexamens, maar des.
ondanks bereikt nog altijd een groter
percentage het eindexamen dan vroe
ger en dus wordt ook een groter
percentage afgewezen. Met al het ver
driet en de narigheid daaraan verbon
den.
Over dit alles is al duizend-en-een
keer geschreven en deze duizend-en
tweede maal zal zeker niet voldoende
zijn om de vele ouders, die hun kind
per sé een „behoorlijke opvoeding"
willen geven, wat voor hen synoniem
is met het doen bezoeken van een mid
delbare school om die ouders te
overtuigen, dat zij een misdaad aan
hun kind begaan, als zij het dwingen
tot iets, een prestatie, waartoe het
kind eigenlijk niet geschikt is. Want
onveranderlijk zullen die ouders hier
tegen over stellen: „O, maar hij kan
het best, als hij maar wil....!"
Dit argument: „Als hij maar wil
is dikwijls een waar argument. Maar
desondanks is het niet voldoende. Want
men vergeet dat het voor een leer
ling van welke school dan ook niet
voldoende is om over de verstandelij
ke vermogens te beschikken. Er zijn
ook bepaalde karaktereigenschappen
voor nodig: wilskracht en concentra
tie-vermogen. Niet alle kinderen kun
nen het concentratievermogen opbren
gen om al die vakken, die op onze
scholen onderwezen worden, bij te
houden. Ze zouden prima leerlingen
zijn.... als ze maar niet met al die
dingen lastig gevallen werden, waar
voor ze niet de minste interesse heb
ben en die ze al vergeten zullen zijn
één jaar nadat ze van school zullen
zijn. Maar dat is de kwestie van reor-
ganisatie van ons onderwijs
Belangwekkende rede van Minister Zijlstra
LEIDEN, 22 Juni „Slechts door een economische integratie is er toe
komstvoor Europa. Er is echter geen enkele reden tot wanhoop en men
behoeft er niet aan te twijfelen, dat de Europese staten tot deze integratie
zullen komen, welke offers dan ook ten spijt!" deze visie gaf onze mi-
!ust®r van Economische Zaken, prof. dr J. Zijlstra, tijdens een bijeenkomst
te Oegstgeest van de Economische Liga voor Europese Samenwerking. Prof.
Zijlstra belichtte in zijn rede de achtergronden, de huidige stand van za
ken en de toekomstmogelijkheden van de Europese economische integratie.
F.ltrnfia -bpgpf nomon st belemmeringen, doch slechts door een
ljUluPd UC&et gewenst structurele politiek op economisch, fis-
Bij het bespreken van He achter
gronden maakte prof. Zijlstra zijn
gehoor duidelijk, dat het „onmoge
lijk is een economisch paradijs te
vestigen door het eenvoudigweg ge
heel wegnemen van de overheids
bemoeiing met het bedrijfsleven, de
prijsvorming en het loonpeil. Er is
meer nodig dan het openzetten van
de hekken; er is een structurele po
litiek nodig, gericht op een doel
matige economische integratie".
Voor deze stelling gaf spreker de
volgende motieven:
Na deze natuurlijke vrije markt over
de gehele wereld door het ontbreken
van overheidsbemoeiing buiten het ju
ridisch vlak, kwam de industrialisatie,
die o.m. door kapitaalsconeentratie en
wanverhoudingen in de productie tot
een ruïneus in plaats van tot een con
structief karakter van de vrije con
currentie leidde. De ontwikkeling van
de vakbeweging maakte van de arbeid
een machtsfactor die de staat niet kon
voorbijzien, zodat de staat meer dan
voordien betrokken werd bij het eco
nomisch proces. De arbeidersbeweging
maakte het voorts moeilijker in tijden
van depressie de productiekosten en
dus het prijspeil te drukken door
FiiOt. Ur J. ZIJLSïiiA
.geen reden tot wanhoop.
loonsverlaging.
In diezelfde tijd ontstond er een
ethische herwaardering van de arbeid,
waardoor deze niet meer als tot die
tijd als zuivere productiekosten
werd beschouwd. Daaruit vloeide o.m.
een werkgelegenheidspolitiek voort, die
een nieuwe greep van de overheid op
industrie en handel betekende. De
daaruit voortvloeiende verstarring van
loon- en prijsniveaux had ook een te
rugslag op de internationale verhou
dingen.
De gouden standaard was slechts te
handhaven bij een volkomen flexibel
loon- en prijsverloop, en toen daarin
in brede kring moest worden ingegre
pen, moest ook dit internationale eco
nomische systeem worden prijsgege
ven.
Zo steeg voortdurend de invloed van
de staatshuishoudi .g op de volkshuis
houding. Niet alleen maar toch wel
in belangrijke mate tengevolge van de
ze en sociale ontwikkelingen, die
nauw betrekking hebben op industrie
en handel.
De enige mogelijke conclusie van
deze overwegingen is, dat op dit mo
ment een „vrije Europese markt" niet
is te vestigen door een wegnemen van
caal, monetair en sociaal terrein, een
.harmonische politiek" die beslist niet
noodzakelijk een gemeenschappelijke
eenheidspolitiek behoeft te zijn.
DE TOEKOMST
Tussen politieke en economische in
tegratie bestaat niet alleen, naar het
persoonlijk inzicht van prof. Zijlstra,
maar ook naar de mening van de Ne
derlandse regering een nauw verband.
De Nederlandse regering, aldus minis
ter Zjjlstra, is niet bereid een politieke
integratie te aanvaarden zonder dat
aan bepaalde minimum eisen is vol
daan, welke eisen op het economisch
vlak liggen, namelijk: het tot stand
komen van een Westeuropese douane
unie. Dit is voor ons land een con
ditio sine qua non. Spreker betoogde
in aansluiting daarop ook uitvoerig;, dat
politieke en economische integratie
(het een wellicht meer dan het ander)
slechts hand in hand kunnen gaan.
Spreker waarschuwde er tegen, te
snel en krachtig de integratie te
r- amen omdat in bepaalde hoeken
„pijn geleden" werd. Over „pijn"
wordt al heel spoedig door mondige
groepen gesproken, maar bij dat al
les wordt de consumentengroep, die
volkomen ten onrechte de meest ver
geten groep van de huidige maat
schappij dreigt te worden, teveel
over het hoofd gezien. De consu
ment spreekt in geen enkel opzicht
als zodanig, wel als arbeider, als
werkgever of hoe dan ook, maar
nooit met de stem van consument.
Voorts betoogde prof. Zijlstra, dat
souvereiniteitsoverdracht voortvloeiend
uit Europese integratie noodzakelijk is,
doch beperkt moet worden tot die ma
te, die nodig is om de gestelde doe
len te bereiken, en die gestelde doelen
zjjn in de eerste plaats de herleving
op alle terrein van de rropese eco
nomie.
Daarvoor is niet alleen het werk van
politici en studeerkamer-economen
nodig. Die integratie behoeft de
steun van de publieke opinie, de over
tuiging van de Europeaan dat Europa
slechts in samenwerking een toekomst
kan vinden.
De industriëlen dienen zich daar te
vens van bewust te zijn. Zij moeten
h :i plannen richten op een „geïnte
greerde toekomst", die naar de over
tuiging van prof. Zijlstra de enige toe
komst van Europa is.
In de tweede wereldoorlog
WASHINGTON, 22 Juni. Na een onder
zoek van drie jaar zijn Zaterdag de ver
liezen bekendgemaakt, welke de drie on
derdelen der Amerikaanse strijdkrachten
in de tweede wereldoorlog in de strijd
hebben geleden. Deze totale verliezen be
dragen 1.125.369 man, onder wie 291.557
doden.
Het leger en de luchtmacht verloren
936.259 man, onder wie 234.874 doden.
In het geheel dienden ongeveer 10.420.000
man bij het leger en de luchtmacht. De
verliezen bedroegen dus ongeveer 9
De vloot verloor 100.392 man, onder
wie 36.950 doden.
Ingezonden Mededeling (Adv.)
MET
ONGEËVENAARDE
GENEESKRACHT
Ingezonden Mededeling (adv.)
Wijziging van de Drankwet?
UTRECHT, 22 Juni Dc Nationale Bond voor Plaatselijke Keuze,
Nationale Commissie tegen het Alcoholisme en de Raad van Vakcentra
les zijn voornemens een adres tot e Ministerraad te richten waarin zij
zich tegenstanders Verklaren van de opneming van een stelsel in de
blederladse Drankwet, dat aan de kiesgerechtigde burgers ter plaatse
He mógelijkheid opent zich uit te spreken over te treffen maatregelen in
zake beperking van het aantal vergunningen en verloven in hun ge
meente of een deel daarvan.
Dit voornemen bljjkt uit een resolutie, die Zaterdag met algemene stem
men werd aangenomen in een door de Nationale Bond voor Plaatselijke Keu
ze belegd demonstratief congres, dat in een der zalen van het jaarbeursge
bouw werd gehouden.
Het congres, overtuigd van de wenselijkheden om de publieke belangstel
ling voor een krachtige bestrijding van het alcoholisme aan te moedigen, ver
klaarde zich voorstander van opneming van een zodanig stelsel in de drank
wet en wekt in de resolutie voorts alle daarvoor in aanmerking komende ver
enigingen en instellingen op aan dit adres adbaesie te betuigen.
Het congres stond onder voorzitter
schap van de oud-minister van We
deropbouw en Volkshuisvesting, mr J.
in 't Veld, die het in zijn openings
woord een waagstuk noemde het pro
bleem van de plaatselijke keuze weer
aan de orde te stellen. Maar de tot nu
toe bereikte resultaten stemmen tot
optimisme.
De Baad van Vakcentralen zal nl. het
adres mede ondertekenen en dat bete
kent, dat men de ganse vakbeweging
achter zich heeft.
I Prof. dr G. van den Bergh bezag
daarop de staatsrechtelijke zijde van
het vraagstuk. Juist op staatsrechte
lijke gronden verkaarde hij zich een
overtuigd voorstander van plaatselijke
1 keuze.
De zuivere vorm is de regeling,
waarbij door de kiezers wordt be
sloten in hoeverre beperkingen aan
het drankgebruik worden gesteld,
waarbij dan een gekwalificeerde
meerderheid nodig zal zijn van 2/3
of 3/4 van het aantal uitgebrachte
stemmen. Deze regeling is reeds nu
te treffen, zonder dat een grond
wetswijziging noodzakelijk is. En
dan kan de plaatselijke keuze een
stuk rechtstreekse democratie zijn.
Wat men thans begeert is, dat de
gemeenteraad op dit punt geen be
langrijk besluit zal nemen, zonder
dat vooraf de kiezers zich hebben
kunnen uitspreken. En van de ge
meenteraad wordt slechts verwacht,
dat hij ernstig rekening zal houden
met de uitslag van de stemming, als
door J. BRANDENBURG.
Ze gelooft terstond en haar hart breekt open in één grote jubelkreet.
Met de handen samengevouwen boven het grijze hoofd, in de diepste
ontroering, wordt haar aanbidding tot een loflied en zij juicht: „Alzo
heeft mij de Here gedaan, in de dagen, in welke Hij mij aangezien heeft,
om mijn versmaadheid onder de mensen weg te nemen
Zacharias ziet en hoort dit spontane geloof en tranen wellen op in
zijn oude ogen, zoeken hun weg langs de diepe groeven van zijn gelaat,
druppen neer in zijn grijzen baard.
Elizabeth is terstond vol activiteit. Ze overziet met vrouwelijke intuïtie
en mensenkennis de gehele situatie. Ze moeten van al deze dingen voor
lopig geen woord zeggen op het dorp en ook tegen niemand daar buiten,
want wanneer zij dat vertellen, wordt Elizabeth uitgelachen en aange
keken als een vrouw die waanzinnig is geworden, wie de leeftijd naar
het hoofd geslagen is, Ze moet zich gaan verbergen, weg uit dit dorp,
zich geheimhouden de eerste maanden, totdat iedereen het zien kan aan
haar gezegend lichaam, dat wat ze dan zeggen gaat: „Ik heb een zoon
van de Here ontvangen!" waarheid is, blijde waarheid
Intussen gaan er allerlei geruchten door het land van Judea.
Een der dienstdoende Priesters heeft een gezicht gezien in de Tempel,
waarbij hem is verkondigd, dat de Messias binnenkort te verwachten zal
zijn. Het gerucht verspreidt zich, wordt vervalst tot een romantisch ver
haal, dat opwindend werkt.
De Rabbijnen, die op het Tempelplein hun scholen hebben, spreken
er over en vooral Judas-ben-Sarifeus en Matthias-ben-Margolothi zien
er nieuwe aanleiding in hun discipelen op te wekken zich gereed te
maken de komende Messias te verwachten, want de Messias zal behoefte
hebben aan getrouwe en dappere soldaten, die van stonde aan hun leven
in Zijn dienst stellen, hun zwaard tot Zijn beschikking houden, de Mes
sias, Die Zijn onweerstaanbaar leger van overwinning tot overwinning
zal leiden.
De spanningen nemen toe, de ontevredenheid over het beleid van de
oude koning Herodes wordt groter en wanneer deze bij het bezoek van
de speciale vriend des keizers, Publius Sulpicius Quirinius, die komt
spreken over de grote bescrrijving van het gehele volk, welke met het
oog op het vaststellen van de militaire en financiële kracht van de
Romeinse gewesten, moet plaats hebben, aan de grote Poort des tempels
de gouden Romeinse Adelaar laat aanbrengen, kent de woede van de
Messias-verwachters geen grenzen meer.
De Rabbijn Judas-ben-Sarifeus wijst er zijn discipelen op, dat dit de
ergste smaad is, welke deze Idumeër het uitverkoren volk kan aandoen,
want de Wet verbiedt uitdrukkelijk beeltenissen aan de Tem-
Tempel aan te brengen. Maar bovendien is deze beeltenis de Romeinse
Adelaar en dus tevens symbool van de Romeinse opperheerschappij,
waardoor het zaad Abrahams iedere dag, wanneer het de Tempel nadert,
herinnert wordt aan de onderdrukking en de knechtschap aan deze
onbesnedenen.
Het volk wordt onrustig. Het heeft geen vertrouwde leiding meer,
De Hogepriesters, die tot in de tijd der roemruchte Makkabeën het
nationale symbool vormden van de nationale- eenheid en kracht, zijn
satellieten van Herodes geworden en worden naar diens grillen aan
gesteld en afgezet. Het volk doolt rond als schapen, die geen herder
hebben. Het wendt zich tot de Schriftgeleerden en Overpriesters, tot
de Rabbijnen en de Farizeërs, waar tegen het te meer gaat opzien, naar
mate het van de Hogepriesters en hun aristocratische kring, de Sad-
duceërs en de Herodianen geen hulp meer te wachten heeft.
En op de galerijen, hoog boven de zuilen van de Voorhof der Heide
nen, heeft Herodes wachtposten voor de Romeinse soldaten ingesteld.
Zwaar gewapend lopen de militairen daar hun wacht en zien van uit
hun hoge standplaats neer op de Joden, die in de Voorhof en op het
Tempelplein komen. Herodes laat het Joodse volk terdege zijn onmacht
en grievende vernedering gewaar worden. Mocht het al een ogenblik
gedacht hebben, dat Herodes met zijn royale tempelbouw en zijn grote
offers voor het brandoffer-altaar, de Joodse godsdienst goed gezind
zou zijn, het weet thans wel beter. Herodes drijft de spot met de kin
deren Israëls, Ezau's machtige hand drukt zwaar op Jacob. Naar de
grillen van zijn bloeddorstig humeur speelt hij met hun leven en met
hun dood.
De keizer van Rome, die zich goddelijke eer laat welgevallen, die
de „heiland der wereld" genoemd wordt, in wie de volken de vervulling
van hun Verwachting gaan zien, consolideert met grote energie zijn
grote macht over de gehele bekende wereld.
deze tenminste een meer dan gewone
meerderheid voor de verlangde maat
regel oplevert (gedacht wordt aan ten
minste 75 pet., van de uitgebrachte
stemmen). Dit betekent ook, dat de
kiezers de raad kunnen verzoeken
zich tot de Kroon te wenden met be
trekking tot het aantal vergunningen
in een gemeente.
Ds G. W. Korevaar stelde de vraag
of plaatselijke keuze een juist en ge
oorloofd middel in de strijd tegen de
alcohol is. Wordt de geestelijke vrij
heid er door aangevochten? Integen
deel, de burgers krijgen nu het recht
zich te uiten over het aantal vergun
ningen in hun gemeente. Om Christus
wil zullen wjj immers solidair moeten
zijn met de slachtoffers van de alcohol,
teneinde hen te kunnen redden? Het
wegnemen van de verzoeking door de
drankgelegenheid zal voor velen een
uitkomst kunnen zijn.
De derde spreker was pater van
Beek, die een woord van verzet sprak
tegen de denderende en onwaardige
reclame voor de drank in advertenties
en artikelen.
Mr in 't Veld sprak een slotwoord.
Hierin vervatte hij ook de voorlezing
van een protest van een aantal dag
bladschrijvers tegen de woorden van
pater van Beek, als zouden de jour
nalisten door het drankkapitaal voor
bepaalde kranten en artikels worden
betaald.
Mr in 't Veld zei te geloven, dat dit
niet juist is. Maar wel meent hg, dat
er een bepaald verband bestaat tus
sen kolderartikelen over drank en de
grote reclame die voor de drank in de
bladen wordt gemaakt.
Na deze woorden verlieten enige ver-:
slaggevers de vergaderzaal.
India is bereid zijn goede diensten aan
te bieden voor een bemiddeling tussen
de „Grote Vier", inzake een Vredesver
drag met Oostenrijk.
foetigl om
WOENSDAG 24 JUNI 1953.
HILVERSUM. I (402 m.) NCRV: 7.00
Nws. 7.10 Gewijde muz. 7.45 Een woord
voor de dag. 8.00 Nws en weerber. 8.15
Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de
vrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.20
Nat. Velddag Leger des Heils. 11.30 Gram.
11.45 Gram. 12.00 Alt, hobo en piano. 12.30
Land- en tuinb. med. 12.33 Gram. 12.37
Bedrijfsdienst. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nws.
13.15 Prot. Interkerkelijk Thuisfront.
13.20 Metropole-ork. 14.00 Gram. 16.00
Voor de jeugd. 17.20 Orgelconc. 17.50 Mil.
uitz. of gram. 18.00 Instr. ens. 18.30 Spec
trum v. h. Chr. Organisatie- en Vereni
gingsleven. 18.45 Geestelijke liederen.
19.00 Nws en weerber. 19.10 Boekbespr.
19.25 Gram. 19.30 Buitenl. overz. 19.50
Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Avondstilte
in de Oude Kerk te Amsterdam. 21.30
Strijkkwartet. 22.00 Speurtocht door Zd-
Afrika. 22.10 Hammondorgelspel. 22.30
Gram. 22.45 Avondoverdenking. 23.00
Nws en S.O.S.-ber. 23.1524.00 Gram.
HILVERSUM II. (298 m.) VARA: 7.00
Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram.
8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huis
vrouw. 9.00 Gym. 9.10 Gram. VPRO: 10.00
Schoolradio. VARA: 10.20 Voor de vrouw.
11.00 Gram. 12.00 Orgelspel. 12.15 Gev.
muz. 12.30 Land- en tuinb. med. 12.33
Voor het platteland. 12.38 Gev. muz. 13.00
Nws. 13.15 Tentoonstellingsagenda. 13.18
Dansmuz. 13.50 Gram. 14.00 „De weg om
hoog", caus. 14.15 Omr. ork. 15.00 Voor de
jeugd. 15.30 Idem. 16.00 Vierhandig piano
spel. 16.10 Voor de jeugd. 16.45 Voor de
zieken. 17.15 Gitaarspel, (met toelichting).
17.50 Regeringsuitz.: Jhr mr H. F. van
Panhuis: „Onze Grondwet in internatio
naal verband". 18.00 Nws en comm.
18.20 Act. 18.30 Lichte muz. 19.00 Gram.
19.15 „Het volle pond", caus. VPRO: 19.30
Voor de jeugd. VARA: 20.00 Nws. 20.05
Pol. comm. 20.15 Cabaret. 20.45 Gev. muz.
21.10 Sport. 21.15 „Rutherford en zoon",
hoorsp. 22.15 Pianorecital. 22.45 „Chloro-
phyl", caus. 23.00 Nws. 23.15 Socialistisch
nws in Esperanto. 23.20 Gram. 23.4024.00
Idem.
BRUSSEL. Vlaams (324 m.) 11.45 Gram.
12.00 Symph. ork. 12.30 Weerber. 12.34
Gram. 13.00 Nws. 13.15 en 14.00 Gram.
14.45 Zangspel. 15.45 en 16.10 Gram. 17.00
Nws. 17.10 Gram. 17.30 Voordr. 17.40
Gram. 17.50 Boekbespr. 18.00 Pianorecital.
18.15 Caus. 18.30 Voor de sold. 19.00 Nws.
19.40 Volksmuz. 20.00 Hoorspel. 21.15 Omr.
ork. 22.00 Nws. 22.15 Cello en piano. 22.45
Gram, 22.5523.00 Nws.