Tlorlam AI het gevaar scheen geweken te Bruinisse, maar toen kwam het verschrikkelijke water Nationaal Rampenfonds BAARLAND, driehonderd mensen op een eilandje van 130 bij 50 meter Watervoorziening van Schouwen een moeilijk probleem De mannen van Ellewoutsdijk voeren verbeten strijd tegen het water Onze correspondenten schreven geschiedenis „De Berenlaten de kop niet hangen Hard wordt er gewerkt aan de dijken - het water is al veertig centimeter gezakt Middelburg permanente waterafnemer van „Zuid-Beveland"? DEN HAAG Giro 9575 of Giro 274289 (Zeeuwsch Dagblad) Saint Servais bracht hulp Thoolse gemeenten hadden in zeer korte tijd weer water Binnen een half uur was het dorp een eiland 's Nachts werken zij door, als het moet bij het licht van brandende stroopakken „De dukw's kunnen wé niet missen".** Het stormde immers zo dikwijls I ==5fc Drie vermiste inwoners nog niet gevonden f 100.- in het Rampenfonds Donderdag 19 Februari 1953 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 5 Driehonderd mensen houden stand in Baarland. Driehonderd mensen op een eilandje van honderddertig meter lengte en vijftig meter breedte. Er staan zeventig droge huizen. Dat is alles. De rest is water, zover het oog reikt, in de richting Hoedekenskerke, in de richting Kwaden- damme en naar Oudelande. Wie de oude toren beklimt, die als een stoere wachter omhoog rijst, ziet in de verte de dijk. De dijk met de zes en twintig gaten met daar naast als kleine poppetjes, de mensen uit Baarland, die die dijk dicht maken. Een Dukw heeft hen er heen gebracht, 's Avonds om vijf uur worden ze weer gehaald Het fraaie gemeentehuisje staat on der water, maar aan de rand van het eilandje Baarland-in-de-binnenzee is een kamer in een woning vrijgemaakt voor het gemeentesecretarie. Daar ligt voor de deur op "en paar balen pak- stro de „aanlegsteiger" waar het, door de rijkspolitie afgestane motorvletje, meert. Dat sloepjè vormt, samen met de Dukws, de enige verbinding met het vaste land, de met zandzakken op gehoogde Vijfzodendijk, waar het wa ter eindigt en de wereld weer begint. Burgemeester W. N. van Liere was Maandag net 25 jaar getrouwd en ver toefde dus in Oostkapelle waar zijn vrouw is ondergebracht. Maar wet houder H. de Vriend was er, de vrien delijke oogjes glinsterend achter de bril. „De Beren laten de kop niet han gen", zei hij en ging wat moeilijk ver zitten want hij heeft last van spit. „Al dat water ook". DOODS JEN VERLATEN Als de Dukw bij de Vijfzodendijk de helling afrijdt en het water induikt, kabbelen de golven speels rond het bordje „Halteplaats A.M.Z.". Het lijkt een grimmige bespotting. Helmuth, de Duitse chauffeur, mindert vaart want de weg is onder water nauwelijks te be speuren. In het begin van het dorp sjouwen mannen met een platte boot rond een laag huisje. Door de geopende deur zien we een man gebukt op een toonbankje zitten. Hjj tracht nog wat levensmidde len uit zijn winkeltje te halen. Een en kele stoel dobbert in een lege kamer rond. Als de Dukw passeert gulpt een golt water door een open raam naar binnen. Op een tafel, die voor het raam drijft staat nog een plant Alles is doods en verlaten. Dan krijgt de Dukw vaste grond od der zich en we rijden het dorpspleintje op. Het is er droog. Ergens in een ver- *~ek bij de hoofdonderwijzer in huis zit een Duitse luitenant. Ja, ze zijn er weer, maar nu voor een ander doel! Ik krijg een Lucky Strike van hem en een kop koffie van de onderwijzersvrouw. „Ik ben net een herbergier" zegt ze en peutert onwennig met de zakjes suiker uit noodrantsoenen. Onwennig is het in het gehele dorpje. Maar de stemming is er goed. Ook'die van wethouder De Vriend, die goedig ledereen te woord staat en verklarin gen laat tikken. „Het meeste water kwam uit de rich ting Ellewoutsdijk" vertelt hij. „Om vier uur in die rampzalige nacht kwam de eerste waarschuwing en nog geen half uur later luidde de klok. In de dijk sloegen de gaten en om vijf uur spoel- Naar wjj vernemen zal de reeds eni ge tijd bestaande technische commissie van waterleidingdeskundigen, die o.m, tot taak had te onderzoeken op welke wijze de watervoorziening van Vlissin- gen in de toekomst het beste kan wor den verzekerd, haar werk versnellen en zo spoedig mogelijk met voorstellen komen, die betrekking hebben op het gehele waterleidingregiem van Zuid- Beveland en Walcheren. In deze commissie hadden reeds zit ting de heren ir C. van Rooijen, plaats vervangend directeur van het Rijksin stituut voor Drinkwatervoorziening te 's-Gravenhage, ir M. J. Stoel Feuerstein, directeur der N.V. Waterleidingmij „Zuid-Beveland" en P. Kas, directeur der N.V. Waterleidingmij „Midden-Zee land". Thans is daaraan toegevoegd ir B. C. Roeters van Lennep, directeur van het Gemeentelijk Waterleidingbe drijf te Middelburg. Deze commissie zal o.m. nagaan, of de plannen tot uitbreiding van het waterwingebied van Middelburg een meerdere productie van 100.000 kubie ke meter per jaar zou daarvan het ge volg zjjn nog voor verwezenlijking vatbaar zijn. Op dit ogenblik wordt de toekomst, na de verziiting van het ge bied aan Oranjezon, niet optimistisch ingezien. Indien van de voorgenomen uitbreiding zou moeten worden afge zien, zal Middelburg waarschijnlijk een blijvend afnemer van Zuid-Beveland worden. Verder is het reeds nu bekend, dat vanuit Zuid-Beveland over enkele ja ren meer water aan Vlissingen zal moe ten worden geleverd, aangezien de ca paciteit van het waterwingebied te Dishoeck totaal onvoldoende is en het waterverbruik in Vlissingen jaarlijks enorm stijgt. Met deze feiten voor ogen zal de technische commissie o.a. moeten na gaan, of een volledige verdubbeling van het waterleidingnet in Zuid-Beveland noodzakelijk is en of ook de leiding van het opjaagstation aan de Sloedam naar Vlissingen dient te worden versterkt. Doe het vandaag nog! de de vloedgolf naar binnen die over het land rende, de Vijfzodendijk ram meide en die de mensen de zolder op deed vluchten...... Maar toen lieten „de Beren'" zien wat ze waard waren. Wie helpen kon hielp. Er zjjn staaltjes van heldenmoed ver toond en daaraan Is het ook te danken, dat er geen slachtoffers gevallen zijn. Daar is bijvoorbeeld Tannetje van Damme, die, hoewel doodsbang van het water, tot over het middel erin ging om vee te redden. Daar zjjn de mannen, die een wilde trappelende stier op een vlotje hesen en het dier ln veiligheid brachten. Ondanks dit vechten zijn er toch nog honderdvijftig runderen, varkens en schapen verdronken. Later kwamen de Dukws en de helicoptères en op zeven Februari, des avonds om elf uur ver schenen Amerikaanse Dukws met Duit se bemanning. Zij behoren tot de 8540ste Labour Service Company bestaande uit dertig Dukws, die vanuit Goes gedirigeerd werden naar Baarland, Hoedekenskerk- ke, Oudelande en Ellewoutsdijk. De commandant van dit onderdeel is de Amerikaanse le luit. Paul, maar in Baarland heeft sergeant le ld. Apple het commando. De Duitse le luit. Hei- nicke is commandant van de Duitse Dukw-bemanning met als verbindings man de sergeant van de Nationale Re serve T. Boersma uit Sluiskil. Laatstgenoemde werd in: Terneuzen aan dit onderdeel toegevoegd. Toen de order kwam naar Baarland te gaan om hulp te bieden zjjn de dertig Dukws regelrecht bij Terneuzen ln zee gedoken met de bedoeling er regelrecht heen te varen. Maar het stormde zo hard, dat ze op honderd meter uit de kust kapselsden. Ze zjjn toen maar haastig teruggekeerd om vla Breskens te, gaan. Ze onderhouden nu een pendeldienst, brengen dijkwerkers weg, zorgen voor voedsel en helpen kadavers en land bouwwerktuigen bergen. Voorlopig zijn ze nog niet weg. Nog een maand zeker blijven ze. En dat is nodig. Want al heeft men de ergste gaten gedicht tot over de vloedlijn, er .moet nog een berg werk verzet worden. Gelukkig is het water nu al een veertig centimeter gezakt. De wa terleiding functionneert weer en met behulp van bovengrondse of zo ge wilt „bovenwaterse" verbindin gen heeft men ook weer electriciteit en .telefoon. Met een kleine roeiboot werd ik naar de bewoonde wereld teruggebracht. Naar de dijk waar, in een kleine houten keet een eenzame man de wacht houdt bij een mobilofoon. Naar de dijk waar een bord staat met in het Engels de woorden: Door de Genade van God, Hollandse gidsen, uithoudingsvermogen en gezond verstand werd deze weg gevonden door de 8540ste L.S.C. APO 46. U.S. Army. GOD BESCHERME DE DIJ. KEN. Saint Servais in de provincie Namen heeft Baarland geadop teerd. Zondag arriveerden vijf vrachtwagens volgestouwd met dekens, keukengerei, schoenen, suiker, chocolade, macaroni, me dicijnen fornuizen en bedden en bovendien met landbouwkalk in het verbaasde dorpje. „Zeg maar wat jullie nodig hebben" zeiden de Belgen, „dan zullen we dat' nog wel sturen Ingezqrvden Mededeling (Adv.) STATENVERGADERING OP WOENSDAG A.S. Commissaris der Koningin zal uitvoerig overzicht geven. De tweede vergadering van de buiten gewone zitting der Prov. Staten van Zeeland, die op Woensdag 26 Februari a.s. des morgens om half elf in de Sta tenzaal te Middelburg zal worden ge opend, zal een zeer bijzonder karakter dragen. Het ligt n.l. in de bedoeling van de Commissaris der Koningin, jhr mr A. F. C. de Casembroot, na het uit spreken van een persoonlijk woord, een uitvoerig overzicht te geven van de stand van zaken op dat ogenblik en tevens van hetgeen mede door het Pro vinciaal Bestuur vanaf het ogenblik, dat de watersnood bekend werd, is verricht. Daarna zal de agenda normaal wor den afgewerkt. De behandeling van het verzoek der Stichting „Nieuw Walche ren" tot het verlenen van een bijdrage in de kosten, die de herdenking van het herstel van Walcheren zullen meebren gen, is niet meer nodig, omdat genoem de Stichting haar verzoek heeft inge trokken. ZEER OUDE GEN EVER ANNO 1690 WAT LEVERT LEVERT IS GOED! De Bilt wil Zeeuwse gemeente adopteren. B. en W. van de gemeente de Bilt (U.) hebben onder voorbehoud van goedkeu ring door de gemeenteraad bericht ge zonden aan de Provinciale Griffie van Zeeland bereid te zijn geheel alleen een nader te bepalen Zeeuwse gemeente te adopteren. Van Burgh via Scharendijke naar Ziet ik zee „Schouwen en Duiveland is ook op het punt der watervoorziening een zeer moeilijk geval". Dit verklaarde mr dr A. J. J. M. Mes, lid van Ged. Staten, toen wij hem inlichtingen vroegen omtrent de toestand op dit gebied in onze provincie. Een gelukkige omstandigheid is, dat de installatie van het pompstation te Burgh intact gebleven is. Ook het buizennet, dat niet onder water kwam te staan, is in orde. Maardit is slechts een fractie van het totaal. Bijna overal liggen de buizen in door het zeewater bedekte grond. Aangezien de directeur van de N.V. Waterleidingmij, „Schouwen-Duiveland" wegens ziekte buiten de provincie ver toeft, zat het eiland, toen het water kwam, zonder waterleidingexpert. Ir M. J. Stoel Feuerstein, directeur van de N.V. Waterleidingmij. „Zuid-Beveland", die reeds voor de ramp het verzoek had ont vangen op te treden als adviseur van de maatschappij op Schouwen en Duiveland, heeft reeds vorige week zijn eerste be zoek aan dit eiland gebracht om te on derzoeken, hoe het was gesteld en zo mogelijk voorzieningen te treffen. GROTE OMWEG. Geconstateerd werd o.m., dat ten Wes ten van Serooskerke de hoofdleiding was vernield. Er bestond nog één methode om het leidingwater in Zierikzee te krijgen en wei door een tocht dwars over liet eiland te laten maken via Noordwelle, Serooskerke, Möriaanshoofd, Scharendij ke, Brijdorpe en Kerkwerve. BIJ ELLEWOUTSDIJK wordt het motto „De dijken dicht" werke lijkheid. In een bewonderenswaardig tempo zijn de bewoners van het geteisterde dorp bezig met het herstel van de zeedijk en de binnendijk. Waar men ook rijdt, overal zijn groepen burgers aan het werk. In de rampnacht heeft het water twee grote gaten in de zeedijk van de Everingepolder geslagen. De stormvloed overviel de hofstede Zweemerdem, waar de beesten jammerlijk verdronken, doch waarvan de bewoners zich gelukkig bijtijds in veiligheid konden" stéllen, stroomde de 111 ha grpte polder binnen, vrat drie grote gaten in; de Everingse binnendijk en stroomde toen de polder binnen, waarin Ellewoutsdijk zelf ligt. Ten westen van-fort Ellewoutsdijk werd een gat van 180 m. geslagen, maar het fort en de dijk er rondom braken de kracht van het water. Ik heb nog nooit iemand zo verheugd gezien" als loco-burgemeester J. Oele. Hij dacht namelijk Dinsdag dat alle Dukws uit Zeeland zouden vertrekken en daar stond er plotseling weer een voor zijn neus. Er mogen er n.l. nog vijftien ln Zeeland blijven wadrvan éfefe in Baarland en één in Ellewoutsdijk. „We kunnen ze niet missen, jong", zei hij en dat is waar. Ook Ellewouts dijk is een eiland en al is het water meer dan tachtig centimeter gezakt, men kan er zonder boot nog niet komen. Tenzij, tenzijmen niet bang is om een heel eind te lopen, maar daarover straks méér. OM DRIE UUR LUIDDE DE NOODKLOK. Om drie uur luidde in Ellewoutsdijk de noodklok en even later vochten de, bewoners aan. de haven om de vloed planken aan te brengen. Een half uur tje nadien was het dorp een eiland, omringd door woest kolkend water. De eerste hulp van buitenaf werd door een Urker vissersboot, de UK 2 gebo den, die met behulp van zijn zender het nodige materiaal aanvroeg. i-3t Een deel van de vijfhonderd inwoners moest geëvacueerd worden. Daartoe werd vanaf het dorp eén houten nood- bruggetje geslagen, een wankel brug getje, dat echter gelegenheid bood om de 200 oudere mensen, vrouwen en kin- deren veilig op de dijk te brengen van waar ze per auto naar Heinkenszand werden vervoerd. Dat bruggetje ligt er hèg. Het" vormt de enige verbinding met de dijk Toen nadien een voorlopige balans werd opgemaakt bleken negentig wo ningen onder water te- staan. Acht en vpftig bleven droog op een eilandje van 200 by 80 meter. Veel vee ging er verloren, n.l. 28 var kens, 17 kalveren, 48 koelen en 4 paar den. j En nu vechten alle mannen van Elle woutsdijk, die een söhop kunnen han teren aan de zeedijk van de Everinge polder. i Met materiaal staan zij samen met.de mensen van de fa. Jac. C. van Oort uit Utrecht voor de taakde twee gaten te dichten, n.l. een van vijfentachtig en een van negentig meter. Het laatste is negen meter diep. Het water heeft een diepe kreek ge schuurd en naast die kreek ligt het zand metershoog over wat eens vruchtbaar land was. Daar worden nu in koorts achtige haast zandzakken gevuld, die door de mannen van Ellewoutsdijk ln een onafgebroken rij worden aangedragen naar de nooddijk, die Men voor het gat omlegt. Twee draglines staan in het schor en werpen met hun grote grijpers ku bieke meter na kubieke meter grond tussen de rijen zandzakken, daarover komt dan het rijswerk en zo schuift het nieuwe' dijklichaam centimeter na centimeter voorwaarts. Als het moet wordt er 's nachts door gewerkt. In de nacht van Maandag op Dinsdag viel het licht plotseling uit. En wat deed men? Men zette eenvoudig een paar stropakken neer, goot er gaso line overheen en stak de zaak in brand. De reusachtige fakkels gaven een gewel dig licht en meteen warmte tegelijk. Want geloof me, de nachten zijn koud. De aanvoer van materiaal loopt goed. Vanaf de haven heeft men een drie kilometer lang smalspoor gelegd naar de dijkgaten en daarover tuffen regel matig kleine treintjes. Ellewoutsdijk kan men, zo schreef ik aan het begin van mijn verhaal, o.m. per dukw of per boot binnenkomen. Is men er echter eenmaal dan lukt het niet altijd weg te komen, wanneer men zelf wil. En waarom zou ik het dan niet pro beren over dé Everingse binnendijk? Die moest naar Oudelande lopen en de gaten waren gedicht. En dus was hét te proberen. ;-r Nu, de Everingse binnendijk Is dicht, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Zandzakken, lappen klei en hier en daar nog lelijke gaten aan de achterzijde, Hele lelijke gaten, die geen storm kun nen verdragen. Doch ook hier wordt on der leiding van de Ned. Heidemij nog hard gewerkt. Aan het eind van de Everingedijk wees een' man me de weg. Eerst keek hij naar mijn laarzen, trok een beden kelijk gezicht en zei toen: „Je gaat hier door dat bogerdje, daar staat een klein beetje water in. Maar pas op voor de gaten. Dan kom je op een klein dijkje dat achter om Oudelande loopt en als Nadat alle zijtakken waren afgesloten om verlies te voorkomen zjjn op tal van plaatsen, waarvan men wist, dat er scha de aan de buizen was ontstaan, herstel lingen verricht. De Marine stelde een mo torriet' met volledige bemanning en een duiker ter beschikking, welke laatste on der water heel wat heeft gerepareerd en gecontroleerd. Onder grote spanning werd in Zierikzee de kraan open ge draaid maarer kwam geen druppel water. _j Direct daarop is de duiker weer aan het' werk gegaan om te onderzoeken, wadr zich nog meer lekken bevonden. Er zijn er nog gevonden en er bestaat nu goede hoop, dat dezer dagen Zierikzee weer wat water zal krijgeri. "Dat zai niet veel meer zijn dan 10 kubieke meter per uur, maar voor het dekken der noodza kelijke behoeften wel voldoende. THOLEN EN ZUID-BEVELAND. Op Tholen is het, dank zij de grote activiteit van de directeur der N.V. Wa terleidingmij. „Tholen", de heer J. F. J. v. d. Peyl, gelukt in zeer korte tijd de zaak voor elkaar te krijgen en weer wa ter te leveren. Met uitzondering van de gemeenten Sint Annaiand en Stavenisse krijgt nu iedere gemeente water. De voorziening van Sint Annaiand door mid del van tankwagens verloopt vlot. Zuid-Beveland heeft hgt tot heden, af gezien van de geïnundeerde plaatsen en gebieden, niet aan leidingwater ontbro ken. Er waren in de leidingen heel wat lekken ontstaan, maar de twee hoofdaan- voerleidingen vanuit Ossendrecht waren intact gebleven, zodat de Goese waterto ren meestal boordevol was. Grote lekken ontstonden in het buizennet bij Kruinin- gen en bij Waarde, doch al vlug kon het waterverlies daardoor worden gestopt. Duikers hebben de zijtakken, die naar onder water staande gemeenten liepen, zoveel mogelijk afgesloten. DOMBURG. In Domburg tenslotte zijn er twee Amerikaanse waterzuiveringsinstallatie» aan het werk, die samen 10 kubieke me ter per uur produceren. Zij hebben daar voor zoet water nodig en zijn opgesteld in de duinen. De capaciteit is ongeveer voldoende voor dit noordelijke netje van Walcheren. 9 t Zaterdag 31 Januari, 5 uur. Het water staat op de kade. Dit gebeurt minstens 5 tot 10 keer per jaar. Niemand laat zich er door verontrusten, 11 uur. Het waait hard, maar niet zo hard als tijdens de laatste storm, toen een vissersboot tegen de dijk sloeg. Waarom zouden we niet naar bed gaan? Het stormt immers zo dikwijls. Maar als we naar de haven waren gegaan, zou den we gezien hebben, dat het water niet af gelopen was, maar zo hoog stond als anders bij vloed. Zondag 1 Februari, 2.30 uur. Onheilspellend loeit over het dorp de brandsirene. Er moet ge vaar zjjn. We gaan naar de haven. In de Beurs straat komt het water ons reeds tegemoet en over 2 uur is het pas hoog water. Opnieuw loeit de sirene. Het water loopt over de vloedplanken heen. Zakken zand worden aan gebracht als verhoging. Iedereen helpt mee om het gevaar te keren. En het gelukt. Eindelijk gaat het water weer zakken. We hebben gewonnen, al was het op het kantje af. 6 uur. Op de dijk houden we een beraadsla ging met een paar ouderlingen en de dominee of er kerk zal worden gehouden. Waarom zou den we het niet door laten gaan. Er is immers geen gevaar meer! Maar een tijdje later luidt de klok. De dijk bij Sirjansland is doorgebroken. De eerste vluchtelin gen uit het dorp komen reeds aan. Even later sta ik bij de Oude Dijk. Wat ik daar zie, is ver schrikkelijk. Zo ver het ook reikt een watervlakte en het water komt bijna over de dijk. Het gat in de dijk, waar de tram doorrijdt, is nog open. Het lukt nog net om het te dichten. Dan naar Zijpe. Hier zijn de vloedplanken te laat geplaatst. De verwoesting in het dorp is ont zettend. Ook is het water over de langs de tram wegen aangelegde dijkjes gelopen. Maar we hebben geen tijd om hier langer aan te denken. In de ondergelopen polder van Ooster- land verkeren mensen in gevaar. Ze zitten op de daken van de ondergelopen boerenhoeven. Een zestal schippers besluit om met een roeiboot naar Sirjansland te gaan, om de mensen te red- den, die op de zolders en op de daken zitten. De tocht is gevaarljjk, want de wind is aangewak kerd tot een orkaan. Later zijn de schippers teruggekeerd. 13 in woners zijn gered. Maar nog veel meer verkeren in levensgevaar. De schippers vertellen verschrik kelijke verhalen. Met leeuwenmoed wordt bij de Oude Dijk ge vochten. Zelfs vrouwen en kinderen vechten mee. Want als de vloed weer komt.,.. Een weg van Bruinisse naar Oosterland loopt onder. Er zjjn zwakke plaatsen ln de dijk. Maar toch is men vol goede moedl Dan, om half zes 's middags verspreidt zich de mare, dat de dijk is doorgebroken. Maar nog ge loven we niet, dat het water hoog zal worden. We gaan nog naar buiten in de Nieuwstraat kijken. Maar het verschrikkelijke water kwam. Het kwam! Tijdens het eten. Met een vreemd ge-, ruis stroomde het het huis binnen. Het water gutst en kolkt naar binnen. Het botst tegen de muren van ons huis. Een angstig geluid. We horen vee loeien en mensen om hulp roepen. We zitten en wachten. Het water stijgt. We kijken in het trapgat. Ter hoogte van de deur knop blijft het staan. God dank! Roeiboten varen door de straten. Om 12 uur gaan we naar bed. De Zondag is voorbij. Maandag 2 Februari. We zitten lelijk gevangen. Roeiboten, die voorbijvaren, kunnen ons niet be reiken, want er staat een hek rond het huis, waar ze niet over kunnen. We zitten en wachten. De boten varen voorbij. We blijven zittenZo gaat de dag voorbij. Dinsdag 3 Februari. Het begint nu toch te ver velen. Op blote voeten waden we beneden door het water, dat iets is gezakt. Woensdag 4 Februari: Het lukt eindelijk het hui» te ontvluchten. Donderdag 5 Februari: Uit alle delen van het land komen in Bruinisse schepen aön. De heli coptères vliegen af en aan met geredden, die naar de schepen worden gebracht. We besluiten kost wat kost in het dorp te blijven. De vorige evacu atie heugt ons rog. Vrijdag 6 Februari: Het is toch zover gekomen. Om drie uur vertrekt onze boot. Het is er heerlijk warm. We komen om 10 uur in Rotterdam aan. Onze familie en vele Bruinissers ontmoeten we daar. Er wordt fantastisch voor ons gezorgd. De kinderen worden overladen met speelgoed. Er is weer van alles om te eten en te drinken. Om half twaalf gaan we naar bed. Ook de kerk is hier paraat. Kerkeraadsleden en dominees bij tientallen en van alle richtingen. Zelfs in de nacht komt een dominee de bedden (veldbedden) langs, om de slapelozen moed in te spreken. We konden ons voor het eerst weer eens heerlijk wassen. Zaterdag 7 Februari. Een bus brengt ons naar Vreeland in Utrecht. Mijn vrouw komt terecht op een boerderij, ze heeft het wel goed getroffen. Drie van de kin deren mogen bij haar blijven. Ook in Vreeland zjjn de Gereformeerde en de Hervormde dominees weer present. Om half 5 neem ik afscheid van mijn vrouw en kinderen en vertrek ik naar Rotterdam, om weer met tegenzin te gaan naar het noodgebied, dat ons eiland geworden is. Wat zal het worden?! r REEDS EEN WEEK zoekt men thans in de omgeving van Ellewoutsdijk naar de stoffe lijke overschotten van J. San- dee, diens echtgenote en hun driejarig dochtertje. Ze moe ten in de rampnacht van Za terdag op Zondag nog getracht hebben op de fiets het dorp te bereiken. Maar het water heeft hen ingehaald. De fietsen zijn gevonden in de Plasseweg, maar de politieboot speurt nog steeds naar de verongelukten. Men denkt, dat zij ergens onder struikgewas onder wa ter zijn vastgeraakt. je dat volgt kom je op de spoorlijn. Nou en die volg je dan maar, dan raak je vanzelf weer bij de molen, waar de dukws het water ingaan naar Elle woutsdijk". Dat boomgaardje was er, met héél veel water en héél veel vette slik. Het dijkje was er ook, evengoed als de Rijkspolitieman, die daar plotseling uit het niet opdook en naar papieren vroeg. Want laten we dat even vaststellen, de bewaking is uitstekend in deze nood- gebieden. Geloof niet, dat iemand met kwade bedoelingen er veel zal halen! En gelukkigwant er staan nog te veel hofsteden onbeheerd. De spoorlijn vond ik en nadien ook mijn fiets, die ik bij het stationnetje van Ellewoutsdijk, vanwaar uit een mo torlorrie de verbinding met Oudelande onderhoudt, had gestald. Ik was, zon der natte voeten te krijgen, vanuit El lewoutsdijk tot de kruising naar Drie wegen gekomen. Maar ik kan niemand die tocht aanraden. Met al wat water rondom is het een akelige wandeling. Net toen ik op de fiets stapte, kwam de dukw uit het water me achterop gereden. Zakken halen voor de dijk. „Na, zei de Duitse bestuurder, „war doch zu uns gekommen Mensch', hast ja doch mitfahren können...." Nou ja Politierechter strafte. Voor de politierechter te 's-Graven hage verscheen de 36-jarige K. B. B., hoofdcommies aan één der departemen ten. Hem was ten laste gelegd, dat hij op 6 Februari in de Houtrusthallen in Den Haag, toen hij bezig was stapels goederen te sorteren, bestemd voor de slachtoffers van de watersnood, daar een paar wollen handschoenen had weggenomen. Bij de behandeling bleek, dat B. bezig was met een stapel „waar deloos goed". Hij vond hier een paar wollen handschoenen, die hij meende wel te kunnen gebruiken. Hij had ech ter tevoren van zichzelf een paar le ren wanten op de goede stapel gelegd omdat hij meende, dat deze meer ge schikt waren dan de niet in al te beste staat verkerende handschoenen. Ver der bleek, dat B. hele stapels goed voor de slachtoffers van de nationale ramp beschikbaar had gesteld. De Officier eiste twee maanden voor waardelijk met de bijzondere bepaling, dat B. binnen drie maanden tjjds f 250 in het Rampenfonds zou storten. De Politierechter veroordeelde B. tot een maand voorwaardelijk met de bijzonde re bepaling dat hij binnen de genoemde termyn f 100 zou storten In het Ram penfonds.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 5