Egypte's nieuwe leiders houden nog steeds grote schoonmaak. 89. Kade te Goes opnieuw in het middelpunt der belangstelling. HET BOEK Vuile was in de Woestijn... Aanvallen op het koningschap en roep om republiek* ïSSKSff» Zegenrijk werk der Stichting tot verbreiding van 't Geestelijke lied De voor- en tegenstanders aan het woord, it opleverde. jonné op het nber a.s. Verdwijnende naam. Misrair HEREN REGENJASSEN DAMES REGENMANTELS Parkeerterrein o/ jachthaven r I Pagina i Zaterdag 20 September 1952 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 's Morgens om tien rg tegen Breda; om burg—Breda en om Tilburg, 's Middags Domburg tegen een ieidemij. 'ountry. landelijke rijveren!, [ieuwland een cross, ■ilanden ten Zuiden deelnemers moeten nissen in het terrein gemaakte tijden be- NGEN. an Politie te Vlis. 1, dat in het tijdvak iber aan zijn bureau irpen als gevonden ldtas met inhoud, geel teddybeertje dop van benzine, je met drie sleutels, i een snoer blauwe aan zijn bureau de iders van de navol, zijn te bevragen: nen riem, paar groe ien, paar grijze he. portemonnaie niet lakbijl, twee straat, muntbiljet van ƒ1 paar nylonkousea t Engeland, rood le. mnaie met inhoud, witte haarstrik met irportemonnaie, BK. rillendoos en zwart ïonnaie met inhoud. en aan Goes. is is, Shawlsi yama's en tze week in GOES-BAARN E3RAAI £1 -- (Van onze correspondent Alfred van Sprang). CAIRO, September 1952. Cairo zucht in de zon. Op de hoeken van de straten staan groepen politie-agenten in witte zomeruniformen Cn met zonnehoezen van wit linnen over hun rode fez. Lusteloos leunen ze op hun geweren en vegen van tijd tot tijd het zweet van hun ge zichten. Op het drukke Midan Ismailia (waar een ordeloos verkeer op levensgevaarlijke wijze om een in aanbouw zijnd standbeeld raast) Zit een afdeling bereden politie met de paarden aan de hand op lange banken in de schaduw. Het asfalt voor hen ligt te smelten in de tril lende hitte. Onder de bomen in de buurt van het hotel met de tevergeefs op toeristen wachtende gidsen ervoor staat een vechtwagen. Twee militairen met groene baretten op hangen er slaperig in en wachten verveeld op de aflossing. Zo ziet Cairo er uit. Het straatbeeld herinnert sterk aan dat in die donkere dagen van Januari toen fanatieke demonstranten een groot deel van de binnenstad verwoest hebben. Evenals nu was er ook toen overal politie en militairen op de been. Er zijn echter ook verschillen. IEn zo beschuldigt men de koning van alles waarvoor men tot nu toe geen In de hal van het luxueuze Semira- mis Hotel aan de oever van de NJjl is het permanent voor koning Faroek gereserveerde tafeltje bijvoorbeeld nu Verdwenen. Ook de portretten van de koning zijn er niet meer. De kalenders piet de kleurenbeeltenis van de koning |n alle overheidsgebouwen, kantoren, Winkels en vele woningen hebben even eens een verandering ondergaan. Som migen hebben het koninklijke gezicht Weggescheurd. Anderen hebben er een fctuk wit papier of een foto van Naguib Overheen geplakt. De straat welke tot nu toe Sharia Faroek heette is omgedoopt in Sharia el Geysh (Straat van het leger). Ook Faroek Airport en Faroek Sporting Club hebben haastig een andere naam aangenomen. Vele Egyptenaren, die Faroek heten, laten die naam veranderen. Overal ver dwijnt de naam van de koning uit het Egyptische leven. Een half jaar gele den was diezelfde naam omgeven door een bijna heilig aureool. Het was een halsmisdaad om in het openbaar cri- tiek te leveren op de drager ervan. Nu is het precies andersom. In een uit barsting van woede ontlast het Egyp tische volk alle opgekropte haat en minachting jegens de in ongenade ge vallen koning. Men heeft geen goed Woord voor hem over. De één heeft al sterker voorbeelden van zijn machts wellust en onkoninklijk gedrag dan de ander. De enkele weifelende woorden tot zijn verdediging gesproken worden verre overstemd door de meestal felle en grove critiek. En in de critiek richt men zich niet alleen tegen de koning, maar tegen alles wat met het koningschap te ma ken heeft. Een golf van antl-monarchis- me woedt op het ogenblik In Egypte. In een bijna republikeinse demonstratie heeft men bijvoorbeeld de deur van de koninklijke wachtkamer opengebroken en het publiek toegelaten. Men spreekt erover om de koninklijke paleizen ln toeristenhotels (vooral voor Amerika nen), universiteiten, scholen en hospi talen in te richten. Het koninklijke vliegveld is opgeheven en de konink lijke vliegtuigen in de Egyptische lucht macht zijn onteigend en andere eigen dommen in beslag genomen. Men schrflft in de kranten, dat de konink lijke familie eigenlijk niet eens van Egyptische oorsprong is. En men tracht bewijsmateriaal te verzamelen om te kunnen aantonen, dat de nieuwe mo narch niet van koninklijke bloede is. Beschuldigingen. Daar blijft het niet bij. Verscheidene Egyptische dagbladen publiceren sensationele onthullingen uit het leven van de koning. Ze nemen daarbij geen blad voor de mond. Zo schrijft één van de grote kranten onder de vette kop „Ex-koning redt Britse troepen in de kanaal-zóne van honger en verschaft hun kalkoenen, groente en vruchten van de -koninklijke domeinen'" De volgende aanval: „Koning Faroek was de grootste ver rader van de Egyptische beurijdings- legioenen in de kanaal-zóne. Tegen Kerstmis 1951 waren de Britse soldaten uitgehongerd en gedemoraliseerd door de voedselblokkade van de Egyptische commando's. Het was noodzakelijk om kalkoenen, vruchten en andere levens middelen te verwerven om een muiterij te voorkomen. De Britten hadden vijf millioen gulden voor dit doel beschik baar maar de Egyptische commando's verboden kooplieden om handel met de Britten te drijven. Op 25 December echter troffen zij volgeladen vracht auto's van de koninklijke domeinen aan. Die bleken onafgebroken in de weer te zijn met het transport van enorme hoeveelheden levensmiddelen naar de Britse kampen. De koning was uit op de vijf millioen gulden van het Britse leger. De commando's staken de vrachtwagens echter in brand'' Een andere krant laadt alle schuld voor het in brand steken van Cairo op de koning en de Britten. In vijf lange artikelen met koppen als: Waar om koos ex-koning Faroek 26 Januari voor de brand van Cairo, en: Koning Faroek verijdelt bevrijding van Egypte tracht men het bewijs te leveren, dat de koning van alles op de hoogte was en met de Britten plannen beraamd had om door het ontketenen van orde verstoringen in Cairo te voorkomen, dat de Egyptische studentenbataljons het Britse leger zouden aanvallen. De vijf artikelen lijken een ongeloofwaar dige detectiveroman. En weer een an dere krant keert zich tegen de koning en zijn omgeving met: „Koning Faroek was een symbool van verderfelijkheid. Hij deed alles wat zijn regering deed. Zij waren ver kwistend en dus hij ook. Zij hielden de boeren en arbeiders in slavernij en dus bracht hij de hele natie onder slavernij. Zij stalen en hy stal". schuldigen heeft kunnen vinden. Grote zuivering. De kroon is niet het enige doelwit. Egypte maakt van deze gelegenheid gebruik om het gehele openbare leven te zniveren van de elementen, die zich meer om eigen belang dan om dat van de staat bekommerd hebben. De kranten staan vol met beschuldigingen. Allerlei oude schandalen worden nu opgerakeld. Duizenden mensen schrijven brieven aan het leger waarin ze misstanden sig naleren en de overtreders met naam en toenaam noemen. Corruptie is een woord, dat ln deze dagen op ieders lip pen ligt. Egypte hangt de vuile was buiten en ze doet dat op een manier, die sterk aan zuiveringen in communis tische landen herinnert. Politici, overheidsdienaren, diploma ten, officieren van leger en politie: bij tientallen worden zij ontslagen of ge- pensionneerd. Ambtenaren die misbruik gemaakt hebben van hun positie, ver dwijnen uit de ministeries. Ambassa deurs die Egypte in het buitenland on bevredigend vertegenwoordigd hebben, worden teruggeroepen. Ondeskundige en oude generaals krijgen pensioen Men concentreert zich vooral ook op de po litieke partijen. Daarin verschuilen zich de machtige figuren, die Egypte in het verleden zo slecht bestuurd hebben. Het leger heeft deze partijen opdracht gege ven die leiders uit te zuiveren. De par tijen hebben er uiterst traag op gerea geerd en een soort lijdelijk verzet ge pleegd ln de veronderstelling, dat de soep nooit zo heet gegeten als opge diend wordt Dat men zich daarin sterk vergist heeft, bleek toen generaal Naguib op één nacht zeventig van deze ongewens te elementen van hun bed liet lich- Het heeft waarschijnlijk niets met voorbije of komende gebeur tenissem- in Egypte te maken, maar in de nieuwe dienstregeling van de Egyptische luchtvaart maatschappij Misrair staat tussen de gebruikelijke mededelingen over vervoer van passagiers en bagage deze ietwat lugubere pas sage: Vervoer van Stoffelijke Over schotten: a. vervoer van stoffe lijke resten in asvorm: het ge wone vrachttarief plus een toe slag van 200 procent; b. vervoer van stoffelijke resten in kisten: het gewone vrachttarief plus 100 procentc. er wordt geen kor ting verstrekt voor het vervoer van grote hoeveelheden. ten en opsluiten. En zelfs een man als Aly Maher heeft tot z\jn schande moe ten ervaren, dat het leger meent wat het beweert. De militairen hebben de civieien zes weken de kans gegeven om hun leven te verbeteren. Men heeft die laten voorbijgaan met het gevolg, dat de militaire invloed toeneemt. En mis schien kan men zo bereiken wat de burgerkabinetten niet hebben kunnen bereiken: een bestuur, dat zich werke lijk om de belangen en op eerlijke wijze tracht het lot van de twintig millioen Egyptenaren te verbeteren. Plannen. Er is tenminste een begin. Van het ogenblik, dat koning Faroek aan boord van het staatsjaoht de haven van Alexandrië uitgevaren is, is er een frisse wind door de Egyptische samen leving gaan 'waaien. Het Egyptische volk is bezield met een ongewoon opti misme en vertrouwen. Men heeft zich als één man achter generaal Naguib geschaard in de overtuiging, dat hij het land kan redden. Automatisch keurt men alle plannen goed welke zijn In stemming hebben. En plannen zijn er volop. In de laatste zes weken heeft men meer plannen op papier gezet dan men in zes jaar zal kunnen uitvoeren. Eén van da meest-ingrijpende is het plan voor de nieuwe verdeling van het schaarse bouwland. De helft daarvan is in handen van een kleine groep groot grondbezitters (waaronder koning Fa roek) en er is nu een wet in voorbe reiding om deze te onteigenen en het vrijkomende land beschikbaar te stel len voor de kleine boeren. Verder zijn er plannen voor de ontginning van meer woestijnland, voor de uitbreiding van de industrie, voor opvoering van de levens standaard en verlaging van de kosten van levensonderhoud, voor modernise ring van het leger en verbetering van het onderwijs. En voor duizend-en-één andere projecten. In de zucht naar verandering ver liest men zich zelfs in zulke weinig- urgente problemen als de vervanging van de traditionele fez door een som- (Ingezonden Mededeling advert en met capuchon van een prachtige kwaliteit 100'/» zuiver wollen GABAR DINE, changeant gevoerd, NU voor lagere prijs dan ooit te voren 75 Een jas van zeldzame kwaliteit waar U Jarenlang pietzier van heeft. LANGE NOORDSTRAAT 10*13 MIDDELBURG brero. Anderen laten zich echter niet door al die plannen van de wijs bren gen. Ze willen resultaten zien van de omwenteling. Aan de ene kant is dat begrijpelijk, maar aan de andere kant kan men onmogelijk op zo korte ter mijn al spectaculaire verbeteringen eisen. Men kan nu eenmaal niet een arm en door en door corrupt land ineens in een welvarende modelstaat omtoveren. Dat eist geduld en tijd. Het Egyptische volk heeft dat echter niet. In het verleden heeft het al zo dikwijls tevergeefs naar schone belof ten geluisterd dat men er het geloof in verloren heeft. Men is bang, dat als er nu niet snel en krachtig opgetreden wordt, de oude en altijd nog invloed rijke machten weer zullen proberen stap voor stap het verloren terrein te heroveren. Dat generaal Naguib en het leger daar ook van overtuigd zijn be wijzen de laatste ingrijpende maat regelen: een tweede injectie in een volgens de doktoren niet snel genoeg op krachten komende patiënt. Wij hebben een lied voor de wereld Een opdracht moet vervuld worden, maar de financiële middelen ontbreken Men schrijft ons: Wij hebben een lied voor de wereld. Het lied, dat de Kerk van Christus alle eeuwen door gezongen heeft. Het geloofslied, dat God verheerlijkt en in donkere dagen een bron van troost is. Wij hebben dat lied, want God gaf het ons. Hij gaf het ons voor onszelf, maar ook om het door te geven aan wie het nog niet kennen of daarvan vervreemd zijn geraakt. Dit zijn honderden millioenen in de wereld. Het zijn honderdduizenden in ons eigen land. Wij hebben Gods Woord. Door Zending en Evangelisatie moet de Kerk dat Woord aan ieder brengen. De invloed van het geloofslied is niet te peilen. Dit wordt ervaren op de Zendingsvelden. Doch daar niet alleen. Ook dicht bij huis worden onkerkelijke mensen erdoor voor Jezus gewonnen. Afgedwaalden wor den tot Hem teruggebracht. De Psalmen kwamen uit in een nieuwe berijming op de oorspronke lijke melodieën der zestiende eeuw. In 1940 gaf de Stichting voor de Unie van Baptisten Gemeenten in Neder land de „Lofzangen en Gebeden" uit. In 1951 verscheen daarvan (eenstem mig en vierstemmig) een geheel om gewerkte uitgave. Maar nu kan de Stichting niet ver der zonder medewerking van heel Christelijk Nederland. Daarom deze noodkreet. De Stichting toch heeft niet als het Nederlands Bijbelgeno'-tschap een leger van contribuanten achter zich. Wij moeten het werk thans samen gaan dragen t. niet gelijk het deze jaren steeds geweest is alle zorgen overlaten alleen aan ds Hasper en enkele getrouwen. Van een bre dere grondslag is tot dusver nooit iets gekomen. En de last is voor één altijd al te zwaar geweest. Uit de interneringskampen van de laatste oorlog (zowel in Azië als Europa) kwamen de getuigenissen omtrent de wondere macht van het geloofslied. In verschillende Japanse kampen op Java, Celebes, Borneo en Sumatra was de bundel „Geestelijke Liederen uit den schat van de Kerk der Eeuwen" een rijk bezit. Ook vóór de oorlog spraken de verzen, de melo dieën en de toonzettingen zózeer tot de harten der gelovigen, dat het boek zowel bij de kerkelijke erediensten als bij evangelisatie- en huiselijke samen komsten in gebruik kwam. Het wint de zielen. Van het Batak- land is gezegd, dat Nommensen het zingende voor Christus heeft ver overd. Mr Presswood, een Ameri kaans zendeling onder de Dajaks van Borneo, vertelde in het Japanse kamp, dat hij op zijn grote tournee's door de binnenlanden een zingende groep Dajak-Christenen meenam, die de hei dense stamgenoten het geloofslied leerde zingen. Hierdoor werd het hart geopend voor het Woord, dat Presswood bracht. Ging hij naar een volgend gebied, dan gebeurde het, dat een heel dorp hem met deze liederen tegemoetkwam om hem binnen te ha len. Het lied was zijn komst vooruit gesneld, want door het tussen de dorpen en streken bestaande contact was er altijd wel iemand, die het reeds in een naburige streek had gebracht of ermee thuis was gekomen. Een Soembase evangelist, een dichter lijke kleinzoon van een priester-zanger, leert thans zijn kerkgangers het door hem gepredikte woord vasthouden door de korte inhoud ervan te gieten in de vorm van een lied. Zo weer klinkt op de sawah-paadjes het ge zang van een man, die naar huis gaat, of men hoort op een stille maanavond een groepje mensen samen zingen wat enkelen van hen in de kerkdienst hebben gehoord. Zoals nu de Bijbelgenootschappen (particulier, maar interkerkelijk) zich bezig houden met vertaling, uitgave en verspreiding der Heilige Schrift, zorgt de (óók particuliere, en óók interkerkelijke) STICHTING TOT VERBREIDING VAN HET GEESTE LIJK LIED voor de verzameling, be werking, uitgave en verspreiding van de beste geestelijke liederen en me lodieën in verschillende talen. ENIGE TIJD GELEDEN heeft opnieuw de kade van Goes het on derwerp van bespreking uitgemaakt. Dat was op de vergadering van de Bond Heemschut, waar zowel de voorzitter, dr J. A. Bierens de Haan, als de secretaris, Ton Koot, zich fel keerden tegen de ver langens van de inwoners van Goes-Noord om de kade te dempen en er een parkeerplaats van te maken en waarbij beiden hun warme in stemming betuigden met een andere actie, om van de kade een jacht haven te maken. Over deze plannen wordt in Goes natuurlijk voorlopig nog achter de schermen druk gedebateerd. Uit de veelheid der meningen zullen wjj nu een beeld geven en daarbij de voor- en tegenstanders van demping, en het ai of niet inrichten van een jachthaven, aan het woord laten, daarbij uiteraard buiten beschouwing latend of er voor al die plannen de nodige financiën aan wezig zijn. de watersportvereniging „De Werf' is de klacht geuit, dat hun onlangs vergrote jachthaven wéér al te klein is geworden om de schuitjes van alle leden te kunnen bergen. Voorts bestaat er van de zijde van Belgische water sportliefhebbers en ook van zeilers uit Rotterdam grote belangstelling voor Goes. Leden van de Koninklijke Jacht club in Antwerpen hebben geconsta teerd, dat zij even goed hun jachten hier in Goes kunnen stationneren als in Antwerpen. Voordat zij van hun woonplaatsen, meestal ten Zuiden van Antwerpen gelegen, bij hun jachten zijn en met die jachten dan weer op de Westerschelde bij Bath, zijn zij ook met hun auto in Goes, vanwaar zij meteen met hun schepen op de Oostersohelde terecht komen, die voor zeilers nog aan trekkelijker is dan de Westerschelde óók. Voort» heeft Goes het voordeel, Eén der voorstanders van de stichting van een jachthaven is wethouder A. R o o s e. Hij is mede-samensteller ge weest van het rapport, dat het comité „Goes Noord" vorig jaar in September liet verschijnen en waarin demping be pleit werd. „Zoals het nu is kan het niet blijven", zegt hij. „De haven is volmaakt on bruikbaar en een kwelling voor de om wonenden". „Waarom ik nu voor een jachthaven ben? Ik vind het een onderzoek waard óf er een nuttiger bestemming kan wor den gegeven". „En de voordelen?" vroegen we. OORZAKEN „Laat ik eerst de oorzaken aanwij zen, die hebben geleid tot het maken van plannen voor een nieuwe jachtha ven" zegt hij en dan somt hij op; „Door dat de jachten bij elk tij geschut kun nen worden. Indien Goes een grotere Jachthaven had, zou de vereniging zeker een vjjftig Belgische zeilers als leden kunnen boe ken afgezien van de vele gastzeilers die hier zonden komen. EN GEVOLGEN Voor Goes en speciaal Goes Noord betekent deze zeüactiviteit een voor deel, meent de heer Roose. De jachten zullen hier 's winters worden opgelegd en er zullen reparaties aan verricht moeten worden. Het zou zelfs 's winters wat vertier in de stad brengen. WAT ER ZOU MOETEN GEBEUREN Er zouden heel wat voorzieningen getroffen moeten worden. Allereerst zou er een nieuwe beweegbare brug moeten worden gebouwd. Vervolgens zouden er plankiers gemaakt moeten worden. De heer Roose meent, dat de bouw van een jachthaven meteen een mooie gelegenheid zou zijn de kademuren te vernieuwen „dit moet binnen, korte of langere tijd toch gebeuren" en meteen de rijweg naast de kade ver breden. Dan blijft nog de stank. Allereerst zal de overtollige modder weggebaggerd moeten worden. De res ten van de oude damwand, die aan de binnenkant van de brug al die modder doet ophopen zullen als „rotte kiezen" uitgetrokken moeten worden. Mogelijk zou door het slaan van wel putten een zekere doorstroming tot stand kunnen worden gebracht". Dit is de mening van een voorstander, die niet over de financiën heeft ge praat, want géld gaat de kade toch kosten! Wat betreft de bouw van een nieuwe brug vernamen w(j, dat een grote firma van buiten Zeeland, die voor Goes ac tieve belangstelling toont, zou hebben toegezegd een groot bedrag hiervoor ter beschikking te stellen. DEMPEN! De heer J. de Kruyter, voorzitter van het comité „Goes Noord", blijft er bij, dat kade-demping noodzakelijk is. Goes heeft zich gestadig ontwikkeld in de voorbije jaren maar de toevoer verbindingen naar het Noorden zijn ge heel afgetapt en niets is daarvoor in de plaats gegeven. „Het Noorden heeft brede toevoerwegen nodig die lopen vanaf de Rijksweg". Door het verkeer en het vervoer zal het Noorden, „dat de tol heeft betaald van de uitbreiding van Goes" welvaart worden gebracht, Hij blijft van mening, dat de verlenging van Zaagmolenstraat naar 'g-Heer Hendrikskinderendijk, afdoende ver betering van de J. A. v. d. Goeskade, een nieuwe woonwijk in het Noorden, de ontsluiting en exploitatie van het haventerrein en de sanering van het Noordelijke stadsdeel door het dempen van de haven, de bloedtransfusie vormt, die Goes Noord nodig heeft om tot nieuw leven te komen. DE JACHTHAVEN?: AFBRAAK Desgevraagd verklaarde hij, dat de jachthaven ongetwijfeld de Zondags rust zal schaden en het aangezicht van het stadsdeel zal ontsieren. „Velen, al dus de heer De Kruyter, zullen zich 's zomers aan het tentoongestelde sto ren en de maanden, dat de jachten hier liggen opgelegd, zullen de onttakelde masten doen denken aan afbraak. En wie zegt, dat deze jachthaven altijd de vreemdelingen zal trekken? Als er een andere haven komt met lagere lig gelden en betere outillage verdwijnen de zeilers weer" zo meende hij. „Ik vraag me af, of het te investeren bedrag verantwoord is voor het doel, dat geen afdoening .betekent voor een economische verbetering van het Noor den. Goes heeft nodig een parkeerterrein en een uitbreiding van het zakencen trum". En hij besloot: „Men kan welis waar een Gotisch huis, als het museum, zoals het ln het water spiegelt, bewon deren, doch het blijft onproductief". DE MENING VAN EEN ZEILER De heer G. J. van Zee, bestuurslid van de watersportclub „De Werf" en waterconsul voor Goes hebben wij eveneens naar zijn mening gevraagd. „Ik spreek hier zuiver ais zeiler" zo begon hij. „Als middenstander zou l'k zeggen: dempen". Ais zeiler zeg ik: „Een kaai zonder schip is niet mooi. Maar toch als er een jachthaven zou komen, ik zal er nooit gaan liggen". „En waarom niet?" „De jachthaven, die we nu hebben, heeft een eigen beslotenheid, een inti miteit, die we in de kade nooit zullen bereiken. Je ligt daar zeker niet prettig en ik kan me voorstellen, dat de men sen er op Zondag zich aan zullen sto ren als er zeilers op hun scheepjes be zig zijn. En voor de vreemdelingen? Ja het is waar, dat er warme belangstelling voor Goes bestaat. Dit seizoen hadden we honderdtwee gasten, die we niet konden bergen. Ze hebben behoorlijk besteed hier in Goes vraagt U het maar aan"en hij noemt de namen van enkele zaken. Met de mening, dat de haven er des winters niet gezellig uit zal zien met al die onttakelde jachten is hij het eens. „En tenslotte", zo merkte hij op, „zit men met de moeilijkheid van de brug. Want wie garandeert een zeiler, dat hij, als hij 's avonds in de nieuwe haven het anker laat vallen, 's ochtends om zes uur bijvoorbeeld weer uit kan va ren Veertig jaren geleden is het werk al begonnen. De beste liederen moes ten worden verzameld, geschift, voor het eerst of opnieuw worden bewerkt. De melodieën moesten vaak onder het stof der eeuwen worden vandaan ge haald. De eerste uitgaven der Stich ting hebben reeds in de jaren 1935 1940 naast de Bijbel in vele scholen en gezinnen, in kerken en verenigings gebouwen, overal waar Nederlander» wonen, een plaats gevonden. Zij gin gen gedurende de oorlog in de kam pen van hand tot hand, en brachten ongekende troost. Van het begin af waren alle liede ren ten behoeve van evangelisatie zangkoren, militaire tehuizen, scholen en particulieren ook losbladig te ver krijgen. Maar het werk der Stichting is in Nederland nog veel te onbekend. Wy zijn lang niet diep genoeg door drongen van haar dienst aan het Evangelie. Wy beseffen te weinig de rijke geestelijke zegen, die God op het geloofslied gegeven heeft en nóg geeft. Akeleistraat 103, 's-Gravenhagej postgiro: no. 366200, kantoor 's-Gra- venhage, ten name der Stichting tot verbreiding van het Geestelijk Lied. Dit zijn de gegevens, die U nodig hebt. De Stichting heeft steun nodig. Haar opdracht moet volbracht worden. In het comité van aanbeveling heb ben zitting: Prof. Dr J. H. Bavinck, Baarn; Jhr W. H. de Beaufort, Maarn; J. Berg, Boskoop; Ds A. Bikker, Amsterdam; Mr Dr J. N. Bouman, 's-Gravenhage; Ds L. Brink, Velsen; r uit.-Gen. M. R. H. Calmeyer, 's-Gravenhage; Mr Dr J. Donner, 's-Gravenhage; Prof. Dr K. Dyk, Amsterdam; Dr W. F. Golter- man, Amsterdam; Dr W. G. Harren- stein, Amsterdam; Dr I. Huizenga, te 's-Gravenhage; L. Huizinga te Groningen; Ds A. T. W. de Kluis, 's-Gravenhage; Ds J. C. Konings berger, Amsterdam; Ad. Kuiper, Huis ter Heide; Dr J. A. Nederbragt, Voor burg; Dr O. Norel, Leiden; Ds H. Postma, Nyverdal; Mr A. B. Roosjen, Amsterdam; Jhr W. de Savornin Loh- man, Arnhem; Dr .T. ,J. R. Schmal Voorburg; Mr W. F. Scl okking, Am sterdam; Ds J. H. Sillevis Smitt, 's-Gra venhage; Ds H. Spliethoff, Haarlem; Mr C. J. Verplanke, Haarlem. Uit de wereld van Prof. mr P. A. Diepenhorst. Trouw en met ere. De ontwik kelingsgang der anti-revol. of chr.-histor. richting in vogel vlucht. G. J. A. Ruys, Uitg. Mij Amsterdam. Prijs f3.90. Prof. Diepenhorst geeft in dit popu lair geschreven werk van 132 blz. een historisch overzicht van het werken der Protestants-Christeiyke partijen sinds haar ontstaan. De grote mannen als Groen v. Prinsterer, Kuyper, de Savornin-Lohman e.a. passeren de revue. Lezing van dit boekje brengt ons weer de geestelijke strijd onder de aandacht, die gestreden is tegen het liberalisme, het socialisme en voor het bestaansrecht der christelijke organi satie. Wie zich daar weer in verdiept, gevoelt tegeiyk de leemte, waar we in onze tijd mee worstelen. Als belangrijk punt voor het heden noemt prof. Diepenhorst de roeping tot nauwer samenwerking der protestant se christenen. Graag hadden we dit punt meer uitgewerkt gezien, omdat hiermede ten nauwste samenhangt d« betekenis, die de christelijke politiek voor de toekomst in ons volk zal kun nen hebben. Dr F. W. Grosheide. De Psal men, le deel (Ps. 170). Uitg. J. H. Kok, N.V., Kampen 1952. Prijs geb. f 6.90. Dat de bekende Hoogleraar der Vrije Universiteit met zijn arbeid zich beperkt tot het Nieuwe Testament, blijkt uit deze uitgave. Dit is medita tief werk in de goede zin. Niet de ge dachten laten gaan naar aanleiding van een Schriftwoord, zoals nogal eens gebeurt, maar de Psalm zelf inden ken, en de gegevens uit de Psalm ver werken. Daardoor wordt het vers an der Psalmen door dit werk bevorderd, en de lezing maakt geestelijk rijker. Wie uit de rijkdom van de Psalmbun del wil genieten, verzuime niet, zich daarbij door dit werk, dat prachtig uitgegeven is, te laten leiden. St. I ilr ■Ml

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 5