Schrijnende sociale toestanden in Spanje. SD,e qAote uieAiu-acPdincj,. w 1 1 r, r<v iVMUII Maar in Andalusië verstaat men de levenskunst van veel plezier en weinig werk. Stemrecht voor pachters 1 Het land van Carmen en Don Juan. Franco, de dictator. Dc toestand in Kenia» Begrafenis van Koningin Mary. De opvolger van Trygve Lie. Financiële gelijkstelling voor middelbaar- en hoger onderwijs* Oude Bijbelboeken gevonden. Donderdag 2 April 1953 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 4 H. T\J DE LOOP DER JAREN zijn in de 1 verschillende provinciën de voorstan- «tanders van stemrecht aan pachters dus nog niet veel gevorderd. Toch blijven ze hun ideeën daar over propageren en daarom is het wel gewenst zelfs in een dagblad iets nader op het pachtersstemrecht in te gaan, vooral in een provincie als de onze. Kernvraag is dan dadelijk of een der gelijk stemrecht rechtens mogelijk is. In 1934 kwam de Staatscommissie voor de Waterstaatswetgeving tot de conclusie, dat toekenning van het stem recht ook aan zakelijk niet-gerecntig- den op de gronden wettelijk toelaat baar is, zij het dat de historische lijn verlaten wordt, doch dat deze toeken ning onredelijk zou zijn, indien terzelf der tijd zorg gedragen werd, dat de pachters, gelijk de ingelanden, in de Kosten van het waterschap delen. De CommLasie-Scheltema, ingesteld door Ged. Staten van Noord-Holland, kwam in 1937 niet tot eenstemmigheid omtrent de vraag of naar geldend recht aan pachters stemrecht kan worden toegekend en of zij in de algemene las ten kunnen worden betrokken. Mr dr T. Kruijff komt in zijn artikel „Pachtersstemrecht in de Waterschap pen" in het tijdschrift „Bestuursweten schappen" van Januari 1953 tot de conclusie, dat er geen enkele wettelijke bepaling bestaat, welke verbiedt aan pachters stemrecht toe te kennen. „Ik heb slechts één bepaling in de water staatswetgeving gevonden, waarvan men kan zeggen, dat zij geen rekening houdt met de mogelijkheid, dat ook aan pachters stemrecht wordt toege kend, namelijk artikel 28 van de Wa terstaatswet 1900". In dit artikel wordt nl. alleen van „ingelanden" gesproken. „Terecht" aldus mr Kruijff „heb ben daarom de Provinciale Staten van Utrecht in hun vergadering van 3 Juli 1951 aan Gedeputeerde Staten opgedra gen zich tot de regering te wenden met het verzoek, te bevorderen, dat in art. 28 der Waterstaatswet 1900 acnter „in gelanden" de woorden „of grondgebrui kers" wordt ingevoegd. Aannemende dus, dat stemrecht voor de pachters inderdaad rech tens mogelijk is, komt nu dadelijk de tweede vraag naar voren of de pachters dan rechtens ook in de betaling van omslag kunnen worden betrokken, Gelijk we reeds zagen bestond in de Commissie-Seheltema daarover geen eens temmigheid. De Staatscommissie voor de Water staatswetgeving achtte het zeer „moei lijk" zoal niet „onmogelijk" om de pachters, gelijk de ingelanden, in de kosten van het waterschap te laten de len. Ook de minister van Waterstaat twijfelde in 1934 of men zou kunnen slagen in het treffen van een regeling, welke in aanmerking zou kunnen ko men om aan de Kroon ter goedkeuring te worden voorgedragen. Zulks was in 1951 eveneens het oor deel van de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat. Beide ministeriële uitspraken gaan echter meer over het practisch uitvoer bare dan over het rechtens mogelijke, het laatste sluiten ze m.i. niet uit. Mr dr T. Kruijff is intussen positie ver in zijn artikel in „Bestuursweten schappen"; zijn mening is „dat de pach ters rechtens in de omslag kunnen worden betrokken". Vanzelf komt dan echter de vraag op of een waterschap maatregelen kan treffen tegen pachters, die nalatig zijn in de betaling der waterschapslasten. Prof. Scheltema heeft deze kwestie in 1936 behandeld in het maandblad „Het Waterschap" en kwam daarbij o.a. tot de volgende conclusies; „Natuurlijk zijn de lasten verhaal baar op niet-ingelanden, anders zou op legging zinledig zijn. Voor de invordering van lasten van niet-ingelanden geldt de algemene re gel van artikel 1177 van het Burgerlijk Wetboek; de schuld kan op het gehele vermogen worden verhaald". Mr dr Th. F. J. A. Dolk kan in „Wa- terschapsbelangen" van Sept. 1947 deze conclusies over het algemeen wel on derschrijven, doch gaat nog eens terde ge na, welk verschil er is tussen invor dering van lasten van ingelanden en niet-ingelanden. „Vooreerst dit. Dat ten aanzien van niet-ingelanden waterschappen niet de preferentie toekomt, welke artikel 25 der Bevoegdhedemvet jegens ingelan den geeft; deze preferentie, welke voor de door een ingeland verschuldigde waterschapslasten voorrang verleent op diens onroerend eigendom boven hypo theek, is echter juist voor het crediet van de waterschappen van fundamente le betekenis. Het stelt de crediteuren van het wa terschap absoluut veilig en is de oor zaak van de hechte soliditeit van de hechte waterschapsleningen. Bij aanslag van pachters komt hier voor dus in de plaats het vermogen van de pachter, waarop het waterschap voor het verhaal van omslag geen enkel voorrecht toekomt. Er behoeven niet veel woorden te worden gebruikt om aan te tonen, dat deze ruil van zekerheid voor de water schapscrediteuren een zeer slechte ruil is, welke het crediet der waterschap pen ten zeerste zal schaden". Tegen dit scherpe oordeel heeft mr Kruijff in „Bestuurswetenschappen" ernstige bezwaren. Hij vindt dat de betekenis van artikel 25 der Bevoegdhedenwet door mr Dolk wordt overschat. „In het provinciale en in het gemeenterecht is een dergelijk voorrecht onbekend, zonder dat daar door de credietwaardigheid van pro vinciën en gemeenten door haar schuld eisers van geringere waarde wordt ge acht". N. (Van onze speciale verslaggever). Andalusië is Spanje's meest bezongen, maar ook Spanje s meest zingende provincie. Spanje kent Andalusië, Europa kent Andalusië, de wereld kent Andalusië. Immers, was het niet in Sevilla dat Carmen door de straten kuierde, een rode anjer achteloos in de mond en rode rozen in het haar? Zij, die zigeunerin leeft voort in de opera en haar lenige caballero, met gitzwart haar, fonkelende ogen, nauwsluitende pantalon, gelakte hoed en driftig tokkelinstrument, wie kent hem niet? In elke ballet van naam zijn de Andalusische dansen opgenomen. Ja, Andalusië leeft voort, Spanje leeft voort door Andalusië. nauwelijks kan voorstellen. Maar de grote massa ploetert in de meest let- terlijke zin voor het dagelijks eten, Een ander groot deel van de bevolking slaagt er met moeite in om de eindjes aan elkaar te knopen. Er zjjn er die er een geperfectioneerd systeem van eerlijk, spontaan, gelegi- miteerd gappen toepassen. O, dat gaat heel onschuldig. Het valt nooit op, als men een ander op een handige manier een beentje uitdraait. Die Spanjaarden zijn er meester in. Je moet toch Immers wel, want de lonen zijn zo uitzonderlijk laag. Een vlot levende Spaanse senora, met enkele spruiten, moet eigenlijk met een kapitein, een redacteur en een ver keersagent tegelijk getrouwd zijn. Wil zij het rustiger hebben, dan moet zij aan de zijde van een kolonel staan of gewoon met een Don van goede familie door het leven gaan. De verbintenis met drie echtgenoten is ook in Spanje niet mogelijk. Dus haar man moet een veelzijdig iemand zijn, die handig en energiek genoeg is om de inkomsten van een journalist, een officier en een ambtenaar in func tie op te strijken. Dit is gewoonte en J. Hs. Rampenactiviteit van het Rode Kruis. Ongeveer 6.000 helpsters en helpers van de Roode Kruiskolonnes hebben actief deelgenomen aan het redding en verzor- gingswerk na de ramp van 1 Februari, waarvan 2500 in de rampgebieden. Reeds op 2 Februari waren 5.000 helpsters en helpers aan de slag. De andere helft van het ongeveer 12.000 mannen en vrouwen tellende Roode Kruis-corps is indirect, b.v. door het helpen bij inzamelingen en dergelijke, aan het werk geweest. De rampendepots zijn van groot nut gebleken. In en buiten het rampgebied werden 26 noodziekenhuizen ingericht, alsmede ,het schip „van der Wijck" en enige kleinere bodems. Andalusië is onwerkelijk. De sa- gensteden, die op een rijtje liggen, zouden reusachtige theatercoulissen kunnen zijn, bestemd voor Hollywood, voor de film „Gipsy John". Ja, die Don Juan ligt werkelijk begraven in de kathedraal van SeviUa. Het kon er mee door, dat hij daar begraven werd. Had hfj niet tijdig ingezien, dat men niet eindeloos kan dolen langs de zijpaden, die naar de licht ontvlambare harten van de schone aenoritas leiden T Maar spreek in An dalusië niet over Don Juan. Men kent hier alleen maar „Tenorio". De Andalusiër Is een levenskunste naar. Een originele levenskunstenaar zelfs. Dat heeft hij geleerd van zijn vader, die het weer leerde van zijn grootvader. De tijd staat stil in dit met rode aarde, naakte klippen en olijfbomen gezegende land. De mens hier stelt geen belang in de alles op zijn kop zet tende moderne beschaving. De natuur wordt nergens geweld aangedaan, Waarom zou het? De onderKomens zijn plaatsen, waar men eet en slaapt. Land van rustdagen. Wat het gebod „Zes dagen zult gij werken, maar op de zevende dag zult gij geen werk doen", betreft, zijn de Andalusiërs volkomen de tel kwijt. Het aantal rustdagen is imponerend, het aantal werkdagen opvallend klein. Het lijkt wel of het hoogste doel in dit Spaans of Moors gebied is, er te ko men zonder te werken. Nu, die kunst verstaat men aardig. De wijnbars en café's zitten 's morgens al vol met mannen, die er nu niet bepaald als werklozen uitzien. Ook zijn het geen kapitalisten,, maar mannen, die het probleem, hoe te leven zonder te wer ken, aardig hebben opgelost. In Anda lusië kent men het begrip „manana", dat wil zeggen, morgen of een keer in de toekomst of misschien ook nooit. Doe vandaag met, wat morgen ook nog gedaan kan worden. Als je van daag je twintig peseta's, je gitawr hebt en je ezeltje die je naar een wijnbar kan dragen, hoef je je geen zorgen voor de dag van morgen te maken. Dit is een mentaliteit, die alle eco nomische problemen naar de achter grond dringt, de armoede dragelijk maakt en de feesten, processies, car navals en de massamoorden op stie ren tot heiligheidense hoogtepunten en drama's maakt. Profiteurs en armen. Dat is Andalusië, een provincie met a-sociale toestanden, met grote econo mische problemen en primitieve men sen, zoals die overal In Spanje Destaan. Neem nu heel Spanje. Dan zjjn de toe standen niet erg veel beter. AUeen de Andalusiër ljjdt er niet onder. Dat kan men niet van Iedere Spanjaard zeggen. Het is waar, in de grote steden staan prachtige paleizen en monumentale bankgebouwen bij bosjes langs de avenidas en plazas. Maar nergens in Europa Is de tegenstelling tussen rijk en arm zo open en schrijnend als in Spanje en ln het bijzonder als bv. in Madrid. Een klein deel van het volk profi teert hier zonder gewetenswroeging van het vette der aarde, een klein deel baadt zich in een weelde, die men zich zelfs noodzakelijk. Want het is toch zo, dat in het geciviliseerde Spanje de werkgevers geen lonen maar tegemoet komingen uitkeren. Intellectuele arbeid wordt helemaal slecht gewaardeerd. Iedereen houdt er een paar beroepen op na. Franco. Men kan Franco niet verwijten, dat hij zijn officieren omkoopt. Een kapi tein verdient er ongeveer evenveel als een eerste jaars sergeant in ons land. Merkwaardig, want die kapitein is toch een belangrijk man. Want heel Spanje staat immers nog onder een militaire bewaking. Franco is nog steeds de dictator. Overal ziet men nog de bewa pende soldaten de spoorwegknooppun ten, de belangrijkste gebouwen en trei nen, wegen en bergpaden, bewaken. Spanje is door zijn eigen soldaten be zet. Franco pacificeerde zijn land, zoals een vreemde bezetter dat doet met een uitgebreid kostbaar militair apparaat, Toen Franco aan de macht kwam kon digde hij een uitzonderingstoestand af. En die uitzonderingstoestand bestaat in feite nog. En het volk wacht maar op een min der streng regiem van de dictator. Maar men doet niets meer dan wach ten. De grote massa accepteert hem zo als men een hittegolf of iets anders on aangenaams accepteert. Deskundigen beweren, dat nog geen éénderde deel van de bevolking Franco een vertrou wensvotum zal geven. Maar niettemin, Franco wordt gerespecteerd. Zelfs te genstanders van het regiem accepteren hem. Een oude markies karakteriseerde hem als volgt: hjj is voor 50 pet. be roepsofficier, 25 pet. monnik, 15 pcv huisvader en voor 10 pet handig zaken mannetje. De markies was voor Fran co, omdat hij het land daarmee een beste dienst meende te bewijzen. Monarchisten beweren, dat Fran co in zijn politiek testament het herstel van de monarchie heeft uit gewerkt. Don Juan Carlos de Bor- bon, die thans in Portugal leeft, zou als Franco sterft, onder voogdij van een staatscollege komen, waar van prominente figuren lid zijn. Men verwacht evenwel niet, dat de constitutionele monarchie ooit aan bod komt. De werkelijke macht blijft bij de praktizanten van de nationale revolutie. Maar zeker is dit niet, zoals zovele dingen onze ker zijn in het Spanje van deze eeuw, het Spanje dat alleen door Andalusië nog een sympathieke klank heeft in sommige oren. De eerste Britse militairen van het contingent dat de strijdkrachten in Ke nia zal versterken, zjjn Dinsdag per vliegtuig te Nairobi aangekomen. In ongeveer een week zal het gehele con tingent z(jn overgebracht. Na de ontdekking van de lijken van de vijf vermoorde leden van de lijf wacht van een. hoofd van de Kikoejoe- stam heeft de politie Dinsdag een vijf tigtal inheemsen gearresteerd. Politiemannen en militairen gaan door met het doorzoeken van de bos sen ln. de omgeving van de plaats waar vorige week een massaslachting plaats vond. Bij deze slachting werden vol gens officiële gegevens 71 personen ge dood en 50 gewond; 51 Inheemsen wor den vermist. Dag Hammerskjoeld, die Lie als se cretaris-generaal der V.N. opvolgt, ls op 29 Juli 1905 ln de Zweedse stad Jón- kophig geboren. Hij behaalde graden ln de rechtswe tenschappen en de politieke economie aan de universiteit van Upsala. In 1933 werd hij plaatsvervangend hoogleraar ln de politieke economie aan de univer siteit te Stockholm. Van 1936 tot 1945 was Hammers kjoeld secretaris-generaal van het Zweedse departement van financiën. Hij was voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Nationale Bank van Zweden (van 1941 tot 1948) en vi- ce-voorzitter van de uitvoerende com missie van de organisatie voor Euro pese economisch samenwerking. In 1946 werd hij deskundige voor fi nanciën met de rang van gezant bij het Zweedse departemen van buiten landse zaken en in 1950 minister van staat. Op de zesde zitting van de algemene vergadering van de Verenigde Naties trad hij op als vlce-voorzltter van de Zweedse afvaardiging. Thans, op de zevende zitting, is hg voorzitter van deze delegatie. Groep-Naumann ontving geld nit buitenland. De groep - Naumann ontving geld van Franse, Belgische en Britse fascisten. Dit heeft Adenauer verklaard op een pers conferentie met Amerikaanse journalis ten. De bedragen waren niet onaanzien lijk. Hij noemde met name van Sir Os wald Mosley (Engeland) en Leon De- grelle (België). De groep had een vier jarenplan en hoopte op politieke en eco nomische ontbinding in West-Duitsland, zodat zij de macht over kon nemen. Generaal van Fleet gepensionneerd. Generaal van Fleet, de 61-jarige voor malige bevelhebber van het Amerikaan se achtste leger in Korea, is Dinsdag na een militaire carrière van meer dan 37 jaar, gepensionneerd. Gezagvoerder Broere van de „Johan van Oldenbarnevelt" met pensioen. Met 800 passagiers uit Indonesië aan boord is de „Johan van Oldenbarnevelt" Dinsdagmiddag in de Amsterdamse ha ven binnengelopen. Honderd passagiers waren reeds in Southampton gedebar- geerd. Deze aankomst betekende tevens het einde van de 40-jarige loopbaan van de gezagvoerder, kapitein H. A. Broere, die de „Nederland" met pensioen gaat verlaten. Gezagvoerder Broere was één der be kendste Nederlandse koopvaardijkapi teins. Hij heeft zich vooral in de tweede wereldoorlog onderscheiden. In de laatste jaren heeft hij als kapitein van de „Johan van Oldenbarnevelt" tal van Ne derlandse emigranten naar Australië ver voerd. Hij is o.m. drager van het bronzen kruis en het kruis van verdienste met gesp. NIEUWE INDELING IN MILITAIRE AFDELINGEN. De commandanten der militaire divi sies, tevens bevelhebbers in de militaire afdelingen, zullen met ingang van van daag een nieuwe titel krijgen, namelijk die van territoriaal bevelhebber. Voorlopig zullen zij daarnaast nog de titel van commandant in hun afdeling houden maar deze zal mettertijd, als hier voor een wettelijke voorziening is ge troffen, vervallen. Een nieuwe indeling van het land in militaire afdelingen is in voorbereiding. Er zullen dan vijf afdelingen komen n.i.: Noord, Oost, Zuidoost, Zuidwest en West. Wet van 1920 heeft aan waarde ingeboet. Dinsdagmiddag even na twaalf uur is het stoffelijk overschot van Koningin Mary in de Kapel van St. Georges in het Windsor Castle ter aarde besteld. Een overzicht van de plechtigheid, die door vele vorste lijke personen werd bijgewoond. De minister zal het bestuderen. De minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen acht het noodzakelijk de mogelijkheid van het totstandbrengen van de finan ciële gelijkstelling bij het nijver heidsonderwijs in ernstige studie te nemen. Ook wil de minister de fi nanciële gelijkstelling bestuderen voor het hoger-, het middelbaar- en het kleuteronderwijs. Dit wordt meegedeeld in de Memorie van Antwoord betreffende de begroting van O., K. en W. D© minister geeft toe, dat tal van factoren de pacificatie tussen het open baar en bijzonder onderwijs relatief hebben verminderd. Dit kan alleen worden ondervangen als de financiële gelijkstelling naar het hoger onderwijs wordt doorgetrokken. De minister heeft er grote bezwaren tegen als het medisch toezicht in de bijzondere scholen tegen de wil van de ze scholen van overheidswege zou wor den beoefend. Tegen de ondermijning van de vrjj- FEUILLETON. door J. BRANDENBURG. 28 Maar Isboseth gelooft niet aan deze symboliek. Hij blijft in zijn een voudigheid bij wat de Schriften gebieden, zonder meer. De mensen maken je zo moe met al hun geredeneer, vindt hij. Boven op het dak van zijn huis, wordt de hut opgericht en daar wonen zij van zonsopgang tot zonsondergang en gebruiken er één maaltijd per dag. Toch is de ware vreugde voor het feest in de stad niet te zien. De jeugd van Jeruzalem heeft zich weer snel hersteld van de rampen van de oorlog. De straten dreunen van hun gejoel en gedans en de muziek, die zij maken met trompetten, fluiten, harpen en cimbalen is soms oorverdovend. Maar vele oudere Joden missen de lust tot het feest. De mensen durven niet na te laten een loofhut te bouwen, maar deze staat leeg en de zin om er in te feesten en te eten ontbreekt. Hoevelen zijn er niet, die nog in rouw zijn om een dode? Maar de offerfeesten bij de Tempel gaan door. Deze feesten hebben ditmaal een bizonder accent, omdat de jeugdige Hogepriester, Aristobulus, zélf bij de plechtigheden zal voorgaan. Heel Jeruzalem wil de jonge Priester, deze telg uit het roemruchte Makka- beën-geslacht, zien en de jeugd van de stad is opgewonden, omdat zij de Hogepriester zullen kunnen zien in vol ornaat, in zijn met goud ver sierde klederen. Het is dan ook, niettegenstande de geduchte teistering van de heilige stad, ongemeen druk op de Voorhof en het tempelplein, meest van jong volk, dat luidruchtig, zingend en muziek makend de komst van de Hoge priester verbeidt. Op dit ogenblik is de Hogepriester in het Heilige, ter bediening van het reukoffer-altaar. Het is het plechtige ogenblik, dat hij stil zal staan voor het altaar en het reukwerk zal zwaaien voor het Aangezicht van Jahwe. Dan zullen de gouden schelletjes, aan de zomen van zijn pries terlijk kleed, zwijgen. Een priester, staande buiten het Heilige, verneemt deze stilte en blaast op zijn zilveren trompet. Op dit ogenblik zwijgt de saamgepakte menigte en valt eerbiedig neer in aanbidding, de handen uitgebreid en het hoofd tussen de knieën ter aarde. Zo verenigt zich het gemeenschappelijk gebed van het volk met dat van de Hogepriester. Wanneer het geluid der gouden schelletjes opnieuw gehoord wordt door de priester, blaast hij wederom op zijn trompet en het volk verheft zich in grote spanning, nu de komst van de Hogepriester voor de Tempel verbeidend. Het gordijn wordt langzaam weggeschoven en dan ver schijnt de forse gestalte van de jonge Hogepriester. Hij staat daar als een jonge god in de blinkende stralen van een oosterse zon. De hemelsblauwe mantel des efods, geweven van zeer fijne wol, hangt in wijde plooien halverwege de knie en de voet. De witlinnen priester rok, die tot op de enkels hangt, komt er onder uit met de beide einden van de met goud bestikte en bloemrijk geborduurde gordel. Aan de brede zoom van de mantel schitteren in het felle zonlicht de gouden schelletjes afgewisseld door de granaatappels, als vloeibare gouddroppels slinge rend bij elke beweging welke de jeugdige Hogepriester maakt. Op de brede borst, hangend aan twee schouderbanden, is de efod bevestigd, bezet met grote edelstenen van het „allerkunstelijkste" werk, fonkelend in rijke kleurschakeringen: purper, scharlaken, goud en zilver, smaragd en violet, alles gedachtenis houdend aan de trouw van de VerbondsGod ten aanzien van de twaalf stammen Israels. Een moment staart de duizendkoppige menigte in volstrekte stilheid naar deze verschijning, blinkend gelijk de morgenster door de wolken Zij is gegrepen in een ban, alsof hun ogen iets bovenaards te aanschou wen kregen. Zó verwachten zij de Messias in zijn komst tot Zijn volk en velen zijn er die menen, dat deze jonge telg, deze laatste uit het Makkabeën-geslacht, de lang-Verwachte moet zijn. Immers: de scepter zou van Juda niet wijken, totdat Silo komt? En dan breekt een laaiend enthousiasme los, aanzwellend tot een orkaan, die de gehele tempelruimte vervult, over de Voorhof neerdreunt en in aanhoudende echo's zich verliest tegen de bergwanden van de Judese hoogvlakten. Palmtakken worden gezwaaid, handen grijpen in de ijle lucht, velen werpen zich de de knieën, anderen vallen hen, die naast hen staan om de hals en wenen. Het gejuich duurt voort en lost zich op in machtige spreekkoren van het„HosannahHosannah Gezegend is hij, Die komt in de Naam des HerenI Minuten en minuten duurt het geroep en gezang. Telkens zwelt het opnieuw aan, wordt bij reien overgenomen. Het is de jeugd, die los breekt. De jeugd, die nooit anders, dan stok-oude Hogepriesters zag en nu zich van aangezicht tot aangezicht gesteld ziet tegenover een tijd genoot, even jong, even krachtig, even hoopvol van verwachting als zij zelve. Dit is een Hogepriester naar hun hart. Zó zal de komende Mes sias verschijnen, in de volle kracht van een rijpende jeugd. Of is deze Aristobulus de Beloofde? held en zelfstandigheid van de bijzon dere scholen zal de minister blijven waken. Op de duur zai het tot verlenging van de leerplicht moeten komen, aldua deelt de minister mee. Het is echter de vraag of een verlenging tot 9 jaar nu reeds direct resultaten zal opleveren. Dat het U.L.O. zal verdwijnen zou onjuist zijn. Wel is waar, zegt de mi nister, dat te veel leerlingen de U.L.O. school bezoeken en te weinig het tech nisch onderwijs volgen. Het aantal leerlingen op nijverheids scholen voor meisjes bedroeg op 1 Ja nuari 1952 c.a. 120.000. De stijging van het aantal leerlingen van deze schoien bedroeg in de afgelopen periode van 5 jaar gemiddeld 5 pet. per jaar. RADIO EN TELEVISIE. De voortzetting van de televisieuit zending zonder bijdrage uit de rijkskas is onmogelijk. De minister betwijfelt of het juist is de vrijheid' van drukpers en de erken ning van het verschoningsrecht van de journalist te binden aan de vraag, of do journalisten ln eigen kring beschik ken over de middelen om uitwassen te keren. Dinsdagmiddag is door onbekende oor zaak brand uitgebroken in het huis van de heer J, Kusters, vrachtrijder te Deur- ne. Hoewel de brandweer spoedig ter plaatse was, brandde de woning geheel af. De volledige inboedel is verloren. Het gezin bestaat uit man, vrouw en zeven kinderen. ingezonden Mededeling (Adv) e*.. i ANNO/f690 WAT LEVERT LEVERT IS GOED LEVERT CC - AMSTERDAM De oudheidkundige dienst van Jeru zalem heeft bekendgemaakt, dat de res ten van 70 Bybelse geschriften zün ge vonden, die by na 2000 jaar oud zyn. Hieronder bevinden zich 38 originele manuscripten van het Oude Testament. De directeur van de dienst, Harding, verklaarde, dat de vondst is gedaan te Khirbet Gumran, enige kilometers ten Noorden-Westen van de Dode Zee en ongeveer 40 kilometer ten Oosten van Jeruzalem. In dit gebied waren in 1947 fragmenten van manuscripten, onder an der het boek Jesaje, gevonden. Hij zei, dat 38 van de gevonden manuscripten betrekking hebben op 19 verschillende boeken van het Oude Testament. De an dere manuscripten bevatten commentaren en bewerkingen. De vondst is gedaan door Bedoeïnen, die sedert de vondsten van 1947 stelselmatig alle grotten in het gebied doorzoeken. Direct na het bekend worden van de vondst hebben militairen van het Arabische legioen de wacht be trokken bij de grot, waarin de manus cripten zijn gevonden. De Bedoeïnen heb ben een gedeelte van de manuscripten aan de Jordaanse regering verkocht, doch zij hebben nog ongeveer 20 pet. ervan in hun bezit.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 4