nrnfiRiHpnnso BRieuen Jtë_ nmrp Jjevue G0DSM 8? 5 5 t DOMBURG PU n. a n 2 2 63 ra ■HlPl Vrijdag 6 Juni 1952 T ZEEUWSCH WEEKEND Pagina 2 De Openbaring van Johannes en het Sociale Leven door Prof. Dr K. Schilder. Uit gave van N.V. W. D. Meinema te Delft. Derde herziene en ver- meerdere druk. Prijs f 9.75. Het is een verheugend verschijnsel, dat dit boek zijn derde druk beleven mocht. En wat aan de vreugde toe doet is het feit, dat de onlangs zo plot seling overleden auteur nog in staat geweest is, déze nieuwe druk te her zien, te wijzigen, op kleine onderdelen en te verrijken met enkele hoogst be langrijke aanvullingen en nieuwe hoofdstukken, waardoor dit werk tot op vandaag up to date gemaakt werd. Dat zien we b.v. heel duidelijk in het hoofdstuk „De Weegschaal", om maar iets te noemen. Daarin komt voor het gedeelte, dat aan het hoofd van de bladzijde staat aangegeven met: „Hon ger, de grote kans voor totaliserings- wil". Een gedeelte, dat zonder twijfel geïnspireerd werd op wat we in de laatste jaren meemaken en voor onze ogen zien ontwikkelen: de economische nood, aangegrepen door hen die de macht hebben om de volkeren te brengen onder de totalitaire-staats- idee. Prof. Schilder nu laat zien, dat ook deze gang van zaken in de Schrift voorzegd is en moet medewerken tot de consummatie der tijden, de rijpwor ding naar de jongste dag. Er zijn echter meer belangrijke hoofdstukken ingevoegd. Wij noemen: „Zarathustra en de vrijwillige bede laar" (hoofdstuk VI) en: „Kerk eer dan Vakorganisatie", en: „Fin-de-Sièc- le-Theater". Hoofdstukken, die het boek bijwerken tot vandaag. Prof. Schilder heeft ons gewaar schuwd tegen de mode, die bij ons ingang vond om „tijdredes" te houden. Beter vond hij het een „rede op zijn tijd" te geven. Wij geloven, dat hij toen las Ik 't bericht, asdat de Amerl- kaense senaet maer weer 6700 mlllloen dollar helt uut'etrokken vo' hulp an 't butenland. Ik docht: as de rechtse partieje in hun tied vo' d'n oorlog ook Is zo'n su- keroomple édde 'ehad. Maer lk dink asdat Colijn 't niet eens angepakt 'ad. Hle zou 'ezeid Ik dop liever me eigen peultjes maer. Maer die tleje bin vo'bie. Julder FLIP BRAMSE. zich in dit werk voor zichzelf volko men aan dit advies gehouden heeft. Wat hij in dit boek bracht, is geen mode-artikel, geen goedkope tijdpredi- caties, maar een voor vandaag terug wijzen naar de Schriften. Want dit is wat zo grote betekenis geeft aan dit werk: het speculeert niet, het bouwt geen theses op onderstellin gen, het fantaseert niet met mogelijk heden. Van bladzijde tot bladzijde staat het boek gefundeerd op het Woord, op het: Daar staat geschreven, trouwens een levensdevies van de overledene, waaraan hij door alles heen, ook wanneer de grootste stor men over zijn hoofd kwamen, is trouw gebleven. Hij laat het Woord spreken en toetst dan daaraan de concrete si tuatie van onze moderne tijd. En daarin betoont hij zich een Schriftgetrouw profeet, ook wanneer hij telkens zich geroep.en ziet zich te keren tegen de ij dele filosofie van de twintigste eeuw. Tegen de drogrede nen van een moderne, valse theologie, die de Schrift gebruikt om de Schrift uit te hollen, heft hij als een boetpre diker waarschuwend de vinger om hoog tot een wereld, die niet meer luisteren wil naar wat God zegt, een wereld, die in dit niet-meer-willen- horen, zich de dood eet aan het vergif van een eigenwillige godsdienst, maar hij is tegelijk ook de priester met „de zachte ogen", voor het „Verbondsge- trouwe volk", dat de oordelen Gods wel ziet en aanvaardt uit de Schriften en het daarbij soms te kwaad kan krijgen, gedachtig aan wat het na kroost misschien nog te beleven kan krijgen in deze wereld, die tot een verschrikkelijke zelfmoord gedoemd is. Ik denk daaraan, wanneer ik in dat ontroerende hoofdstuk: „Eeuwig Even wicht", de bladzijde lees, waarin spra ke is van „Hof en Stad". De aarde begon met een Hof en eindigt met een stad, zegt de schrijver en dan ver volgt hij: „Als in de eerste ochtendstond der schepping de hof roept om de stad, dan spreekt het geduld: wacht u, dat gij de „liefde niet opwekt, eer het haar luste". En als in het eind de stad in grote nood is om de hof, die zij maar niet vinden kan, dan doolt de „liefde" om, totdat ze bij „wachters" komt, die stom blijven op de vraag, waar toch de „liefste" is, en hoe men zjjn aanbod met adaequate vraag kan eren. Dóch wanneer in het lichten van de dag der eeuwigheid de hof zich voegt in de stad en de stad naar de hof, dan zjjn weer alle dingen ver zoend, dan is het evenwicht hersteld; en „kom, liefste, laat ons samen uit gaan in het veld".... en aan onze deuren zijn „allerlei edele vruch ten"maar ik heb ze weggelegd voor U. Dat is het „hooglied der lief de". Want het evenwicht in de dingen, die buiten zijn, wordt nu gelegd ook in de dingen, die binnen zijn; de breedte heeft de diepte, de natuur het hart gevonden. En als het aangezicht der aarde vernieuwd wordt, dan zul len wij allen, met onbevlekte aange- zichte de heerlijkheid des Heren weer spiegelend; van gedaante worden ver anderd van heerlijkheid tot heerlijk heid als van des Heren Geest Dit boek was oorspronkelijk bedoeld als een bundel meditaties, Schrift overdenkingen. Welnu, deze hoofd stukken zijn het ook geworden, maar dan van de beste soort. Ze grijpen ieder van ons aan, in het hart van ons bestaan en ze dwingen ons te luisteren naar wat God in ons concrete leven zegt. Daarom heeft dit boek veel te zeg gen tot ons allen, onverschillig of we in de keuken staan, of achter de toon bank, op het veld werken, of op een kantoorkruk zitten, voor de klas staan, of ons bezig houden met politiek en sociaal werk, dominé zijn of ouder ling. Hier worden de Schriften ge opend en verklaard en de tekenen dezer tijden, die ons vertellen van bloed en vuur en rookpilaren, van wereld-conferenties en atoombommen, honger en geleide economie, totalitaire machtspolitiek en staatsusurpatie, af val en kerkreformatie, deze tekenen der tijden worden ons in het licht van het Boek der Openbaring van Johannes, verklaard. En dat alles in een vorm, die van bladzij tot bladzij aesthetisch weldadig aandoet. In een stijl, een zeggings kracht en met een dictie, die vonkt van genialiteit en met een breedte en diepte, die visionair genoemd mag worden. Het is niet nodig dit kostelijke werk nog aan te bevelen. Het zal zijn weg vinden tot de hoofden en harten van hen, die nog luisteren willen naar wat de Schriften over het wereldleven en het leven van ons daarin te zeggen hebben. De uitgever zorgde voor een smaak volle uitvoering, een sobere linnen band met een artistieke stofomslag! Als ouders in een talrijk gezin, met groter wordende kinderen kun je soms voor moeilijke dingen komen te staan. Vooral wanneer die kinderen zo de huwbare leeftijd beginnen te bereiken. Ik ga daar eens iets van vertellen dat een stukje historie is. De hoofdonderwijzer van een chris telijke school kwam eens bij de vader van een jongen, die vroeger bij hem op school geweest was, en wegens zijn karakter een warm plekje in zijn schoolmeestershart had behouden, en vroeg: Weet je wel, dat John tegen woordig met een meisje omgaat uit dat en dat gezin en uit die en die om geving? De vader wist er niets van. Dat gezin had een zeer slechte naam, wist het schoolhoofd te vertellen. Va der beloofde, dat hij er naar informe ren zou. Hij ging naar de predikant van dat dorp en vroeg deze naar dit ze ventien-jarig meisje en haar ouder lijk gezin. De dominé vertelde hem: Ik heb een best getuigenis van het meisje. Zij is een voorbeeld voor mijn andere catechisanten. Ze komt door alle weer heen trouw naar de meisjesvereniging. Ze is een voorbeeld voor heel mijn gemeente. Ze presideert de meisjes vereniging en is goed onderlegd in de Schriften. Maar haar ouders zijn in derdaad losse mensen en ik verwon der mij er steeds weer over, dat dit meisje nu juist uit zulk een gezin af komstig is. De vader van John ging met deze wetenschap naar huis. Hij was niet erg voldaan over het resultaat. De hoofdzaak was, dat zijn eergevoel in botsing kwam met die ouders. Ouders die door hun los leven een en ander maal onder kerkelijke censuur gestaan hadden. Ze werden toch maar eên beetje familie van je. Wat zou die en die er niet van te vertellen hebben? Bovendien waren die ouders al ver der afgeweken. Ze leefden midden in de wereld en maakten er werk van clandestien alcoholische dranken te maken, wat zelfs in de Amerikaanse wereld als iets zeer minderwaardigs wordt aangemerkt. Moest hij aan dit milieu zijn zoon overgeven? Zijn be sluit was, zijn zoon er ernstig over on der handen te nemen. Bovendien, ook moeder kon er 's nachts niet van sla pen en tobde er over, wat dit worden moest. Des morgens vroeg zat John op zijn melkstoeltje een koe te melken en toen kwam de vader tot hem en zei; Weet je wel als dit tot een huwelijk komt, dat je die mensen tot jouw va der en moeder aanneemt? John zweeg een poos. Dat lag in zijn HOTEL „DE KORENBEURS" TE GOES Door datgene, wat hier omschreven en medegedeeld wordt krijgen wij de duidelijke indruk, dat het hier gaat om een kapitaal huis, dat gerekend moet worden onder de alleraanzien- lijkste van de stad. Voor een meer nauwkeurige be schrijving van de inrichting en meu bilering van het huis, zoals het, waar schijnlijk weinig veranderd sedert de glorieuse periode, vallende in het laatste kwart van de achttiende eeuw, in 1812 door de familie Keetlaar werd verkocht, leveren de verkoopvoorwaar. den, opgesteld door Leonard de Fouw Janszoon, Keizerlijk Notaris, reside rend te Goes, op 11 Mei 1812, interes sante bijzonderheden 18 De inrichting van het huis wordt hier omschreven als volgt: „Beneden: twee ruime, behangen voorsaletten, twee binnenkamers, één grote kelderkamer, een eetzaal, een groote keuken, een kleine dito, een kelder en twee binnenplaatsen". „Op de eerste verdieping een ruim portaal, twee voorkamers, een middel kamer, een achterkamertje, en meide- l8) Nr. 446, Minuten en akten van Notaris Leonard de Fouw, 18111817: Acte de Depóts der charges d'une ven- te par licitation d'immeubles. kamertje en een groote provisieka mer". „Op de tweede verdieping een groo te voorzolder met vijf schuiframen, een knegtskamertje, een portaal, twee agterzolders, een mangelzolder en bo ven de tweede verdieping een vlie ring". Het bijbehorende koetshuis, staande in het „Agterstraatje" met paarden- stalling wordt omschreven als plaats biedend voor vier paarden en drie rijtuigen en als voorzien van twee zolders en een waterpomp. In art. 7 van de verkoopvoorwaar den worden als „losse goederen" me de de koper toekomende, genoemd: „In de Eetzaal: twee luisters en een hoektafeltje, in de keuken twee zit- steeden en drie fournuisladen, in de kelders: de hordetjes, tot dezelve be horende, een houten kist, drie stel lingen, een raam, een aardappelbak. In de middelkamer: twee hordetjes, een schoorsteenstuk, twee luisters, in de galerij: drie stoepbanken, in het voorsalet: een penanttafeltje, een vas te penantspiegel, twee luisters, in het kantoor een kapstok, drie houten broeyramen, een staande plaat, eenige boorden, een trapje, een en dertig kleerstokken, eenige illumineermachi nes, een trapje, vijf gordijnlatten, een dubbele ladder, een tafel en een ha verkist". Een veelsoortige en grillige verza meling voorwaar van datgene, wat door de vroegere eigenaars als over bodige acessoires in het huis werd achtergelaten, eigenlijk thuishorend op de klassieke „rommelzolder" maar in dit verband het vermelden toch waard. Het oude patriciërshuis ging met zijn verkoop een nieuwe bestemming tegemoet, ene, die bestendiger en doelmatiger zou blijken dan zijn aan-? vankelijke. De Franse tijd had allerwege ar moede en achteruitgang gebracht, de tiërcgring van de staatsschuld menige aanzienlijke en vermogende familie tot de bedelstaf gevoerd. Ook de fami lie Keetlaar zal, de moeilijke tijds omstandigheden aan de lijve onder vindend, begerig zijn geweest, dit kostbare, sierlijke huis, daar staande als een renteloos erfstuk, door voor delige verkoop rendabel te maken, voor ieder der erven, die daarop rech ten kon doen gelden. Een voleindigend tijdperk werd met het vertrek uit dit huis van het ge slacht Keetlaar afgesloten. Met zijn nieuwe bestemming viel als het ware een nieuw begin van de geschiedenis van stad en land samen. De overlevering wil, dat de statige patriciërswoning onder meer Z.M. Keizer Napoleon en zijn jonge gema lin Keizerin Marie Louise binnen hare muren zou hebben ontvangen. Feite lijke gegevens hieromtrent ontbreken echter ten enenmale. Zoals bekend, bezocht de Keizer met zijn jonge vrouw in de zomer van 1810 en in Oct. 1811 de Noordelijke Departementen van zijn rijk. In deze jaren was het huis echter nog niet als logement ingericht en zou de Keizer op zijn best bij de Waalse predikant Bevier kunnen ver toeven. Maar wat deze lezing als ge heel onwaarschijnlijk maakt is het feit, dat er omtrent een bezoek aan de gemeente Goes in deze jaren niets is te vinden. Alsof dit mogelijk ware, in dien dit bezoek werkelijk zou hebben plaats gevonden! Maar ook om dit huis en zijn bewo ners spon zich, als was het niet in zéér ver teruggelegen tijden, de over levering. En die is niet steeds betrouw baar! Reeds vóórdat de gerechtelijke goed keuring tot willige verkoop verkregen was, had de feitelijke verkoop van het huis zijn beslag gekreken49). Immers op 23 Juni 1812 had, des avonds te 7 ure, ten overstaan van Leo nard de Fouw Janszoon, Keizerlijk No taris binnen Goes, op verzoek van Ds Jean Arnold Bevier en zijn hulsvrouw Adriana Suzanna Keetlaar, c.s. ten huize van Johannes van Ham, de pro visionele toewijzing van de panden plaats. Het oude gebruik volgend, werd bjj de inzet van leder bod een waslicht aan- 191 Zie noot IS, S- 9 P n et- a3c§-% ra* 3 v !n M - J 3" ra 3 g ffi -5 sm 3- gffg£g. 3E>&S*B-8 beïï' ms s&sffs (d P o 1 os PMOOOg HdHSOb öajtfltöHüJ «ïfiisc N W MÖ N -CL SP** o M O f 3 w EJ ~'»fo o 2 - n f* w Sn s-s n> i £■3 CO m a I 8Sg 5"g S« c g. s o Os-o "ge 5 2 5*2 S ?r r«egfis.,""§!o- eo 3 tS* S <t> co O f<Q S - S n g s 1 S.g.gs S o 3 5 m =3 O «L ft o, sr s s -S o 7^ 3 P - 3 2.S- "85 £-<t> P 3 2 i S5 S: S3"! -?r S" 2 8 s 5.» g to 8 5 O ca O rs 2 53 S3 S? 2 S B Sf 3 o sS-öS bS-IS- a. P rt> cd >3 3 Vrijdag 6 Juni 1952 T ZEEUWSCH WEEKEND Pagina aard. Hij was nooit haastig om te spre ken. Hij bedacht zich steeds op het juiste woord. Maar toen keek hij zijn vader vrijmoedig in de ogen en zei: Pa, als God dat meisje uit zulk een gezin in genade aanneemt, moet ik ze dan verstoten? De vader stond een ogenblik ver steld over dit antwoord. Hij kon er niets tegenover stellen en zweeg dus maar. En toen hjj thuis gekomen, zijn vrouw mededeelde wat het antwoord van John geweest was, kwamen haar de tranen in de ogen en zei: Wel man, als het er zo voor staat, valt hem dan ook maar niet verder meer lastig. We moeten hem maar vragen of hij ze eens mee brengt uit de kerk om koffie te drinken. Dat gebeurde en ze bleef eten. Het gezin had ook die dag zijn gewone christelijke stempel. Er werd over de preek gepraat, gebeden en uit de bij bel gelezen. Toen John met zijn meisje een wandeling maakte die middag, voélde zij het verschil tussen haar ouderlijke woning en het zijne. Ze Voelde zich hier thuis. Een jaar later verhuisde het gezin van de staat Michigan naar Californië. Het gehele gezin ging mee, dus ook John. Dat betekende een afscheid voor lange tijd van Francina. Maar John kon daar niet over heen komen. Hij wilde zijn Francina meenemen of zelf achterblijven. Maar moeder zei: Geen sprake van. Je gaat mee, je bent nog veel te jong. Maar de vader sprak zijn vrouw 's avonds voor ze in bed stap ten en zei: hoe zou jij het gevonden hebben, wanneer ik, als je verloofde vroeger eens een 5000 km. van je weg trok? Moeder keek bedenkelijk, maar zweeg. Eindelijk vroeg ze: weet jij dan een oplossing? Vader zei: Laat ze trouwen. Ze hebben elkaar lief en dan is de zaak opgelost Toen John de volgende morgen weer zijn vader over de verhuizing sprak, zei Vader: Je kunt niet achterblijven. En je kunt evenmin Francina als je verloof de meenemen. John zei: Maar wat moet ik dan be ginnen, vader? En vader zei: jullie moeten gaan trouwen en snel ook, want binnen enkele weken vertrek ken we. John keek verbaasd en het scheen niet goed tot hem door te dringen. Maar toen nam hij de auto en maakte nog die zelfde dag alles in orde. Als jong getrouwd span reden ze met de vrachtauto vol meubelen de lange weg naar Californië. Het was hun huwe lijksreis. En ik heb nooit beter huwe lijk meegemaakt Zij is een zeldzaam voorbeeldige moeder van een talrijk gezin geworden, een sieraad voor de Kerk des Heren en het zijn twee ge lukkige mensen, geheel op elkander ingesteld. OOM CEES. Hij zat op het bankje in de bocht van de weg, in het hartje van het dorp. Meheer is zeker bie de Incasso- bank? vroeg hij. Verwonderd vroeg ik of ik er zo bankachtig uitzag. Neent, mae' der bin 'ier van de Incassobank mè verkansie en noe docht ik dat jie der ook eentje van was. Hij vertelde me, dat de Incassobank in Domburg een hotel gekocht had, waar nu de employé's met hun gezin nen een paar vacantieweken mogen doorbrengen, tegen bizonder lage prijs. Hij vertelde me van de vele Belgen die hier komen. En terwijl hij het ver telde schoten acht grote Belgische bus sen afgeladen met dagjesmensen langs ons heen, als om te demonstreren, dat ons manneke niet gelogen had. Er kwamen meer oudgedienden op het bankje zitten en ze begonnen te gen elkaar te redeneren. Eén ervan was naar 't land geweest met een hakker. Maar het was te droog, er moest regen komen, vond hij. De ander begon af te geven op Oostkapelle, dat geen grondgebied wil afstaan aan Domburg. Domburg lijkt heel wat ver telde hij me, maar het is niks, want juist de mooie grote gebouwen liggen op grondgebied van Oostkapelle. Wat geef je daer noe om, zei het oude manneke, dat het eerst op de bank zat. Je ken toch overal lopen waer dat je maer wil? Ik bin vanger goudvissenvjwer bie de rege nog 'eweest. De anderen keken hem verbaasd aan. Maer daer mag je ommers nie kommen, als je geen kaert heb? zei er een. Hij vertelde, dat hij een kaart had. Voor 2 centen in de week, lijdt daar nu maar eens armoe om, vond hij. En hij liet zijn schat zien. Maar de andere vonden het een echt schandaal, dat je om op grondgebied te lopen, dat eigen lijk bij Domburg behoorde, betalen moest en principieel weigerden ze er ooit een cent voor uit te geven. Stel je voor: de Oostkapellenaars mogen er gratis voor niks komen en zij zouden moeten betalen? Ze vonden het een schreeuwend onrecht en ze beschouw den het eerste kleine manneke eigen lijk een beetje als een verrader. Hij keek me wat hulpeloos aan en zei verontschuldigend: Ken ik toch zeker niks an doeë? As je niet betaelt kom je der niet in. Wat geeft 't al ken je der nooit een poot meer in zetten? zei een an dere tachtigjarige. Die van Oostkapelle kennen der eigen naer alle kanten uutbreije, want die ha ruumte genogt, maer ons in Domburg, bin opgesloten. Jaet, we kamen naer 't westen grond der bie kriegen, maer wat ha je daer noe an? Daer valt ommers niks te be leven as bouwgrond en wat bunkers? Niks an.... jie, zei de andere tachtigjarige, die het verraad nog niet vergeten was. Mö je ook een gulden neerleggen, hé, dan ken jie der ook kommen, ver dedigde het manneke zich opnieuw. Toen begon een van de andere oud jes te vertellen, dat wanneer 't jeugd- sanatorium bij Domburg getrokken wordt, en daar schijnt kans op te we zen, dacht hij, dan kan Domburg daar ten minste wat voordeel uit trekken. Want ieder patiëntje geeft subsidie aan de gemeente wist hij te vertellen. Maar hij vond het gemeen, dat het mooie oudenliedenhuis niet op grondgebied van Domburg staat. Alles wordt door Oostkapelle ingeslokt. Maar ze moch ten het hebben, want voor ons soort mensen was dat toch niks. Veel en veel te duur. Alleen mensen, die zelf geld hadden konden er in komen. Maar zijn soort bleef er koud van. Maar zo zou 't altijd wel blijven in de wereld, dacht hij. Het oude manneke werd er stil on der. Tenslotte zei hij: Ik vind 't mae' een kouwelike wind. Ik dinke asdat ik gaen opstap pen. Naar moeder de vrouw? vroeg ik. Nooit van ze leven vrouwenvleis an mien lief 'ehad, zei hij. Ben je nog altijd vrijgezel? Ikke wel, vrieheid blieheid zeg ik maer. Noe ken ik gaen en staen al waer ik wil. Zelfs naer de goudvissenkom ken Ze begonnen met elkaar te keuvelen over de noodzakelijkheid, dat er óók voor hun soort mensen een oudenlie denhuis zou komen. Maer dan op grondgebied van Domburg, zei er één met grote over tuiging. Maar het manneke met zijn toe gangskaart voor de goudvissenvijver meende, dat ze hem stoppen konden waar ze wilden, als hij 't maar goed had gestoken. Bjj leder bod, dat gedaan werd lichtte een nieuwe kaars aan. Zo werd na het ontsteken van het zesde licht, het hoogste bod gedaan door de ontvanger der belastingen Sif- freln Bertrandet, die voorlopig koper bleef voor Frs. 6000. De finale toewijzing werd uitgesteld en bepaald op Maandag 6 Juli 1$12, we derom te 7 ure n.m. Op de bepaalde da tum, door het aanslaan, van biljetten kenbaar gemaakt, werd weder ten hui ze van Johannes van Ham, ten verzoe ke van de comparanten-verkopers, het complex percelen definitief geveild en toegewezen. Na een bod van Frs. 7000 door notaris A de Jongh te Goes, ge daan na het ontsteken van het eerste waslicht, verhoogde deze zijn bod na het ontsteken van het tweede licht tot Frs. 8500.waarna tenslotte brj het derde bod, Johannes van Ham, „herber gier", voor Frs. 8526, vermeerderd met enige bijkomende lasten, koper bleef. Johannes van Ham, geboren te Mid delburg op 16 December 1772, vestigde zich reeds ln 1809 te Goes. Zijn huls vrouw, Maria Cornellt Smit20), was geboren te Zaamslag op 17 September 1770. Twee mensen, ln de kracht van het leven, namen hun intrek in de oude patriciërswoning en richtten het in tot het logement „De Nieuwe Groote Zout keet". Onder deze naam zou het, als eerste en voornaamste logement van de stad, bekend blijven tot het jaar 1830. Bfl resolutie van de Munlclpalitelt van Goes van 21 Juni 181321wordt aan Anthonl Juin, wonende aan de Groote Markt Wijk D Nr 4 te Goes, verlof verleend om ln zijn huls een bak- kersover te doen bouwen, gezien het consent, daartoe mede gegeven door de eigenaars der naastbelendende woon huizen, waaronder Johannes van Ham, logementhouder van „De Nieuwe Groo te Zoutkeet". Het nieuwe logement voorzag blijk baar ln een zeer dringende behoefte. De advertenties uit de Goesse Courant dier dagen spreken hieromtrent een duide lijke taal. In de gelagkamer worden verkopin gen gehouden 22) en in de kermistijd pakken de kooplieden, heren zowel als dames, him koopwaren uit in „De Nieu we Groote Zoutkeet" en blijven meer dere dagen met hun nieuwe „assorti menten" ten gerieve van de kooplusti gen. Soms zijn het Engelse of Franse zakenlui, die in het logement hun ex posities houden. Met verwondering en belangstelling zien we, dat er verschillende artikelen worden aangeprezen, die toenmaals als luxueus en buitensporig gelden en die wij als. zeer noodzakelijk en zeker niet Bevolkingsregister, Goes: 1828— 1Ü2Ö: Wijk 3, Groote Markt. 21) Resoluties van de Municipaliteit, 1811—1813, Folio 76. Voori. Invs. Nr. 163. a2) Goesse Courant van Maandag 10 October 1814. als weeldeartikelen beschouwen, waar op door de verkopers ln het bijzonder als iets extra's de aandacht gevestigd wordt. Wat te denken van een aankondiging als die, voorkomend in de Goesse Cou rant van 5 April 183 0 23), waar J. Kerk- hove, „kapper van Amsterdam", onder allerlei modleuse en luxe artikelen, val lend onder zijn „branche", ln een op somming noteert: „Kammen gelijk aan schildpad, fijne parfumerie, haar- en tandschuyers en al hetgeen tot een toilet voor Dames behoort?" Blijkbaar werd aan de mondhygiëne voor „Hee- ren" een minder strenge eis gesteld. Op 6 Augustus 1830 maakt Hendrik Wolff in de Goesse Courant bekend, dat hij eigenaar is geworden van het „Lo gement en Koffijhuis, voormaals de Nieuwe Zoutkeet" en dat hij dit éta blissement voor zijn rekening voortzet onder de benaming: „Stad Rotter dam" 24)Tevens neemt hij hierbij de gelegenheid waar tot het te koop aan bieden van een aanzienlijke partij „Me- rinosse-, Zijde- en Katoene Manufactu ren" die hij ln voorraad heeft, alles tot zeer „madique" prijzen. Wat het loge ment en het koffiehuis betreft: aan de clientèle werd een „accurate, zindelijke en beleefde bediening" toegezegd. Hendrik Wolff, geboren te Rotter dam op 30 Juni 1784, betrok de Rotterdam" met zijn huisvrouw Jo na Jacoba Ekerman, eveneens geboren te Rotterdam op 4 October 1792 en hun drie kinderen, twee dochters en één zoon. Ondanks de veelbelovende aankondi ging, die voor de logeergasten wel het allerbeste deed verwachten, gingen de zaken van de nieuwe logementhouder niet best. Kwam hij zijn beloften om trent „zindelijke en beleefde bediening" slecht na? We weten het niet. Maar op 28 November 1834 reeds wordt het loge ment: „De Stad Rotterdam" uit de haad te koop aangeboden, te bevragen bjj de eigenaar 28). Het gevolg van dit aanbod was, dat reeds op 29 December 1834 Kors Bui tendijk, afkomstig uit Giesendam en al daar op 23 Augustus 1790 geboren, per advertentie bekend maakte, dat hij met ingang van 1 Januari 1935 't logement, genaamd „De Stad Rotterdam", thans „De Korenbeurs" zal betrekken en dat daarbij de „Logementhoudersaffarle" zal worden voortgezet26). Ditmaal met de mededeling, dat een „alzins goede ea civiele bediening" zou plaats hebben. i25) Goesse Courant van Maandag 5 April 1830. 24) Goesse Courant van Vrijdag Augustus 1S30. 26) Goesse Courant van Vrijdag 28 November 1834. 26Goesse Courant van Maandag 29 December 1834. (Slot volgt) s» tl cbssa w05 <0 3. rr -< 5" 3 n i-: o 91 o 3 o® •1 A go-2. g s C <1 <3. 3 m >-! w g-ej"0« cl 0« 2 o o m ra tr ra <- 3- 1 V mQI W A SfflO (t S P- *-i a P* o co* 2- n> p-g'O S q -o 8 a. 2 mJS -• 3« J P N JB 3 M P t?. 5T S S. ;s B; 3 5 a S.* 3 tO A P. M,+ 2 1* 2 O-05 2- 3» 5 A w sr P-a m P- v ggsgagg-s-gg- P id (ïC'.ö ja (C 2 3.S3 graft Ero w m et i-'-ag 1-1 Hl s ®2 3-3 B 25 g a*1 Sfc:o" o a 3 B a "3ra Q.s,'<;;ss'e fD i~> CLr O in atf 13 3 B «.g „.3 Che: 3 P-O ffd) o o a M 1^1 M 5° "-i (ra n- ui to 03 a Haoo g- N 3 O gK'S- 3 S O S- SsIS? ïr* o P- Q o 5 O^fl! >-j co a w &JD U 5 S p> o 2-^LSL £1 r6 s O* - 3 <8 co <2 CO CD £1' 5; CO cji oi^ra 2 ui hj 1 SR o i—(t> I-1 sr (p 3 cv cd 3 e"f" P rtQ^. P-cru B (D N 'O W (0 w. £I-S 8.8,1s- 3-ra ra 3 2 o LL p 3 oM o< on a OU V. sd EL B o E p H"* c. <0 dl ill ïli Ïaa» o 3 ®S OU 3 in (+hj m 3-3 3 m O g 0"D - O! fff lil* is -■ (-.sa b S s: 5" 3 300 et- O g. O S 3 s 6-1 (SS -3 C O 2>o 6* 9 5 Sf 5 ►1 S Q, eb sa 5T 3 2 O O- 3 S S cs £•5 5 h W - S p i B O i E' r g! e. 3 «Ssl. w tQ o O «O II O cu O 3 O- &3 S3 7t GR cv SO Ui

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 6