Bij ons (fi S0 «avonturen vun ^pjei*Spaffl €tl BEHOLD THE FLAG! l°% OndeA Zeemde tucMen Om i-cuttiUe&tad P Z O 52.To M 3 hi o A m a <D O 5*-2* c W £f C 5 h* «- 3 DJ a D: P ?|g;Sg°g;ssg'5i=- TgSoi3- aiT oSH M^-(D 5- W O^WHM C 3 W W W <JtON to H* v-»B O 0J -.P £t°R'P><°Or,S £3 go 3 ®-i <D >PP i w;. o i o i o i (D i P S 2 5 p mo-O1^ •- o w So* 3 N-C:P.§ „.o Oïï-"' SjSnii» cle p p i TO«.IR I 01*2. ts3 O a> Srs c cr p m tr.tj srtj 2.o O E-.ooon an h UJ0 o ffcü w'1 ts E- PJ <D rt-(t) OOQ M °g,°a O O M O p 3 C m H5S w J «q -""lags??0 S 3 US PR 8K o 1 p P H» 3 oj f-B r?a p p o am05®01-5. §^6o5 c a O O 3 o to o .9 S'Wa 8 PPR-lgr3 fc-p a p*p »-*wa crcuo 1.1 i;. Ti. men©. <0 a» o 3 3 W PaUl n> (D fl> - Wg «i? WO v-« O I CD <r NMO Sgc g§& §2.<f C p <j s' s A o> .'agS' S 5?B 1 m» H «tóp iï re n SA» *8 8 S? ^S? T?« 8 kb¥ ai^f I- =öoë |s SnPi a" W^'sigSaQg^gs-Sie^ o <T> o 03 |p L-» P" >-) f—iH* 3 fr53 P P i—Q) 03 N 03 ju 5j(ra t-H yi O 0 O 2 rv^(TOr^ c»cs»!?°a 5 sr B g SelS 8 »1 0- >-*• O ~x> q i Ï?O!T gg ÏÜB gn P rj 03 g"g3 3 tr* o H w 2 3 M> P fD *1 3 5' fl>: a a - Vrijdag 4 Juli 1952 ■T ZEEUWSCH WEEKEND Pagina 4 8 r., mind. 28e toer: 13 r., mind. 29e toer: omsl., 1 r., omsl., 2 r., omsl., 9 r., mind. 30e toer: 14 r., mind. 31e toer: omsl., 1 r., omsl., 2 r„ omsl., 10 r., mind. 32e toer: 13 r., mind. Zo kan men doorgaan en naar eigen verkiezing het kleedje zo groot maken als men wilt. De enige verandering is, dat men tel kens in de oneven toeren voor de min dering een steek recht meer maakt. Zo het kleedje de vereiste grootte heeft, kan men er nog een heel een voudige en makkelijke rand aan maken door 10 of 12 toeren niets anders dan omslaan, overhalen te breien. Als men dat gedaan heeft wordt er nog een randje omgehaakt en klaar is het. Dat doet men zo. De steken staan allen nog gewoon op de naald. Als men er een rand omge- breld heeft van enkel omslaan overha len, dan moet men eerst een toer recht en opbrelen voor men kan afhaken. Dan begint men: le toer: 3 steken samenhaken met 6 lossen. 2e toer: 6 lossen, 1 vaste in de mid delste steek der lossen van de vorige toer. 3e toer: als toer 2. 4e toer: 7 lossen, 1 vaste. 5e toer: als toer 4. 6e toer: 8 lossen, 1 vaste. 7e toer: als toer 6. Beste neven en nichten, We gaan-met ingang van heden en kele weken met vacantie. Houdt de Vrijdagse krant maar goed in het oog, dan zien jullie vanzelf wel weer wan neer we weer beginnen. Ik wens julie allemaal heerlijke va- cantieweken en wie lust heeft mij in die tijd te schrijven gaat gerust zijn gang. Ik blijf steeds belang stellen in jullie vacantiegenoegens. Dus tot la ter maar weer. Gegroet van Tante Truus. Zomerrijping De vijf slagen van een dorpsklok, vielen, als voldragen vruchten van de tijd, met dof geluid in de ruimte, waar de stilte vergeefs 'n schuilplaats zocht, want reeds nu drong, zij het nog vaag, tegen de in het Oosten losgelaten wind in, het geraas van over de hoofd weg ronkende motoren, tot hier door. Het licht van de morgen speelde nog als 'n glimlach van de eeuwigheid over de landen; vakken van vrucht baarheid, waarin klaverruiters met de kleur van rijpe virginiatabak. Naast aardappelvelden, waar de witte poin- tilering van de eerste bloemen, de donkerte van het loof nog meer diepte gaf, de lichte glans waar boontjes groeiden, naast de donkere wand van 'n haverveld met een blonde kroeze- ling in de pluimen. In de verte voor de breed uit staande knotwilgen, was de schittering van het licht op de witte bloemenzee van Pa pavers. Zo mooi, rijk en welsprekend was dit alles, dat aan wat in de on middellijke nabijheid stond, eerst later aandacht geschonken werd. Al waren dat geen kuituurgewassen, hun schoon heid was er niet minder om. Wat kan zo'n plekje van enkele vierkante me ters 'n wereldje van schoonheid zijn. Het mooiste veldbouquet dat ge u wensen kunt staat er. Wacht nog even om uw mes te openen en er wat van mee te nemen. De weg naar huis is lang en warm. Wat hebt gij aan het verlepte bosje dat u tenslotte rest. Laat dit plekje ongerept, het hoort bij de omgeving en die kunt ge niet mee nemen. Veel meer zult ge er aan heb ben wanneer gij er eens op let hoe vorm en lijn hier samen gaan. Een betere les in decoratieve tuinbeplan- ting kan niemand u geven. Natuur lijk hoeft u al dat onkruid niet in een tuin te halen, maar let eens op de groepering. Bij de kamillen, die op 'n afstand bekeken een gesloten geheel schijnen te vormen, ziet'u dat het 'n aaneen schakeling van onregelmatige vakken zijn in dichte en minder dichte bezet ting en daar tussen als een verbinding naar volgende groepen enkele op zich zelf staande. Ook bij de klaprozen, die zo vrolijk met hun rode mutsjes zwaeien, kunt u dat zien maar de Toorts vinden we veel meer op zich zelf staande. Zo'n plant heeft alle eigenschappen die men aan een deco ratieve verschijning stellen kan. In de vorige zomer ontdekte een lief hebber in z'n tuin een vreemdeling die hij niet thuis kon brengen, 't Was, meende hij, wel wat meer dan onkruid en om het die ongevraagde gast zo prettig mogelijk te maken, gaf hij hem een betere plaats. Tegen de winter was de vreemdeling een flinke plant geworden en de volgende zomer ont wikkelde zich uit het hart een bloem stengel. De groei der bladeren stond stil want alle kracht concentreerde zich op de bloem. De stengel kwam steeds hoger boven de plant uit en spoedig kwam daaraan het eerste gele bloempje, waarna er vele volgden. Nadat de hoofdstengel uitgebloeid was, ontwikkelden zich zijstengels die het geheel meer losheid gaven en de bloei begon opnieuw. Reeds lang wist de eigenaar van de tuin dat het Verbas- cum Thapsiforme was, maar dit kind van de wilde flora had hem zoveel vreugde geschonken, dat er na dien steeds enkele in z'n tuin te vinden waren. Dat was niet moeilijk want de Toorts zaait zichzelf. Zo zijn er meer van die wilde zwervers die in de tuin een plaatsje verdienen. Vingerhoeds kruid, Bereklauw, Kaasjeskruid en Teunisbloem behoren tot de groten, maar ook vele kleintjes zijn er ge schikt voor. Keren we na deze afdwaling weer terug naar het kleine natuurtuintje waar de roestige kleur van de zuring- pluimen ons op de komende herfst wijst, wat in dit wereldje van komen en gaan niet zo vreemd is. Kijk maar eens naar wat reeds verbloeide en nu de zaadbeladen stengels torst. De zomerrijping is het begin van een stil vervloeien in de herfst; trek er, voor het zo ver is gekomen eens uit, naar zo'n plekje, waar de uren van schoonheid worden gevat in een om lijsting van nog niet en geweest zijn. VARIABILIS. „Twee Wereldendoor dr A. J. Cronin. Uitgave A. W. Sijthoff's Uitgeversmij. te Leiden. De schrijver Cronin is geen onbe kende onder ons. Vooral zijn boek „De Citadel" is door zeef velen gele zen. In dit nieuwe boek geeft dr Cro nin het verhaal van zijn leven. Een merkwaardige levensgang en dat op de boeiende wijze, zoals Cronin dat kan, beschreven, ziedaar alles aanwe zig om een boek te geven, dat weer vele lezers trekken zal. De twee werelden, waarvan de titel spreekt, zijn de twee gebieden, waar dr Cronin zijn levenswerk gevonden heeft. Als doodarme Schotse jongeman kiest hij het beroep van medicus. Het is eenvoudig gezegd, maar om te vol brengen, wat men zo gekozen heeft, eist een ware heldenmoed en een vol komen zelfverloochening. Zonder geld haast medicus worden is schier uitgesloten. Maar dr Cronin volbracht het, al is hij op die weg wel te weten gekomen, wat het betekent als schraalhans keukenmeester is. Maar ondanks alle moeilijkheden zette de arme student door. Hij moet wel een baantje aannemen om al studeren de ook nog te tonnen leven, maar de studie gaat door. Tegen alle beter we ten in, dat hij zich die weelde niet ver oorloven kan, wordt die arme student ook nog verliefd. Gelukkig is deze aan gelegenheid wederkerig, evenals het te kort aan contanten. Doch wie wil, kan veel. Cronin slaagde voor zijn examens, krijgt een arme praktijk eerst, weet ook daar veel van te ma ken, koopt later een verlopen praktijk in Londen, weet ook die op te werken, enals alles zo goed gaat verkoopt hij die weer om te gaan schrijven, daarmee voldoend aan een sinds lang een diep in hem gevoelde drang. En ook dat wordt een succes. Dat weten we al. Als ik zo in het kort van dit succesvolle leven vertel, moet ge niet denken, dat ge in Cronin's boek de man aantreft, die met de duimen in zijn vest gestoken een hoge borst op zet. Neen, men vindt een man, die ver telt van al zijn kleine en grote tegen slagen, zijn worstelingen en die eigen lijk verbaasd is, dat de eindafloop nog zo goed is. Al lezend krijgt ge ook meteen een dosis gezonde levenswijs heid te verwerken, vooral ten opzichte van het huwelijksleven. Het meisje waafop de arme student verliefd werd, is zijn vrouw geworden. En deze twee samen zijn een wondere eenheid ge worden. Het gaat natuurlijk ook niet vanzelf, maar dr Cronin zegt: „Voor de vreugden en voldoeningen die het gezinsleven geeft, moeten we werken, hard werken. We moeten leren ons aan te passen, beproevingen en ont beringen onder de ogen zién, begrip en zelfbeheersing te ontwikkelen en de stille deugden geduld en zelfopoffe ring in practijk te brengen". Doch dr Cronin, die jaagt naar suc ces en voorspoed gaat zich toch lang zamerhand bewust worden, dat een mens bij brood alleen niet leven kan. Langzaam doch zeker richt zich nu verder zijn levensgang in de richting van het kruis vanChristus. En mag de arts Cronin al veel voor de mensen gedaan hebben, als schrijver, die de mensheid wijst op dat Kruis kan hij zeker nog meer tot zegen zijn. De bijzondere vorm en inhoud maken het moeilijk te spreken van een lite rair werk. Het is een vlot vertelde biographie. Maar de bijzondere in houd, welke als het ware ^n bood schap inhoudt voor de mensheid, maakt dat we 't van harte aanbevelen. „Elk wat wils", door Sha kespeare, in de vertaling van Dr L. A. J. Burgersdijk. Uitgave A. W. Sijthoffs Uitgeversmij. te Leiden. De bewerking is door Prof. Dr F. de Backer en Dr G. A. Dudok. Dit is weer een deeltje in de nieuwe serie, zoals Sijthoff deze nu uitgeeft. Bij de bespreking van de eerder ont vangen deeltjes, wezen we er al op welk een verdienstelijk werk hier mede door de uitgever gedaan wordt, nu op deze manier het mogelijk is, dat de werken van Engelands grootste schrijver ook onder ons volk gebracht wordt. De prijzen, welke variëren van f 1,10 tot f 1,50 per deeltje, zullen voor niemand een bezwaar kunnen zijn. We zullen, waar Shakespeares wer ken wel al bekend zijn, geen resumé van de inhoud van „Elk. wat wils" geven. Maar wel zeggen we dit, dat dit stuk wel een der fijnste van zijn oeuvre is. Wie studerende zoons of aochters heeft, moet maar beginnen met deze serie in gedachten te houden tegen verjaardagtijd. ApAaJiUtnetv De politiek is de kunst zich van men sen te bedienen door hen te doen ge loven, dat men hen dient. Wie zelf goede raad kan vinden of goede raad kan aannemen en beide goed weet te gebruiken is een verstan dig man. Een rechter moet niet alleen de za ken maar ook de omstandigheden on derzoeken. Het is kenmerkend voor een goede rechter, uit kleinigheden zijn conclusies te trekken omtrent iemand begeerte of ingetogenheid. Fijnheid van smaak heeft dezelfde uitwerking als fijnheid van hartstocht: het gebied van ons geluk en ons on geluk wordt er door vergroot. BIJ KRIEKS MOEDER Toen Knibbel was ver dwenen en Kriek met zijn moeder naar binnen was gegaan, kwamen Gertjan en Maartje te voorschijn. „Ik geloof dat we het beste doen om eerst eens met Kriek te gaan praten, Gertjan", zei Maartje. „Ik voel me niets op mijn ge mak. Ik heb niet graag dat hij ons tot zulke gemene dingen in staat acht. Zullen we eens aanbellen?" „Maar Knibbel dan?" vroeg Gertjan, „die zien we dan natuurlijk niet meer terug". „Jawel, die sporen we wel weer op. Toe Gertjan, ga met me mee!" hield Maartje vol. Even later trokken ze aan de bel. Krieks moeder deed open. „Dag mevrouw", sprak. Gertjan, „zouden wij misschien Kriek even mogen spreken, wij zijn Gertjan en Maartje". Plotseling betrok het gezicht van Krieks moeder. „Wat?" vroeg ze kwaad, „Gertjan en Maartje? Zo! dus jullie hebben een touw over de weg gespan nen? Weten jullie wel, dat Kriek zich erg bezeerd heeft? Schamen jullie je niet? Ga van mijn deur weg, anders zal ik de politie waarschuwen, begrepen!" Met een smak viel de deur voor de kinderen in het slot. 1 mpuuupih^ii, gl:"3 o" - p+C/3 C J <J „g r+ CD 2- W 2* fB i^S? Ihj p-, >-> vu w rj jq i PJ Z BB- ml» N3w 03 4* w» ;=r to to rt) td sv 2 3 3 r w <T3 - Q tO Wg F5 1 03 2 ui 2^ S 3* n O- 2 CD W <T3 S ~8-- 3 „S 5 Cf! 3' Mo c c 5'? e? O-JS O W 3 ys—sr H. g. 3 3" to(t> 2 3. 2 o P Cl ju Qj fD CD 5" H.giaH!o co» o P- O nj fD O COrm u|H oor1 w fD «s: I fD O O o ft) CL Bpq O 2 m 03 O 3 ^3^2-3 ft> o 03 S-' 2 D ft> 0> ■3 O 03 JjJ» 3 ft) Jr" ft) 03 ft) N i g* o o- 03 tc ft> ctotq ft, ft) 00 o 1 ft) t-j w S» m o 2. S S ör?2. 3 »Ö3 3 n> rc g g g. to - ?T<23'K!5<h8 Looü.0: A-: c S ïr - U) hC es HL^W cl-CL 2 I r? I (0 H<+ I I 1 g HI CL /N ft) e a fD Jr- 3 s I r* y ca CQ 5* 01 van Vrijdag 4 Juli 1952, No. 2213 Uitgave van Oosterbaan Le Cointre N.V. Goes eeuu/scH u/eexe/fo UIT DE SCHRIFT. Wie het voorrecht heeft gehad eens een reis door Amerika te maken en de weg ging van de stad Washington naar het Zuiden, komt langs een klein dorpje, Frederick genaamd. Rechts van de hoofdstraat staat een kleine woning, waarop reeds mijlen vóór ge Het dorp inkomt de aandacht is ge vestigd door grote reclameborden. Want daar is het huis, waar eenmaal Barbara Fritchie heeft gewoond. Het is nu een musqum en men kan er de merkwaardigheden zien, welke nog getuigen van de eerbied, welke deze eenvoudige Amerikaanse huisvrouw heeft gehad voor haar vlag met de sterren en strepen, symbool van de vrijheid, de onafhankelijkheid, de godsdienstzin, het geloof en de kracht en de saamhorigheid van het Ameri kaanse volk. Het was in de dagen van de grote burgeroorlog, dat wilde benden sol daten door het dorp trokken en eisten, dat alle vlaggen zouden worden neer gehaald. De bevolking in vreze en be ven voor de wilde horden, gehoor zaamde, maar één weigerde en dat was Barbara Fritchie. Zij bond haar vlag vast aan het kozijn van het zol derraampje, dat u nog getoond wordt en toen de soldaten probeerden de vlag aan flarden te schieten, brak de stok. Maar ze ving het doek op en bond het aan een nieuwe stok en stak de vlag opnieuw het raam uit, en haar oude hoofd naar buiten buigend, riep ze de soldaten toe: „Wanneer je schie ten moet, schiet dan op dit oude hoofd maar spaar de vlag van je land!" De commandant van de troep schaamde zich op dit woord en gaf zijn troep bevel het vuren op de vlag te staken. Oude Barbara is sindsdien een le gendarische figuur geworden. John Greenleaf Whittler heeft een vers op haar gemaakt, dat ieder Amerikaans kind kent, waarin de historische woor den aldus vertolkt zijn: „Shoot, if you must, this old gray head, but spare your contry's flag, she said...." Amerika heeft grote eerbied voor zijn vlag, waarin elke Staat zijn ster heeft. Ignatius Murphy heeft een soort grondwet vervaardigd, onder de titel: „behold the flag!", waarin tot eerbied voor dit nationale symbool wordt op gewekt. De eerste woorden zijn: „Zorg voor de vlag, het zuiverste en krach tigste embleem van wet, orde, chris telijke beschavingen de laatste: „Zorg voor de vlag, de kostbare, ver hevene erfenis der vaderen, gezegend door Amerika's geloof, kracht, saam horigheid, geheiligd door het patrio- tisch bloed. In het zonlicht van uw glanzende kleuren, waarin schittert het glorieus verleden, straalt de be lofte voor de toekomst, moge gij, ge leid door de Hemelse Vader, onze na tie brengen tot grotere hoogten, ede ler verlangens, waardiger daden, tot dat het zwaard zal zijn geslagen tot een ploegschaar en de vrede, de ge heiligde vrede wonen zal onder de kinderen der mensen....". De vlag is voor het Amerikaanse volk een heilig symbool. Iedere Vrijdag vóór het weekend begint, wordt in elke school de vlag voor de klas gebracht en spreken de kinderen in koor: „I pledge allegiance to the Flag of the United States and to the Republic for which it stands. One nation, indivisable, with liberty and justice for all". (Ik zweer trouw aan de vlag van de Verenigde Staten en aan de Republiek, van welke zij het symbool is. Eén natie, onverdeel baar met vrijheid en recht voor al len). Geen Amerikaan zal het in zijn hoofd halen oneerbiedig met de vlag om te gaan. Wanneer ze wordt uitge hangen, des morgens of wanneer zij wordt neergehaald bij zonsondergang, gebeurt dat met een zekere plechtig heid, waarbij het geen Amerikaan zal overkomen, dat het' doek door slijk of stof sleept. Afgoderij Geen sprake vanDe Amerikaan is daar een te nuchter mens voor. Doch hij ziet in zijn vlag het symbool: het teken van het ont staan van zijn land, zijn onafhanke lijkheid en vrijheid, zijn kracht door eendracht en dat is het waarvoor de Amerikaanse burger van kindsbeen af diep respect wordt ingeboezemd. Behold the Flag! Misschien kunnen we er in Neder land iets van overnemen. Het rood, wit en blauw symboliseert een niet minder belangrijke historie dan de Amerikaanse. - Ook de Neder landse vlag is besprengd met het bloed van een voorgeslacht, dat er alles voor veil gehad heeft om in onafhankelijk heid God te kunnen dienen, vrij van alle geestelijke tyrannie en knechting. Maar wfj gaan wel eens wat slordig met dit symbool om! Men ziet soms doeken uithangen, die een schandaal zijn door de verschoten en vuile kleu ren en wat erger is, men laat de vlag bij zonsondergang gerust hangen en in de nacht wapperen om de andere dag nog eens een beetje droog te kun nen waaien. Maar weet men niet, dat de erecode eist, dat de vlag bij zons ondergang wordt ingehaald? Haalt men er de schouders wat voor op? We weten het wel, zo zijn wij Hollanders. Soms een beetje al te ge makkelijk in die dingen. Maar we moesten ook op onze scholen toch maar eens beginnen wat meer eerbied voor onze driekleur bij te brengen. Het gaat niet om een stukje doek en ook niet om die drie kleuren; het gaat om het diep ernstig symbool. We kun nen trots op onze vlag zijn. Zij sym boliseert een rijk en schoon verleden. We misbruiken het doek wat al te ge makkelijk voor onze persoonlijke han delsbelangetjes. Op kermissen, in ba zars vindt ge ze bü de vleet. Laten we er gerust wat zuiniger op zijn. En laat ons vooral niet denken, dat wij Nederlanders het maar een beetje „gekheid" vinden, dat gesol met dat vlaggendoek. We houden ons maar zo! Want ik roep u slechts voor de aan dacht de jaren 1940—1945! Toen was onze vlag neergehaald of misbruikt, door hen, die de traditie van de vlag schonden. Wat hebben we vaak naar de spits van de kerktoren gekeken en gezucht: hoe lang nog eer de vlag weer wapperen zal? Toen hebben we heim wee gehad naar onze vlag, die mooie driekleur. Waarom? Omdat we zo ver liefd waren op een stukje doek of die drie kleuren? We snakten naar onze eigen, mooie, goede, oude en ver trouwde vlag, omdat zij symbool was van onze Nederlandse traditie, onze strijd om vrijheid en recht. En toen de ondergrondse organisatie ons dat lied stillekens in de bus stopte, ge kent het wel, dat ontroerende vers: „Ik snak naar een stad vol van [rood, wit en blauw met een zwier van Oranje er boven!" met de slotregels: „Ik snak naar die dag, dat hij [kome heel gauw! Want ik snak naar een land, vol van rood, wit en blauw!" toen we dat lazen hebben we met tranen in de ogen verlangd naar het ogenblik, dat onze goede, vertrouwde driekleur weer in alle vrijheid van de torenspits wapperen zou. Welnu dan: Behold the Flag! RES PECT VOOR ONZE DRIEKLEUR! Sxj-dêaocAenitig, tia TlaAen. En Ahazia viel door een tralie in zijn opperzaal, die te Samaria was, en werd krank. En hij zond boden en zeide tot hen: Gaat heen, vraagt Baal-Zebub, de god van Ekron, of ik van deze krank heid. genezen zal. 2 Kon. 1 2 En hij (Elia) sprak tot hem (Ahazia): Zo zegt de Here: Daarom, dat gij boden gezonden hebt om Baal-Zebub, de god van Ekron te vragen (is het, omdat er geen God in Israël is, om Zijn Woord te vragen?daarom van dat bed, waarop gij geklommen zijt, zult gij niet afkomen; maar gij zult de dood sterven 2 Kon.l 16. Ahazia is de zoon van koning Achab, en als zodanig diens opvol ger. Geroepen dus om'het volk te richten met beleid; om als herder Israël te leiden. Hij moet het licht, zo groot zo schoon, doen stralen, het licht van de komende messiaanse verlossing. Maar hij dooft dat licht; in hem bereikt de zonde van Achabs huis haar hoogtepunt. En dat nog wel na Karmel. Want dat beheerst hier al les. Hij kende Elia en hij wist van Karmel, die grootse manifestatie van gerichts- en verlossingskrachten, waar zonneklaar bewezen was: De HERE is GOD. Maar hij is gods dienstig onverschillig. Als hem een ongeluk overkomt, vraagt hij hulp bij een Filistijnse god. God is lucht voor hem. Hier vinden we de meest radicale ontkenning. Karmel be staat voor hem niet. Nu had God hem neer kunnen bliksemen, zoals op Karmel. Maar Hij doet het niet. Hij laat de man van Karmel zijn getuigenis voleindigen. Elia komt, ondanks Ahazia's militair geweld, als een vrij man tot Ahazia, en doet er zijn laatsfe ambtelijke werk. Aha zia sterft als een gevloekte. God duldt niet, dat Karmel uitgewist zal worden. In Elia was Gods heerlijk heid verschenen. Wie dat negeert, negeert Hem. En nu is Karmel een wereldgeding geworden. Waar is ooit grootser, maar ook verschrikkelijker bewezen, dat de HERE GOD is, dan op Golgo tha en in Arimathea's hof? Dat to as Karmel in het groot. Daar is het voor ieder duidelijk te zien. Maar hui ver dan ook voor de godsdienstige onverschilligheid vandaag. Voor de volkomen negatie: God is lucht. We gaan onze eigen gang! En nu zullen de twee getuigen uit Openb. 11, die zo sterk herinneren aan Mozes en Elia, daar tegenin hun getuigenis hebben te voleindigen. O ja, toen Elia, zijn laatste ambtelijke daad bij Ahazia gedaan had, werd hij niet neergeslagen, want alles was nog niet gezegd in deze wereld, er moest nog een opvolger komen. Maar als de Nieuw Testamentische getuigen hun werk zullen voleindigd hebben, dan zal het beest, de volgroeide Ahazia, hen neerslaan. Maar dan is de volkomen vijandschap bewezen. Dan is de negatie, de ontkenning volgroeid. En dan wordt Karme 1- vuur wereldvuur. Het vuur van Gods oordeel zal alle Karmel-ne- geerders verdoen. Maar dan zullen die getuigen opstaan, en net zo glo rierijk ten hemel varen als Elia. De kerk krijgt het zwaar. Vrees niet, klein kuddeke, spreek vrijmoe dig van het licht zo groot zo schoon, al kost het nog zoveel spot. De vij andschap groeit. In de wereld, vraagt U? Och ook dat, maar vergeet niet, dat Ahazia KERK-lid was, en dat de getuigen van Openbaring 11 dood geslagen worden op de KERK-straat (:8). M'n zeun en ikke dochten asdat we in de weke vo' dat d'n oegst begon 't niet zo drok zouwe hebben. In de bon gerd was niet zo veul te doeë en op 't land stong alles der mooi ble. Maer van de weke kwame we der achter as dat op het stlkke blete dat we hebben het ongedierte mooi an de gang 'eweest bin. 't Zat stik onder de luus, de onderkant van de blaere waeren kompleet zwart. Binnen een paer daegen verschrompel de ze en kwiende ze weg. Dat komt ne- tuurlik van 't schraele en droge weer datte me 'ad hebben. Maer we wasse niet zo goed of we konnen an 't sputen. Laeg ble de grond en plantje vo' plante moste we onder handen nemen. En daer gaet 'eel wat tied inzitten. Noe, .toen me zeun en ik daermee be zig wasse, was op een stlkkle land naest 't onze een daggelder bezig. Een partie van de arbeidsman, die z'n polletleke overtuglng niet onder z'n 'oudt. Hie komt ter vo' uut wat dat le Is en in zo- varre mot lk 'm priezen. De stemming is wel geheim, maer dat oudt nog niet ln dat je zeivers niet mag vertellen an wie dat je je stem geeft. Sommigte mensen bin daer zoa geheimzinnig met ofdat ze der eigen schaemen wie datte ze gestemd Noe zoa is onze vrind niet. 't Was een dag nae de stemming en uut de verte schreeuwde le al nae SisSsSil^V me zeun: der ls gister goed gestemd* ééh? Onze partie ls noe de groaste van allegaer. Dat helt 'm de doorbraek 'edaen. We zalle noe is beleve wat dat ter vorders gebeure gaet. We A noe t roer ln handen! Noe, me zeune zee daer niet veul op* Hle 'ad 't oak te drok met sputen en gong z'n gang. Maer lk kon 't er toch niet ble laete zitten, 't Bloed kruupt waer dat 'n niet gaen ken, zegge ze wel ls en al bin ik geen polletieker, daerom laet lk me alles toch zoa nog maer niet gezeggen. Daer om zee lk: wacht julder maer ls een stuitje, dan ken 't nog wel is 'ebeuren asdat julder winst verlies betekent! H5j keek me verbaesd an en vroeg: wat be doel jle daer mee, Flip Los mien dat raedseltje is op! Ik zee: bel, dat is nog al eenvoudig, zou ik zoa dinken. Julder heit de roomsen wakker 'eschud. Julder motte nle dinke, datte die zoa maer der stemmetjes an julder partie willen ver liezen. 't Kon wel ls 'ebeuren, dat julder voormannen een 'ele dobber zalle A om een kammenet ln mekaere te timmeren. De Roomsen kennen links, maer ze ken nen ook rechts, as ter eigen belang dat mee bringt. As se zien asdat ze met achter julder an te lopen as slippedrae- gers der stemmen an julder verliezen an de éne kant en an Welter an de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 7