DE MENS
EN ZIJN STR1|D OP AARDE.
MARTINUS NIJHOFF,
Ea3Ba3B333BEHa33
F
Zoekend naar een
christelijke samenleving,
in.
hunkerend naar het onbereikbare, berustend
in geschonken Genade.
Het derde land
Merkwaardige weder
geboorte van het
liberalisme*
Reorganisatie van het Rijks
arbeidsbureau»
FEUILLETON
£eti tand,
dat U utifyeti yal
Radio.
foetigt onö
Zaterdag 31 Januari 1953
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 5
,1 s
IN DE WISKUNDE GELDEN AXI
OMA'S, gegevens, die als vast
staand worden aangenomen en waar
aan men niet kan tornen zonder deze
tak van wetenschap geweld aan te
doen. Dat de kortste weg tussen twee
gegeven punten de rechte lijn is, is
zo'n axioma. Het staat als een paal
boven water, zeggen we dan.
Zoekend naar een christelijke sa
menleving komt men ook zo'n axioma
tegen: dat Uw naaste ook een mens
is! U vindt misschien dat dat te gek
is om zelfs maar over te praten, want
het staat immers als een paal boven
water! Laat ik daar dit op antwoor
den: „Als het waar was dat iedereen
in zijn naaste ook inderdaad een
mens zag een mens: dat is dus de
beeldorager Gods! dan zouden wij
het ideaal van een christelijke samen
leving heel dicht benaderen!"
Hoe zien wij onze naasten maar al
te vaak? De baas ziet in zijn knecht
een wezen, waarmee hij geld kan
verdienen; of als die knecht niet hard
genoeg werkt, ziet hij hem als een
luiwammes, die zijn baas besteelt.
Omgekeerd ziet de knecht in zijn
baas een -uitzuiger, die er op uit is
hem zo hard mogelijk te laten werken
voor een loon, waarmee hij net kan
rondkomen; of, in een gunstig geval,
ziet hij in zijn baas weinig meer dan
een noodzakelijk kwaad: „Je moet nu
eenmaal werken om aan de kost te
komen en of je daarbij door Jantje
of door Pietje gecommandeerd wordt,
dat maakt ook al niet veel uit!" Zo
ziet de zakenman in zijn collega meer
de concurrent dan zijn medemens;
ziet bij inwoning de hoofdbewoner in
zijn medebewoners alleen maar in
dringers; zien collega's op kantoor in
elkaar alleen maar de man, die „een
wit voetje bij de chef probeert te ha
len"; laten we kort zijn: zo ziet de
ene mens altijd met afgunst en wan
trouwen naar zijn medemens. Zo ver
knoeien we eikaars leven en dat van
onszelf. En dan troosten we ons met
de uitspraak dat ieder mens nu een
maal een strijd op aarde heeft!
HET ZWEET UWS AAN-
tfX SCHIJNS zult gij brood eten,
totdat gy tot de aarde wederkeert,
dewijl ge daaruit genomen zijt; want
gij zijt stof en gij zult tot stof weder
keren" ziedaar het toekomstbeeld
dat God de mens tekent, nadat hij in
zonde gevallen is. Terugkeer tot het
stof, dat is eis van Gods gerechtigheid,
want „ten dage dat gij daarvan eet
zult gij sterven" is de waarschuwing
die Adam kreeg. Maar Gods gerech
tigheid is ook hier vermengd met zijn
eindeloze liefde: het „Ik zal vijand
schap zettende belofte van het
komende heil, is immers aan dat af
schrikwekkende toekomstbeeld voor
afgegaan!
Het toekomstbeeld, dat God hier
tekent is een perspectief van strijd,
Maar let daar goed op geen
strijd van mens tegen medemens,
maar van mens tegen stof. God heeft
de aarde vervloekt om Adams wille
en daarom zal hij daarvan met smart
eten en zal die aarde hem doornen
en distelen voortbrengen. Die mens
zal het niet gemakkelijk hebben op
de aarde in zijn strijd om het bestaan.
Maar in zijn hart mag hij de weten
schap meedragen, dat God ondanks
dat toch liefde is en mag hij Gods
liefde beantwoorden met wederliefde
tot God en tot de naaste. In die
strijd op aarde mag, neen: moet de
mensheid schouder aan schouder staan
in eensgezindheid. Als kinderen van
één Vader.
Natuurlijk ben ik mij er van be
wust, dat er theologiscji bezien op het
bovenstaande van alles is aan te mer
ken. Opzettelijk ben ik hier voorbij
gegaan aan de invloed van de zonde
op de mens zelf. Want mèt de aarde
is ook de mens vervloekt en daarom
Is hij geneigd God en zijn naaste te
hrten. Nijd en afgunst jegens de me
demens vervullen zijn hart, zijn ge
dachten, zijn mond. En zo is voor de
mens, wiens hart niet vernieuwd is
!n Christus, zijn strijd op aarde ook
en misschien vooral een strijd tegen
de medemens. En daarvan zijn ook
de christenen niet vrij, omdat ook de
christen dagelijks opnieuw in zonde
valt. Daarom zal er van een werke
lijk christelijke samenleving op deze
aarde ook nooit sprake kunnen zijn!
13 HET, gezien de bovenstaande
theorieën, wel juist, lat ook chris
tenen spreken over een sociale strijd,
die zij hebben te voeren? Want het
begrip „sociale strijd" bevat toch an
dere elementen, dan de strijd tegen
het stof, tegen de vervloekte aarde
alleen. Socius, dat is medemens, zit
verborgen in dat woord sociaal
sociale strijd is dus ook een strijd te
gen de medemens of tegen groepen
van medemensen. Het is de strijd voor
betere arbeidsvoorwaarden, voor een
zorgenvrije oude dag, de strijd voor
het welzijn van weduwen en wezen,
van zieken en invaliden. Kort gezegd
is het de strijd om een menswaardig
bestaan voor iedereen. En zoals uit
deze voorbeelden blijkt is het dikwijls
moeilijk te onderkennen of het een
strijd is tegen de medemens of tegen
de stof. Want zelfs de strijd voor be
tere arbeidsvoorwaarden behoeft nog
niet altijd te worden gestreden tegen
mensen, die de voorwaarden niet wil
len inwilligen het kan ook zijn dat
de toestand niet toelaat dat die voor
waarden worden ingewilligd. Dat er
eenvoudig geen geld is voor loons
verhoging, voor pensioen, voor zieken
geld en wat dies meer zij.
Natuurlijk is het juist dat ook de
christen daarvoor strijdt. De strijd
tegen het stof is Goddelijk gebod: „in
het zweet Uws aanschijnsstaat
er en wie met niets doen aan de kost
wil komen of wie vindt dat een an-
der, de staat b.v., maar voor zijn wel
zijn moet zorgen, handelt in strijd
met dit gebod. En evenzo ls het juist,
dat de christen strijdt voor erkenning
van het mens-zijn van iedereen. De
werkgever die in zijn arbeiders slechts
machines ziet of verlengstukken van
machines en die hen dienovereenkom
stig behandelt, die vindt in de chris
ten een bestrijder. Zo gesteld ziet men
plotseling duidelijk welk een wezen
lijk verschil er ligt tussen het chris
telijk ideaal en dat van de socialist
of de liberaal. Als de christen strijdt
voor de mens of voor een groep van
mensen, dan doet hij dat omdat hij
die mens erkend wil zien als een
beelddrager Gods. Omdat alle mensen
eikaars mede-mensen behoren te zijn.
Daarom kan een christelijk sociale
strijd nooit een klassenstrijd zijn: aan
klassenstrijd ligt haat ten grondslag.
En daarom kan een christelijk sociale
strijd nooit een „kapitalistische" strijd
zijn: daaraan ligt slechts de materiële
waarde en niet het mens-zijn ten
grondslag.
GIJ CHRISTEN, strijdend op deze
aarde, wat zegt dit alles U voor
de practijk van het leven? Hoe kunt
ge In Uw leven medewerken aan de
vorming van een christelijke samen
leving? Door altijd dit te bedenken
dat Uw naaste ook een mens is! En
dat dat voor U consequenties heeft!
De toespitsing van de sociale strijd
tot het conflict werkgever-werkne
mer, ls in wezen door en door on
christelijk. Zij zijn mede-mensen en
daarom ook mede-werkers. De baas
is niets meer dan de knecht. HU geeft
leiding niet omdat hij een wezen van
hoger orde is, maar omdat hij meer
geleerd heeft en misschien meer ta
lenten van God heeft ontvangen.
Maar altijd dient hij in zijn knechts
mensen te zien, mensen zoals hij zelf.
Zij dienen zijn medewerkers te zijn!
Enop hetzelfde standpunt dient
de knecht te staan. Medewerker is hij
met op dat „mede" evenveel nadruk
als op dat „werker". Als beide par
tijen het zo bekijken en dat is de
christelijke visie dan kan er geen
sprake zijn van een sociaal conflict.
Dan kunnen er meningsverschillen
zijn, natuurlijk, maar dan zijn die me
ningsverschillen altijd op een recht
vaardige wijze op te lossen.
Als wij zo eens allen deze materiële
strijd op aarde zouden verstaan: sa
men met elkander in het zweet onzes
aanschijns. Niet in een strijd met haat
vermengd, niet in afgunst of jaloezie
en evenmin in koude berekening. Dan
zouden we, zoekend naar een chris
telijke samenleving, weer een stap
gevorderd zijn. Tr.
Een groot dichter ging heen.
Dinsdagmorgen overleed op 58-jarige leeftijd geheel onverwacht
Martinus Nijhoff, een der grootste dichters van deze tijd; een woord
kunstenaar, die een geheel eigen plaats heeft Ingenomen in de Neder
landse letterkunde. Velen zullen geschokt zijn, toen zij het korte en
sobere overlijdensbericht (volgen zijn eigen wens) lazen, en niet zon
der weemoed zullen zij gedacht hebben aan deze literator, wiens ge
dichten en wiens lekenspelen zovelen hebben ontroerd.
Zeldzaam was zqn gestalte. Immers,
het was de bundel „De Wandelaar'', van
Martinns Nijlioff, die ln 1926 een be
gin betekende van een nieuwe ontwik
keling van de Nederlandse poëzie. Njj-
hoff was het, die zich los maakte van
de grote Invloed van de tachtigers. De
muzikale, lyrische bewogenheid van de
tachtigers, de sterke uitingsdrang, die
soms tot een zekere rhetoriek leidde,
kwam niet altijd ten goede aan de zui
verheid van de uitgedrukte gedachten.
Hier tegenover koos Nijhoff stelling en
hij schreef verzen met een toen ongeken
de precisie van uitdrukking. Hij zocht
het in klaarheid en vorm, in eenvou
dlgheid van taal en ln woordkeus.
Het is waar, Nijhoff heeft zich ook
van een andere kant laten zien. On
tegenzeggelijk bespeurt men in zijn
eerste werken een neiging tot het bi
zarre, tot het exotische. Hij leefde
eigenlijk op de grens van twee tijden
van een tijd waarin men nog eerbied
had voor de traditie en de historie en
in de tijd van verwarring en norm
loosheid.
Is het dan een wonder, dat men
bij Nijhoff een zekere innerlijke ge
spletenheid meent te bespeuren, ver
oorzaakt door een drang naar het
ongekende, naar het onbereikbar
om te treden buiten de grenzen,
waarbinnen men gesteld isen
een liefde voor het eenvoudige, het
klare en het waarachtige.
Maar zijn bundel „Vormen", in 1924
verschenen, is rustiger van toon, in
getogener en vloeiender van rhythme.
Karakteristieker titel dan „Vormen'
had hij voor deze bundel niet kunnen
kiezen, De vorm, zou men haast zeg
gen, is het wezenlijkste van zijn ge
dichten. Als men de vorm geweld aan
doet, doet men het werk zelf geweld
aan, zo betoogde hij als essayist. De
stem moet het woord worden en het
woord wordt zang.
De gewone alledaagse woorden geeft
Nijhoff een ongekende glas en onver
moede diepte in het verband waarin
hij de woorden gekozen heeft. Eigen
lijk bediende hij zich van de eenvou
dige spreektaal. Meesterlijk is zijn
taalgebruik vooral in het grote ge
dicht „Het uur U", een titel ontleend
aan het militaire leven, dat zijn mees
terwerk is genoemd.
De laatste jaren hield Nijhoff zich
bezig met de psalmberijming. Hjj was
een der dichters, die in opdracht van
(Uit: Vormen).
Zingend en zonder herinnering
Ging ik uit het eerste land
(vandaan,
Zingend en zonder herinnering
Ben ik het tweede land ingegaan,
O God, ik wist niet waarheen
[ik ging
Toen ik dit land ben ingegaan.
O God, ik wist niet waarheen
(ik ging
Maar laat mij uit dit land
(vandaan,
O laat mij zonder herinnering
En zingend het derde land
(ingaan.
de Synode van de Nederlandse Her
vormde Kerk werkten aan de nieuwe
psalmberijmingen. Dit belangrijke werk
is plotseling afgebroken. Maar kostelijk
z[fn de drie lekenspelen, die hjj ons
heeft nagelaten ln de bundel „Het Hei
lige Hout", die een Kerst-, een Paas-
en een Pinksterspel bevat.
Wij schreven over da sterka drang
in deze grote dichter naar het onbe
kende, het onbereikbare, naar het ver
re dat lokt, maar ook noemden wij zijn
liefde voor het eenvoudige, het klare
en het waarachtige.
Wonderlijk en ontroerend ls het
nu om te zien hoe deze Nijhoff zich
verder ontwikkelde en zijn dichter
schap een simpele maar de diepste
bekroning vindt in deze christelijke
lekenspelen.
Zijn hang naar het verre, het on
bereikbare vindt bevrediging in de
klaarheid en de waarachtigheid, die
hij zo innig liefhad, van de Godde
lijke Boodschap. Hij werd bevrijd
uit de benauwende beklemming van
het leven door een intens honge
ren naar de eeuwigheid, in een be
rusten van geschonken Genade
de J.
iilliilniiliillulliiüifiibil!
Plymouth. Aan boord waren 102 kolonisten die in
gespannen verwachting de reis maakten naar het
pas ontdekte Virginia. Iedereen keek verlangend uit
naar het nieuwe land. De een verliet zijn vaderland
om in alle vrijheid zijn geloof te kunnen belijden,
de ander omdat het wilde avontuur hem trok. En
dan waren de misdadigers nog aan boord die uit de
gevangenis waren ontslagen.
De overtocht verliep zonder ernstige moei
lijkheden. Na twee maanden varen kwam
eindelijk land in zicht. Een vage strook van het
beloofde land tekende zich aan de horizon af. Maar
voor dat de kolonisten aan land gingen, had in de
kajuit van de kapitein nog een bijeenkomst plaats.
Men sloot een plechtige overeenkomst, die door allen
werd getekend. Hiermee verklaarde elke kolonist,
dat hij zich aan de regering die men koos zou onder
werpen.
Minister Zijlstra:
Lustrum Rotterdamse S.S.R.
Donderdagmiddag begon de viering
van het zevende lustrum van de Societas
Studiosorum Reformatorum, aid. Rotter
dam. De minister van Economische Za
ken, prof. dr J. Zijlstra, sprak de lustrum
rede uit.
Prof. Zijlstra stelde de vraag of het
in de wereld van vandaag nog zin heeft
feest te vieren, waarbij er op wees, dat
de jeugd vaak cynisch en pessimistisch
is. Hij geloofde echter, dat men een feest
kan vieren, wanneer men zich in het le
ven een doel en een taak heeft gesteld
en dan kan een feest als een pauze gel
den. In het vervolg van zijn betoog wilde
de minister de studenten wijzen op de
taak, die hun wacht en hij zei enige pro
blemen te zullen aanroeren, waarmee hij
de laatste tijd geconfronteerd was. In de
eerste plaats bracht minister Zijlstra de
éénwording van Europa ter sprake, een
probleem dat reeds tot in de collegezalen
is doorgedrongen. Minister Zijlstra bracht
verder de maatschappelijke evolutie van
het liberalisme en het socialisme naar vo
ren. Het valt niet te ontkennen, dat het
liberalisme een merkwaardige wederge
boorte beleeft. Het hedendaags liberalis
me voert strijd in naam van de vrijheid.
Spr. wilde verder op de even markante
verandering in het socialisme wijzen. Hij
noemde de barmhartigheid in het so
cialisme een punt, dat ook de christen
aantrekt, evenals de vrijheid in het libe
ralisme. Maar de ware vrijheid en ware
barmhartigheid zijn slechts te verstaan
vanuit het christendom, zo Desloot de
minister.
Efficiënter opzet.
Eén districtsbureau per
Pluimveefokkerij heeft weinig
belangstelling voor de sex-school.
In „Music Sacrum" te Arnhem is de
jaarlijkse algemene ledenvergadering ge
houden van de Vereniging van Boerde
rijen en Pluimveefokbedrijven in Neder
land. De voorzitter, de heer A H. van
Steenbergen uit Bennekom zei, dat er
voor de sex-school niet voldoende lief
hebberij bestaat hetgeen mede verband
houdt met het hoge lesgeld van f2500,
Hij achtte het niet juist leerlingen van
buiten de vereniging aan te nemen. Er
zal een oplossing worden gevonden door
vier leerlingen uit de vereniging verder
op te leiden en een herhalingscursus te
geven voor degenen die het vorig jaar ge
zakt zijn.
provincie.
De minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid heeft besloten het Rijks
arbeidsbureau te reorganiseren. Daar het
nieuwe plan voornamelijk gericht is op
de Interne organisatie, zullen diegenen,
die van de diensten der arbeidsbureau's
gebruik maken, in het algemeen weinig
van de wijziging bemerken. Het doel van
deze reorganisatie is om het geheel
efficiënter te doen fungeren.
Met Ingang van 1 Maart a.s. zullen
districtsbureau's worden ingericht, wier
werkgebied samenvalt met de provincies.
Onder deze 11 districtsarbeidsbureau's
ressorteren 84 gewestelijke arbeidsbu
reau's en 75 nevenbureau's. Het hoofd
bureau te 's Gravenhage kan dan een
goed verlopend contact onderhouden met
de IX Provinciale kantoren, waar admini
stratie, financiën, statistiek en personeels
zaken per provincie centraal zullen wor
den behandeld. Elk districtsarbeidsbureau
beheert gemiddeld 8 gewestelijke arbeids
bureau's, terwijl elk gewestelijk arbeids
bureau ten hoogste 3 nevenbureau's on
der zich krijgt.
Tevens wordt op deze wijze tegemoet
gekomen aan het bezwaar, dat het beslis
singsbevoegde gewestelijke arbeidsbureau
een te groot gebied omvatte, waardoor
de betrokken directeur met name ln de
rayons der bykantoren te weinig contact
met het bedrijfsleven kon onderhonden.
Voorts ligt het voor de hand, aldus het
ministerie van Sociale Zaken, dat 1 ver
tegenwoordiger van het Rijksarbeidsbu
reau per provincie beter kan samenwer
ken met de talrijke provinciaal georiën
teerde commissies en instellingen. Ver
wacht wordt ook, dat het districtsarbeids
bureau de samenwerking binnen de be
trokken provincie alsmede met de andere
provincies niet onbelangrijk zal kunnen
verbeteren in het belang van de Interlo
cal arbeidsbemiddeling.
De Rijkswerkplaatsen voor vakontwik
keling tenslotte zullen niet meer onder
de gewestelijke arbeidsbureau's ressorte
ren, maar onder het districtsarbeidsbu
reau, waardoor een meer gespreide scho
lingsmogelijkheid in die provincie kan
worden bevorderd.
De districtsarbeidsbureau's, aan het
hoofd waarvan een hoofdinspecteur-di
recteur wordt gesteld, zullen worden ge
huisvest in de bestaande gebouwen van
de gewestelijke arbeidsbureau's in da
provinciale hoofdsteden.. Als hoofdin
specteur-directeur voor Zeeland is aan
gewezen de heer K. van Dijk.
De reorganisatie zal het contact en de
samenwerking van de gewestelijke ar
beidsbureau's zowel binnen als tussen de
provincies versterken, zodat de doelstel
lingen van de regering, wat de werkge-
legenheidspolitiek en de arbeidsmarktpo
litiek betreft, op nauwgezette wijze zul
len kunnen worden nagestreefd, aldus het
ministerie van Sociale Zaken.
De gewestelijke arbeidsbureau's zullen
gevestigd zijn in Zeeland te Goes, Mid
delburg, Vlissingen, Terneuzen en Zierik-
zee.
Ingezonden Mededeling (Adv.)
Van „luchtjes" gesproken...
natuurlijk is poes maar één
van de honderden oorzaken van
zo'n echt vervelend huisluchtje.
Ook etensgeuren en tabakslucht
verdwijnen radicaal door
Air-Wick met het wonderbaarlijk»
natuurproduct chlorophyl.
«et een
NEUS
Anton viel haar in de rede: „Kunt u
mij ook zeggen welke kant ik op moet
gaan? Ik wil helpen zoeken. Waar
hebben ze gezocht? Waar kan hij
zijn
,Ze hebben alles al- afgezocht, denk
ik", zei de vrouw. „Maar je kunt de
mannen wel achterna gaan langs dat
pad". Ze wees naar een pad, dat tus
sen de bomen verdween. „Daar is hij 't
laatst gezienOp dat pad, een heel
eind verderop".
Anton had zijn hand al aan de knop
van de deur en bleef alleen even staan
om een kop koffie uit te drinken, om- j
dat Van Eijk daar zo op aandrong. Hij
dronk de kop in één teug leeg en rende
naar buiten.
Een vijf, zeshonderd meter verder
kwam Anton drie mannen tegen, die
moeizaam vooruit kwamen, in hun
gaan belemmerd door het gewicht van
een geïmproviseerde draagbaar. Met
één oogopslag herkende hij in de be
wusteloze gestalte op de baar Douwe
Faber.
„Is hijdood?" vroeg hij zacht
aan een der mannen.
Deze bleven even staan om hun last
wat gemakkelijker te kunnen sjouwen.
Een der mannen die vooraan liep,
antwoordde:
„Nee, nog niet."
Zonder verder een woord te zeggen
gingen ze voort. Anton sloot zich bij
de achterste man aan om hem te hel
pen dragen.
Al worstelend langs het smalle, glib
berige pad en terwijl de natte strui
ken telkens tegen zijn benen en zijn
gezicht sloegen, probeerde Anton zijn
gedachten te ordenen. Het was alsof
hij droomde. Hier liep hij en droeg een
baar waarop Douwe Faber lag, mis
schien stervend. En Anna was vlakbij,
hier, in Vriesland. Ze had hier al van
September af gewoond, terwijl hij over
al had gezocht. Ze was natuurlijk hele
maal niet naar Allegan gegaan I Maar
nu zou hij haar toch ontmoetenhij
had haar gevonden en nog wel door
zo'n zonderlinge samenloop van om
standigheden.
Toen de kleine optocht de stad be
reikte, ging het nieuws als een lopend
door Marian Schoolland
vuurtje rond. Iemand draafde naar 't
kerkje om de klok te luiden: het teken,
dat het zoeken afgelopen was. De dra
gers van de baar vorderden nu snel
ler, totdat ze een kleine hut binnen
gingen aan de rand van het stadje. De
deur vloog open. Een meisje kwam
naar buiten vliegen.
Het was Anna. Anton verroerde zich
niet en keek toe, hoe ze zich bezorgd
over het stille lichaam boog. „Is hij....
dood?" fluisterde ze en legde haar
hand op het witte voorhoofd.
Dezelfde man, die Anton geantwoord
had, antwoordde nu Anna: „Nee, hij
ademt nog".
Tante Lucy was er ook. Maar geen
van beiden zag Anton of schonk enige
aandacht aan de dragers.
Arme stakker! Ze hadden hem ge
vonden tegen een boom. Daar had hij
gelegen, maar een paar meter van het
pad af, dat hij op de een of andere
manier kwijt was geraakt. Op zijn kle
ren zat een dikke laag ijs; hij had üs
in het haar en in zijn baard en zijn
gezicht was lijkbleek.
Anton bleef op een afstand staan,
terwijl de twee oudste mannen hielpen
om Faber naar bed te brengen. Hij
zocht een hoekje op, van waaruit hij
opgemerkt toekeek hoe Anna zich
over haar vader boog. Maar hij voel
de zich als een indringer. Als Anna
nu opkeek en hem zou ontdekken, zou
ze hem verwelkomen? Of zou dat al
leen maar deze dag nog moeilijker voor
haar maken? Tante Lucy werd ook
helemaal in beslag genomen door haar
zorg voor de oude man. Ze merkte hem
niet. Het was zo maar beter. Hij zou
nu maar weggaan en zijn tijd afwach
ten. Hij had haar in ieder geval ge
vonden.
Anton liep vlug op zijn tenen naar
de deur. Maar hij liep nog niet vlug
en zacht genoeg. Tante Lucy hoorde
hem en keek om. Ze was bij de deur
en pakte hem bij de arm, juist toen
hij de deur achter zich zou dichttrek
ken.
Anton keerde zich om. Maar tante
Lucy duwde hem naar buiten en ging
met hem mee.
Anton!" zei ze en er stond een vraag
in haar ogen.
Anton keek haar recht aan. „Ik heb
overal om haar gezocht stotterde hij.
„Overal".
.Bedoel je?" Tante Lucy maakte de
zin af met een blik van haar ogen.
,Ja. Begrijp me niet verkeerd. Ik
heb altijd van Anna gehouden. Ik
Hij wist niet wat hij zeggen zou.
Tante Lucy keek hem alleen maar
aan. Toen gaf ze hem een duwtje, zo
dat ilij in het volle licht kwam te staan
en keek hem weer aan.
(Wordt vervolgd.)
ZONDAG 1 FEBRUARI 1953.
HILVERSUM I (402 m.). VARA: 8.00
Nieuws en weerber. 8.18 Gram. 8.58
Sportmededelingen. 9.00 „Wat er groeit
en bloeit", causerie. 9.10 Kamerorkest,
klein koor en solisten. 9.50 „Geestelijk
leven", causerie. 10.05 Gram. 10.30 „Met
en zonder omslag". 11.00 Gram. 11.30 Ca
baret. AVRO: 12.00 Hammondorkest;
12.35 „Even afrekenen. Heren!" 12.45 Or
gelspel. 13.00 Nieuws en weeroverzicht.
13.05 Mededelingen of gram. 13.10 Ama
teursprogramma. 14.00 Boekbespr. 14.20
Pianokwartet. 15.05 Filmpraatje. 15.20
Disco-causerie. 16.10 Amusementsmuziek.
16.30 Sportreveu. VARA: 17.00 Gevarieer
de muziek. 17.30 Voor de jeugd. 17.50
Sportjournaal. 18.15 Nieuws en sportuit
slagen. VPRO: 18.30 Korte Ned. Herv.
Kerkdienst. IKOR: 19.00 Voor de jeugd.
19.35 „Gesprekken om de Bijbel"; AVRO:
20.00 Nieuws; 20.05 Amusementsmuziek;
20.35 „Paul Vlaanderen en het Jonathan
Mysterie", hoorspel; 21.15 Dansmuziek;
21.40 Med.; 21.45 Cabaret; 22.20 Gram.;
22.30 Strijkorkest; 23.00 Nieuws; 23.15
Reportages of gram.; 23.2524.00 Gram.
HILVERSUM H (298 m.) KRO: 8.00
Nieuws en weerber.; 8.15 Gram.; 8.25
Hoogmis; NCRV: 9.30 Nieuws en waterst.;
9.45 Gewijde muziek; 10.00 Geref. Kerkd.;
11.30 Gram.; 11.45 Alt, viool en orgel;
KRO: 12.15 Apologie; 12.35 Gram.; 12.40
Lichte muziek; 12.50 „100 jaar Kromstaf";
13.00 Nieuws en Kath. nieuws; 13.10
Lunchconcert; 13.40 Boekbespr.; 13.55
Gram.; 14.00 Voor de kinderen; 14.30
Concertgebouworkest en solist; 15.20
Pianorecital); 16.40 Geestelijke liederen;
IKOR: 17.00 Oecumenische jeugdïenst;
18.00 Herv. zangdienst; 18.45 „De Kerk
luistert naar Uw vragen", causerie; NC
RV: 19.00 Vocaal ensemble, Bach-orkest
en solisten; 19.30 „Gelooft U dat?", cau
serie; KRO: 19.45 Nieuws; 20.00 „Een bom
barst"; 20.30 „100 jaar Kromstaf"; 21.00
„Alles of niks"; 21.15 Gev. muziek; 21.55
„Waar de mens van leeft", hoorspel; 22.35
Actualiteiten; 22.45 Avondgebed en liturg,
kalender; „3.00 Nieuws, 23.1524.00
Gram.
2 ruauOAKI 1953.
HILVERSUM I (402 m.J VARA: 7.00
Nieuws; 7.13 Gram.; 8.00 Nieuws en weer
ber.; 8.18 Gram.; 9.00 „Onder de pannen",
hoorspel; 9.20 Gram.; (9.35—9.40 Waterst.)
VPRO; 10.00 „Voor de oude dag", cause
rie; 10.05 Morgenwijding; VARA: 10.20
Voordracht; 10.35 Voor de zieken; 11.40
Viool en piano; 12.00 Gram.; 12.15 Dans
muziek; 12.30 Land- en tuinbouwmed.;
12.33 "Voor het platteland; 12.38 Dansmu
ziek; 13.00 Nieuws en commentaar; 13.20
Gram.; 13.55 Voor de middenstand; 14.00
Voor de vrouw; 14.15 Sopraan en piano;
14.45 Gram.; 15.00 Gev.progr.; 16.00 Gram.
16.45 Vragenbeantwoording; 17.15 Gram.;
17.50 Militair commentaar; 18.00 Nieuws;
18.15 Pianospel; 18.30 Parlementair over
zicht; 18.45 Voor de jeugd; 19.45 Rege-
ringsuitz.: J. K. Stiksma: Bandbouwrubr.:
„Aardappelmoeheid raakt iedere aard
appelteler"; 20.00 Nieuws; 20.05 „In Hol
land staat een huis", hoorspel met mu
ziek; 20.35 Aetherforum; 21.10 Lichte mu
ziek; 21.20 „Europa in de mist", causerie;
21.45 „Voor en acuter het voetlicht"; 22.05
Radio Fhilh. ork. en solist; 23.00 Nieuws;
23.15 Gram.; 23.45—24.00 Gram.
HILVERSUM II (298 m.) NCRV: 7.00
Nieuws; 7.10 Gram.; 7.15 Ochtendgymn.;
7.30 Gram.; 7.45 Een woord voor de dag;
8.00 Nieuws en weerber.; 8.10 Sportuitsi.;
8.23 Gewijde muziek; 8.45 Gram.; 9.00
Voor de zieken; 9.30 Voor de huisvrouw;
9.35 Gram.; 10.00 Klarinet en piano; 10 30
Morgend.; 11.00 Gram.; 11.15 Gev. progr.;
12.25 Voor boer en tuinder; 12.30 Land
en tuinbouwmed.; 12.33 Orgelconcert;
12.59 Klokgelui; 13.00 Nieuws; 13.15 Ban
jo orkest; 13.45 Gram.; 14.00 Schoolradio;
14.30 Gram.; 14.45 Voor de vrouw; 15.15
Gram.; 15.30 Fluit, viool, viola da gamba
en clavecimbel; 16.00 Bijbellezing; 16.30
Kamerkoor, violen, cello en orgel; 17.00
Voor de kleuters; 17.15 Voor de jeugd;
17.45 Regerlngsuitz.: Dr H. K. J. Cowan:
„Talenweelde en taalproblemen in Nieuw
Guinea"; 18.00 Vrouwenkoor; 18.20 Sport-
praatje; 18.30 Zigeunerkwintet; 18.45
Engelse les; 19.00 Nieuws en weerber.;
19.10 Pianorecital; 19.30 „Volk en Staat",
causerie; 19.45 Gram.; 20.00 Radiokrant;
20.20 Lichte muziek; 20.50 „Het Conflict",
hoorspel; 21.35 Geestelijke liederen; 22.10
„Rijkdom onder de grond: Aardolie", cau
serie; 22.20 Gram.; 22.30 Harprecital; 22.45
Avondoverd.; 23.00 Nieuws en S.O.S.-be-
richten; 23,15 „Man en vrouw", causerie;
23.30—24.00 Gram,