irdt
S|OUK VAN HOLDINGE
I
Opsomming van de hedendaagse
problemen»
5 ver
Ontwikkelingsplan voor Nieuw-
Guinea wordt thans opgesteld»
REMMEN OP EMIGRATIE NAAR
CANADA NIET BLIJVEND.
N* C* W* Be heft zichzelf op*
J* de Keijzer, de vogelvriend van
„Vrederust1
uaglna 2
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
C. E. C. concludeert:
Landdag „Steun Wettig
Gezag" te Rotterdam»
Dreigende mijnwerkers
staking in Amerika.
Chr. Beambtenbond kan nu gevormd worden
De uil in het bos luisterde
nog
Defensie door geallieerden
gewaarborgd.
Verhaal uit de tijd der Kerkher\ "ng.
Woensdag 17 September 1952
14.000.000
1.400.000
in de aan-
itgaan, dat
hil bestaat
jaar 1952
ijke cijfers
t te stellen,
ekend met
2 millioen,
de gewone
e dienst I
sr een na-
dienst van
kt echter,
f 611 mil-
ordige 350
if, dat de
de nodige
getracht
seren. Het
952 in het
zullen lig-
len bedrag
kan men
in vroe-
taat alleen
op de be-
>ok enkele
ai
verwaar-
n uitgave-
f 641 mil-
g zijn deze
f 338 mill.
166 mill.
73 mill.
64 mill.
f 641 mill.
een ver
middelen,
ekort toch
opgelopen.
:ien begro-
ijfers voor
k een ver-
nister van
dat dit
zegt hij
952 komen
waarvoor
1953 geen
den uitge-
is de ge-
;n jaar ge-
tengewone
n dan het
ander een
ke moesten
jelang van
ok bü ver
en van de
een aan-
uitgaven-
tiet bijzon-
noemd het
ende gele-
litgaven in
was het
alverstrek-
de Staats-
bedragen
e ontwik»
idat ener»
overwe»
iven rede-
en ontko
mt worden
cking van
middelen
omie zeer
Ie factoren,
|e sectoren
onderling
nden, doch
Ind karak-
Jlitaire sec-
lerwegende
Lurtenissen
[inspanning
erband in
Atlantische
[•d zijn van
mate he
rzieningen,
erkelijk in
or de oor-
jiciële bij-
lerstel van
schade.
de geste-
de rege-
andhaving
peil van
lillend ge-
koest gaan
bden van
lier civiele
|n belang-
structu-
Ich in een
als de
Jde wijzi-
|e samen-
centrale
doet zich
liet alleen
T die voor
puwbeleid,
emigratie
verschei-
Ln, in het
lorden ge-
1 het indu-
de mili-
irder zul-
fste jaren
l geweest,
ft, dat het
vaar nog
Ie kolom.)
DE TROONREDE
H. M. de Koningin heeft gisterenmiddag om
één uur de zitting der Staten-Generaal geopend
met het uitspreken van de volgende Troonrede.
„Leden der Staten-Generaal.
Bij het overzien van de ontwikkeling in de achter
ons liggende periode is er, naast grond voor be
zorgdheid, ook in meer dan één opzicht reden tot
voldoening en dankbaarheid.
In de internationale toestand is helaas geen ont
spanning ingetreden, maar aan de samenwerking
tussen de vrije volken kon tastbaarder gestalte
worden gegeven. De grondslagen voor de veiligheid
van het Westen werden door voortgezette opbouw
der Atlantische strijdkrachten bevestigd en uit
gebreid. De voortschrijdende integratie van West-
Europa zal die grondslagen verder versterken en
houdt, indien zij ook op economisch gebied wordt
voortgezet, tevens de belofte in van een blijvende
bijdrage tot verhoogde welvaart der daaraan deel
nemende volken.
In het betalingsverkeer met het buitenland is
een wending ten goede opgetreden.
Internationale betrekkingen.
Ook in de voor ons liggende periode zal de ont
wikkeling der internationale betrekkingen in be
langrijke mate haar stempel drukken op het beleid.
Teneinde in het kader van de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie een versterking der Westeuro-
pese defensie te bereiken, werd de Europese Defen
sie Gemeenschap voorbereid. Een ontwerp van wet
tot ratificatie der in dit verband aangegane over
eenkomsten zal binnenkort de Staten-Generaal
bereiken.
Aan een nauwe samenwerking met België en
Luxemburg in Beneluxverband blijft de regering
grote waarde hechten.
Nu belangrijke structurele wijzigingen in de inter
nationale verhoudingen met toenemende snelheid
tot ontwikkeling komen, zal het aan de behartiging
van het buitenlands beleid ten goede komen, indien
de wijziging van de bepalingen in de grondwet be
treffende de buitenlandse betrekkingen, welke reeds
in eerste lezing door de Staten-Generaal is aan
vaard, zo spoedig mogelijk van kracht wordt.
De regering is bereid de besprekingen met Indo
nesië over de Nederlands-Indonesische Unie en
daarmede samenhangende kwesties, welke in Fe
bruari j.l. werden opgeschort, te hervatten met het
doel een nieuwe basis voor de betrekkingen tussen
Nederland en Indonesië te leggen.
De regering zal zowel de geestelyke en sociale
ontwikkeling der bevolking van Nieuw-Guinea als
de economische vooruitgang van het land bevorde
ren. Het ligt in het bijzonder in de bedoeling zo
spoedig mogeiyk een ontwikkelingsplan voor dit
gebiedsdeel vast te stellen.
Door een en ander dient de grondslag te worden
gelegd voor de mogelijkheid, dat op den duur de
bevolking in staat zal worden gesteld zelve over
haar toekomst te beslissen.
Hiermede wordt tevens gehandeld in overeen
stemming met artikel 73 van het handvest der
Verenigde Naties.
In overleg met de regeringen der Nederlandse
Antillen en van Suriname zal er naar gestreefd
worden de voorbereiding van de nieuwe rechtsorde
in het koninkrijk voortgang te doen vinden.
Het ligt in de bedoeling met spoed de instelling
te bevorderen van de commissie voor het voortgezet
overleg, waartoe de conferentie Nederland-Suri-
name-Nederlandse Antillen besloot.
Betalingsbalans.
Tengevolge van in 1951 getroffen maatregelen, de
gunstige ontwikkeling van de ruilvoet met het bui
tenland en een aantal slechts tijdelijk werkende
factoren, zal waarscbdjniyk in 1952 voor het eerst
na de bevrijding de betalingsbalans een overschot
vertonen.
De goud- en deviezenvoorraad is echter, in ver
houding tot de totale handelsbeweging, nog aan
zienlijk kleiner dan voor de oorlog.
Daarenboven is de internationale economische
toestand vol onzekerheid, terwijl de dichtheid en
de snelle groei van onze bevolking voortdurende
toeneming der economische bedrijvigheid voor ons
land dringend noodzakelijk maken.
Het feit, dat de productie reeds geruime tijd gelijk
is gebleven en dat de werkloosheid zich gemiddeld
in 1952 op een hoger niveau bevindt dan vorige
jaren, noopt er toe de werkgelegenheidspolitiek
steeds meer als het centrale punt in het sociaal-
economische beleid te zien. Primair is de ontwikke
ling van het normale bedrijfsleven.
Met het oog hierop zal dan ook met name de
industrialisatiepolitiek met kracht worden voort
gezet, waarby de mogeiykheid van voldoende in
vesteringen zal zyn te bevorderen, mede door par
ticipatie van de overheid in de investeringen waar
de omstandigheden daartoe nopen.
Naar een versnelde uitvoering van de plannen
voor de ontwikkelingsgebieden wordt gestreefd.
De bereidheid bij het bedrijfsleven om tot nieuwe
investeringen over te gaan is uiteraard in belang
rijke mate afhankelijk van de verwachtingen om
trent de afzet der producten. Daartoe zal hand
having en zo mogelijk verhoging van de koopkracht
der bevolking van belang zijn, terwijl tevens de
export zal zijn op te voeren. Dit geldt met name
voor de uitvoer naar de Verenigde Staten van
Amerika en Canada, aangezien ook bij een overigens
gunstige betalingsbalans het dollartekort nog blijft
bestaan. Een zo snel mogelijk totstandkomen van da
wettelijke voorzieningen, genoemd in de exportnota,
die in de afgelopen zittingsperiode aan de Staten-
Generaal werd overgelegd, is daarom gewenst.
De regering zal, terwille van de toeneming van
het handelsverkeer, krachtige steun verlenen aan
pogingen om internationaal tot verlaging van in
voerrechten te komen.
Waar nodig wordt de uitvoering van openbare,
in het bijzonder ook cultuurtechnische werken ver
sneld en de voorbereiding van nieuwe plannen
wordt ter hand genomen.
Voortzetting van een actief emigratiebeleid acht
de regering geboden.
Landbou wbeleid.
Het landbouwbeleid blijft gericht op een zo groot
mogelijke bijdrage van de landbouw in de nationale
productie, met inachtneming van de bestaanszeker
heid voor de werkers in deze bedrijfstak.
In het bijzonder door een consequente voortzet
ting en uitbreiding van het vestigings- en crediet-
beleid zal getracht worden de economische positie
der middenstandsbedrijven zoveel mogelijk te ver
stevigen.
Op het gebied van de woningbouw zal gestreefd
worden naar de bouw van tenminste 55.000 wo
ningen.
Een passende verhoging van de kuren zal aan
hangig worden gemaakt met compensatie van kos
ten voor die groepen huurders, ten aanzien van
welke dit mogeiyk en nodig is.
Om de krotopruiming dienstbaar te maken aan be
strijding van werkloosheid, wanneer in komende
jaren de bouwbedrijvigheid zou teruglopen, zal de
voorbereiding van saneringsplannen worden ter
hand genomen.
Het zal naar het oordeel van de regering ook
tijdens het komende begrotingsjaar geboden zijn
een deel van de lopende inkomsten van het rijk aan
te wenden voor het dekken van kapitaalsuitgaven.
Het is twijfelachtig of zonder deze financierings
wijze de middelen voor de woningbouw en voor
werken, noodzakelijk ook terwille van de werk
gelegenheid, in voldoende mate zouden kunnen
worden verkregen, terwijl het tevens aanbeveling
verdient, de nog steeds hoge staatsschuld zo be
perkt mogelijk te houden.
In verband met de zware lasten, die op de be
volking drukken, zal bij de uitgaven grote sober
heid zijn te betrachten.
Het onderwijs.
Naast de toenemende krachtsinspanning voor de
verdediging en op materiëel gebied komt de nood
zaak tot behoud en versteviging van de geestelijke
waarden van ons volk sterk naar voren. Voorzie
ningen, die hieraan dienstig kunnen zijn, zijn in de
afgelopen jaren voorbereid en, wat betreft de ver
nieuwing van het onderwijs, ten dele reeds in de
vorm van wetsontwerpen aan de Staten-Generaal
voorgelegd. Het ligt in het voornemen de verdere
uitwerking hiervan ook in de komende regerings
periode met voortvarendheid ter hand te nemen.
Voortgang zal worden gemaakt met het treffen
van maatregelen, opdat de Nederlandse bevolking
zoveel mogelijk aan de verschillende vormen van
onderwijs, kunsten en wetenschappen deel kan
hebben.
Onderzocht zal worden of voor leerlingen van de
lagere school wellicht voor alle leerplichtige leer
lingen het schoolgeld ware af te schaffen dan
wel de regeling ware te vereenvoudigen. Tevens
zal worden overwogen of meer belastingfaciliteiten
nodig zijn voor kinderen, die in opleiding zyn, of
ter tegemoetkoming in de kosten van eigen studie.
Verruiming van studietoelagen zal worden be
vorderd.
Aan de bemoeiingen van de overheid op het ter
rein van de vrije jeugdvorming zal een wettelijke
basis zijn te geven.
Een wetsontwerp tot regeling van de omroep en
een ontwerp van wet tot heffing van kijkgeld hoopt
de regering in dit zittingsjaar aan te bieden.
Ook overigens wacht op het gebied van de wet
geving regering en Staten-Generaal een omvangrijke
taak. Naast reeds genoemde wetsontwerpen zijn o.a.
aanhangig een ontwerp inzake de omzetbelasting,
dat heffing daarvan bij de detaillist wil beëindigen,
een ontwerp op de vervreemding van landbuw-
gronden om het ontstaan van onrendabele bedrijven
te voorkomen, benevens voorstellen betreffende her
ziening van het burgerlijk procesrecht en van de
cassatieprocedure.
Nadere voorstellen aangaande het burgerlijk pro
cesrecht worden voorbereid.
In verband met de voorgenomen herziening van
het burgerlijk wetboek zullen in de vorm van vraag
punten een aantal principiële kwesties aan de
Tweede Kamer ter behandeling worden voorgelegd.
Gestreefd wordt naar een spoedige indiening van
wetsontwerpen betreffende een algemene regeling
van de administratieve rechtspraak.
Een staatscommissie zal een onderzoek instellen
nopens in ons kiesstelsel aan te brengen wijzigingen.
Voorts zal mede in verband met het vraagstuk van
de samenvoeging van gemeenten de meest gewenste
bestuursvorm voor de grote gemeenten in onderzoek
worden genomen.
Sociale maatregelen.
Een herziening der pensioenwetgeving is in voor
bereiding.
Een definitieve regeling van de ouderdomsvoor
ziening, ook voor zelfstandigen, op de grondslag van
de sociale verzekeringsgedachte zal worden voor
bereid, zodra het advies van de sociaal-economische
raad is ontvangen. Op dezelfde grondslag zal een
definitieve regeling van de kinderbijslag voor zelf
standigen worden bevorderd. Vereenvoudiging van
de administratie van de sociale verzekering en de
belastingen worden voorbereid.
De regeling van het ziekenfondswezen en de or
ganisatie der gezondheidszorg zullen zijn te herzien.
Op het gebied van de landbouw zijn o.a. voor
bereid een landbouwarbeidswet, een landbouwwet
ter vervanging van de zogenaamde crisiswetgeving
welke aangepast zal zijn aan de wetgeving inzake
de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatieen een her
ziening van de pachtwet.
Een krachtige doorvoering van de bedrijfsorgani
satie zal worden bevorderd, opdat deze binnen een
redelijk termijn over de gehele linie van het be
drijfsleven wordt verwezenlijkt. Tevens zal bijzon
dere aandacht worden geschonken aan het vraagstuk
van de „bezitsvorming".
Steeds groter wordt de kring van problemen, die
u ter beoordeling worden voorgelegd. Niet alleen
binnenlands, maar ook internationaal vragen voort
durend meer onderwerpen de aandacht van de rege
ring en volksvertegenwoordiging. Temidden van de
dagelijkse zorgen en ingewikkelde problematiek
wordt het steeds moeilijker het geheel te blijven
overzien. Nog moeilijker is het tegenover de vraag
stukken van deze tijd de nodige afstand te bewaren
en aandacht te schenken aan verdieping van eigen
inzicht. Moge God u wijsheid schenken en gij als
goede vertegenwoordigers des volks in het komende
zittingsjaar tot zegen van het koninkrijk en voor
zover het in ons vermogen ligt van de wereld
werkzaam zijn. Onder deze bede verklaar ik de
zitting van de Staten-Generaal voor geopend."
(Van onze speciale verslaggever).
De aanwezigheid van twee Canadese predikantenin Nederland is door de
Christelijke Emigratie Centrale aangegrepen „m een aantal personen, dat met
emigratieplannen rondloopt, in te lichten over „het beloofde land" Canada.
Een onverwacht groot aantal van deze emigranten in hope was naar Utrecht
gekomen om beide dominé's (P. J. Hoekstra en J. M. Van de Kieft) aan te
horen.
Maar voordat de predikanten aan het
woord kwamen, hield burgemeester A.
Warnaar van Waddinxveen, voorzitter
van de C.E.C., een speech.
Daarin gewaagde hij van de ongun
stige terugslag die het emigreren on
dervindt, althans voor zover men Cana
da op het oog heeft.
Verleden jaar zette men er de deuren
wjjd open. In de loop van dit jaar is
echter de rem op de emigratie gezet
door de Canadese autoriteiten, zeer tot
teleurstelling van degenen, die nog dit
jaar hoopten te vertrekken.
De heer Warnaar zeide begrip te
hebben voor de teleurgestelden maar
hy verklaarde bovendien, dat de rem
men zeer waarschijnlijk niet blijvend
zouden zijn.
Ds Hoekstra vertelde in zijn causerie,
dat Canada verleden jaar vele duizen
den Duitsers heeft toegelaten die, in
het land aangekomen, maandenlang op
de arbeidsmarkt stonden. Er was voor
hen geen werk te vinden.
Dit leidde tot felle protesten van het
arbeidsbureau der vakbonden in Ca
nada, dat in de toevoer van emigran
ten een gevaar zag voor de werkgele
genheid der eigen arbeiders.
LEREN EN AFLEREN
In het vervolg van zijn praatje stelde
ds Hoekstra vast, dat Nederlanders
die naar Canada emigreren veel moe
ten leren en afleren.
Niet genoeg waarde kan gehecht
worden aan het leren van de taal. Velen
staan hun eigen toekomst in de weg
omdat zij zich slechts gebrekkig kunnen
uiten.
Onlangs werd ds Hoekstra's bemid
deling ingeroepen door een rechter, die
een emigrant moest veroordelen welke
een aanrijding had veroorzaakt. Deze
emigrant sprak alleen Fries en nu werd
da Hoekstra (die ook uit Friesland af
komstig is) de merkwaardige taak op
gedragen om aan zijn volksgenoot in
diens eigen taal mede te delen, dat hij
veroordeeld was tot een geldboete of
tot zeven dagen gevangenisstraf!
Wat de Nederlanders verder hebben
te Ieren is geld geven voor het Konink
rijk Gods. Er wordt in sommige ge
meenten in Nederland wel geofferd
maar die offers betekenen weinig in
vergelijking met hetgeen men in Canada
voor de kerk heeft op te brengen.
De emigranten moeten afleren alleen
te ijveren voor de „almachtige dollar
Ook bepaalde gewoonten dienen ze af
te leren. Het onhebbelijk roken in een
kerk na de dienst en het knoeien met
as en peukjes op de grond, laakte ds
Hoekstra zeer. Aan zulke gewoonten
ergeren de Canadezen zich.
Wie het gezellige leven in Nederland
(thee en koffie op tijd e.d.) in Canada
wenst voort te zetten, moet zich ves
tigen in Ontario. Wie met pioniersgeest
bezield is en dus de gezelligheid ont
beren kan vindt ruimte in Alberta.
De heren ds Van de Kieft en T. Cnos-
sen, directeur van de C.E.C., zojuist
teruggekeerd uit Canada, vulden het
gesprokene nog aan.
Zaterdag a.s. wordt te Rotterdam een
landdag gehouden van het nationaal in
stituut „Steun Wettig Gezag", waaraan
wordt deelgenomen door vrijwilligers uit
Zuid-Holland. De ochtendbijeenkomst zal
door minister Ir. C. Staf worden geopend
waarna een gevarieerd programma van
muziek en sportdemonstraties wordt uit
gevoerd. 's Middags wordt een défilé ge
houden. In het Ahoygebouw zal voorts
het woord gevoerd worden door de heren
dr. J. Schouten, Prof. mr. C. P. M. Rom-
me en J. J. Vorrink.
Op een persconferentie is medege
deeld, dat zich in het gehele land thans
50.000 personen voor de diverse reserve-
diensten hebben aangemeld. Daarvan
zijn er thans 20.000 geüniformeerde vrij
willigers.
In Amerika dreigen 300.000 mijnwer
kers Maandag a.s. het werk neer te leg
gen indien de mijnwerkersbond met de
directies der voornaamste mijnbedrijven
geen overeenstemming over het sluiten
van nieuwe arbeidsovereenkomsten kan
bereiken. John L. Lewis, de voorzitter
van de bond kent n.l. maar één slagzin:
„Geen overeenkomst, geen werk!"
(Van onze correspondent).
Niet zonder pijn heeft de Ned. Chr. Werkmeestersbond ln een te Utrecht
gehouden buitengewone algemene vergadering besloten zichzelf op te heffen.
Zoals men weet, bestond het plan een Ned. Chr. Beambtenbond op te rich
ten, zijnde een organisatie voor administratief, commercieel, technisch, che
misch, leidinggevend en toezichthoudend personeel.
Reeds hebben de Ned. Ver. van Chr. Kantoor- en Handelsbedienden en de
Ned. Ver. van Chr. Technici besloten zichzelf te doen oplossen ln het nieuwe
verband. Op zijn jaarvergadering ln Juni J.l. bleek geen tweederde meerderheid
voor een zelfde besluit in de N.C.W.B. aanwezig te zijn. Weshalve de werk
meesters zelfstandig bleven.
Een nadere bezinning van het bestuur
leidde tot het uitschrijven van een bui
tengewone algemene vergadering. Daar
in kwam het voorstel tot opheffing en
medewerking aan de vorming van de
Beambtenbond ter tafel.
Men ging aan het stemimen (nadat
enige uren waren verlopen vol discus
sie over het voorstel en over de geldig
heid der stemmen). De uitslag luidde:
61 voor en 31 tegen, dus juist géén
tweederde meerderheid.
Over deze uitslag kwamen de tongen
los. Ook van de voorzitter van het
C.N.V., de heer M. Ruppert, die onom
wonden verklaarde, dat hier een min-
l**
Met veel geduld en ijver heeft de
vogelvriend J. de Keijzer van de stich
ting „Vrederust" te Bergen op Zoom
een jonge rans-uil opgekweekt.
De bedrijfsleider van de boerderij trof
op de stichting in het begin van Mei
enige jongens aan, die juist een nest
van een rans-uil hadden uitgehaald. Hij
pakte het jonge uiltje van deze jongens
af. Het nest zat helaas te hoog voor
hem, om de jongen er weer terug ln te
leggen. Toen heeft hij het beestje, dat
een week of drie oud was, aan J. de
Keijzer gegeven. De vogelvriend kweek
te het beestje op. Hij ving er jonge mui
zen en mussen voor en het ransuiltje
werd een ransuil.
Onze vogelvriend had nog meer pleeg
kinderen, ni. een jonge kraai, een
ekster en verschillende kleine vogels
en hij wist ze zo tam te krijgen dat ze
op zijn roep, iedere vogel gaf hij een
naam, naar hem toe kwamen en op zijn
schouder gingen zitten.
De ransuil noemde hij Vesta en op
deze naam reageerde de vogel steeds.
In Mei kreeg hij het dier te verzorgen,
eind Juli schonk hij de vogel weer de
vrijheid.
In de bossen van de Stichting is er
volop gelegenheid voor het wild en ge
vogelte om zich in hun levensonderhoud
zelf te voorzien, maar de vroegere ver
zorger van de vogel wilde wel eens na
gaan of het beest nog op zijn roep te
rugkwam.
Eens ging hij met de bedrijfsleider
van de boerderij de bossen in om dit
experiment te houden en in de nachte
lijke avond kwam de uil zachtjes aan
gewiegd. Het kwam niet meer op zijn
schouder zitten. Waar zij ook liepen,
Vesta volgde hen wel, maar kwam niet
dichterbij. Wel antwoordde de vogel
op de roep zoals hij in zijn gevangen
schap ook deed.
derheid een meerderheid verhinderde
om een w(js besluit te nemen.
Na enig over en weer praten ver
klaarde de afdeling Schiedam dat zij
haar tegenstem wijzigde in vóór. Daar
deze afdeling drie stemmen mocht uit
brengen, werd de verhouding 6428,
zodat de gewenste meerderheid bereikt
was.
Alvorens de stemming een aanvang
nam had de heer Ruppert de werkmees
ters gewezen op het ernstige van de
beslissing in principieel en practisch
opzicht.
De vraag is namelijk in het geding,
zei hij, of de werkmeesters in het ko
mend georganiseerd overleg zullen
meespreken ja of nee. Namens heel
het C.N.V. verklaarde hij dat de stich
ting van een Eeamb ten bond (die een
tussenstadium is op weg naar de be-
drijfstaksgewijze organisatie) het wel
zijn van de Christelijke vakbeweging
raakt.
Toen dan ook na de aanvankelijk on
gunstige uitslag der stemming de af
deling Schiedam haar stem wijzigde) met
haar besluit sympathiseerden ook enig»
andere tegenstemmers), sprak de heer
Ruppert zijn erkentelijkheid uit aan fcft
adres van deze afdeling.
Regering antwoordt Prof. Romme
Aan de zware Nederlandse defensie
inspanning in geallieerd verband be
hoort de zekerheid van geallieerde ver
dediging van ons land in geval van een
aanval onverbrekelijk verbonden te zijn.
In het licht van hetgeen de regering be
kend is omtrent de geallieerde militair-
strategische conceptie leidt dit standpunt
tot onverminderde voortzetting der Ne
derlandse defensie-inspanning. Aldus
luidt het antwoord, dat de minister-pre
sident dr. W. Drees, mede namens mi
nister Beyen, de minister van Buiten
landse Zaken en ir. C. Staf de minister
van Oorlog op de vragen van het Tweede
Kamerlid, prof. mr. C. F. M. Romme,
thans heeft gegeven op diens vragen
over de berichtgeving in de New York
Times. Hierin werd onder meer gezegd
dat ingeval van een Russische aanval de
verdediging van ons land, in geallieerd
verband niet zou vast staan.
Bedoelde berichtgeving is niet juist,
maar de regering acht het niet in het
algemeen belang iets meer te vertellen
dan nodig is betreffende de militair-
strategische plannen.
Spoedig werden nu de andere ge
vangenen naar Dokkum gevoerd en
daar opgesloten. Op verzoek van heer
Ulbe bleven enkele krijgslieden om
Douwe op te sporen, zodra de dag
was aangebroken.
Sjouk wist van dit alles niets af.
Nadat ze ontbeten had ging ze het
dorp in. De wildste geruahten deden
de ronde. Men wist te vertellen, dat
er gevochten was bij de boerderij. Er
waren doden. De ene noemde tien,
een ander sprak van wel vijftig. Ook
waren er vele gevangenen. Men had
het schieten zelfs in het dorpje ge
hoord. De verhalen waren echter zeer
onsamenhangend, zodat Sjouk niet
veel wijzer werd. Za besloot eindelijk
Cornelius Evenhardi pp te zoeken.
Zij trof de pastoor thuis. Blij drukte
hij Sjouk de hand. „Daar doe je
goed aan, mijn dodhter, dat je rnjj
eens komt opzoeken", zeide hij harte
lijk.
Cornelius Everhardi scheen erg be
wogen. „Een verschrikkelijke tijd',
zuchtte hij. „Ook in ons dorp schijnt
de vervolging losgebarsten te zijn.
God zij de arme mensen genadig."
„Zijn er doden te betreuren?" vroeg
Sjouk. „En weet U of er Anjumers bij
zijn?"
„Er zijn doden", zeide Cornelius
Everhardi zacht. „Ik hoor van een
drietal. Echter geen uit mijn paro
chie. Wel ,is onze goede brouwer ge
vangen. En Douwe Glins van de mo
len schijnt voortvluchtig".
Sjouk verbleekte.
De pastoor zag haar opmerkzaam
aan. Hij vervolgde: „Mijn collega,
heer Ulbe, denkt anders over deze
dingen dan ik. Hij schijnt aan de
vervolging te hebben deelgenomen.
Maar, zoals ik reeds zeide, Douwe is
gelukkig ontkomen."
Het bleef enige ogenblikken stil.
Dan vroeg Sjouk zacht: „Maar het Is
toch niet verkeerd, Eerwaarde Vader,
dat deze mensen bij elkaar komen
om Gods Woord te onderzoeken?" Ze
wachtte in angstige spanning.
Cornelius Everhardi aarzelde. Dan
zeide hij: „Neen zonde is het niet.
Ik weet, dat de Kerk dwaalt. Ik heb
de werken van de Duitse reformator
Maarten Luther bestudeerd, alsook
die van Johannus Calvinus. Deze
laatste vooral heeft mij de ogen ge
opend. Maar nu is het voor mij de
vraag of wij het gevaar moeten zoe
ken. Ja, of het zelfs de plicht kan
wezen de Kerk in de Kerk te refor
meren. Zolang de Kerk mij nog toe
staat Gods Woord in getrouwheid te
prediken, kan ik de Kerk niet verla
ten."
„Doch U moet toch ook de Heilige
Mis bedienen. En de Bijbel leert ons
omtrent het Heilig Nachtmaal toch
heel iets anders onderbrak Sjouk hem.
Cornelius Everhardi zuchtte. „In
derdaad", antwoordde hij. „Hier is
een grote moeilijkheid. Want ik ge
loof niet meer, wat de Kerk leert.
Meestal laat ik de vicaris voor mij
de Mis bedienen. Maar ja soms
kan ik er niet aan ontkomen. Dik
wijls is de bede van mijn hart: „ut ig-
noscat mihi Dominus servo tuo pro
nac re"; „de Heere vergeve Uwen
knecht in deze zaak. En ik huiver als
ik denk aan de verschrikkelijke gevol
gen,"
„Maar, Vader", zei Sjouk, „men
moet toch Gode meer gehoorzamen
dan mensen?"
„Ik weet het, mijn dochter ant
woordde Cornelius Everhardi, maar
't is zo moeilijk. Ik ben een man des
vredes. En nu wil ik de mensen, die
deze samenkomsten bezoeken, aller
minst beoordeelen. Daar zijn vrome
lieden bjj. Ik denk bijvoorbeeld aan
onze goede brouwer, wiens lust het is
om de Heere te dienen. Veel heb ik
met hem gesproken. Maar er zijn ook
andere geesten. Wien dweepzucht niet
vreemd is. En daar komt niets goeds
van. In Duitsland is er al veel ellende
door ontstaan. En ook in ons land zijn
uitspattingen der dwepers bekend".
„Maar vader, deze mensen die gis
ter gevangen zijn, zijn toch zeker al
lemaal geen dwepers De brouwer
tenminste niet en Douwe Glins." Sjouk
zweeg, terwijl een gloeiende blos haar
wangen kleurde, Cornelius Everhardi
deed alsof hij niets bemerkte.
„Van Douwe Glins ben ik nog niet
zo heel zeker", zeide hij. „Ik heb een
onderzoek gedaan naar zijn afkomst.
Zoals je weet komt hij uit Dronrijp.
Z'n ouders behoorden tot de meest
fanatieke dwepers. Daarbij ben ik
soms wei eens bang, dat niet liefde
tot God hem drijft, maar dat lagere
motieven zijn hart vervullen. Haat,
ontevredenheid, bitterheid
Cornelius Everhardi zag Sjouk niet
aan.
„Maar hij is toch een flink iemand zei
Sjouk zacht.
(Wordt vervolgd).