Schrijnende sociale toestanden in Spanje.
SD,e qAote uieAiu-acPdincj,.
w
1
1
r,
r<v
iVMUII
Maar in Andalusië verstaat men de levenskunst van
veel plezier en weinig werk.
Stemrecht voor
pachters 1
Het land van Carmen en Don Juan.
Franco, de dictator.
Dc toestand in Kenia»
Begrafenis van Koningin Mary.
De opvolger van
Trygve Lie.
Financiële gelijkstelling voor
middelbaar- en hoger onderwijs*
Oude Bijbelboeken
gevonden.
Donderdag 2 April 1953
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 4
H.
T\J DE LOOP DER JAREN zijn in de
1 verschillende provinciën de voorstan-
«tanders van stemrecht aan pachters
dus nog niet veel gevorderd.
Toch blijven ze hun ideeën daar
over propageren en daarom is het wel
gewenst zelfs in een dagblad iets
nader op het pachtersstemrecht in te
gaan, vooral in een provincie als de
onze.
Kernvraag is dan dadelijk of een der
gelijk stemrecht rechtens mogelijk is.
In 1934 kwam de Staatscommissie
voor de Waterstaatswetgeving tot de
conclusie, dat toekenning van het stem
recht ook aan zakelijk niet-gerecntig-
den op de gronden wettelijk toelaat
baar is, zij het dat de historische lijn
verlaten wordt, doch dat deze toeken
ning onredelijk zou zijn, indien terzelf
der tijd zorg gedragen werd, dat de
pachters, gelijk de ingelanden, in de
Kosten van het waterschap delen.
De CommLasie-Scheltema, ingesteld
door Ged. Staten van Noord-Holland,
kwam in 1937 niet tot eenstemmigheid
omtrent de vraag of naar geldend recht
aan pachters stemrecht kan worden
toegekend en of zij in de algemene las
ten kunnen worden betrokken.
Mr dr T. Kruijff komt in zijn artikel
„Pachtersstemrecht in de Waterschap
pen" in het tijdschrift „Bestuursweten
schappen" van Januari 1953 tot de
conclusie, dat er geen enkele wettelijke
bepaling bestaat, welke verbiedt aan
pachters stemrecht toe te kennen. „Ik
heb slechts één bepaling in de water
staatswetgeving gevonden, waarvan
men kan zeggen, dat zij geen rekening
houdt met de mogelijkheid, dat ook
aan pachters stemrecht wordt toege
kend, namelijk artikel 28 van de Wa
terstaatswet 1900". In dit artikel wordt
nl. alleen van „ingelanden" gesproken.
„Terecht" aldus mr Kruijff „heb
ben daarom de Provinciale Staten van
Utrecht in hun vergadering van 3 Juli
1951 aan Gedeputeerde Staten opgedra
gen zich tot de regering te wenden met
het verzoek, te bevorderen, dat in art.
28 der Waterstaatswet 1900 acnter „in
gelanden" de woorden „of grondgebrui
kers" wordt ingevoegd.
Aannemende dus, dat stemrecht
voor de pachters inderdaad rech
tens mogelijk is, komt nu dadelijk de
tweede vraag naar voren of de pachters
dan rechtens ook in de betaling van
omslag kunnen worden betrokken,
Gelijk we reeds zagen bestond in de
Commissie-Seheltema daarover geen
eens temmigheid.
De Staatscommissie voor de Water
staatswetgeving achtte het zeer „moei
lijk" zoal niet „onmogelijk" om de
pachters, gelijk de ingelanden, in de
kosten van het waterschap te laten de
len.
Ook de minister van Waterstaat
twijfelde in 1934 of men zou kunnen
slagen in het treffen van een regeling,
welke in aanmerking zou kunnen ko
men om aan de Kroon ter goedkeuring
te worden voorgedragen.
Zulks was in 1951 eveneens het oor
deel van de toenmalige minister van
Verkeer en Waterstaat.
Beide ministeriële uitspraken gaan
echter meer over het practisch uitvoer
bare dan over het rechtens mogelijke,
het laatste sluiten ze m.i. niet uit.
Mr dr T. Kruijff is intussen positie
ver in zijn artikel in „Bestuursweten
schappen"; zijn mening is „dat de pach
ters rechtens in de omslag kunnen
worden betrokken".
Vanzelf komt dan echter de vraag
op of een waterschap maatregelen kan
treffen tegen pachters, die nalatig zijn
in de betaling der waterschapslasten.
Prof. Scheltema heeft deze kwestie
in 1936 behandeld in het maandblad
„Het Waterschap" en kwam daarbij
o.a. tot de volgende conclusies;
„Natuurlijk zijn de lasten verhaal
baar op niet-ingelanden, anders zou op
legging zinledig zijn.
Voor de invordering van lasten van
niet-ingelanden geldt de algemene re
gel van artikel 1177 van het Burgerlijk
Wetboek; de schuld kan op het gehele
vermogen worden verhaald".
Mr dr Th. F. J. A. Dolk kan in „Wa-
terschapsbelangen" van Sept. 1947 deze
conclusies over het algemeen wel on
derschrijven, doch gaat nog eens terde
ge na, welk verschil er is tussen invor
dering van lasten van ingelanden en
niet-ingelanden.
„Vooreerst dit. Dat ten aanzien van
niet-ingelanden waterschappen niet de
preferentie toekomt, welke artikel 25
der Bevoegdhedemvet jegens ingelan
den geeft; deze preferentie, welke voor
de door een ingeland verschuldigde
waterschapslasten voorrang verleent op
diens onroerend eigendom boven hypo
theek, is echter juist voor het crediet
van de waterschappen van fundamente
le betekenis.
Het stelt de crediteuren van het wa
terschap absoluut veilig en is de oor
zaak van de hechte soliditeit van de
hechte waterschapsleningen.
Bij aanslag van pachters komt hier
voor dus in de plaats het vermogen
van de pachter, waarop het waterschap
voor het verhaal van omslag geen
enkel voorrecht toekomt.
Er behoeven niet veel woorden te
worden gebruikt om aan te tonen, dat
deze ruil van zekerheid voor de water
schapscrediteuren een zeer slechte ruil
is, welke het crediet der waterschap
pen ten zeerste zal schaden".
Tegen dit scherpe oordeel heeft mr
Kruijff in „Bestuurswetenschappen"
ernstige bezwaren.
Hij vindt dat de betekenis van artikel
25 der Bevoegdhedenwet door mr Dolk
wordt overschat. „In het provinciale en
in het gemeenterecht is een dergelijk
voorrecht onbekend, zonder dat daar
door de credietwaardigheid van pro
vinciën en gemeenten door haar schuld
eisers van geringere waarde wordt ge
acht".
N.
(Van onze speciale verslaggever).
Andalusië is Spanje's meest bezongen, maar ook Spanje s meest
zingende provincie. Spanje kent Andalusië, Europa kent Andalusië, de
wereld kent Andalusië. Immers, was het niet in Sevilla dat Carmen
door de straten kuierde, een rode anjer achteloos in de mond en rode
rozen in het haar? Zij, die zigeunerin leeft voort in de opera en haar
lenige caballero, met gitzwart haar, fonkelende ogen, nauwsluitende
pantalon, gelakte hoed en driftig tokkelinstrument, wie kent hem niet?
In elke ballet van naam zijn de Andalusische dansen opgenomen. Ja,
Andalusië leeft voort, Spanje leeft voort door Andalusië.
nauwelijks kan voorstellen. Maar de
grote massa ploetert in de meest let-
terlijke zin voor het dagelijks eten,
Een ander groot deel van de bevolking
slaagt er met moeite in om de eindjes
aan elkaar te knopen.
Er zjjn er die er een geperfectioneerd
systeem van eerlijk, spontaan, gelegi-
miteerd gappen toepassen. O, dat gaat
heel onschuldig. Het valt nooit op, als
men een ander op een handige manier
een beentje uitdraait. Die Spanjaarden
zijn er meester in. Je moet toch Immers
wel, want de lonen zijn zo uitzonderlijk
laag.
Een vlot levende Spaanse senora,
met enkele spruiten, moet eigenlijk met
een kapitein, een redacteur en een ver
keersagent tegelijk getrouwd zijn. Wil
zij het rustiger hebben, dan moet zij
aan de zijde van een kolonel staan of
gewoon met een Don van goede familie
door het leven gaan.
De verbintenis met drie echtgenoten
is ook in Spanje niet mogelijk. Dus
haar man moet een veelzijdig iemand
zijn, die handig en energiek genoeg is
om de inkomsten van een journalist,
een officier en een ambtenaar in func
tie op te strijken. Dit is gewoonte en
J. Hs.
Rampenactiviteit van het
Rode Kruis.
Ongeveer 6.000 helpsters en helpers van
de Roode Kruiskolonnes hebben actief
deelgenomen aan het redding en verzor-
gingswerk na de ramp van 1 Februari,
waarvan 2500 in de rampgebieden. Reeds
op 2 Februari waren 5.000 helpsters en
helpers aan de slag. De andere helft van
het ongeveer 12.000 mannen en vrouwen
tellende Roode Kruis-corps is indirect,
b.v. door het helpen bij inzamelingen en
dergelijke, aan het werk geweest.
De rampendepots zijn van groot nut
gebleken. In en buiten het rampgebied
werden 26 noodziekenhuizen ingericht,
alsmede ,het schip „van der Wijck" en
enige kleinere bodems.
Andalusië is onwerkelijk. De sa-
gensteden, die op een rijtje liggen,
zouden reusachtige theatercoulissen
kunnen zijn, bestemd voor Hollywood,
voor de film „Gipsy John". Ja, die
Don Juan ligt werkelijk begraven in
de kathedraal van SeviUa. Het kon
er mee door, dat hij daar begraven
werd. Had hfj niet tijdig ingezien,
dat men niet eindeloos kan dolen
langs de zijpaden, die naar de licht
ontvlambare harten van de schone
aenoritas leiden T Maar spreek in An
dalusië niet over Don Juan. Men
kent hier alleen maar „Tenorio".
De Andalusiër Is een levenskunste
naar. Een originele levenskunstenaar
zelfs. Dat heeft hij geleerd van zijn
vader, die het weer leerde van zijn
grootvader.
De tijd staat stil in dit met rode
aarde, naakte klippen en olijfbomen
gezegende land. De mens hier stelt
geen belang in de alles op zijn kop zet
tende moderne beschaving. De natuur
wordt nergens geweld aangedaan,
Waarom zou het? De onderKomens zijn
plaatsen, waar men eet en slaapt.
Land van rustdagen.
Wat het gebod „Zes dagen zult gij
werken, maar op de zevende dag zult
gij geen werk doen", betreft, zijn de
Andalusiërs volkomen de tel kwijt.
Het aantal rustdagen is imponerend,
het aantal werkdagen opvallend klein.
Het lijkt wel of het hoogste doel in dit
Spaans of Moors gebied is, er te ko
men zonder te werken. Nu, die kunst
verstaat men aardig. De wijnbars en
café's zitten 's morgens al vol met
mannen, die er nu niet bepaald als
werklozen uitzien. Ook zijn het geen
kapitalisten,, maar mannen, die het
probleem, hoe te leven zonder te wer
ken, aardig hebben opgelost. In Anda
lusië kent men het begrip „manana",
dat wil zeggen, morgen of een keer
in de toekomst of misschien ook nooit.
Doe vandaag met, wat morgen ook
nog gedaan kan worden. Als je van
daag je twintig peseta's, je gitawr hebt
en je ezeltje die je naar een wijnbar
kan dragen, hoef je je geen zorgen
voor de dag van morgen te maken.
Dit is een mentaliteit, die alle eco
nomische problemen naar de achter
grond dringt, de armoede dragelijk
maakt en de feesten, processies, car
navals en de massamoorden op stie
ren tot heiligheidense hoogtepunten
en drama's maakt.
Profiteurs en armen.
Dat is Andalusië, een provincie met
a-sociale toestanden, met grote econo
mische problemen en primitieve men
sen, zoals die overal In Spanje Destaan.
Neem nu heel Spanje. Dan zjjn de toe
standen niet erg veel beter. AUeen
de Andalusiër ljjdt er niet onder. Dat
kan men niet van Iedere Spanjaard
zeggen.
Het is waar, in de grote steden staan
prachtige paleizen en monumentale
bankgebouwen bij bosjes langs de
avenidas en plazas. Maar nergens in
Europa Is de tegenstelling tussen rijk
en arm zo open en schrijnend als in
Spanje en ln het bijzonder als bv. in
Madrid.
Een klein deel van het volk profi
teert hier zonder gewetenswroeging
van het vette der aarde, een klein deel
baadt zich in een weelde, die men zich
zelfs noodzakelijk. Want het is toch zo,
dat in het geciviliseerde Spanje de
werkgevers geen lonen maar tegemoet
komingen uitkeren.
Intellectuele arbeid wordt helemaal
slecht gewaardeerd. Iedereen houdt er
een paar beroepen op na.
Franco.
Men kan Franco niet verwijten, dat
hij zijn officieren omkoopt. Een kapi
tein verdient er ongeveer evenveel als
een eerste jaars sergeant in ons land.
Merkwaardig, want die kapitein is toch
een belangrijk man. Want heel Spanje
staat immers nog onder een militaire
bewaking. Franco is nog steeds de
dictator. Overal ziet men nog de bewa
pende soldaten de spoorwegknooppun
ten, de belangrijkste gebouwen en trei
nen, wegen en bergpaden, bewaken.
Spanje is door zijn eigen soldaten be
zet. Franco pacificeerde zijn land, zoals
een vreemde bezetter dat doet met een
uitgebreid kostbaar militair apparaat,
Toen Franco aan de macht kwam kon
digde hij een uitzonderingstoestand af.
En die uitzonderingstoestand bestaat in
feite nog.
En het volk wacht maar op een min
der streng regiem van de dictator.
Maar men doet niets meer dan wach
ten. De grote massa accepteert hem zo
als men een hittegolf of iets anders on
aangenaams accepteert. Deskundigen
beweren, dat nog geen éénderde deel
van de bevolking Franco een vertrou
wensvotum zal geven. Maar niettemin,
Franco wordt gerespecteerd. Zelfs te
genstanders van het regiem accepteren
hem. Een oude markies karakteriseerde
hem als volgt: hjj is voor 50 pet. be
roepsofficier, 25 pet. monnik, 15 pcv
huisvader en voor 10 pet handig zaken
mannetje. De markies was voor Fran
co, omdat hij het land daarmee een
beste dienst meende te bewijzen.
Monarchisten beweren, dat Fran
co in zijn politiek testament het
herstel van de monarchie heeft uit
gewerkt. Don Juan Carlos de Bor-
bon, die thans in Portugal leeft, zou
als Franco sterft, onder voogdij
van een staatscollege komen, waar
van prominente figuren lid zijn.
Men verwacht evenwel niet, dat de
constitutionele monarchie ooit aan
bod komt. De werkelijke macht
blijft bij de praktizanten van de
nationale revolutie. Maar zeker is
dit niet, zoals zovele dingen onze
ker zijn in het Spanje van deze
eeuw, het Spanje dat alleen door
Andalusië nog een sympathieke
klank heeft in sommige oren.
De eerste Britse militairen van het
contingent dat de strijdkrachten in Ke
nia zal versterken, zjjn Dinsdag per
vliegtuig te Nairobi aangekomen. In
ongeveer een week zal het gehele con
tingent z(jn overgebracht.
Na de ontdekking van de lijken van
de vijf vermoorde leden van de lijf
wacht van een. hoofd van de Kikoejoe-
stam heeft de politie Dinsdag een vijf
tigtal inheemsen gearresteerd.
Politiemannen en militairen gaan
door met het doorzoeken van de bos
sen ln. de omgeving van de plaats waar
vorige week een massaslachting plaats
vond. Bij deze slachting werden vol
gens officiële gegevens 71 personen ge
dood en 50 gewond; 51 Inheemsen wor
den vermist.
Dag Hammerskjoeld, die Lie als se
cretaris-generaal der V.N. opvolgt, ls
op 29 Juli 1905 ln de Zweedse stad Jón-
kophig geboren.
Hij behaalde graden ln de rechtswe
tenschappen en de politieke economie
aan de universiteit van Upsala. In 1933
werd hij plaatsvervangend hoogleraar
ln de politieke economie aan de univer
siteit te Stockholm.
Van 1936 tot 1945 was Hammers
kjoeld secretaris-generaal van het
Zweedse departement van financiën.
Hij was voorzitter van de Raad van
Commissarissen van de Nationale Bank
van Zweden (van 1941 tot 1948) en vi-
ce-voorzitter van de uitvoerende com
missie van de organisatie voor Euro
pese economisch samenwerking.
In 1946 werd hij deskundige voor fi
nanciën met de rang van gezant bij
het Zweedse departemen van buiten
landse zaken en in 1950 minister van
staat.
Op de zesde zitting van de algemene
vergadering van de Verenigde Naties
trad hij op als vlce-voorzltter van de
Zweedse afvaardiging. Thans, op de
zevende zitting, is hg voorzitter van
deze delegatie.
Groep-Naumann ontving geld nit
buitenland.
De groep - Naumann ontving geld van
Franse, Belgische en Britse fascisten. Dit
heeft Adenauer verklaard op een pers
conferentie met Amerikaanse journalis
ten. De bedragen waren niet onaanzien
lijk. Hij noemde met name van Sir Os
wald Mosley (Engeland) en Leon De-
grelle (België). De groep had een vier
jarenplan en hoopte op politieke en eco
nomische ontbinding in West-Duitsland,
zodat zij de macht over kon nemen.
Generaal van Fleet gepensionneerd.
Generaal van Fleet, de 61-jarige voor
malige bevelhebber van het Amerikaan
se achtste leger in Korea, is Dinsdag na
een militaire carrière van meer dan 37
jaar, gepensionneerd.
Gezagvoerder Broere van de
„Johan van Oldenbarnevelt"
met pensioen.
Met 800 passagiers uit Indonesië aan
boord is de „Johan van Oldenbarnevelt"
Dinsdagmiddag in de Amsterdamse ha
ven binnengelopen. Honderd passagiers
waren reeds in Southampton gedebar-
geerd. Deze aankomst betekende tevens
het einde van de 40-jarige loopbaan van
de gezagvoerder, kapitein H. A. Broere,
die de „Nederland" met pensioen gaat
verlaten.
Gezagvoerder Broere was één der be
kendste Nederlandse koopvaardijkapi
teins. Hij heeft zich vooral in de tweede
wereldoorlog onderscheiden. In de laatste
jaren heeft hij als kapitein van de
„Johan van Oldenbarnevelt" tal van Ne
derlandse emigranten naar Australië ver
voerd. Hij is o.m. drager van het bronzen
kruis en het kruis van verdienste met
gesp.
NIEUWE INDELING IN
MILITAIRE AFDELINGEN.
De commandanten der militaire divi
sies, tevens bevelhebbers in de militaire
afdelingen, zullen met ingang van van
daag een nieuwe titel krijgen, namelijk
die van territoriaal bevelhebber.
Voorlopig zullen zij daarnaast nog de
titel van commandant in hun afdeling
houden maar deze zal mettertijd, als hier
voor een wettelijke voorziening is ge
troffen, vervallen.
Een nieuwe indeling van het land in
militaire afdelingen is in voorbereiding.
Er zullen dan vijf afdelingen komen n.i.:
Noord, Oost, Zuidoost, Zuidwest en West.
Wet van 1920 heeft aan waarde ingeboet.
Dinsdagmiddag even na twaalf uur is het stoffelijk overschot van
Koningin Mary in de Kapel van St. Georges in het Windsor Castle ter
aarde besteld. Een overzicht van de plechtigheid, die door vele vorste
lijke personen werd bijgewoond.
De minister zal het
bestuderen.
De minister van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen acht het
noodzakelijk de mogelijkheid van
het totstandbrengen van de finan
ciële gelijkstelling bij het nijver
heidsonderwijs in ernstige studie te
nemen. Ook wil de minister de fi
nanciële gelijkstelling bestuderen
voor het hoger-, het middelbaar- en
het kleuteronderwijs. Dit wordt
meegedeeld in de Memorie van
Antwoord betreffende de begroting
van O., K. en W.
D© minister geeft toe, dat tal van
factoren de pacificatie tussen het open
baar en bijzonder onderwijs relatief
hebben verminderd. Dit kan alleen
worden ondervangen als de financiële
gelijkstelling naar het hoger onderwijs
wordt doorgetrokken.
De minister heeft er grote bezwaren
tegen als het medisch toezicht in de
bijzondere scholen tegen de wil van de
ze scholen van overheidswege zou wor
den beoefend.
Tegen de ondermijning van de vrjj-
FEUILLETON.
door J. BRANDENBURG.
28
Maar Isboseth gelooft niet aan deze symboliek. Hij blijft in zijn een
voudigheid bij wat de Schriften gebieden, zonder meer. De mensen
maken je zo moe met al hun geredeneer, vindt hij.
Boven op het dak van zijn huis, wordt de hut opgericht en daar wonen
zij van zonsopgang tot zonsondergang en gebruiken er één maaltijd per
dag.
Toch is de ware vreugde voor het feest in de stad niet te zien.
De jeugd van Jeruzalem heeft zich weer snel hersteld van de rampen
van de oorlog. De straten dreunen van hun gejoel en gedans en de
muziek, die zij maken met trompetten, fluiten, harpen en cimbalen is
soms oorverdovend. Maar vele oudere Joden missen de lust tot het feest.
De mensen durven niet na te laten een loofhut te bouwen, maar deze
staat leeg en de zin om er in te feesten en te eten ontbreekt. Hoevelen
zijn er niet, die nog in rouw zijn om een dode?
Maar de offerfeesten bij de Tempel gaan door.
Deze feesten hebben ditmaal een bizonder accent, omdat de jeugdige
Hogepriester, Aristobulus, zélf bij de plechtigheden zal voorgaan. Heel
Jeruzalem wil de jonge Priester, deze telg uit het roemruchte Makka-
beën-geslacht, zien en de jeugd van de stad is opgewonden, omdat zij
de Hogepriester zullen kunnen zien in vol ornaat, in zijn met goud ver
sierde klederen.
Het is dan ook, niettegenstande de geduchte teistering van de heilige
stad, ongemeen druk op de Voorhof en het tempelplein, meest van jong
volk, dat luidruchtig, zingend en muziek makend de komst van de Hoge
priester verbeidt.
Op dit ogenblik is de Hogepriester in het Heilige, ter bediening van
het reukoffer-altaar. Het is het plechtige ogenblik, dat hij stil zal staan
voor het altaar en het reukwerk zal zwaaien voor het Aangezicht van
Jahwe. Dan zullen de gouden schelletjes, aan de zomen van zijn pries
terlijk kleed, zwijgen.
Een priester, staande buiten het Heilige, verneemt deze stilte en blaast
op zijn zilveren trompet.
Op dit ogenblik zwijgt de saamgepakte menigte en valt eerbiedig neer
in aanbidding, de handen uitgebreid en het hoofd tussen de knieën ter
aarde. Zo verenigt zich het gemeenschappelijk gebed van het volk met
dat van de Hogepriester.
Wanneer het geluid der gouden schelletjes opnieuw gehoord wordt
door de priester, blaast hij wederom op zijn trompet en het volk verheft
zich in grote spanning, nu de komst van de Hogepriester voor de Tempel
verbeidend. Het gordijn wordt langzaam weggeschoven en dan ver
schijnt de forse gestalte van de jonge Hogepriester. Hij staat daar als
een jonge god in de blinkende stralen van een oosterse zon.
De hemelsblauwe mantel des efods, geweven van zeer fijne wol, hangt
in wijde plooien halverwege de knie en de voet. De witlinnen priester
rok, die tot op de enkels hangt, komt er onder uit met de beide einden
van de met goud bestikte en bloemrijk geborduurde gordel. Aan de brede
zoom van de mantel schitteren in het felle zonlicht de gouden schelletjes
afgewisseld door de granaatappels, als vloeibare gouddroppels slinge
rend bij elke beweging welke de jeugdige Hogepriester maakt. Op de
brede borst, hangend aan twee schouderbanden, is de efod bevestigd,
bezet met grote edelstenen van het „allerkunstelijkste" werk, fonkelend
in rijke kleurschakeringen: purper, scharlaken, goud en zilver, smaragd
en violet, alles gedachtenis houdend aan de trouw van de VerbondsGod
ten aanzien van de twaalf stammen Israels.
Een moment staart de duizendkoppige menigte in volstrekte stilheid
naar deze verschijning, blinkend gelijk de morgenster door de wolken
Zij is gegrepen in een ban, alsof hun ogen iets bovenaards te aanschou
wen kregen. Zó verwachten zij de Messias in zijn komst tot Zijn volk
en velen zijn er die menen, dat deze jonge telg, deze laatste uit het
Makkabeën-geslacht, de lang-Verwachte moet zijn. Immers: de scepter
zou van Juda niet wijken, totdat Silo komt?
En dan breekt een laaiend enthousiasme los, aanzwellend tot een
orkaan, die de gehele tempelruimte vervult, over de Voorhof neerdreunt
en in aanhoudende echo's zich verliest tegen de bergwanden van de
Judese hoogvlakten. Palmtakken worden gezwaaid, handen grijpen in
de ijle lucht, velen werpen zich de de knieën, anderen vallen hen, die
naast hen staan om de hals en wenen. Het gejuich duurt voort en lost
zich op in machtige spreekkoren van het„HosannahHosannah
Gezegend is hij, Die komt in de Naam des HerenI
Minuten en minuten duurt het geroep en gezang. Telkens zwelt het
opnieuw aan, wordt bij reien overgenomen. Het is de jeugd, die los
breekt. De jeugd, die nooit anders, dan stok-oude Hogepriesters zag en
nu zich van aangezicht tot aangezicht gesteld ziet tegenover een tijd
genoot, even jong, even krachtig, even hoopvol van verwachting als zij
zelve. Dit is een Hogepriester naar hun hart. Zó zal de komende Mes
sias verschijnen, in de volle kracht van een rijpende jeugd. Of is deze
Aristobulus de Beloofde?
held en zelfstandigheid van de bijzon
dere scholen zal de minister blijven
waken.
Op de duur zai het tot verlenging
van de leerplicht moeten komen, aldua
deelt de minister mee. Het is echter de
vraag of een verlenging tot 9 jaar nu
reeds direct resultaten zal opleveren.
Dat het U.L.O. zal verdwijnen zou
onjuist zijn. Wel is waar, zegt de mi
nister, dat te veel leerlingen de U.L.O.
school bezoeken en te weinig het tech
nisch onderwijs volgen.
Het aantal leerlingen op nijverheids
scholen voor meisjes bedroeg op 1 Ja
nuari 1952 c.a. 120.000. De stijging van
het aantal leerlingen van deze schoien
bedroeg in de afgelopen periode van
5 jaar gemiddeld 5 pet. per jaar.
RADIO EN TELEVISIE.
De voortzetting van de televisieuit
zending zonder bijdrage uit de rijkskas
is onmogelijk.
De minister betwijfelt of het juist is
de vrijheid' van drukpers en de erken
ning van het verschoningsrecht van de
journalist te binden aan de vraag, of
do journalisten ln eigen kring beschik
ken over de middelen om uitwassen
te keren.
Dinsdagmiddag is door onbekende oor
zaak brand uitgebroken in het huis van
de heer J, Kusters, vrachtrijder te Deur-
ne. Hoewel de brandweer spoedig ter
plaatse was, brandde de woning geheel
af. De volledige inboedel is verloren. Het
gezin bestaat uit man, vrouw en zeven
kinderen.
ingezonden Mededeling (Adv)
e*..
i
ANNO/f690
WAT LEVERT LEVERT IS GOED
LEVERT CC - AMSTERDAM
De oudheidkundige dienst van Jeru
zalem heeft bekendgemaakt, dat de res
ten van 70 Bybelse geschriften zün ge
vonden, die by na 2000 jaar oud zyn.
Hieronder bevinden zich 38 originele
manuscripten van het Oude Testament.
De directeur van de dienst, Harding,
verklaarde, dat de vondst is gedaan te
Khirbet Gumran, enige kilometers ten
Noorden-Westen van de Dode Zee en
ongeveer 40 kilometer ten Oosten van
Jeruzalem. In dit gebied waren in 1947
fragmenten van manuscripten, onder an
der het boek Jesaje, gevonden. Hij zei,
dat 38 van de gevonden manuscripten
betrekking hebben op 19 verschillende
boeken van het Oude Testament. De an
dere manuscripten bevatten commentaren
en bewerkingen. De vondst is gedaan
door Bedoeïnen, die sedert de vondsten
van 1947 stelselmatig alle grotten in het
gebied doorzoeken. Direct na het bekend
worden van de vondst hebben militairen
van het Arabische legioen de wacht be
trokken bij de grot, waarin de manus
cripten zijn gevonden. De Bedoeïnen heb
ben een gedeelte van de manuscripten
aan de Jordaanse regering verkocht, doch
zij hebben nog ongeveer 20 pet. ervan
in hun bezit.