ONTWIKKELINGSPLAN VOOR ZEELAND door het E. T. I. ter tafel gelegd. Pagina 3 GEN adio? Help Uzelfzo helpt U God Bevolkingsontwikkeling baart ernstige zorgen als gevolg van te geringe uitbreiding van de welvaartsbronnen en van de drang tot emigratie naar elders. KERK EN SCHOOL VEILINGBERICHTEN Pagina 2 ZEEUWSCH DAGBLAD te keer te- wilde ge- 2en kunnen isbane; JO- SLT: 15 140 ar Sydney; tenua naar Amsterdam; nis Aires; NOOR- Nëw York; v. Holland Hoek van te Cebu; nr Aden; York naar Colombo; >as. Scillys; RIJNDAM: AM; 14 190 Rotterdam. ut. Florusse te Souburg; ees Geertse Middelburg; Leen Jo- Bosselaar, Hubregtse, regtse allen laten moes- rwen, Matty Geschiere, Suus v. d. de Vlieger, Corry van Jaap Wiers- leuninck te Ria v d. twee candi- /ezen. ;ees Bronke, werden te >1 K.N.Z.B- augdinsignes diploma IL V. 1; diplo- ijk onder» ;reikt. ital sebolie- schooldiplo- an de vol- ploma wor- oma A. Jan iidaat afge- A. Tannie van Leeu- aat afgewe- diploma A. P. de Vlie- Oosten, I. .reukniet en Ria Zuide- na C. Dinie mdidaat af- werden te uitgereikt, diploma A. lol, A. 8, B. ijbel, A. 13, A. 2; School SER 1952 VARA7.00 Nieuws en lor de huis- I Waterstan- iio; VARA: dram.; 12.00 tuinbouw- platteland; 13.00 Nieuws .45 Gram.; 1.15 Gram.; orecital; 15. ir de jeugd; uziek; 17.50 iee„Zwer- irum"; 18.00 ..20 Actua- van Peur- iofie"; 19.00 j arbeid en Jram.; VPR ARA: 20.00 ■ntaar; 20.15 ap de twee- ëlische mu- werkelijk .00 Nieuws; rram. 18 n MCRV 7.00 .30 Gram.; .00 Nieuws Voor de rrouw; 9-35 00 Omroep- Vioolrecital; dedelingen; igelui; 13.00 terkericelijk ine-muziek; eisjes; 15.00 .00 Voor de dilitaire re- ectrum van renigingsle- Nieuws en 19.15 Boek- 1.40 Radio- ond; 21.00 ,1.40 „Zoek- serie; 21.50 verdenking; ;en; 23.15— DO Vandaag verschijnt er een boekje, dat de aan dacht meer dan waard is. Het is het „Ontwikke lingsplan voor Zeeland met betrekking tot Bevol king en Industrie", opgesteld door het Economisch Technologisch Instituut voor Zeeland. Natuurlijk zullen er nu aanstonds velen zijn, die zeggen: dan weet ik het al! Dat E.T.I. is zo'n semi-over- heidsinstelling en dit plan zal wel weer een bewijs zijn, dat de overheid het beter weet dan de parti culier, die het toch maar moet doen! Het zal wel weer zo'n „plan" zijn, zoals er al zo vele plannen zijn opgesteld: ambtenaren achter hun bureau, ge wapend met tel- en rekenmachine, vertellen je pre cies wat je doen moet, maar ze staan kilometers van de practijk af! Het zal wel weer zo'n stuk „geleide economie" zijn, waaraan ons land langzaam maar zeker te gronde gaat!" Laten we U dan al aanstonds zeggen: U vergist zich schromelijk! De directeur van het E.T.I., drs M. C. Verburg, heeft kans gezien in dit boekje van ruim 170 bladzijden, een knappe analyse te geven van Zeelands bevolking en van zijn welvaartsbron nen. „Het rapport streeft er naar zo schrijft hij in zijn voorwoord een globaal inzicht te geven in de problemen van de behandelde welvaartsbronnen. Daarbij zullen de knelpunten worden opgespoord, die een verdere economische ontwikkeling van onze provincie in de weg staan. Hiermee wprdt be oogd een richting aan te geven, die Overheid en bedrijfsleven dienen in te slaan bij hun activiteiten. Aan het bedrijfsleven is het om de nodige initiatie ven te ontplooien, aan de Overheid om gunstige voorwaarden daartoe te scheppen." Dit is naar ons gevoelen gezonde taal! Hier is geen bet-weter aan het woord, maar een vriend die de feilen toont en met grote voorzichtigheid de me thode wijst ter verbetering van die feilen. Het is uiteraard ondoenlijk dit rapport in één keer in ons blad te behandelen. Voor ditmaal zullen wij volstaan met de grote lijn hieruit aan te geven. In de komende weken is er dan nog alle gelegenheid dieper in te gaan op de diverse probleemstellingen, zoals die voor bepaalde delen van onze provincie liggen. Maar ieder die uit hoofde van zijn functie te maken heeft met de toekomstige ontwikkeling van Zeeland, zal dit boekje met grote nauwgezet heid dienen te bestuderen! In de na-oorlogse jaren Is het woord „industrialisatie'* nogal eens als een „sesam open TJ" gebruikt, een tovermiddel voor alle kwalen. Nederlands bevolking groeit immers snel, het is onmogelijk die aanwas op te vangen in de van ouds bestaande welvaartsbronnen: landbouw en veeteelt, handel en verkeer en de bestaande industrie. De landbouw stoot eerder mensen af dan dat er opgenomen worden, gezien de verdergaande mechanisatie en rationalisa tie; handel en verkeer hebben aanzienlijk geleden door onze veranderde po sitie ten aanzien van Indonesië bljjft over de industrie, waar immers op een betrekkelijk geringe oppervlakte vele handen te werk gesteld kunnen wor den. Wat voor Nederland als geheel geldt, geldt niet minder voor Zeeland. De Zeeuwen zelf hebben nogal eens de neiging 'n te sterke nadruk te leggen op 't agrarisch karakter van de provincie, daarbjj de industrie met een scheef oog aankijkend. En zij wijzen daarbjj op de naar verhouding geringe werkloosheid, welke Zeeland kent. Zjj trachten er het bewijsmateriaal uit te putten, dat Zee land geen industrialisatie nodig zou hebben. Welnu dit betoog wordt in het E.TJ.-rapport met één slag naar het rjjk der fabelen verwezen, want met harde cij fers wordt aangetoond, dat, als Zeeland niet in een behoorlijk tempo industrialiseert, er binnen korte tjjd een grote werkloosheid zal bestaan. Tenzij tenzij Zeeland doorgaat op de inge slagen weg, n.l. met het afstoten van zjjn beste krachten en langzaam maar zeker een provincie wil gaan worden van oude mensen. Voor de welvaart van een land, een provincie, een streek, is de Joop der be volking van het allergrootste belang. Er is als het ware een wisselwerking tussen bevolkingscijfer en welvaart te Onderkennen. Als in een bepaalde streek welvaart heerst, komt dat tot uiting in de natuurlijke groei der bevolking (ge boorte en sterfte) en in de kunstmatige groei: een welvarende streek trekt mensen en andere welvaartsbronnen aan. In een streek echter waar weinig welvaartsbronnen aanwezig zijn, pro beren de „mensen met pit" de jeugdi gen en de mannen in de kracht van hun leven, weg te komen om elders een goed bestaan te zoeken. En omdat er geen mannen genoeg zijn, zal niemand er over denken er een nieuwe wel vaartsbron, ipdustrie of iets dergelijks, te vestigen. Dan gaat de streek achter uit, de natuurlijke groei neemt af om dat de leefttijdisopbouw van de bevol king ongezond is; de streek dreigt ach ter te raken. Deze laatste toestand bedreigt Zee land als geheel. In het boekje is de pro vincie steeds onderverdeeld in verschil lende, in economisch opzicht als één geheel geziene streek het zou ons te ver voeren die verdeling hier te volgen. Volstaan wij met te vermelden, dat vooral de agrarische streken sterk aan dit euvel lijden. in geheel Zeeland is de toestand zö, dat de procentuele leeftijdsopbouw van de groep 024 jarigen (en zij vormen de toekomst van dit gewest)ettelijke proeenten ligt onder het Nederlands ge middelde. Beschouwt men daarop de grafiek van de huwelijks-vruchtbaar- beid, dan blijkt dat ook in dat opzicht Zeeland achteraan komt, n.b. in het gezelschap van Zuid- en Noord-Holland. Voor deze laatste provincies ligt dit voor de hand: het is de grote-stads- cultuur. Voor het agrarische Zeeland Is het echter zeer ongewoon en een be wijs, dat de mensen in de huweljjksrijpe leeftjjd Zeeland ontvluchten. Bevolking en toekomst. Hoezeer deze studie van belang is, wordt bewezen door de conclusie die aan dit hoofdstuk over de bevolking wordt toegevoegd. Deze, dat men deze ongezonde toestand als regel gaat zien en dat b.v. het Rijk er bij de toe wijzing van woningen rekening mee beeft gehouden. Officieel is aangenomen dat de be volking van Zeeland van 273.690 op 1 Januari 1952 slechts tot 276.206 zal uitgroeien op 1 Januari 1965. Gezien de ze abnormaal lage groei heeft men dan ook een abnormaal laag aantal wonin gen per jaar toegewezen n.l. 321 per Jaar, waarbij dan een aantal woningen komt voor de industrie. Dit is een belachelijk laag aantal en één der doel stellingen van het rapport is dan ook aan te tonen, dat de slechte bevolkings groei in Zeeland op deze wijze kunst- Matig in stand wordt gehouden! 11.45 Gram. iziek; 13.00 klankbeeld; 7.10 Gram.; Iram.; 18-30 ;uws; 19.30 )0 Omroep- ram.; 22.00 22.45 Gram. W elvaartsbronnen en arbeidsmarkt Een belangrijk deel van het rapport wordt dan gevuld met een beschou wing over de welvaartsbronnen van Zeeland voor ze er die in de industriële sector liggen. De hierbij afgedrukte kaart geeft de voornaamste hiervan w*eer en laat tevens zien aan hoeveel arbeiders de industrie werk verschaft. 57r-7 ^'^t dat onze provincie in 1930 industriële vestigingen rijk was. In ntstreeks 5200 hiervan werkten niet e®r dan 5 personen; het totaal aantal Cle i ilflnctrio tTfrt»*i-r,rt yv»rt ,i,n r- ya.n 1950, dan blijkt dat het aantal gingen met 4 is achteruitgegaan, DRS M. C. VERBURG dus 5763. Het aantal zeer kleine onder nemingen is echter teruggelopen tot bjjna 4600 terwijl het totaal aantal werkzame personen is gestegen tot 32508. Vergelijkt men deze cijfers met het hoofdberoep in deze provincie, de land bouw, dan blijkt, dat er in 1930 24,5 pCt van de bevolking in de industrie werkzaam was tegen 40,4 pCt in de landbouw; in 1947 waren deze cijfers: 26,8 pCt in de industrie en 35,3 pCt in de landbouw. Deze cijfers lijken gunstig, maar be ziet men ze tegen de achtergrond van de Nederlandse cijfers dan komt Zee land er toch weer ongunstig af: sinds 1930 is de industriële beroepsbevolking in Nederland sterker gegroeid dan die in Zeeland. Gezien dit alles de bevolkingscij fers en de welvaartsbronnen komt de vraag op, welke resultante de ze beide hebben op de arbeidsmarkt. Want al is dit hele rapport dan opge bouwd op min of meer droge cjjfers, men dient wel te bedenken, dat het levens geluk van ons allen en van onze kin deren hiermee gemoeid is: het feit of er werkgelegenheid is voor ons en ons nageslacht en of wij daarin levens vreugde zullen vinden. Welnu, uit de cijfers blijkt, dat in de laatste jaren de permanente werk loosheid toeneemt nog niet ernstig maar toch stelselmatig en dat de seizoenwerkloosheid steeds ernstiger vormen gaat aannemen. Voor 1953 heeft men zich aan een schatting ge waagd van het aantal werklozen. Het aantal seizoenwerklozen zal naar ma ximale berekening 2595 bedragen; daarnaast zijn er de permanent werklozen (waarom ze werkloos zijn zij hier buiten beschouwing ge laten en eveneens of ze al dan niet als werkzoekenden staan in geschreven; er zijn er immers velen de z,g,n, gecamoufleerde werklozen die wel een beetje mee helpen maar niet echt deelnemen aan het productieproces); maximaal zal hun aantal omstreeks 2200 bedragen. Voeg daarbij de jongeren, die in dat jaar extra in het arbeidsproces moe ten worden opgenomen (naar schat ting 650), dan heeft men zo ongeveer het aantal „zorgenkinderen". De be rekening leert dan, dat er in 1953 plaats gemaakt zal moeten worden voor pl.m. 2175 arbeiders tenzij, weer tenzij!, een belangrijk deel van hen naar andere provincies trekt! Gaan we nu voorbij aan de vraag uit welke branches die werklozen zullen voortkomen een belangrijke vraag overigens voor het scheppen van werkgelegenheid! maar laten we als stelling aannemen, dat deze moeilijkheid alleen kan worden op gelost door vertrek der werkzoeken den naar elders. Daarover worden in het rapport uitermate behartenswaar- dige woorden gesproken. Er wordt op gewezen, dat een verdere opeenho ping van mensen in de „randstad Hol land" enorme sommen gelds zal gaan vergen aan v<- keersvoorzieningen, recreatiemogelijkheden, enz., enz. In de tweede en derde plaats worden ge noemd de traagheid, waarmee de mens op dit punt behept is (niemand verlaat graag zijn omgeving) en op de zedelijke gevaren van een ver plaatsing van de plattelandsbevolking naar de grote stad. Daarnaast worden enkele woorden gewijd aan de psychologische gesteld heid van de Zeeuwen, een gesteldheid die min of meer vijandig is ten op zichte van de industrie. De boeren zoon beschouwt het „in loondienst gaan" immers min of meer als een degradatie en ook de middenstand, in Zeeland eveneens sterk vertegenwoor digd, beschouwt de industrie met een zekere antipathie. Men prefereert of het witte boordje i>f de eigen zaak! Al deze factoren maken het in Zee land niet gemakkelijker de werkloos heid door industrialisering te bestrij den. Voor hen, die zich met beroeps voorlichting bezighouden, ligt hier nog een omvangrijke taak te wachten! Omschakeling door onderwijs. Terwille van de ruimte en ook omdat er ai zoveel over geschreven is gaan we aan de hoofdstukken over het verkeer en de openbare nutsbedrij ven (electriciteit, gas en waterleiding) voorbij. Vooral de verkeersproblemen zjjn in dit industrialisatierapport van uitermate groot belang en het is te ho pen dat men in Den Haag eens met aandacht leest welke bedragen hiermee gemoeid zijn! Met het oog op de toekomst willen we enkele cijfers geven uit het hoofd stuk, dat als opschrift draagt: het tech nisch onderwijs. Men heeft op een groot aantal scholen enquêtes gehouden en kwam tot deze conclusie, dat 39,6 pCt van het aantal jongeren, dat de lagere school verlaat, direct in het arbeids proces wordt opgenomen; 34,8 pCt gaat algemeen vormend onderwijs volgen en slechts 25,6 pCt verkiest vakonderwijs. Beziet men de onderverdeling in .de diverse economische streken, dan komt men tot de verrassende conclusie, dat de gebieden met een uitgesproken agra risch karakter (Sdhouwen-Duiveland, het agrarisch land van Axel) naar ver houding veel meer jongens voor een vak opleiden dan uitgesproken indu striële gebieden. Tholen en Sint Philipsland vormen hierop een uitzondering als Sint Maartensdijk straks een ambachtsschool rjjk zal zijn zal dit ongetwijfeld ver anderen! Beschouwt men deze cijfers weer in landelijk verband, dan blijkt overduide lijk, dat de al eerder geponeerde stel ling, dat men in Zeeland meer het wit te boord prefereert dan elders, juist is. Stelt men n.l. de cijfers van 1937 op 100, dan is het amhaahtsonderwijs in 1949 gegroeid tot 142 (Nederland 155) en het V.H.M.O. tot 145 (Nederland 129). De Ulo groeide tot 139 dus iets minder hard dan de nijverheidsscholen. Rekening houdend met alle factoren echter is de groei van de Zeeuwse am bachtsscholen zeker niet onbevredigend te noemen. Vooral voor de toekomst van deze provincie kan dit van enorme waarde blijken. Terecht besluit de heer Verburg dan ook dit hoofdstuk met de opmerking: „Men mag niet aarzelen een verdere ontwikkeling te stimule ren!" Komt nu „Het Plan"? Dit alles is als het ware slechts inleiding geweest, slechts analyse van bestaande toestanden met hier en daar een goede raadgeving. Misschien zal men zich afvragen waar nu eigenlijk „het plan" blijft, de maatregelen, die genomen moeten worden om deze, in sommige ongunstige ontwikkeling tot staan te brengen en in andere banen te leiden. Gelukkig heeft de i pporteur dit niet gedaan. Wel verandert zijn rap port nu van karakter maar het blijft steeds een analyserende toon houden. Er wordt gesproken over de waarde van de industrieterreinen, waarbij ge wezen wordt op de grote betekenis van deze initiatieven en de gemeen ten wordt aangespoord hiermee ernst te maken. Er wordt gesproken over de financiering van de Zeeuwse in dustrie, vooral voor deze provincie met haar meestal kleine vestigingen een zeer grote moeilijkheid. Er bestaat in de credietfinanciering immers een leemte tussen de f25.000 en de f 100.000 en bovendien is industrie vestiging in Zeeland dikwijls een ex periment, dat door een bank altijd met wantrouwen wordt bekeken! De vraag wordt geopperd of er een Provinciaal Financieringsinstituut in het leven geroepen dient te worden, een soort garantiefonds dus om het in de provincie aanwezige kapitaal te mobiliseren als risico-dragend kapi taal. Deze suggesie lijkt ons alleszins de moeite van het overwegen waard! En dan komt het hoofdstuk: de economisch technologische ontwikke- lingsvoorstellen. Ook hier echter niet: het plan. De heer Verburg heeft zich bepaald tot het nauwkeurig analyse ren van de diverse bestaande be drijfstakken als de vlascultuur en in dustrie, de textiel-, klompen- en hout industrie en de industrie van land bouwwerktuigen. En voorts een aan tal paragrafen over allerlei kleinere, met de landbouw verband houdende industrieën. Met grote kennis van zaken is hier geschreven over het belang dat di verse fabrieken voor Zeeland hebben, over hun werkmethoden, over de po sitie op de wereldmarkt, enz., enz. Zo krijgen de vlassers een klein tikje op de vingers als er gewezen wordt op de noodzaak van een doelbewuste en harmonische bedrijfspolitiek. De bevolking van de textielcentra krijgt te horen, dat men zich In de loop der jaren niet die scholing heeft eigen gemaakt, die men wel zou wensen. En zo gaat het door: geen fantasie maar een wijzen op reële mogelijk heden. En aan de andere kant wordt aan mensen, die wel met fantasie al leen een industrie willen opbouwen (er zijn mensen b.v. die het „onzin vinden dat een fruitland als Zuid- Beveland geen jamfabrieken heeft!") voorgehouden, dat men met beide benen op de grond moet staan om te kunnen slagen. Aan de jam-enthou siasten wordt b.v. voorgehouden, dat de fabrieken elders in Nederland al een veel te grote capaciteit hebben, zodat initiatieven in die richting per sé geen zin hebben! Hetzelfde geldt gedeeltelijk voor de visconserven- industrie en de vismeelindustrie. Conclusies. Natuurlijk leidt dit hele rapport tot een conclusie. Deze, dat de be volkingsontwikkeling sedert 1880 is achtergebleven bij die van andere provincies als gevolg van de geringe uitbreiding van de bestaansbronnen en van de vrij grote drang tot mi gratie naar elders. Gevraagd wordt dan of dit achter blijven geen reden moet zijn om geheel Zeeland tot zgn. ontwikkelingsgebied te verklaren, een initiatief van minister Van den Brink, waarmee hij bepaalde streken, die noodlijdend waren of dreig den te worden, heeft willen helpen. De ze gebieden krijgen belangrijke kapita len toegewezen voor verkeersverbete- ringen, aanleg van industrieterreinen, de bouw van bedrijfspanden enz. enz. Drs Verburg komt in dit rapport ge lukkig tot een negatief antwoord! Het te verwachten werkloosheidsper centage is nog aanzienlijk lager dan in de thans ais ontwikkelingsgebied aan gewezen streken. In de komende tien jaar zullen voor ruim tienduizend personen arbeidsplaatsen geschapen moeten wor den. Dit is 12,2 pCt van het totaal wer kende mannen. Voor een streek als Zuidwest Groningen ligt dit percentage op 39,1. Wat dat betreft staat Zeeland er dus nog niet zo slecht voer. Wat dit rapport echter wel leert is dat de uiterste waakzaamheid is geboden. Een vooruitziend bestuur, dat met beide benen op de grond staat en aan goedwillende particu lieren alle kansen biedt, die maar geboden kunnen worden, kan in staat zijn onze provincie zo te lei den, dat noodlijdendheid voorkomen kan worden. Met hard werken lig gen hier nog kansen. Laat men be seffen dat wie zichzelf helpt, die wordt door God geholpen. Van hem mogen we de wijsheid en de energie afbidden. Ingezonden Mededeling (adv.) Geref. Kerken. Beroepen te Capelle aan de IJssel R. van Reenen, cand. te Soestdijk; te Per nis J. H. de Boer te Nijverdal. Aangenomen naar Leiderdorp H. Sweepe te Hardenberg; naar Avereest P. R. Everaars te Lunteren; naar Oost- wold J. C. Baumfalk, and. te Metsla- wier, die bedankte voor Born Beets- terzwaag, Oosterend, Pingjum en Zu rich en voor Schermerhorn. Bedankt voor Zaamslag R. A. Hoog kamp te Holten. Geref. Kerken (Art. 31 K.O.). Aangenomen naar Ne" Westminster (Canada) W. W. J. van Oene te Schie dam. Chr. Geref. Kerken. Beroepen te Zaamslag H. van Leeu wen te Delft. Bedankt voor Haarlem W. Heerma te Groningen. Geref. Gemeenten. Beroepen te Meliskerke H. Ligten- berg te Rotterdam. AARDAPPELBEURS. ROTTERDAM, 15 September 1952. Kleiaardappelen 35 mm opwaarts; Eigenheimers 99.50; Bintjes 9; Blau we eigenheimers 9.5010; IJselster 8.25. Zaadaardappelen 35 mm opwaarts. Nieuwlandse eigenheimers 9. Voeraard- appelen 3.50. Prijzen per ton en bere kend op handelsvoorwaarden vastge steld voor de verkoop van consumptie aardappelen op wagon, schip of auto. GRAANBEURS. ROTTERDAM, 15 September 1952. Binnenlandse granen (officieuze note ringen per 10 kg franco Rotterdam. Tarwe zonder vochtconditie door weinig belangstelling van de zijde van de vlakmolenaars 25.0526.20; op vochtconditie tot 26.15. Voedergranen, prijshoudend. Zomergerst 31.5034 Wlntergerst 30—32; Rogge 2829; ha ver 27.5029.50; blanke kwaliteit ha ver tot 30. Peulvruchten: Groene erw ten, prijshoudend 4552; Schokkers vast 45—62.50; Bruine bonen tot 68. VEEMARKT. ROTTERDAM, 15 September 1952. Aanvoer in totaal 1510. Vette koelen en ossen 1215; Varkens 281. Vette koel- 6D 280290, 260—270, 220240; Var kens (lev. gew.) 229, 224, 220. GOES, 15 Sept. Fruit voor export: Cox Oranje Pippin A 30.75-31.30; BC 25.40- 27.10: I grof 29—30.10; I 20.55—23; II 6.50; Ellisons Oranje A 24; BC 21; I grof 24; I 20; II 9.50; Manks Codlin A 21.60; BC 21, I grof 21.50, I 11.80, II 6; Alling- ton Pippin A 21, BC12.40, I grof 19.20, I 11.50, II 5; Laxton Superbe A 20.55, BC 13.80, I grof 17.10, I 11.10, II 5; Ster appels A 25—25.20, BC 21, I grof 26, I 17; Glorie van Holland A 21, BC 12.10, I grof 20, I 10.50; James Grieve I grof en I 30 Transp. de Croncel I grof 21.4021.50, I 12.20, II 7; Notarisappels I grof 20, I 12, II 7; Bonne Louisse A 27.10, BC 22.50— 22.70, I grof 26.30-26.70, I 16.30-19.60, II 8.20; Br. Hardy I grof en I 25, II 11; Conference A 22.20, BC 18.60—20.60, I A 16.50-17, BC 15-16, I grof 15.60, I grof 21.30, I 13.20-14.20, II 6; Legipont 12.10, II 7; Will. Duchesse I grof en I 6.50, II 4; Triomphe de Vienne I 24.50, II 13.20; Br. Clairgeau A 16—17, BC 12.8a I grof 15.10, I 11-12.50, II 6; Maagde peren I grof 6, I 4.80. Gewone veiling: Cox Oranje Pippin 615; Transp. de Croncel 511; Ellisons Oranje 6—17; Manks Cor» Iln 4—11; Allington Pippin 4—12; Laxton Superbe 79; James Grieve 1325; Glorie Lebel 5—8; Sterappels 7—15; Tuinzoet 12 van Holland 5—9; Notarisappel 5—8; Jacq. 18; Zoete Ribbeling 7—13; Kroetappel» in de wagon 4.80; Br. Hardy 417; Bonne Louisse 316; Legipont 4—10; Conference 3—9; Triomphe, de Vienne 6—20; Maag deperen 34; Br. Clairgeau 317; Will. Duchesse 3—4: Spaanse Wijnpeer 911; Bramen 3062; Frankenthaler 9196; Groenten; dubb. Princessebonen 27—35; Stoksnijbonen 3856; Pronkbonen 27—32; Groenekool 610; Rodekool 10—15; An dijvie 7—13; Kroten 9; Uien 8—14; Augur ken 3290; Prei 2123; Tomaten 1626; Bloemkool 8—40 Kropsla 3—8; Knolselderij 10; Bospeen 24—28; Kroten 8—12; Radijs 4—4.50. Alles per 100 kg. bos, of stuks. KRABBENDIJKE. 15 Sept. Export- veilang: Appels: Signe Tillisch AA 16.70; A 15.70; BC 13.70; Hl 11; Cox Oranje Pippin Hl grof 25; Hl 14.90; Peren: William Duchesse Hl grof 9.30; Hl 7.50; Triumphe de Vienne BC 23; Hn 16.10; Hl grof 26.30; Bonne Louisse Hl grof 26.30; Hl 15.50; Gewone vei ling: Appels: Cox Oranje Pippin ver pakt 3738; los 5.7016; Glorie van Holland 5.908; Sterappel 412; Tr. de Croncel 410; Signe Tillisch 48; Ellison Oranje verpakt 31—37; Peren: Bonne Louisse 6.3018; Conference 57; Legipont 410; Triumph de Vienne 57; William Duchesse 35. MIDDELBUR". 15 Sept. 1952. Aardappelen: Drielingen 3.106; Bint jes bonken 8.609.60; grote 7.208.30; Koopm. Blauwe grote 7.1010; IJsel ster grote 6.50; Furore grote 6.50; BI. Eigenh. grote 8.309.30; Eersteling gr. 7.10; kriel 2.20, alles per 100 kg. Fruit: Appels: Cox Orange Pippin 335; Gl. van Holland 12—11; Allington Pippin 621; Enkhuizer Aagt 1115; Gro ninger Kroon 16; Jac. Lebel 13; Tr. de Croncels 1619; Lemoenappel 13; Tuinzoet 9; Kroet en val 311; Zoete Winterkroon 1718; Frankenthalers 8198;Alicant 931.07; Abrikoospruim 15; Tomaten 1621; Peren: Triumphe de Vienne 1418; B. Louise d'Avran-- ches 6—24; Conference 1022; William Duchesse 714; Kraaipeer 511; Lé- gipont 23; Peren val en kroet 310; Netmeloen 1327; Suikermeloen 13 40; Oranje Ananasmeloen 2533; Gr. Ananasmeloen 924; Aardbeien per doosje 2955; Perziken per stuk 67. Groenten: Sla 37; Bloemkool A 20 53; id. B 8—30; id. C 8—19; id. D 8— 12; Komkommers A 811; id. B 89; id. C 89; Rode kool 519; Savoye kool 412; Wite kool 67; Boerkool 3; Kroten kg. 9; Augurken 35—97; Dubb. Princessebonen 2640; Snijbo nen 2264; Pronkbonen 2833; Poste lein 1925; Andijvie 512; Prei 16 22; Spinazie 634; Uien per kg. 515; Bospeen 830; Boskroten 9. VISMIJN VEERE. 15 Sept. 1952. 761 kg. export gar nalen 60—82; 10'2 kg. hand Isgarnalen 46—58; 331 kg. schar 41—51; 148 kg. bot 26—52; 291 kg. rog 30—48; 23 kg. tong 1.402.58; 2 kg. visiever 1.49; 26 'kg. wijting 35.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 3