De strijd voor hel e in het ontwakende Oosten. INDONESIË, de wordende Staat, waar de Zending veel kansen heeft. paard Onweerstaanbaar draaft het witte wereld door en de Geest blaast, waar Hij wil. de In oecumenische verbondenheid werken de Oosterse en Westerse kerken samen* Een gevecht op leven en dood. De Zending en het communisme benutten de kansen* Korea* China* Dc Bondsdag der Geref. meisjes in Middelburg* Theol. School op Timor wordt gesloten. Zaterdag 31 Mei 1952 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 3 Het witte paard van het Evangelie draaft de we reld door, onweerstaanbaar. En niemand doet het sneven. De zending is in opmars in die ontwakende, zichzelf bewustwordende wereld van het Nabije Oosten en het Verre Oosten. Deze gistende, op drift geraakte mensheid zoekt zelfstandigheid, tast naar een geestelijke, ideële onderbouw, waarop ze haar eigen bestaan kan vestigen. Ze staat, meer dan ooit tevoren, open voor invloeden van buiten. Onder de bevolking is het analphabetisme bezig te verdwijnen en men hongert naar lectuur, het geschreven woord. Het geeft niet wat. Daar in het Oosten grijpen de strijders voor het Evangelie nu hun kansen. Maar in dat kokende Oosten maakt de totalitaire macht van het commu nisme zich ook op om toe te slaan waar het mogelijk is en harnast het Mohammedanisme zich in haar fanatisme. De strijd is daar hard en wreed en soms met ont zetting, maar vooral met stijgende verwondering zien we hoe de Kerk uit het strijdtoneel als overwinnaar treedt enhoe de Geest van het Pinksterfeest in deze wereld blaast, waar Hij wil. In Korea, waar de oorlog tussen de legers van de Verbondenen en de Com munisten in alle wreedheid woedt, is de strijd voor het Evangelie het felst. In dat barre land Korea met zjjn duizen den, die van huis zjjn verdreven en hon gerend rondzwerven, in dat land met zyn talloze verminkten en zjjn onnoemelijk veel graven, heeft de zending een ne derlaag geleden. Maar juist ook daar heeft ze later nieuwe triomfen behaald. Triest zag het er uit, toen in 1950 het krijgsdepöt van de zending, het bij belhuis in Pusan, in vlammen opging. Gretig vond het vuur voedsel in de hon derdduizenden boeken, die daar lagen opgestapeld. Geen exemplaar bleef be waard. Groot was de materiële schade. Maar erger was, dat, naar het scheen, het moeizame vertaalwerk van de Bij bel In het Koreaans voor niets was ge weest. Wie zou toen de verslagenheid van de zendingsarbeiders gepeild heb ben? Het beeld in de Chinese steden is onder het communistische be wind uiterlijk niet veel veran derd. Maar des te fnuikender is de invloed van de rode macht op het geestelijk leven. En de Kerk zucht onder het bewind. is onze God", of het Onward Chris tian soldiers" klonk? Inderdaad, het witte paard van het Evangelie draaft dwars door het front in Korea en niemand doet het sneven. Een ander oorlogstoneel. We wenden onze blik naar een ander deel van het In brand staande Verre Oosten naar Indo-China, waar ook een oorlog woedt. De opstandelingen deden de zendelin gen in doodsangst wegtrekken. De ter reur van het communisme dreef het Evangelie terug. Maar toch. Uit cen traal Vietnam, uit Pleiku, Banmethuot, Dalat en Djiring werden successen ge meld. Drie Bijbelscholen zijn daar ge vestigd en een leerling van deze school trok in zijn eentje de rimboe in, onge wapend met alleen wat lectuur in zijn ransel. Zakelijk meldde het internatio naal zendingsoverzicht van Januari j.l. dat in het Engels gesteld is en waaraan we deze gegevens ontlenen: „Binnen de twee jaar gingen meer dan 3000 men sen tot het Christendom over!" We ha len slechts een voorbeeld aan. Stampvolle kerken. Het Verre Oosten, het is het deel van de wereld, waarover men een felbewo- gen en rijke zendingsgeschiedenis van de laatste jaren kan schrijven en waar van nu zo in het bijzonder geldt, dat de velden wit zijn om te oogsten. Zie slechts naar Japan. Stampvol zit ten de kerken. 80 pet. van deze kerk gangers zijn jonge mensen, die hoofd zakelijk in de laatste drie jaar gegre pen zijn door het Evangelie. Moeilijk is het om in cijfers uit te drukken hoe zegenrijk het werk van de zending hier is en welk een activiteit hier wordt ontplooid. Dagelijks terkken de huisbe zoekers er op uit om arbeiders, kan toormensen, vissers, studenten te be werken, die geschokt werden in het ge loof in hun keizer. Het is juist de activiteit van deze jonge kerk zelf, die vruchten afwrept. Was het het Japanse Bijbelgenootschap niet, dat, bewogen door het lot van de Koreaanse kerk, het drukken weer ter hand nam van duizenden testamenten in het Koreaans 150.000 oud-Korea zendelingen werken nog in Japan, bij gestaan door de 200 oud-China-zen- dingsarbeiders. Terreinen liggen nog braak. Kagawa heeft aan de Protestantse Kerk in Duitsland gevraagd om 1000 zendings- arbeiders. Tot nu toe werkt hier één Duitse zendeling, die zich heeft ont fermd over 500.000 Japanse ouderloze kinderen De Protestantse Kerk in Kakas in de Minahassa, die na de aardbeving in 1932 werd herbouwd door de leerlingen en de onderwijzers van de Zen dings-Ambachtsschool in deze plaats. Weer nemen we een ander gedeelte van het Verre Oosten in ogenschouw. Boven China hangen donkere, dreigen de wolken. In dit land heerst het corm munisme met zijn totalitair systeem. De rode macht heeft de kerken hier in haar greep en heeft haar leidslieden on middellijk ontnomen. 4000 zendelingen moesten het land verlaten. Daar gaan ze, uitgeleide gedaan door de gelovigen. „God zou best ons heen gaan kunnen aanwenden, om de weg te effenen voor een heerlijker getuigenis". Dit waren de laatste woorden, die men tot de Christenen sprak, die achter ble ven onder het totalitaire communistische systeem. Het is waar, het communisme heeft het Christendom als een deel van het leven van China erkend. En men ziet het Christendom als een integrerend deel van de Chinese gemeenschap en men erkent de waarde van het christe lijk geloof. Evenwel, deze zendingsarbei ders moesten gaan en men censureerde 753 boeken, waarvan er 437 aan de cir culatie werden onttrokken. De Christe lijke pers is een spreekbuis geworden van het communisme en de gedoopte kinderen zijn aangewezen op de staats scholen. Steeds schaarser worden de be richten van de Christelijke Kerk m China, die zucht en dreigt ten onder te gaan onder het totalitaire juk. In vogelvlucht. Het is niet mogeljjk om in het kort bestek van één artikel U nog meer te verhalen van de nood van de kerk in China, of van de glorieuze geschiedenis van de zending in Japan en Korea. Een boek zou er over geschreven kunnen worden over de opmars van de zending in die gistende, of drift geraakte we reld van het Oosten. Verblijdend, maar ook dikwijls ver bijsterend zijn de berichten die ons be reiken. Moeten we u verhalen, hoe vele landen roepen om zendingsarbeiders, hoe op Malakka door de guerilla-activiteit vele vluchtelingen zwerven, waaraan weinig aandacht wordt besteed; hoe in Pakistan het Mohamedanisme aggres- siever wordt en er in dit land, vol poli tieke onrust (de moord van Liaquat Ali Khan) een groot gebrek aan werkers heerst en waar men toch in twee jaar tijds in dit land 2000 Christenen doopte. We kunnen zo wel doorgaan. Maar we mogen U niet verzwijgen, hoe uit Ceylon een „gestadige stroom van bekeerlingen" wordt gemeld en dat op het dak van de wereld, in Tibet, on, der de voortdurende dreiging van de communistische agressie de zendelingen met vrucht arbeiden. De zending is in opmars, niet alleen in het Verre Oos ten, maar ook in het Nabije Oosten en Afrika. In Israël zijn 40.000 Christenen. De toekomst van de Christelijke scholen en de hospitalen is onzeker, maar het on derwijs heeft hier grote kansen In Per- zië beheerst de nationale strijd de situ atie, maar de kerk weet haar kansen onder de arbeiders te grijpen. In Egypte is een grote campagne ter bestrijding van het an-alphabtisme gaande. Snel groeit de belangstelling voor het geschreven woord en het communisme, maar ook de kerk ziet haar kans schoon. Grote belangstelling bestaat er onder de jon geren voor de Bijbel en hoewel de op leiding aan de staatsscholen gratis is, is er veel vraag naar het christelijk on derwijs. Het respect voor en de waarde ring van de Christenen groeit in Noord- Afrika. In Tripolitania, het land dat voor 100 pet. Mohammedaans is, zijn 3000 Bijbels verkocht. Liberia wettigt de uitspraak van een Afrikaner, die zei, dat de tijd snel naderbij komt, dat Afri ka in Europa moet gaan evangeliseren. Meer dan 15.000 mensen namen deel aan de samenkomsten, die werden gehouden op de „ga-naar-de-kerk-dag", geprokla meerd door de president van Liberia. Tanganyika bedelt de zending om meer scholen te openen en om het godsdienst onderwijs mogelijk te maken op de openbare scholen. In de kerkelijke ver gaderingen werken mensen van ver schillend ras en gezindte eendrachtig samen en in 10 jaar tijds werden 50.000 christenen gedoopt Laten we u niet verder vermoeien met cyiers en feiten. We gaven slechts een indruk, een summier rapport, van de activiteit van de zending in een deel van deze wereld. En het moet u duide lijk zijn geworden, dat de strijd voor het Evangelie een strijd is op leven en dood in de ontwakende wereld van het Oosten, die zo openstaat voor invloe den. Voor de invloeden van de totali taire systemen, maar ook voor de in vloeden van de Bljjde Boodschap. Zen dingsarbeiders zijn er nodig. De cijfers leren het ons. Geen tientallen, geen hon derden, maar duizenden. Geld is er no dig, veel geld; kapitalen om verder te kunnen werken. Zondag worden in de kerken de zendingscollecten gehouden en het is een goede gewoonte van ons, dat we dan die eerste Pinksterdag wat extra in het zakje gooien. Dat is goed, dat is best! Zo kunnen wij, die het thuisfront vormen, mee strij den voor de zaak van het Evangelie. Maar onze kwartjes, onze guldens Er wordt op drie plaatsen vergaderd. Enige duizenden Gereformeerde meisjes, leden van de Geref. Meisjes verenigingen in Nederland, zullen, zoals wij reeds meldden, op de Dins dag na Pinksteren haar Bonsdag in Middelburg komen vieren. Aangezien er ge'en enkele ruimte in Middelburg groot genoeg is allen te bevatten, moeten de meisjes in ver schillende gebouwen vergaderen. Het Bondsbestuur heeft als plaats, waar des morgens de huishoudelijke verga dering zal worden gehouden, de Hof- pleinkerk gekozen. Hier zal de leiding in handen zijn van de Bondspresidente, mej. F. Jansen van Beek. In de middagvergadering in dit kerkgebouw zal mevr. prof. dr G. H. J. v. d. Molen spreken over het on derwerp „Wij meisjes en de politiek". De samenkomsten in de Noorder- kerk zullen onder leiding staan van mej. T. Riemersma. Des morgens zal prof. dr J. Waterink spreken over Ons dagelijks werk" en des middags bepaalt mevr. L. A. LeverBrouwer de meisjes bij het onderwerp „Politiek en meisje een tegenstelling?" De derde plaats van samenkomst is het Schuttershof. Mej. R. van der Esch zal hier de scepter zwaaien. De heer A. Warnaar spreekt in de mor genvergadering over: „Is er nog perspectief?" en mevr. C. H. van Al kemadeKwakkelstein zegt des mid dags iets over het onderwerp „Vrou wen regeren de wereld". De opening van de morgenvergade ringen is ditmaal anders dan anders. De meisjes doen dat n.l. zelf en wel door de uitvoering van een declama- torium (veel zang en Schriftlezing) onder de titel „Arbeidsplicht en ar- beidszegen". En aan het einde van de middagsamenkomsten zal in de drie gebouwen een werk wórden uitge voerd door leden der meisjesvereni gingen uit Dordrecht, dat heet „Ver vult de aarde" en samengesteld is door Jan Holland. De vooravond zal worden gehou den in de veilinghal aan de Nieuwe Vlissingseweg. Speciaal voor de Zeeuwse M.V.-sters is het van belang te weten, dat op Pinksteren drie aan de ingang der drie vergaderplaatsen nog toegangsbewijzen te verkrijgen zullen zijn. Een gevolg van de hongersnood op Timor is geweest, dat de Theologische School voor Oost-Indonesië (tijdelijk te Soë), waarvan dr H. Bergema de rector is, met ingang van 1 Juni gesloten moet worden, aangezien de kosten van het in ternaat niet meer betaald kunnen wor den. De schuld is reeds opgelopen tot ver boven de Rp 18.000.Pas wanneer deze schulden zijn voldaan, kan de school weer geopend worden. Men hoopt dat dit het geval zal zijn in September a.s. Vooral de leerlingen, die zelf hun kos ten moeten betalen, hebben het moeilijk. Indien er onder de lezers zouden zijn, die deze leerlingen zouden willen helpen, omdat zij indirecte slachtoffers zijn van de hongersnood op Timor, dan wil het Zendingscentrum te Baarn gaarne voor de doorzending van deze giften zorgen. U kunt deze bijdragen storten op giro rekening no. 215600, met de toevoeging: „voor de slachtoffers van de hongersnood op Timor". Veel belangrijker nog is ons gebed. Ons concreet gebed voor de zen ding in Korea en Japan, voor de overwinning van het Evangelie in Indonesië, in India, in Pakistan, Ceylon, Tibet, Israel, Perzie. Dat gebed van een ieder van ons, per soonlijk, vermag veel, ja zoveel, dat naar de woorden van Christus de poorten van de hel de kerk niet zul len overweldigen, ook niet de ker- in de collecte zijn niet het belang-1 ken in China of aghter het ijzeren rijkste wapen, dat we hanteren. gordijn. Ongekend was de vreugde, toen het bericht uit Tokio kwam, dat men daar een gaaf exemplaar in bezit had gekre gen. Deze Bijbel was een lichtpunt, de vonk, die een vuurzee van heilig en thousiasme deed oplaaien in Tokio. Een expeditie. Een expeditie kwam aan ln Tokio, waarvan de uitrusting 8 75.000 had ge kost. Nee, het was geen expeditie, be staande uit tanks en kanonnen, bestemd voor het oorlogsfront, maar een expedi tie, die Ingezet zou worden aan het zendingsfront. Men vestigde een hoofd kwartier in Pusan. Toen heropende de zending een nieuw offensief en met groot succes. Een succes, waar men niet om had durven bidden. Op het eiland Koje, het eiland van het beruchte krijgsgevangenen-kamp, leefden duizenden vluchtelingen uit Noord Korea. Groot was de ellende onder deze mensen en in deze ellende begonnen enkele Christen-Noord-Ko- reanen te getuigen van hun Heiland. Men luisterde naar hen en velen von den troost in het geloof aan Jezus Christus. Men vroeg om hulp uit Pu san, dat het centrum was geworden van de Christelijke activiteit, om or ganiserend op te treden. Een schitterend arbeidsveld werd de zending in haar schoot geworpen. De laatste berichten vermeldden, dat men onder de 70.000 vluchtelingen 3000 Christenen telde. Het hoofdkwartier kreeg handen vol werk. 7000 vermink ten in de hospitalen schreeuwden om materiële en geestelijke hulp. Kon men zich schoner werk indenken? Terecht beschouwde men het werk in de hospitalen dan ook als een „van de schoonste, mooiste Christelijke getuige nissen, die uit de oorlog voortkomen". Dan was er nog het werk onder de krijgsgevangenen in de kampen. In de kampen waar de Noord-Koreaanse Christenen, die als soldaten geïnterneerd waren, hun medegevangenen van Chris tus hadden verteld, en waar velen zich hadden bekeerd tot het Christendom. Iriomphen waren dat van het Evange- 'e, voordat de eigenlijke zending een voet in de kampen had gezet. •De zending werkte voort op de basis, P^legd door de krijgsgevangenen zelf. wie beschrijft de ontroering, die door ae zendingsarbeiders heenging, toen yaens een dienst in een gevangen- amp tn Zuid-Korea uit 7000 monden an gevangenen het «Een vaste burcht De vraag wordt de laatste tijd nog wel eens gesteld of de zending in Indonesië in de huidige situatie wel zin heeft. Immers, Indonesië is onafhankelijk geworden en de regering stelt er weinig prijs op nog meer relaties met Nederland aan te knopen. Daarbij komt nog, rede neert men verder, dat de kerken in Indonesië voor een deel zelfstandig zijn geworden en zelf zending drijven. Andere vragen zich pessimistisch af, of de zending in Indonesië, waar de revolutie zich heeft voltrokken, nog mogelijk is en ook zijn er nog, die de vraag wagen te stellen: „Werkt de zending nu nog?" Er is reden voor deze vragen. De zending heeft het moeilijk. Waar de kerk actief is, is de duivel des te actiever: Behalve het communisme, maken het fanatieke Mohammedanisme en het Rooms Katholicisme zich op om vat te krijgen op de bevolking. En wat heeft de zending bereikt na haar arbeid van eeuwen? Vijftien millioen Christenen telt Indonesië op een bevolking va'n 1160 millioen! Evenwel, laten we op deze vragen nader ingaan! De zendingssituatie is een geheel an dere als voor de oorlog. Toen lag de be slissingsmacht en de verantwoordelijk heid in het algemeen niet bij de Chris tenen in Indonesië, maar bij de besturen van de zendingslichamen in Nederland. In Nederland bepaalde men, wat moest en kon geschieden en of er hiér of daar nieuw werk moest worden begonnen en wie wél en wie niét moest worden uit gezonden. In Nederland bracht men de gelden bij elkaar en besliste men over de besteding ervan. Toen viel in 1940 de nacht over Neder land. Bij de komst van de Japanners in 1942 in Indonesië werden spoedig alle Nederlanders geïnterneerd. De volle ver antwoordelijkheid van het zendingswerk kwam te rusten op de kerken in Indo nesië. Deze verantwoordelijkheid leek eenondragelijke last te zijn. Het uur der bevrijding sloeg en de zendingsarbeiders vonden de kerken te rug, gesterkt in het geloof, ontwaakt en in het volle besef van de roeping om op alle wijzen het Evangelie te brengen aan hen, die er nog nimmer van hoorden. Het bleek, dat de Indonesische kerken hun lot in eigen handen hadden genomen en zelfstandig stonden tegenover de ker ken in Nederland. In oecumenische verbondenheid. Nu is het niet zo, dat in Nederland de gevestigde kerken zijn en in Indonesië de zendingsvelden. Nee, de Indonesische kerken en de kerken in Nederland staan naast elkaar in een oecumenische ver bondenheid van Westerse en Oosterse kerken, die in een eenheid van belijdenis en kerkorde samen de noodzakelijke strijd tegen het heidendom aanbinden. Want noodzakelijk is deze strijd. Indonesië is een land in crisis. Er is een nieuwe staat gevormd; maar er is geen vast beginsel, dat het staatsbeleid beheerst. In deze wordende staat kunnen de Christenen veel doen om juiste be ginselen voor het staatsbeleid en voor de opbouw van de maatschappij te prediken. De Christenen in Indonesië hebben een grootse taak om de politieke en sociale beginselen van Gods Woord uit te dra gen. Zij strijden een strijd die zwaar Is. Een voorbeéld? In Indonesië- wordt een 205 bladzijden tellend boek over Stalin verkocht voor 25 luttele centen. Enorm veel communistische en pornografische lectuur wordt verspreid. Ook in Indo nesië voltrekt zich de mentale verande ring van het Oosten. Boek, tijdschrift en vlugschrift zijn bij uitstek de middelen om deze verandering in een bepaalde richting te stuwen. De kerk en de zen ding zouden falen als zij deze middelen niet aanwendden om invloed uit te oe fenen op het denken en het leven van de Indonesiër. De kerken in Indonesië en Nederland hebben hun taak in deze gezien en onder de bezielende leiding van dr Verkuil is de lectuurdienst inge steld, die, ondanks het feit dat men met grote geldelijke tekorten heeft te kam pen, het klaarspeelt en een waardige te genkracht vormt tegen de communisti sche schriftelijke propaganda. „Heeft de zending nog zin in Indonesië?" heeft men gevraagd. Deze enkele feiten, die we noemden, doen deze vragenstellers zwij gen. Is de zending nog mogelijk? De Indonesische regering staat bewust op het standpunt, dat er vrijheid van godsdienst in geheel Indonesië moet zijn. In art. 18 van de grondwet staat: „Een ieder heeft recht op vrijheid van gods dienst, geweten en gedachten". De Indonesiër staat in het geheel niet vijandig tegenover het Christen dom. Wellicht vinden we het wonder lijk, maar het is voorgekomen, dat tij dens de politionele actie Christen-T. N. I.-ers, die in een dessa waren on dergedoken, deze dessa geheel bekeer den. We vinden dat wonderlijk en met reden, want he. was een wonder wat zich toen in die dessa voltrok. „Is de zending nog mogelijk in Indo nesië?" heeft men gevraagd. Het ant woord is zonneklaar. Ons werk in Indo nesië is in samenwerking met de kerken daar in de volle zin zendingswerk. Samen betalen we, samen overleggen we en sa men wordt het evangelie gepredikt. Ook dat is een wonder. Want dreigde in het verleden het scherpe politieke conflict deze samenwerking niet te verstoren? Werkt de zending nog? Dan rest ons nog de vraag: „Werkt de zending nog?" Wie hieraan twijfelt moet eens een kijkje gaan nemen in het zen dingscentrum van de Ned. Herv. Kerk te Oegstgeest of in het zendingscentrum van de Gereformeerde Kerken in Baarn. Deze twee zendingscentra werken samen met de Kerken in Indonesië via de Raad van Samenwerking. Het gemeenschappelijk werk bestaat uit een vijftal activiteiten. Eerst is daar de lectuurdienst, waar we reeds over schreven. Verder is het werk verdeeld in de s'ebooldienst, de medische zending, de sociaal economische dienst en de zendingsarbeid onder de Chinezen. Inderdaad, de zending werkt, werkt wat ze kan. Echter, ze is niet in staat om alle kansen te benutten, die zich in het sterk ontwikkelende Indonesië voordoen. Dikwijls is men onmachtig en meer dan eens heeft men moeten bezuinigen en activitei ten moeten staken. Veel geld is er nodig: voor de lectuurdienst, voor een radiozender voor de kerken in Indonesië en om nog meer zendings arbeiders te kunnen uitzenden in de vele diensten van de zending. Een luide roep klinkt uit Indone sië tot alle leden van de Kerken in Nederland om mee te leven, mee te doen, mee te geven en mee te bid den. Want de prediking van de Blijde Boodschap gaat door: de pre dikers trekken uit, gedreven door de liefde van Christus, Die de op dracht gaf: „Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Gees- tes"en Die er aan toevoegde, „En zie, Ik ben met u, tot aan de voleinding der wereld". Het sociaal-maatschappelijk leven in Indonesië heeft zo op het eerste ge zicht niet veel verandering ondergaan, nu het land zelfstandig is geworden. Het leven op het platteland gaat dikwijls ongestoord zijn gang. Deze foto toont een passar, waar het zeer gemoedelijk toegaat

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 3