HET VREEMDELINGENLEGIOEN blijft altijd weer vrijwilligers trekken. GEEN ROMANTIEK EN GEEN HEL, maar HARD SOLDATENBESTAAN. Hoe het Prinselijk Gezin ontkwam naar Engeland. Mcj. Ingwersen„Opleidingsscholen voor Bijbelvertellingen is levensnoodzaak". Chr. Bakkerspatroons willen vroeger brood verkopen. Voor 20 gulden in de maand Terughoudend Mevrouw Van Nes-Uilkens overleden. Weldoener gaat een groep weduwen verrassen. Weg onder de loerende ogen van de Luftwaffe. Vrijdag 11 Juli 1952 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 (Van onze correspondent Alfred van Sprang.) Sidi-Bel-Abbès (Algerije), Juli 1952. LEGION ETRANGERE in grote, gouden letters staat het boven de poort van de oude kazerne in het centrum van deze tachtig kilometer ten Zuiden van Oran gelegen provincieplaats. Aan de ene kant van de ingang is een marmeren plaat bevestigd met het devies Honneur ct Fidélité en een serie namen van plaatsen waar het legioen gevochten heeft in de honderd^één-en-twintig jaren van zijn bestaan. Aan de andere kant een soortgelijke plaat met meer plaatsnamen en het devies Valeur et Discipline. Een schildwacht met de karakteristieke kepi blanc op en een brede, blauwe ceintuur om het middel staat aan de poort. Op de in de schaduw gelegen binnenplaats met het monumentale ge denkteken voor de gevallenen heerst een druk beweeg van heen en weer lopende militairen. Sidi-bel-Abbès is de basis van het vermaarde Vreemdelingenlegioen. Hier komen de nieuwe légionnaires aan om ingelijfd te worden en verwisselen degenen, die hun vijf jaar dienst volbracht hebben, hun uniform weer voor het burgerpak. Van hier vertrekken de légionnaires ook naar die plaatsen in de wereld waar Frankrijk hen gebruiken wil om zijn belangen met de wapenen te behartigen. De overlevenden kom t H<>r weer terug om op een nieuwe opdracht te wachten. De wacht stopt me. „Ik wil de kolonel spreken....!" „Wie kan ik zeggen „Een Nederlands journalist Automatisch fronst hij zijn wenk brauwen. En dat doet ook de kapitein op de eerste verdieping van het oude administratiegebouw met de dikke muren. Men heeft een zekere angst voor journalisten, omdat er zoveel ongunstigs over het legioen geschre ven wordt. De voorschriften eisen iaarom een speciale toestemming van e Minister van Oorlog in Parijs om 8 militaire inrichtingen te bezoeken, 'e kapitein wil ze echter wel de trots van het legioen laten zien: het mu seum van vier overvolle zalen waar alle trofeeën van honderd-en-vijftien jaar vechten (het legioen heeft alleen van 1933 tot 1939 vrede gekend) ver zameld zijn van de kunsthand van de legendarische kapitein Manjou en de vergeelde portretten van légion naires van koninklijken bloede tot de op de communisten in Indo-China buit-gemaakte vaandels toe. Een historisch overzicht van het legioen kan er ook nog op overschie ten. Verder wil hij echter bitter wei nig loslaten over het leven van dit internationale leger. En om de vloed van vragen te stuiten wijst hij op de verkeerde mening, die velen over het legioen hebben. Men neemt bijvoorbeeld niet ieder een aan. Er is een zeker onderzoek naar de antecedenten van de candi- daten, al is dat uiteraard minder streng dan voor dienstneming bij de 1 Jiiinklijke Marechaussee. Maar moordenaars en andere misdadigers van formaat weigert men en men levert hen soms zelfs uit aan de na tionale politie. Maar mensen, die om een minder ernstige reden met de po litie overhoop liggen, politieke delin quenten, deserteurs uit andere legers, mannen, die hun gezinnen in de steek gelaten hebben: zij allen kunnen te recht bij het legioen. Velen komen echter ook uit econo mische noodzaak, wegens teleurstel ling in de liefde, ruzie met de ouders, verlangen naar avontuur of naar de sfeer van het militaire leven. Het legioen heeft plaats voor hen, als ze ten .minste achttien jaar en onge trouwd zijn.... of dat althans op papier willen bevestigen. Als hun li chamelijke toestand bevredigend is kunnen zij zich voor vijf jaar ver binden om tegen een minimale be taling en algemene minachting de Franse kastanjes uit het vuur te hel pen halen. Daar komt het tenslotte allemaal op neer. Streng regiem. Het is een zwaar leven. Het Vreem delingenlegioen biedt niets anders dan een hard, militair bestaan. De disci pline is uiterst streng en er wordt met royale hand gestraft. Dertig dagen in de cel met inhouding van soldij is niets bijzonders. De cellen zitten voortdurend vol en er is meestal een wachtlijst. Lijfstraffen komen officieel niet meer in de reg lementen voor, maar in de practijk worden ze nog steeds toegepast. Onwilligen komen in de strafcom pagnie in Colomb-Béchar: een post aan de rand van de Sahara waar ze in de gloeiende zon onder een mee dogenloos straf regiem wegen moeten aanleggen en andere vormen van dwangarbeid moeten verrichten. van de oudere légionnaires komen verscheidenen daarvan niet meer le vend terug. De jongeren zijn er bin- In het verzamelcentrum van het Vreemdelingenlegioen te Mar seille wijdt een oude legionnaire drie nieuwkomers in de gehei men van het legionnaireleven in. Het is meestal de eerste ontnuch tering welke zij krijgen. nen een jaar in zachtaardige lamme ren veranderd. Maar voor wie gewoon zijn dienst doet is het leven alleszins draaglyk. In grote lijnen is de be handeling dezelfde als van andere militairen in het Franse leger. De geest verschilt echter. Het legioen kent niet het begrip vaderlandsliefde. De légionnaires zijn zuivere huursoldaten, die vechten voor hun bestaan (en misschien voor de Franse nationaliteit, die ze na vijf jaar dienst kunnen aanvragen). Maar lief de voor Frankrijk hebben zij niet. Velen haten in hun hart de Fransen en spreken van de lweil als ze de tricolore bedoelen. Het grieft hen, dat de Franse samenleving (voor welker belangen zij zich tenslotte opofferen) hen als outcasts beschouwd en hen overal negeert. De képis blancs zijn niet in tel en geen meisje met enig eergevoel zal zich met een légionnaire over straat begeven. De képis blancs zijn alleen goed om te sterven. Twee jaar dienst in Indo-China en een ruime kans om er te sneuvelen is de toekomst van iedereen, die zich bij het Vreemdelingenlegioen aan meldt. De verliescijfers van het legi oen zijn buitengewoon hoog. Duizen den anderen komen als invalide terug en strompelen op krukken in Sidi-bel- Abbès rond; wrakken voor de rest van hun leven. En toch melden zich steeds weer candidaten aan. Het Légion Etrangère heeft heel wat minder moeite om vrijwilligers te wer ven dan het Van Heutsz-bataljon in Korea. Tweemaal in de week komt er een transport met nieuwelingen (blau wen noemen de anderen hen) uit Marseille in Sidi-bel-Abbès aan. Tot nu toe waren het voor tachtig pro cent Duitsers en mensen, die met de Duitsers gecollaboreerd hebben en daarom niet in hun eigen land wilden blijven. Die stroom is wat voorbij. Er komen nu veel vluchtelingen van achter het IJzeren Gordijn. En verder van overal. In het museum hangt een kaart met de vlaggen van alle naties, die in het legioen vertegenwoordigd zijn geweest. Het zijn er twee-en- vijftig, inclusief die van Nederland en België. Deserteren De dienst is om vijf uur afgelopen. De légionnaires stromen dan na een strenge inspectie van hun tenue de stad in. Het is niet moeilijk om in een van de kleine café's, waar Sidi- bel-Abbés vol van is, een paar Neder landers te treffen. „Goeienmiddag „He.een Nederlander. „Tja. „Kom er bij zitten...." En spoedig zijn we aan het praten. Er zijn wel wat Nederlanders in het legioen, maar niet zoveel als Belgen. Er komen er echter regelmatig bij. Evenals de vertegenwoordigers van de andere nationaliteiten valt het de meesten bitter tegen. Allemaal lopen ze vroeg of laat met het plan rond te deserteren. Sommigen wagen een poging en slagen en anderen lopen tegen de lamp en moeten boeten voor hun ontrouw. En vele plannen misluk ken al voor ze begonnen zijn, omdat burger-spionnen de adspirant-deser- teurs bij de commandant verraden. En Ize geven dan ook iedereen de raad: meld je niet aan bij het Vreemdelin genlegioen. Aan de andere kant is het leven er echter ook weer geen hel. Maar als men verwacht er volop romantiek en avontuur in een Hollywood-achtige omgeving aan te treffen, dan vergist men zich ernstig. Het legioen biedt niets anders dan een ruw en slecht- betaald soldatenbestaan met grote risico's. De soldij bedraagt: twintig gulden in de maand gedurende de eerste an derhalf jaar, daarna (of als men in Indo-China vecht) vijf-en-twintig gul den. Daarvan moet men zelf sigaret ten, porto, toiletartikelen, uitgaans- schoenen en dergelijke dingen bekos tigen. De eigen bioscoop met drie maal in de week een nieuw program ma (deze week een film met een wel heel toepasselijke titel: Prison de la Liberté) en een leeszaal zijn alleen gratis. „En wat doen jullie verder....?" „Ons vervelen Het is het probleem van alle mili tairen over de hele wereld. Een enke ling verdiept zich in de studie van het een en ander. Anderen schrijven brieven. Er is een Nederlander, die driemaal in de week een brief van zestien kantjes aan zijn vrouw stuurt. Maar de meesten gaan de straat op en slenteren maar wat doelloos heen en weer. Geld om uit te gaan, hebben ze maar tweemaal in de maand: de eerste en de vijftiende als het betaal dag is. Dan zitten alle café's van Sidi- bel-Abbès vol met légionnaires, die de troosteloosheid van hun bestaan trach ten te vergeten door zich vol te laten lopen met goedkope wijn en alcohol. „En als het contract om is....?" „Direct er uit....!" „En naar Nederland....?" Ze weifelen. „Misschien Niemand (inclusief de Nederlandse consulaire ambtenaren in deze stre ken) kent eigenlijk de juiste status van de ex-légionnaires. Dienstneming bij een buitenlandse krijgsmacht zon der toestemming van de Koningin heeft altijd tot verlies van de Neder landse nationaliteit geleid. In de jong ste oorlog is deze bepaling echter tij delijk opgeheven en men weet niet of ze nu weer van kracht is of niet. Maar buiten dat: vele légionnaires voelen er toch weinig voor om naar Nederland terug te keren. Een eigen aardige manier van redeneren brengt hen er toe alle schuld voor dienst neming in het Vreemdelingenlegioen op Nederland en de toestanden daar te schuiven. Enkelen tekenen min of meer door de omstandigheden gedwongen bij. Er is een Nederlander met zes-en-twintig dienstjaren. Anderen vestigen zich in Siddi-bel-Abbès of ergens anders in Noord-Afrïka. Zo is er hier een Neder landse schoenmaker en een Neder landse fotograaf. Of ze proberen hun geluk elders in de wereld. Een demo- bilisatiebewijs van het Vreemdelingen legioen is echter niet het beste getuig schrift om ergens een betrekking te veroveren. „Over drie maanden ben ik er uit...." zegt de ene Nederlander. „En ik over acht...." Nummer drie zwijgt. „En jij „Ik zit er pas tien maanden in Er is geen zwarter dag voor een légionnaire dan die, waarop hij af scheid moet nemen van een kameraad, die de képi blanc afgelegd heeft en weer het burgerleven instapt. Het is ook op die dag, dat hij er vooral aan denkt of hij wel lang genoeg zal le ven om het te zijner tijd ook te doen. Het is tenslotte geen uitzondering, als er van een groep van twintig maar zeven levend uitkomen. Legion Etrangère. Twee woorden met een magische klank in de hele wereld. Bij de een wekt het mis- De toekomst van elke legionnaire: inscheping voor twee jaar dienst in Indo-China, waarvan velen niet meer terugkeren. schien visioenen op van mannen met wapperende lappen aan hun képi, die gezeten op vurige paar den de Sahara intrekken om weer barstige Bedoeïnen tot orde te roe pen. Een ander denkt aan een le gioen van vertwijfelden, die onder een ijzeren gesel in de onmenselijke hitte van de woestijn verkommeren. Geen van beide beelden is-juist. Het leven in het Franse Vreemde lingenlegioen is geen sprookje uit Duizend-en-Een Nacht en het is evenmin een hel. Het is het hardste bestaan in een modern, nuchter leger van internationale huursolda ten. Anders niet. (Nadruk verboden.) Ontploffing in mijn in Glace Bay. Door een ontploffing in een mijn bjj Glace Bay (NIeuw-Schotland) zijn Woensdagavond zes mijnwerkers om het leven gekomen. Een mijnwerker is door de reddingsploegen na zes uur nog levend, zjj het ernstig gewond, aangetroffen. Hij is naar een zieken huis overgebracht. In de verwarring na de ontploffing werd gesproken van 50 vermisten, doch later zijn de meesten uit de mijn naar boven gekomen, De ontploffing deed zich voor op een diepte van 360 meter. Mevrouw Eva Peron, de echtgenote van het Argentijnse staatshoofd, moet rust houden, omdat „haar toestand op het ogenblik niet bevredigend is". In de leeftjjd van 74 jaar is Dinsdag te Apeldoorn overleden de Nederlandse letterkundige mevrouw Gerarda Eveline van Nes-Uilkens. Mevrouw van Nes-Uilkens werd op 16 September 1877 te Ezinge (Gr.) gebo ren. van 18921896 studeerde zij aan de kweekschool voor onderwijzeressen te Groningen; in laatstgenoemd jaar werd zjj onderwijzeres te Scharmer in Groningen en vier jaren later volgde haar benoeming aan de leerschool van de kweekschool voor onderwijzeressen te Apeldoorn. Apeldoorn zou haar woonplaats wor den, want zij huwde daar in 1907 met de heer K. C. van Nes. In 1911 begon zij haar letterkundige loopbaan met het publiceren van een aantal novellen in verscheiden bladen en tijdschriften. De ze novellen werden gevolgd door romans die allen na 1923 het licht zagen. Wij i oemen: „Het verlaten Eibernest", „Duikelaartje",, „De jonge jaren van de Bergmannetjes", „Ingrid", „Lichte ven stens", „Maretakken", „De Zoeker", „Eerwaarde", „Nieuwe Paden", „De oude Stee". In haar 70ste levensjaar verscheen er nog een boek van deze productieve let terkundige namelijk „Klein Anke's er fenis". „Jachin" te Kampen bijeen. Kampen heeft dit jaar het voorrecht gehad de leden van de Geref. Zondags schoolvereniging „Jachin" binnen haar wallen te zien. Vele leden waren dan ook naar de „Hanzestad" getrokken om de jaarvergadering van de vereniging bi) te wonen, die Woensdag is gehou den. Dinsdag had een ontmoetingssa menkomst plaats. Blijkens het jaarver slag van de secretaris, de heer Koster, is de vereniging op het zelfde niveau gebleven. Tot zjjn vreugde kon hy de goede verstandhouding met de andere Zondagsschoolverenigingen vaststellen. „LEIDING BIJ HET ZONDAGS- SCHOOLWERK". Het hoofdmoment op de morgenver gadering vormde het referaat van mej. Ingwersen over „Leiding bij het Zon dagsschoolwerk". Naar haar mening was het begrijpelijk dat velen van een dergelijke opleiding niet willen weten, daar meestal de tijd ontbreekt. De er varing heeft evenwel uitgewezen, dat onderwijs in het vertellen van Bijbelse geschiedenis hard nodig is. Bovendien heerst er veel onkunde aangaande de „geestelijke" achtergrond der Bijbelver halen. Opleidingsscholen voor „Bijbel- vertellingen" is levensnoodzaak. Mej. Ingwersen hield zich vervolgens met de kwestie bezig hoe deze „kwaal" genezen kan worden. Om een goed verteller te worden moet men getrouw de Bijbelcur sussen volgen onder leiding van een plaatselijke predikant. Slechts zij, die werkelijk begeren het Evangelie te brengen en de gave hebben het Bijbels verhaal boelend weer te geven, komen voor dit werk in aanmerking. Zij be sloot met de aanbeveling de kinderen niet in donkere en ongezellige lokalen op te sluiten, maar ze te ontvangen In een gezellig vertrek of kamer, waar ze werkelijk onthaald worden. Dit kan al leen gebeuren wanneer de liefde tot Christus groter is en daarin schieten wij vaak te kort. De heer N. Helner te Schiedam heeft in de middagvergadering het woord ge voerd over het onderwerp: „De fan tasie in de Bijbelvertelling", waarin hij speciaal de nadruk legde, dat niet de spannende, romantische vertelling op de voorgrond staat, maar de boodschap Gods. De heer O. Jager te Delft sprak een opwekkend slotwoord. Ook in Kapelle-Biezelinge. De afdeling Nederland van de Jeugdvrienden Associatie heeft van „de onbekende philantroop, geboren Amsterdammer, in Amerika" een schrijven ontvangen. Daarin zegt deze weldoener o.a.: „Ik wil hiermee onze hartelijke dank betuigen voor de vele roerende bewijzen van erkentelijkheid, die ik mocht ontvangen via de Jeugdvrien den Associatie" in verband met de verrassing die ik de Amsterdamse gouden paren deed toekomen. Mijn vrouw en ik zijn hierdoor diep ge troffen." Voorts schrijft hij, dat hij het plan heeft opgevat ter ere van de nage dachtenis van zijn moeder een kleine verrassing aan te bieden aan alle weduwen, die: a. in Mei van het jaar 1902 in Amsterdam zijn gehuwd; b. na het overlijden van de echt genoot niet zijn hertrouwd; c. thans nog in Amsterdam woon achtig zijn. Bovendien wil hij in deze verrassing doen delen alle weduw boven de 70«jaar in Kapelle-Biezelinge (Z.-Bev.), geboorteplaats van zijn moeder. (Het secretariaat van de Jeugd vrienden Associatie-Nederland, N.Z. Voorburgwal 324, Amsterdam, ver zoekt vóór 1 September a.s. schrifte lijk opgave van degenen, die voor de genoemde verrassing in aanmerking menen te komen.) De kapitein van het Duitse s.s. „Falkenberg" is gisterochtend om on geveer 8 uur langs de Nederlandse kust tussen Zandvoort en Hoek van Holland overboord geslagen Alle schepen zijn verzocht naar de ver miste uit te zien. Tijdens een hevig onweer zijn Dins dag bij Verviers (België) zes arbeiders, die aan een stuwdam van de Soor werk ten, door de watermassa's meegesleurd. Hun lijken zijn nog niet gevonden. Vijf hunner waren Italianen, de zesde wat een Belg. Brits Admiraal vertelt over Meidagen 1940. Admiraal Sir George Creasy, K.C.B., C.B.E., D.S.O., M.V.O., „Com mander in chief" van de Britse „Home Fleet", die onlangs aan boord van zijn vlaggeschip de „Vanguard" een bezoek aan Rotterdam heeft gebracht, heeft in „Alle Hens", het maandblad van de Koninklijke Marine, verteld hoe hij in Mei 1940 Nederlands' prinselijk gezin naar Engeland heeft gebracht. Op weg naar de Nederlandse kust hij commandeerde toen de Britse Eerste Flottielje met de opdracht alle Britse torpedobootjagers onder zijn bevel te ne men teneinde het landen van Duitse ver sterkingen op de Nederlandse kust te verhinderen kreeg hij op de 14e Mei or ders om zijn flottielje die avond in IJmuiden binnen te brengen. Ook hier moesten verscheidene opdrachten wor den uitgevoerd, doch de meest belang rijke taak, die hij voor zichzelf en de Codrington", zijn vlaggeschip, reser veerde, was 't aan boord nemen van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana, Prins Bernhard 'en hun twee dochters, voor de overtocht naar het Verenigd Koninkrijk. In de hoop aan de aandacht van de Luftwaffe te kunnen ontsnappen, stelde hij het binnenlopen van IJmuiden uit tot het invallen van de duisternis, maar de daarop volgende reeks luchtaanval len op de haven maakten het duidelijk, dat zijn bewegingen niet aan de aan dacht van de vijand waren ontsnapt. Hij liet de „Codrington" draaien en meerde als laatste, gereed om de opdracht uit te voeren. „Mij werd medegedeeld, aldus Sir George, dat Hare Koninklijke Hoog heid om 22 uur zou aankomen, maar ik begreep, dat zij opgehouden zou kunnen worden door vijandelijke han delingen en het was dan ook ongeveer 23.15 uur, toen de auto's bij het schip aankwamen. LUCHTAANVALLEN. Het flottielje vertrok, zodra het ko ninklijk gezelschap aan boord was. Tij dens deze gehele periode had de haven een hele reeks van luchtaanvallen door staan en deze bereikten een hoogtepunt, toen men ontmeerde. „Ik was midden in het vaarwater, toen een vliegtuig voor het schip neer- duikend, iets liet vallen, dat kennelijk een mjjn was die ontijdig tot ontsteking kwam en aan stuurboord ontplofte, daarbij een prachtige waterzuil opwer pend, die mijn brug kletsnat maakte", Dr Volger» „De Middenstander is rentmeester in zijn zaak." Het bestuur, besloot spr., ijvert voor oudedagsvoorziening en wekt de leden op tot propaganda onder de nog niet bij de bond aangesloten bakkers. De jaarstukken van de bondssecre- taris, 4e heer D. Zuidhof, uit Bilt- hoven, en van de bondspenningmees- ter, de heer Vink uit Harmeien, keur de de vergadering goed, terwijl zij de afgetreden hoofdbestuursleden, de heren P. Koning uit Amersfoort en J. H. P. Oostenrijk, herkoos. De volgende algemene vergadering zal te Amersfoort worden bijeengeroe pen. De contributie wordt verhoogd. Onder de aandacht van het georga niseerd overleg zal de staking van de broodbezorgers te Rotterdam worden gebracht. Verder sprak de vergadering zich uit voor het vroeger in de morgen verkopen van brood zonder het be- ginuur in de bakkerij te vervroegen. Dr W. Volger, Ned. Herv. predikant te Amsterdam, besprak uitvoerig „De ethiek van de Christelijke midden stander". Hij legde er nadruk op, dat de middenstander, ook de bakker, met Jezus Christus te maken heeft. Hij komt zijn zaak binnen omdat God Schepper en Eigenaar is, ook van het bedrijfsleven. De bakker is rentmees ter in zijn zaak op grond van de H. Schrift, die het correctief is voor koopman, firmant en- winkelier. Cal- vijn heeft baanbrekend werk verricht door de arbeid te binden aan Gods heerlijke Naam. Spr. eindigde met de Chr. bakkers op te roepen tot eerlijkheid en tot naastenliefde ook tegenover zijn con currenten, zijn klanten en zijn perso neel. Niet het belang van zichzelf of van de staat, maar God heeft hij in zijn dagelijkse arbeid te dienen. Onder voorzitterschap van de heer P. Koning uit Amersfoort, heeft de Bond van Chr. Bakkerspatroons Woens dag te Apeldoorn zijn algemene vergade ring gehouden. De bondsvoorzitter zeide in zijn openingswoord, dat de bakkers in het afgelopen jaar zo voor hun bestaan moesten vechten, dat zij er moedeloos onder dreigden te worden. Weliswaar heeft de aangenomen motie-Van de Wetering door dé Tweede Kamer, een verbetering van de broodprijs ge bracht, maar, zei spr., hiermee zijn we er niet. Iedere bakker heeft na te gaan wat aan de bedrijfsvoering ontbreekt, wil hij staande blijven. Nog steeds komen er nieuwe wette lijke bepalingen bij, die de onder nemer geen zelfstandigheid laten. De Woltersomorganisaties verdwijnen, maar zekerheid met betrekking tot de P.B.O. is er niet. vertelt Sir George. „Gehoorzaam aan de oude wet„stuur naar de laatste aanslag", stoomde ik de haven uit, dicht onder stuurboordwal van het vaarwater blij vend. Vele jaren later werd mij verteld, dat de volgende dag twee magnetische mijnen aan bakboordkant van het vaar water ontploft waren. De oude wet had zjjn waarde bewezen. „We stoomden met hoge vaart de kust uit, maar minderden daarna tot 1 mijl om het koninklijk gezelschap zo weinig mogelijk hinder te doen onder vinden van het trillen in hun verblijf plaats achteruit en ook om op een rede lijk tijdstip de volgende morgen in Har wich aan te komen. Onze overtocht was kalm, zonder gebeurtenissen en na mij de eer gegund te hebben met haar te ontbijten, ging Hare Koninklijke Hoog heid om 9.30 uur te Harwich van boord en reisde met een extra trein naar Lon den". „Wij voelden ons allen trots een rol in deze gebeurtenissen te hebben ge speeld, maar waren ons welbewust van dé gevoelens van verdriet en kommer die onze koninklijke gasten bij hun ge dwongen vertrek uit eigen land met zich droegen", aldus de schrijver. „Uiteindelijk echter kon ik voelen, dat de tijd zich wreekt, omdat ik het geluk had bij het maken van de plannen voor en het uitvoeren van de invasie van Normandïë te dienen als chef van de staf van de geallieerde maritieme op perbevelhebber, onder de algemeen op perbevelhebber, generaal Eisenhower.® Met het succes van die grootste am- phibische operatie van de geschiedenis, wist ik dat de bevrijding van Nederland slechts een kwestie van tijd kon zijn en voelde ik, dat het lijden en de moeilijk heden van 1940 naar de achtergrond zouden vervagen in het klare licht van de overwinning". Chr. Geref. studentenbond houdt zomercongres. In het zendingscentrum te Baarn zal van 1418 Juli a.s. het 7e zomercon gres van bovengenoemde organisatie worden gehouden. Dr A. J. Bronk- horst, Ned. Herv. predikant te 's-Gra- venhage en ds B. van Smeden, Chr. Geref. predikant te Rotterdam-Zuid, zullen refereren over: „De positieve en negatieve betekenis van Karl Barth zowel op theologisch- als op practisch gebied". Voorts treden als referenten op de heren ir W. D. Smoor met het onderwerp: „De roeping van de Chris ten-academicus", ds A. Hilbers, Chr. Geref. predikant te Enschede, onder werp: „Verwaarloosde Bijbelse uit spraken". H. J. v. d. Meiden van Rot terdam, onderwerp: „Wat verwachten de Chr. Geref. kerken van de Chr. Geref. student, wat verwacht de Chr. Geref. student van de Chr. Geref ker ken?" en ir W. Milort, onderwerp: „De ontwikkeling van het natuur-philoso- phisch denken".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 3