DE MENS EN ZIJN STR1|D OP AARDE. MARTINUS NIJHOFF, Ea3Ba3B333BEHa33 F Zoekend naar een christelijke samenleving, in. hunkerend naar het onbereikbare, berustend in geschonken Genade. Het derde land Merkwaardige weder geboorte van het liberalisme* Reorganisatie van het Rijks arbeidsbureau» FEUILLETON £eti tand, dat U utifyeti yal Radio. foetigt onö Zaterdag 31 Januari 1953 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 5 ,1 s IN DE WISKUNDE GELDEN AXI OMA'S, gegevens, die als vast staand worden aangenomen en waar aan men niet kan tornen zonder deze tak van wetenschap geweld aan te doen. Dat de kortste weg tussen twee gegeven punten de rechte lijn is, is zo'n axioma. Het staat als een paal boven water, zeggen we dan. Zoekend naar een christelijke sa menleving komt men ook zo'n axioma tegen: dat Uw naaste ook een mens is! U vindt misschien dat dat te gek is om zelfs maar over te praten, want het staat immers als een paal boven water! Laat ik daar dit op antwoor den: „Als het waar was dat iedereen in zijn naaste ook inderdaad een mens zag een mens: dat is dus de beeldorager Gods! dan zouden wij het ideaal van een christelijke samen leving heel dicht benaderen!" Hoe zien wij onze naasten maar al te vaak? De baas ziet in zijn knecht een wezen, waarmee hij geld kan verdienen; of als die knecht niet hard genoeg werkt, ziet hij hem als een luiwammes, die zijn baas besteelt. Omgekeerd ziet de knecht in zijn baas een -uitzuiger, die er op uit is hem zo hard mogelijk te laten werken voor een loon, waarmee hij net kan rondkomen; of, in een gunstig geval, ziet hij in zijn baas weinig meer dan een noodzakelijk kwaad: „Je moet nu eenmaal werken om aan de kost te komen en of je daarbij door Jantje of door Pietje gecommandeerd wordt, dat maakt ook al niet veel uit!" Zo ziet de zakenman in zijn collega meer de concurrent dan zijn medemens; ziet bij inwoning de hoofdbewoner in zijn medebewoners alleen maar in dringers; zien collega's op kantoor in elkaar alleen maar de man, die „een wit voetje bij de chef probeert te ha len"; laten we kort zijn: zo ziet de ene mens altijd met afgunst en wan trouwen naar zijn medemens. Zo ver knoeien we eikaars leven en dat van onszelf. En dan troosten we ons met de uitspraak dat ieder mens nu een maal een strijd op aarde heeft! HET ZWEET UWS AAN- tfX SCHIJNS zult gij brood eten, totdat gy tot de aarde wederkeert, dewijl ge daaruit genomen zijt; want gij zijt stof en gij zult tot stof weder keren" ziedaar het toekomstbeeld dat God de mens tekent, nadat hij in zonde gevallen is. Terugkeer tot het stof, dat is eis van Gods gerechtigheid, want „ten dage dat gij daarvan eet zult gij sterven" is de waarschuwing die Adam kreeg. Maar Gods gerech tigheid is ook hier vermengd met zijn eindeloze liefde: het „Ik zal vijand schap zettende belofte van het komende heil, is immers aan dat af schrikwekkende toekomstbeeld voor afgegaan! Het toekomstbeeld, dat God hier tekent is een perspectief van strijd, Maar let daar goed op geen strijd van mens tegen medemens, maar van mens tegen stof. God heeft de aarde vervloekt om Adams wille en daarom zal hij daarvan met smart eten en zal die aarde hem doornen en distelen voortbrengen. Die mens zal het niet gemakkelijk hebben op de aarde in zijn strijd om het bestaan. Maar in zijn hart mag hij de weten schap meedragen, dat God ondanks dat toch liefde is en mag hij Gods liefde beantwoorden met wederliefde tot God en tot de naaste. In die strijd op aarde mag, neen: moet de mensheid schouder aan schouder staan in eensgezindheid. Als kinderen van één Vader. Natuurlijk ben ik mij er van be wust, dat er theologiscji bezien op het bovenstaande van alles is aan te mer ken. Opzettelijk ben ik hier voorbij gegaan aan de invloed van de zonde op de mens zelf. Want mèt de aarde is ook de mens vervloekt en daarom Is hij geneigd God en zijn naaste te hrten. Nijd en afgunst jegens de me demens vervullen zijn hart, zijn ge dachten, zijn mond. En zo is voor de mens, wiens hart niet vernieuwd is !n Christus, zijn strijd op aarde ook en misschien vooral een strijd tegen de medemens. En daarvan zijn ook de christenen niet vrij, omdat ook de christen dagelijks opnieuw in zonde valt. Daarom zal er van een werke lijk christelijke samenleving op deze aarde ook nooit sprake kunnen zijn! 13 HET, gezien de bovenstaande theorieën, wel juist, lat ook chris tenen spreken over een sociale strijd, die zij hebben te voeren? Want het begrip „sociale strijd" bevat toch an dere elementen, dan de strijd tegen het stof, tegen de vervloekte aarde alleen. Socius, dat is medemens, zit verborgen in dat woord sociaal sociale strijd is dus ook een strijd te gen de medemens of tegen groepen van medemensen. Het is de strijd voor betere arbeidsvoorwaarden, voor een zorgenvrije oude dag, de strijd voor het welzijn van weduwen en wezen, van zieken en invaliden. Kort gezegd is het de strijd om een menswaardig bestaan voor iedereen. En zoals uit deze voorbeelden blijkt is het dikwijls moeilijk te onderkennen of het een strijd is tegen de medemens of tegen de stof. Want zelfs de strijd voor be tere arbeidsvoorwaarden behoeft nog niet altijd te worden gestreden tegen mensen, die de voorwaarden niet wil len inwilligen het kan ook zijn dat de toestand niet toelaat dat die voor waarden worden ingewilligd. Dat er eenvoudig geen geld is voor loons verhoging, voor pensioen, voor zieken geld en wat dies meer zij. Natuurlijk is het juist dat ook de christen daarvoor strijdt. De strijd tegen het stof is Goddelijk gebod: „in het zweet Uws aanschijnsstaat er en wie met niets doen aan de kost wil komen of wie vindt dat een an- der, de staat b.v., maar voor zijn wel zijn moet zorgen, handelt in strijd met dit gebod. En evenzo ls het juist, dat de christen strijdt voor erkenning van het mens-zijn van iedereen. De werkgever die in zijn arbeiders slechts machines ziet of verlengstukken van machines en die hen dienovereenkom stig behandelt, die vindt in de chris ten een bestrijder. Zo gesteld ziet men plotseling duidelijk welk een wezen lijk verschil er ligt tussen het chris telijk ideaal en dat van de socialist of de liberaal. Als de christen strijdt voor de mens of voor een groep van mensen, dan doet hij dat omdat hij die mens erkend wil zien als een beelddrager Gods. Omdat alle mensen eikaars mede-mensen behoren te zijn. Daarom kan een christelijk sociale strijd nooit een klassenstrijd zijn: aan klassenstrijd ligt haat ten grondslag. En daarom kan een christelijk sociale strijd nooit een „kapitalistische" strijd zijn: daaraan ligt slechts de materiële waarde en niet het mens-zijn ten grondslag. GIJ CHRISTEN, strijdend op deze aarde, wat zegt dit alles U voor de practijk van het leven? Hoe kunt ge In Uw leven medewerken aan de vorming van een christelijke samen leving? Door altijd dit te bedenken dat Uw naaste ook een mens is! En dat dat voor U consequenties heeft! De toespitsing van de sociale strijd tot het conflict werkgever-werkne mer, ls in wezen door en door on christelijk. Zij zijn mede-mensen en daarom ook mede-werkers. De baas is niets meer dan de knecht. HU geeft leiding niet omdat hij een wezen van hoger orde is, maar omdat hij meer geleerd heeft en misschien meer ta lenten van God heeft ontvangen. Maar altijd dient hij in zijn knechts mensen te zien, mensen zoals hij zelf. Zij dienen zijn medewerkers te zijn! Enop hetzelfde standpunt dient de knecht te staan. Medewerker is hij met op dat „mede" evenveel nadruk als op dat „werker". Als beide par tijen het zo bekijken en dat is de christelijke visie dan kan er geen sprake zijn van een sociaal conflict. Dan kunnen er meningsverschillen zijn, natuurlijk, maar dan zijn die me ningsverschillen altijd op een recht vaardige wijze op te lossen. Als wij zo eens allen deze materiële strijd op aarde zouden verstaan: sa men met elkander in het zweet onzes aanschijns. Niet in een strijd met haat vermengd, niet in afgunst of jaloezie en evenmin in koude berekening. Dan zouden we, zoekend naar een chris telijke samenleving, weer een stap gevorderd zijn. Tr. Een groot dichter ging heen. Dinsdagmorgen overleed op 58-jarige leeftijd geheel onverwacht Martinus Nijhoff, een der grootste dichters van deze tijd; een woord kunstenaar, die een geheel eigen plaats heeft Ingenomen in de Neder landse letterkunde. Velen zullen geschokt zijn, toen zij het korte en sobere overlijdensbericht (volgen zijn eigen wens) lazen, en niet zon der weemoed zullen zij gedacht hebben aan deze literator, wiens ge dichten en wiens lekenspelen zovelen hebben ontroerd. Zeldzaam was zqn gestalte. Immers, het was de bundel „De Wandelaar'', van Martinns Nijlioff, die ln 1926 een be gin betekende van een nieuwe ontwik keling van de Nederlandse poëzie. Njj- hoff was het, die zich los maakte van de grote Invloed van de tachtigers. De muzikale, lyrische bewogenheid van de tachtigers, de sterke uitingsdrang, die soms tot een zekere rhetoriek leidde, kwam niet altijd ten goede aan de zui verheid van de uitgedrukte gedachten. Hier tegenover koos Nijhoff stelling en hij schreef verzen met een toen ongeken de precisie van uitdrukking. Hij zocht het in klaarheid en vorm, in eenvou dlgheid van taal en ln woordkeus. Het is waar, Nijhoff heeft zich ook van een andere kant laten zien. On tegenzeggelijk bespeurt men in zijn eerste werken een neiging tot het bi zarre, tot het exotische. Hij leefde eigenlijk op de grens van twee tijden van een tijd waarin men nog eerbied had voor de traditie en de historie en in de tijd van verwarring en norm loosheid. Is het dan een wonder, dat men bij Nijhoff een zekere innerlijke ge spletenheid meent te bespeuren, ver oorzaakt door een drang naar het ongekende, naar het onbereikbar om te treden buiten de grenzen, waarbinnen men gesteld isen een liefde voor het eenvoudige, het klare en het waarachtige. Maar zijn bundel „Vormen", in 1924 verschenen, is rustiger van toon, in getogener en vloeiender van rhythme. Karakteristieker titel dan „Vormen' had hij voor deze bundel niet kunnen kiezen, De vorm, zou men haast zeg gen, is het wezenlijkste van zijn ge dichten. Als men de vorm geweld aan doet, doet men het werk zelf geweld aan, zo betoogde hij als essayist. De stem moet het woord worden en het woord wordt zang. De gewone alledaagse woorden geeft Nijhoff een ongekende glas en onver moede diepte in het verband waarin hij de woorden gekozen heeft. Eigen lijk bediende hij zich van de eenvou dige spreektaal. Meesterlijk is zijn taalgebruik vooral in het grote ge dicht „Het uur U", een titel ontleend aan het militaire leven, dat zijn mees terwerk is genoemd. De laatste jaren hield Nijhoff zich bezig met de psalmberijming. Hjj was een der dichters, die in opdracht van (Uit: Vormen). Zingend en zonder herinnering Ging ik uit het eerste land (vandaan, Zingend en zonder herinnering Ben ik het tweede land ingegaan, O God, ik wist niet waarheen [ik ging Toen ik dit land ben ingegaan. O God, ik wist niet waarheen (ik ging Maar laat mij uit dit land (vandaan, O laat mij zonder herinnering En zingend het derde land (ingaan. de Synode van de Nederlandse Her vormde Kerk werkten aan de nieuwe psalmberijmingen. Dit belangrijke werk is plotseling afgebroken. Maar kostelijk z[fn de drie lekenspelen, die hjj ons heeft nagelaten ln de bundel „Het Hei lige Hout", die een Kerst-, een Paas- en een Pinksterspel bevat. Wij schreven over da sterka drang in deze grote dichter naar het onbe kende, het onbereikbare, naar het ver re dat lokt, maar ook noemden wij zijn liefde voor het eenvoudige, het klare en het waarachtige. Wonderlijk en ontroerend ls het nu om te zien hoe deze Nijhoff zich verder ontwikkelde en zijn dichter schap een simpele maar de diepste bekroning vindt in deze christelijke lekenspelen. Zijn hang naar het verre, het on bereikbare vindt bevrediging in de klaarheid en de waarachtigheid, die hij zo innig liefhad, van de Godde lijke Boodschap. Hij werd bevrijd uit de benauwende beklemming van het leven door een intens honge ren naar de eeuwigheid, in een be rusten van geschonken Genade de J. iilliilniiliillulliiüifiibil! Plymouth. Aan boord waren 102 kolonisten die in gespannen verwachting de reis maakten naar het pas ontdekte Virginia. Iedereen keek verlangend uit naar het nieuwe land. De een verliet zijn vaderland om in alle vrijheid zijn geloof te kunnen belijden, de ander omdat het wilde avontuur hem trok. En dan waren de misdadigers nog aan boord die uit de gevangenis waren ontslagen. De overtocht verliep zonder ernstige moei lijkheden. Na twee maanden varen kwam eindelijk land in zicht. Een vage strook van het beloofde land tekende zich aan de horizon af. Maar voor dat de kolonisten aan land gingen, had in de kajuit van de kapitein nog een bijeenkomst plaats. Men sloot een plechtige overeenkomst, die door allen werd getekend. Hiermee verklaarde elke kolonist, dat hij zich aan de regering die men koos zou onder werpen. Minister Zijlstra: Lustrum Rotterdamse S.S.R. Donderdagmiddag begon de viering van het zevende lustrum van de Societas Studiosorum Reformatorum, aid. Rotter dam. De minister van Economische Za ken, prof. dr J. Zijlstra, sprak de lustrum rede uit. Prof. Zijlstra stelde de vraag of het in de wereld van vandaag nog zin heeft feest te vieren, waarbij er op wees, dat de jeugd vaak cynisch en pessimistisch is. Hij geloofde echter, dat men een feest kan vieren, wanneer men zich in het le ven een doel en een taak heeft gesteld en dan kan een feest als een pauze gel den. In het vervolg van zijn betoog wilde de minister de studenten wijzen op de taak, die hun wacht en hij zei enige pro blemen te zullen aanroeren, waarmee hij de laatste tijd geconfronteerd was. In de eerste plaats bracht minister Zijlstra de éénwording van Europa ter sprake, een probleem dat reeds tot in de collegezalen is doorgedrongen. Minister Zijlstra bracht verder de maatschappelijke evolutie van het liberalisme en het socialisme naar vo ren. Het valt niet te ontkennen, dat het liberalisme een merkwaardige wederge boorte beleeft. Het hedendaags liberalis me voert strijd in naam van de vrijheid. Spr. wilde verder op de even markante verandering in het socialisme wijzen. Hij noemde de barmhartigheid in het so cialisme een punt, dat ook de christen aantrekt, evenals de vrijheid in het libe ralisme. Maar de ware vrijheid en ware barmhartigheid zijn slechts te verstaan vanuit het christendom, zo Desloot de minister. Efficiënter opzet. Eén districtsbureau per Pluimveefokkerij heeft weinig belangstelling voor de sex-school. In „Music Sacrum" te Arnhem is de jaarlijkse algemene ledenvergadering ge houden van de Vereniging van Boerde rijen en Pluimveefokbedrijven in Neder land. De voorzitter, de heer A H. van Steenbergen uit Bennekom zei, dat er voor de sex-school niet voldoende lief hebberij bestaat hetgeen mede verband houdt met het hoge lesgeld van f2500, Hij achtte het niet juist leerlingen van buiten de vereniging aan te nemen. Er zal een oplossing worden gevonden door vier leerlingen uit de vereniging verder op te leiden en een herhalingscursus te geven voor degenen die het vorig jaar ge zakt zijn. provincie. De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid heeft besloten het Rijks arbeidsbureau te reorganiseren. Daar het nieuwe plan voornamelijk gericht is op de Interne organisatie, zullen diegenen, die van de diensten der arbeidsbureau's gebruik maken, in het algemeen weinig van de wijziging bemerken. Het doel van deze reorganisatie is om het geheel efficiënter te doen fungeren. Met Ingang van 1 Maart a.s. zullen districtsbureau's worden ingericht, wier werkgebied samenvalt met de provincies. Onder deze 11 districtsarbeidsbureau's ressorteren 84 gewestelijke arbeidsbu reau's en 75 nevenbureau's. Het hoofd bureau te 's Gravenhage kan dan een goed verlopend contact onderhouden met de IX Provinciale kantoren, waar admini stratie, financiën, statistiek en personeels zaken per provincie centraal zullen wor den behandeld. Elk districtsarbeidsbureau beheert gemiddeld 8 gewestelijke arbeids bureau's, terwijl elk gewestelijk arbeids bureau ten hoogste 3 nevenbureau's on der zich krijgt. Tevens wordt op deze wijze tegemoet gekomen aan het bezwaar, dat het beslis singsbevoegde gewestelijke arbeidsbureau een te groot gebied omvatte, waardoor de betrokken directeur met name ln de rayons der bykantoren te weinig contact met het bedrijfsleven kon onderhonden. Voorts ligt het voor de hand, aldus het ministerie van Sociale Zaken, dat 1 ver tegenwoordiger van het Rijksarbeidsbu reau per provincie beter kan samenwer ken met de talrijke provinciaal georiën teerde commissies en instellingen. Ver wacht wordt ook, dat het districtsarbeids bureau de samenwerking binnen de be trokken provincie alsmede met de andere provincies niet onbelangrijk zal kunnen verbeteren in het belang van de Interlo cal arbeidsbemiddeling. De Rijkswerkplaatsen voor vakontwik keling tenslotte zullen niet meer onder de gewestelijke arbeidsbureau's ressorte ren, maar onder het districtsarbeidsbu reau, waardoor een meer gespreide scho lingsmogelijkheid in die provincie kan worden bevorderd. De districtsarbeidsbureau's, aan het hoofd waarvan een hoofdinspecteur-di recteur wordt gesteld, zullen worden ge huisvest in de bestaande gebouwen van de gewestelijke arbeidsbureau's in da provinciale hoofdsteden.. Als hoofdin specteur-directeur voor Zeeland is aan gewezen de heer K. van Dijk. De reorganisatie zal het contact en de samenwerking van de gewestelijke ar beidsbureau's zowel binnen als tussen de provincies versterken, zodat de doelstel lingen van de regering, wat de werkge- legenheidspolitiek en de arbeidsmarktpo litiek betreft, op nauwgezette wijze zul len kunnen worden nagestreefd, aldus het ministerie van Sociale Zaken. De gewestelijke arbeidsbureau's zullen gevestigd zijn in Zeeland te Goes, Mid delburg, Vlissingen, Terneuzen en Zierik- zee. Ingezonden Mededeling (Adv.) Van „luchtjes" gesproken... natuurlijk is poes maar één van de honderden oorzaken van zo'n echt vervelend huisluchtje. Ook etensgeuren en tabakslucht verdwijnen radicaal door Air-Wick met het wonderbaarlijk» natuurproduct chlorophyl. «et een NEUS Anton viel haar in de rede: „Kunt u mij ook zeggen welke kant ik op moet gaan? Ik wil helpen zoeken. Waar hebben ze gezocht? Waar kan hij zijn ,Ze hebben alles al- afgezocht, denk ik", zei de vrouw. „Maar je kunt de mannen wel achterna gaan langs dat pad". Ze wees naar een pad, dat tus sen de bomen verdween. „Daar is hij 't laatst gezienOp dat pad, een heel eind verderop". Anton had zijn hand al aan de knop van de deur en bleef alleen even staan om een kop koffie uit te drinken, om- j dat Van Eijk daar zo op aandrong. Hij dronk de kop in één teug leeg en rende naar buiten. Een vijf, zeshonderd meter verder kwam Anton drie mannen tegen, die moeizaam vooruit kwamen, in hun gaan belemmerd door het gewicht van een geïmproviseerde draagbaar. Met één oogopslag herkende hij in de be wusteloze gestalte op de baar Douwe Faber. „Is hijdood?" vroeg hij zacht aan een der mannen. Deze bleven even staan om hun last wat gemakkelijker te kunnen sjouwen. Een der mannen die vooraan liep, antwoordde: „Nee, nog niet." Zonder verder een woord te zeggen gingen ze voort. Anton sloot zich bij de achterste man aan om hem te hel pen dragen. Al worstelend langs het smalle, glib berige pad en terwijl de natte strui ken telkens tegen zijn benen en zijn gezicht sloegen, probeerde Anton zijn gedachten te ordenen. Het was alsof hij droomde. Hier liep hij en droeg een baar waarop Douwe Faber lag, mis schien stervend. En Anna was vlakbij, hier, in Vriesland. Ze had hier al van September af gewoond, terwijl hij over al had gezocht. Ze was natuurlijk hele maal niet naar Allegan gegaan I Maar nu zou hij haar toch ontmoetenhij had haar gevonden en nog wel door zo'n zonderlinge samenloop van om standigheden. Toen de kleine optocht de stad be reikte, ging het nieuws als een lopend door Marian Schoolland vuurtje rond. Iemand draafde naar 't kerkje om de klok te luiden: het teken, dat het zoeken afgelopen was. De dra gers van de baar vorderden nu snel ler, totdat ze een kleine hut binnen gingen aan de rand van het stadje. De deur vloog open. Een meisje kwam naar buiten vliegen. Het was Anna. Anton verroerde zich niet en keek toe, hoe ze zich bezorgd over het stille lichaam boog. „Is hij.... dood?" fluisterde ze en legde haar hand op het witte voorhoofd. Dezelfde man, die Anton geantwoord had, antwoordde nu Anna: „Nee, hij ademt nog". Tante Lucy was er ook. Maar geen van beiden zag Anton of schonk enige aandacht aan de dragers. Arme stakker! Ze hadden hem ge vonden tegen een boom. Daar had hij gelegen, maar een paar meter van het pad af, dat hij op de een of andere manier kwijt was geraakt. Op zijn kle ren zat een dikke laag ijs; hij had üs in het haar en in zijn baard en zijn gezicht was lijkbleek. Anton bleef op een afstand staan, terwijl de twee oudste mannen hielpen om Faber naar bed te brengen. Hij zocht een hoekje op, van waaruit hij opgemerkt toekeek hoe Anna zich over haar vader boog. Maar hij voel de zich als een indringer. Als Anna nu opkeek en hem zou ontdekken, zou ze hem verwelkomen? Of zou dat al leen maar deze dag nog moeilijker voor haar maken? Tante Lucy werd ook helemaal in beslag genomen door haar zorg voor de oude man. Ze merkte hem niet. Het was zo maar beter. Hij zou nu maar weggaan en zijn tijd afwach ten. Hij had haar in ieder geval ge vonden. Anton liep vlug op zijn tenen naar de deur. Maar hij liep nog niet vlug en zacht genoeg. Tante Lucy hoorde hem en keek om. Ze was bij de deur en pakte hem bij de arm, juist toen hij de deur achter zich zou dichttrek ken. Anton keerde zich om. Maar tante Lucy duwde hem naar buiten en ging met hem mee. Anton!" zei ze en er stond een vraag in haar ogen. Anton keek haar recht aan. „Ik heb overal om haar gezocht stotterde hij. „Overal". .Bedoel je?" Tante Lucy maakte de zin af met een blik van haar ogen. ,Ja. Begrijp me niet verkeerd. Ik heb altijd van Anna gehouden. Ik Hij wist niet wat hij zeggen zou. Tante Lucy keek hem alleen maar aan. Toen gaf ze hem een duwtje, zo dat ilij in het volle licht kwam te staan en keek hem weer aan. (Wordt vervolgd.) ZONDAG 1 FEBRUARI 1953. HILVERSUM I (402 m.). VARA: 8.00 Nieuws en weerber. 8.18 Gram. 8.58 Sportmededelingen. 9.00 „Wat er groeit en bloeit", causerie. 9.10 Kamerorkest, klein koor en solisten. 9.50 „Geestelijk leven", causerie. 10.05 Gram. 10.30 „Met en zonder omslag". 11.00 Gram. 11.30 Ca baret. AVRO: 12.00 Hammondorkest; 12.35 „Even afrekenen. Heren!" 12.45 Or gelspel. 13.00 Nieuws en weeroverzicht. 13.05 Mededelingen of gram. 13.10 Ama teursprogramma. 14.00 Boekbespr. 14.20 Pianokwartet. 15.05 Filmpraatje. 15.20 Disco-causerie. 16.10 Amusementsmuziek. 16.30 Sportreveu. VARA: 17.00 Gevarieer de muziek. 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Sportjournaal. 18.15 Nieuws en sportuit slagen. VPRO: 18.30 Korte Ned. Herv. Kerkdienst. IKOR: 19.00 Voor de jeugd. 19.35 „Gesprekken om de Bijbel"; AVRO: 20.00 Nieuws; 20.05 Amusementsmuziek; 20.35 „Paul Vlaanderen en het Jonathan Mysterie", hoorspel; 21.15 Dansmuziek; 21.40 Med.; 21.45 Cabaret; 22.20 Gram.; 22.30 Strijkorkest; 23.00 Nieuws; 23.15 Reportages of gram.; 23.2524.00 Gram. HILVERSUM H (298 m.) KRO: 8.00 Nieuws en weerber.; 8.15 Gram.; 8.25 Hoogmis; NCRV: 9.30 Nieuws en waterst.; 9.45 Gewijde muziek; 10.00 Geref. Kerkd.; 11.30 Gram.; 11.45 Alt, viool en orgel; KRO: 12.15 Apologie; 12.35 Gram.; 12.40 Lichte muziek; 12.50 „100 jaar Kromstaf"; 13.00 Nieuws en Kath. nieuws; 13.10 Lunchconcert; 13.40 Boekbespr.; 13.55 Gram.; 14.00 Voor de kinderen; 14.30 Concertgebouworkest en solist; 15.20 Pianorecital); 16.40 Geestelijke liederen; IKOR: 17.00 Oecumenische jeugdïenst; 18.00 Herv. zangdienst; 18.45 „De Kerk luistert naar Uw vragen", causerie; NC RV: 19.00 Vocaal ensemble, Bach-orkest en solisten; 19.30 „Gelooft U dat?", cau serie; KRO: 19.45 Nieuws; 20.00 „Een bom barst"; 20.30 „100 jaar Kromstaf"; 21.00 „Alles of niks"; 21.15 Gev. muziek; 21.55 „Waar de mens van leeft", hoorspel; 22.35 Actualiteiten; 22.45 Avondgebed en liturg, kalender; „3.00 Nieuws, 23.1524.00 Gram. 2 ruauOAKI 1953. HILVERSUM I (402 m.J VARA: 7.00 Nieuws; 7.13 Gram.; 8.00 Nieuws en weer ber.; 8.18 Gram.; 9.00 „Onder de pannen", hoorspel; 9.20 Gram.; (9.35—9.40 Waterst.) VPRO; 10.00 „Voor de oude dag", cause rie; 10.05 Morgenwijding; VARA: 10.20 Voordracht; 10.35 Voor de zieken; 11.40 Viool en piano; 12.00 Gram.; 12.15 Dans muziek; 12.30 Land- en tuinbouwmed.; 12.33 "Voor het platteland; 12.38 Dansmu ziek; 13.00 Nieuws en commentaar; 13.20 Gram.; 13.55 Voor de middenstand; 14.00 Voor de vrouw; 14.15 Sopraan en piano; 14.45 Gram.; 15.00 Gev.progr.; 16.00 Gram. 16.45 Vragenbeantwoording; 17.15 Gram.; 17.50 Militair commentaar; 18.00 Nieuws; 18.15 Pianospel; 18.30 Parlementair over zicht; 18.45 Voor de jeugd; 19.45 Rege- ringsuitz.: J. K. Stiksma: Bandbouwrubr.: „Aardappelmoeheid raakt iedere aard appelteler"; 20.00 Nieuws; 20.05 „In Hol land staat een huis", hoorspel met mu ziek; 20.35 Aetherforum; 21.10 Lichte mu ziek; 21.20 „Europa in de mist", causerie; 21.45 „Voor en acuter het voetlicht"; 22.05 Radio Fhilh. ork. en solist; 23.00 Nieuws; 23.15 Gram.; 23.45—24.00 Gram. HILVERSUM II (298 m.) NCRV: 7.00 Nieuws; 7.10 Gram.; 7.15 Ochtendgymn.; 7.30 Gram.; 7.45 Een woord voor de dag; 8.00 Nieuws en weerber.; 8.10 Sportuitsi.; 8.23 Gewijde muziek; 8.45 Gram.; 9.00 Voor de zieken; 9.30 Voor de huisvrouw; 9.35 Gram.; 10.00 Klarinet en piano; 10 30 Morgend.; 11.00 Gram.; 11.15 Gev. progr.; 12.25 Voor boer en tuinder; 12.30 Land en tuinbouwmed.; 12.33 Orgelconcert; 12.59 Klokgelui; 13.00 Nieuws; 13.15 Ban jo orkest; 13.45 Gram.; 14.00 Schoolradio; 14.30 Gram.; 14.45 Voor de vrouw; 15.15 Gram.; 15.30 Fluit, viool, viola da gamba en clavecimbel; 16.00 Bijbellezing; 16.30 Kamerkoor, violen, cello en orgel; 17.00 Voor de kleuters; 17.15 Voor de jeugd; 17.45 Regerlngsuitz.: Dr H. K. J. Cowan: „Talenweelde en taalproblemen in Nieuw Guinea"; 18.00 Vrouwenkoor; 18.20 Sport- praatje; 18.30 Zigeunerkwintet; 18.45 Engelse les; 19.00 Nieuws en weerber.; 19.10 Pianorecital; 19.30 „Volk en Staat", causerie; 19.45 Gram.; 20.00 Radiokrant; 20.20 Lichte muziek; 20.50 „Het Conflict", hoorspel; 21.35 Geestelijke liederen; 22.10 „Rijkdom onder de grond: Aardolie", cau serie; 22.20 Gram.; 22.30 Harprecital; 22.45 Avondoverd.; 23.00 Nieuws en S.O.S.-be- richten; 23,15 „Man en vrouw", causerie; 23.30—24.00 Gram,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1953 | | pagina 5