Zes weken herhalingsoefeningen waren
niet waardeloos.
St Anna ter Muiden, !*r.™dra.9eme6nte
rr
BAAYENS UW OPTICIEN
Pagina
ZEEUWSCH DAGBLAD
u
everde,
Van soepbatterij tot élitebatterij.
Kzt gekanker werd minder en
men begreep waarom^»
Jlusi.
Helpt de slachtoffers van
kinderverlamming.
Een stem spreekt in de stilte
- De St Anna-kerk
Zaterdag 9 Augustus 1952
Pagina 3
idat Knibbel is
f 100 hierbij ter
ede; „Nee me-
De mond vaa
nu weerriep
STUS 1953.
i.) VARA: 7.00
postduivenbe-
Wat er groeit
tö Gram.; 9.02
>stduivenbencn-
;esteiijk leven",
or de kinderen;
•v. kerkdienst;
Causerie over
rentie te Han«
istdurvenberich-
12.30 „Even af-
Jrgelspei; 13.00
a; 13-05 Mede-
izieK; 13.25 IVle-
loekDespreking;
opera (le ac-
ing; 16.00 ilans-
J; VPRO; IV.00
causerie; 17.20
auserie; VARA:
Sportjournaal;
agen; j.3.30 Ca-
rKest en Lbor;
AVRO: 20.00
Ker", operette;
oorspel; 21.15
22.30 Neder-
23.00 Nieuws;
Gev. muziek;
I.)7NCRV: 8.00
8.15 Gram.;
rkdienst; KRO;
en; 9.45 Gram.;
12.40 lachte
13.00 Nieuws;
ïoliek nieuws;
„JJe wereld v.
J0 Gram.; 16.10
dl; 16.15 sport;
0 Ooopsgezinde
muziek; 19.15
•Israël, haul en
(Nieuws, sport
en; KRO. 19.45
oekbespreKing;
UR2 Gev. pro-
R en Liturgi-
vs; 23-1524,00
1953.
AVRO: 7.00
Nieuws; 8.15
9.15 Gram.,
135 Waterstan-
maanden Kris
ka", causerie;
^rgel en zang;
^mededelingen;
8 Gram.; i3.00
"en en gram.;
„Wat gaat er
e; 14,20 Gram.;
Omroeporkest,
:ten; 15.20 Vo-
Strijkorkest;
blender; 17.30
15 Kampioen-
ccordeon-soiis-
ianospel; 19.10
Gram.; 20.00
ima; 20.05 Or-
und Isolde",
ïeuws; 23.15
7.00
130 Gram.;
8.00 Nieuws
wijde muziek;
zieken; 9.30
ram.; 10.00 Or-
:t; 11.00 Zang
lconcert; 12.10
tuinder; 12.30
elmgen; 12.33
cgelui; 13.00
:oiKesi; 13.45
14.35 Gram.;
Tenor en gi-
Bijbeiiezmg;
to17.00 Voor
:erde muziek;
Drs. i>. C.
lel in Indone-
Gram.; 18-25
ijs, groen en
15 „Moet het
19.30 Gram.;
pws en weer-
nlng Burger-
Vocaal ensem-
iinstrumenten
en" causerie;
5 Gram.; 21.40
ta", causerie;
22.15 Piano-
jnking; 23.00
).S.-berichten;
m.) 12.30
de landbou-
Nfieuws; 13.15
45 Pianospel;
Pianorecital;
17.00 Nieuws;
8.00 Omroep-
roniek; 18.30
uws; 19.40 en
orkest; 20.30
21.45 Gev.
22.15 Orgel-
ie te Vlissin-
t tijdvak van
de volgende
aan het bu-
gen zijn ge-
irift, jaeger
kindersokje,
en dat de
de volgende
i van politie
nylonkousen,
erse sleutels,
rbankboekje,
ummi-ballen,
erse shawls,
iongensjas, 1
ikje, zwarte
ichoentje en
„LilHe zijn in nauwelijks twee weken van een soepbatterij geworden
fr; e:u élitebatterij. We hebben er versteld van gestaan. Zoals jullie
,.i v/as. de ger.eraal der artillerie hier vanmiddag. Na afloop van
a ins.:cctie heeft hij ons nadrukkelijk verzekerd, dat hij meer dan
tevrevcn was."
Kccwel ze eigenlijk vinden dat de kapitein een beetje stroop staat
lik! n, glunderen de mannen, die zes weken voor herhalingsoefenin-
n zijn opgekomen en nu in kaarsrechte gelederen op de appèlplaats
aan aangetreden. Ze mogen dan voor een groot deel het embleem
an de 7 December Divisie dragen en getooid zijn met onderschei'
gin:;n voor de stoute stukjes, die ze gedurende hun 3-jarige of langere
diensttijd in Indonesië uithaalden en ze mogen dan al dat geëxerceer
bij en theorie in de kazerne op z'n best onzin vinden, deze pluim van
de kapitein doet hen toch goed. Want het is zo, dat deze mannen
weten wat vechten is, weten wat oorlog voor de soldaat inhoudt. Zij
hebben aan de lijve ondervonden, dat een wanordelijk en ongedisci
plineerd leger waardeloos is. Van slap gedoe houden ze niet. Wie als
slap wordt aangeduid, heeft afgedaan bij deze Indonesië-veteranen,
onverschillig of hij soldaat is of groot-majoor, of hij schreeuwerige
commando's geeft aan een troep van 10 man of nauwelijks een mond
durft open te doen tijdens het geven van exercitie. Want slap wil niet
alleen zeggen „ongedisciplineerd", maar vooral „bang", „laf", „zonder
ruggegraat" en „niet recht door zee".
Zelf hebben we ook versteld van
elkaar gestaan. „Een samengeraapt
stelletje zijn jullie!", hadden de offi
cieren gezegd.
En dat was zo. Op papier had men
in Den Haag een oorlogsbatterij gefor
meerd waar volgens een ieder weinig
van klopte. Oordeel zelf: Zeven van
de 150 man hadden een rijbewijs....
organiek waren er minstens 30 vol
waardige chauffeurs nodig. Korpo
raals, die tot stukscommandant waren
gebombardeerd hadden nog nooit onze
4 TL. (4 cm. kanon tegen luchtdoelen)
gezien. De een was altijd ziekenver
pleger geweest en een ander wist al
leen hoe hij snert moest koken. De
meeste mannen waren uitstekende in
fanteristen, maar het mwendige van
het kanon was voor hen koffiedik. Op
de schietbaan schoten we met het ka
rabijn roos na roos, maar van „voor
loop" en „richtlijn" hadden we geen
kaas gegeten.
Maar alles kwam in veertien dagen
werkelijk in orde. Er werd geïnfor
meerd, getest en geëxperimenteerd en
na een week waren de 3d chauffeurs
er. Met onze stukscommandanten be
studeerden we de instructieboekjes
(we wisten er allen immers even wei
nig van) en na twee weken hadden we
de bediening en de werking van het
kanon onder de knie. Een goed onder
legd corps kon toen voor de eerste uit-
rukoefening de kazerne verlaten.
Bepakt en bezakt en dodelijk ver
moeid keerden we na middernacht te
rug. Iedereen ruimde zijn uitrusting
op en toen de volgende morgen vroeg
de afdelingscommandant (een balk
met twee sterren) onverwachts de ka
zerne inspecteerde, kon hij geen enke
le aanmerking maken. Direct na het
ontbijt rukten we weer uit en kwa
men in de middag terug. Weer werd
alles opgeruimd en schoongemaakt.
Waarom we dat deden? Dat ging zo
vanzelf. „Rommel is vervelend! Geen
slap gedoe!"
Toen de generaal kwam binnen val
len kon hij alleen aanmerking maken
op een sigarettenpeukje, dat voor het
gebouw verdwaald lag. Na informaties
over het verloop van de oefeningen,
die goed waren geslaagd, wist hij niets
anders te doen dan ons het epitheton
„élite" toe te kennen. De chauffeurs
kregen een extra pluimpje.
Na afloop van de zes weken herha
lingsoefeningen liet de generaal der
artillerie ons weten, dat onze dubbel-
batterij een van de beste van Neder
land was. Staande de eindinspectie be
vorderde hij als bijzondere onderschei
ding voor de batterij 10 korporaals tot
wachtmeester.
Het gaat niet vanzelf I
„Elite-batterij, dat word je maar
niet zo. Wat is er in het begin gemop
perd en gekankerd. OntstellendEr
waren zoveel dingen, die ons niet zin-
den en tegenstonden;
Zes weken herhalingsoefeningen be
tekenden zes weken uit je werk ge
haald te zijn, waar je zo in opging en
dat deed wel het meeste pijn zes
weken je vrouw en kinderen, het hui
selijk verkeer te moeten missen. Voor
velen betekende het zes weken slechts
80 pet. van je salaris te ontvangen en
voor sommigen genoegen te moeten
nemen met een inkomen van een gul
den per dag, omdat je geen kostwinner
was of omdat je nog geen jaar bfj de
werknemer in dienst was.
Dat was hard. Deze gedupeerden za
gen de herhalingsoefeningen meer als
een kwaad dan als een noodzakelijk
heid. Geen wonder. En als je als Indo-
nesië-veteraan onder kader-leden
komt te staan, die jonger zijn dan je
zelf en die „zelfs nog nooit met een
handgranaat hebben gegooid", dan
loopt je gal wel eens over. Neem nu
die cornet, die lange slappe, die op de
schietbaan maar drie punten haalde
of die opschepperige wachtmeester,
die voor een kleine groep staat te
schreeuwen alsof hij een hele afdeling
„Jullie moeten goede soldaten
worden om te zorgen, dat je
vrouw en kinderen niet wor
den doodgeschoten."
-JJ
moet commanderen. Nee, neem het de
K.L.M.-stewart, die voor een week nog
in Djakarta was en nu de kazerne niet
mag verlaten, niet kwalijk dat hij er
lichtelijk de pée in had. En die ver
slaggever, die nog geen drie weken ge
leden heerlijk in Hotel du Louvre als
een prins zat te dineren en nu in de
keuken gamellen staat te wassen,
wenste ook de dienst en alles wat
daar mee annex is het rambam.
Waarom?
Die eerste dagen vooral waren slecht.
„Waarom en waarvoor is dit alles nu
nodig vroegen we steeds. „Waar-
om?" De leiding, reserve-officieren
zeiden het ons niet, wanneer we het
vroegen. Ze kletsten er maar wat om
heen. Zeker was, dat zij hun 8 weken
gedwongen „vacantie" ook niet leuk
vonden.
Het was een harde Indië-strijder,
een -K.N.I.L.-wachtmeester, die ons
eindelijk op zijn wijze enigszins uit de
droom hielp. Het is waar, hij vertelde
hetzelfde, wat we al zo vaak in de
krant hadden gelezen. Maar wat hij
zei, in zijn gebroken Nederlands, was
geen slap geklets en geen doekje voor
het bloeden;
„Dat jullie hier zijn om je vader
land te verdedigen vind ik onzin. Er
zij er misschien wel die dit geloven
Maar ik geloof daar geen dvan
Het gaat er hier om, dat je straks voor
jezelf kunt vechten, voor je vrouw
en je kinderen, die nu thuis zijn. Jullie
moeten goede soldaten worden om te
zorgen dat jezelf en allen van wie je
zoveel houdt niet worden doodgescho
ten of in concentratiekampen worden
gesleept. Het gaat om de vrijheid. Ik
heb de Japanners in Indonesië mee
gemaakt. Toen ben ik pas echt soldaat
geworden. Voor die tijd was ik een
dienstklopper, die veel van schreeu
wen en commanderen hield".
Elite.
Die eerste twee weken veranderde
er veel. We raakten op elkaar inge-
Neem het hem niet kwalijk. Wanneer je geen drie dagen uit de kleren bent
Wloeest, i« het geen wonder, dat je tegen de Luatrekker in slaap rolt..,,.
Soldaten hebben zo de ge
woonte om een ieder van vrou
welijke kunne met gejuich te be
groeten. Maar op die warme dag
was niemand zo welkom als dit
moedertje met haar limonade.
Links op de foto wachtmeester
van de Klooster uit St.-Annaland.
speeld en een gemeenschap, een mili
taire gemeenschap vormde zich, waar
een ieder, de stewart, de onderwijzer
en de candidaat-procuratiehouder hun
plaatsen als soldaat en de landarbei
der als wachtmeester begrepen. Hoe
het gebeurde is moeilijk te vertellen.
Was het de K.N.I.L.-wachtmeester, die
een injectie tot deze groei had gege
ven of waren er andere factoren in
het spel? Ongetwijfeld wel. Er ont
stond een élitebatterij en zij (man
schappen en kader) die er niet in pas
ten werden met een korreltje zout ge
nomen.
„Elite", wilde niet zeggen dat alles
pico bello in orde was. Onderlinge so
lidariteit, kameraadschap, respect voor
elkaar en innerlijke discipline maak
ten onze batterij tot een élitebatterij.
„Elite" hield in dat daar was een ge
meenschappelijke, warm kloppende
soldatenziel. Klinkt dit opgeblazen
Misschien. Maar wanneer je deel uit
maakt van zo'n gemeenschap wees
dan niet bang (hoevelen zijn dit niet)
om 's avonds voor het slapen gaan te
bidden of uit je Bijbel te lezen onder
de ogen van je kamergenoten. Dat
wordt dan gerespecteerd en er wordt
over gesproken.
Praten, dat doe je dan met elkaar.
„Maar dan het Tobameer", was het,
wanneer we na een vermoeiende drie
daagse oefening, tijdens welke we niet
uit de kleren waren geweest, kam
peerden op de Veluwe en 's avonds
voor onze tent bij een petroleumlamp
lagen te kletsen. In het grauwe don
ker strekte zich de hei uit als een iets
onvatbaars machtigs. In de verte raas
de de laatste trein naar Zwolle voort.
Een vriendelijk twinkelende sterren
hemel strekte zich beschermend over
ons uit dan het Tobameer". Het
gesprek gaat over Indonesië, over het
prachtige land, over de patrouilles en
over de vrouwen. Van hart tot hart
wordt nu gesproken. Doodstil is het op
de hei. Alleen grommen afwisselend
stemmen.
„Als je niet getrouwd was of ver
loofd viel het soms wel mee. Dan miste
je niet zoveel. Die verveling. Dat was
het ergste. Je werd er gek van. Als
we maar meer in de gelegenheid wa
ren geweest om bij de mensen thuis
te komen, dan waren minder van ons
verongeluktdan hadden de vrou
wen niet zo'n vat op ons kunnen krij
gen!"
Zo hebben we die avond en nacht
doorgekletst van hart tot hart. Op de
ze wijze, terwijl we dag en nacht met
elkaar optrokken en soms tijdens de
oefeningen doodvermoeid tegen de
auto's in slaap vielen zijn we veel
dingen gaan begrijpen.
Het is ons duidelijk geworden, dat
die zes weken herhalingsoefeningen,
alle andere berichten in de kranten
ten spijt, niet waardeloos waren en
dat een goed geoefend legercorps
helaas noodzakelijk is. Dat elk onder
deel een élitecorps moet zijn. „Elite"
in deze zin, dat er pit in het onder
deel zit en dat het karakter en de in
nerlijke kracht heeft om het hoogste
geestelijke goed, de vrijheid ons van
God gegeven, met inzet van het leven
te verdedigen. Dat hebben we die zes
weken, ondanks alles, toch leren be
grijpen. De vrijheid te verdedigen.
Daartoe is de Nederlandse soldaat ten
diepste bereid. Maar hier zal hij niet
mee te koop lopen. Je eigen hart geef
je toch immers niet bloot. Nog liever
zal hij een vies corveetje als het
schoonmaken van een W.C. opknap
pen, dan U dit toevertrouwen
G. H. de Jong.
VOOR DE ZONDAG
Er blijft dan een rust voor het het volk van God Hebr 4 9.
Wij hebben behoefte aan een tel- vinden?
kens terugkerende rustperiode om Is er dan voor die onrust in ons
nieuwe krachten op te doen voor hart geen rust te vinden?
het werk dat ons straks weer wacht. En als wij deze vraag stellen,
Maar als wij dan volop genieten dan wijst Gods Woord ons i ar Bo-
van de vacantievrijheid en ons ge- ven Dan zegt de Heilige Schrift:
lukkig gevoelen, omdat wij de Er blijft dan een rust voor het volk
schoonheid van de natuur zo dicht- van God. Dit betekent dat er te
bij hebben dan wordt plotseling die midden van 's levens onrust een
rust verstoord doordat vliegtuigen rust in God mag zijn. Dit betekent,
boven ons hoofd ronken. Militaire dat wij te midden van onze druk en
vliegtuigen houden oefeningen om- benauwdheid onze hoop op God
dat de wereld verdeeld is en de mogen stellen, dat wij op Hem
grote machten elkaar nog steeds mogen vertrouwen, dat wij Zijn
niet in harmonie kunnen vinden, hulp mogen verbeiden en geloven
Wij zoeken rust in onze vacantie, in Zijn genade,
maar ook dan vinden wij geen rust Hiermede willen wij niet zeggen,
omdat de wereld in onrust is en dat alle onrust zoals het leven die
benauwdheid ons aangrijpt als wij met zich brengt, dan van ons ge-
letten op het wereldgebeuren. En nomen wordt.
zo komen wij, ook in onze vacantie- Wij zulen nog veel tranen schrei-
tijd, niet uit de onrust waarin ons en en moeite hebben in dit leven,
leven van onze wieg tot aan ons graf De zorg en angst blijven, maar wij
verloopt. Want dag aan dag heb- hebben rust, wij hebben vrede met
ben wij zorgen. Er zijn spanningen. God. Het geronk der vliegtuigen
Er is strijd, ziekte en dood. En wij blijft 'en wij zullen horen van oor
denken aan het Psalmwoord: „Wat logen en misschien weer een oorlog
buigt gij U neder, o mijn ziel, en meemaken. Maar er is rust voor
zijt onrustig in mij". het volk van God. Er is rust voor
En die onrust is zo groot, dat in die mens, die God zoekt in het ge-
de nieuwe Bijbelvertaling van een bed, die met een kinderlijke vreze
klaaglijk steunen kan worden ge- opziet naar de God des hemels. Er
sproken. We zoeken rust in ons is rust voor de mens, die door on-
leven. We zoeken rust in onze va- rust verteerd wordt. Er is Rust in
cantie. Maar waar is die rust te Jezus Christus. v. d. WIEL.
Ingezonden Mededeling (adv.).
LANGE VORSTSTRAAT 106
GOES
TEL. 2159
Een nationale oproep van N.S.G.K.
Men verzoekt ons het volgende ln ons
blad op te nemen:
De toeneming van het aantal slacht
offers van kinderverlamming schept
een ernstig probleem t.a.v. de nazorg
mogelijkheden voor de getroffen kinde
ren. Ook al geneest gelukkig een groot
deel geheel of bijna geheel, voor de
kinderen, die dit geluk niet beschoren
is, dient een neurologische en ortho-
paedische nabehandeling te volgen.
Onder moderne medisch-paedagogi-
sche leiding en met veel liefde en zorg
kan n.l. de lichamelijke conditie be
langrijk verbeterd worden, zodat die
slachtoffers daarna ook in staat zijn
toch nog een voor hen geschikte taak
in de gemeenschap te vervullen. Er is
echter in ons land een ernstig tekort
aan dergelijke revalidatie-instellingen
met het gevolg, dat voor talloze kin
deren deze hulp ontbreekt. Deze tra
gische toestand is beschamend voor
ons land. De Nederlandse Stichting
voor het Gebrekkige Kind „Mytyl-
stichting" (N.S.G.K.) richt zich daar
om met een nationaal appèl tot ons
volk.
Om deze verlamde kinderen te hel
pen en de voortzetting van hun on
derwijs te waarborgen, is het drin
gend nodig, naast de eiikele reeds be
staande doch overvolle instellingen
nieuwe revalidatie-internaten op te
richten. Dit geldt in het bijzonder voor
het Noord-Westen en Zuiden van ons
land. Voorts wordt ernstig overwogen
daarnaast „vliegende colonnes" op te
richten, d.w.z. ambulance-auto's met
medisch personeel en voorzien van de
nodige therapeutische instrumenten,
welke wekelijks een aantal plaatsen
bezoeken. Zodoende zullen de kinde
ren dan ook plaatselijk direct behan
deld kunnen worden.
Om deze zo hoogst nodige hulp te
kunnen bieden is veel, zeer veel geld
nodig. Ook al drukken de tijdsomstan
digheden zwaar op onze schouders,
toch kunnen en mogen deze ernstig
getroffen slachtoffertjes van kinder
verlamming niet aan hun lot worden
overgelaten. Wanneer iedere Neder
lander iets bijdraagt in de grote kosten
voor deze hulpverlening, dan kan 2,0
veel prachtig en dankbaar werk ver
richt worden.
De Nederlandse Stichting voor he.-t
Gebrekkige Kind vraagt daaroni
plaatselijk een Comité van Actie hs
vormen opdat zo spoedig mogelijk de
nodige gelden bijeen gebracht kunnen
worden. Zij richt zich dan ook tot
het werkende deel van ons volk, met
het verzoek gezamenlijk in hun be
drijven iets voor de zorg aan deze kin
deren te organiseren.
Lezers, laat dit appèl niet vergeef»
zijn. Overweegt wat doen kun. Richt
U met Uw plannen tot het Centraal
Bureau van de N.S.G.K., Singel 451
453 te Amsterdam, of stort Uw per
soonlijke of gezamenlijke bijdrage op
gironnummer 552000 van de N.S.G.K.
De plannen liggen klaar, medici en
paedagogen staan gereed en verlamde
kinderen in het gehele land wach
ten
In het uiterste Zuid-Westelijke puntje van Nederland ligt het stad
je St. Anna ter Muiden aan de weg, die vanaf Breskens over Sluis
naar Knokke voert. Met honderden tegelijk razen de toeristen er langs,
in bussen en dure auto's; de stilte verstorend die er hangt tussen de
dubbele rij bomen, die daar in de wind fluisterend hun bladeren be
wegen.
Het is Zondag. In de kleine kerkruimte der Ned. Herv. gemeente
zitten slechts enkele tientallen kerkgangers bijeen. Het zonlicht valt
gebroken door de kleine ruiten naar binnen. De dikke muren smoren
bijna alle geluid dat buiten klinkt.
Stil is het. Maar in die stilte begint
een stem te spreken. Het is de stem
van het verleden, die uit de donkere
hoeken fluistert. Het is niet goed te
dromen in een kerk waar de voorgan
ger U toespreekt. Maar het is juist
zijn stem, die de andere stemmen op
roept.
Want waarom zitten hier slechts die
enkelen, terwijl toch nauwelijks een
kilometer verder de Ned. Herv. kerk
te Sluis elke week plaatsen open
heeft?
De muren geven U antwoord. Hier
leeft een traditie, te groot en te mooi
om haar te verbreken. Het is de tra-
ditie van een zelfstandige gemeente.
Het is de verwezenlijking van de
wens, die in 1850 dr H. Q. Jansen, pre.
dikant te Vrouwenpolder en beschrij
ver van St. Anna's historie, heeft uit
gesproken: „De Heer der Kerk be
ware. en bescherme, bouw en zegene
deze gemeente tot in het laatste nage
slacht. Zij ligt aan een uithoek van
Nederland, maar dat zij een hoeksteen
zij van dat heerlijke gebouw, hetwelk
onze vaderen onder ons hebben opge
trokken
DE OORSPRONG VAN MTJDE.
Eens was Aardenburg de hoofdstad
van Vlaanderen, Brugge de voornaam
ste handelsstad der toen bekende we
reld, Da mme een bloeiende schone,
die in rijkdom en levendigheid voor
haar zusteren niet onderdeed. De in
1213 wereldberoemde haven van
Damme bevatte eens de rijkdommen
van alle werelddelen.
Aan het einde van deze haven, waar
de Sincfala welke naam nog leeft
in het Sluisse Zwin zich tot een
ruime zeeboezem uitbreidde, verrees
het oude Mude. Als we bedenken, dat
reeds in de 10e eeuw Brugge zich ver
hief, dat Aardenburg en Oostburg
steden waren mettoenemende bloei
en Damme sedert 1180 haven was, mag
aangenomen worden, dat de eerste
vestiging van Mude dateert uit de 12e
eeuw.
De ligging was dan ook zeer gun
stig. Al wat naar Brugge, Damme,
Aardenburg of Oostburg voer, moest
Mude passeren en vond er achter de
talrijke eilandjes, die daar lagen, een
veilig verblijf voor de woedende zee.
Langzamerhand verrezen er ten ge
rieve van het scheepsvolk enkele wo
ninkjes aan de oever van de ruime
baai. Deze volksplanting werd een
dorp waarin een begin van handel
ontstond, een handel die echter zó be
langrijk werd, dat het gehucht allengs
een stadje werd.
STADSRECHTEN.
In 1241 schonken Thomas en Johan
na, toen Graaf en Gravin van Vlaan
deren, Mude de stadsrechten, die in
1275 werden bekrachtigd door Guy,
Graaf van Vlaanderen, zoon van Gra
vin Margaretha, die naar de schone
naam „De Zwarte" luisterde. Mude
werd een vrije stad met een plaatse
lijke rechtbank waardoor de burgers
het voorrecht genoten, door eigen
rechters veroordeeld te mogen wor
den.
DE HERVORMING.
Toen Prins Maurits op 19 Augustus
1604 Sluis heroverde joeg hij de gees
telijken weg en liet hij de Hervormde
godsdienst invoeren. Mude echter
bleef nog Katholiek. De bevolking
was gevlucht naar Vlaanderen en de
stad schijnt als grondgebied behandeld
te zijn, dat noch aan Spanje, noch aan
de Staten toebehoorde, maar waarop
beide aanspraak maakten. Door het
Twaalfjarig Bestand viel het tenslotte
buiten het grondgebied der Staten en
werd er weer een pastoor aangesteld.
In 1611 werd het echter weer bij de
Verenigde Nederlanden gevoegd en
hierdoor is waarschijnlijk de vreemde
punt aan de Belgische grens ontstaan.
Na een landmeting werden grens
palen gezet met het wapen van de
Staten erop in tegenwoordigheid'van
de Gouverneur Van der Noot, verge
zeld van 60 Muskettiers en de Magi
straat van Sluis. Nadat de palen gezet
waren werd de Mudenaren gehoor
zaamheid aan dt Staten Generaal
aangezegd. De Sluisse predikant Holle
droeg de grensbewoners in een plech-
Wanneer men het enige over
blijfsel van dit voormalige heilig
dom beschouwt, de kolossale to
ren, met zijn dikke muren en zijn
brede en zware bakstenen, dan
blijft er geen twijfel over, of dit
gebouw moet van een hoge oud
heid zijn. Zo als het daar nu
staat, is het een log, wanstaltig
gevaarte. Maar als men hem in de
verbeelding optrekt naar even
redigheid van zijn zwaarlijvig
onderstel, als men ver boven zijn
tegenwoordige helft de sporen
ziet der voormalige kruiskerk,
dan rijst in schone verhouding
een reuzengebouw voor de geest,
dat het sieraad moet zijn geweest
van een bloeiende en bevolkte
gemeente. Waarschijnlijk is het
opgetrokken in de dertiende
eeuw, toen Mude op de hoogste
trap van leven en welvaart ge
stegen was.
tig gebed aan de bescherming van de
Almachtige op en het convooi van de
Gouverneur deed door een salvo van
geweerschoten de lucht weergalmen.
Na dit salvo vertrok men naar Sluis.
Enige dagen later werden 's nachts
de grenspalen uitgegraven en lag het
Statenwapen gebroken. Zo schijnt het
lange tijd gebleven te zijn. Op 13 Mei
1611 werd een nieuwe publicatie aan
geplakt met strafbedreiging en moest
de Pastoor vertrekken.
Nog gaf men het niet op. De andere
dag kwam de Archidiaken van Brug-
's Zondags verscheen de burge
meester van het Brugse Vrije met
enige ruiters van Chalon om de Mis te
laten doen. De Magistraat in vergade
ring bijeen weigerde de kerk te ope
nen. De volgende Zondag werd op het
Fort van St. Donaas toch een dienst
gehouden, welke grote opspraak ver
wekte. Het was echter de laatste mis
lukte poging om Mude voor de Ka
tholieke Kerk te behouden.
STRIJD OM EEN EIGEN
PREDIKANT.
Voordat Mude echter een eigen pre
dikant had, moesten nog vele moei
lijkheden worden overwonnen.
Op 13 Mei 1611 werden namens de
Staten Generaal de regeringsleden
van St. Anna ter Muiden, zoals Mude
voortaan ging heten, aangesteld. In de
Klassieke Handelingen van Walcheren
wordt reeds op 6 Januari X61I gemeld
„dat de Classis die van Sluis vermaant
en authoriseert, om, met advies van
den Gouverneur, St. Anna ter Muiden
alle Zondagen door een van hare die
naars te laten voorzien". Men kan
hieruit opmaken dat de predikanten
van Sluis daartoe ongenegen waren.
De grenskwestie en de Pastoor waren
er wel niet vreemd aan. Zeker is het,
dat het nog lang duurde eer het plaats
vond. Het zal met de hoop op dit voor
recht geweest zijn, dat op 16 Mei 1611
tot Koster der kerk en grafdelver
werd aangesteld Nicolaas de Prez.
Verder, dat door Yman Ymans en
Joos Maes gedurende de predicatie
zou bediend worden het ambt van
Diaken. Vervolgens dat men tot de
verzameling der gemeente, bij wijze
van lening van de Magistraat van Sluis
zou verzoeken een schelleken of
clocxken, aankomende het gasthuis
dier Stad, welk klokje werd toege
staan en op de toren van St. Anna ge
hangen is op 21 April 1612, terwijl
men de Evangeliedienaars van Sluis
zou uitnodigen om 's Zondags voor
middags een predicatie te houden. Op
22 April 1612, le Paasdag hield predi
kant Halle uit Sluis de eerste preek.
CORNELIS TRUYENS
WAS DE EERSTE.
Na vele besprekingen in Middelburg
werd te Sluis een derde predikant be
roepen, zodat een van de drie te St.
Anna moest prediken. Ook deze rege
ling mislukte weer. Na veel moeite
kreeg echter St. Anna in 1620 een
eigen Leraar, een kerkeraad en een
klok.
De eerste predikant was Cornells
Truijens, die echter in 1925 alweer
naar Ritthem vertrok. Zijn opvolgers
hebben het niet eenvoudig gehad en
een harde strijd moeten voeren in de
kleine gemeente op de grens van het
Rooms België, dat een grote invloed
bleef uitoefenen op de inwoners. Zo
moest men bijv. nog optreden tegen
een ouderling van de kerk, die zijn
kind in het Belgische Westcapelle liet
dopen. Ook werd streng opgetreden
tegen „lichtveerdicheit", welke bestond
in „het lopen naar Dudzeele ter Ker-
misse" en werd een bruid van toverij
beschuldigd, daar zij om haar doch
ters gezondheid te verkrijgen aan be
zweerders gehoor gegeven had en tot
grote ergernis kwaad ravot hield in
haar huis. Gesignaleerd werd dat het
volk in 't gemeen zeer ongoddelijk
leefde. Alle moeilijkheden ten spijt
echter bleef de gemeente zelfstandig
bestaan en werden de problemen met
goed gevolg overwonnen.
Tot op heden bleef St. Anna een zelf
standige kerkelijke gemeente al baart
ook in deze tijd het bezitten van een
eigen predikant zorgen. Gelukkig ech
ter is de tegenwerking van de omlig
gende gemeenten nu veranderd in me
dewerking, zodat St. Anna met goede
moed de toekomst ingaat. Het ziet er
dus naar uit dat de wens van predikant
Janssen verwezenlijkt wordt.