Bij ons (fi
S0
«avonturen vun ^pjei*Spaffl €tl
BEHOLD THE FLAG!
l°%
OndeA Zeemde tucMen
Om
i-cuttiUe&tad
P
Z
O
52.To
M 3
hi o A
m a
<D O
5*-2*
c W £f
C 5
h* «- 3
DJ
a
D:
P
?|g;Sg°g;ssg'5i=-
TgSoi3- aiT oSH
M^-(D 5- W O^WHM
C 3 W W W
<JtON to H* v-»B O 0J -.P
£t°R'P><°Or,S £3 go
3 ®-i <D >PP
i w;. o i o i o i (D i
P S 2
5 p mo-O1^
•- o
w So*
3 N-C:P.§
„.o Oïï-"'
SjSnii»
cle p p
i TO«.IR I
01*2.
ts3 O
a>
Srs
c cr
p m
tr.tj
srtj
2.o
O E-.ooon
an h UJ0
o ffcü w'1
ts E- PJ <D
rt-(t) OOQ M
°g,°a
O
O M
O p
3 C m H5S w J «q
-""lags??0
S 3
US
PR
8K
o 1
p
P H»
3 oj
f-B r?a
p
p o
am05®01-5. §^6o5
c a O O 3 o to o .9
S'Wa 8 PPR-lgr3
fc-p a p*p »-*wa crcuo
1.1 i;. Ti. men©. <0 a» o
3 3
W PaUl
n>
(D fl>
- Wg
«i?
WO v-«
O I CD
<r
NMO
Sgc
g§&
§2.<f
C p
<j s'
s
A o>
.'agS'
S 5?B 1 m» H «tóp iï re n
SA» *8 8 S? ^S? T?« 8
kb¥ ai^f I- =öoë |s SnPi
a" W^'sigSaQg^gs-Sie^
o <T> o 03 |p L-» P" >-) f—iH* 3 fr53 P P i—Q)
03 N 03 ju 5j(ra t-H yi O 0 O 2 rv^(TOr^
c»cs»!?°a 5 sr B g SelS 8
»1
0-
>-*•
O
~x>
q i Ï?O!T gg
ÏÜB gn P
rj 03
g"g3
3
tr*
o
H
w 2
3
M>
P fD
*1
3 5'
fl>:
a
a -
Vrijdag 4 Juli 1952
■T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 4
8 r., mind.
28e toer: 13 r., mind.
29e toer: omsl., 1 r., omsl., 2 r., omsl.,
9 r., mind.
30e toer: 14 r., mind.
31e toer: omsl., 1 r., omsl., 2 r„ omsl.,
10 r., mind.
32e toer: 13 r., mind.
Zo kan men doorgaan en naar eigen
verkiezing het kleedje zo groot maken
als men wilt.
De enige verandering is, dat men tel
kens in de oneven toeren voor de min
dering een steek recht meer maakt.
Zo het kleedje de vereiste grootte
heeft, kan men er nog een heel een
voudige en makkelijke rand aan maken
door 10 of 12 toeren niets anders dan
omslaan, overhalen te breien.
Als men dat gedaan heeft wordt er
nog een randje omgehaakt en klaar is
het.
Dat doet men zo.
De steken staan allen nog gewoon op
de naald. Als men er een rand omge-
breld heeft van enkel omslaan overha
len, dan moet men eerst een toer recht
en opbrelen voor men kan afhaken.
Dan begint men:
le toer: 3 steken samenhaken met 6
lossen.
2e toer: 6 lossen, 1 vaste in de mid
delste steek der lossen van de vorige
toer.
3e toer: als toer 2.
4e toer: 7 lossen, 1 vaste.
5e toer: als toer 4.
6e toer: 8 lossen, 1 vaste.
7e toer: als toer 6.
Beste neven en nichten,
We gaan-met ingang van heden en
kele weken met vacantie. Houdt de
Vrijdagse krant maar goed in het oog,
dan zien jullie vanzelf wel weer wan
neer we weer beginnen.
Ik wens julie allemaal heerlijke va-
cantieweken en wie lust heeft mij in
die tijd te schrijven gaat gerust zijn
gang. Ik blijf steeds belang stellen in
jullie vacantiegenoegens. Dus tot la
ter maar weer.
Gegroet van Tante Truus.
Zomerrijping
De vijf slagen van een dorpsklok,
vielen, als voldragen vruchten van de
tijd, met dof geluid in de ruimte, waar
de stilte vergeefs 'n schuilplaats zocht,
want reeds nu drong, zij het nog vaag,
tegen de in het Oosten losgelaten
wind in, het geraas van over de hoofd
weg ronkende motoren, tot hier door.
Het licht van de morgen speelde nog
als 'n glimlach van de eeuwigheid
over de landen; vakken van vrucht
baarheid, waarin klaverruiters met de
kleur van rijpe virginiatabak. Naast
aardappelvelden, waar de witte poin-
tilering van de eerste bloemen, de
donkerte van het loof nog meer diepte
gaf, de lichte glans waar boontjes
groeiden, naast de donkere wand van
'n haverveld met een blonde kroeze-
ling in de pluimen.
In de verte voor de breed uit staande
knotwilgen, was de schittering van het
licht op de witte bloemenzee van Pa
pavers. Zo mooi, rijk en welsprekend
was dit alles, dat aan wat in de on
middellijke nabijheid stond, eerst later
aandacht geschonken werd. Al waren
dat geen kuituurgewassen, hun schoon
heid was er niet minder om. Wat kan
zo'n plekje van enkele vierkante me
ters 'n wereldje van schoonheid zijn.
Het mooiste veldbouquet dat ge u
wensen kunt staat er. Wacht nog even
om uw mes te openen en er wat van
mee te nemen. De weg naar huis is
lang en warm. Wat hebt gij aan het
verlepte bosje dat u tenslotte rest.
Laat dit plekje ongerept, het hoort bij
de omgeving en die kunt ge niet mee
nemen. Veel meer zult ge er aan heb
ben wanneer gij er eens op let hoe
vorm en lijn hier samen gaan. Een
betere les in decoratieve tuinbeplan-
ting kan niemand u geven. Natuur
lijk hoeft u al dat onkruid niet in een
tuin te halen, maar let eens op de
groepering.
Bij de kamillen, die op 'n afstand
bekeken een gesloten geheel schijnen
te vormen, ziet'u dat het 'n aaneen
schakeling van onregelmatige vakken
zijn in dichte en minder dichte bezet
ting en daar tussen als een verbinding
naar volgende groepen enkele op zich
zelf staande. Ook bij de klaprozen,
die zo vrolijk met hun rode mutsjes
zwaeien, kunt u dat zien maar de
Toorts vinden we veel meer op zich
zelf staande. Zo'n plant heeft alle
eigenschappen die men aan een deco
ratieve verschijning stellen kan. In de
vorige zomer ontdekte een lief
hebber in z'n tuin een vreemdeling
die hij niet thuis kon brengen, 't Was,
meende hij, wel wat meer dan onkruid
en om het die ongevraagde gast zo
prettig mogelijk te maken, gaf hij hem
een betere plaats. Tegen de winter
was de vreemdeling een flinke plant
geworden en de volgende zomer ont
wikkelde zich uit het hart een bloem
stengel. De groei der bladeren stond
stil want alle kracht concentreerde
zich op de bloem. De stengel kwam
steeds hoger boven de plant uit en
spoedig kwam daaraan het eerste gele
bloempje, waarna er vele volgden.
Nadat de hoofdstengel uitgebloeid was,
ontwikkelden zich zijstengels die het
geheel meer losheid gaven en de bloei
begon opnieuw. Reeds lang wist de
eigenaar van de tuin dat het Verbas-
cum Thapsiforme was, maar dit kind
van de wilde flora had hem zoveel
vreugde geschonken, dat er na dien
steeds enkele in z'n tuin te vinden
waren. Dat was niet moeilijk want de
Toorts zaait zichzelf. Zo zijn er meer
van die wilde zwervers die in de tuin
een plaatsje verdienen. Vingerhoeds
kruid, Bereklauw, Kaasjeskruid en
Teunisbloem behoren tot de groten,
maar ook vele kleintjes zijn er ge
schikt voor.
Keren we na deze afdwaling weer
terug naar het kleine natuurtuintje
waar de roestige kleur van de zuring-
pluimen ons op de komende herfst
wijst, wat in dit wereldje van komen
en gaan niet zo vreemd is. Kijk maar
eens naar wat reeds verbloeide en nu
de zaadbeladen stengels torst.
De zomerrijping is het begin van een
stil vervloeien in de herfst; trek er,
voor het zo ver is gekomen eens uit,
naar zo'n plekje, waar de uren van
schoonheid worden gevat in een om
lijsting van nog niet en geweest zijn.
VARIABILIS.
„Twee Wereldendoor dr A. J.
Cronin. Uitgave A. W. Sijthoff's
Uitgeversmij. te Leiden.
De schrijver Cronin is geen onbe
kende onder ons. Vooral zijn boek
„De Citadel" is door zeef velen gele
zen. In dit nieuwe boek geeft dr Cro
nin het verhaal van zijn leven. Een
merkwaardige levensgang en dat op
de boeiende wijze, zoals Cronin dat
kan, beschreven, ziedaar alles aanwe
zig om een boek te geven, dat weer
vele lezers trekken zal.
De twee werelden, waarvan de titel
spreekt, zijn de twee gebieden, waar
dr Cronin zijn levenswerk gevonden
heeft. Als doodarme Schotse jongeman
kiest hij het beroep van medicus. Het
is eenvoudig gezegd, maar om te vol
brengen, wat men zo gekozen heeft,
eist een ware heldenmoed en een vol
komen zelfverloochening.
Zonder geld haast medicus worden
is schier uitgesloten. Maar dr Cronin
volbracht het, al is hij op die weg wel
te weten gekomen, wat het betekent
als schraalhans keukenmeester is.
Maar ondanks alle moeilijkheden zette
de arme student door. Hij moet wel
een baantje aannemen om al studeren
de ook nog te tonnen leven, maar de
studie gaat door. Tegen alle beter we
ten in, dat hij zich die weelde niet ver
oorloven kan, wordt die arme student
ook nog verliefd. Gelukkig is deze aan
gelegenheid wederkerig, evenals het
te kort aan contanten. Doch wie wil,
kan veel. Cronin slaagde voor zijn
examens, krijgt een arme praktijk
eerst, weet ook daar veel van te ma
ken, koopt later een verlopen praktijk
in Londen, weet ook die op te werken,
enals alles zo goed gaat verkoopt
hij die weer om te gaan schrijven,
daarmee voldoend aan een sinds lang
een diep in hem gevoelde drang. En
ook dat wordt een succes. Dat weten
we al. Als ik zo in het kort van dit
succesvolle leven vertel, moet ge niet
denken, dat ge in Cronin's boek de
man aantreft, die met de duimen in
zijn vest gestoken een hoge borst op
zet. Neen, men vindt een man, die ver
telt van al zijn kleine en grote tegen
slagen, zijn worstelingen en die eigen
lijk verbaasd is, dat de eindafloop nog
zo goed is. Al lezend krijgt ge ook
meteen een dosis gezonde levenswijs
heid te verwerken, vooral ten opzichte
van het huwelijksleven. Het meisje
waafop de arme student verliefd werd,
is zijn vrouw geworden. En deze twee
samen zijn een wondere eenheid ge
worden. Het gaat natuurlijk ook niet
vanzelf, maar dr Cronin zegt: „Voor
de vreugden en voldoeningen die het
gezinsleven geeft, moeten we werken,
hard werken. We moeten leren ons
aan te passen, beproevingen en ont
beringen onder de ogen zién, begrip
en zelfbeheersing te ontwikkelen en de
stille deugden geduld en zelfopoffe
ring in practijk te brengen".
Doch dr Cronin, die jaagt naar suc
ces en voorspoed gaat zich toch lang
zamerhand bewust worden, dat een
mens bij brood alleen niet leven kan.
Langzaam doch zeker richt zich nu
verder zijn levensgang in de richting
van het kruis vanChristus. En mag
de arts Cronin al veel voor de mensen
gedaan hebben, als schrijver, die de
mensheid wijst op dat Kruis kan hij
zeker nog meer tot zegen zijn.
De bijzondere vorm en inhoud maken
het moeilijk te spreken van een lite
rair werk. Het is een vlot vertelde
biographie. Maar de bijzondere in
houd, welke als het ware ^n bood
schap inhoudt voor de mensheid,
maakt dat we 't van harte aanbevelen.
„Elk wat wils", door Sha
kespeare, in de vertaling van
Dr L. A. J. Burgersdijk. Uitgave
A. W. Sijthoffs Uitgeversmij.
te Leiden. De bewerking is door
Prof. Dr F. de Backer en Dr G.
A. Dudok.
Dit is weer een deeltje in de nieuwe
serie, zoals Sijthoff deze nu uitgeeft.
Bij de bespreking van de eerder ont
vangen deeltjes, wezen we er al op
welk een verdienstelijk werk hier
mede door de uitgever gedaan wordt,
nu op deze manier het mogelijk is,
dat de werken van Engelands grootste
schrijver ook onder ons volk gebracht
wordt. De prijzen, welke variëren van
f 1,10 tot f 1,50 per deeltje, zullen voor
niemand een bezwaar kunnen zijn.
We zullen, waar Shakespeares wer
ken wel al bekend zijn, geen resumé
van de inhoud van „Elk. wat wils"
geven. Maar wel zeggen we dit, dat
dit stuk wel een der fijnste van zijn
oeuvre is.
Wie studerende zoons of aochters
heeft, moet maar beginnen met deze
serie in gedachten te houden tegen
verjaardagtijd.
ApAaJiUtnetv
De politiek is de kunst zich van men
sen te bedienen door hen te doen ge
loven, dat men hen dient.
Wie zelf goede raad kan vinden of
goede raad kan aannemen en beide
goed weet te gebruiken is een verstan
dig man.
Een rechter moet niet alleen de za
ken maar ook de omstandigheden on
derzoeken.
Het is kenmerkend voor een goede
rechter, uit kleinigheden zijn conclusies
te trekken omtrent iemand begeerte of
ingetogenheid.
Fijnheid van smaak heeft dezelfde
uitwerking als fijnheid van hartstocht:
het gebied van ons geluk en ons on
geluk wordt er door vergroot.
BIJ KRIEKS
MOEDER
Toen Knibbel was ver
dwenen en Kriek met zijn
moeder naar binnen was
gegaan, kwamen Gertjan
en Maartje te voorschijn.
„Ik geloof dat we het beste
doen om eerst eens met
Kriek te gaan praten,
Gertjan", zei Maartje. „Ik
voel me niets op mijn ge
mak. Ik heb niet graag dat
hij ons tot zulke gemene
dingen in staat acht. Zullen we eens aanbellen?" „Maar Knibbel dan?" vroeg
Gertjan, „die zien we dan natuurlijk niet meer terug". „Jawel, die sporen we wel
weer op. Toe Gertjan, ga met me mee!" hield Maartje vol.
Even later trokken ze aan de bel. Krieks moeder deed open. „Dag mevrouw",
sprak. Gertjan, „zouden wij misschien Kriek even mogen spreken, wij zijn Gertjan
en Maartje". Plotseling betrok het gezicht van Krieks moeder. „Wat?" vroeg ze
kwaad, „Gertjan en Maartje? Zo! dus jullie hebben een touw over de weg gespan
nen? Weten jullie wel, dat Kriek zich erg bezeerd heeft? Schamen jullie je niet?
Ga van mijn deur weg, anders zal ik de politie waarschuwen, begrepen!" Met een
smak viel de deur voor de kinderen in het slot.
1
mpuuupih^ii,
gl:"3 o" -
p+C/3 C J <J „g r+
CD 2- W 2* fB
i^S?
Ihj p-, >-> vu w rj jq i
PJ
Z
BB-
ml»
N3w 03
4* w» ;=r
to to rt)
td sv
2 3 3
r w
<T3 -
Q tO
Wg F5
1 03
2 ui
2^
S 3* n O-
2 CD W <T3
S ~8--
3 „S 5
Cf! 3'
Mo
c c
5'? e?
O-JS
O W
3
ys—sr
H. g. 3 3"
to(t> 2 3.
2
o P Cl ju
Qj fD CD 5"
H.giaH!o
co» o P- O
nj fD O
COrm u|H
oor1 w fD «s: I
fD O O
o ft) CL
Bpq
O
2 m 03 O 3
^3^2-3
ft> o 03 S-' 2
D ft> 0>
■3 O
03 JjJ»
3 ft)
Jr" ft) 03
ft) N i
g* o o- 03 tc ft> ctotq ft,
ft) 00 o
1 ft) t-j
w S»
m o
2. S
S ör?2. 3
»Ö3 3
n> rc g g g. to -
?T<23'K!5<h8
Looü.0: A-: c S ïr
- U) hC es HL^W cl-CL 2
I r? I (0 H<+ I I 1
g
HI CL /N
ft)
e
a
fD Jr-
3
s
I r*
y
ca
CQ
5*
01
van
Vrijdag 4 Juli 1952, No. 2213
Uitgave van
Oosterbaan Le Cointre N.V.
Goes
eeuu/scH
u/eexe/fo
UIT DE SCHRIFT.
Wie het voorrecht heeft gehad eens
een reis door Amerika te maken en
de weg ging van de stad Washington
naar het Zuiden, komt langs een klein
dorpje, Frederick genaamd. Rechts
van de hoofdstraat staat een kleine
woning, waarop reeds mijlen vóór ge
Het dorp inkomt de aandacht is ge
vestigd door grote reclameborden.
Want daar is het huis, waar eenmaal
Barbara Fritchie heeft gewoond. Het
is nu een musqum en men kan er de
merkwaardigheden zien, welke nog
getuigen van de eerbied, welke deze
eenvoudige Amerikaanse huisvrouw
heeft gehad voor haar vlag met de
sterren en strepen, symbool van de
vrijheid, de onafhankelijkheid, de
godsdienstzin, het geloof en de kracht
en de saamhorigheid van het Ameri
kaanse volk.
Het was in de dagen van de grote
burgeroorlog, dat wilde benden sol
daten door het dorp trokken en eisten,
dat alle vlaggen zouden worden neer
gehaald. De bevolking in vreze en be
ven voor de wilde horden, gehoor
zaamde, maar één weigerde en dat
was Barbara Fritchie. Zij bond haar
vlag vast aan het kozijn van het zol
derraampje, dat u nog getoond wordt
en toen de soldaten probeerden de
vlag aan flarden te schieten, brak de
stok. Maar ze ving het doek op en
bond het aan een nieuwe stok en stak
de vlag opnieuw het raam uit, en haar
oude hoofd naar buiten buigend, riep
ze de soldaten toe: „Wanneer je schie
ten moet, schiet dan op dit oude hoofd
maar spaar de vlag van je land!" De
commandant van de troep schaamde
zich op dit woord en gaf zijn troep
bevel het vuren op de vlag te staken.
Oude Barbara is sindsdien een le
gendarische figuur geworden. John
Greenleaf Whittler heeft een vers op
haar gemaakt, dat ieder Amerikaans
kind kent, waarin de historische woor
den aldus vertolkt zijn: „Shoot, if you
must, this old gray head, but spare
your contry's flag, she said...."
Amerika heeft grote eerbied voor
zijn vlag, waarin elke Staat zijn ster
heeft. Ignatius Murphy heeft een soort
grondwet vervaardigd, onder de titel:
„behold the flag!", waarin tot eerbied
voor dit nationale symbool wordt op
gewekt. De eerste woorden zijn: „Zorg
voor de vlag, het zuiverste en krach
tigste embleem van wet, orde, chris
telijke beschavingen de laatste:
„Zorg voor de vlag, de kostbare, ver
hevene erfenis der vaderen, gezegend
door Amerika's geloof, kracht, saam
horigheid, geheiligd door het patrio-
tisch bloed. In het zonlicht van uw
glanzende kleuren, waarin schittert
het glorieus verleden, straalt de be
lofte voor de toekomst, moge gij, ge
leid door de Hemelse Vader, onze na
tie brengen tot grotere hoogten, ede
ler verlangens, waardiger daden, tot
dat het zwaard zal zijn geslagen tot
een ploegschaar en de vrede, de ge
heiligde vrede wonen zal onder de
kinderen der mensen....".
De vlag is voor het Amerikaanse
volk een heilig symbool.
Iedere Vrijdag vóór het weekend
begint, wordt in elke school de vlag
voor de klas gebracht en spreken de
kinderen in koor: „I pledge allegiance
to the Flag of the United States and
to the Republic for which it stands.
One nation, indivisable, with liberty
and justice for all". (Ik zweer trouw
aan de vlag van de Verenigde Staten
en aan de Republiek, van welke zij
het symbool is. Eén natie, onverdeel
baar met vrijheid en recht voor al
len).
Geen Amerikaan zal het in zijn
hoofd halen oneerbiedig met de vlag
om te gaan. Wanneer ze wordt uitge
hangen, des morgens of wanneer zij
wordt neergehaald bij zonsondergang,
gebeurt dat met een zekere plechtig
heid, waarbij het geen Amerikaan zal
overkomen, dat het' doek door slijk
of stof sleept.
Afgoderij Geen sprake vanDe
Amerikaan is daar een te nuchter
mens voor. Doch hij ziet in zijn vlag
het symbool: het teken van het ont
staan van zijn land, zijn onafhanke
lijkheid en vrijheid, zijn kracht door
eendracht en dat is het waarvoor de
Amerikaanse burger van kindsbeen af
diep respect wordt ingeboezemd.
Behold the Flag!
Misschien kunnen we er in Neder
land iets van overnemen.
Het rood, wit en blauw symboliseert
een niet minder belangrijke historie
dan de Amerikaanse. - Ook de Neder
landse vlag is besprengd met het bloed
van een voorgeslacht, dat er alles voor
veil gehad heeft om in onafhankelijk
heid God te kunnen dienen, vrij van
alle geestelijke tyrannie en knechting.
Maar wfj gaan wel eens wat slordig
met dit symbool om! Men ziet soms
doeken uithangen, die een schandaal
zijn door de verschoten en vuile kleu
ren en wat erger is, men laat de vlag
bij zonsondergang gerust hangen en
in de nacht wapperen om de andere
dag nog eens een beetje droog te kun
nen waaien. Maar weet men niet, dat
de erecode eist, dat de vlag bij zons
ondergang wordt ingehaald?
Haalt men er de schouders wat voor
op? We weten het wel, zo zijn wij
Hollanders. Soms een beetje al te ge
makkelijk in die dingen. Maar we
moesten ook op onze scholen toch
maar eens beginnen wat meer eerbied
voor onze driekleur bij te brengen.
Het gaat niet om een stukje doek en
ook niet om die drie kleuren; het gaat
om het diep ernstig symbool. We kun
nen trots op onze vlag zijn. Zij sym
boliseert een rijk en schoon verleden.
We misbruiken het doek wat al te ge
makkelijk voor onze persoonlijke han
delsbelangetjes. Op kermissen, in ba
zars vindt ge ze bü de vleet. Laten
we er gerust wat zuiniger op zijn.
En laat ons vooral niet denken, dat
wij Nederlanders het maar een beetje
„gekheid" vinden, dat gesol met dat
vlaggendoek. We houden ons maar zo!
Want ik roep u slechts voor de aan
dacht de jaren 1940—1945! Toen was
onze vlag neergehaald of misbruikt,
door hen, die de traditie van de vlag
schonden. Wat hebben we vaak naar
de spits van de kerktoren gekeken en
gezucht: hoe lang nog eer de vlag weer
wapperen zal? Toen hebben we heim
wee gehad naar onze vlag, die mooie
driekleur. Waarom? Omdat we zo ver
liefd waren op een stukje doek of die
drie kleuren? We snakten naar onze
eigen, mooie, goede, oude en ver
trouwde vlag, omdat zij symbool was
van onze Nederlandse traditie, onze
strijd om vrijheid en recht. En toen
de ondergrondse organisatie ons dat
lied stillekens in de bus stopte, ge
kent het wel, dat ontroerende vers:
„Ik snak naar een stad vol van
[rood, wit en blauw
met een zwier van Oranje er boven!"
met de slotregels:
„Ik snak naar die dag, dat hij
[kome heel gauw!
Want ik snak naar een land, vol
van rood, wit en blauw!"
toen we dat lazen hebben we met
tranen in de ogen verlangd naar het
ogenblik, dat onze goede, vertrouwde
driekleur weer in alle vrijheid van de
torenspits wapperen zou.
Welnu dan: Behold the Flag! RES
PECT VOOR ONZE DRIEKLEUR!
Sxj-dêaocAenitig, tia TlaAen.
En Ahazia viel door een tralie in zijn opperzaal, die te Samaria
was, en werd krank. En hij zond boden en zeide tot hen: Gaat
heen, vraagt Baal-Zebub, de god van Ekron, of ik van deze krank
heid. genezen zal. 2 Kon. 1 2
En hij (Elia) sprak tot hem (Ahazia): Zo zegt de Here: Daarom,
dat gij boden gezonden hebt om Baal-Zebub, de god van Ekron te
vragen (is het, omdat er geen God in Israël is, om Zijn Woord
te vragen?daarom van dat bed, waarop gij geklommen zijt, zult
gij niet afkomen; maar gij zult de dood sterven 2 Kon.l 16.
Ahazia is de zoon van koning
Achab, en als zodanig diens opvol
ger. Geroepen dus om'het volk te
richten met beleid; om als herder
Israël te leiden. Hij moet het licht,
zo groot zo schoon, doen stralen,
het licht van de komende messiaanse
verlossing.
Maar hij dooft dat licht; in hem
bereikt de zonde van Achabs huis
haar hoogtepunt. En dat nog wel na
Karmel. Want dat beheerst hier al
les. Hij kende Elia en hij wist van
Karmel, die grootse manifestatie
van gerichts- en verlossingskrachten,
waar zonneklaar bewezen was: De
HERE is GOD. Maar hij is gods
dienstig onverschillig. Als hem een
ongeluk overkomt, vraagt hij hulp
bij een Filistijnse god. God is lucht
voor hem. Hier vinden we de meest
radicale ontkenning. Karmel be
staat voor hem niet. Nu had God
hem neer kunnen bliksemen, zoals
op Karmel. Maar Hij doet het niet.
Hij laat de man van Karmel zijn
getuigenis voleindigen. Elia komt,
ondanks Ahazia's militair geweld,
als een vrij man tot Ahazia, en doet
er zijn laatsfe ambtelijke werk. Aha
zia sterft als een gevloekte. God
duldt niet, dat Karmel uitgewist zal
worden. In Elia was Gods heerlijk
heid verschenen. Wie dat negeert,
negeert Hem.
En nu is Karmel een wereldgeding
geworden. Waar is ooit grootser,
maar ook verschrikkelijker bewezen,
dat de HERE GOD is, dan op Golgo
tha en in Arimathea's hof? Dat to as
Karmel in het groot. Daar is het voor
ieder duidelijk te zien. Maar hui
ver dan ook voor de godsdienstige
onverschilligheid vandaag. Voor de
volkomen negatie: God is lucht. We
gaan onze eigen gang! En nu zullen
de twee getuigen uit Openb. 11, die
zo sterk herinneren aan Mozes en
Elia, daar tegenin hun getuigenis
hebben te voleindigen. O ja, toen
Elia, zijn laatste ambtelijke daad bij
Ahazia gedaan had, werd hij niet
neergeslagen, want alles was nog
niet gezegd in deze wereld, er moest
nog een opvolger komen. Maar als
de Nieuw Testamentische getuigen
hun werk zullen voleindigd hebben,
dan zal het beest, de volgroeide
Ahazia, hen neerslaan. Maar dan is
de volkomen vijandschap bewezen.
Dan is de negatie, de ontkenning
volgroeid. En dan wordt Karme 1-
vuur wereldvuur. Het vuur van
Gods oordeel zal alle Karmel-ne-
geerders verdoen. Maar dan zullen
die getuigen opstaan, en net zo glo
rierijk ten hemel varen als Elia.
De kerk krijgt het zwaar. Vrees
niet, klein kuddeke, spreek vrijmoe
dig van het licht zo groot zo schoon,
al kost het nog zoveel spot. De vij
andschap groeit. In de wereld, vraagt
U? Och ook dat, maar vergeet niet,
dat Ahazia KERK-lid was, en dat
de getuigen van Openbaring 11 dood
geslagen worden op de KERK-straat
(:8).
M'n zeun en ikke dochten asdat we
in de weke vo' dat d'n oegst begon 't
niet zo drok zouwe hebben. In de bon
gerd was niet zo veul te doeë en op 't
land stong alles der mooi ble. Maer van
de weke kwame we der achter as dat
op het stlkke blete dat we hebben het
ongedierte mooi an de gang 'eweest bin.
't Zat stik onder de luus, de onderkant
van de blaere waeren kompleet zwart.
Binnen een paer daegen verschrompel
de ze en kwiende ze weg. Dat komt ne-
tuurlik van 't schraele en droge weer
datte me 'ad hebben. Maer we wasse
niet zo goed of we konnen an 't sputen.
Laeg ble de grond en plantje vo' plante
moste we onder handen nemen. En daer
gaet 'eel wat tied inzitten.
Noe, .toen me zeun en ik daermee be
zig wasse, was op een stlkkle land naest
't onze een daggelder bezig. Een partie
van de arbeidsman, die z'n polletleke
overtuglng niet onder z'n 'oudt. Hie
komt ter vo' uut wat dat le Is en in zo-
varre mot lk 'm priezen. De stemming
is wel geheim, maer dat oudt nog niet
ln dat je zeivers niet mag vertellen an
wie dat je je stem geeft. Sommigte
mensen bin daer zoa geheimzinnig met
ofdat ze der eigen schaemen wie datte
ze gestemd Noe zoa is onze vrind
niet. 't Was een dag nae de stemming
en uut de verte schreeuwde le al nae
SisSsSil^V
me zeun: der ls gister goed gestemd*
ééh? Onze partie ls noe de groaste van
allegaer. Dat helt 'm de doorbraek
'edaen. We zalle noe is beleve wat dat
ter vorders gebeure gaet. We A noe t
roer ln handen!
Noe, me zeune zee daer niet veul op*
Hle 'ad 't oak te drok met sputen en
gong z'n gang.
Maer lk kon 't er toch niet ble laete
zitten, 't Bloed kruupt waer dat 'n niet
gaen ken, zegge ze wel ls en al bin ik
geen polletieker, daerom laet lk me alles
toch zoa nog maer niet gezeggen. Daer
om zee lk: wacht julder maer ls een
stuitje, dan ken 't nog wel is 'ebeuren
asdat julder winst verlies betekent! H5j
keek me verbaesd an en vroeg: wat be
doel jle daer mee, Flip Los mien dat
raedseltje is op! Ik zee: bel, dat is nog
al eenvoudig, zou ik zoa dinken. Julder
heit de roomsen wakker 'eschud. Julder
motte nle dinke, datte die zoa maer der
stemmetjes an julder partie willen ver
liezen. 't Kon wel ls 'ebeuren, dat julder
voormannen een 'ele dobber zalle A om
een kammenet ln mekaere te timmeren.
De Roomsen kennen links, maer ze ken
nen ook rechts, as ter eigen belang dat
mee bringt. As se zien asdat ze met
achter julder an te lopen as slippedrae-
gers der stemmen an julder verliezen an
de éne kant en an Welter an de