Klokken beieren over Nederland,
Vrolijke klanken op Woudschoten.
SIOUK VAN HOLDINGE
19£fNEN
Eerste vrouwelijke hoogleraar treedt af
Evangelisatie-campagne met film
ster als „attractie"*
AKKERTJES
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
Boord werktuigkundigen
K.LM. jubileerden.
bed is ook voor U ideaal!
Van een klein poesje en een grote leeuw,
- Verhaal uit de tijd der Kerkhervorming.
Maandag 4 Augustus 1952
Hopsasa, jammer, het zijn er maar driel
Er komt een diploma zangonderwijs Chr, school.
(Van onze speciale verslaggever).
Het Christelijk Paedagogiseh Studie
centrum heeft op Woudschoten een
tweetal muziekconferenties belegd.
Verleden jaar werd een proef geno
men met een „practische zang- en
muz:ekcursus C.P.S. Vierdaagse". Dit
maal duurde de Vierdaagse echter
maar drie dagen, zeer tot leedwezen
van alle bezoekers.
Van harte hief men dasfrom bij het
begin van de conferentie op de wijze
van „Zeg Anneke, waar ga je naar
toe?" het volgende lied aan
Zeg meester, zeg juffrouw,
waar ga je naar toe?
'k Ga naar buiten,
al naar de Vierdaagse
Hopsasa, jammer,
het zijn er maar drie!
Was de eerste conferentie bestemd
voor beginnenden hier namen 130
onderwijzeressen en onderwijzers aan
deel op de tweede conferentie ver
schenen de leerkrachten, die in 1951
al een begin met de studie hadden ge
maakt. Deze conferentie werd door
honderd personen bezocht.
De heer E. de Jong Azn te 's Gra-
venhage opende namens het C.P.S. de
tweede conferentie met een toespraak
naar aanleiding van het eerste en het
laatste lied uit de Bijbel.
Het eerste lied is Lamechs zang, een
lied van brallende overmoed; het laat
ste, opgetekend in het Boek der Open
baring, is het vreugdelied van de he
mel en zijn bewoners over de val van
Babyion.
HET ZANGDIPLOMA.
Nadat hij enige opmerkingen over
beide liederen had gemaakt, deelde de
heer De Jong mede dat de muziek
conferenties in een behoefte blijken te
voldoen.
Daarom is er onder auspiciën van
het C.P.S. onlangs opgericht een com
missie ter verbetering van het muziek-
en zangonderwijs op de christelijke
school.
De commissie is aan het werk ge
togen; zij wil een opleiding in het
leven roepen voor het verkrijgen van
een diploma zangonderwijs voor de
christelijke school.
De heer S. Klein te Amsterdam, lei
der van de conferentie, hield een in
leidende rede over de psychologie van
de muziek en het kind. De heer Klein
noemde het zingen een onmisbaar ele
ment op de lagere school. In de me
lodie vindt het kind een bij zijn aard
passend vermogen om zich te uiten.
Bijna ieder kind heeft een muzikale
aanleg. Het aantal onmuzikale school
kinderen wordt geschat op tien pro
cent.
Evenals bij andere vakken zijn heel
vaak de kleuterperiode en de eerste
schooljaren beslissend voor de muzi
kale ontwikkeling van het kind.
Op zijn zesde jaar maakt het kind
de overgang van speels musiceren
naar het bewust beleven van muziek.
Hieruit volgt, aldus de heer Klein, dat
van het begin der schooljaren af het
zingen van buitengewone betekenis
moet worden geacht.
Veel ouderen zitten vast aan wat
zij aan het begin van de schooltijd
hebben meegenomen. Dat er nog veel
aan het muziekonderwijs ontbreekt,
blijkt uit het feit, dat radioliedjes zo
maar ingang vinden bij ons volk, het
geen eigenlijk ontzettend is.
Aan ons de taak, zo besloot de heer
Klein om er aan mee te werken dat
ons volk niet enkel behoeft te teren
op schlagers.
Hierna nam het practische werk op
de conferentie een aanvang. Als do
centen traden op de heren Aug. Weiss
te Rotterdam (geestelijk lied), W.
Mennes te Amsterdam (blokfluit), H.
J. Smit te Amsterdam (volkslied) en
H. de Koning te Amsterdam (volks
dans).
Het corps boordwerktuigkundigen van
de K.L.M. heeft op Schiphol zijn zilve
ren jubileum gevierd. Alle leden van
dit omstreeks 350 man tellende corps
natuurlijk met uitzondering van hen,
die hun plicht in de lucht vervulden -
waren daartoe bijeengekomen in één
van de grote cantine's en hoorden aan
de lopende band de lof van alle afde
lingen van de K.L.M. over zich uit
strooien.
In de eerste plaats geschiedde dit
door dr Plesman, die verklaarde, dat
het corps boordwerktuigkundigen van
de K.L.M. het beste in de wereld is,
„Dat is een stoute bewering. Aan u
te bewijzen, dat dit zo zal blijven'"
Dr Plesman bracht in het bijzonder
hulde aan de heer J. G. Hiemstra, de
instructeur van het corps.
Er werd op deze bijeenkomst voorts
nog gesproken o.a. door de hoofden
van het technisch bedrijf, het vliegbe
drijf, de directeur van de luchtvaart
nijverheidsschool in Den Haag en
door vertegenwoordigers van de Dou
glas- en Lockheed fabrieken. Talrijke
geschenken werden aangeboden aan
de huidige corpschef, de heer R. Smit
en de plaatsvervangend corpschef, de
heer J. Delterne, die beiden 25 jaar
in dienst van de K.L.M. zijn. Onder
de talrijke telegrammen, die waren
binnengekomen, was er één van
Prins Bernhard en talrijke gelukwen
sen van K.L.M.-vertegenwoordigers in
Indonesië, in de West en in de lucht,
Het personeel bood de heren Smit
en Delterne een gouden horloge aan
De directie overhandigde het corps
een wereldbol.
Ingezonden Mededeling (adv.).
irwarm en volkomen geruisloze vering.
Complot op Cuba mislukte
Op Cuba is volgens mededelingen van
de politie een samenzwering ontdekt,
die tot doel had de regering omver te
werpen en president Batista te ver
moorden. Ex-president Prio, die in
Maart j.l., na de staatsgreep van ge
neraal Batista, naar het buitenland
vluchtte, zou de samenzweerders met
geld hebben gesteund. Twaalf personen
zijn gearresteerd, aldus de bekendma
king.
In een door president Batista uitge
geven verklaring zijn berichten van ver
scheidene radiostations tegengesproken,
volgens welke op Cuba een militaire
opstand aan de gang is.
Drie boerengezinnen uit Thuringen
(Oost-Duitsland) zijn met 31 koeien, 7
paarden en 5 karren met meubilair en
bagage naar het Westen gevlucht.
Hoe het in ieder geval NIET moet.
Onthullingen in Int, Raad van Chr, Kerken,
(Van een onzer redacteuren).
EDINBURGH. De regionale conferentie van de I.C.C.C. heeft plot
seling de belangstelling van de wereldpers op zich gericht gezien en zelfs
reacties ontketend in de kringen van de filmwereld. Wat is er gebeurd?
Ds. W. C. H. Garman, één van de predikanten van de Independent Funda
mentalist Churches, uit Wilkinsburg, bij Pittsburg, heeft namelijk enige
onthullingen gedaan over evangelisatiemethoden in de Ver. Staten, waarbij
filmsterren worden ingeschakeld om het publiek te trekken.
De uitlatingen van ds Garman moe
ten alleszins betrouwbaar worden ge
acht en dat er een blijkbaar beroemde
filmster als Jane Russell op de mede
delingen van deze predikant zo ter
stond heeft gereageerd, had men hier
in Edinburgh niet verwacht.
Wat heeft ds Garman dan wel ver
teld? In een rapport over het werk
in de Ver. Staten van de American
Council of Christian Churchess heeft
hij het een en ander gezegd over een
massa-evangelisatiecampagne in Texas
waarbij o.a. Jane Russell als „attrac
tie" had gefungeerd. Hij zeide, dat het
publiek en massa was opgekomen. Er
zouden 45000 personen zijn geweest
om deze sensatie een ander woord
kon ds. Garman er niet voor vinden
mee te maken. Jane Russell, aldus
ds. Garman, is over de gehele wereld
bekend, „omdat zij op de meeste foto's
zo gekleed is, dat het er net mee door
kan". Ds Garman noemde het een af
schuwelijk symptoom van verval, dat
dergelijke figuren voor evangelisatie
doeleinden worden gebruikt. Voor de
ze reclamecampagne van deze massa
evangelisatie waren volgens deze
Amerikaanse predikant tienduizenden
dollars uitgegeven.
De mededelingen van ds. Garman
zijn blijkbaar door de grote persbure-
aux als „hot news" de wereld inge
zonden en zijn zodoende ook aan Jane
Russell bekend geworden. Vandaag
stond althans in sommige kranten hier
een reactie harerzijds. Zij moet gezegd
hebben, dat zij haar Bijbel aardig goed
kent, en dat degenen, die bezwaar ma
ken tegen haar „religieus werk" ge
vaarlijk naderen tot „het werpen van
de eerste steen".
Dr Mclntire, aan wie wij de reactie
van de filmster voorlegden, noemde
deze een allerbedroevendst teken van
afval. Hij concludeerde, dat Jane Rus
sel het verband, waarin Jezus de be
doelde woorden van het werpen van
de eerste steen heeft gesproken, ge
heel uit het oog had verloren. Zij heeft
met dit te zeggen juist duidelijk ge
toond, dat zij haar Bijbel niet kent en
niet goed begrijpt, want anders zou
zjj deze woorden niet hebben aange
haald, aldus dr Mclntire.
Voorts moet de filmster gezegd heb
ben, dat „vreemdelingen er alijd met
een uitgestreken gezicht bij staan" en
zij veronderstelde, dat zij door haar
„dertig-minuten-speech hen wel een
lach zou kunnen ontlokken, wanneer
zij daarop wachten". Voor haar was de
Bijbel een „favoriet", doch zij was
geen zendelinge.
T.a.v. de opmerking over haar kle
ding moet zij gereageerd hebben met
de wel laconiek aandoende opmerking,
dat zij niets anders had gedragen dan
men altijd op een hete dag in Juni
kan zien.
Zowel in zijn toespraak als in een
persoonlijk gesprek, dat wij met ds
Garman hadden, uitte hij zijn diepe
droefheid over dergelijke evangelisa
tiecampagnes. Tal van kerken doen er
aan mee en alles wordt zo op een grote
hoop gegooid, terwijl van een werke
lijke verkondiging van het Evangelie
niets terecht komt. Bij de gewraakte
campagne in Texas ging het tiendui
zenden alleen om de sensatie en heus
niet om het Evangelie.
VERWILDERING.
Ds Garman vertelde ons frappante
staaltjes van verwildering en demo
ralisering van de massa in de Ver.
Staten. De films, zo zeide hij, oefenen
een verderfelijke invloed uit, in het
bijzonder onder de jeugd. De kerken
in de Amer. Council of. Chr. Churches
protesteren herhaaldelijk tegen de toe
gelaten films, maar zij hebben niet de
minste invloed op de filmcensuur.
Eén voor één
Druk beluisterde uitzending van de N. C. R.V.
(Van onze speciale verslaggever).
Het is bijna één uur in de middag.
Even de radio aanzetten voor de nieuwsberichten.
Een draai aan de knop. We horen de stem van de oproeper. Hij kondigt
klokgelui aan. Daar beiert reeds de klok van een dorp uit een verre hoek
van het land. Heel het vaderland is één minuut verbonden met alle dorps
bewoners. Even dringt de galm van die verre klok door in duizenden huis
kamers.
De ene week op twee, de andere
week op drie dagen beiert om één
minuut voor één een klok voor de mi
crofoon. Dat kleine programmapunt
van één minuut behoort ongetwijfeld
tot de drukst beluisterde uitzendingen
van de N.C.R.V.
Niet omdat alle mensen zo gebrand
zijn op klokgelui; behalve natuurlijk
de dorpsbewoners die hun eigen klok-
keklanken via de microfoon wensen
te horen! Nee, deze uitzending trekt
de aandacht van hen, die in elk geval
de nieuwsberichten niet willen missen.
Nu is er een eigenaardige overeen
komst tussen klokgelui en nieuws. Be
kend is de opmerking van een chris
ten, die zei: „Ik lees mijn krant om
te zien hoe God de wereld regeert".
Het doet natuurlijk niets ter zake of
het nieuws gedrukt is of gesproken
wordt. Zodat wij evengoed kunnen
zeggen: „Ik luister naar de nieuwsbe
richten om te horen hoe God de we
reld regeert".
Wat de overeenkomst met de klok
betreft: zij dient de mens er aan te
herinneren hoe God het leven regeert.
Daarom staat op oude klokken soms
de spreuk: Vivos voco. Mortuos plan-
go. Oftewel: De levenden roep ik. De
doden beween ik.
Met een variant hierop heeft men
in de torenklok van de Grote kerk te
Hilversum dit randschrift aange
bracht:
O volk van Hilversom
Verlaat uw booze sonden,
Eer dat uw sterfdag kom
En wij uw dood verkonden!
RODE HAAN KRAAIT NIET.
Met de heer T. Schouten van de
N.C.R.V., de man die de klokgelui-
uitzendingen verzorgt, mochten we
een gesprek hebben over het pro
gramma van één minuut voor één.
Bijna een jaar bestaat deze uitzen
ding en aan de hand van ingekomen
brieven kan de N.C.R.V. wel conclu
deren, dat het gebeier velen verheugt.
Er komen tenminste geregeld aanvra
gen binnen in de geest van: och, neem
ook het klokgelui uit onze toren eens
op!
Dat was zelfs Sheik te bar.
L f.
Hoe ze er was ingeko
men, was nogal duide
lijk: door de tralies.
Doch waarom ze zich
daadwerkelijk in het
hol van de leeuw had
gewaagd, zal altijd wel
een raadsel blijven. In
ieder geval stapte het
jonge poesje deze da-
met kleine parmantige
pasjes in de kooi Van
de oude, eerbiedwaar
dige Artis-leeuw Sheik
rond. Poes trok zich er
niets van aan, zich in
het domein te bevinden
van diegene, die in
vroegere jaren één der
grootste en fraaiste van
zijn ras was al
heeft hij dan in de loop
van zijn lange leven de
eens fier wapperende
manendos verloren.
Poes ging eens in het
zand zitten, besteedde
de nodige aandacht aan
haar make-up en toon
de niet de minste be
langstelling voor Sheik,
die aan de andere kant
van het verblijf in
stomme verbazing naar
het nietige diertje keek,
dat zo vermetel was
hem in de zoete mij
mering van de oude
dag te storen. Toen
z'n groen flikkerende
blikken geen enkele
uitwerking op de ge
moedsrust van het kat
je bleken te hebben,
stond hij op, kennelijk
hoogst verontwaardigd.
Eén, tweemaal schudde
hij de reusachtige kop,
hetgeen ondanks het
gebrek aan manen
op iedereen, behalve
het katje, diepe indruk
maakte. Toen kwam
hij nader. Stap voor
stap, als een onaf
wendbare dreiging voor
poes. Eindelijk, toen
een grote schaduw
over haar heenviel,
keek poes nonchalant
op. Sheik bromde even
en scheen te overleggen
wat hem te doen stond.
Doch voor hij tot welke
daad ook kon overgaan,
kwam poes in actie.
Zo hoog ze 't maar kon,
kromde ze haar rug
getje; haar staart werd
dik en met allé energie,
die in haar was, begon
ze te blazen. Sheik
staarde verwonderd
naar beneden, naar het
kleine wezentje daar in
't zand. Poes blies nog
eens, het bekje wijd
opengesperd. Weer
schudde Sheik de kop,
verwonderd. En toen
draaide de koning der
dieren zich eensklaps
om en wandelde zo sta
tig mogelijk terug naar
z'n slaaphoekje. Poes
blies zachtjes nog wat
na en wierp zegevie
rende blikken naar de
brede, geelbruine rug.
Vervolgens wijdde ze
zich weer aan haar
make-up.
En de geschrokken
oppasser haastte zich
Sheik van de kleine in
dringster te „verlossen".
HOGE COMMISSARIS
BEZOCHT
MINISTER MUKARTO
De Nederlandse Hoge Commissaris
in Indonesië, de heer A, Th. Lamping,
heeft Zaterdagochtend de Indonesi
sche minister van Buitenlandse Za
ken, de heer Mukarto bezocht. Dit
bezoek was bedoeld om uitvoering te
geven aan de opdracht van de Ne
derlandse regering, blijk te geven van
de ontsteltenis, waarmede de laatste
ontvoeringen in het Cheribonse de
Nederlandse regering vervulde en aan
te dringen op alle maatregelen ter
bevrijding van de ontvoerenden.
Engels plan tot bestrijding
mond- en klauwzeer
De Engelse minister van Landbouw
beeft in het Lagerhuis verklaard, dat
de Britse regering gaarne een confe
rentie wil voeren met vertegenwoor
digers van continentale om te
bespreken hoe liet heersende mond- en
klauwzeer kan worden bestreden.
De minister verklaarde, dat de si
tuatie in Europa sedert het voorjaar
?ver het algemeen aanzienlijk beter
13 geworden. De enige uitzondering
vormt Frankrijk, waar de situatie vol
gens de jongste gegevens nog steeds
slechter wordt.
14.
„Zo is het", zeide Cornelius Ever-
hardi. „Ik wil je een Nieuw Testa
ment zenden in onze Dietse taal.
Maar laat een ander het niet bemer
ken. Je behoeft je het niet te scha
men, je zoudt er echter wel last mee
kunnen krijgen. Maar ik wenste
graag uw heer vader te spreken".
„Heit is naar Oostmahorn", ant
woordde Sjouk. „Hij zal wel niet lang
meer weg blijven. Daar hoor ik Polio
blaffen, 'k Denk, dat Heit tfiuis is
gekomen. Zal ik Heit vragen hier te
komen?"
„Doe dat", antwoordde de pastoor.
„Jij moogt wel weten, wat wij be
spreken. Maar ik wil niet gaarne, dat
anderen er getuige van zijn. Zelfs
onze goede S ij brig mag het niet we
ten, aangezien zij wat al te gemak
kelijk praat."
Enkele ogenblikken later trad
Sjouk, vergezeld van heer Gaboe, de
kamer binnen.
„Ha, heer pastoor, daar doet ge
goed aan". Met uitgestoken hand
trad heer Gabbe op Cornelius Ever-
hardi toe. „Brrr, hondenweer. Sjouk,
laat Sijbrig me vlug een fles wijn
brengen en een paar glazen. U drinkt
toch ook een glas mee, heer pastoor?
Nee, schudt 't hoofd maar niet.
Wat, drinkt u melk? Foeiu ver
acht toch de wijn niet, eerwaarde?"
„Neen", antwoordde de pastoor. „Al
keur ik zeer streng onmatigheid af
helaas ook bij vele geestelijken
wordt ze gevonden toch is het ge
bruik van een glas wijn niet ver
keerd. Wel kunnen er geroepenen
zijn, zoals de priesters, die zich het
gebruik van wijn en sterke drank
moeten ontzeggen, gelijk we lezen in
Ihet derde boek van Mozes, waar van
Aaran en zijn zonen staat: Vinum et
omne, uod inebriare potest non bibe-
tis, hoewel dit slechts tijdelijk was.
En ook waren er de Nazireërs.
„Ja ja", viel heer Gabbe de pas
toor in de rede, „maar dat zal thans
wel anders wezen. De meeste pries
ters hebben er althans geen bezwaar
tegen, en zegt de Schrift ook zelf
niet vinum laetifilaetiti.... wat,
drommel, moet het ook weer zijn?
'kBen nooit sterk in Latijn geweest.
De oude pastoor heer Low 1) heeft wat
een moeite met mjj gehad".
„U bedoelt, wat de Schrift zegt in
het Boek der Psalmen", antwoordde
de pastoor, „producens foenum ju-
mentis, et herbam servituti hominum
ut educas panem de terra, et vinum
laetificet cor hominis...."
„Ja zeker", zei heer Gabbe. „Al dat
latijn blijf je in de keel hangen. En
daarom is het des te noodzakelijker
de keel flink door te spoelen".
Sijbrig had inmiddels een fles wijn
gebracht met een paar glazen.
„Prosit! heer pastoor", zei heer
Gabbe, terwijl hij zijn glas ophield.
„Moge het ons nog jaren goed sma
ken. En", voegde hij er aan toe, ter
wijl zijn gelaat betrok, „mogen de
ketters uitgeroeid worden".
De pastoor, die zijn glas reeds op
genomen had, zette het neer.
„Wat bedoelt gij heer Gabbe?"
vroeg hij.
„Wat ik bedoel? Nu, dat is toch
duidelijk, zou ik menen", antwoordde
heer Gabbe met donkere blik. ,,'t Is
toch schandelijk, wat die lui durven
bestaan.' En niet alleen van dio halve
dwazen, als die Douwe Glins, hangen
de nije leer aan. Aan zulke mensen
hoef je je niet al te veel te storen.
Maar dat ook onder voornamen, on
der eigengeërfden en zelfs onder ede
len die richting veld wint, is me on
begrijpelijk."
Sjouk keek verwonderd naar haar
vader. Hij had zeker iets onaange
naams beleefd, dat hij zo vertoornd
was. Wel moest heer Gabbe niets van
de ketters hebben, maar zó bitter had
hij zich nog nooit uitgelaten.
De pastoor antwoordde niet. Hij
staarde vóór zich.
Heer Gabbe barstte opnieuw los:
„Ik begrijp niet dat van Geroltsma
ook meedoet. Overal heeft men last
van die lui. En 'tis meestal het la
gere volk. Oproermakers. Onze men
sen moesten wijzer zijn".
„Heeft Heit vanmorgen met Ge
roltsma gesproken?" vroeg Sjouk.
Totnogtoe, aldus de heer Schouten
is het bijna altijd vlot gegaan met die
opnamen. Wij beginnen met het ma
ken van een plan voor een bezoek
aan een bepaalde streek, waar we dan
tien a twaalf klokken willen horen
Veelal zijn het klokken uit de torens
van Hervormde kerken. Daarvoor
moeten we dan bij de kerkvoogdij aan
kloppen, althans wanneer de toren
niet het eigendom van de burgerlijke
gemeente is. In het laatste geval bren
gen we dan een bezoek aan het ge
meentehuis.
Slechts één keer heeft een kerk
voogdij ons het opnemen geweigerd.
Dat gebeurde in een plaatsje waar
mep zeer zwaar op de hand is. Men
is tegen de radio en wil derhalve niet
meewerken aan de totstandkoming
van een uitzending.
Maar overigens wordt de medewer
king graag verleend. Dikwijls wel op
voorwaarde dat wij tijdig berichten
wanneer de opname wordt gemaakt.
Dan kunnen de dorpelingen worden
gewaarschuwd. Anders zouden ze op
een ongewoon uur kunnen denken dat
„de rode haan" kraaide!
HET DORP LOOPT UIT
In de plaatselijke pers kondigt men
af wanneer de radiowagen verwacht
wordt. Dit heeft tot gevolg dat ons
dikwijls een warme ontvangst wacht,
aldus de heer Schouten. Het dorp
loopt uit om dit evenement, dat ove
rigens maar kort duurt, mee te maken
Zo'n opname komt heel gemakkelijk
tot stand. Behalve wanneer er zeer
sterke wind staat; dan krijgen we
soms meer geloei van de wind dan
gelui van de klok op de plaat. Een
enkele keer bezorgt een boerenwagen,
die door de dorpsstraat komt ratelen,
ons een oponthoud. We moeten dan
een tweede opname maken. Lichte bij
geluiden deren ons niet; die geven
zelfs een kenmerk van echtheid aan
de uitzending.
Is het uw bedoeling om het hele
land af te werken? De heer Schouten
schudt ontkennend het hoofd. Dan
zouden we nog heel wat jaren nodig
hebben, eer we elke klok op de plaat
hadden. Het is echter wel onze be
doeling om van elke streek een aantal
klbkken te nemen. We moeten echter
een keus doen. Er zijn provincies waar
zeer veel torens staan. In Friesland bij
voorbeeld heeft elk gehucht een to
ren; en er zit ook altijd een klok in
Inderdaad is Friesland rijk aan
klokken. In een boekje over de oude
kerken van die provincie heeft ds J,
J. Kalma uitgerekend dat Friesland
340 kerkdorpen heeft, terwijl Drente
(dat maar even kleiner is dan Fries
land) er slechts 60 telt.
Niet alleen de heer Schouten heeft
zich hierover verbaasd. Ook een be
reisd man als Albert Schweitzer stond
er verwonderd van.
DE TAAL DER KLOKKEN.
Het aantrekkelijke van de klok-uit-
zendingen is, dat daardoor een klein
stukje dorpsleven voor de microfoon
komt. Wij willen niets zeggen van de
klokken en beiaarden in de stadsto
rens. Maar het is nu eenmaal een feit,
dat de klok uit de dorpstoren meer
met het dagelijks leven van de om
wonenden heeft te maken dan de
stadsklok.
Hoe heeft men dat begrepen in de
oorlogsjaren toen men onder tranen
zijn oude klok zag weghalen. En hoe
voelde men dat na de bevrijding, toen
met spanning het moment werd ver
beid waarop een nieuwe klok haar ge
beier zou laten horen!
Geen wonder dat bijna alle klokken
een opschrift hebben. De taal van de
klokken is zeer versehilend. Soms La
tijn, meestal Nederlands, een enkele
keer Fries. Maar wat de klokken te
betekenen hebben, dat begrijpt ieder
een en dat is overal eender.
Vele middeleeuwse klokken zijn ge
wijd aan Jezus. Op de klok van de
gereformeerde kerk te Ommen staat
De Meester is daar en hij roept u.
Daar ziet men de klok als de stem
van de Zaligmaker.
Elders beschouwt men de klok als
de stem van het volk. In Santpoort,
waar een nieuwe klok in 1948 de ge
stolen klok kwam vervangen, leest
men een randschrift, waarin de vreug
de over de gespaarde kerk wordt ge
uit:
't Behoud der Kerk
Was Godes werk.
Mijn klank roept uit
het dankgeluid!
In weer andere plaatsen heeft men
de klok een zelfstandige functie gege
ven. Zoals te Rhenoy in de Betuwe:
Exaudies in caelo orationes eorum et
preces, d.i. Hoor in de hemel hun ge
beden en smekingen! Hier laat men
de klok als het ware bidden voor het
volk.
Maar hoe dan ook het opschrift mag
luiden, de betekenis van het gebeier
spreekt tot ieders verbeelding. Daar
om moge de N.C.R.V.-uitzending van
één voor één waardering vinden!
(Ingezonden Mededeling adv.)
zenuwpijn,kiespijn
Tergende pijnen..duldeloos,maar niet hope
loos, want'AKKERTJES'versIaan alle
pijnen snel en zeker. Weiger namaak, f
helpen direct f
Vragen over varkenspest
Het Tweede Kamerlid Kikkert (c.h.)
heeft aan minister Mansholt de volgen
de vragen gesteld:
1. Is het de minister bekend, dat in
verschillende streken van ons land, en
met name op de zandgebieden, de ge
vreesde varkensziekte, de varkenspers
zich voordoet?
2. Is het de minister bekend, dat,
wanneer deze ziekte één der dieren aan
tast, de gehele varkensstapel op het
besmette bedrijf moet worden afge
slacht
3. Is het de minister bekend, dat voor
deze afgeslachte dieren geen enkele ver
goeding wordt gegeven?
4. Is de minister niet van oordeel,
dat het gewenst moet worden geacht,
èn om een doelmatige bestrijding van
deze ziekte, èn om de gedupeerden te
gemoet te komen, dat een schadeloos
stelling wordt gegeven?
Is de minister bereid op korte termijn
die maatregelen te nemen, waardoor
aan genoemde wensen wordt tegemoet
gekomen
Mijne heren, ik zie, dat niemand aanwezig is
Vrouwen nu volledig erkend aan universiteiten»
(Van één onzer redacteuren)
In kort bericht in de kranten heeft er melding van gemaakt, dat prof. dr
Johanna Westerdijk, buitengewoon hoogleraar in plantenziekten aan de uni
versiteiten van Utrecht en Amsterdam, haar emeritaat heeft aangevraagd.
Haar leerstoel zal niet onbezet blijven maar wordt weldra ingenomen door
me j. dr L. C. P. Kerling, die indertijd haar doctorstitel behaalde onder prof.
Westerdijk en die haar leermeesteres thans in haar beide ambten opvolgt.
Wij hebben hier te doen met het unieke geval, dat een vrouwelijke hoog
leraar (de titel hooglerares bestaat niet!) door een sexegenote wordt opge
volgd. Daarin mag men opnieuw een bewijs zien van de volledige erkenning
der vrouw aan de universiteit.
1) Een pastoor Low in Anjum komt
voor in 1511. Er waren toen drie gees
telijken aan de kerk verbonden, n.l.
Low, de pastoor, Heer Johannes, de
Vicaris en Heer Hendrik, priester der
prebende.
(Wordt vervolgd).
Prof. dr Johanna Westerdijk werd in
1917 benoemd tot professor in Utrecht.
Zij was toen de eerste vrouw in Neder
land, welke het hoogleraarschap be
kleedde. In 1930 volgde haar benoeming
te Amsterdam. Beide universiteiten had
den een goede keus gedaan. Prof. Wes
terdijk is in en buiten Nederland be
kend als directeur van het bureau vooi
schimmelcultures te Baarn. Met ere
heeft zij het professoraat bekleed.
Na haar benoeming zijn ook de mees
te andere universiteiten er schoorvoe
tend toe overgegaan om vrouwen tot
het hoogleraarsambt toe te laten. De
Vrije Universiteit ontving tn dr G. H.
J. van der Molen na de laatste oorlog
haar eerste vrouwelijke hoogleraar.
Daarin is de r.k. Keizer Karel-Unlver-
sitelt te Nijmegen nog voorgegaan; de
ze heeft tot heden geen vrouwelijke
hoogleraar.
VROUWELIJKE STUDENTEN.
Wanneer wij weten, dat het vierde
deel der studenten aan de Leidse Uni
versiteit en aan de stedelijke Universi
teit te Amsterdam van het vrouwelijk
geslacht is (b(j andere academiën is dit
percentage geringer), dan kunnen ws
ons nlte indenken, dat een eeuw geleden
geen enkel meisje studeren mocht.
Daarmee is niet gezegd, dat er geen
„gestudeerde" vrouwen in Nederland
zijn geweest. Het illustere voorbeeld van
een academisch gevormde vrouw hier te
lande is Anna Maria van Schurman
(16071678), die uitblonk in alle we
tenschappen.
Zij mocht op bijzondere voorwaar
den (afgescheiden van de mannelijke
studenten) de colleges van Voetlus
volgen aan de hogeschool te Utrecht.
Officiële toelating kreeg zij echtei
niet.
Bijna twee en een halve eeuw later
stond minister Thorbecke toe, dat de
Groninger Universiteit een vrouw in
schreef bij de studenten. Dit was Alet-
ta Jacobs, een meisje uit Sappemeer,
die ln 1871 haar medische studie begon.
In 1879 promoveerde zij als de eerste
vrouw van Nederland tot doctor in de
medicijnen. Wie haar levensgeschiede
nis kent, weet hoeveel zij als arts voor
vrouwen en meisjes heeft kunnen doen
en hoeveel zij ook in het algemeen ver
richten mocht in het belang van de
vrouwen.
NIET ERKEND.
In 1905 schreef de Vrije Universiteit
haar eerste vrouwelijke leerling in. Op
de V.U.-dagen te Middelburg in 1906
heeft prof. dr H. H. Kuyper deze in
schrijving verdedigd in een referaat
over vrouwelijke studenten. Hij zag ln.
zonderheid de vrouwelijke arts als een
figuur, waaraan dringend behoefte be
stond.
De Vrije Universiteit heeft tot heden
echter geen vrouwelijke artsen voort
gebracht, om de eenvoudige reden dat
eerst verleden jaar de medische facul
teit voltooid was. Wei hebben verschei
dene jonge vrouwen aan de V.U. theo
logie of rechten gestudeerd.
De meisjesstudente is lang niet doot
ledreeen erkend. Ook niet door alle
hoogleraren. Een bekende tegenstander
van studerende vrouwen was prof. dr
J. C. Naber, ln 1950 op hoge leeftijd te
Utrecht gestorven. De zuster van deze
hoogleraar was de feministe Johanna
Naber, wier publicaties over vrouwen
van betekenis nog steeds de aandacht
trekken.
Prof. Naber was van zijn 28ste tot
zijn 70ste jaar hoogleraar in het Ro
meins recht. In zijn ganse loopbaan
heeft hij nooit de meisjesstudente wil
len erkennen; hij gebruikte dat woord
zelfs niet!
Het verhaal gaat, dat hjj op zekere
dag de collegezaal betrad en daar uit
sluitend meisjesstudenten zag zitten.
Prof. Naber vertrok geen spier, ging
achter de katheder staan en zei: „Mijne
heren, ik zie, dat niemand aanwezig is".
Waarop h(j kalmweg de zaal verliet...