Wal maakl U van St.-Nicolaas,
een boeman ol een kindervriend?
Zwitsaletten
HENRIÊTTE ROLAND HOLST,
de rijkst begaafde vrouw sedert eeuwen.
Het kind moet het feest in
volle vreugde kunnen vieren.
Zij bouwde uit nederlagen haar
burchten van zegepraal.
2EEUWSCH DAGBLAD
Weg met die bevende lipjes
Nóóit te grote groepen.
KOORTSIG, RILLERIG
Een groot dichteres ging heen.
Pocket-Books van Het
Spectrum.
Bij Thijm herleefden de middeleeuwen.
Verzamel uw krachten
PleegzusterBloedwijn
Dinsdag 2 December 195z
Pagina 3
(Van een onzer redacteuren.)
VOL VERWACHTING klopt ons hartStraks is het weer zo
ver. En daar staan ze nu bij de schoorsteen, de drie-, vier-, vijf-
en (met lichte twijfel) de zesjarigen. De driejarige zingt met een be
nepen stemmetje en de pienteren onder de vijf- en zesjarigen zingen
met wat bravour, hoewel... je kunt toch nooit weten, of niet ineens
Zwarte Piet zijn hand uit de pijp zal steken en je bij je neus pakken,
of je pardoes mee naar boven nemen, zoals je je voorstelt volgens
de .lopende geruchten"...
Voor kleuters is het nooit aan te
bevelen feesten met grote groepen te
organiseren; er zijn altijd kleintjes bij
die zich achteruitgezet zullen voelen.
Het zou wenselijk zijn als de ouders
zorgvuldig uitkozen waar hun kleuter
de Sint zal ontmoeten en vooral dat
het kind niet meer dan één Sinterklaas
ziet.
Ik zal nooit de verbijstering ver
geten-, die ikzelf kreeg, toen ik als
kleuter eens twee Sinterklazen met
elkaar zag vechten, blijkbaar omdat
de één de ander zijn „jobje" had af
gepikt
Er zijn dan ook verscheidene ge
meenteraden, o.a. die van Alkmaar,
die een verordening uitgevaardigd
hebben, waarin het optreden van com
merciële Sinterklazen wordt beperkt
En als de twijfel doorbreekt.
Eens_ breekt de twijfel door. Het
kind begint de comedie te doorzien.
„Kijk, Sinterklaas heeft net zo'n
ring aan als Opa en net zulke schoe-
Twee jaar geleden ze was toen
drie ging ik met m'n dochtertje
naar het Sinterklaasfeest van de wat
grotere broer kijken. Ze keek vol ont
zag naar de binnentredende Goed
heiligman, die, in vol ornaat en ver
gezeld van een niet-afgevende Pieter
manknecht, op de feestelijk versierde
zetel plaats nam. Ze kon hem goed
zien want we hadden een best plaatsje
vooraan.
Het feest verliep naar wens; de Sint
liet deze of gene kleuter eens bij zich
komen, mompelde wat in zijn baard,
die niet al te best vast zat, en gaf vor
stelijk bevel tot een regenbui van pe
pernoten. Het was gróóts. Pietje van
de buren raapte ze vliegensvlug op
en stak zijn mondje vol tot hij bijkans
stikte, Jantje greep overal naast en
anderen, die een peperhol op het oog
kregen, huilden omdat ze niets meer
zagen. De ouders genoten, keken mee
warig of ietwat verstrooid, de Sint
knikte bedachtzaam en de man die
de zaal verhuurde keek zuinig van
wege de vele krassen van rappe kin
derschoentjes op zijn goeie vloer.
Mijn zoontje kiende het vrij vlot
uit. Toen de pepernoten neerhagelden
dook hij in elkaar om vervolgens met
onfeilbare zekerheid en in een rap
tempo zijn zakken te vullen. Toen voor
de Sint de spelletjes werden opgevoerd
stond hij nog steeds te kauwen
Mijn dochtertje keek dit alles in
verbazing aan. Toen wipte ze van
mijn knie, repte zich buitenom de
kring en ging op Zwarte Piet af.
Ze keek hem aan, stak haar handje
uit en zei: Mag ik ook wat?"
Maar nu
Ik vertel U dit met gepaste trots,
want ze bleek niet bang te zijn. Nu
is dat over. Ze heeft een vriendinne
tje gekregen, wier ouders, hoe goed
ze het ook menen, Sinterklaas mis
bruiken als opvoedend element in de
kindersamenleving en derhalve met
gruwelverhalen het wichtje zoet hou
den.
Na Sinterklaas volgt dan de Kerst
man en de Paashaas is er ook weer
goed voor. En tussen de bedrijven door
is er altijd wel weer „de man met den
aker" die stoute kindertjes de sloot
intrekt
Ik ben daarom blij, dat de inspec-
trice der Nutskleuterscholen, mej. W.
M. Nijkamp, de moeite genomen heeft
eens wat aandacht te wijden aan Kind
en Sint*), en 'n boekske heeft geschre
ven over de „Opvoedingsproblemen in
Sinterklaastijd".
Sinterklaas, het feest van de onge
breidelde fantasie, van de onschuldige
plagerijen, van overladen magen, pri
mitieve rijmkunst, familiezang en ge
schenken in de meest vreemdsoortige
verpakking. Maar ook het feest van het
bevende lipje, het feest, dat voor som
mige klexiters lang geen feest, maar
veeleer een bron van beklemming is.
Wie zich weieens in mijter en tab
baard heeft bewogen tussen een schare
gelovige kleintjes en zo de Goede Bis
schop in zijn rol van kindervriend
heeft vervangen, heeft het gevoeld:
de sfeer is uiterst labiel en de span
ning hevig.
Ter versterking van eigen autori
teit beroepen vele volwassenen zich
vaak op een vreemd, betrekkelijk
ver van het kleine kind afstaand
gezag: de dokter, de politie, de con
ducteur
Met de Sint en Pietermanknecht
wordt dat anders. Van dit tweetal kan
de opvoeder maken wat hij wil: milde,
vergevensgezinde kindervrienden, die
een keer per jaar vreugde komen bren
gen of twee vreemdelingen, norse
Spanjolen, die er niet voor terugdein
zen kinderen in een zak te stoppen en
mee te nemen naar het land van Fran-
Ingezonden Mededeling (Adv.)
verjaag dat lome griepgevoel met: aan Sint Nicolaas eer gedaan.
nen...." en „Piet kan toch niet door
de schoorsteen kruipen als de kachel
brandt?"
Wat moet men er tegen doen? Het
beste is, het kind zelf de weg te laten
vinden. Elke vraag van het kind wordt
een weervraag beantwoord: „Je hebt
je zelf dat het is?" of „Hoe denk je
gelijk, het lijkt wel wat raar; hoe denk
dat het dan gaatHet kind
gaat zelf denken en wordt op het pad
naar de realiteit gesteund door de re
actie van de volwassene. Nooit mag
men tegen alles in de illusie voor het
kind willen bewaren, als hij blijkens
zijn geestelijke rijping er boven uit
groeit.
En hoe reageert het kind Men heeft
eens een onderzoek ingesteld naar het
geen 206 H.B.S.-leerlingen zich her
innerden van de gevoelens, die hen
bekropen toen zij vernamen dat Sint
niet bestaat. Da antwoorden vielen
nogal verschillend uit:
79 kinderen waren teleurgesteld en
voelden een leegte, 37 waren opge
lucht en voldaan, 37 reageerden wei
nig of in het geheel niet, 17 voelden
zich groot en opgenomen in de kring
der volwassenen, 8 voelden zich be
schaamd en 3 waren woedend en 14
konden het niet direct geloven.
Dr A. D. de Groot wijst er in zijn
boek „Sint Nicolaas Patroon der Lief
de" uitvoerig op, dat de figuur van
Sinterklaas niet alleen legendarische
en folkloristisch betekenis heeft, maar
tevens psychologische. Sinterklaas is
met ons volksleven vergroeid en zelfs
al zou men hem uit de wereld van het
kind willen bannen dan zou dat niet
mogelijk zijn. Bovendien zal de win
kelstand wel zorgen, dat het feest niet
uitsterft.
De taak van de opvoeder, zo besluit
mej. Nykamp haar boekje, is echter
ervoor te zorgen, dat het geesteiyk
evenwicht van het kind niet benadeeld
wordt en dat het kind het feest in vol
le vreugde kan vieren. Dan pas wordt
'n ZW/TSALpreparaat.'
„KIND EN SINT", Opvoedings
problemen in Sinterklaastijd door W.
M. Nijkamp. Uitg. Van Gorcum
Comp. N.V., Assen. 116 blz. prijs fl,50.
Ingezonden Mededeling (Adv.)
«jS
gS?
&SS
Dc kleuter wil wel...
De kleuter is volkomen bereid het
vertrouwen en ontzag dat hij voor zijn
ouders voelt, over te dragen op Sint
Nicolaas en Zwarte Piet. Hij is van
harte bereid alle goeds van hem te
verwachten en „zijn best te doen" om
het beide kindervrienden naar de zin
te maken. Dit kan de opvoeder helpen
in zijn taak. Positief moet een beroep
gedaan worden cp de bereidwilligheid
van het kind, iets te doen of na te la
ten, dat hèm moeite kost, maar wat
Sint Nicolaas en vader en moeder ple
zier doet. Het spreekt vanzelf, dat de
gestelde opdracht redelijk moet zijn
en binnen het vermogen van het kind
moet liggen. Een druk, nerveus en be
wegelijk kind kan niet ineens per vijf
tien November bedaard en kalm zijn
terwille van de SintMaar het is be
reid dit voor zijn ouders te proberen
en het wil zich zelfs enige tijd tot het
uiterste inspannen terwille van Sint
Nicolaas, die voor hem de verpersoon
lijking betekent van de goedheid en
vergevensgezindheid, die het telkens
weer in zijn ouders vindt, zonder zich
daarvan bewust te zijn.
Daarom, als U ooit als Sint Nicolaas
voor de kleuter staat, vergeet dan geen
moment, dat U voor hem de verpersoon
lijking van onfeilbaarheid bent. Zjjn ver
trouwen is vruchtbare grond voor de
wil het goede te doen.
Zg kón Sint Nicolaas een positieve be
tekenis hebben voör de karakterontwik
keling in de kleuterjaren en een steun
vormen b\j de opvoeding.
Een van Nederlands grootste dichteressen, Henriëtt-e Roland Holst-
van der Schalk, Is Zaterdag voor een week gestorven. Een kunste
nares ging heen, wier naam reeds lang een plaats had gevonden in
de schoolboeken, maar die tot aan haar laatste snik een levende figuur
was gebleven onder de literatoren van onze tijd. Op 82-jarige leeftijd
stierf deze markante vrouw, die door haar bekenden in de wande
ling Jet Holst werd genoemd maar van wie prof. dr Garmt Stuiveling
naar aanleiding van haar verscheiden schreef: „Overeenkomstig het
profetische van haar wezen is zij verwant met hen, die eveneens hun
kunst bezielden door de hartstocht der zedelijke idee: Dante, Shelley,
Tolstoi. De taal waarin ze schreef heeft verhinderd dat haar naam de
wereldklank kreeg, die bij haar poëzie past. In de Nederlandse cultuur
echter zal zij voortleven als de rijkst begaafd® vrouw, die ons volk
sedert eeuwen heeft voortgebracht".
Henrietta Goverdina Anna van der
Schalk werd de 24ste December 1869
te Noord wijk geboren. Haar vader
was notaris te Noordwijk, een conser-
vatief-liberaal man. In het huis van
de dichter Albert Verwey, die even
eens in Noordwijk woonde, leerde zij
de kunstschilder R. N. Roland Holst
kennen, met wie zij 16 Januari 1896
in het huwelijk trad. Met haar man
en de dichter Gorter ging zij vol
komen op in het ontwakend socia
lisme.
„Niets anders vandaag smeden wij,
Dan het zwaard om ons te bevrijden,
Dan de sleutel tot betere tijden
Tot tóekomstmaatschtppij"
zo dichtte zij. Maar het Deventer
partijcongres in 1909 verstoorde wreed
de roes van deze „eerste liefde". Zij
verliet de S.D.A.P. en sloot zich aan
bij de S.D.P., later de C.P.H. De
C.P.H. vaardigde haar in 1921 af naar
het derde congres der communistische
internationale, dat te Moskou werd
gehouden. Naar zij zelf verklaarde in
„Het vuur brandde voort" is dit ver
blijf in Rusland een grote ontgooche
ling voor haar geweest. Toch duurde
het tot 1928 voordat zij uit de C.P.H.
trad. Alle secte- en partijvorming had
den toen voor haar afgedaan, maar de
band met de socialistische arbeiders
beweging verbrak zij niet.
Haar socialisme kreeg een religieuse
ondergrond. Het socialisme als geloof,
kon zij niet afzweren. Dit geloof bleef
haar bron van inspiratie. „De poëzie
van Henriëtte Roland Holst", zo
schrijft prof. Stuiveling in zijn memo-
riam, „heeft het karakter van een
Belijdenis. Al haar gevoelens en
denkbeelden, al haar Illusies en te
leurstellingen, geheel haar onwankel
baar geloof zijn in haar verzen uit
gedruktZoekende naar een pad
van geluk voor alle mensen, deed zij
de pijnlijke levenservaring op, die in
directe zin de bron zijn van haar in
spiratieGeen ontgoocheling heeft
haar ertoe gedwongen, haar idealisme
te verloochenen, maar evenmin de
wereld over te laten aan zichzelf. Van
haar gelden in volle omvang de vers
regels, waarin zü spreekt over hen
„Die bouwen uit nederlagen
Hun burchten van zegepraal".
Henriëtte Roland Holst schonk haar
medegevoel en haar denken aan de
lijdende mensheid, aan hen, die op
gericht moesten worden. Teleurstel
ling ontmoette zij, maar nimmer ver
saagde zij. Anders dan Stuiveling
schrijft de Christen-essayist C. Rijns
dorp over haar: „Maar hoe minder
de werkelijkheid aan dat geloof ging
beantwoorden, des te krampachtiger
moest dat geloof worden vastgehou
den".
Zij bleef haar geloof geven aan het
socialisme, het socialisme, dat soms
bedorven scheen door begeerte naar
aards bezit, door zelfzucht en eer
zucht. Wat moet haar dit pijn gedaan
hebben. Zij, die „de liefde als haar
levenswet" zag, zij die hunkerde en
zocht:
„Gedenk mij in uw gebeden
Gebeden hebben kracht:
Ze komen als stralen gegleden
Door onze nacht'.
Zij die leed en diep geloofde in de
mens, die niettemin zou slagen en zich
in dit besef de laatste tijd in eenzame
berusting terugtrok. Drie dagen voor
haar dood moet zij gezegd hebben, dat
zij hoopte, dat men haar als Christen-
socialiste zou gedenken.
Henriëtte Roland Holst weigerde
de mens te zien, zoals hij werkelijk
Christus was voor. haar slechts
een profeet onder de profeten, zoals
Boedah en anderen. Door haar so
cialistische religie ademt de Chris
telijke religie. Maar haar geloof is
een humanitair geloof, dat de mens
heid niet kan verlossen.
Evenwel, laten we haar recht
doen. Dit kunnen we zeggen, dat
haar mensenliefde beschamend is
voor velen van ons. Beschamend
voor hen, die er trots op zijn het
ware geloof te belijden en die alleen
wakker liggen om eigen narig
heden.
de J.
De Uitgeverij Het Spectrum heeft
in haar Prisma-reeks een zestal Poe
ket-Books laten verschijnen, prima
uitgevoerd en niet duur.
Daar is allereerst het bekende boek
van Theo Thyssen, „Kees de Jongen'
„Als kleine jongen haalde Kees ver
scheidene stomme streken uit...." zo
begint het verhaal over deze Amster
damse knaap, die in zijn heerlijke
jong'ïsfantasie, altijd de heldenrol
speelt. Ik heb er opnieuw van' ge
smuld!
Nóg een boek over een jongen.- Het
is „Het geval van de reizende jon
gen", geschreven door de bekende
Schotse auteur John Innes Mackin
tosh Stewart, die zich verschuilt ach
ter het pseudoniem Michael Innes. Plet
boek trok in Engeland en Amerika
sterk de aandacht bij de liefhebbers
van de detective-verhalen. Het is een
spannend en toch ook weer ontroe
rend verhaal, dat de verbeelding van
de lezer steeds blijft boeien.
En dan een boek over jongens en
meisjes. Het heet „Heren van zeven
tien" en staat in Amerika bekend als
de meest oorspronkelijke vorm van
het verhaal over een jeugdliefde. Een
knap gecomponeerd werkje.
„Hoe kan een jong meisje zich in
rok vertonen?" zo vraagt de in 1931
gestorven Zweedse schrijver Hjalmar
Bergman en hij schreef in een tinte
lende nuchtere stijl het boekje „Katja
In rok". De oplossing van dit raadsel
is niet eenvoudig. Een stadje raakte
In rep en roer en Katja moest maar
zien een onve ...twoordelijk jongmens
te behoeden voor zijn en haar dom
heid. Ze kiezen de verstandigste weg
en gaan verlovingsvisites maken.
Van geheel andere aard is het boek
van Thomas Merton „Louteringsberg".
Het ontleedt genadeloos het geestelijk
klimaat der dertiger jaren en de ver
loren generatie die erin opgroeide
temidden van film, jazz en een voze
verveling, die het hele leven door
trok. Het boek was een bom die in
sloeg, want de schrijver had moed om
op zoek te gaan naar de waarden en
werkelijkheden, die de mens blijvend
houvast bieden. Een boek voor ern
stige lezers.
Wie van vissen houdt leze Het
loze vissertje", geschreven, nee „ge
componeerd" door de bekende K.L.M.-
vlieger W. van Veenendaal. Het is
geestig, staat vol wijze en handige
raadgevingen en tips en de gaatjes
zijn allerplezierigst gevuld met anec
dotes en sterke verhalen. Viruly
schreef een (net zo geestige) inleiding
en Nelis Vogel, die ook zo een en
ander van vissen afweet, een woord
vooraf.
Vergeten figuur.
Bilderdijk was zijn meester. Vondel zijn vader.
Er is een gelukkige opleving te bespeuren in het bestuderen en beschrij
ven van grote mannen uit de 19e eeuw en hun werk. Hebben wij onlangs
gewezen op de dissertatie over de theologische professor uit Utrecht dr J.
I. Doedes, thans ligt voor ons een proefschrift over de letterkundige J. A.
Alberdingk Thijm. Het werd verdedigd aan de R.K.-universiteit te Nijme
gen door dr W. Bennink S. J. en het is uitgegeven door Dekker Van de
Vegt N.V., Utrecht-Nijmegen.
Alberdingk Thijm. Geen stad die zich- Thijm lnj was professor in de aesthe-
>lf rp«n<=>r»tPf3rL vprriiimnn nm in bat +i«alr cn lrunctj n::i
zelf respecteert zal verzuimen om in het
dichters- en schrijverskwartier een straat
te noemen naar deze figuur. Nochtans is
het getal dergenen die veel van Thijm
weten of gelezen hebben, vast en zeker
aan de lage kant.
Hij leefde van 1820 tot 1889 en heeft als
Rooms-Katholiek dus een belangrijke tijd
meegemaakt. Het herstel der bisschoppe
lijke hiërarchie, dat volgend jaar met alle
luister herdacht zal worden, had plaats
in 1853. In de jaren er na maakte de R.K-
kerk een bloeiperiode door als zij sedert
de middeleeuwen niet gekend had. Niet
alleen werd het bisschoppelijk gezag her
steld, ook de herleving van de kunst en
cultuur viel in die periode. En op dat ge
bied was Alberdingk Thijm een der leids
lieden.
GEVORMD DOOR BILDERDIJK.
Het merkwaardige is, dat de volbloed
Rooms-Katholiek, die Thijm was, zijn
vorming had gekregen van een calvinist
in hart en nieren, namelijk Willem Bil
derdijk. Niet rechtstreeks; Bilderdijk was
al dood toen Thijm werd geboren. Maar
Thijms vader, een gefortuneerd zaken
man te Amsterdam, die zich ook op arti
stiek gebied verdienstelijk maakte, achtte
Bilderdijk hoog en onder de indruk van
Bilderdijks onmetelijke geleerdheid kreeg
de zoon eveneens bewondering voor de
grote calvinistische zanger.
Wat Thijm vooral bekoorde was de
grote vasthoudendheid aan het principe,
die Bilderdijk eigen was. Het van wijken
noch wankelen weten als het om de be
ginselen ging heeft Bilderdijk onsterfelijk
gemaakt- Honderdveertig jaar na zijn
dood wekt zijn naam nog allerlei reacties
op: sommigen verheerlijken hem, ande
ren verfoeien hem; bewijs dat Bilderdijk
een persoonlijkheid geweest is
In het levensbeeld van Alberdingk
Thijm, zoals dr Bennink het ons tekent,
komen we dezelfde trekken tegen. Maar
toch ook andere. Thijm zelf heeft ver
klaard dat Bilderdijk zijn meester en
Vondel zijn vader was.
Ook de trekken van Vondel bespeuren
we bij Thijm en dan vooral de trekken
van de Rooms-Katholieke Vondel, wiens
dichtwerk volledig wordt beheerst door
zijn geloofsopvatting. Ook vertoont het
leven van Thijm op het eind veel over
eenkomst met de levensavond van Von
del: teruggang van materiële welstand
en verdriet, vooroorzaakt door de han
delwijze der kinderen. Men herinnere
zich, dat de onlangs gestorven letterkun
dige Lodewijk van Deyssel, een ongelo
vige, de zoon van Alberdingk Thijm was.
RIDDERLIJK GELOOF.
„Eerbied voor het gezag, drang tot
anstocratiseren en ridderlijk geloof bepaal
den zijn gedrag in alle ogenblikken van
zijn leven". Ziehier het karakteristiek,
die dr Bennink aan het slot van zijn
boek van Thijm geeft.
Wij begrijpen nu, hoe 't komt waarom
een figuur als Thijm in deze tjjd zo wei
nig tot de mensen spreekt. De eerbied
voor het gezag ls wel zeer gedevalueerd-
Thijm kon, over het Oranjehuis spreken
de, belijden: ,,Een stcdehouwer Gods is
mij de Vorst van het land". De meesten
van ons volk, zelfs onder de orthodoxe
christenen, zien het zo niet meer.
Drang tot aristocratiseren Het tegen
gestelde ontwaren wij in de litteratuur
en in de kunst. Ridderlijk geloof Wij
zullen het maar weinig vinden.
Thijm evenwel bezat deze eigenschap
pen en dat heeft hem gestempeld tot een
bijzondere figuur in de 19e eeuw. Hij was
van geheel andere aanleg dan persoon
lijkheden als Da Costa, Groen van Prin-
sterer, Thorbecke, Schaepman en Kuy-
per, die allen voor een groot deel tot zijn
tijdgenoten gerekend kunnen worden.
Een kunstzinnige persoonlijkheid als
tiek en kunsthistorie aan de Rijksacade
mie voor Beeldende Kunsten te Amster
dam kon zich in de periode van
wederopbloei der R.K. kerk uitleven
Zijn voorliefde voor de gothiek, de kerk-
bouwstijl der middeleeuwen, heeft er toe
geleid, dat tal van kerken in de laatste
decennia der 19e eeuw in de gothische
stijl zijn gebouwd (vaak door zijn zwa
ger, de bouwmeester dr P. J H. Cuypers).
En niet alleen kerken. De bouw van
het Rijksmuseum te Amsterdam in gothi
sche stijl is dikwijls verweten aan het
driemanschap Thijm, Cuypers en De
Stuers (de laatste, jhr mr Victor de Stu-
ers, ook een Rooms-Katholiek, was Rijks
adviseur voor kunstzaken). Er bestaat
een spotprent van 1885 waarop men het
driemanschap geknield ziet liggen bij de
„wijding van het Bisschoppelijk Paleis,
genaamd het Rijksmuseum te Amster
dam"!
CHRISTELIJKE ROMANTIEK.
Op litterair gebied heeft Thijm zich
loen kennen als een beoefenaar der chris
telijke romantiek. Dr Bennink toont dat
duidelijk aan. Ieder komt in zijn leven
tot de conclusie, dat de aarde ons nooit
kan geven wat wij verwachten. Daaruit
ontspruit de gevoelsstemming, die men
weemoed noemt. Wie zich dit goed reali
seert kan twee dingen doen: hij kan zich
overgeven aan de wanhoop of hij kan
zich laten troosten door de christelijke
hoop. De eerste houding nemen de onge
lovigen aan. Zij aanvaarden immers niet
dat er een hiernamaals is- De tweede
houding past de christen. Hij weet, dat
de mens uit het paradijs verdreven is en
nu doornen en distelen op aarde vindt.
Doch hij weet en gelooft tegelijkertijd,
dat het verloren paradijs eenmaal weer
betreden mag worden.
Bovendien gelooft hij, dat het aardse
leven onder de genade staat. Nog een af
schijnsel van de paradijsglorie kunnen
wij op aarde waarnemen en wel in de
kunst.
Thijm heeft deze christelijke roman
tiek beoefend. In zijn .kunst herleeft
het geïdealiseerde verleden, in casu de
middeleeuwen, toen het christelijk ge
loof in al zijn uitingen een hoogte
punt scheen te hebben bereikt. Op het
zelfde moment verwijst Thijm in zijn
werk naar «!e onvolkomenheid van het
aardse en tracht hij verlangen op te
wekken naar het hemelse.
Wat lijkt een dergelijk streven kin
derlijk! Maar hoe hebben Thijm en
zijn navolgers in deze christelijke ro
mantiek bevrediging gevonden. Wij
kunnen daarvan misschien wel iets le
ren en wij mogen dankbaar zijn, dat
de vergeten figuur van Alberdingk
Thijm opnieuw onder onze aandacht
gebracht.
Ingezonden Mededeling (Adv.)
met
Bond voor Gerei, jeugdorganisatie.
De jaarlijkse Kerstconferentie van
de Bond voor Geref. Jeugdorganisatie
zal 29 en 30 Dec. a.s. in „De Witte
Hei" te Huis ter Heide gehouden wor
den. Als sprekers zullen optreden dr
L. v. Loon als psychiater te 's-Graven-
hage en ds C. S. W. Duvenage, voor
zitter van de Bond van Geref. Jeugd
verenigingen in Zuid-Afrika en pre
dikant te Pretoria.
WÊKm