de loupi Overheidsbemoeiing met het bedrijfsleven is en blijft noodzaak Daarom worden jaar op jaar méér CABALLERO's gerookt Plaatselijke stemming kan aantal vergunningen beperken JOe gAote u-eAwxuMüiq,. Se Radio» ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 De naamlozen Het aantal Als hij maar wil Zonder economische integratie is er geen toekomst meer voor Europa 1,125*369 Amerikanen gesneuveld zo aromatisch van het ëérste tot het laatste trekje Een constante, prima kwaliteit! Probleem van plaatselijke keuze o.a. door Raad van Vakcentrales aan de orde gesteld 92 (Wordt vervolgd) Dinsdag 23 Juni 1953 Onder In deze dagen ziet men het weer vrijwel iedere dag in de krant staan: het naamlijstje van hen die geslaagd zijn voor het een of andere examen en daardoor het een of andere fel begeer de papiertje hebben ontvangen. En on veranderlijk staat er dan altijd een zinnetje onder die berichten: afgewe zen zo, of zoveel candidaten. Het zijn de naamlozen die alleen maar door hun aantal iets zeggen. Ze hebben het niet kunnen bolwerken en ze zullen of nog eens moeten proberen of zonder het di ploma door het leven moeten gaan. In het eerste geval zullen zjj nog een jaar langer op kosten van hun vaders porte- monnaie moeten leven en in het an dere geval beginnen zij hun maat schappelijke loopbaan met een handi cap; en in onze Nederlandse samen leving is het niet bezitten van een di ploma helaas een vrij ernstige handi cap. Want om jongste bediende op een kantoor te worden moet men toch op zijn minst een Mulo-diploma hebben ook al is voor wat het werk betreft de ontwikkeling van de vijfde klas lagere school meestal voldoende! En het bezit van het dipolma vijfjarige H.B.S. is toch wel minstens vereist, wil men er gens een kasboek mogen bijhouden voor een salaris van 80 of 100 gulden in de maand! en nu praten we er nog maar niet over dat voor 'n beter be taald baantje op het ogenblik een titel wel haast een vereiste is; en dan is Mr in de rechten eigenlijk al een klein tikkeltje te laag Drs in de economie is beter! Dit alles klinkt cynisch en het is ook inderdaad wel iets om zich boos over te maken terwijl men er machteloos tegenover staat. Want het lijkt wel alsof in dit gereglementeerde land de mens niet meer beoordeeld wordt althans uit maatschappelijk oogpunt bezien naar zijn karaktereigenschap pen en de in hem liggende capacitei ten maar naar de bereidwilligheid waarmee zijn hersens een ontzaglijke hoop feitenkennis hebben kunnen op nemen. Waren die hersens daartoe niet in staat, dan moet men wel over een buitengewoon doorzettingsvermogen beschikken, wil men zich desondanks een behoorlijke positie veroveren. Hoe wel het voor deze naamlozen een troost kan zijn, dat lang niet alle „geslaag den in het leven" ook de „geslaagden voor het diploma" zijn! Alleen door hun aantal zeggen zij iets zo schreef ik over die naamlo zen. Wat zegt dit aantal thans? Dit: dat de diploma-noodzaak zeer velen dwingt boven hun stand te leven! En dat de weinige gedifferentieerdheid in ons onderwijs elk jaar opnieuw veel •erdriet brengt! Het kan niet ontkend worden, dat het aantal jongelieden dat voor aller lei schoolexamens wordt afgewezen, ieder jaar hoger lijkt te worden. Dat is zo bij de Mulo-examens en men ziet hetzelfde bij de examens der middel bare scholen. Is de oorzaak hiervan de verzwaring van de examen-eisen? Deskundigen verzekeren dat dit niet het geval is: de eisen worden niet zwaarder. De oorzaak ligt veeleer hier in dat een veel te groot percentage voortgezet onderwijs ontvangt. Dat aantal is in de laatste tientallen jaren misschien wel verdriedubbeld. Een deel hiervan wordt al uitgezuiverd door de overgangsexamens, maar des. ondanks bereikt nog altijd een groter percentage het eindexamen dan vroe ger en dus wordt ook een groter percentage afgewezen. Met al het ver driet en de narigheid daaraan verbon den. Over dit alles is al duizend-en-een keer geschreven en deze duizend-en tweede maal zal zeker niet voldoende zijn om de vele ouders, die hun kind per sé een „behoorlijke opvoeding" willen geven, wat voor hen synoniem is met het doen bezoeken van een mid delbare school om die ouders te overtuigen, dat zij een misdaad aan hun kind begaan, als zij het dwingen tot iets, een prestatie, waartoe het kind eigenlijk niet geschikt is. Want onveranderlijk zullen die ouders hier tegen over stellen: „O, maar hij kan het best, als hij maar wil....!" Dit argument: „Als hij maar wil is dikwijls een waar argument. Maar desondanks is het niet voldoende. Want men vergeet dat het voor een leer ling van welke school dan ook niet voldoende is om over de verstandelij ke vermogens te beschikken. Er zijn ook bepaalde karaktereigenschappen voor nodig: wilskracht en concentra tie-vermogen. Niet alle kinderen kun nen het concentratievermogen opbren gen om al die vakken, die op onze scholen onderwezen worden, bij te houden. Ze zouden prima leerlingen zijn.... als ze maar niet met al die dingen lastig gevallen werden, waar voor ze niet de minste interesse heb ben en die ze al vergeten zullen zijn één jaar nadat ze van school zullen zijn. Maar dat is de kwestie van reor- ganisatie van ons onderwijs Belangwekkende rede van Minister Zijlstra LEIDEN, 22 Juni „Slechts door een economische integratie is er toe komstvoor Europa. Er is echter geen enkele reden tot wanhoop en men behoeft er niet aan te twijfelen, dat de Europese staten tot deze integratie zullen komen, welke offers dan ook ten spijt!" deze visie gaf onze mi- !ust®r van Economische Zaken, prof. dr J. Zijlstra, tijdens een bijeenkomst te Oegstgeest van de Economische Liga voor Europese Samenwerking. Prof. Zijlstra belichtte in zijn rede de achtergronden, de huidige stand van za ken en de toekomstmogelijkheden van de Europese economische integratie. F.ltrnfia -bpgpf nomon st belemmeringen, doch slechts door een ljUluPd UC&et gewenst structurele politiek op economisch, fis- Bij het bespreken van He achter gronden maakte prof. Zijlstra zijn gehoor duidelijk, dat het „onmoge lijk is een economisch paradijs te vestigen door het eenvoudigweg ge heel wegnemen van de overheids bemoeiing met het bedrijfsleven, de prijsvorming en het loonpeil. Er is meer nodig dan het openzetten van de hekken; er is een structurele po litiek nodig, gericht op een doel matige economische integratie". Voor deze stelling gaf spreker de volgende motieven: Na deze natuurlijke vrije markt over de gehele wereld door het ontbreken van overheidsbemoeiing buiten het ju ridisch vlak, kwam de industrialisatie, die o.m. door kapitaalsconeentratie en wanverhoudingen in de productie tot een ruïneus in plaats van tot een con structief karakter van de vrije con currentie leidde. De ontwikkeling van de vakbeweging maakte van de arbeid een machtsfactor die de staat niet kon voorbijzien, zodat de staat meer dan voordien betrokken werd bij het eco nomisch proces. De arbeidersbeweging maakte het voorts moeilijker in tijden van depressie de productiekosten en dus het prijspeil te drukken door FiiOt. Ur J. ZIJLSïiiA .geen reden tot wanhoop. loonsverlaging. In diezelfde tijd ontstond er een ethische herwaardering van de arbeid, waardoor deze niet meer als tot die tijd als zuivere productiekosten werd beschouwd. Daaruit vloeide o.m. een werkgelegenheidspolitiek voort, die een nieuwe greep van de overheid op industrie en handel betekende. De daaruit voortvloeiende verstarring van loon- en prijsniveaux had ook een te rugslag op de internationale verhou dingen. De gouden standaard was slechts te handhaven bij een volkomen flexibel loon- en prijsverloop, en toen daarin in brede kring moest worden ingegre pen, moest ook dit internationale eco nomische systeem worden prijsgege ven. Zo steeg voortdurend de invloed van de staatshuishoudi .g op de volkshuis houding. Niet alleen maar toch wel in belangrijke mate tengevolge van de ze en sociale ontwikkelingen, die nauw betrekking hebben op industrie en handel. De enige mogelijke conclusie van deze overwegingen is, dat op dit mo ment een „vrije Europese markt" niet is te vestigen door een wegnemen van caal, monetair en sociaal terrein, een .harmonische politiek" die beslist niet noodzakelijk een gemeenschappelijke eenheidspolitiek behoeft te zijn. DE TOEKOMST Tussen politieke en economische in tegratie bestaat niet alleen, naar het persoonlijk inzicht van prof. Zijlstra, maar ook naar de mening van de Ne derlandse regering een nauw verband. De Nederlandse regering, aldus minis ter Zjjlstra, is niet bereid een politieke integratie te aanvaarden zonder dat aan bepaalde minimum eisen is vol daan, welke eisen op het economisch vlak liggen, namelijk: het tot stand komen van een Westeuropese douane unie. Dit is voor ons land een con ditio sine qua non. Spreker betoogde in aansluiting daarop ook uitvoerig;, dat politieke en economische integratie (het een wellicht meer dan het ander) slechts hand in hand kunnen gaan. Spreker waarschuwde er tegen, te snel en krachtig de integratie te r- amen omdat in bepaalde hoeken „pijn geleden" werd. Over „pijn" wordt al heel spoedig door mondige groepen gesproken, maar bij dat al les wordt de consumentengroep, die volkomen ten onrechte de meest ver geten groep van de huidige maat schappij dreigt te worden, teveel over het hoofd gezien. De consu ment spreekt in geen enkel opzicht als zodanig, wel als arbeider, als werkgever of hoe dan ook, maar nooit met de stem van consument. Voorts betoogde prof. Zijlstra, dat souvereiniteitsoverdracht voortvloeiend uit Europese integratie noodzakelijk is, doch beperkt moet worden tot die ma te, die nodig is om de gestelde doe len te bereiken, en die gestelde doelen zjjn in de eerste plaats de herleving op alle terrein van de rropese eco nomie. Daarvoor is niet alleen het werk van politici en studeerkamer-economen nodig. Die integratie behoeft de steun van de publieke opinie, de over tuiging van de Europeaan dat Europa slechts in samenwerking een toekomst kan vinden. De industriëlen dienen zich daar te vens van bewust te zijn. Zij moeten h :i plannen richten op een „geïnte greerde toekomst", die naar de over tuiging van prof. Zijlstra de enige toe komst van Europa is. In de tweede wereldoorlog WASHINGTON, 22 Juni. Na een onder zoek van drie jaar zijn Zaterdag de ver liezen bekendgemaakt, welke de drie on derdelen der Amerikaanse strijdkrachten in de tweede wereldoorlog in de strijd hebben geleden. Deze totale verliezen be dragen 1.125.369 man, onder wie 291.557 doden. Het leger en de luchtmacht verloren 936.259 man, onder wie 234.874 doden. In het geheel dienden ongeveer 10.420.000 man bij het leger en de luchtmacht. De verliezen bedroegen dus ongeveer 9 De vloot verloor 100.392 man, onder wie 36.950 doden. Ingezonden Mededeling (Adv.) MET ONGEËVENAARDE GENEESKRACHT Ingezonden Mededeling (adv.) Wijziging van de Drankwet? UTRECHT, 22 Juni Dc Nationale Bond voor Plaatselijke Keuze, Nationale Commissie tegen het Alcoholisme en de Raad van Vakcentra les zijn voornemens een adres tot e Ministerraad te richten waarin zij zich tegenstanders Verklaren van de opneming van een stelsel in de blederladse Drankwet, dat aan de kiesgerechtigde burgers ter plaatse He mógelijkheid opent zich uit te spreken over te treffen maatregelen in zake beperking van het aantal vergunningen en verloven in hun ge meente of een deel daarvan. Dit voornemen bljjkt uit een resolutie, die Zaterdag met algemene stem men werd aangenomen in een door de Nationale Bond voor Plaatselijke Keu ze belegd demonstratief congres, dat in een der zalen van het jaarbeursge bouw werd gehouden. Het congres, overtuigd van de wenselijkheden om de publieke belangstel ling voor een krachtige bestrijding van het alcoholisme aan te moedigen, ver klaarde zich voorstander van opneming van een zodanig stelsel in de drank wet en wekt in de resolutie voorts alle daarvoor in aanmerking komende ver enigingen en instellingen op aan dit adres adbaesie te betuigen. Het congres stond onder voorzitter schap van de oud-minister van We deropbouw en Volkshuisvesting, mr J. in 't Veld, die het in zijn openings woord een waagstuk noemde het pro bleem van de plaatselijke keuze weer aan de orde te stellen. Maar de tot nu toe bereikte resultaten stemmen tot optimisme. De Baad van Vakcentralen zal nl. het adres mede ondertekenen en dat bete kent, dat men de ganse vakbeweging achter zich heeft. I Prof. dr G. van den Bergh bezag daarop de staatsrechtelijke zijde van het vraagstuk. Juist op staatsrechte lijke gronden verkaarde hij zich een overtuigd voorstander van plaatselijke 1 keuze. De zuivere vorm is de regeling, waarbij door de kiezers wordt be sloten in hoeverre beperkingen aan het drankgebruik worden gesteld, waarbij dan een gekwalificeerde meerderheid nodig zal zijn van 2/3 of 3/4 van het aantal uitgebrachte stemmen. Deze regeling is reeds nu te treffen, zonder dat een grond wetswijziging noodzakelijk is. En dan kan de plaatselijke keuze een stuk rechtstreekse democratie zijn. Wat men thans begeert is, dat de gemeenteraad op dit punt geen be langrijk besluit zal nemen, zonder dat vooraf de kiezers zich hebben kunnen uitspreken. En van de ge meenteraad wordt slechts verwacht, dat hij ernstig rekening zal houden met de uitslag van de stemming, als door J. BRANDENBURG. Ze gelooft terstond en haar hart breekt open in één grote jubelkreet. Met de handen samengevouwen boven het grijze hoofd, in de diepste ontroering, wordt haar aanbidding tot een loflied en zij juicht: „Alzo heeft mij de Here gedaan, in de dagen, in welke Hij mij aangezien heeft, om mijn versmaadheid onder de mensen weg te nemen Zacharias ziet en hoort dit spontane geloof en tranen wellen op in zijn oude ogen, zoeken hun weg langs de diepe groeven van zijn gelaat, druppen neer in zijn grijzen baard. Elizabeth is terstond vol activiteit. Ze overziet met vrouwelijke intuïtie en mensenkennis de gehele situatie. Ze moeten van al deze dingen voor lopig geen woord zeggen op het dorp en ook tegen niemand daar buiten, want wanneer zij dat vertellen, wordt Elizabeth uitgelachen en aange keken als een vrouw die waanzinnig is geworden, wie de leeftijd naar het hoofd geslagen is, Ze moet zich gaan verbergen, weg uit dit dorp, zich geheimhouden de eerste maanden, totdat iedereen het zien kan aan haar gezegend lichaam, dat wat ze dan zeggen gaat: „Ik heb een zoon van de Here ontvangen!" waarheid is, blijde waarheid Intussen gaan er allerlei geruchten door het land van Judea. Een der dienstdoende Priesters heeft een gezicht gezien in de Tempel, waarbij hem is verkondigd, dat de Messias binnenkort te verwachten zal zijn. Het gerucht verspreidt zich, wordt vervalst tot een romantisch ver haal, dat opwindend werkt. De Rabbijnen, die op het Tempelplein hun scholen hebben, spreken er over en vooral Judas-ben-Sarifeus en Matthias-ben-Margolothi zien er nieuwe aanleiding in hun discipelen op te wekken zich gereed te maken de komende Messias te verwachten, want de Messias zal behoefte hebben aan getrouwe en dappere soldaten, die van stonde aan hun leven in Zijn dienst stellen, hun zwaard tot Zijn beschikking houden, de Mes sias, Die Zijn onweerstaanbaar leger van overwinning tot overwinning zal leiden. De spanningen nemen toe, de ontevredenheid over het beleid van de oude koning Herodes wordt groter en wanneer deze bij het bezoek van de speciale vriend des keizers, Publius Sulpicius Quirinius, die komt spreken over de grote bescrrijving van het gehele volk, welke met het oog op het vaststellen van de militaire en financiële kracht van de Romeinse gewesten, moet plaats hebben, aan de grote Poort des tempels de gouden Romeinse Adelaar laat aanbrengen, kent de woede van de Messias-verwachters geen grenzen meer. De Rabbijn Judas-ben-Sarifeus wijst er zijn discipelen op, dat dit de ergste smaad is, welke deze Idumeër het uitverkoren volk kan aandoen, want de Wet verbiedt uitdrukkelijk beeltenissen aan de Tem- Tempel aan te brengen. Maar bovendien is deze beeltenis de Romeinse Adelaar en dus tevens symbool van de Romeinse opperheerschappij, waardoor het zaad Abrahams iedere dag, wanneer het de Tempel nadert, herinnert wordt aan de onderdrukking en de knechtschap aan deze onbesnedenen. Het volk wordt onrustig. Het heeft geen vertrouwde leiding meer, De Hogepriesters, die tot in de tijd der roemruchte Makkabeën het nationale symbool vormden van de nationale- eenheid en kracht, zijn satellieten van Herodes geworden en worden naar diens grillen aan gesteld en afgezet. Het volk doolt rond als schapen, die geen herder hebben. Het wendt zich tot de Schriftgeleerden en Overpriesters, tot de Rabbijnen en de Farizeërs, waar tegen het te meer gaat opzien, naar mate het van de Hogepriesters en hun aristocratische kring, de Sad- duceërs en de Herodianen geen hulp meer te wachten heeft. En op de galerijen, hoog boven de zuilen van de Voorhof der Heide nen, heeft Herodes wachtposten voor de Romeinse soldaten ingesteld. Zwaar gewapend lopen de militairen daar hun wacht en zien van uit hun hoge standplaats neer op de Joden, die in de Voorhof en op het Tempelplein komen. Herodes laat het Joodse volk terdege zijn onmacht en grievende vernedering gewaar worden. Mocht het al een ogenblik gedacht hebben, dat Herodes met zijn royale tempelbouw en zijn grote offers voor het brandoffer-altaar, de Joodse godsdienst goed gezind zou zijn, het weet thans wel beter. Herodes drijft de spot met de kin deren Israëls, Ezau's machtige hand drukt zwaar op Jacob. Naar de grillen van zijn bloeddorstig humeur speelt hij met hun leven en met hun dood. De keizer van Rome, die zich goddelijke eer laat welgevallen, die de „heiland der wereld" genoemd wordt, in wie de volken de vervulling van hun Verwachting gaan zien, consolideert met grote energie zijn grote macht over de gehele bekende wereld. deze tenminste een meer dan gewone meerderheid voor de verlangde maat regel oplevert (gedacht wordt aan ten minste 75 pet., van de uitgebrachte stemmen). Dit betekent ook, dat de kiezers de raad kunnen verzoeken zich tot de Kroon te wenden met be trekking tot het aantal vergunningen in een gemeente. Ds G. W. Korevaar stelde de vraag of plaatselijke keuze een juist en ge oorloofd middel in de strijd tegen de alcohol is. Wordt de geestelijke vrij heid er door aangevochten? Integen deel, de burgers krijgen nu het recht zich te uiten over het aantal vergun ningen in hun gemeente. Om Christus wil zullen wjj immers solidair moeten zijn met de slachtoffers van de alcohol, teneinde hen te kunnen redden? Het wegnemen van de verzoeking door de drankgelegenheid zal voor velen een uitkomst kunnen zijn. De derde spreker was pater van Beek, die een woord van verzet sprak tegen de denderende en onwaardige reclame voor de drank in advertenties en artikelen. Mr in 't Veld sprak een slotwoord. Hierin vervatte hij ook de voorlezing van een protest van een aantal dag bladschrijvers tegen de woorden van pater van Beek, als zouden de jour nalisten door het drankkapitaal voor bepaalde kranten en artikels worden betaald. Mr in 't Veld zei te geloven, dat dit niet juist is. Maar wel meent hg, dat er een bepaald verband bestaat tus sen kolderartikelen over drank en de grote reclame die voor de drank in de bladen wordt gemaakt. Na deze woorden verlieten enige ver-: slaggevers de vergaderzaal. India is bereid zijn goede diensten aan te bieden voor een bemiddeling tussen de „Grote Vier", inzake een Vredesver drag met Oostenrijk. foetigl om WOENSDAG 24 JUNI 1953. HILVERSUM. I (402 m.) NCRV: 7.00 Nws. 7.10 Gewijde muz. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nws en weerber. 8.15 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Waterst. 9.40 Gram. 10.20 Nat. Velddag Leger des Heils. 11.30 Gram. 11.45 Gram. 12.00 Alt, hobo en piano. 12.30 Land- en tuinb. med. 12.33 Gram. 12.37 Bedrijfsdienst. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nws. 13.15 Prot. Interkerkelijk Thuisfront. 13.20 Metropole-ork. 14.00 Gram. 16.00 Voor de jeugd. 17.20 Orgelconc. 17.50 Mil. uitz. of gram. 18.00 Instr. ens. 18.30 Spec trum v. h. Chr. Organisatie- en Vereni gingsleven. 18.45 Geestelijke liederen. 19.00 Nws en weerber. 19.10 Boekbespr. 19.25 Gram. 19.30 Buitenl. overz. 19.50 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Avondstilte in de Oude Kerk te Amsterdam. 21.30 Strijkkwartet. 22.00 Speurtocht door Zd- Afrika. 22.10 Hammondorgelspel. 22.30 Gram. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nws en S.O.S.-ber. 23.1524.00 Gram. HILVERSUM II. (298 m.) VARA: 7.00 Nws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huis vrouw. 9.00 Gym. 9.10 Gram. VPRO: 10.00 Schoolradio. VARA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Gram. 12.00 Orgelspel. 12.15 Gev. muz. 12.30 Land- en tuinb. med. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Gev. muz. 13.00 Nws. 13.15 Tentoonstellingsagenda. 13.18 Dansmuz. 13.50 Gram. 14.00 „De weg om hoog", caus. 14.15 Omr. ork. 15.00 Voor de jeugd. 15.30 Idem. 16.00 Vierhandig piano spel. 16.10 Voor de jeugd. 16.45 Voor de zieken. 17.15 Gitaarspel, (met toelichting). 17.50 Regeringsuitz.: Jhr mr H. F. van Panhuis: „Onze Grondwet in internatio naal verband". 18.00 Nws en comm. 18.20 Act. 18.30 Lichte muz. 19.00 Gram. 19.15 „Het volle pond", caus. VPRO: 19.30 Voor de jeugd. VARA: 20.00 Nws. 20.05 Pol. comm. 20.15 Cabaret. 20.45 Gev. muz. 21.10 Sport. 21.15 „Rutherford en zoon", hoorsp. 22.15 Pianorecital. 22.45 „Chloro- phyl", caus. 23.00 Nws. 23.15 Socialistisch nws in Esperanto. 23.20 Gram. 23.4024.00 Idem. BRUSSEL. Vlaams (324 m.) 11.45 Gram. 12.00 Symph. ork. 12.30 Weerber. 12.34 Gram. 13.00 Nws. 13.15 en 14.00 Gram. 14.45 Zangspel. 15.45 en 16.10 Gram. 17.00 Nws. 17.10 Gram. 17.30 Voordr. 17.40 Gram. 17.50 Boekbespr. 18.00 Pianorecital. 18.15 Caus. 18.30 Voor de sold. 19.00 Nws. 19.40 Volksmuz. 20.00 Hoorspel. 21.15 Omr. ork. 22.00 Nws. 22.15 Cello en piano. 22.45 Gram, 22.5523.00 Nws.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 3