De strijd voor hel
e in
het
ontwakende
Oosten.
INDONESIË,
de wordende Staat, waar de
Zending veel kansen heeft.
paard
Onweerstaanbaar draaft het witte
wereld door en de Geest blaast, waar Hij wil.
de
In oecumenische verbondenheid werken de Oosterse
en Westerse kerken samen*
Een gevecht op leven en dood.
De Zending en het communisme benutten
de kansen*
Korea*
China*
Dc Bondsdag der Geref.
meisjes in Middelburg*
Theol. School op Timor
wordt gesloten.
Zaterdag 31 Mei 1952
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 3
Het witte paard van het Evangelie draaft de we
reld door, onweerstaanbaar. En niemand doet het
sneven. De zending is in opmars in die ontwakende,
zichzelf bewustwordende wereld van het Nabije
Oosten en het Verre Oosten. Deze gistende, op drift
geraakte mensheid zoekt zelfstandigheid, tast naar
een geestelijke, ideële onderbouw, waarop ze haar
eigen bestaan kan vestigen. Ze staat, meer dan ooit
tevoren, open voor invloeden van buiten. Onder de
bevolking is het analphabetisme bezig te verdwijnen
en men hongert naar lectuur, het geschreven woord.
Het geeft niet wat.
Daar in het Oosten grijpen de strijders voor het
Evangelie nu hun kansen. Maar in dat kokende
Oosten maakt de totalitaire macht van het commu
nisme zich ook op om toe te slaan waar het mogelijk
is en harnast het Mohammedanisme zich in haar
fanatisme.
De strijd is daar hard en wreed en soms met ont
zetting, maar vooral met stijgende verwondering zien
we hoe de Kerk uit het strijdtoneel als overwinnaar
treedt enhoe de Geest van het Pinksterfeest in
deze wereld blaast, waar Hij wil.
In Korea, waar de oorlog tussen de
legers van de Verbondenen en de Com
munisten in alle wreedheid woedt, is de
strijd voor het Evangelie het felst. In
dat barre land Korea met zjjn duizen
den, die van huis zjjn verdreven en hon
gerend rondzwerven, in dat land met zyn
talloze verminkten en zjjn onnoemelijk
veel graven, heeft de zending een ne
derlaag geleden. Maar juist ook daar
heeft ze later nieuwe triomfen behaald.
Triest zag het er uit, toen in 1950
het krijgsdepöt van de zending, het bij
belhuis in Pusan, in vlammen opging.
Gretig vond het vuur voedsel in de hon
derdduizenden boeken, die daar lagen
opgestapeld. Geen exemplaar bleef be
waard. Groot was de materiële schade.
Maar erger was, dat, naar het scheen,
het moeizame vertaalwerk van de Bij
bel In het Koreaans voor niets was ge
weest. Wie zou toen de verslagenheid
van de zendingsarbeiders gepeild heb
ben?
Het beeld in de Chinese steden
is onder het communistische be
wind uiterlijk niet veel veran
derd. Maar des te fnuikender is
de invloed van de rode macht op
het geestelijk leven. En de Kerk
zucht onder het bewind.
is onze God", of het Onward Chris
tian soldiers" klonk?
Inderdaad, het witte paard van het
Evangelie draaft dwars door het front
in Korea en niemand doet het sneven.
Een ander oorlogstoneel.
We wenden onze blik naar een ander
deel van het In brand staande Verre
Oosten naar Indo-China, waar ook
een oorlog woedt.
De opstandelingen deden de zendelin
gen in doodsangst wegtrekken. De ter
reur van het communisme dreef het
Evangelie terug. Maar toch. Uit cen
traal Vietnam, uit Pleiku, Banmethuot,
Dalat en Djiring werden successen ge
meld. Drie Bijbelscholen zijn daar ge
vestigd en een leerling van deze school
trok in zijn eentje de rimboe in, onge
wapend met alleen wat lectuur in zijn
ransel. Zakelijk meldde het internatio
naal zendingsoverzicht van Januari j.l.
dat in het Engels gesteld is en waaraan
we deze gegevens ontlenen: „Binnen de
twee jaar gingen meer dan 3000 men
sen tot het Christendom over!" We ha
len slechts een voorbeeld aan.
Stampvolle kerken.
Het Verre Oosten, het is het deel van
de wereld, waarover men een felbewo-
gen en rijke zendingsgeschiedenis van
de laatste jaren kan schrijven en waar
van nu zo in het bijzonder geldt, dat de
velden wit zijn om te oogsten.
Zie slechts naar Japan. Stampvol zit
ten de kerken. 80 pet. van deze kerk
gangers zijn jonge mensen, die hoofd
zakelijk in de laatste drie jaar gegre
pen zijn door het Evangelie. Moeilijk is
het om in cijfers uit te drukken hoe
zegenrijk het werk van de zending hier
is en welk een activiteit hier wordt
ontplooid. Dagelijks terkken de huisbe
zoekers er op uit om arbeiders, kan
toormensen, vissers, studenten te be
werken, die geschokt werden in het ge
loof in hun keizer.
Het is juist de activiteit van deze
jonge kerk zelf, die vruchten afwrept.
Was het het Japanse Bijbelgenootschap
niet, dat, bewogen door het lot van de
Koreaanse kerk, het drukken weer ter
hand nam van duizenden testamenten
in het Koreaans 150.000 oud-Korea
zendelingen werken nog in Japan, bij
gestaan door de 200 oud-China-zen-
dingsarbeiders.
Terreinen liggen nog braak. Kagawa
heeft aan de Protestantse Kerk in
Duitsland gevraagd om 1000 zendings-
arbeiders. Tot nu toe werkt hier één
Duitse zendeling, die zich heeft ont
fermd over 500.000 Japanse ouderloze
kinderen
De Protestantse Kerk in Kakas in de Minahassa, die na de aardbeving in
1932 werd herbouwd door de leerlingen en de onderwijzers van de Zen
dings-Ambachtsschool in deze plaats.
Weer nemen we een ander gedeelte
van het Verre Oosten in ogenschouw.
Boven China hangen donkere, dreigen
de wolken. In dit land heerst het corm
munisme met zijn totalitair systeem.
De rode macht heeft de kerken hier in
haar greep en heeft haar leidslieden on
middellijk ontnomen. 4000 zendelingen
moesten het land verlaten.
Daar gaan ze, uitgeleide gedaan door
de gelovigen. „God zou best ons heen
gaan kunnen aanwenden, om de weg te
effenen voor een heerlijker getuigenis".
Dit waren de laatste woorden, die men
tot de Christenen sprak, die achter ble
ven onder het totalitaire communistische
systeem.
Het is waar, het communisme heeft
het Christendom als een deel van het
leven van China erkend. En men ziet
het Christendom als een integrerend
deel van de Chinese gemeenschap en
men erkent de waarde van het christe
lijk geloof. Evenwel, deze zendingsarbei
ders moesten gaan en men censureerde
753 boeken, waarvan er 437 aan de cir
culatie werden onttrokken. De Christe
lijke pers is een spreekbuis geworden
van het communisme en de gedoopte
kinderen zijn aangewezen op de staats
scholen. Steeds schaarser worden de be
richten van de Christelijke Kerk m
China, die zucht en dreigt ten onder te
gaan onder het totalitaire juk.
In vogelvlucht.
Het is niet mogeljjk om in het kort
bestek van één artikel U nog meer te
verhalen van de nood van de kerk in
China, of van de glorieuze geschiedenis
van de zending in Japan en Korea. Een
boek zou er over geschreven kunnen
worden over de opmars van de zending
in die gistende, of drift geraakte we
reld van het Oosten.
Verblijdend, maar ook dikwijls ver
bijsterend zijn de berichten die ons be
reiken. Moeten we u verhalen, hoe vele
landen roepen om zendingsarbeiders, hoe
op Malakka door de guerilla-activiteit
vele vluchtelingen zwerven, waaraan
weinig aandacht wordt besteed; hoe in
Pakistan het Mohamedanisme aggres-
siever wordt en er in dit land, vol poli
tieke onrust (de moord van Liaquat Ali
Khan) een groot gebrek aan werkers
heerst en waar men toch in twee jaar
tijds in dit land 2000 Christenen doopte.
We kunnen zo wel doorgaan.
Maar we mogen U niet verzwijgen,
hoe uit Ceylon een „gestadige stroom
van bekeerlingen" wordt gemeld en dat
op het dak van de wereld, in Tibet, on,
der de voortdurende dreiging van de
communistische agressie de zendelingen
met vrucht arbeiden. De zending is in
opmars, niet alleen in het Verre Oos
ten, maar ook in het Nabije Oosten en
Afrika.
In Israël zijn 40.000 Christenen. De
toekomst van de Christelijke scholen en
de hospitalen is onzeker, maar het on
derwijs heeft hier grote kansen In Per-
zië beheerst de nationale strijd de situ
atie, maar de kerk weet haar kansen
onder de arbeiders te grijpen. In Egypte
is een grote campagne ter bestrijding van
het an-alphabtisme gaande. Snel groeit
de belangstelling voor het geschreven
woord en het communisme, maar ook
de kerk ziet haar kans schoon. Grote
belangstelling bestaat er onder de jon
geren voor de Bijbel en hoewel de op
leiding aan de staatsscholen gratis is,
is er veel vraag naar het christelijk on
derwijs. Het respect voor en de waarde
ring van de Christenen groeit in Noord-
Afrika. In Tripolitania, het land dat
voor 100 pet. Mohammedaans is, zijn
3000 Bijbels verkocht. Liberia wettigt
de uitspraak van een Afrikaner, die zei,
dat de tijd snel naderbij komt, dat Afri
ka in Europa moet gaan evangeliseren.
Meer dan 15.000 mensen namen deel aan
de samenkomsten, die werden gehouden
op de „ga-naar-de-kerk-dag", geprokla
meerd door de president van Liberia.
Tanganyika bedelt de zending om meer
scholen te openen en om het godsdienst
onderwijs mogelijk te maken op de
openbare scholen. In de kerkelijke ver
gaderingen werken mensen van ver
schillend ras en gezindte eendrachtig
samen en in 10 jaar tijds werden 50.000
christenen gedoopt
Laten we u niet verder vermoeien met
cyiers en feiten. We gaven slechts een
indruk, een summier rapport, van de
activiteit van de zending in een deel
van deze wereld. En het moet u duide
lijk zijn geworden, dat de strijd voor
het Evangelie een strijd is op leven en
dood in de ontwakende wereld van het
Oosten, die zo openstaat voor invloe
den. Voor de invloeden van de totali
taire systemen, maar ook voor de in
vloeden van de Bljjde Boodschap. Zen
dingsarbeiders zijn er nodig. De cijfers
leren het ons. Geen tientallen, geen hon
derden, maar duizenden. Geld is er no
dig, veel geld; kapitalen om verder te
kunnen werken.
Zondag worden in de kerken de
zendingscollecten gehouden en het
is een goede gewoonte van ons, dat
we dan die eerste Pinksterdag wat
extra in het zakje gooien. Dat is
goed, dat is best! Zo kunnen wij,
die het thuisfront vormen, mee strij
den voor de zaak van het Evangelie.
Maar onze kwartjes, onze guldens
Er wordt op drie plaatsen
vergaderd.
Enige duizenden Gereformeerde
meisjes, leden van de Geref. Meisjes
verenigingen in Nederland, zullen,
zoals wij reeds meldden, op de Dins
dag na Pinksteren haar Bonsdag in
Middelburg komen vieren.
Aangezien er ge'en enkele ruimte
in Middelburg groot genoeg is allen te
bevatten, moeten de meisjes in ver
schillende gebouwen vergaderen. Het
Bondsbestuur heeft als plaats, waar
des morgens de huishoudelijke verga
dering zal worden gehouden, de Hof-
pleinkerk gekozen. Hier zal de leiding
in handen zijn van de Bondspresidente,
mej. F. Jansen van Beek.
In de middagvergadering in dit
kerkgebouw zal mevr. prof. dr G. H.
J. v. d. Molen spreken over het on
derwerp „Wij meisjes en de politiek".
De samenkomsten in de Noorder-
kerk zullen onder leiding staan van
mej. T. Riemersma. Des morgens zal
prof. dr J. Waterink spreken over
Ons dagelijks werk" en des middags
bepaalt mevr. L. A. LeverBrouwer
de meisjes bij het onderwerp „Politiek
en meisje een tegenstelling?"
De derde plaats van samenkomst
is het Schuttershof. Mej. R. van der
Esch zal hier de scepter zwaaien. De
heer A. Warnaar spreekt in de mor
genvergadering over: „Is er nog
perspectief?" en mevr. C. H. van Al
kemadeKwakkelstein zegt des mid
dags iets over het onderwerp „Vrou
wen regeren de wereld".
De opening van de morgenvergade
ringen is ditmaal anders dan anders.
De meisjes doen dat n.l. zelf en wel
door de uitvoering van een declama-
torium (veel zang en Schriftlezing)
onder de titel „Arbeidsplicht en ar-
beidszegen". En aan het einde van de
middagsamenkomsten zal in de drie
gebouwen een werk wórden uitge
voerd door leden der meisjesvereni
gingen uit Dordrecht, dat heet „Ver
vult de aarde" en samengesteld is
door Jan Holland.
De vooravond zal worden gehou
den in de veilinghal aan de Nieuwe
Vlissingseweg. Speciaal voor de
Zeeuwse M.V.-sters is het van belang
te weten, dat op Pinksteren drie aan
de ingang der drie vergaderplaatsen
nog toegangsbewijzen te verkrijgen
zullen zijn.
Een gevolg van de hongersnood op
Timor is geweest, dat de Theologische
School voor Oost-Indonesië (tijdelijk te
Soë), waarvan dr H. Bergema de rector
is, met ingang van 1 Juni gesloten moet
worden, aangezien de kosten van het in
ternaat niet meer betaald kunnen wor
den. De schuld is reeds opgelopen tot ver
boven de Rp 18.000.Pas wanneer deze
schulden zijn voldaan, kan de school weer
geopend worden. Men hoopt dat dit het
geval zal zijn in September a.s.
Vooral de leerlingen, die zelf hun kos
ten moeten betalen, hebben het moeilijk.
Indien er onder de lezers zouden zijn,
die deze leerlingen zouden willen helpen,
omdat zij indirecte slachtoffers zijn van
de hongersnood op Timor, dan wil het
Zendingscentrum te Baarn gaarne voor
de doorzending van deze giften zorgen.
U kunt deze bijdragen storten op giro
rekening no. 215600, met de toevoeging:
„voor de slachtoffers van de hongersnood
op Timor".
Veel belangrijker nog is ons gebed.
Ons concreet gebed voor de zen
ding in Korea en Japan, voor de
overwinning van het Evangelie in
Indonesië, in India, in Pakistan,
Ceylon, Tibet, Israel, Perzie. Dat
gebed van een ieder van ons, per
soonlijk, vermag veel, ja zoveel, dat
naar de woorden van Christus de
poorten van de hel de kerk niet zul
len overweldigen, ook niet de ker-
in de collecte zijn niet het belang-1 ken in China of aghter het ijzeren
rijkste wapen, dat we hanteren. gordijn.
Ongekend was de vreugde, toen het
bericht uit Tokio kwam, dat men daar
een gaaf exemplaar in bezit had gekre
gen. Deze Bijbel was een lichtpunt, de
vonk, die een vuurzee van heilig en
thousiasme deed oplaaien in Tokio.
Een expeditie.
Een expeditie kwam aan ln Tokio,
waarvan de uitrusting 8 75.000 had ge
kost. Nee, het was geen expeditie, be
staande uit tanks en kanonnen, bestemd
voor het oorlogsfront, maar een expedi
tie, die Ingezet zou worden aan het
zendingsfront. Men vestigde een hoofd
kwartier in Pusan. Toen heropende de
zending een nieuw offensief en met
groot succes. Een succes, waar men niet
om had durven bidden.
Op het eiland Koje, het eiland van
het beruchte krijgsgevangenen-kamp,
leefden duizenden vluchtelingen uit
Noord Korea. Groot was de ellende
onder deze mensen en in deze ellende
begonnen enkele Christen-Noord-Ko-
reanen te getuigen van hun Heiland.
Men luisterde naar hen en velen von
den troost in het geloof aan Jezus
Christus. Men vroeg om hulp uit Pu
san, dat het centrum was geworden
van de Christelijke activiteit, om or
ganiserend op te treden.
Een schitterend arbeidsveld werd de
zending in haar schoot geworpen. De
laatste berichten vermeldden, dat men
onder de 70.000 vluchtelingen 3000
Christenen telde. Het hoofdkwartier
kreeg handen vol werk. 7000 vermink
ten in de hospitalen schreeuwden om
materiële en geestelijke hulp. Kon men
zich schoner werk indenken?
Terecht beschouwde men het werk in
de hospitalen dan ook als een „van de
schoonste, mooiste Christelijke getuige
nissen, die uit de oorlog voortkomen".
Dan was er nog het werk onder de
krijgsgevangenen in de kampen. In de
kampen waar de Noord-Koreaanse
Christenen, die als soldaten geïnterneerd
waren, hun medegevangenen van Chris
tus hadden verteld, en waar velen zich
hadden bekeerd tot het Christendom.
Iriomphen waren dat van het Evange-
'e, voordat de eigenlijke zending een
voet in de kampen had gezet.
•De zending werkte voort op de basis,
P^legd door de krijgsgevangenen zelf.
wie beschrijft de ontroering, die door
ae zendingsarbeiders heenging, toen
yaens een dienst in een gevangen-
amp tn Zuid-Korea uit 7000 monden
an gevangenen het «Een vaste burcht
De vraag wordt de laatste tijd nog wel eens gesteld of de zending
in Indonesië in de huidige situatie wel zin heeft. Immers, Indonesië is
onafhankelijk geworden en de regering stelt er weinig prijs op nog
meer relaties met Nederland aan te knopen. Daarbij komt nog, rede
neert men verder, dat de kerken in Indonesië voor een deel zelfstandig
zijn geworden en zelf zending drijven.
Andere vragen zich pessimistisch af, of de zending in Indonesië,
waar de revolutie zich heeft voltrokken, nog mogelijk is en ook zijn
er nog, die de vraag wagen te stellen: „Werkt de zending nu nog?"
Er is reden voor deze vragen. De zending heeft het moeilijk. Waar
de kerk actief is, is de duivel des te actiever: Behalve het communisme,
maken het fanatieke Mohammedanisme en het Rooms Katholicisme zich
op om vat te krijgen op de bevolking. En wat heeft de zending bereikt
na haar arbeid van eeuwen? Vijftien millioen Christenen telt Indonesië
op een bevolking va'n 1160 millioen! Evenwel, laten we op deze vragen
nader ingaan!
De zendingssituatie is een geheel an
dere als voor de oorlog. Toen lag de be
slissingsmacht en de verantwoordelijk
heid in het algemeen niet bij de Chris
tenen in Indonesië, maar bij de besturen
van de zendingslichamen in Nederland.
In Nederland bepaalde men, wat moest
en kon geschieden en of er hiér of daar
nieuw werk moest worden begonnen en
wie wél en wie niét moest worden uit
gezonden. In Nederland bracht men de
gelden bij elkaar en besliste men over
de besteding ervan.
Toen viel in 1940 de nacht over Neder
land. Bij de komst van de Japanners in
1942 in Indonesië werden spoedig alle
Nederlanders geïnterneerd. De volle ver
antwoordelijkheid van het zendingswerk
kwam te rusten op de kerken in Indo
nesië. Deze verantwoordelijkheid leek
eenondragelijke last te zijn.
Het uur der bevrijding sloeg en de
zendingsarbeiders vonden de kerken te
rug, gesterkt in het geloof, ontwaakt en
in het volle besef van de roeping om
op alle wijzen het Evangelie te brengen
aan hen, die er nog nimmer van hoorden.
Het bleek, dat de Indonesische kerken
hun lot in eigen handen hadden genomen
en zelfstandig stonden tegenover de ker
ken in Nederland.
In oecumenische verbondenheid.
Nu is het niet zo, dat in Nederland
de gevestigde kerken zijn en in Indonesië
de zendingsvelden. Nee, de Indonesische
kerken en de kerken in Nederland staan
naast elkaar in een oecumenische ver
bondenheid van Westerse en Oosterse
kerken, die in een eenheid van belijdenis
en kerkorde samen de noodzakelijke
strijd tegen het heidendom aanbinden.
Want noodzakelijk is deze strijd.
Indonesië is een land in crisis. Er is
een nieuwe staat gevormd; maar er is
geen vast beginsel, dat het staatsbeleid
beheerst. In deze wordende staat kunnen
de Christenen veel doen om juiste be
ginselen voor het staatsbeleid en voor de
opbouw van de maatschappij te prediken.
De Christenen in Indonesië hebben een
grootse taak om de politieke en sociale
beginselen van Gods Woord uit te dra
gen. Zij strijden een strijd die zwaar Is.
Een voorbeéld? In Indonesië- wordt een
205 bladzijden tellend boek over Stalin
verkocht voor 25 luttele centen. Enorm
veel communistische en pornografische
lectuur wordt verspreid. Ook in Indo
nesië voltrekt zich de mentale verande
ring van het Oosten. Boek, tijdschrift en
vlugschrift zijn bij uitstek de middelen
om deze verandering in een bepaalde
richting te stuwen. De kerk en de zen
ding zouden falen als zij deze middelen
niet aanwendden om invloed uit te oe
fenen op het denken en het leven van
de Indonesiër. De kerken in Indonesië
en Nederland hebben hun taak in deze
gezien en onder de bezielende leiding
van dr Verkuil is de lectuurdienst inge
steld, die, ondanks het feit dat men met
grote geldelijke tekorten heeft te kam
pen, het klaarspeelt en een waardige te
genkracht vormt tegen de communisti
sche schriftelijke propaganda. „Heeft de
zending nog zin in Indonesië?" heeft men
gevraagd. Deze enkele feiten, die we
noemden, doen deze vragenstellers zwij
gen.
Is de zending nog mogelijk?
De Indonesische regering staat bewust
op het standpunt, dat er vrijheid van
godsdienst in geheel Indonesië moet zijn.
In art. 18 van de grondwet staat: „Een
ieder heeft recht op vrijheid van gods
dienst, geweten en gedachten".
De Indonesiër staat in het geheel
niet vijandig tegenover het Christen
dom. Wellicht vinden we het wonder
lijk, maar het is voorgekomen, dat tij
dens de politionele actie Christen-T.
N. I.-ers, die in een dessa waren on
dergedoken, deze dessa geheel bekeer
den. We vinden dat wonderlijk en met
reden, want he. was een wonder wat
zich toen in die dessa voltrok.
„Is de zending nog mogelijk in Indo
nesië?" heeft men gevraagd. Het ant
woord is zonneklaar. Ons werk in Indo
nesië is in samenwerking met de kerken
daar in de volle zin zendingswerk. Samen
betalen we, samen overleggen we en sa
men wordt het evangelie gepredikt. Ook
dat is een wonder. Want dreigde in het
verleden het scherpe politieke conflict
deze samenwerking niet te verstoren?
Werkt de zending nog?
Dan rest ons nog de vraag: „Werkt de
zending nog?" Wie hieraan twijfelt moet
eens een kijkje gaan nemen in het zen
dingscentrum van de Ned. Herv. Kerk te
Oegstgeest of in het zendingscentrum van
de Gereformeerde Kerken in Baarn. Deze
twee zendingscentra werken samen met
de Kerken in Indonesië via de Raad van
Samenwerking. Het gemeenschappelijk
werk bestaat uit een vijftal activiteiten.
Eerst is daar de lectuurdienst, waar we
reeds over schreven. Verder is het werk
verdeeld in de s'ebooldienst, de medische
zending, de sociaal economische dienst en
de zendingsarbeid onder de Chinezen.
Inderdaad, de zending werkt,
werkt wat ze kan. Echter, ze is niet
in staat om alle kansen te benutten,
die zich in het sterk ontwikkelende
Indonesië voordoen. Dikwijls is men
onmachtig en meer dan eens heeft
men moeten bezuinigen en activitei
ten moeten staken. Veel geld is er
nodig: voor de lectuurdienst, voor
een radiozender voor de kerken in
Indonesië en om nog meer zendings
arbeiders te kunnen uitzenden in de
vele diensten van de zending.
Een luide roep klinkt uit Indone
sië tot alle leden van de Kerken in
Nederland om mee te leven, mee te
doen, mee te geven en mee te bid
den. Want de prediking van de
Blijde Boodschap gaat door: de pre
dikers trekken uit, gedreven door
de liefde van Christus, Die de op
dracht gaf: „Gaat dan henen, maakt
al de volken tot mijn discipelen en
doopt hen in de naam des Vaders
en des Zoons en des Heiligen Gees-
tes"en Die er aan toevoegde,
„En zie, Ik ben met u, tot aan de
voleinding der wereld".
Het sociaal-maatschappelijk leven in Indonesië heeft zo op het eerste ge
zicht niet veel verandering ondergaan, nu het land zelfstandig is geworden.
Het leven op het platteland gaat dikwijls ongestoord zijn gang. Deze foto
toont een passar, waar het zeer gemoedelijk toegaat