nrnfiRiHpnnso BRieuen
Jtë_ nmrp Jjevue
G0DSM
8? 5 5 t
DOMBURG
PU
n.
a n
2 2 63
ra
■HlPl
Vrijdag 6 Juni 1952
T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 2
De Openbaring van Johannes en het Sociale Leven
door Prof. Dr K. Schilder. Uit
gave van N.V. W. D. Meinema
te Delft. Derde herziene en ver-
meerdere druk. Prijs f 9.75.
Het is een verheugend verschijnsel,
dat dit boek zijn derde druk beleven
mocht. En wat aan de vreugde toe
doet is het feit, dat de onlangs zo plot
seling overleden auteur nog in staat
geweest is, déze nieuwe druk te her
zien, te wijzigen, op kleine onderdelen
en te verrijken met enkele hoogst be
langrijke aanvullingen en nieuwe
hoofdstukken, waardoor dit werk tot
op vandaag up to date gemaakt werd.
Dat zien we b.v. heel duidelijk in het
hoofdstuk „De Weegschaal", om maar
iets te noemen. Daarin komt voor het
gedeelte, dat aan het hoofd van de
bladzijde staat aangegeven met: „Hon
ger, de grote kans voor totaliserings-
wil". Een gedeelte, dat zonder twijfel
geïnspireerd werd op wat we in de
laatste jaren meemaken en voor onze
ogen zien ontwikkelen: de economische
nood, aangegrepen door hen die de
macht hebben om de volkeren te
brengen onder de totalitaire-staats-
idee. Prof. Schilder nu laat zien, dat
ook deze gang van zaken in de Schrift
voorzegd is en moet medewerken tot
de consummatie der tijden, de rijpwor
ding naar de jongste dag.
Er zijn echter meer belangrijke
hoofdstukken ingevoegd. Wij noemen:
„Zarathustra en de vrijwillige bede
laar" (hoofdstuk VI) en: „Kerk eer
dan Vakorganisatie", en: „Fin-de-Sièc-
le-Theater". Hoofdstukken, die het
boek bijwerken tot vandaag.
Prof. Schilder heeft ons gewaar
schuwd tegen de mode, die bij ons
ingang vond om „tijdredes" te houden.
Beter vond hij het een „rede op zijn
tijd" te geven. Wij geloven, dat hij
toen las Ik 't bericht, asdat de Amerl-
kaense senaet maer weer 6700 mlllloen
dollar helt uut'etrokken vo' hulp an 't
butenland.
Ik docht: as de rechtse partieje in
hun tied vo' d'n oorlog ook Is zo'n su-
keroomple édde 'ehad. Maer lk dink
asdat Colijn 't niet eens angepakt 'ad.
Hle zou 'ezeid Ik dop liever me eigen
peultjes maer.
Maer die tleje bin vo'bie.
Julder FLIP BRAMSE.
zich in dit werk voor zichzelf volko
men aan dit advies gehouden heeft.
Wat hij in dit boek bracht, is geen
mode-artikel, geen goedkope tijdpredi-
caties, maar een voor vandaag terug
wijzen naar de Schriften.
Want dit is wat zo grote betekenis
geeft aan dit werk: het speculeert niet,
het bouwt geen theses op onderstellin
gen, het fantaseert niet met mogelijk
heden. Van bladzijde tot bladzijde
staat het boek gefundeerd op het
Woord, op het: Daar staat geschreven,
trouwens een levensdevies van de
overledene, waaraan hij door alles
heen, ook wanneer de grootste stor
men over zijn hoofd kwamen, is trouw
gebleven. Hij laat het Woord spreken
en toetst dan daaraan de concrete si
tuatie van onze moderne tijd.
En daarin betoont hij zich een
Schriftgetrouw profeet, ook wanneer
hij telkens zich geroep.en ziet zich te
keren tegen de ij dele filosofie van de
twintigste eeuw. Tegen de drogrede
nen van een moderne, valse theologie,
die de Schrift gebruikt om de Schrift
uit te hollen, heft hij als een boetpre
diker waarschuwend de vinger om
hoog tot een wereld, die niet meer
luisteren wil naar wat God zegt, een
wereld, die in dit niet-meer-willen-
horen, zich de dood eet aan het vergif
van een eigenwillige godsdienst, maar
hij is tegelijk ook de priester met „de
zachte ogen", voor het „Verbondsge-
trouwe volk", dat de oordelen Gods
wel ziet en aanvaardt uit de Schriften
en het daarbij soms te kwaad kan
krijgen, gedachtig aan wat het na
kroost misschien nog te beleven kan
krijgen in deze wereld, die tot een
verschrikkelijke zelfmoord gedoemd
is.
Ik denk daaraan, wanneer ik in dat
ontroerende hoofdstuk: „Eeuwig Even
wicht", de bladzijde lees, waarin spra
ke is van „Hof en Stad". De aarde
begon met een Hof en eindigt met
een stad, zegt de schrijver en dan ver
volgt hij:
„Als in de eerste ochtendstond der
schepping de hof roept om de stad,
dan spreekt het geduld: wacht u, dat
gij de „liefde niet opwekt, eer het
haar luste". En als in het eind de stad
in grote nood is om de hof, die zij
maar niet vinden kan, dan doolt de
„liefde" om, totdat ze bij „wachters"
komt, die stom blijven op de vraag,
waar toch de „liefste" is, en hoe men
zjjn aanbod met adaequate vraag kan
eren. Dóch wanneer in het lichten van
de dag der eeuwigheid de hof zich
voegt in de stad en de stad naar de
hof, dan zjjn weer alle dingen ver
zoend, dan is het evenwicht hersteld;
en „kom, liefste, laat ons samen uit
gaan in het veld".... en aan onze
deuren zijn „allerlei edele vruch
ten"maar ik heb ze weggelegd
voor U. Dat is het „hooglied der lief
de". Want het evenwicht in de dingen,
die buiten zijn, wordt nu gelegd ook
in de dingen, die binnen zijn; de
breedte heeft de diepte, de natuur het
hart gevonden. En als het aangezicht
der aarde vernieuwd wordt, dan zul
len wij allen, met onbevlekte aange-
zichte de heerlijkheid des Heren weer
spiegelend; van gedaante worden ver
anderd van heerlijkheid tot heerlijk
heid als van des Heren Geest
Dit boek was oorspronkelijk bedoeld
als een bundel meditaties, Schrift
overdenkingen. Welnu, deze hoofd
stukken zijn het ook geworden, maar
dan van de beste soort. Ze grijpen
ieder van ons aan, in het hart van ons
bestaan en ze dwingen ons te luisteren
naar wat God in ons concrete leven
zegt.
Daarom heeft dit boek veel te zeg
gen tot ons allen, onverschillig of we
in de keuken staan, of achter de toon
bank, op het veld werken, of op een
kantoorkruk zitten, voor de klas staan,
of ons bezig houden met politiek en
sociaal werk, dominé zijn of ouder
ling. Hier worden de Schriften ge
opend en verklaard en de tekenen
dezer tijden, die ons vertellen van
bloed en vuur en rookpilaren, van
wereld-conferenties en atoombommen,
honger en geleide economie, totalitaire
machtspolitiek en staatsusurpatie, af
val en kerkreformatie, deze tekenen der
tijden worden ons in het licht van het
Boek der Openbaring van Johannes,
verklaard.
En dat alles in een vorm, die van
bladzij tot bladzij aesthetisch weldadig
aandoet. In een stijl, een zeggings
kracht en met een dictie, die vonkt
van genialiteit en met een breedte en
diepte, die visionair genoemd mag
worden.
Het is niet nodig dit kostelijke werk
nog aan te bevelen. Het zal zijn weg
vinden tot de hoofden en harten van
hen, die nog luisteren willen naar wat
de Schriften over het wereldleven en
het leven van ons daarin te zeggen
hebben.
De uitgever zorgde voor een smaak
volle uitvoering, een sobere linnen
band met een artistieke stofomslag!
Als ouders in een talrijk gezin, met
groter wordende kinderen kun je soms
voor moeilijke dingen komen te staan.
Vooral wanneer die kinderen zo de
huwbare leeftijd beginnen te bereiken.
Ik ga daar eens iets van vertellen dat
een stukje historie is.
De hoofdonderwijzer van een chris
telijke school kwam eens bij de vader
van een jongen, die vroeger bij hem
op school geweest was, en wegens zijn
karakter een warm plekje in zijn
schoolmeestershart had behouden, en
vroeg: Weet je wel, dat John tegen
woordig met een meisje omgaat uit
dat en dat gezin en uit die en die om
geving? De vader wist er niets van.
Dat gezin had een zeer slechte naam,
wist het schoolhoofd te vertellen. Va
der beloofde, dat hij er naar informe
ren zou. Hij ging naar de predikant
van dat dorp en vroeg deze naar dit
ze ventien-jarig meisje en haar ouder
lijk gezin. De dominé vertelde hem: Ik
heb een best getuigenis van het meisje.
Zij is een voorbeeld voor mijn andere
catechisanten. Ze komt door alle weer
heen trouw naar de meisjesvereniging.
Ze is een voorbeeld voor heel mijn
gemeente. Ze presideert de meisjes
vereniging en is goed onderlegd in de
Schriften. Maar haar ouders zijn in
derdaad losse mensen en ik verwon
der mij er steeds weer over, dat dit
meisje nu juist uit zulk een gezin af
komstig is.
De vader van John ging met deze
wetenschap naar huis. Hij was niet
erg voldaan over het resultaat. De
hoofdzaak was, dat zijn eergevoel in
botsing kwam met die ouders. Ouders
die door hun los leven een en ander
maal onder kerkelijke censuur gestaan
hadden. Ze werden toch maar eên
beetje familie van je. Wat zou die en
die er niet van te vertellen hebben?
Bovendien waren die ouders al ver
der afgeweken. Ze leefden midden in
de wereld en maakten er werk van
clandestien alcoholische dranken te
maken, wat zelfs in de Amerikaanse
wereld als iets zeer minderwaardigs
wordt aangemerkt. Moest hij aan dit
milieu zijn zoon overgeven? Zijn be
sluit was, zijn zoon er ernstig over on
der handen te nemen. Bovendien, ook
moeder kon er 's nachts niet van sla
pen en tobde er over, wat dit worden
moest.
Des morgens vroeg zat John op zijn
melkstoeltje een koe te melken en
toen kwam de vader tot hem en zei;
Weet je wel als dit tot een huwelijk
komt, dat je die mensen tot jouw va
der en moeder aanneemt?
John zweeg een poos. Dat lag in zijn
HOTEL „DE KORENBEURS" TE GOES
Door datgene, wat hier omschreven
en medegedeeld wordt krijgen wij de
duidelijke indruk, dat het hier gaat
om een kapitaal huis, dat gerekend
moet worden onder de alleraanzien-
lijkste van de stad.
Voor een meer nauwkeurige be
schrijving van de inrichting en meu
bilering van het huis, zoals het, waar
schijnlijk weinig veranderd sedert de
glorieuse periode, vallende in het
laatste kwart van de achttiende eeuw,
in 1812 door de familie Keetlaar werd
verkocht, leveren de verkoopvoorwaar.
den, opgesteld door Leonard de Fouw
Janszoon, Keizerlijk Notaris, reside
rend te Goes, op 11 Mei 1812, interes
sante bijzonderheden 18
De inrichting van het huis wordt
hier omschreven als volgt:
„Beneden: twee ruime, behangen
voorsaletten, twee binnenkamers, één
grote kelderkamer, een eetzaal, een
groote keuken, een kleine dito, een
kelder en twee binnenplaatsen".
„Op de eerste verdieping een ruim
portaal, twee voorkamers, een middel
kamer, een achterkamertje, en meide-
l8) Nr. 446, Minuten en akten van
Notaris Leonard de Fouw, 18111817:
Acte de Depóts der charges d'une ven-
te par licitation d'immeubles.
kamertje en een groote provisieka
mer".
„Op de tweede verdieping een groo
te voorzolder met vijf schuiframen,
een knegtskamertje, een portaal, twee
agterzolders, een mangelzolder en bo
ven de tweede verdieping een vlie
ring".
Het bijbehorende koetshuis, staande
in het „Agterstraatje" met paarden-
stalling wordt omschreven als plaats
biedend voor vier paarden en drie
rijtuigen en als voorzien van twee
zolders en een waterpomp.
In art. 7 van de verkoopvoorwaar
den worden als „losse goederen" me
de de koper toekomende, genoemd:
„In de Eetzaal: twee luisters en een
hoektafeltje, in de keuken twee zit-
steeden en drie fournuisladen, in de
kelders: de hordetjes, tot dezelve be
horende, een houten kist, drie stel
lingen, een raam, een aardappelbak.
In de middelkamer: twee hordetjes,
een schoorsteenstuk, twee luisters, in
de galerij: drie stoepbanken, in het
voorsalet: een penanttafeltje, een vas
te penantspiegel, twee luisters, in het
kantoor een kapstok, drie houten
broeyramen, een staande plaat, eenige
boorden, een trapje, een en dertig
kleerstokken, eenige illumineermachi
nes, een trapje, vijf gordijnlatten, een
dubbele ladder, een tafel en een ha
verkist".
Een veelsoortige en grillige verza
meling voorwaar van datgene, wat
door de vroegere eigenaars als over
bodige acessoires in het huis werd
achtergelaten, eigenlijk thuishorend
op de klassieke „rommelzolder" maar
in dit verband het vermelden toch
waard.
Het oude patriciërshuis ging met
zijn verkoop een nieuwe bestemming
tegemoet, ene, die bestendiger en
doelmatiger zou blijken dan zijn aan-?
vankelijke.
De Franse tijd had allerwege ar
moede en achteruitgang gebracht, de
tiërcgring van de staatsschuld menige
aanzienlijke en vermogende familie
tot de bedelstaf gevoerd. Ook de fami
lie Keetlaar zal, de moeilijke tijds
omstandigheden aan de lijve onder
vindend, begerig zijn geweest, dit
kostbare, sierlijke huis, daar staande
als een renteloos erfstuk, door voor
delige verkoop rendabel te maken,
voor ieder der erven, die daarop rech
ten kon doen gelden.
Een voleindigend tijdperk werd met
het vertrek uit dit huis van het ge
slacht Keetlaar afgesloten. Met zijn
nieuwe bestemming viel als het ware
een nieuw begin van de geschiedenis
van stad en land samen.
De overlevering wil, dat de statige
patriciërswoning onder meer Z.M.
Keizer Napoleon en zijn jonge gema
lin Keizerin Marie Louise binnen hare
muren zou hebben ontvangen. Feite
lijke gegevens hieromtrent ontbreken
echter ten enenmale. Zoals bekend,
bezocht de Keizer met zijn jonge
vrouw in de zomer van 1810 en in Oct.
1811 de Noordelijke Departementen van
zijn rijk. In deze jaren was het huis
echter nog niet als logement ingericht
en zou de Keizer op zijn best bij de
Waalse predikant Bevier kunnen ver
toeven. Maar wat deze lezing als ge
heel onwaarschijnlijk maakt is het
feit, dat er omtrent een bezoek aan de
gemeente Goes in deze jaren niets is
te vinden. Alsof dit mogelijk ware, in
dien dit bezoek werkelijk zou hebben
plaats gevonden!
Maar ook om dit huis en zijn bewo
ners spon zich, als was het niet in
zéér ver teruggelegen tijden, de over
levering. En die is niet steeds betrouw
baar!
Reeds vóórdat de gerechtelijke goed
keuring tot willige verkoop verkregen
was, had de feitelijke verkoop van het
huis zijn beslag gekreken49).
Immers op 23 Juni 1812 had, des
avonds te 7 ure, ten overstaan van Leo
nard de Fouw Janszoon, Keizerlijk No
taris binnen Goes, op verzoek van Ds
Jean Arnold Bevier en zijn hulsvrouw
Adriana Suzanna Keetlaar, c.s. ten
huize van Johannes van Ham, de pro
visionele toewijzing van de panden
plaats.
Het oude gebruik volgend, werd bjj
de inzet van leder bod een waslicht aan-
191 Zie noot IS,
S-
9 P n et-
a3c§-%
ra* 3 v
!n M
- J 3"
ra 3 g ffi
-5 sm 3-
gffg£g. 3E>&S*B-8 beïï'
ms s&sffs
(d
P
o 1
os
PMOOOg HdHSOb öajtfltöHüJ
«ïfiisc
N W MÖ N -CL SP**
o M O f 3 w EJ
~'»fo
o 2 -
n f* w
Sn
s-s
n>
i
£■3
CO m
a
I
8Sg
5"g S« c g.
s o Os-o "ge
5 2 5*2 S
?r
r«egfis.,""§!o-
eo 3 tS* S <t>
co
O f<Q S - S
n g s 1
S.g.gs S
o 3 5 m
=3 O
«L ft
o, sr
s s
-S
o
7^ 3 P
- 3
2.S-
"85
£-<t> P
3 2 i
S5 S:
S3"!
-?r S" 2
8 s 5.»
g to
8 5
O
ca
O
rs 2
53
S3
S? 2
S
B
Sf 3 o
sS-öS
bS-IS-
a. P
rt> cd
>3 3
Vrijdag 6 Juni 1952
T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina
aard. Hij was nooit haastig om te spre
ken. Hij bedacht zich steeds op het
juiste woord. Maar toen keek hij zijn
vader vrijmoedig in de ogen en zei:
Pa, als God dat meisje uit zulk een
gezin in genade aanneemt, moet ik ze
dan verstoten?
De vader stond een ogenblik ver
steld over dit antwoord. Hij kon er
niets tegenover stellen en zweeg dus
maar. En toen hjj thuis gekomen, zijn
vrouw mededeelde wat het antwoord
van John geweest was, kwamen haar
de tranen in de ogen en zei: Wel man,
als het er zo voor staat, valt hem dan
ook maar niet verder meer lastig. We
moeten hem maar vragen of hij ze
eens mee brengt uit de kerk om koffie
te drinken.
Dat gebeurde en ze bleef eten. Het
gezin had ook die dag zijn gewone
christelijke stempel. Er werd over de
preek gepraat, gebeden en uit de bij
bel gelezen. Toen John met zijn meisje
een wandeling maakte die middag,
voélde zij het verschil tussen haar
ouderlijke woning en het zijne. Ze
Voelde zich hier thuis.
Een jaar later verhuisde het gezin
van de staat Michigan naar Californië.
Het gehele gezin ging mee, dus ook
John. Dat betekende een afscheid voor
lange tijd van Francina. Maar John
kon daar niet over heen komen. Hij
wilde zijn Francina meenemen of zelf
achterblijven. Maar moeder zei: Geen
sprake van. Je gaat mee, je bent nog
veel te jong. Maar de vader sprak zijn
vrouw 's avonds voor ze in bed stap
ten en zei: hoe zou jij het gevonden
hebben, wanneer ik, als je verloofde
vroeger eens een 5000 km. van je weg
trok? Moeder keek bedenkelijk, maar
zweeg. Eindelijk vroeg ze: weet jij
dan een oplossing? Vader zei: Laat ze
trouwen. Ze hebben elkaar lief en dan
is de zaak opgelost
Toen John de volgende morgen weer
zijn vader over de verhuizing sprak,
zei Vader:
Je kunt niet achterblijven. En je
kunt evenmin Francina als je verloof
de meenemen.
John zei: Maar wat moet ik dan be
ginnen, vader? En vader zei: jullie
moeten gaan trouwen en snel ook,
want binnen enkele weken vertrek
ken we.
John keek verbaasd en het scheen
niet goed tot hem door te dringen.
Maar toen nam hij de auto en maakte
nog die zelfde dag alles in orde. Als
jong getrouwd span reden ze met de
vrachtauto vol meubelen de lange weg
naar Californië. Het was hun huwe
lijksreis. En ik heb nooit beter huwe
lijk meegemaakt Zij is een zeldzaam
voorbeeldige moeder van een talrijk
gezin geworden, een sieraad voor de
Kerk des Heren en het zijn twee ge
lukkige mensen, geheel op elkander
ingesteld.
OOM CEES.
Hij zat op het bankje in de bocht
van de weg, in het hartje van het
dorp.
Meheer is zeker bie de Incasso-
bank? vroeg hij.
Verwonderd vroeg ik of ik er zo
bankachtig uitzag.
Neent, mae' der bin 'ier van de
Incassobank mè verkansie en noe
docht ik dat jie der ook eentje van was.
Hij vertelde me, dat de Incassobank
in Domburg een hotel gekocht had,
waar nu de employé's met hun gezin
nen een paar vacantieweken mogen
doorbrengen, tegen bizonder lage prijs.
Hij vertelde me van de vele Belgen
die hier komen. En terwijl hij het ver
telde schoten acht grote Belgische bus
sen afgeladen met dagjesmensen langs
ons heen, als om te demonstreren, dat
ons manneke niet gelogen had.
Er kwamen meer oudgedienden op
het bankje zitten en ze begonnen te
gen elkaar te redeneren. Eén ervan
was naar 't land geweest met een
hakker. Maar het was te droog, er
moest regen komen, vond hij. De ander
begon af te geven op Oostkapelle, dat
geen grondgebied wil afstaan aan
Domburg. Domburg lijkt heel wat ver
telde hij me, maar het is niks, want
juist de mooie grote gebouwen liggen
op grondgebied van Oostkapelle.
Wat geef je daer noe om, zei het
oude manneke, dat het eerst op de
bank zat. Je ken toch overal lopen
waer dat je maer wil? Ik bin vanger
goudvissenvjwer
bie de
rege nog
'eweest.
De anderen keken hem verbaasd aan.
Maer daer mag je ommers nie
kommen, als je geen kaert heb? zei er
een.
Hij vertelde, dat hij een kaart had.
Voor 2 centen in de week, lijdt daar
nu maar eens armoe om, vond hij. En
hij liet zijn schat zien. Maar de andere
vonden het een echt schandaal, dat je
om op grondgebied te lopen, dat eigen
lijk bij Domburg behoorde, betalen
moest en principieel weigerden ze er
ooit een cent voor uit te geven. Stel
je voor: de Oostkapellenaars mogen er
gratis voor niks komen en zij zouden
moeten betalen? Ze vonden het een
schreeuwend onrecht en ze beschouw
den het eerste kleine manneke eigen
lijk een beetje als een verrader.
Hij keek me wat hulpeloos aan en
zei verontschuldigend:
Ken ik toch zeker niks an doeë?
As je niet betaelt kom je der niet in.
Wat geeft 't al ken je der nooit
een poot meer in zetten? zei een an
dere tachtigjarige. Die van Oostkapelle
kennen der eigen naer alle kanten
uutbreije, want die ha ruumte genogt,
maer ons in Domburg, bin opgesloten.
Jaet, we kamen naer 't westen grond
der bie kriegen, maer wat ha je daer
noe an? Daer valt ommers niks te be
leven as bouwgrond en wat bunkers?
Niks an....
jie, zei de andere tachtigjarige, die het
verraad nog niet vergeten was.
Mö je ook een gulden neerleggen,
hé, dan ken jie der ook kommen, ver
dedigde het manneke zich opnieuw.
Toen begon een van de andere oud
jes te vertellen, dat wanneer 't jeugd-
sanatorium bij Domburg getrokken
wordt, en daar schijnt kans op te we
zen, dacht hij, dan kan Domburg daar
ten minste wat voordeel uit trekken.
Want ieder patiëntje geeft subsidie aan
de gemeente wist hij te vertellen. Maar
hij vond het gemeen, dat het mooie
oudenliedenhuis niet op grondgebied
van Domburg staat. Alles wordt door
Oostkapelle ingeslokt. Maar ze moch
ten het hebben, want voor ons soort
mensen was dat toch niks. Veel en veel
te duur. Alleen mensen, die zelf geld
hadden konden er in komen. Maar zijn
soort bleef er koud van. Maar zo zou
't altijd wel blijven in de wereld,
dacht hij.
Het oude manneke werd er stil on
der. Tenslotte zei hij:
Ik vind 't mae' een kouwelike
wind. Ik dinke asdat ik gaen opstap
pen.
Naar moeder de vrouw? vroeg ik.
Nooit van ze leven vrouwenvleis
an mien lief 'ehad, zei hij.
Ben je nog altijd vrijgezel?
Ikke wel, vrieheid blieheid zeg ik
maer. Noe ken ik gaen en staen al
waer ik wil.
Zelfs naer de goudvissenkom ken
Ze begonnen met elkaar te keuvelen
over de noodzakelijkheid, dat er óók
voor hun soort mensen een oudenlie
denhuis zou komen.
Maer dan op grondgebied van
Domburg, zei er één met grote over
tuiging.
Maar het manneke met zijn toe
gangskaart voor de goudvissenvijver
meende, dat ze hem stoppen konden
waar ze wilden, als hij 't maar goed
had
gestoken. Bjj leder bod, dat gedaan
werd lichtte een nieuwe kaars aan.
Zo werd na het ontsteken van het
zesde licht, het hoogste bod gedaan
door de ontvanger der belastingen Sif-
freln Bertrandet, die voorlopig koper
bleef voor Frs. 6000.
De finale toewijzing werd uitgesteld
en bepaald op Maandag 6 Juli 1$12, we
derom te 7 ure n.m. Op de bepaalde da
tum, door het aanslaan, van biljetten
kenbaar gemaakt, werd weder ten hui
ze van Johannes van Ham, ten verzoe
ke van de comparanten-verkopers, het
complex percelen definitief geveild en
toegewezen. Na een bod van Frs. 7000
door notaris A de Jongh te Goes, ge
daan na het ontsteken van het eerste
waslicht, verhoogde deze zijn bod na
het ontsteken van het tweede licht tot
Frs. 8500.waarna tenslotte brj het
derde bod, Johannes van Ham, „herber
gier", voor Frs. 8526, vermeerderd met
enige bijkomende lasten, koper bleef.
Johannes van Ham, geboren te Mid
delburg op 16 December 1772, vestigde
zich reeds ln 1809 te Goes. Zijn huls
vrouw, Maria Cornellt Smit20), was
geboren te Zaamslag op 17 September
1770. Twee mensen, ln de kracht van
het leven, namen hun intrek in de oude
patriciërswoning en richtten het in tot
het logement „De Nieuwe Groote Zout
keet". Onder deze naam zou het, als
eerste en voornaamste logement van de
stad, bekend blijven tot het jaar 1830.
Bfl resolutie van de Munlclpalitelt
van Goes van 21 Juni 181321wordt
aan Anthonl Juin, wonende aan de
Groote Markt Wijk D Nr 4 te Goes,
verlof verleend om ln zijn huls een bak-
kersover te doen bouwen, gezien het
consent, daartoe mede gegeven door de
eigenaars der naastbelendende woon
huizen, waaronder Johannes van Ham,
logementhouder van „De Nieuwe Groo
te Zoutkeet".
Het nieuwe logement voorzag blijk
baar ln een zeer dringende behoefte. De
advertenties uit de Goesse Courant dier
dagen spreken hieromtrent een duide
lijke taal.
In de gelagkamer worden verkopin
gen gehouden 22) en in de kermistijd
pakken de kooplieden, heren zowel als
dames, him koopwaren uit in „De Nieu
we Groote Zoutkeet" en blijven meer
dere dagen met hun nieuwe „assorti
menten" ten gerieve van de kooplusti
gen. Soms zijn het Engelse of Franse
zakenlui, die in het logement hun ex
posities houden.
Met verwondering en belangstelling
zien we, dat er verschillende artikelen
worden aangeprezen, die toenmaals als
luxueus en buitensporig gelden en die
wij als. zeer noodzakelijk en zeker niet
Bevolkingsregister, Goes: 1828—
1Ü2Ö: Wijk 3, Groote Markt.
21) Resoluties van de Municipaliteit,
1811—1813, Folio 76. Voori. Invs. Nr.
163.
a2) Goesse Courant van Maandag 10
October 1814.
als weeldeartikelen beschouwen, waar
op door de verkopers ln het bijzonder
als iets extra's de aandacht gevestigd
wordt.
Wat te denken van een aankondiging
als die, voorkomend in de Goesse Cou
rant van 5 April 183 0 23), waar J. Kerk-
hove, „kapper van Amsterdam", onder
allerlei modleuse en luxe artikelen, val
lend onder zijn „branche", ln een op
somming noteert: „Kammen gelijk aan
schildpad, fijne parfumerie, haar- en
tandschuyers en al hetgeen tot een
toilet voor Dames behoort?" Blijkbaar
werd aan de mondhygiëne voor „Hee-
ren" een minder strenge eis gesteld.
Op 6 Augustus 1830 maakt Hendrik
Wolff in de Goesse Courant bekend, dat
hij eigenaar is geworden van het „Lo
gement en Koffijhuis, voormaals de
Nieuwe Zoutkeet" en dat hij dit éta
blissement voor zijn rekening voortzet
onder de benaming: „Stad Rotter
dam" 24)Tevens neemt hij hierbij de
gelegenheid waar tot het te koop aan
bieden van een aanzienlijke partij „Me-
rinosse-, Zijde- en Katoene Manufactu
ren" die hij ln voorraad heeft, alles tot
zeer „madique" prijzen. Wat het loge
ment en het koffiehuis betreft: aan de
clientèle werd een „accurate, zindelijke
en beleefde bediening" toegezegd.
Hendrik Wolff, geboren te Rotter
dam op 30 Juni 1784, betrok de
Rotterdam" met zijn huisvrouw Jo
na Jacoba Ekerman, eveneens geboren
te Rotterdam op 4 October 1792 en hun
drie kinderen, twee dochters en één
zoon.
Ondanks de veelbelovende aankondi
ging, die voor de logeergasten wel het
allerbeste deed verwachten, gingen de
zaken van de nieuwe logementhouder
niet best. Kwam hij zijn beloften om
trent „zindelijke en beleefde bediening"
slecht na? We weten het niet. Maar op
28 November 1834 reeds wordt het loge
ment: „De Stad Rotterdam" uit de haad
te koop aangeboden, te bevragen bjj de
eigenaar 28).
Het gevolg van dit aanbod was, dat
reeds op 29 December 1834 Kors Bui
tendijk, afkomstig uit Giesendam en al
daar op 23 Augustus 1790 geboren, per
advertentie bekend maakte, dat hij met
ingang van 1 Januari 1935 't logement,
genaamd „De Stad Rotterdam", thans
„De Korenbeurs" zal betrekken en dat
daarbij de „Logementhoudersaffarle"
zal worden voortgezet26). Ditmaal met
de mededeling, dat een „alzins goede ea
civiele bediening" zou plaats hebben.
i25) Goesse Courant van Maandag 5
April 1830.
24) Goesse Courant van Vrijdag
Augustus 1S30.
26) Goesse Courant van Vrijdag 28
November 1834.
26Goesse Courant van Maandag 29
December 1834.
(Slot volgt)
s» tl
cbssa
w05 <0 3.
rr -< 5"
3
n i-: o 91
o 3 o®
•1 A
go-2.
g s C <1 <3.
3 m >-!
w g-ej"0« cl
0« 2 o o m ra
tr ra <- 3-
1 V
mQI W A
SfflO (t S
P- *-i a
P* o co* 2-
n> p-g'O S
q -o 8 a.
2 mJS -•
3«
J P N JB 3 M
P t?. 5T
S S. ;s B; 3
5 a S.* 3
tO A P. M,+
2 1* 2 O-05 2-
3» 5 A w sr
P-a m P- v
ggsgagg-s-gg-
P id (ïC'.ö ja (C 2
3.S3 graft Ero w m
et i-'-ag 1-1 Hl s
®2 3-3 B 25
g a*1 Sfc:o" o a
3 B a
"3ra Q.s,'<;;ss'e
fD i~> CLr O in
atf
13
3 B «.g
„.3 Che:
3 P-O ffd)
o o a
M 1^1 M
5° "-i (ra n-
ui to 03 a
Haoo g-
N 3 O
gK'S- 3
S O S-
SsIS?
ïr* o P-
Q o 5
O^fl!
>-j co
a w
&JD U
5 S
p>
o 2-^LSL
£1 r6 s O*
- 3
<8 co
<2 CO CD £1' 5; CO
cji oi^ra 2 ui hj
1 SR o i—(t> I-1 sr
(p 3 cv cd
3 e"f"
P rtQ^. P-cru
B (D N 'O W (0 w.
£I-S 8.8,1s-
3-ra ra 3 2
o LL p 3
oM o< on a
OU V. sd EL
B o E
p
H"* c.
<0 dl
ill ïli
Ïaa»
o 3 ®S
OU 3 in (+hj m
3-3 3 m O g
0"D -
O! fff lil*
is -■ (-.sa
b
S s: 5" 3
300
et- O
g.
O S
3 s
6-1
(SS
-3
C O
2>o
6* 9
5 Sf 5
►1 S Q, eb
sa 5T
3 2 O O- 3
S S cs
£•5 5
h W
- S p i B
O
i
E' r g! e. 3
«Ssl.
w
tQ
o
O
«O
II
O
cu
O
3
O-
&3
S3
7t
GR
cv
SO
Ui