Zes weken herhalingsoefeningen waren niet waardeloos. St Anna ter Muiden, !*r.™dra.9eme6nte rr BAAYENS UW OPTICIEN Pagina ZEEUWSCH DAGBLAD u everde, Van soepbatterij tot élitebatterij. Kzt gekanker werd minder en men begreep waarom^» Jlusi. Helpt de slachtoffers van kinderverlamming. Een stem spreekt in de stilte - De St Anna-kerk Zaterdag 9 Augustus 1952 Pagina 3 idat Knibbel is f 100 hierbij ter ede; „Nee me- De mond vaa nu weerriep STUS 1953. i.) VARA: 7.00 postduivenbe- Wat er groeit tö Gram.; 9.02 >stduivenbencn- ;esteiijk leven", or de kinderen; •v. kerkdienst; Causerie over rentie te Han« istdurvenberich- 12.30 „Even af- Jrgelspei; 13.00 a; 13-05 Mede- izieK; 13.25 IVle- loekDespreking; opera (le ac- ing; 16.00 ilans- J; VPRO; IV.00 causerie; 17.20 auserie; VARA: Sportjournaal; agen; j.3.30 Ca- rKest en Lbor; AVRO: 20.00 Ker", operette; oorspel; 21.15 22.30 Neder- 23.00 Nieuws; Gev. muziek; I.)7NCRV: 8.00 8.15 Gram.; rkdienst; KRO; en; 9.45 Gram.; 12.40 lachte 13.00 Nieuws; ïoliek nieuws; „JJe wereld v. J0 Gram.; 16.10 dl; 16.15 sport; 0 Ooopsgezinde muziek; 19.15 •Israël, haul en (Nieuws, sport en; KRO. 19.45 oekbespreKing; UR2 Gev. pro- R en Liturgi- vs; 23-1524,00 1953. AVRO: 7.00 Nieuws; 8.15 9.15 Gram., 135 Waterstan- maanden Kris ka", causerie; ^rgel en zang; ^mededelingen; 8 Gram.; i3.00 "en en gram.; „Wat gaat er e; 14,20 Gram.; Omroeporkest, :ten; 15.20 Vo- Strijkorkest; blender; 17.30 15 Kampioen- ccordeon-soiis- ianospel; 19.10 Gram.; 20.00 ima; 20.05 Or- und Isolde", ïeuws; 23.15 7.00 130 Gram.; 8.00 Nieuws wijde muziek; zieken; 9.30 ram.; 10.00 Or- :t; 11.00 Zang lconcert; 12.10 tuinder; 12.30 elmgen; 12.33 cgelui; 13.00 :oiKesi; 13.45 14.35 Gram.; Tenor en gi- Bijbeiiezmg; to17.00 Voor :erde muziek; Drs. i>. C. lel in Indone- Gram.; 18-25 ijs, groen en 15 „Moet het 19.30 Gram.; pws en weer- nlng Burger- Vocaal ensem- iinstrumenten en" causerie; 5 Gram.; 21.40 ta", causerie; 22.15 Piano- jnking; 23.00 ).S.-berichten; m.) 12.30 de landbou- Nfieuws; 13.15 45 Pianospel; Pianorecital; 17.00 Nieuws; 8.00 Omroep- roniek; 18.30 uws; 19.40 en orkest; 20.30 21.45 Gev. 22.15 Orgel- ie te Vlissin- t tijdvak van de volgende aan het bu- gen zijn ge- irift, jaeger kindersokje, en dat de de volgende i van politie nylonkousen, erse sleutels, rbankboekje, ummi-ballen, erse shawls, iongensjas, 1 ikje, zwarte ichoentje en „LilHe zijn in nauwelijks twee weken van een soepbatterij geworden fr; e:u élitebatterij. We hebben er versteld van gestaan. Zoals jullie ,.i v/as. de ger.eraal der artillerie hier vanmiddag. Na afloop van a ins.:cctie heeft hij ons nadrukkelijk verzekerd, dat hij meer dan tevrevcn was." Kccwel ze eigenlijk vinden dat de kapitein een beetje stroop staat lik! n, glunderen de mannen, die zes weken voor herhalingsoefenin- n zijn opgekomen en nu in kaarsrechte gelederen op de appèlplaats aan aangetreden. Ze mogen dan voor een groot deel het embleem an de 7 December Divisie dragen en getooid zijn met onderschei' gin:;n voor de stoute stukjes, die ze gedurende hun 3-jarige of langere diensttijd in Indonesië uithaalden en ze mogen dan al dat geëxerceer bij en theorie in de kazerne op z'n best onzin vinden, deze pluim van de kapitein doet hen toch goed. Want het is zo, dat deze mannen weten wat vechten is, weten wat oorlog voor de soldaat inhoudt. Zij hebben aan de lijve ondervonden, dat een wanordelijk en ongedisci plineerd leger waardeloos is. Van slap gedoe houden ze niet. Wie als slap wordt aangeduid, heeft afgedaan bij deze Indonesië-veteranen, onverschillig of hij soldaat is of groot-majoor, of hij schreeuwerige commando's geeft aan een troep van 10 man of nauwelijks een mond durft open te doen tijdens het geven van exercitie. Want slap wil niet alleen zeggen „ongedisciplineerd", maar vooral „bang", „laf", „zonder ruggegraat" en „niet recht door zee". Zelf hebben we ook versteld van elkaar gestaan. „Een samengeraapt stelletje zijn jullie!", hadden de offi cieren gezegd. En dat was zo. Op papier had men in Den Haag een oorlogsbatterij gefor meerd waar volgens een ieder weinig van klopte. Oordeel zelf: Zeven van de 150 man hadden een rijbewijs.... organiek waren er minstens 30 vol waardige chauffeurs nodig. Korpo raals, die tot stukscommandant waren gebombardeerd hadden nog nooit onze 4 TL. (4 cm. kanon tegen luchtdoelen) gezien. De een was altijd ziekenver pleger geweest en een ander wist al leen hoe hij snert moest koken. De meeste mannen waren uitstekende in fanteristen, maar het mwendige van het kanon was voor hen koffiedik. Op de schietbaan schoten we met het ka rabijn roos na roos, maar van „voor loop" en „richtlijn" hadden we geen kaas gegeten. Maar alles kwam in veertien dagen werkelijk in orde. Er werd geïnfor meerd, getest en geëxperimenteerd en na een week waren de 3d chauffeurs er. Met onze stukscommandanten be studeerden we de instructieboekjes (we wisten er allen immers even wei nig van) en na twee weken hadden we de bediening en de werking van het kanon onder de knie. Een goed onder legd corps kon toen voor de eerste uit- rukoefening de kazerne verlaten. Bepakt en bezakt en dodelijk ver moeid keerden we na middernacht te rug. Iedereen ruimde zijn uitrusting op en toen de volgende morgen vroeg de afdelingscommandant (een balk met twee sterren) onverwachts de ka zerne inspecteerde, kon hij geen enke le aanmerking maken. Direct na het ontbijt rukten we weer uit en kwa men in de middag terug. Weer werd alles opgeruimd en schoongemaakt. Waarom we dat deden? Dat ging zo vanzelf. „Rommel is vervelend! Geen slap gedoe!" Toen de generaal kwam binnen val len kon hij alleen aanmerking maken op een sigarettenpeukje, dat voor het gebouw verdwaald lag. Na informaties over het verloop van de oefeningen, die goed waren geslaagd, wist hij niets anders te doen dan ons het epitheton „élite" toe te kennen. De chauffeurs kregen een extra pluimpje. Na afloop van de zes weken herha lingsoefeningen liet de generaal der artillerie ons weten, dat onze dubbel- batterij een van de beste van Neder land was. Staande de eindinspectie be vorderde hij als bijzondere onderschei ding voor de batterij 10 korporaals tot wachtmeester. Het gaat niet vanzelf I „Elite-batterij, dat word je maar niet zo. Wat is er in het begin gemop perd en gekankerd. OntstellendEr waren zoveel dingen, die ons niet zin- den en tegenstonden; Zes weken herhalingsoefeningen be tekenden zes weken uit je werk ge haald te zijn, waar je zo in opging en dat deed wel het meeste pijn zes weken je vrouw en kinderen, het hui selijk verkeer te moeten missen. Voor velen betekende het zes weken slechts 80 pet. van je salaris te ontvangen en voor sommigen genoegen te moeten nemen met een inkomen van een gul den per dag, omdat je geen kostwinner was of omdat je nog geen jaar bfj de werknemer in dienst was. Dat was hard. Deze gedupeerden za gen de herhalingsoefeningen meer als een kwaad dan als een noodzakelijk heid. Geen wonder. En als je als Indo- nesië-veteraan onder kader-leden komt te staan, die jonger zijn dan je zelf en die „zelfs nog nooit met een handgranaat hebben gegooid", dan loopt je gal wel eens over. Neem nu die cornet, die lange slappe, die op de schietbaan maar drie punten haalde of die opschepperige wachtmeester, die voor een kleine groep staat te schreeuwen alsof hij een hele afdeling „Jullie moeten goede soldaten worden om te zorgen, dat je vrouw en kinderen niet wor den doodgeschoten." -JJ moet commanderen. Nee, neem het de K.L.M.-stewart, die voor een week nog in Djakarta was en nu de kazerne niet mag verlaten, niet kwalijk dat hij er lichtelijk de pée in had. En die ver slaggever, die nog geen drie weken ge leden heerlijk in Hotel du Louvre als een prins zat te dineren en nu in de keuken gamellen staat te wassen, wenste ook de dienst en alles wat daar mee annex is het rambam. Waarom? Die eerste dagen vooral waren slecht. „Waarom en waarvoor is dit alles nu nodig vroegen we steeds. „Waar- om?" De leiding, reserve-officieren zeiden het ons niet, wanneer we het vroegen. Ze kletsten er maar wat om heen. Zeker was, dat zij hun 8 weken gedwongen „vacantie" ook niet leuk vonden. Het was een harde Indië-strijder, een -K.N.I.L.-wachtmeester, die ons eindelijk op zijn wijze enigszins uit de droom hielp. Het is waar, hij vertelde hetzelfde, wat we al zo vaak in de krant hadden gelezen. Maar wat hij zei, in zijn gebroken Nederlands, was geen slap geklets en geen doekje voor het bloeden; „Dat jullie hier zijn om je vader land te verdedigen vind ik onzin. Er zij er misschien wel die dit geloven Maar ik geloof daar geen dvan Het gaat er hier om, dat je straks voor jezelf kunt vechten, voor je vrouw en je kinderen, die nu thuis zijn. Jullie moeten goede soldaten worden om te zorgen dat jezelf en allen van wie je zoveel houdt niet worden doodgescho ten of in concentratiekampen worden gesleept. Het gaat om de vrijheid. Ik heb de Japanners in Indonesië mee gemaakt. Toen ben ik pas echt soldaat geworden. Voor die tijd was ik een dienstklopper, die veel van schreeu wen en commanderen hield". Elite. Die eerste twee weken veranderde er veel. We raakten op elkaar inge- Neem het hem niet kwalijk. Wanneer je geen drie dagen uit de kleren bent Wloeest, i« het geen wonder, dat je tegen de Luatrekker in slaap rolt..,,. Soldaten hebben zo de ge woonte om een ieder van vrou welijke kunne met gejuich te be groeten. Maar op die warme dag was niemand zo welkom als dit moedertje met haar limonade. Links op de foto wachtmeester van de Klooster uit St.-Annaland. speeld en een gemeenschap, een mili taire gemeenschap vormde zich, waar een ieder, de stewart, de onderwijzer en de candidaat-procuratiehouder hun plaatsen als soldaat en de landarbei der als wachtmeester begrepen. Hoe het gebeurde is moeilijk te vertellen. Was het de K.N.I.L.-wachtmeester, die een injectie tot deze groei had gege ven of waren er andere factoren in het spel? Ongetwijfeld wel. Er ont stond een élitebatterij en zij (man schappen en kader) die er niet in pas ten werden met een korreltje zout ge nomen. „Elite", wilde niet zeggen dat alles pico bello in orde was. Onderlinge so lidariteit, kameraadschap, respect voor elkaar en innerlijke discipline maak ten onze batterij tot een élitebatterij. „Elite" hield in dat daar was een ge meenschappelijke, warm kloppende soldatenziel. Klinkt dit opgeblazen Misschien. Maar wanneer je deel uit maakt van zo'n gemeenschap wees dan niet bang (hoevelen zijn dit niet) om 's avonds voor het slapen gaan te bidden of uit je Bijbel te lezen onder de ogen van je kamergenoten. Dat wordt dan gerespecteerd en er wordt over gesproken. Praten, dat doe je dan met elkaar. „Maar dan het Tobameer", was het, wanneer we na een vermoeiende drie daagse oefening, tijdens welke we niet uit de kleren waren geweest, kam peerden op de Veluwe en 's avonds voor onze tent bij een petroleumlamp lagen te kletsen. In het grauwe don ker strekte zich de hei uit als een iets onvatbaars machtigs. In de verte raas de de laatste trein naar Zwolle voort. Een vriendelijk twinkelende sterren hemel strekte zich beschermend over ons uit dan het Tobameer". Het gesprek gaat over Indonesië, over het prachtige land, over de patrouilles en over de vrouwen. Van hart tot hart wordt nu gesproken. Doodstil is het op de hei. Alleen grommen afwisselend stemmen. „Als je niet getrouwd was of ver loofd viel het soms wel mee. Dan miste je niet zoveel. Die verveling. Dat was het ergste. Je werd er gek van. Als we maar meer in de gelegenheid wa ren geweest om bij de mensen thuis te komen, dan waren minder van ons verongeluktdan hadden de vrou wen niet zo'n vat op ons kunnen krij gen!" Zo hebben we die avond en nacht doorgekletst van hart tot hart. Op de ze wijze, terwijl we dag en nacht met elkaar optrokken en soms tijdens de oefeningen doodvermoeid tegen de auto's in slaap vielen zijn we veel dingen gaan begrijpen. Het is ons duidelijk geworden, dat die zes weken herhalingsoefeningen, alle andere berichten in de kranten ten spijt, niet waardeloos waren en dat een goed geoefend legercorps helaas noodzakelijk is. Dat elk onder deel een élitecorps moet zijn. „Elite" in deze zin, dat er pit in het onder deel zit en dat het karakter en de in nerlijke kracht heeft om het hoogste geestelijke goed, de vrijheid ons van God gegeven, met inzet van het leven te verdedigen. Dat hebben we die zes weken, ondanks alles, toch leren be grijpen. De vrijheid te verdedigen. Daartoe is de Nederlandse soldaat ten diepste bereid. Maar hier zal hij niet mee te koop lopen. Je eigen hart geef je toch immers niet bloot. Nog liever zal hij een vies corveetje als het schoonmaken van een W.C. opknap pen, dan U dit toevertrouwen G. H. de Jong. VOOR DE ZONDAG Er blijft dan een rust voor het het volk van God Hebr 4 9. Wij hebben behoefte aan een tel- vinden? kens terugkerende rustperiode om Is er dan voor die onrust in ons nieuwe krachten op te doen voor hart geen rust te vinden? het werk dat ons straks weer wacht. En als wij deze vraag stellen, Maar als wij dan volop genieten dan wijst Gods Woord ons i ar Bo- van de vacantievrijheid en ons ge- ven Dan zegt de Heilige Schrift: lukkig gevoelen, omdat wij de Er blijft dan een rust voor het volk schoonheid van de natuur zo dicht- van God. Dit betekent dat er te bij hebben dan wordt plotseling die midden van 's levens onrust een rust verstoord doordat vliegtuigen rust in God mag zijn. Dit betekent, boven ons hoofd ronken. Militaire dat wij te midden van onze druk en vliegtuigen houden oefeningen om- benauwdheid onze hoop op God dat de wereld verdeeld is en de mogen stellen, dat wij op Hem grote machten elkaar nog steeds mogen vertrouwen, dat wij Zijn niet in harmonie kunnen vinden, hulp mogen verbeiden en geloven Wij zoeken rust in onze vacantie, in Zijn genade, maar ook dan vinden wij geen rust Hiermede willen wij niet zeggen, omdat de wereld in onrust is en dat alle onrust zoals het leven die benauwdheid ons aangrijpt als wij met zich brengt, dan van ons ge- letten op het wereldgebeuren. En nomen wordt. zo komen wij, ook in onze vacantie- Wij zulen nog veel tranen schrei- tijd, niet uit de onrust waarin ons en en moeite hebben in dit leven, leven van onze wieg tot aan ons graf De zorg en angst blijven, maar wij verloopt. Want dag aan dag heb- hebben rust, wij hebben vrede met ben wij zorgen. Er zijn spanningen. God. Het geronk der vliegtuigen Er is strijd, ziekte en dood. En wij blijft 'en wij zullen horen van oor denken aan het Psalmwoord: „Wat logen en misschien weer een oorlog buigt gij U neder, o mijn ziel, en meemaken. Maar er is rust voor zijt onrustig in mij". het volk van God. Er is rust voor En die onrust is zo groot, dat in die mens, die God zoekt in het ge- de nieuwe Bijbelvertaling van een bed, die met een kinderlijke vreze klaaglijk steunen kan worden ge- opziet naar de God des hemels. Er sproken. We zoeken rust in ons is rust voor de mens, die door on- leven. We zoeken rust in onze va- rust verteerd wordt. Er is Rust in cantie. Maar waar is die rust te Jezus Christus. v. d. WIEL. Ingezonden Mededeling (adv.). LANGE VORSTSTRAAT 106 GOES TEL. 2159 Een nationale oproep van N.S.G.K. Men verzoekt ons het volgende ln ons blad op te nemen: De toeneming van het aantal slacht offers van kinderverlamming schept een ernstig probleem t.a.v. de nazorg mogelijkheden voor de getroffen kinde ren. Ook al geneest gelukkig een groot deel geheel of bijna geheel, voor de kinderen, die dit geluk niet beschoren is, dient een neurologische en ortho- paedische nabehandeling te volgen. Onder moderne medisch-paedagogi- sche leiding en met veel liefde en zorg kan n.l. de lichamelijke conditie be langrijk verbeterd worden, zodat die slachtoffers daarna ook in staat zijn toch nog een voor hen geschikte taak in de gemeenschap te vervullen. Er is echter in ons land een ernstig tekort aan dergelijke revalidatie-instellingen met het gevolg, dat voor talloze kin deren deze hulp ontbreekt. Deze tra gische toestand is beschamend voor ons land. De Nederlandse Stichting voor het Gebrekkige Kind „Mytyl- stichting" (N.S.G.K.) richt zich daar om met een nationaal appèl tot ons volk. Om deze verlamde kinderen te hel pen en de voortzetting van hun on derwijs te waarborgen, is het drin gend nodig, naast de eiikele reeds be staande doch overvolle instellingen nieuwe revalidatie-internaten op te richten. Dit geldt in het bijzonder voor het Noord-Westen en Zuiden van ons land. Voorts wordt ernstig overwogen daarnaast „vliegende colonnes" op te richten, d.w.z. ambulance-auto's met medisch personeel en voorzien van de nodige therapeutische instrumenten, welke wekelijks een aantal plaatsen bezoeken. Zodoende zullen de kinde ren dan ook plaatselijk direct behan deld kunnen worden. Om deze zo hoogst nodige hulp te kunnen bieden is veel, zeer veel geld nodig. Ook al drukken de tijdsomstan digheden zwaar op onze schouders, toch kunnen en mogen deze ernstig getroffen slachtoffertjes van kinder verlamming niet aan hun lot worden overgelaten. Wanneer iedere Neder lander iets bijdraagt in de grote kosten voor deze hulpverlening, dan kan 2,0 veel prachtig en dankbaar werk ver richt worden. De Nederlandse Stichting voor he.-t Gebrekkige Kind vraagt daaroni plaatselijk een Comité van Actie hs vormen opdat zo spoedig mogelijk de nodige gelden bijeen gebracht kunnen worden. Zij richt zich dan ook tot het werkende deel van ons volk, met het verzoek gezamenlijk in hun be drijven iets voor de zorg aan deze kin deren te organiseren. Lezers, laat dit appèl niet vergeef» zijn. Overweegt wat doen kun. Richt U met Uw plannen tot het Centraal Bureau van de N.S.G.K., Singel 451 453 te Amsterdam, of stort Uw per soonlijke of gezamenlijke bijdrage op gironnummer 552000 van de N.S.G.K. De plannen liggen klaar, medici en paedagogen staan gereed en verlamde kinderen in het gehele land wach ten In het uiterste Zuid-Westelijke puntje van Nederland ligt het stad je St. Anna ter Muiden aan de weg, die vanaf Breskens over Sluis naar Knokke voert. Met honderden tegelijk razen de toeristen er langs, in bussen en dure auto's; de stilte verstorend die er hangt tussen de dubbele rij bomen, die daar in de wind fluisterend hun bladeren be wegen. Het is Zondag. In de kleine kerkruimte der Ned. Herv. gemeente zitten slechts enkele tientallen kerkgangers bijeen. Het zonlicht valt gebroken door de kleine ruiten naar binnen. De dikke muren smoren bijna alle geluid dat buiten klinkt. Stil is het. Maar in die stilte begint een stem te spreken. Het is de stem van het verleden, die uit de donkere hoeken fluistert. Het is niet goed te dromen in een kerk waar de voorgan ger U toespreekt. Maar het is juist zijn stem, die de andere stemmen op roept. Want waarom zitten hier slechts die enkelen, terwijl toch nauwelijks een kilometer verder de Ned. Herv. kerk te Sluis elke week plaatsen open heeft? De muren geven U antwoord. Hier leeft een traditie, te groot en te mooi om haar te verbreken. Het is de tra- ditie van een zelfstandige gemeente. Het is de verwezenlijking van de wens, die in 1850 dr H. Q. Jansen, pre. dikant te Vrouwenpolder en beschrij ver van St. Anna's historie, heeft uit gesproken: „De Heer der Kerk be ware. en bescherme, bouw en zegene deze gemeente tot in het laatste nage slacht. Zij ligt aan een uithoek van Nederland, maar dat zij een hoeksteen zij van dat heerlijke gebouw, hetwelk onze vaderen onder ons hebben opge trokken DE OORSPRONG VAN MTJDE. Eens was Aardenburg de hoofdstad van Vlaanderen, Brugge de voornaam ste handelsstad der toen bekende we reld, Da mme een bloeiende schone, die in rijkdom en levendigheid voor haar zusteren niet onderdeed. De in 1213 wereldberoemde haven van Damme bevatte eens de rijkdommen van alle werelddelen. Aan het einde van deze haven, waar de Sincfala welke naam nog leeft in het Sluisse Zwin zich tot een ruime zeeboezem uitbreidde, verrees het oude Mude. Als we bedenken, dat reeds in de 10e eeuw Brugge zich ver hief, dat Aardenburg en Oostburg steden waren mettoenemende bloei en Damme sedert 1180 haven was, mag aangenomen worden, dat de eerste vestiging van Mude dateert uit de 12e eeuw. De ligging was dan ook zeer gun stig. Al wat naar Brugge, Damme, Aardenburg of Oostburg voer, moest Mude passeren en vond er achter de talrijke eilandjes, die daar lagen, een veilig verblijf voor de woedende zee. Langzamerhand verrezen er ten ge rieve van het scheepsvolk enkele wo ninkjes aan de oever van de ruime baai. Deze volksplanting werd een dorp waarin een begin van handel ontstond, een handel die echter zó be langrijk werd, dat het gehucht allengs een stadje werd. STADSRECHTEN. In 1241 schonken Thomas en Johan na, toen Graaf en Gravin van Vlaan deren, Mude de stadsrechten, die in 1275 werden bekrachtigd door Guy, Graaf van Vlaanderen, zoon van Gra vin Margaretha, die naar de schone naam „De Zwarte" luisterde. Mude werd een vrije stad met een plaatse lijke rechtbank waardoor de burgers het voorrecht genoten, door eigen rechters veroordeeld te mogen wor den. DE HERVORMING. Toen Prins Maurits op 19 Augustus 1604 Sluis heroverde joeg hij de gees telijken weg en liet hij de Hervormde godsdienst invoeren. Mude echter bleef nog Katholiek. De bevolking was gevlucht naar Vlaanderen en de stad schijnt als grondgebied behandeld te zijn, dat noch aan Spanje, noch aan de Staten toebehoorde, maar waarop beide aanspraak maakten. Door het Twaalfjarig Bestand viel het tenslotte buiten het grondgebied der Staten en werd er weer een pastoor aangesteld. In 1611 werd het echter weer bij de Verenigde Nederlanden gevoegd en hierdoor is waarschijnlijk de vreemde punt aan de Belgische grens ontstaan. Na een landmeting werden grens palen gezet met het wapen van de Staten erop in tegenwoordigheid'van de Gouverneur Van der Noot, verge zeld van 60 Muskettiers en de Magi straat van Sluis. Nadat de palen gezet waren werd de Mudenaren gehoor zaamheid aan dt Staten Generaal aangezegd. De Sluisse predikant Holle droeg de grensbewoners in een plech- Wanneer men het enige over blijfsel van dit voormalige heilig dom beschouwt, de kolossale to ren, met zijn dikke muren en zijn brede en zware bakstenen, dan blijft er geen twijfel over, of dit gebouw moet van een hoge oud heid zijn. Zo als het daar nu staat, is het een log, wanstaltig gevaarte. Maar als men hem in de verbeelding optrekt naar even redigheid van zijn zwaarlijvig onderstel, als men ver boven zijn tegenwoordige helft de sporen ziet der voormalige kruiskerk, dan rijst in schone verhouding een reuzengebouw voor de geest, dat het sieraad moet zijn geweest van een bloeiende en bevolkte gemeente. Waarschijnlijk is het opgetrokken in de dertiende eeuw, toen Mude op de hoogste trap van leven en welvaart ge stegen was. tig gebed aan de bescherming van de Almachtige op en het convooi van de Gouverneur deed door een salvo van geweerschoten de lucht weergalmen. Na dit salvo vertrok men naar Sluis. Enige dagen later werden 's nachts de grenspalen uitgegraven en lag het Statenwapen gebroken. Zo schijnt het lange tijd gebleven te zijn. Op 13 Mei 1611 werd een nieuwe publicatie aan geplakt met strafbedreiging en moest de Pastoor vertrekken. Nog gaf men het niet op. De andere dag kwam de Archidiaken van Brug- 's Zondags verscheen de burge meester van het Brugse Vrije met enige ruiters van Chalon om de Mis te laten doen. De Magistraat in vergade ring bijeen weigerde de kerk te ope nen. De volgende Zondag werd op het Fort van St. Donaas toch een dienst gehouden, welke grote opspraak ver wekte. Het was echter de laatste mis lukte poging om Mude voor de Ka tholieke Kerk te behouden. STRIJD OM EEN EIGEN PREDIKANT. Voordat Mude echter een eigen pre dikant had, moesten nog vele moei lijkheden worden overwonnen. Op 13 Mei 1611 werden namens de Staten Generaal de regeringsleden van St. Anna ter Muiden, zoals Mude voortaan ging heten, aangesteld. In de Klassieke Handelingen van Walcheren wordt reeds op 6 Januari X61I gemeld „dat de Classis die van Sluis vermaant en authoriseert, om, met advies van den Gouverneur, St. Anna ter Muiden alle Zondagen door een van hare die naars te laten voorzien". Men kan hieruit opmaken dat de predikanten van Sluis daartoe ongenegen waren. De grenskwestie en de Pastoor waren er wel niet vreemd aan. Zeker is het, dat het nog lang duurde eer het plaats vond. Het zal met de hoop op dit voor recht geweest zijn, dat op 16 Mei 1611 tot Koster der kerk en grafdelver werd aangesteld Nicolaas de Prez. Verder, dat door Yman Ymans en Joos Maes gedurende de predicatie zou bediend worden het ambt van Diaken. Vervolgens dat men tot de verzameling der gemeente, bij wijze van lening van de Magistraat van Sluis zou verzoeken een schelleken of clocxken, aankomende het gasthuis dier Stad, welk klokje werd toege staan en op de toren van St. Anna ge hangen is op 21 April 1612, terwijl men de Evangeliedienaars van Sluis zou uitnodigen om 's Zondags voor middags een predicatie te houden. Op 22 April 1612, le Paasdag hield predi kant Halle uit Sluis de eerste preek. CORNELIS TRUYENS WAS DE EERSTE. Na vele besprekingen in Middelburg werd te Sluis een derde predikant be roepen, zodat een van de drie te St. Anna moest prediken. Ook deze rege ling mislukte weer. Na veel moeite kreeg echter St. Anna in 1620 een eigen Leraar, een kerkeraad en een klok. De eerste predikant was Cornells Truijens, die echter in 1925 alweer naar Ritthem vertrok. Zijn opvolgers hebben het niet eenvoudig gehad en een harde strijd moeten voeren in de kleine gemeente op de grens van het Rooms België, dat een grote invloed bleef uitoefenen op de inwoners. Zo moest men bijv. nog optreden tegen een ouderling van de kerk, die zijn kind in het Belgische Westcapelle liet dopen. Ook werd streng opgetreden tegen „lichtveerdicheit", welke bestond in „het lopen naar Dudzeele ter Ker- misse" en werd een bruid van toverij beschuldigd, daar zij om haar doch ters gezondheid te verkrijgen aan be zweerders gehoor gegeven had en tot grote ergernis kwaad ravot hield in haar huis. Gesignaleerd werd dat het volk in 't gemeen zeer ongoddelijk leefde. Alle moeilijkheden ten spijt echter bleef de gemeente zelfstandig bestaan en werden de problemen met goed gevolg overwonnen. Tot op heden bleef St. Anna een zelf standige kerkelijke gemeente al baart ook in deze tijd het bezitten van een eigen predikant zorgen. Gelukkig ech ter is de tegenwerking van de omlig gende gemeenten nu veranderd in me dewerking, zodat St. Anna met goede moed de toekomst ingaat. Het ziet er dus naar uit dat de wens van predikant Janssen verwezenlijkt wordt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 3