Klokken beieren over Nederland, Vrolijke klanken op Woudschoten. SIOUK VAN HOLDINGE 19£fNEN Eerste vrouwelijke hoogleraar treedt af Evangelisatie-campagne met film ster als „attractie"* AKKERTJES ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 Boord werktuigkundigen K.LM. jubileerden. bed is ook voor U ideaal! Van een klein poesje en een grote leeuw, - Verhaal uit de tijd der Kerkhervorming. Maandag 4 Augustus 1952 Hopsasa, jammer, het zijn er maar driel Er komt een diploma zangonderwijs Chr, school. (Van onze speciale verslaggever). Het Christelijk Paedagogiseh Studie centrum heeft op Woudschoten een tweetal muziekconferenties belegd. Verleden jaar werd een proef geno men met een „practische zang- en muz:ekcursus C.P.S. Vierdaagse". Dit maal duurde de Vierdaagse echter maar drie dagen, zeer tot leedwezen van alle bezoekers. Van harte hief men dasfrom bij het begin van de conferentie op de wijze van „Zeg Anneke, waar ga je naar toe?" het volgende lied aan Zeg meester, zeg juffrouw, waar ga je naar toe? 'k Ga naar buiten, al naar de Vierdaagse Hopsasa, jammer, het zijn er maar drie! Was de eerste conferentie bestemd voor beginnenden hier namen 130 onderwijzeressen en onderwijzers aan deel op de tweede conferentie ver schenen de leerkrachten, die in 1951 al een begin met de studie hadden ge maakt. Deze conferentie werd door honderd personen bezocht. De heer E. de Jong Azn te 's Gra- venhage opende namens het C.P.S. de tweede conferentie met een toespraak naar aanleiding van het eerste en het laatste lied uit de Bijbel. Het eerste lied is Lamechs zang, een lied van brallende overmoed; het laat ste, opgetekend in het Boek der Open baring, is het vreugdelied van de he mel en zijn bewoners over de val van Babyion. HET ZANGDIPLOMA. Nadat hij enige opmerkingen over beide liederen had gemaakt, deelde de heer De Jong mede dat de muziek conferenties in een behoefte blijken te voldoen. Daarom is er onder auspiciën van het C.P.S. onlangs opgericht een com missie ter verbetering van het muziek- en zangonderwijs op de christelijke school. De commissie is aan het werk ge togen; zij wil een opleiding in het leven roepen voor het verkrijgen van een diploma zangonderwijs voor de christelijke school. De heer S. Klein te Amsterdam, lei der van de conferentie, hield een in leidende rede over de psychologie van de muziek en het kind. De heer Klein noemde het zingen een onmisbaar ele ment op de lagere school. In de me lodie vindt het kind een bij zijn aard passend vermogen om zich te uiten. Bijna ieder kind heeft een muzikale aanleg. Het aantal onmuzikale school kinderen wordt geschat op tien pro cent. Evenals bij andere vakken zijn heel vaak de kleuterperiode en de eerste schooljaren beslissend voor de muzi kale ontwikkeling van het kind. Op zijn zesde jaar maakt het kind de overgang van speels musiceren naar het bewust beleven van muziek. Hieruit volgt, aldus de heer Klein, dat van het begin der schooljaren af het zingen van buitengewone betekenis moet worden geacht. Veel ouderen zitten vast aan wat zij aan het begin van de schooltijd hebben meegenomen. Dat er nog veel aan het muziekonderwijs ontbreekt, blijkt uit het feit, dat radioliedjes zo maar ingang vinden bij ons volk, het geen eigenlijk ontzettend is. Aan ons de taak, zo besloot de heer Klein om er aan mee te werken dat ons volk niet enkel behoeft te teren op schlagers. Hierna nam het practische werk op de conferentie een aanvang. Als do centen traden op de heren Aug. Weiss te Rotterdam (geestelijk lied), W. Mennes te Amsterdam (blokfluit), H. J. Smit te Amsterdam (volkslied) en H. de Koning te Amsterdam (volks dans). Het corps boordwerktuigkundigen van de K.L.M. heeft op Schiphol zijn zilve ren jubileum gevierd. Alle leden van dit omstreeks 350 man tellende corps natuurlijk met uitzondering van hen, die hun plicht in de lucht vervulden - waren daartoe bijeengekomen in één van de grote cantine's en hoorden aan de lopende band de lof van alle afde lingen van de K.L.M. over zich uit strooien. In de eerste plaats geschiedde dit door dr Plesman, die verklaarde, dat het corps boordwerktuigkundigen van de K.L.M. het beste in de wereld is, „Dat is een stoute bewering. Aan u te bewijzen, dat dit zo zal blijven'" Dr Plesman bracht in het bijzonder hulde aan de heer J. G. Hiemstra, de instructeur van het corps. Er werd op deze bijeenkomst voorts nog gesproken o.a. door de hoofden van het technisch bedrijf, het vliegbe drijf, de directeur van de luchtvaart nijverheidsschool in Den Haag en door vertegenwoordigers van de Dou glas- en Lockheed fabrieken. Talrijke geschenken werden aangeboden aan de huidige corpschef, de heer R. Smit en de plaatsvervangend corpschef, de heer J. Delterne, die beiden 25 jaar in dienst van de K.L.M. zijn. Onder de talrijke telegrammen, die waren binnengekomen, was er één van Prins Bernhard en talrijke gelukwen sen van K.L.M.-vertegenwoordigers in Indonesië, in de West en in de lucht, Het personeel bood de heren Smit en Delterne een gouden horloge aan De directie overhandigde het corps een wereldbol. Ingezonden Mededeling (adv.). irwarm en volkomen geruisloze vering. Complot op Cuba mislukte Op Cuba is volgens mededelingen van de politie een samenzwering ontdekt, die tot doel had de regering omver te werpen en president Batista te ver moorden. Ex-president Prio, die in Maart j.l., na de staatsgreep van ge neraal Batista, naar het buitenland vluchtte, zou de samenzweerders met geld hebben gesteund. Twaalf personen zijn gearresteerd, aldus de bekendma king. In een door president Batista uitge geven verklaring zijn berichten van ver scheidene radiostations tegengesproken, volgens welke op Cuba een militaire opstand aan de gang is. Drie boerengezinnen uit Thuringen (Oost-Duitsland) zijn met 31 koeien, 7 paarden en 5 karren met meubilair en bagage naar het Westen gevlucht. Hoe het in ieder geval NIET moet. Onthullingen in Int, Raad van Chr, Kerken, (Van een onzer redacteuren). EDINBURGH. De regionale conferentie van de I.C.C.C. heeft plot seling de belangstelling van de wereldpers op zich gericht gezien en zelfs reacties ontketend in de kringen van de filmwereld. Wat is er gebeurd? Ds. W. C. H. Garman, één van de predikanten van de Independent Funda mentalist Churches, uit Wilkinsburg, bij Pittsburg, heeft namelijk enige onthullingen gedaan over evangelisatiemethoden in de Ver. Staten, waarbij filmsterren worden ingeschakeld om het publiek te trekken. De uitlatingen van ds Garman moe ten alleszins betrouwbaar worden ge acht en dat er een blijkbaar beroemde filmster als Jane Russell op de mede delingen van deze predikant zo ter stond heeft gereageerd, had men hier in Edinburgh niet verwacht. Wat heeft ds Garman dan wel ver teld? In een rapport over het werk in de Ver. Staten van de American Council of Christian Churchess heeft hij het een en ander gezegd over een massa-evangelisatiecampagne in Texas waarbij o.a. Jane Russell als „attrac tie" had gefungeerd. Hij zeide, dat het publiek en massa was opgekomen. Er zouden 45000 personen zijn geweest om deze sensatie een ander woord kon ds. Garman er niet voor vinden mee te maken. Jane Russell, aldus ds. Garman, is over de gehele wereld bekend, „omdat zij op de meeste foto's zo gekleed is, dat het er net mee door kan". Ds Garman noemde het een af schuwelijk symptoom van verval, dat dergelijke figuren voor evangelisatie doeleinden worden gebruikt. Voor de ze reclamecampagne van deze massa evangelisatie waren volgens deze Amerikaanse predikant tienduizenden dollars uitgegeven. De mededelingen van ds. Garman zijn blijkbaar door de grote persbure- aux als „hot news" de wereld inge zonden en zijn zodoende ook aan Jane Russell bekend geworden. Vandaag stond althans in sommige kranten hier een reactie harerzijds. Zij moet gezegd hebben, dat zij haar Bijbel aardig goed kent, en dat degenen, die bezwaar ma ken tegen haar „religieus werk" ge vaarlijk naderen tot „het werpen van de eerste steen". Dr Mclntire, aan wie wij de reactie van de filmster voorlegden, noemde deze een allerbedroevendst teken van afval. Hij concludeerde, dat Jane Rus sel het verband, waarin Jezus de be doelde woorden van het werpen van de eerste steen heeft gesproken, ge heel uit het oog had verloren. Zij heeft met dit te zeggen juist duidelijk ge toond, dat zij haar Bijbel niet kent en niet goed begrijpt, want anders zou zjj deze woorden niet hebben aange haald, aldus dr Mclntire. Voorts moet de filmster gezegd heb ben, dat „vreemdelingen er alijd met een uitgestreken gezicht bij staan" en zij veronderstelde, dat zij door haar „dertig-minuten-speech hen wel een lach zou kunnen ontlokken, wanneer zij daarop wachten". Voor haar was de Bijbel een „favoriet", doch zij was geen zendelinge. T.a.v. de opmerking over haar kle ding moet zij gereageerd hebben met de wel laconiek aandoende opmerking, dat zij niets anders had gedragen dan men altijd op een hete dag in Juni kan zien. Zowel in zijn toespraak als in een persoonlijk gesprek, dat wij met ds Garman hadden, uitte hij zijn diepe droefheid over dergelijke evangelisa tiecampagnes. Tal van kerken doen er aan mee en alles wordt zo op een grote hoop gegooid, terwijl van een werke lijke verkondiging van het Evangelie niets terecht komt. Bij de gewraakte campagne in Texas ging het tiendui zenden alleen om de sensatie en heus niet om het Evangelie. VERWILDERING. Ds Garman vertelde ons frappante staaltjes van verwildering en demo ralisering van de massa in de Ver. Staten. De films, zo zeide hij, oefenen een verderfelijke invloed uit, in het bijzonder onder de jeugd. De kerken in de Amer. Council of. Chr. Churches protesteren herhaaldelijk tegen de toe gelaten films, maar zij hebben niet de minste invloed op de filmcensuur. Eén voor één Druk beluisterde uitzending van de N. C. R.V. (Van onze speciale verslaggever). Het is bijna één uur in de middag. Even de radio aanzetten voor de nieuwsberichten. Een draai aan de knop. We horen de stem van de oproeper. Hij kondigt klokgelui aan. Daar beiert reeds de klok van een dorp uit een verre hoek van het land. Heel het vaderland is één minuut verbonden met alle dorps bewoners. Even dringt de galm van die verre klok door in duizenden huis kamers. De ene week op twee, de andere week op drie dagen beiert om één minuut voor één een klok voor de mi crofoon. Dat kleine programmapunt van één minuut behoort ongetwijfeld tot de drukst beluisterde uitzendingen van de N.C.R.V. Niet omdat alle mensen zo gebrand zijn op klokgelui; behalve natuurlijk de dorpsbewoners die hun eigen klok- keklanken via de microfoon wensen te horen! Nee, deze uitzending trekt de aandacht van hen, die in elk geval de nieuwsberichten niet willen missen. Nu is er een eigenaardige overeen komst tussen klokgelui en nieuws. Be kend is de opmerking van een chris ten, die zei: „Ik lees mijn krant om te zien hoe God de wereld regeert". Het doet natuurlijk niets ter zake of het nieuws gedrukt is of gesproken wordt. Zodat wij evengoed kunnen zeggen: „Ik luister naar de nieuwsbe richten om te horen hoe God de we reld regeert". Wat de overeenkomst met de klok betreft: zij dient de mens er aan te herinneren hoe God het leven regeert. Daarom staat op oude klokken soms de spreuk: Vivos voco. Mortuos plan- go. Oftewel: De levenden roep ik. De doden beween ik. Met een variant hierop heeft men in de torenklok van de Grote kerk te Hilversum dit randschrift aange bracht: O volk van Hilversom Verlaat uw booze sonden, Eer dat uw sterfdag kom En wij uw dood verkonden! RODE HAAN KRAAIT NIET. Met de heer T. Schouten van de N.C.R.V., de man die de klokgelui- uitzendingen verzorgt, mochten we een gesprek hebben over het pro gramma van één minuut voor één. Bijna een jaar bestaat deze uitzen ding en aan de hand van ingekomen brieven kan de N.C.R.V. wel conclu deren, dat het gebeier velen verheugt. Er komen tenminste geregeld aanvra gen binnen in de geest van: och, neem ook het klokgelui uit onze toren eens op! Dat was zelfs Sheik te bar. L f. Hoe ze er was ingeko men, was nogal duide lijk: door de tralies. Doch waarom ze zich daadwerkelijk in het hol van de leeuw had gewaagd, zal altijd wel een raadsel blijven. In ieder geval stapte het jonge poesje deze da- met kleine parmantige pasjes in de kooi Van de oude, eerbiedwaar dige Artis-leeuw Sheik rond. Poes trok zich er niets van aan, zich in het domein te bevinden van diegene, die in vroegere jaren één der grootste en fraaiste van zijn ras was al heeft hij dan in de loop van zijn lange leven de eens fier wapperende manendos verloren. Poes ging eens in het zand zitten, besteedde de nodige aandacht aan haar make-up en toon de niet de minste be langstelling voor Sheik, die aan de andere kant van het verblijf in stomme verbazing naar het nietige diertje keek, dat zo vermetel was hem in de zoete mij mering van de oude dag te storen. Toen z'n groen flikkerende blikken geen enkele uitwerking op de ge moedsrust van het kat je bleken te hebben, stond hij op, kennelijk hoogst verontwaardigd. Eén, tweemaal schudde hij de reusachtige kop, hetgeen ondanks het gebrek aan manen op iedereen, behalve het katje, diepe indruk maakte. Toen kwam hij nader. Stap voor stap, als een onaf wendbare dreiging voor poes. Eindelijk, toen een grote schaduw over haar heenviel, keek poes nonchalant op. Sheik bromde even en scheen te overleggen wat hem te doen stond. Doch voor hij tot welke daad ook kon overgaan, kwam poes in actie. Zo hoog ze 't maar kon, kromde ze haar rug getje; haar staart werd dik en met allé energie, die in haar was, begon ze te blazen. Sheik staarde verwonderd naar beneden, naar het kleine wezentje daar in 't zand. Poes blies nog eens, het bekje wijd opengesperd. Weer schudde Sheik de kop, verwonderd. En toen draaide de koning der dieren zich eensklaps om en wandelde zo sta tig mogelijk terug naar z'n slaaphoekje. Poes blies zachtjes nog wat na en wierp zegevie rende blikken naar de brede, geelbruine rug. Vervolgens wijdde ze zich weer aan haar make-up. En de geschrokken oppasser haastte zich Sheik van de kleine in dringster te „verlossen". HOGE COMMISSARIS BEZOCHT MINISTER MUKARTO De Nederlandse Hoge Commissaris in Indonesië, de heer A, Th. Lamping, heeft Zaterdagochtend de Indonesi sche minister van Buitenlandse Za ken, de heer Mukarto bezocht. Dit bezoek was bedoeld om uitvoering te geven aan de opdracht van de Ne derlandse regering, blijk te geven van de ontsteltenis, waarmede de laatste ontvoeringen in het Cheribonse de Nederlandse regering vervulde en aan te dringen op alle maatregelen ter bevrijding van de ontvoerenden. Engels plan tot bestrijding mond- en klauwzeer De Engelse minister van Landbouw beeft in het Lagerhuis verklaard, dat de Britse regering gaarne een confe rentie wil voeren met vertegenwoor digers van continentale om te bespreken hoe liet heersende mond- en klauwzeer kan worden bestreden. De minister verklaarde, dat de si tuatie in Europa sedert het voorjaar ?ver het algemeen aanzienlijk beter 13 geworden. De enige uitzondering vormt Frankrijk, waar de situatie vol gens de jongste gegevens nog steeds slechter wordt. 14. „Zo is het", zeide Cornelius Ever- hardi. „Ik wil je een Nieuw Testa ment zenden in onze Dietse taal. Maar laat een ander het niet bemer ken. Je behoeft je het niet te scha men, je zoudt er echter wel last mee kunnen krijgen. Maar ik wenste graag uw heer vader te spreken". „Heit is naar Oostmahorn", ant woordde Sjouk. „Hij zal wel niet lang meer weg blijven. Daar hoor ik Polio blaffen, 'k Denk, dat Heit tfiuis is gekomen. Zal ik Heit vragen hier te komen?" „Doe dat", antwoordde de pastoor. „Jij moogt wel weten, wat wij be spreken. Maar ik wil niet gaarne, dat anderen er getuige van zijn. Zelfs onze goede S ij brig mag het niet we ten, aangezien zij wat al te gemak kelijk praat." Enkele ogenblikken later trad Sjouk, vergezeld van heer Gaboe, de kamer binnen. „Ha, heer pastoor, daar doet ge goed aan". Met uitgestoken hand trad heer Gabbe op Cornelius Ever- hardi toe. „Brrr, hondenweer. Sjouk, laat Sijbrig me vlug een fles wijn brengen en een paar glazen. U drinkt toch ook een glas mee, heer pastoor? Nee, schudt 't hoofd maar niet. Wat, drinkt u melk? Foeiu ver acht toch de wijn niet, eerwaarde?" „Neen", antwoordde de pastoor. „Al keur ik zeer streng onmatigheid af helaas ook bij vele geestelijken wordt ze gevonden toch is het ge bruik van een glas wijn niet ver keerd. Wel kunnen er geroepenen zijn, zoals de priesters, die zich het gebruik van wijn en sterke drank moeten ontzeggen, gelijk we lezen in Ihet derde boek van Mozes, waar van Aaran en zijn zonen staat: Vinum et omne, uod inebriare potest non bibe- tis, hoewel dit slechts tijdelijk was. En ook waren er de Nazireërs. „Ja ja", viel heer Gabbe de pas toor in de rede, „maar dat zal thans wel anders wezen. De meeste pries ters hebben er althans geen bezwaar tegen, en zegt de Schrift ook zelf niet vinum laetifilaetiti.... wat, drommel, moet het ook weer zijn? 'kBen nooit sterk in Latijn geweest. De oude pastoor heer Low 1) heeft wat een moeite met mjj gehad". „U bedoelt, wat de Schrift zegt in het Boek der Psalmen", antwoordde de pastoor, „producens foenum ju- mentis, et herbam servituti hominum ut educas panem de terra, et vinum laetificet cor hominis...." „Ja zeker", zei heer Gabbe. „Al dat latijn blijf je in de keel hangen. En daarom is het des te noodzakelijker de keel flink door te spoelen". Sijbrig had inmiddels een fles wijn gebracht met een paar glazen. „Prosit! heer pastoor", zei heer Gabbe, terwijl hij zijn glas ophield. „Moge het ons nog jaren goed sma ken. En", voegde hij er aan toe, ter wijl zijn gelaat betrok, „mogen de ketters uitgeroeid worden". De pastoor, die zijn glas reeds op genomen had, zette het neer. „Wat bedoelt gij heer Gabbe?" vroeg hij. „Wat ik bedoel? Nu, dat is toch duidelijk, zou ik menen", antwoordde heer Gabbe met donkere blik. ,,'t Is toch schandelijk, wat die lui durven bestaan.' En niet alleen van dio halve dwazen, als die Douwe Glins, hangen de nije leer aan. Aan zulke mensen hoef je je niet al te veel te storen. Maar dat ook onder voornamen, on der eigengeërfden en zelfs onder ede len die richting veld wint, is me on begrijpelijk." Sjouk keek verwonderd naar haar vader. Hij had zeker iets onaange naams beleefd, dat hij zo vertoornd was. Wel moest heer Gabbe niets van de ketters hebben, maar zó bitter had hij zich nog nooit uitgelaten. De pastoor antwoordde niet. Hij staarde vóór zich. Heer Gabbe barstte opnieuw los: „Ik begrijp niet dat van Geroltsma ook meedoet. Overal heeft men last van die lui. En 'tis meestal het la gere volk. Oproermakers. Onze men sen moesten wijzer zijn". „Heeft Heit vanmorgen met Ge roltsma gesproken?" vroeg Sjouk. Totnogtoe, aldus de heer Schouten is het bijna altijd vlot gegaan met die opnamen. Wij beginnen met het ma ken van een plan voor een bezoek aan een bepaalde streek, waar we dan tien a twaalf klokken willen horen Veelal zijn het klokken uit de torens van Hervormde kerken. Daarvoor moeten we dan bij de kerkvoogdij aan kloppen, althans wanneer de toren niet het eigendom van de burgerlijke gemeente is. In het laatste geval bren gen we dan een bezoek aan het ge meentehuis. Slechts één keer heeft een kerk voogdij ons het opnemen geweigerd. Dat gebeurde in een plaatsje waar mep zeer zwaar op de hand is. Men is tegen de radio en wil derhalve niet meewerken aan de totstandkoming van een uitzending. Maar overigens wordt de medewer king graag verleend. Dikwijls wel op voorwaarde dat wij tijdig berichten wanneer de opname wordt gemaakt. Dan kunnen de dorpelingen worden gewaarschuwd. Anders zouden ze op een ongewoon uur kunnen denken dat „de rode haan" kraaide! HET DORP LOOPT UIT In de plaatselijke pers kondigt men af wanneer de radiowagen verwacht wordt. Dit heeft tot gevolg dat ons dikwijls een warme ontvangst wacht, aldus de heer Schouten. Het dorp loopt uit om dit evenement, dat ove rigens maar kort duurt, mee te maken Zo'n opname komt heel gemakkelijk tot stand. Behalve wanneer er zeer sterke wind staat; dan krijgen we soms meer geloei van de wind dan gelui van de klok op de plaat. Een enkele keer bezorgt een boerenwagen, die door de dorpsstraat komt ratelen, ons een oponthoud. We moeten dan een tweede opname maken. Lichte bij geluiden deren ons niet; die geven zelfs een kenmerk van echtheid aan de uitzending. Is het uw bedoeling om het hele land af te werken? De heer Schouten schudt ontkennend het hoofd. Dan zouden we nog heel wat jaren nodig hebben, eer we elke klok op de plaat hadden. Het is echter wel onze be doeling om van elke streek een aantal klbkken te nemen. We moeten echter een keus doen. Er zijn provincies waar zeer veel torens staan. In Friesland bij voorbeeld heeft elk gehucht een to ren; en er zit ook altijd een klok in Inderdaad is Friesland rijk aan klokken. In een boekje over de oude kerken van die provincie heeft ds J, J. Kalma uitgerekend dat Friesland 340 kerkdorpen heeft, terwijl Drente (dat maar even kleiner is dan Fries land) er slechts 60 telt. Niet alleen de heer Schouten heeft zich hierover verbaasd. Ook een be reisd man als Albert Schweitzer stond er verwonderd van. DE TAAL DER KLOKKEN. Het aantrekkelijke van de klok-uit- zendingen is, dat daardoor een klein stukje dorpsleven voor de microfoon komt. Wij willen niets zeggen van de klokken en beiaarden in de stadsto rens. Maar het is nu eenmaal een feit, dat de klok uit de dorpstoren meer met het dagelijks leven van de om wonenden heeft te maken dan de stadsklok. Hoe heeft men dat begrepen in de oorlogsjaren toen men onder tranen zijn oude klok zag weghalen. En hoe voelde men dat na de bevrijding, toen met spanning het moment werd ver beid waarop een nieuwe klok haar ge beier zou laten horen! Geen wonder dat bijna alle klokken een opschrift hebben. De taal van de klokken is zeer versehilend. Soms La tijn, meestal Nederlands, een enkele keer Fries. Maar wat de klokken te betekenen hebben, dat begrijpt ieder een en dat is overal eender. Vele middeleeuwse klokken zijn ge wijd aan Jezus. Op de klok van de gereformeerde kerk te Ommen staat De Meester is daar en hij roept u. Daar ziet men de klok als de stem van de Zaligmaker. Elders beschouwt men de klok als de stem van het volk. In Santpoort, waar een nieuwe klok in 1948 de ge stolen klok kwam vervangen, leest men een randschrift, waarin de vreug de over de gespaarde kerk wordt ge uit: 't Behoud der Kerk Was Godes werk. Mijn klank roept uit het dankgeluid! In weer andere plaatsen heeft men de klok een zelfstandige functie gege ven. Zoals te Rhenoy in de Betuwe: Exaudies in caelo orationes eorum et preces, d.i. Hoor in de hemel hun ge beden en smekingen! Hier laat men de klok als het ware bidden voor het volk. Maar hoe dan ook het opschrift mag luiden, de betekenis van het gebeier spreekt tot ieders verbeelding. Daar om moge de N.C.R.V.-uitzending van één voor één waardering vinden! (Ingezonden Mededeling adv.) zenuwpijn,kiespijn Tergende pijnen..duldeloos,maar niet hope loos, want'AKKERTJES'versIaan alle pijnen snel en zeker. Weiger namaak, f helpen direct f Vragen over varkenspest Het Tweede Kamerlid Kikkert (c.h.) heeft aan minister Mansholt de volgen de vragen gesteld: 1. Is het de minister bekend, dat in verschillende streken van ons land, en met name op de zandgebieden, de ge vreesde varkensziekte, de varkenspers zich voordoet? 2. Is het de minister bekend, dat, wanneer deze ziekte één der dieren aan tast, de gehele varkensstapel op het besmette bedrijf moet worden afge slacht 3. Is het de minister bekend, dat voor deze afgeslachte dieren geen enkele ver goeding wordt gegeven? 4. Is de minister niet van oordeel, dat het gewenst moet worden geacht, èn om een doelmatige bestrijding van deze ziekte, èn om de gedupeerden te gemoet te komen, dat een schadeloos stelling wordt gegeven? Is de minister bereid op korte termijn die maatregelen te nemen, waardoor aan genoemde wensen wordt tegemoet gekomen Mijne heren, ik zie, dat niemand aanwezig is Vrouwen nu volledig erkend aan universiteiten» (Van één onzer redacteuren) In kort bericht in de kranten heeft er melding van gemaakt, dat prof. dr Johanna Westerdijk, buitengewoon hoogleraar in plantenziekten aan de uni versiteiten van Utrecht en Amsterdam, haar emeritaat heeft aangevraagd. Haar leerstoel zal niet onbezet blijven maar wordt weldra ingenomen door me j. dr L. C. P. Kerling, die indertijd haar doctorstitel behaalde onder prof. Westerdijk en die haar leermeesteres thans in haar beide ambten opvolgt. Wij hebben hier te doen met het unieke geval, dat een vrouwelijke hoog leraar (de titel hooglerares bestaat niet!) door een sexegenote wordt opge volgd. Daarin mag men opnieuw een bewijs zien van de volledige erkenning der vrouw aan de universiteit. 1) Een pastoor Low in Anjum komt voor in 1511. Er waren toen drie gees telijken aan de kerk verbonden, n.l. Low, de pastoor, Heer Johannes, de Vicaris en Heer Hendrik, priester der prebende. (Wordt vervolgd). Prof. dr Johanna Westerdijk werd in 1917 benoemd tot professor in Utrecht. Zij was toen de eerste vrouw in Neder land, welke het hoogleraarschap be kleedde. In 1930 volgde haar benoeming te Amsterdam. Beide universiteiten had den een goede keus gedaan. Prof. Wes terdijk is in en buiten Nederland be kend als directeur van het bureau vooi schimmelcultures te Baarn. Met ere heeft zij het professoraat bekleed. Na haar benoeming zijn ook de mees te andere universiteiten er schoorvoe tend toe overgegaan om vrouwen tot het hoogleraarsambt toe te laten. De Vrije Universiteit ontving tn dr G. H. J. van der Molen na de laatste oorlog haar eerste vrouwelijke hoogleraar. Daarin is de r.k. Keizer Karel-Unlver- sitelt te Nijmegen nog voorgegaan; de ze heeft tot heden geen vrouwelijke hoogleraar. VROUWELIJKE STUDENTEN. Wanneer wij weten, dat het vierde deel der studenten aan de Leidse Uni versiteit en aan de stedelijke Universi teit te Amsterdam van het vrouwelijk geslacht is (b(j andere academiën is dit percentage geringer), dan kunnen ws ons nlte indenken, dat een eeuw geleden geen enkel meisje studeren mocht. Daarmee is niet gezegd, dat er geen „gestudeerde" vrouwen in Nederland zijn geweest. Het illustere voorbeeld van een academisch gevormde vrouw hier te lande is Anna Maria van Schurman (16071678), die uitblonk in alle we tenschappen. Zij mocht op bijzondere voorwaar den (afgescheiden van de mannelijke studenten) de colleges van Voetlus volgen aan de hogeschool te Utrecht. Officiële toelating kreeg zij echtei niet. Bijna twee en een halve eeuw later stond minister Thorbecke toe, dat de Groninger Universiteit een vrouw in schreef bij de studenten. Dit was Alet- ta Jacobs, een meisje uit Sappemeer, die ln 1871 haar medische studie begon. In 1879 promoveerde zij als de eerste vrouw van Nederland tot doctor in de medicijnen. Wie haar levensgeschiede nis kent, weet hoeveel zij als arts voor vrouwen en meisjes heeft kunnen doen en hoeveel zij ook in het algemeen ver richten mocht in het belang van de vrouwen. NIET ERKEND. In 1905 schreef de Vrije Universiteit haar eerste vrouwelijke leerling in. Op de V.U.-dagen te Middelburg in 1906 heeft prof. dr H. H. Kuyper deze in schrijving verdedigd in een referaat over vrouwelijke studenten. Hij zag ln. zonderheid de vrouwelijke arts als een figuur, waaraan dringend behoefte be stond. De Vrije Universiteit heeft tot heden echter geen vrouwelijke artsen voort gebracht, om de eenvoudige reden dat eerst verleden jaar de medische facul teit voltooid was. Wei hebben verschei dene jonge vrouwen aan de V.U. theo logie of rechten gestudeerd. De meisjesstudente is lang niet doot ledreeen erkend. Ook niet door alle hoogleraren. Een bekende tegenstander van studerende vrouwen was prof. dr J. C. Naber, ln 1950 op hoge leeftijd te Utrecht gestorven. De zuster van deze hoogleraar was de feministe Johanna Naber, wier publicaties over vrouwen van betekenis nog steeds de aandacht trekken. Prof. Naber was van zijn 28ste tot zijn 70ste jaar hoogleraar in het Ro meins recht. In zijn ganse loopbaan heeft hij nooit de meisjesstudente wil len erkennen; hij gebruikte dat woord zelfs niet! Het verhaal gaat, dat hjj op zekere dag de collegezaal betrad en daar uit sluitend meisjesstudenten zag zitten. Prof. Naber vertrok geen spier, ging achter de katheder staan en zei: „Mijne heren, ik zie, dat niemand aanwezig is". Waarop h(j kalmweg de zaal verliet...

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 3