°-d" de loupe
£>-£ cpvote ueAimacMitLg,.
Vergoeding immateriële schade aan ge
meenten en polders is noodzakelijk*
Chr* Metaalbewerkersbond zag zijn
ledental sedert 1940 verdubbelen*
Begrijpelijke bezorgd
heid»
Watersnoodcommissie rapporteerde.
Worden gronden in de N»O.P* voor ge
troffen agrariërs gereserveerd?
•♦oor
FEUILLETON.
.76
Niet allen enthousiast
- over nieuw B.W*
Bendeleider helpt de
politie*
Donderdag 4 Juni 1953
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
Bondskanselier adenatjer
VAN W.-DUITSLANP heeft weer
een verrassende zet op het politieke
schaakbord gedaan. Hij stuurt een
'Vestduitse waarnemer naar de confe
rentie, die binnenkort tussen de Ver.
Staten, Engeland en Frankrijk op de
Bermuda-eilanden zal worden gehou
den. Neem rustig aan, dat die waar
nemer een intieme medewerker van
de Bondskanselier, dr Herbert Blan-
kenhorn daar niet alleen maar zal
gaan zitten luisteren! Hij krijgt de no
dige instructies mee en zal op de één
of andere manier Adenauers stand
punt omtrent een eventuele conferen
tie met de Sowjets over Duitsland met
kracht naar voren brengen. Het is
misschien niet eens zo dwaas om te
zeggen, dat het op de Bermuda's een
viermogendhedenconferentie wordt!
Ongevraagd, ongeweigerd inder
daad. Want de „grote drie" kunnen
Adenauers afgezant moeilijk verbieden
te komen. Als zij het deden zou dit bij
allen, die Adenauers regering gezind
zijn, een storm van protest uitlokken.
Het zou ook niet verstandig zijn om de
Duitse vertegenwoordiging uit te scha
kelen, want het zal op de Bermuda's
niet in de laatste plaats gaan om
Duitslands toekomst.
Tegen de achtergrond van
Adenauers stap dient men de
Russische „vredesoffensieven" te zien.
Offensieven, die nog wel geen enkel
concreet resultaat hebben opgeleverd,
maar die toch niet nalaten in de kring
der Westelijke geallieerden een be
paalde onzekerheid om van verwar
ring nog maar niet te spreken te
veroorzaken. Het plan om op de Ber
muda's te gaan confereren, zou naar
alle waarschijnlijkheid niet zijn ge
opperd, als er in Moskou niets was
veranderd. Want het is voor ieder
duidelijk het gaat op de conferentie
van de „grote drie" niet alleen om het
oplossen van moeilijkheden en het op
ruimen van tegenstellingen tussen de
Westelijken onderling, maar vooral om
het vinden van een basis voor een mo
gelijk gesprek met de Sowjets.
MEN MAG HET ZEKER zó stel
len, dat de door Adenauer on
dernomen stap is ingegeven door een
grote bezorgdheid over de houding, die
de „grote drie" tegenover het Russi
sche „vredesgebaar" zullen aannemen,
De voorstellen (overigens nog atijd of
ficieel geheim), die namens de Ver,
Staten aan de Noordelijken in Korea
zijn gedaan, betekenen, hoe men het
ook wendt of keert, belangrijke con
cessies aan de communisten en dat is
een ding, dat Adenauer ongetwijfeld
ernstig te denken zal geven. In de
tweede plaats is er de beruchte rede
van de republikeinse Senator Taft, die
vond, dat Amerika in Korea maar al
leen moet proberen tot een vergelijk
te komen, maar bovendien duidelijk
stelde, dat er Europeanen genoeg zijn
om hun eigen werelddeel te verdedi
gen en dat daarbij Amerika voor een
belangrijk gedeelte kon worden gemist.
Berichten uit de Ver. Staten maken
melding van een zekere tendens, die
Taft wat de kern der zaak betreft
toch wel gelijk geeft.
IS HET TE VERWONDEREN, dat
een man als Adenauer twijfelt
aan de opvattingen van de Weselijken,
nog maar zo kort geleden overwin
naars, nu reeds mét Adenauer, gelfj
ken aan de conferentietafel? En dat
hü dodelijk bevreesd is voor het ge
vaar, dat de Sowjets een plan ter ta
fel zullen brengen, hetwelk met de
nodige wijzigingen door de Weste
lijken zal worden aanvaard? Een plan
echter, dat West-Duitsland een weer
loze prooi zal maken van nieuwe Rus
sische agressie? Adenauers vrees is
te begrijpen. Of zij ook gerechtvaar
digd is, wie zal dat op het ogenblik
kunnen beoordelen?
DE OPVATTING ECHTER, die de
W.duitse Bondskanselier tegenover
dit alles stelt, verdient grote aandacht,
omdat zij reëel en logisch is. Adenauer
wil wel praten, maar pas, als West
Duitsland zelf in staat is zich te ver-
dedigenl Kij gaat daarbij uit van de
zeer juiste mening, dat praten aan con
ferentietafels alleen maar effect zal
hebben, als de partijen over macht be-
-hikken. En zolang dat voor wat de
jnasrepubliek betreft no niet het ge
val is, ziet Adenauer in dat praten
geen heil waarbij opnieuw moet
worden bedacht, dat Wesi-Duitsland al
geruime tijd niet meer als een over
wonnene kan worden beschouwd! Aan
jen confarentie met de Russen dient
naar des Bondskanseliers oordeel voor
af te gaan de integra ie van Europa,
met inbegrip van West-Duitsland, en
dan in de eerste plaats de totstandko
ming van een Europese Verdedigings-
ïemeenschap. Heeft Adenauer in we-
-en geen gelijk, als hij de zaak zo stelt?
Europa moet oppassen voor het gevaar,
•dat van twee zijden dreigt hoe pa
radoxaal het moge klinken het ge
vaar "an Russische zijde doordat ge
speculeerd wordt op onenigheid en
verslapping van kracht in West-Euro
pa, maar ook het gevaar van Ameri
kaanse kant, doordat er een vertrou
wenscrisis dreigt te ontstaan, nu de
Europese eenwording al te lang op
zich laat wachtenl X.
's GRAVENHAGE, 8 Juni De Watersnoodcommissie uit de Tweede Ka
mer heeft met bekwame spoed diepgaande studie gemaakt van een drietal
wetsontwerpen, welke de regering bjj de Tweede Kamer heeft ingediend. Zij
heeft daarover reeds de voorlopige verslagen doen verschijnen. Het gaat In de
eerste plaats over de financiering der stormvloedschade van de publiekrech
telijke lichamen, vervolgens over de agrarische wederopbouw en de herverka-
llng van gebieden in de rampgebieden en tenslotte over de wederopbouw van
het watersnoodgebled. Wat het eerste ontwerp betreft bleken de leden der
commissie van oordeel te zijn, dat niet alleen de materiële, maar zeker ook
de immateriële schade, geleden door gemeenten, polders en waterschappen,
dient te worden vergoed. Deze schade is in sommige gevallen veel groter dan
de directe schade. Men was blij, dat de regering haar voornemen om de
draagkracht der lagere publiekrechtelijke lichamen bi) de vergoedingsrege
ling te betrekken, heeft losgelaten.
De vraag werd gesteld, of de defini
tie van stormvloedschade wel ruim ge
noeg is. Men betwijfelde dat ernstig en
wees erop, dat er door de stormvloed
schaden zijn ontstaan aan buiten de
waterkeringen gelegen opstallen, die
dus niet een gevolg zijn van de over
stroming. Als voorbeeld werd aange
haald het Badpaviljoen te Domburg.
Vergoeding in zo'n geval is toch alles
zins redelijk en billijk. Verder is bv.
in Bruinisse, door de vloed van 13 Maart
j.l. schade veroorzaakt aan goederen,
die op 1 Februari niet werden getrof
fen. Volgens de letter van het ontwerp
zou dan vergoeding kunnen worden ge
geven.
NOODVOORZIENINGEN.
Van nog groter belang Is, dat tal van
gemeenten en waterschappen voorzie
ningen troffen, die ten doel hadden
schaden te beperken, zoals het verster-
Ingezonden Mededeling (adv.l
R. S. STOKVIS ZONEN
'n Van dar Haam fabrikaat
ken van dijken met zandzakken, het
opwerpen van tijdelijke waterkeringen,
enz. En niet te vergeten afvoer van In
undatiewater, waarvoor vaak grote
kosten zijn gemaakt. Het Is toch rede
lijk al deze uitgaven te vergoeden. Er
zijn zelfs gemeenten, waar de omvang
der immateriële schade veel groter Is
dan die der directe schade.
En wat is er niet betaald moeten
worden voor de aanleg van noodwegen,
inrichting van noodziekenhuizen, de
zorg voor de voedselvoorziening, voor
drinkwater, noodverlichting, bewakings
diensten, opruiming, reddingswerk, ver
pleging van slachtoffers enz.? En men
vergete ook niet de schade door het
uitvallen van openbare nutsbedrijven.
ADOPTIE.
Tenslotte wordt de aandacht der re
gering gevraagd voor de onzekerheid,
die bestaat over de vraag, of de voor
delen uit adoptie al of niet buiten be
schouwing zullen worden gelaten. Dat
zouden niet alleen de getroffen, maar
ook de adopterende gemeenten ernstig
betreuren. De offers zijn niet gebracht
om indirecte steun te verlenen aan 's
Rijks kas!
Reeds is de aanvankelijk zo spontaan
verleende steun begonnen te stagneren.
Jommige gemeenten zjjn ertoe overge
gaan bepaalde goederen in bruikleen te
geven, teneinde te voorkomen, dat af
trek zal worden toegepast.
Enige vrees, dat de getroffen ge
meenten in totaal een ruimere schade
loosstelling zullen ontvangen dan het
werkelijk geleden verlies, behoeft niet
te bestaan, gezien de vele herstelkos-
ten, welke ondanks de voorgestelde re
geling voor rekening der gemeenten
zullen blijven, zo is de mening der Wa
tersnoodcommissie.
HERVERKAVELING.
Het wetsontwerp, dat betrekking
heeft op de agrarische wederopbouw en
de herverkaveling van gebieden in de
rampprovincies met van toepassing
verklaring der Herverkavelingswet
Walcheren lokte heel wat commen
taar uit. Sommige leden der Waters
noodcommissie vonden, dat de regering
beter een ontwerp van verdere strek
king had kunnen indienen, waarbij ook
andere gebieden met te kleine kavels
zouden worden opgenomen, m§ar aan
de herverkaveling der noodgebieden
voorrang zou worden verleend. Anderen
waren het daarmee niet eens, omdat dit
te veel tijd zou vorderen. Opgemerkt
werd, indien het wetsontwerp wordt
aanvaard, de schaderegeling en het her
stel in bepaalde gebieden niet onmid
dellijk ter hand zullen kunnen worden
genomen, maar zullen moeten plaats
vinden in het kader van een allesom
vattend plan tot reconstructie en sa
nering.
DWANG.
Enkelen vroegen, of bij toepassing
der Herverkavelingswet Walcheren
dwangmaatregelen nodig zjjn gebleken
en wie bjj een sanering de grootte der
nieuwe bedrijven zal bepalen. Groot be
zwaar bestond bü enkele leden tegen
bepalingen, op grond waarvan pachters
en eigenaars-gebruikers de exploitatie
van grond In het te verkavelen gebied
kan worden ontzegd. Tegen vrijwillige
vestiging In een ander gebied hadden
zjj geen bezwaar, maar wel tegen
dwang, aangezien naar hun mening vol
doende grondgebruikers van de gele
genheid gebruik zullen maken om el
ders grond te pachten.
Tegenover de mening, dat dwang
niet mag worden toegepast, werd ge
steld, dat voor de noodgebieden een
stok achter de deur niet kan worden
gemist. Overigens zullen de nieuwe
blokken niet te groot mogen worden,
teneinde de herverkaveling zo vlug mo
gelijk te kunnen afwerken. Gevraagd
werd waar de regering grond denkt te
reserveren voor het surplus aan agra
riërs uit de noodgebieden. Is het juist,
zo vroeg men, dat het in de bedoeling
ligt een belangrijk deel van de Noord
Oost Polder hiervoor te reserveren?
DE WEDEROPBOUW.
Sommige leden der Watersnoodcom
missie waren van oordeel toen zij
spraken over het wetsontwerp met be
trekking tot de wederopbouw van het
watersnoodgebied dat op verschil
lende plaatsen de oude bebouwingstoe
stand een grondige vernieuwing be
hoeft. Zij hoopten, dat de gemeentebe
sturen met de nodige Rijkssteun van
de hun verleende bevoegdheden een
krachtig gebruik zullen maken om hier
in verbetering te brengen.
Uiteraard kwam ook de terugkeer
der bevolking na het droogvallen der
gemeenten ter sprake. Het Is al ge
beurd, dat mensen weer In hnlzen stap
ten, die wat hersteld worden, maar
waardoor de sanering wordt belem
merd. Het is daarom noodzakelijk, dat
er noodverblijven komen en In dit ver
band werd gevraagd, of de regering de
nodige maatregelen wil nemen.
Minister Witte heeft in een vergade
ring van de Vaste Commissie van de
Rijksdienst voor het Nationale Plan
de nieuwe voorzitter, mr C. Th. E.
Graaf van Lynden van Sandenburg, ge
ïnstalleerd en de scheidende voorzitter,
mr J. Linthorst Homan, toegesproken.
Koningin Elizabeth arriveert bij de Westminster Abbey. Geheel rechts dt
Hertog van Edinburgh..
Groot-werkgevers wijzen P. B. O. niet af.
(Van onze Utrechtse redacteur.)
HILVERSUM, 3 Juni. In de vanmorgen te Hilversum begonnen algemene ver
gadering van de Chr. Metaalbewerkersbond gaf de voorzitter H. Peters een over
zicht van de grote groei dezer organisatie. Met dankbaarheid kon hij in zijn
openingswoord constateren, dat het ledental sedert 1940 verdubbeld is, hoewel
het aantal werknemers in de metaalindustrie maar met 60% steeg. Toen telde
de CJVLB. 11.500 leden en thans ruim 23.500. Het aantal afdelingen steeg van
117 tot 270, het aantal bezoldigde bestuurders van 7 tot 18 en het vermogen van
f 800.000 tot f 14 millioen. Een blik op het totale aantal metaalbewerkers toont
echter aan, dat er nog plaats genoeg is voor propaganda, aldus de voorzitter.
Enkele honderden afgevaardigden uit
het gehele land hoorden de openingsrede
aan. Staande herdachten zij de overleden
bondsvrienden, onder wie ook de bonds-
secretaris, de heer J. v. d. Burg. De heer
Peters verwelkomde afgevaardigden van
de r.k. zusterorganisatie, de Ned. Chr.
Beambtenbond en de Chr. metaalbewer
kersbonden uit Zwitserland, Oostenrijk,
België, Luxemburg en Frankrijk.
Tegenover de mannen van de N.C.B.
sprak hij de wens uit, dat de christelijke
beambten in de metaalindustrie spoedig
mogen toetreden tot een christelijke me-
taalbedrijfsbond, die dan wel 30.000 leden
kan tellen. Spoedig zullen de besprekin
gen over de samensmelting met de be-
ambtengroep beginnen.
Sprekend over de bondsactlviteit deel
de de heer Peters mede, dat de onder
handelingen over een nieuwe C.A.O. in
de grote metaalindustrie begonnen zijn.
Hierbij wordt door de bonden o.m. ge
streefd naar een verkleining van de toon
verschillen tussen de gemeenteklassen en
verbetering van de pensioenen en de uit
keringen bij ziekte.
Totale compensatie in het loon van de
huurverhoging en opheffing van het
restant der consumptie-beperking zou
worden toegejuicht. Gelukkig konden in
de verslagperiode 1951'52 ook C.A.O.'s
worden afgesloten in de kleine metaal
nijverheid.
MEDEZEGGENSCHAP.
De heer Peters richtte vervolgens zijn
aandacht op de ondernemingsraden en de
P.B.O. Wat de eersten betreft kan thans
spoedig de instelling van een Bedrijfs-
commissie voor de grote metaalindustrie
worden verwacht. De werkgevers in de
kleine metaalindustrie verrasten de orga
nisaties met een ontwerp voor een be
drijfschap.
De heer Peters maakte een eind aan het
hardnekkige gerucht, dat de groot-werk
gevers in de metaalsector i priori af- gekeerd.
wijzend staan tegenover bedrijfsorganen
in het kader van de P.B.O. Zjj willen een
voorportaal, een soort economisch ge-
sprekscentrum, opdat degenen onder hen,
die nog huiverig staan tegenover econo
mische samenwerking met de werkne
mers, zullen weten wat men aan elkaar
heeft en waar het naar toe gaat. De heer
Peters sprak de wens uit, dat de sociale
en economische samenwerking in de ko
mende periode belangrijk vooruit zal
gaan.
Een ander belangrijk punt.is de werk
gelegenheid. Mede onder invloed van de
defensie-orders daalde de werkloosheid
in de metaalsector, maar blijvende mark
ten zullen gevonden moeten worden. De
jongste industrialisatie spreekt van 150
5175.000 arbeidsplaatsen, die in de komen
de vijf jaar geschapen moeten worden
om massale werkloosheid te voorkomen.
Hiervan komen er dan 28.000 voor reke
ning van de metaalindustrie en dat vergt
alleen daar een investering van f 2.25
miliard. De voorzitter had de leden reeds
eerder opgeroepen om al hun krachten
in te spannen ter vergroting van de pro
ductiviteit in de bedrijven en hij verze
kerde, dat de organisatie in de komende
jaren voor het punt werkgelegenheid een
open oog zou hebben.
Met de woorden: „Wij moeten bidden
èn werken, dan kunnen we zegen van
onze Hemelse Vader verwachten" ver
klaarde de heer Peters de algemene ver
gadering tenslotte voor geopend. We ko
men op het daar behandelde nog nader
terug.
De politieke crisis in Israël, die ne
gen dagen heeft geduurd en veroor
zaakt werd door het aftreden van vier
minister van de conservatieve Zionis
tische partij, is geëindigd, doordat de
ministers na een compromis van socia
listische zijde n het Kabinet zijn terug-
door J. BRANDENBURG.
Hij kijkt Jacob onderzoekend aan, en deze wendt de blik van de
oude man af. Hij weet, welke bedoeling er achter deze woorden ver
borgen ligt. Zacharias heeft het hem euvel geduid, dat hij de Tempel
dienst als Priester verzaakt heeft. Wat gaat er boven de dienst van
Jahwe in Diens heilige Tempel?
Een ogenblik hangt er een pijnlijke stilte tussen de beide mannen
en het is Elisabeth, die de stilte verbreekt, door het woord te richten
tot de kleine Rachel en haar de groeten over te brengen van haar
grootouders in Jutta.
En mijn kind, zegt de oude vrouw, verlangt gij niet terug naar
het huis van uw grootouders?
Ik heb het er heel best gehad, mijn moeder, maar ik ben nu graag
bij mijn lieve vader.
Het kind slaat haar arm om de hals van de herder en kust hem op
de gebruinde wang.
Elizabeth glimlacht en knikt goedkeurend.
Ik begrijp het mijn kind. Je hebt hier een heerlijke taak. Het is
goed zo en je grootouders zouden zelve ook niet anders willen.
De zon is achter de kam van het Judese gebergte verdwenen en
de duisternis valt snel in. De lucht koelt af en het gezelschap begeeft
zich naar het vertrek', waar de avondmaaltijd gereed staat: gerstekoeken
met dadels, brood en honing en geitenmelk. Een feestmaal, ter ere
van de gasten gereed gemaakt. Rachel wordt geprezen voor haar goede
zorg en bekwaamheid in het gereed maken van de dis.
Nadat de handen gewassen zijn, legt men zich aan de lage bank en
de Priester Zacharias spreekt een zegen over de maaltijd.
Twee olielampen verspreiden een schaars licht door het kleine ver
trek en de spijze wordt bijna zwijgend genuttigd.
Zacharias is vervuld van zijn reis naar Jeruzalem en de dienst in
de Tempel. Deze weken vormen de hoogtepunten in zijn leven en by
heeft nog slechts één begeerte: dat hem door loting nog eens de be
diening van het reuk-ofler-altaar zal werden aangewezen, opdat hij
de zegen over het volk Israël zal kunnen uitspreken. Al de jaren van
zijn dienst is dit lot hem nooit ten deel gevallen. Zijn gedachten gaan
uit naar de komende week en dat maakt hem stil en blij.
Na de maaltijd laat Rachel op verzoek van haar vader haar citer
spel horen. De ijle, tere muziek klinkt door het vertrekje en wanneer
zij een bekende melodie, uit de lofzangen Israëls speelt, beginnen de
Priester en Elizabeth zacht voor zich uit mee te neuriën. Er ligt een
stille vrede op hun eerbiedwaardige gezichten. Hun ogen zijn vochtig
bij het zingen van het Tempellied. En de rijke vrede, die van beide
oude mensen uitstraalt, verrast Jacob en maakt in hem zelf iets, dat
op blijdschap lijkt, los.
Ja, de stormen hebben zich in deze mensen gestild. Hun strijd is
gestreden en zij hebben zich volkomen met Gods wil vereend.
Wanneer de kleine Rachel haar citer laat rusten op de lemen vloer,
dan richt Zacharias het hoofd goedkeurend op, een glimlach speelt
om zijn lippen en dan vraagt hij de kleine meid:
Kun je ook uit de liederen Hammaaloths voor ons spelen, dat mooie
vers: „Mijn hart is niet verheven
Rachel grijpt reeds weer haar speeltuig en zegt:
Ik ken alle liederen Hammaaloths, mijn vader. Wanneer we opgaan
naar de Tempel wil ik ze mee kunnen spelen en zingen. Wilt u, dat
ik dit speel?
Zacharias knikt en dan zingt het kleine gezelschap, het voor deze
oude mensen zo ontroerend toepasselijke lied: „O, Here, mijn hart is
niet verheven en mijn ogen zijn niet hoog; ook heb ik niet gewandeld
in dingen mij te wonderbaar. Zo ik mijn ziel niet heb gezet en stil
gehouden, gelijk een gespeend kind bij zijn moeder! Mijn ziel is als een
gespeend kind in mij. Israël hope op de Here van nu aan tot in alle
eeuwigheid
De bevende stem van de oude Priester houdt de laatste toon lang
aan en dan is weer een ogenblik stilte.
Dit vers heeft vooral Jacob diep gegrepen. Hij kent het al van kinds
been af. Maar dit deze oude Priester te horen zingen, op deze manier,
en te weten welk een bittere strijd deze mensen in hun huwelijksjaren
hebben gestreden, dat grijpt hem aan. Hoever staat hij hier van af.
Met grote ontroering in zijn stem zegt hij:
Ik ben zover niet, mijn vader, dat ik dit met geheel mijn hart
zingen kan.
De oude Zacharias kijkt hem aan en zegt eenvoudig:
Mijn zoon, daar is ook een heel mensenleven voor nodig om het
zover te brengen en dan komt het er nog maar stotterend uit. Eerst
de eeuwigheid zal het mogelijk maken, dat we deze woorden volkomen
eerlijk en rustig zingen kunnen,
Tweede Kamer
(Van onze parlementaire redacteur).
's GRAVENHAGE, 2 Juni Een
groot deel van de vergadering der
Tweede Kamer was vanmiddag gewjjd
aan de eerste reeks vraagpunten om
trent het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
Reeds deze dag kon een kroon ge
noemd worden op het werk van prof,
Meyers, de grote geleerde, die sinds
enige jaren een nieuw Burgerlijk Wet
boek aan het maken is. Nog aan het
eind van dit jaar kan een ontwerp ge
publiceerd worden, maar prof. Meyers
en ook de regering achtte het
beter om de Kamer eerst een uitspraak
te vragen over verschillende cardinale
problemen.
De algemene beschouwingen resul
teerden in twee vragen: Is een nieuw
B.W. noodzakelijk en is de gevolgde
methode de juiste? Daarover liepen de
meningen uiteen. Ja, zo zeiden mej.
Zeelenberg (Arb.) en de heer v. Rijcke-
vorsel (K.V.P.), al was de eerste ent»
housiaster dan de laatste. Zij vond ons
wetboek geen modern en bruikbaar in-
trument. Het recht is niet meer ta
vinden in de geschreven wet, maar veel
meer in de jurisprudentie. Herziening
is dus noodzakelijk Naar haar smaak
zal het een wetboek moeten worden,
dat niet individualistisch gesteld is,
maar dat de mens ziet als zijn mede
mens, die zijn wederpartij respecteert
en ontziet.
Critiek kwam van de zijde der libe
ralen. Evenals alle sprekers prees prof.
Oud het scherp juridisch vernuft van
prof. Meijers en minister Donker, die
ons stellen „voor de omvangrijkste
taak, die de regering de laatste hon
derd jaar op zich genomen heeft". Toch
vroeg de heer Oud zich af, of de me
thode van de vraagpunten wel de juis
te was. In de eerste plaats had hij be
zwaren tegen het strakke tijdschema
van de bewindsman. Maar bovendien
had hij er bezwaar tegen om een
„grondslagen-debat" te voeren. De
Tweede Kamer wordt dan min of meer
vastgepend, terwijl de Eerste Kamer
buiten schot moet blijven.
Beter leek het hem dan ook om de
Tweede Kamer te laten uitspreken over
het gehele ontwerp. Principiële kwes
ties wil de regering laten rusten. Het is
echter de vraag, aldus prof. Oud, of
de Kamer dat ook zal doen. Zij is daar
toe niet verplicht.
Deze zakelijke critiek werd door prof,
Gerbrandy (A.R.) na een lange
ziekte weer present onderschreven.
Maar deze hoogleraar greep verder. De
tjjd is niet geschikt om een nieuw mo
nument op het gebied van het burger
lijk recht te scheppen. En vooral niet
als dit door minister Donker en prof.
Meyers moet gebeuren. Voor beide per
sonen heeft hjj de grootste eerbied.
Maar de bewindsman Is een socialist,
dus lid van een party, die meer dan
eens heeft bewezen de grondwet te kun
nen schenden als de meerderheid daar
maar voor is. De socialist is een utilist
en h(j toonde aan, dat ook prof. Meyers
een aanhanger van dit utilisme is.
Hij had er grote bezwaren tegen, dat
één der grote principiële hoekstenen,
het echtscheidingsrecht, onaangeroerd
zal blijven. Het is de zedelijke en poli
tieke plicht van de minister om daar
zijn hersens scherp op in te stellen.
WENEN, 3 Juni. Een Oostenrijker,
een zekere Karl Klobucznik, die in de
gevangenis van Wenen zat wegens een
klein misdryf, ontving enige tijd ge
leden een brief van zijn vrouw, waarin
zy hem mededeelde, dat zij van een
ander hield.
Prompt heeft Klobucznik toen een
hele serie bekentenissen afgelegd en
de politie o.m. meegedeeld, dat hy het
hoofd was van een bende autodieven,
waartoe ook zyn vrouw behoorde,
De ontrouwe echtgenote en vyf ben
deleden verblijven nu ook in de Ween-
se gevangenis en de bedrogen echtge
noot is opgetogen, ondanks het feit,
dat z(jn straftijd met enige jaren U
verlengd als gevolg van zijn bekente
nissen