Heest onkerkelijke stad van Europa. de loupi Prov. Bibliotheek betrekt voorjaar 1953 gerestaureerd Abdij-complex. Zo leeft men in Duitslands eerste havenstad (II) Hamburgers zijn wel lidmaat der Evangelische Kerk, maar Zondags zijn de kerkbanken keg! HOUTWORM Vier grote magazijnen zullen tien duizenden boeken torsen* 13e overheid als bedrijf* Klein. Eén predikant voor 10.0 0 gemeenteleden. Wat is Oosters? Britse economische conferen tie begonnen. Symphonie van beton en staal. Zaterdag 29 November 1952 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 Onder We hebben dikwijls vele bezwaren tegen de overheid en lang niet altijd ten onrechte. Aan de ene kant vinden we dat er veel te veel ambtenaren zijn en aan de andere kant vinden we dat de overheid zijn ambtenaren wel te slecht betaalt. Met dit laatste zijn de ambtenaren zelf het uiteraard wel eens en het is dan ook geen wonder dat de ministers herhaaldelijk klagen moeten, dat hun beste mensen worden weggezogen door het particuliere bedrijfsleven. En dat aan de andere kant de mensen die als arbeids- contractant in dienst van de overheid staan, liever hun ontslag nemen dan een vaste aanstelling te accepteren. Dit klinkt allemaal nogal paradoxaal en het is geen wonder dat aan de overheid meermalen het gewone bedrijfsleven ten voorbeeld wordt gesteld. In een bedrijf, als het tenminste een goed bedrijf is, voelt iedereen zich lid van een gemeenschap en weet iedereen dat zijn taak in die gemeen schap belangrijk is. En iedereen doet zijn best zo efficient en zo goed mogelijk te werken omdat dat het geheel ten goede komt. En daaraan ontbreekt het bij de overheidsinstanties nogal eens. Een van de uitgebreidste „bedrijven", die de overheid heeft, is het ministerie van Financiën. Daar werken zo omstreeks 20.000 mensen, een „grote zaak" dus. Om die mensen op te voeden, ze te doordringen van hun plicht in hun „bedrijfsgemeen- schap" wordt door het ministerie een perso neelsblad uitgegeven: „Wij van Financiën". Twintigduizend gulden per jaar kost dit blad een bedrag dat groot lijkt, maar Iedere insider weet dat het voor een maand blad niet veel is. Desondanks heeft de heer v, d. Heuvel (A.R.) hierover de fiolen van zijn toorn uitgeschud. Hij wil die 120.000 geschrapt zien. Dit nu achten wij de grootste paradox van alles wat we hierboven al hebben op genoemd. De heer v. d. Heuvel wil on getwijfeld ook, dat de overheid wat effi ciënter gaat werken en dat de geest van haar dienaren minstens op hetzelfde peil komt als die in een goed bedrijf. Maar hij wil een van de uitstekende middelen, die hiertoe kunnen dienen, verbieden. De heer v. d. Heuvel brengt hiertegen in, dat het blad een prulblad is en hij kan gelijk hebben maar daarom is het middel als zodanig nog niet verkeerd! Vele grote bedrijven hebben een eigen personeelsorgaan en de heer v. Heuvel gelooft toch niet dat men dat doet omdat men geld teveel heeft! Het mid del is goed dat het niet goed gebruikt Wordt, had voor de heer v. d. Heuvel aan leiding moeten zijn om het bedrag b.v, te verdubbelen. Dan kan het goede middel misschien ook goed werken. Tot profijt van de belastingbetaler! Dit voorbeeld is een bewijs hoe „klein" het debat over de begroting van Financiën gevoerd wordt. Men maakt aanmerkingen op dit blad en op het verplichte lidmaat schap dat de studenten aan de belasting academie wordt opgelegd maar over de grote zaken van 's lands financiën hoort men nauwelijks iets. Men had alle thans ingediende moties wat ons betreft kunnen ruilen voor een uitspraak in deze geest dat de Kamer, kennis genomen hebbende van de plannen van de minister om tot een algemene belastingherziening te komen, deze bewindsman uitnodigt deze plannen nog in het lopende zittingsjaar aan de Ka mer te doen toekomen. Nu blijven de be- dHjven nog minstens een jaar zuchten on der veel te hoge lasten en wordt iedere toespeling hierop de kop ingedrukt met de mededeling, dat de zaak in studie is, maar -dat deze studie niet voleindigd zal zijn voordat het zittingsjaar om is. En dat is erger dan f 20.000 voor „Wij van Finan ciën"! Probst Hildebrand, hoofdpredikant van Hamburg-Altona, is een vriendelijk man. Maar de stelling, die hij poneert als wij hem vragen naar het kerkelijk leven in deze havenstad, is hard. „Hamburg is de meest onkerkelijke stad van Europa!" zegt hij. En als we hem aarzelend aankijken, ornaat we herhaaldelijk gehoord hebben, dat de Duitser door de verschrikkingen van de oorlog tot inkeer is gekomen en zich meer dan vroeger tot de kerk wendt, zegt hij: „Tot de kerk behoren en een levend lid van de kerk zijn, zijn twee verschillende zaken. In? Hamburg- Altona treedt 80 pet van de jongeren als lidmaat tot de kerk toe maar slechts 2 pet van mijn gemeente komt op Zondag in de kerk! Uitgezonderd dan op kerkelijke hoogtijdagen: Kerstmis, Pasen, Pink steren, Dan zijn de kerken te klein!" Het is een verschijnsel, dat vele Ne derlanders, die de oorlogsjaren in Duitsland hebben moeten doorbrengen, kennen. Verreweg de meesten zijn lid van de Evangelische Kirche, maar op Zondag ziet men slechts vrouwen en oudere mannen in de kerk. De jeugd ontbreekt geheel. En dit gebruik heeft zich na de oorlog gehandhaafd. Dit is het wat de leiders der kerk voor vrijwel onoplosbare problemen stelt. Na de oorlog. Uiteraard waren onmiddellijk na de oorlog de eerste en grootste zorgen van materiële aard. Toen de geal lieerden Hamburg binnentrokken was er geen kerk meer onbeschadigd. En kele gebouwen waren geheel verwoest, de meesten zwaar beschadigd en maar een enkel gebouw had zulke lichte schade opgelopen, dat het vrijwel on middellijk in gebruik kon worden ge- De rede die de heer Sartono Woensdag gehouden heeft bij de opening van de zit ting van het Indonesische parlement, is wel een zeer merkwaardige rede. Merkwaardig omdat er een zekere dreiging in zit, terwijl men deze dreiging toch niet nader kan defi niëren. In één zin heeft hij achtmaal achter een 't woord „Oosters" gebruikt en daarbij gesuggereerd dat men de Westerse wijze van denken, die ongetwijfeld vele Indo nesiërs zich eigen hebben gemaakt, over boord moet zetten. „Dan zullen wij onze problemen kunnen oplossen", zo zei hij, „op een wijze die in de Westerse wereld moei lijk begrepen zal kunnen worden!" Wat wordt toch met dit alles bedoeld? Wat is dit specifieke „Oosterse"? „De Oosterse geest geeft de voorkeur aan het zoeken naar een synthese der gedane voor stellen boven het laten botsen der voor stellen" dat is de enige verduidelijking. Er wordt dus gezocht naar een synthese. Als men de situatie overziet: enerzijds de roep om „een sterke man" en anderzijds het vasthouden aan de democratische instellin gen, en men gaat daartussen een synthese zoeken, dan komt men tot een soort Duitse „leidersdemocratie" oftewel een verkapte dictatuur. Gezien de gebeurtenissen in het Nabije Oosten kan men dit inderdaad „Oosters" noemen. En ook „voor het Wes ten moeilijk te begrijpen". Of het de op lossing is voor Indonesië wij vrezen dat een chaos en een communistische staats greep er het resultaat van zullen zijn. Om dat de „sterke man" niet sterk genoeg zal blijken! 1 Slechts een enkele en hoeveel op offering van de predikanten daarmee gemoeid is geweest, weet de predikant van Hamburg-Altona wel te vertellen. „Op een nacht zo luidde zyn re laas regende het brandbommen. Het ene huis na het andere ging in vlammen op en we vreesden, dat ook onze Os- terklrche een prooi der vlammen zou worden''. Hoewel hijzelf invalide ls, wist hl) toch samen met enkele anderen op het dak van de kerk te komen en met kunst en vliegwerk te verhinderen, dat de reeds dichtby woedende brand ook het kerkgebouw aantastte. De zes woningen echter, die bü de kerk behoorden, gingen in vlammen op. De opbouw daarvan heeft mer. radicaal ter hand genomen: naast de kerk staan nu geen ze3 maar zes-en- dertig woningen, elk met twee ka mers en een woonkeuken. Men is niet tot dat zesvoud gekomen omdat men met het geld geen raad wist, maar om dat men een voorbeeld wilde geven aan de burgerlijke autoriteiten. En daarom ook bedraagt de huur maar 40 mark per maand in tegenstelling tot de door de staat gebouwde woningen, die 50 tot 60 mark per maand moe ten opbrengen. Snel herstel. Deze woningbouw typeert de snel heid, waarmee men de opbouw der kerken ter hand heeft genomen. Na tuurlijk moest men in het begin vol staan met het herstellen der minst beschadigde gebouwen voor her bouw ontbraken de geldmiddelen en de bouwmaterialen. Na de geldzui- vering van 1948 is daarin echter ver betering gekomen en zo zijn in Al- tona al weer drie kerkgebouwen, die vrijwel verwoest waren, opgebouwd en in gebruik genomen. De arbeiders zijn weinige. Echter, wat heeft men aan mooie, grote kerken als de banken Zondags onbezet zijn en als het merendeel der jeugdige (en niet meer zo jeugdige) lidmaten liever langs de voetbalvelden vertier zoekt dan luistert naar een preek? Het is een verschijnsel waar tegen de geestelijkheid zich, onder biddend opzien tot God, alleen maar kan verzetten door hard en intens te werken in de gemeente. Hoort men dan echter de aantallen die aan de hoede van één predikant zijn toevertrouwd, dan krygt men pas een idee van de enorme moeilijkheden. Zo juist noemden we de Osterkirche. Hiervan is Pastor Pfehre predikant. Zijn kerk telt 16.000 zielen; 10.000 hiervan komen voor zijn rekening, de resteren de 6000 worden bearbeid door probst Hildebrand! Eén man voor de geeste lijke bearbeiding van 10.000. Deze man kan verzuchten dat de oogst wel groot is, maar de arbeiders zo weinig in aan tal! Dat hij het toch klaar speelt enig contact te houden, is te danken aan de kerkelijke organisatie. Deze is heel anders dan bij ons. Weliswaar is de gemeente ingedeeld in wijken, maar er zijn geen ouderlingen, die zo'n wijk bewerken. In plaats daarvan staat aan het hoofd van iedere wijk een vrouw, de „Bezirksmutter", die wordt bijge staan door een aantal wijkhelpsters, Deze vrouwen zijn als het ware ouder lingen-gezinsverzorgsters, want ze doen niet alleen huisbezoek, maar als het nodig is steken ze ook de handen uit de mouwen. En tot eer van de Duitse vrouw mag het gezegd wor den: aan dergelijke helpsters ontbreekt het nooit! De wijkhoofden hebben regelmatig contact met de predikant en zij geven zijn woorden door aan haar helpsters als ze bij elkaar komen tijdens de kringvergaderingen. Kerk als centrum. Ook op andere manieren echter krygt de predikant contact met zqn gemeen teleden. Allereerst met zjjn catechisan ten. Denk hierover echter niet gering. Met Pastor Pfehre hebben wy zitten praten in diens werkkamer en daar heeft hy zjjn dagrooster laten zien. Er bleek alt, dat hy op enkele dagen al 's ochtends om 7 uur met catechisaties begint en wel aan middelbare scho lieren. Na dit vroege begin volgt meestal het spreekuur, waarop ieder vrij met zijn zorgen en noden kan komen als de dominee tenminste niet net weggeroepen is. Die werkkamer van de dominee is als het ware het hart van het kerke lijk wijkgebouw. In de wijk van ds Pfehre (hij is destijds uit Riga ge vlucht) is dit wijkgebouw vastgebouwd aan de kerk. Het is een aparte vleu gel waarin een gemeentezaal is onder gebracht. Dit zaaltje is door klapdeu ren van de eigenlijke kerkruimte ge scheiden, wat een groot voordeel is, daar het nu bijgetrokken kan worden als de kerk op feestdagen overvol ls! In dit kerkcentrum vindt men ech ter nog tal van zalen. De moederby- eenkomsten worden er gehouden, de wijkzuster heeft er haar spreekuur en zo komt iedereen, die niet helemaal van de kerk vervreemd is, van tyd tot tijd wel eens in dit gebouw en. in contact met de dominee. Maar hoe- Ingezonden Mededeling (Adv.) „47u" Echte Eau de Cologne de klassieke Eau de Cologne me» haariftfsse geur. „47ii" Tosca Eau de Cologne de ftisse geur van „4711" Eau de Cologne, ge* combineerd me» hef zo bemind» Tosca Parfum.-j? Hoog steekt de St. Michelis- kirche uit boven Hamburg maar zijn toren mag dan het stadsbeeld beheersen, haar roep stem wordt door de Hamburgers niet gehoord. Fraaie kerken maar lege banken dat is het beeld van Hamburg. Op de voorgrond van onze foto ziet men het Bismarckdenkmal. veel dit van de predikanten vergt laat zich gemakkelijk begrijpen. En het respect voor deze arbeiders in Gods wijngaard wordt er des te dieper door! Op andere fronten. Hiermee echter zijn de moeilijkhe den, waarmee deze mensen te kam pen hebben, nog niet alle verteld. Probst Hildebrand vertelt nog meer en dat is een diep beschamend ver haal. „De Roomse Kerk zo zegt hij probeert in deze onkerkelijkheid te infiltreren op een wijze die wij ten scherpste afwijzen. Zij hebben gebrek aan mensen noch aan materialen. Hun kerkbouw vindt onbelemmerd voortgang, kloosters verrijzen aller- wege en geestelijken worden van alle kanten aangetrokken. Daarnaast ech ter oefenen zij de sterkste pressie uit om b.v. bij de spoorwegen de sleutel posities te laten bezetten door Roomse ambtenaren. Alles wijst er op, dat zij hun uiterste krachten Inspannen om de Evangelische kerk uit haar leidende positie te verdringen!" En er is nóg iets anders en dat is zo% mogelijk nóg beschamender. De kerk van Altona behoort tot het bis dom Sleeswijk-Holstein, dat aan Dene marken grenst. Nu is er wel eens sprake van geweest dat een deel van deze provincie bij Denemarken zou worden gevoegd en de Deense staats kerk heeft daarop tal van predikan ten naar het te annexeren gebied ge stuurd, die de bevolking op allerlei manieren probeerden te winnen voor de Deense kerk. Tussen Duitsers en Denen zijn toen wel afspraken ge maakt maar ondanks dat woedt er nog steeds een soort van stille kerkstrijd, die aan de zaak van het protestantis me in deze streek alleen maar schade doet! Neen, gemakkelijk hebben de geestelijke leiders in deze grootste havenstad van Duitsland het zeker niet. Zij mogen dan financieel wei nig zorgen hebben, als eenlingen strijden zij toch tegen de voort schrijdende vervlakking van hen, die wel Christenen van naam willen zijn, maar wier daden daarmee in strijd zijn. Ais eenlingenmaar toch niet alleen. God werkt met hen, ook in dit Duitsland van 1952, dat materieel maar meer nog geestelijk lijdt onder de gevolgen van een door henzelf ontketende oorlog. Donderdag is de economische confe rentie van het Britse gemenebest be gonnen, die ten doel heeft middelen te vinden om de zwakke positie van het pond sterling te versterken en do wereldhandel nieuw leven in te blazen. Aan deze conferentie, die de belang rijkste bijeenkomst van het Britse Ge menebest sedert 20 jaar wordt ge noemd, en waarvan de uitslag van in vloed kan zijn op de welvaart en het geluk van ongeveer een kwart van de wereldbevolking, wordt deelgenomen door de eerste ministers van Enge land, Australië, Canada, Ceylon, India, Nieuw-Zeeland, Pakistan, Zuid-Rhode- sia en de koloniën en door de minis ters van financiën van India en Zuid- Afrika. Minister Churchill is voorzitter van de bijeenkomst. Nieuwe Duitse luchtvaartonderneming. In Bonn zal op 6 Januari a.s. de „Ge- sellschaft für Luftverkehrsbedarf', een voorloper van de toekomstige Duitse luchtvaartmaatschappij, worden opge richt. De nieuwe maatschappij zal de tradities van de oude „Lufthansa", die in 1925 ontstond en haar vluchten in 1939 bij het uitbreken van de oorlog moest opheffen, overnemen. verdelgt men radicaal met „PYRODÉE". Flacon van 100 cc. 1.75, 200 cc. ƒ3.25. Verkrijgb. bij Drogisten en Woninginrichtingen. Bij houtwormaantastingen in ker ken, woonhuizen, boerderijen, enz. raadplege men onze afdeling „Voorlichting" (zonder verplich ting). KLEINE'S CHEMISCHE FABRIEK LEIDEN Tel. 25738. In het hart van het eeuwenoude en wereldberoemde Abdycomplex van Mid delburg, waar in het voorjaar van 1953 de Provinciale Bibliotheek van Zeeland haar poorten voor het publiek zal openen, wordt dag In dag nit met grote energie gewerkt aan het herstel van dit kostbare monument. Reeds is duideiyk na te gaan, hoe de indeling der kamers en zalen zal worden, maar er moet nog heel wat gebeuren, voordat de tienduizenden boeken het pand op de Dam, van de zolder boven de Statenzaal en die boven het kantoor van de Prov. Waterstaat, alsmede van de partioullere woning aan de Dam naar hun definitieve plaats kun nen worden overgebracht- Met dat werk op zichzelf zullen zeker zes of zeven we ken zyn gemoeid. Maar ais dat eenmaal zqn beslag zal hebben gekregen, zal de Prov. Bibliotheek ook een onderkomen hebben gevonden, dat deze prachtige ver zameling waardig is! De arbeiders van de heer Bom uit geeft toegang tot de Kloostergang via een Burg, de aannemer van dit mooie res tauratiewerk, zijn al maanden druk in de weer. Wie door de nu nog donkere, tochtige en stoffige vertrekken loopt, moet goed oppassen niet te struikelen over de planken, de stenen of de electri- sche kabels voor de lasapparaten, die overal liggen. Hq moet proberen zijn evenwicht te bewaren op de wiebelende planken, die straks door vaste trapjes worden vervangen, en op de betonnen trappen, die nog met van leuningen zyn voorzien. VOORLOPIGE TOEGANG. De voorlopige toegang tot het complex van de Prov. Bibliotheek, dat ligt tussen de binnenplaats aan de zijde van het Koorkerkhof en het Muntplein met de kloostergang, loodrecht op de Koorkerk wordt gevormd door de poort aan het Koorkerkhof over genoemde binnenplaats naar de rechtse hoek, waar een voorlo pige deur wordt gemaakt. In de toekomst zal de officiële toegang via de Donkere Munt en de Kloostergang (waarvan de gewelven zyn gestat) lopen. Twee zijden van de binnenplaats wor den in beslag genomen door de kantoren van de Rijkswaterstaat. Het plein zal worden bestraat en van een passende be planting worden voorzien. BALIE EN BOEKENLIFT. Wanneer de bezoeker de voorlopige toegangsdeur en het tochtportaal binnen- iekomen is, staat hy in het uitleenver- trek. Tegen de buitenmuur zal een bank worden geplaatst en in het verlengde van het portaal komt een grote kast te staan waarin de nieuwe aanwinsten van de Bibliotheek een plaats zullen vinden. Een royale balie zal worden opgesteld en daarachter bevindt zich het onderste ge deelte van de liftkoker, die naar de grote magazijnen op de bovenverdiepingen voert. Natuurlijk is er telefoonverbinding tussen uitleenvertrek en zolders, waar door het mogelijk is in zeer korte tijd een „bestelling" door te geven naar bo ven, waar de concierge voor het gevraag de boek zorgt en het met de lift naar be neden geeft. Onmiddeliyk aansluitend aan deze werkruimte en slechts door een glazen wand daarvan gescheiden bevindt zich de hall, waar dë grote cataloguskasten zul len worden opgesteld. Deze hall, die by de restauratie een raam heeft gekregen, aardig gothisch poortje. DE LEESZAAL. Uitleenvertrek zowel ais hall komen met een tweetal deuren uit op de oude en sfeervolle kapittelzaal, die als leeszaal zal worden ingericht. De betonnen zolde ring van deze zaal, eerst vergaderruimte van het kapittel de kanunnieken, daarna kapel van de bisschop en nog later paar- destal, zal worden weggewerkt onder een tweetal houten tongewelven, waaraan vier fraaie smeedijzeren kronen zullen komen te hangen. By het betreden van de leeszaal zullen onmiddeliyk opvallen de twee grote wandtapyten van de Provincie, die aan de zywanden zullen worden opgehangen. Voorheen hingen deze in de Statenzaal. Onder deze prachtige gobelins zullen on geveer 1 meter hoge oude kasten worden neergezet met zeer bijzondere 17e en 18e eeuwse banden. Onder de twee hoge ra men, die nieuw glas-in-lood zullen krij gen, komen twee afzonderlijke leestafels met' elk vijf stoelen te staan. Leeslampen worden erboven gehangen. Precies aan de andere kant van de zaal, naast de zich daar bevindende kleinere ramen (die een aardig uitzicht zullen bie den op Kloostergang en Muntplein), zal een grote kast o.m. de afleveringen van tal van tijdschriften bevatten. Het groot ste gedeelte van de leeszaal zal worden gevuld met kasten, waarin woordenboe ken, eneyclopaedieén, enz. staan. Deze kasten worden in een aantal rijen opge steld. De zware natuurstenen zuil in het midden van dit vertrek zal een bijzon dere bestemming krijgen. Tussen de lees tafels en kasten komt het bureau van de bibliothecaris, de heer H. Pieters. Het meubilair wordt in eikenhout uitgevoerd. DE EERSTE VERDIEPING. Een betonnen trap voert vanuit het uit leenvertrek naar de eerste verdieping. Op de overloop is een grote zwaarbeton- nen kluis gemetseld, waarin de belang rijkste documenten en boeken permanent zullen worden opgeborgen, zodat het mo gelijk zal zijn de kluis toch geregeld van verse lucht te voorzien, hetgeen voor het behoud der boeken van groot belang is. Boven het uitleenvertrek ligt de werk ruimte van de heer Pieters. Links be vindt zich het kleine magazyn, dat vlak boven het stookvertrek ligt en in de hoek waarvan de brede schoorsteen van da centrale verwarming loopt. In deze ruim te zullen tot aan de zoldering stalen kas ten worden gezet, terwijl er een stalen tafel komt voor de concierge, die hier meestal zijn domein zal hebben. Aliumi. nium laddertjes vergemakkelijken het uitnemen van boeken van de bovenste boorden. GROTE MAGAZIJNEN. De tweede verdieping maakt grote in druk door haar afmetingen. Een indruk die nóg sterker zou zyn, als de geweldige zolders niet door tussenmuren van elkaar waren gescheiden. In vier grote magazy- nen, die tot aan de Koorkerk boven het gehele gebouwencomplex liggen, zullen de boeken een plaats krygen. De beschik bare ruimte wordt practisch verdubbeld, doordat op halve hoogte, byna twee me ter boven de betonnen vloer, stalen roos- tervloeren zullen worden gelegd, die over eveneens stalen trapjes bereikbaar zullen zyn. In totaal zullen 1000 stalen kasten worden neergezet. Het wordt werkelijk een symphonie in staal, want ook de ramen aan de kant van het Muntplein krygen stalen luiken. Het merkwaardige daarvan is, dat zij zich automatisch zullen sluiten, zodra een bepaalde temperatuur is bereikt. Allo magazijnen zqn voorzien van centrale verwarming, die de boeken op de ge wenste temperatuur zal houden. BETON VAN 30 cm. Wanneer men dan nog weet, dat de be tonnen zolderingen of vloeren minstens 30 cm dik zqn en dat in het uiterste ma gazijn zich een nooddeur bevindt, dan mag wel worden gezegd, dat voor de vei ligheid van mens en boek het uiterste is gedaan. Vlak onder de dubbele kap bevinden zich nog twee kleinere magazijnen, waar stukken, die weinig worden gevraagd, geplaatst zullen worden. Deze ruimten zijn met een stalen trap te bereiken. Het dak tenslotte is eerst met speciale platen afgedekt. Daarop is een 3 cm dikke ce- mentlaag aangebracht en het geheel wordt door leien afgedekt. AFSCHEID VAN NEDER LANDS AMBASSADEUR IN BONN. Gisteren heeft de Nederlandse am bassadeur in Bonn, vice-admiraal J. M. de Booy, in een intieme plechtig heid afscheid genomen van het per soneel der ambassade. Vice-admiraal de Booy verliet niet alleen zijn post in Bonn. Zijn afscheid betekende ook een heengaan uit 's lands dienst, waarin de scheidende ambassadeur achtereenvolgens militaire, ministe riële en diplomatieke posten heeft be kleed. Het langst heeft de heer de Booy het land gediend als officier van de Koninklijke Marine. In 1944 werd hij minister van Scheepvaart, later ook van Marine en Visserij, in het Londense Kabinet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 3