„ARNOR" - Bretagnes „land van d e zee". GRAANSILO VAN DE C.B.T.B. BIJ AXEL GEREED. de loupe j Chefarine .4 De grootste en modernste in Zeeland. Een verhaal van oesters en mosselen, van knoflook en slechte tafelmanieren en van mensen van dit „zeeland", Reisindrukken uit Frankrijk. (II) Viervoudige werking... met ettita geneeskracht =J Generaal Ridgway 24 Mei naar Europa. Opening op 23 Mei door de Commissaris der Koningin. de <ha<3 naafWw smaak Twintig Joegosiaven uitge weken naar Italië, Woensdag 7 Mei 1952 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 5 VANNES, April 1952. „Armor" is een oud Keltisch woord, dat „land van de zee" betekent in tegenstelling tot „Arcoat", waarmee het „land van de bossen", het binnenland wordt aangeduid. Met de „Armor" heb ik de eerste dag van mijn verblijf in Bretagne, in Vannes, terdege kennis gemaakt. Van nes, de voornaamste stad van Morbihan, staat op de kaart aangegeven als een havenstadje, maar de bezoeker die op een ongunstig tijdstip naar de haven gaat zoeken, vindt slechts een kanaal dat wel breed is maar geen water bijna bevat. Slik, niets dan slik ziet hij en in het mid den een troosteloos watergeultje. Maar komt hij enkele uren later dan ziet hij tot zijn grote verbazing uit de verte al dat er een vrij behoorlijk schip binnen komt varen tot vlak onder de wallen van de stad. En als hij verder loopt ziet hij niets meer van het slik: het is een breed en diep vaarwater geworden! Dat is de invloed van de Atlantische Oceaan, waarmee de haven van Vannes via de baai van Morbihan in verbin ding staat. Het verschil tussen eb en vloed is in de Oceaan buitenge woon groot en dat verschil is in het gehele land merkbaar. Midden in het land, waar men niets van de Atlantische Oceaan ziet en haar ver weg waant, ziet men hoe kleine modderslootjes in korte tijd veranderen in waterrijke vaarten. De Oceaan doorspoelt dit land en houdt het omvat dit is het land van de zee, de „Armor"! Maar nog op geheel andere wijze heb ik geconstateerd dat dit „het land van de zee" is en daarvan wil ik U ditmaal Iets vertellen. In die acht lange uren In de expresse-trein van Parijs naar Vannes had ik zitten praten met een wat stugge, verlegen jongeman, maargeboren in Vannes ook al woonde hij nu ergens an ders. Bij hem had ik geïnformeerd naar een hotel en toen hij daarmee slecht op de hoogte bleek, had ik hem gevraagd of er ook een plaatselijke krant was. Het bloed kruipt immers, waar het niet gaan kan! En via die krant hoopte ik wel aan sen goed adres te komen. Het lukte boven verwachtingmet Franse hoffelijkheid ontving me de redactie van de Ouest France, een provinciaal blad met een op lage van bijna 600.000, dus tweemaal zo groot als de grootste krant in Nederland! Een redacteur bracht me naar een goed en niet te duur hotel en toen ik hem een glas wijn aanbood en we even samen praatten, vertelde hij me, dat ik beslist moest gaan eten bij „La Source", een klein restaurant op de Place de 1' hotel de Ville. La Source. Ik weet geen beter middel om U dui delijk te maken hoe veelzeggend dat woord „Armor" land van de zee is, dan door U mee te nemen in dit restau rant. Het is naar het uiterlijk niet veel anders dan de meeste Franse eetgelegen- heden. De voorkant van de zaal wordt benut als café bij mijn binnenkomst zitten er een aantal slungelachtige jonge lieden zoals men in elk café ter wereld kan aantreffen en een paar soldaten van de in Vannes gelegerde parachutisten brigade met hun meisjes. Ze drinken wijn zoals dat een goede Fransman past. Daarachter is het restaurantbanken langs de muur waarvoor de tafeltjes staan, want men zit in Frankrijk als het ware altijd in een grote kring. En na tuurlijk overal spiegels, zodat men zich zelf en zijn medegasten van alle kanten kan bekijken. Maar medegasten zijn er nog niet, het is pas acht uur en dat is naar Franse begrippen nog wat vroeg om al uit dineren te gaan. Dus heb ik alle tijd om de spijskaart te bestuderen. Er zijn twee vaste menu's, n.l. één van 400 en één van 600 francs. Bjj het i. itste zie ik oesters staan en ik vraag me met enige verbazing af hoe dat mogelijk is. In .Nederland betaalt men in een behoor lijk restaurant immers zeven tot negen gulden voor een dozijn oesters hoe kunnen ze dan hier als onderdeel van een heel diner prijken, dat maar zes gulden kost? Op de andere kant lees ik wat men a la carte kan bestellen en ik wrijf mijn ogen uit. Er staan twee soorten oesters aangegeven: Portugese, die 1,50 per dozijn kosten en „Annoricainse" oesters, die 2,25 doen. In welk een land ben ik hier verzeild geraakt! Maar ondanks de verleidingen van de goedkope oesters besluit ik tot het menu van 400 francs. Het eerste gerecht zal volgens de kaart „moules" zijn. Nu weet Ik op dat ogenblik in de verste verte niet wat moules eigenlijk betekent ik beken het tot mijn schande! maar op zo n Franse spijskaart ziet men altijd zo veel dingen, die men niet kent, dat ik het maar rustig afwacht. En dan komt even later Jean, de kellner, met een gro te schaal dampende schelpen: mosselen! Hij schept een flinke laag van die schel pen op mijn bord, doet er wat saus over heen, die onder in de schaal ligt, brengt mijn halve fles wijn, dat in Frankrijk nu eenmaal bij het eten hoort als bij ons thee bij de broodmaaltijd, en verdwijnt. Met een scheef oog kijk ik naar die mosselen, want het is niet direct mijn lievelingskost. En bovendienik heb die dingen nu wel op mijn bord maar hoe moet ik ze nu eten? Er zijn al wel een paar mensen in het restau rant, maar die zijn nog bezig aan hun Martini's dus van hen kan ik de kunst niet afkijken. Eerst doe ik een poging om met mijn vork er zo'n beestje uit te prikken, maar dat lijkt nergens op. En dan.... dan merk ik dat ik toch al iets geleerd heb in Parijs. Zonder enige schaamte leg ik mijn vork opzij en ga met mijn handen eten. Met de ene helft schep ik steeds de mossel uit de andere schelphelft en zo gaat het uitstekend. Na een paar mossels doop ik eens een stuk van mijn brood zonder brood is een Franse maal tijd ondenkbaar in de saus en dan krijg ik de smaak te pakken, want die saus is iets heerlijks! Het is het water uit de mosselschelpen {mon sieur Chibi, eigenaar en tevens de kok van La Source, heeft het me later ver teld), vermengd met een scheut witte wijn en verder op smaak gebracht met wat uien en de onvermijdelijke knof look. Die knoflook is iets aparts, niet alleen in Frankrijk maar in vele Zuidelijke landen. Waar men ook komt, in de onder grondse in Parijs, in de slagerswinkels, in de restaurants, men ruikt er altijd de niet zo aangename geur van knoflook. En er is maar één middel om er aan te ontkomen: zelf ook knoflook eten want dan ruikt men het van' een ander niet meer! En voor wie er van houdt is het zeker een smakelijke aroma. Later zie ik dat die eterij met mijn handen precies in de Franse stijl geweest is, want ze doen het allemaal. En ze smak ken erbij dat het een lieve lust is in tafelmanieren is de doorsnee Fransman geen held! Als men hem tenminste met onze maatstaven meet! De beroeps voetballer. Langzaam maar zeker loopt het eet- zaaltje vol. Aan mijn linkerhand komt een jonge man te zitten, een wat vreemde figuur, kennelijk Frans met de laag in geplante, dikke zwarte haardos, maar gekleed als een artist met een lang blauw jak aan. En de tegenstelling tussen Van nes en Parijs is, dat men in deze provin ciestad de mensen gekleed ziet als bij ons in een provinciestad. Deze jonge man blijkt een verwoede eetlust te hebben. Na wat gepraat te hebben met Jean, de kellner, die een vriend van hem schijnt te zijn, begint hij aan zijn menu: eerst soep met brood, dan een grote visschotel met wat aardappel tjes (nieuwe!) en wat sla, dan een dito schotel met een flinke biefstuk, een ba naan toe, een schaaltje zure room toe en dan koffie, de gefilterde koffie zonder melk zoals de Fransen die bij voorkeur drinken. Ik bied hem een sigaret aan maar een gesprek komt niet op gang: hij is kennelijk wat verlegen. Later zie ik hem bij de jongelieden in het café zitten die met bewonderende ogen naar hem opzien en monsieur Chibi vertelt me de reden hiervan: deze jonge man is zo half en half beroepsvoetballer en dus de held van de stad. „Maar voegt monsieur Chibi er di rect aan toe er zit niet veel bij hoor! H\j voetbalt goed, maar verder heeft hij stekeltjes in zijn handen!" Voor werken zijn ze niet geschikt!" Maar als ik zo bekijk, wat deze man dagelijks aan eten en drinken kan uitgeven, dan moet be roepsvoetballer in Frankrijk wel een heel goede betrekking zijn De drie inspecteurs. Aan mijn rechterkant zijn drie mensen neergestreken, drie mannen, van wie de- geen die naast mij zit, een goedmoedige dikkerd, in een buitengewoon goede stemming schijnt te zijn. Ze zijn in druk gesprek, slechts af en toe kan ik er een brokstuk van opvangen, want hun Frans is mij te rad. Maar de dikkerd schijnt te merken dat ik geïnteresseerd ben en vraagt midden in het gesprek mijn me ning ik moet hem echter teleurstellen, omdat ik het niet heb kunnen volgen, maar als ik hem vertel, dat ik Neder lander ben is hij verrukt en ogenblikke lijk begint hij een gesprek met me. Hij vertelt dat ze alle drie inspecteurs zijn van het middelbaar onderwijs. Hijzelf komt uit Parijs en blijkt hoofdinspecteur te zijn, de man naast hem komt uit Nor- mandie en die tegenover hem woont in Vannes. „Kom bij ons zitten!" noodt hij „en gebruik met ons de koffie." Het is een uitnodiging die ik maar al te graag aanneem, want dit zijn mensen die iets over deze streek weten. Al spoedig blijkt dat deze mensen volkomen verschillend denken: de Pa- rijzenaar en de Normandiër geven on omwonden toe, dat ze wel Rooms- Katholiek genoemd worden, maar dat ze nergens meer aan geloven, in te genstelling echter tot de man uit Van nas, die overtuigd volgeling van Rome is en politiek een medewerker en per soonlijke vriend van René Pleven, de vroegere Franse premier. Zijn colle ga's spotten wat met hem, maar ik moedig hem aan om serieus te vertel-4 len, hoe nu toch de situatie ligt. Wat ik van hem hoor is niet erg bemoedigend. „Kijk", zegt hij, „in dit Frankrijk is 98 pCt van de bevolking Katholiek. Maar hoe! Er is maar een heel kleine laag, die werkelijk mee leeft. Aan de andere kant is er ook maar een kleine laag, die openlijk de band met de kerk doorsnijdt. Maar die grote middenmootwij noe men ze de seizoen-Katholieken, omdat de jaren huns levens ook als het ware vier seizoenen kennen: ze worden ge doopt, ze doen hun eerste communie, ze trouwen in de kerk en bij hun ster ven worden ze bediend met de sacra menten der stervenden. En voor de rest bekommeren zij zich nergens om". De dikkerd uit Parijs lacht bij zoveel ernstig gepraat. „Godsdienst", zegt hij, „dat is alleen maar goed voor de rijken. En als ze het de arme schobbers maar kunnen aanpraten, hebben ze ook iets om die ermee zoet te houden. En daarom vertrouwt hij me toe ben ik ook tegen subsidiëring van bijzondere scho len. Daar hebben we zojuist over zitten debatteren. Ik vind het nutteloos, want die scholen worden toch alleen maar in stand gehouden om de mensen slaafse dienaren van Rome te maken. Moet de staat daar zijn geld aan verspillen? Dat is toch de dwaasheid gekroond!" „Jij, jij bent een communist!" zegt de man uit Vannes boos en de dikkerd lacht. „Is ook zo!" zegt hij, maar wees maar niet onge rust hoor, als het op stemmen aankomt ILE D ARZ is een van de meer dan 300 eilanden en eilandjes, die de oaai van Morbihan rijk is. Enkele malen op een dag legt er een boot aan. et grote schip dat de foto laat zien is een kustvisser, die een tot twee et malen op zee blijft en dan weer zijn haven binnenloopt; achter de pier inoB jh"st het (meestal gekleurde) zeil zien van een sardinevisser. ons volgend artikel hopen wij V iets over de schoonheid van deze eilan- te kunnen vertellen. (Ingez. mededeling, adv.) Elk tablei Chefarine „4" bevat extra geneeskracht, dank zij de samenwerking van 4 wereldbe roemde geneesmiddelen. Jt BEROEMDE GENEESMIDDELEN IN. ÉÉN TABI.ET 'n *§tje doet wonderen! DE HAVEN VAN VANNES als het vloed is. Op de foto ziet men op de voorgrond het passa gierschip annex vrachtschip dat enkele malen per dag de baai invaart en op de bewoonde eilan den o.a. ook de post aflevert. Op de achtergrond ziet men het stadje Vannes met de kerk op het hoogste punt gebouwd. Deze kerk dateert uit de vijftiende eeuw. Het stadje bestond al voor dat Julius Cesar met zijn Ro meinse legioenen Europa door trok. verloochent niet!" mijn opvoeding Politiek. zich nog Intussen zijn de koffiekoppen verwis seld voor de cognacglazen en het is de tijd om over politiek te praten, iets wat iedere Fransman zo graag doet. En on middellijk komt natuurlijk het gesprek op generaal de Gaulle. De Gaulle heeft in Bretagne een grote aanhang. De be volking heeft vertrouwen in deze stugge, maar zo welsprekende generaal. Zijn woorden van eenheid en van soberheid, van hard werken en sparen maken in druk op deze mensen, want ze zijn im mers zelf niet anders gewend. „Ja", zegt de dikkerd en hg is even ernstig. „Het is logisch dat de mensen hier, die vissers die dagelijks de gevaren van de zee trotseren en die vrouwen, die hun mannen zo dikwijls in gevaar weten het is logisch dat die in een God ge loven. En ik kan me voorstellen, dat ze De Gaulle vereren. Maar dit verzeker ik U en hjj grijpt mij bij de arm als De Gaulle aan de macht komt, dan be tekent dat revolutie. En ik zal de eerste zijn om me daarbij aan te sluiten!" En vreemd, ook de man uit Vannes is het daarmee volledig eens. De Gaulle aan de macht betekent ook voor hem revo lutie, want dan is de vrijheid in gevaar. En de vrijheid die gaat in Frankrijk immers boven al! Beter een slecht gere geerd land maar waarin iedereen zijn mening kan zeggen, dan een land dat voorspoed kent, maar dat onder sterke druk staat van boven af! Het is al bijna middernacht als ze vertrekken en ik nog een glas cognac drink met monsieur Chibi. Ik vertel hem iets van ons gesprek en hij haalt de schouders op. „Dit land zegt hij, dit Bretagne, het is zo moeilijk te begrijpen. U hebt hier de producten van de zee gegeten en ik geloof dat ze U gesmaakt heb ben, ook al zullen er heel wat zijn, die krabben b.v. en die palourdes (ook schelpdieren die men rauw eet), die U vreemd zullen zijn. Men moet ze leren eten om ervan te gaan houden. Zo moet men ook deze mensen hier leren kennen. Ze zijn een volk van de zee, stug soms vreemd soms, maar trouw. Als U een paar dagen in deze streken ronddoolt zult U ze leren kennen... en waarschijnlijk leren waarderen! En dat is wat ik de volgende dagen wil onderzoeken. Want mijn eerste indrukken van dit land zijn nog te oppervlakkigD. T. Generaal Matthew B. Ridgway zal 12 Mei naar Amerika vertrekken en dit land 24 Mei verlaten, om zich naar Europa te hegeven, waar hij generaal Eisenhower als opperbevelhebber der landstrijdkrach ten van de N.A.V.O. zal opvolgen, zo is officieel medegedeeld. Straalvliegtuig „Cornet" te Londen terug. Het passagiersvliegtuig met straal aandrijving van de Britse overzeese luchtvaartmaatschappij (BOAC), dat Zaterdag de afstand LondenJohan nesburg in 23 uur en 38 minuten afleg de, heeft de retourvlucht langs dezelf de route in 23 uur en 23 minuten vol bracht. Dinsdagmorgen kwam de „Co- met" te Londen aan. Het straalvliegtuig heeft de afstand v.v. in twee derden van de normale reistijd afgelegd. De voorzitter van de BOAC, Sir Miles Thomas, heeft ver klaard, dat binnen een jaar de afstand LondenJohannesburg in 16% uur zal worden afgelegd. Als een moderne en monumentale burcht, die ten dele in steen en beton Is opgetrokken tot een hoogte van 32 meter en met een frontbreedte van ongeveer 40 meter, zodat hjj In vrijwel het hele land van Axel zichtbaar Is, staat aan het kanaal bij de Axelse Sassing de nieuwe graansilo van de C.B.T.B., die dezer dagen is gereedgekomen en op 23 Mei a.s. door de Commissaris der Koningin in Zeeland, jhr mr A. F. O. de Casembroot, officieel In bedrijf zal worden gesteld. Uit het indrukwekkende gebouw spreekt het streven naar eenvoud en doel matigheid, mede doordat het is ingericht met de modernste vol-automatische-ap- paratuur. Het heeft de grootste verwerkingscapaciteit in Zeeland, zodat er bjj normaal verloop de gehele graan-oogst van Zeeuwsch-Vaanderen kan wor den aangevoerd en verwerkt. Reeds lang voelde men de behoefte aan een dergelijk gebouw, dat men voor de streek nodig achtte en In een gecombineerde vergadering van de afd. Oost Zeeuwsch-Vlaanderen van de C.B.T.B. en het C.B.K. werd begin Ja nuari 1951 tot de bouw besloten. Deze werd verzorgd door de N.V. Bredase Beton Mij, in de zeer korte tijd van zes maanden; architect was ir F. Wie- land uit Breda. De schoon- en droog- inrichting werd verzorgd door de N.V. D. van Opstal te Zevenbergen. Het doel van het gebouw is: het schonen, drogen, verwerken en bewa ren van het graan op de meest efficiën te wijze, aldus vertelde ons de direc teur, de heer Brandes, en dit idee is gerijpt, omdat de huidige oogstmetho- de totaal afwijkt van de vroegere. De zelfbinder en de dorsmachine brach ten reeds een belangrijke ommekeer in de Zeeuwsvlaamse akkerbouwbedrij ven. Na de oorlog deed de combine haar intrede, waardoor het graan in een minimum van tjjd werd geoogst en gedorsen, zodat de graanverwer- kende bedrijven een dermate grote aanvoer kregen, dat z(j zich eveneens moesten aanpassen aan de evolutie van de tijd. Daarom trachtte men een pas sende inrichting te krijgen in Zeeuwsch Vlaanderen, waarin de granen zonder enig bezwaar lange tijd bewaard kun nen blijven en verder alle mogelijke be werkingen ondergaan, waardoor de kwaliteit van het graan kan worden behouden en zelfs nog verbeterd. DE VERWERKINGSCAPACITEIT. De verwerkingscapaciteit bedraagt 10.000 kg graan per uur, zowel voor drogen als schonen; de transport-capa citeit is 20.000 kg per uur. Bjj normale gang van zaken kunnen twee personen de hele electrische installatie bedienen, waartoe een speciale hoogspannlngs- rnimte moest worden omgebouwd. Het graan, dat zowel per schip als per auto kan worden ontvangen, wordt los in een bak gestort, waarna het wordt voor-gereinigd, automatisch ge wogen en dan via elevatoren en sleep- kettingen iri diverse bewerkingsplaat sen (drogen of reinigen) of opslag ruimte terecht komt. In deze laatste kan het graan worden „belucht" door middel van een speciaal aangebrachte luchtpomp. HET GEBOUW. Bfj de ingang in de grote opslag ruimte vindt men de vijf grote ele- vattoren, die het graan verder trans porteren naar de dersbetreffende plaatsen. Op de eerste zolder bevindt zich de machinekamer, waar twee batterijen staan van drie reinigers met een ge zamenlijke capaciteit van 10.000 ton per uur. Door een doeltreffende ver lichting kan hier ook „continu" wor den gewerkt. Hier wordt het graan gereinigd en „getrieurd", d.w.z. door snel draaiende trommels komen zo wel de gave hele korrels als de tweede soort op de bestemde plaats. Op de tweede verdieping bevindt zich de drogerij, die 10 meter hoog is en een capaciteit van 10.000 kg per uur heeft. Door een vernuftige appa ratuur wordt steeds gecontroleerd, of de juiste temperatuur is aangehouden, ook tijdens afwezigheid van het per soneel. De drogerij en het gehele ge bouw zijn zodanig tegen brand be veiligd, dat deze onmiddellijk wordt gelocaliseerd. Hierbij is ook een goed ingerichte werkplaats, zodat men bij eventuele stoornissen zelf in de be hoefte kan voorzien. Als warmtebron voor de drogerij worden vier kachels gebezigd, die gestookt worden met stookolie. Op de bovenste verdieping bevin den zich de elf cellen met diverse op slag-capaciteiten tot een gezamenlijke inhoud van 2.000.000 kg. Vanaf de 32 meter hoge toren heeft men een prachtig panorama over Oost Zeeuwsch Vlaanderen. Naast de silo is aangebouwd een ka mer voor de magazijnmeester, een kan toor, een vergaderzaal, een wachtlo kaal, alles eenvoudig, doch solide en comfortabel ingericht. De eerst vorige week gereedgekomen silo heeft haar doelmatigheid reeds be wezen, doordat er in de vorige oogst- periode er druk gebruik van werd ge maakt, zowel uit het land van Hulst als het Westen. De verwachting is gerecht vaardigd, dat behoudens onvoorziene gebeurtennissen voor de gehele Zeeuwsvlaamse graanoogst van deze in richting zal kunnen worden geprofi teerd. POLITIEKE VRIJHEID. Het was een geweldig gebeuren, toen op 5 Mei 1945 de Duitse over weldigers na vijf-jarige strijd capitu leerden. Hoe hadden we „gesnakt naar de dag van het rood, wit en blauw". En nu was eindelijk de lang verwachte dag aangebroken. Nederland was be vrijd. Wij zouden weer in vrijheid kun nen leven. Ook op politiek gebied. Tyrannie en despotisme maakten weer plaats voor vrijheid en democratie. De politieke partijen die tijdens de be zetting waren ontbonden konden weer hun arbeid hervatten. Als vrije bur gers zouden we weer aan het politieke leven kimnen deelnemen. Wij hadden gehoopt en gebeden, dat het zover zou komen. Wij hadden ge snakt naar die dag, naar het ogenblik dat niet meer over ons doch zonder ons werd beslist. En nu was het dan zover gekomen. En nu zou men mogen verwachten dat ons volk, en dat met name zij, die belijden dat wij ook in het staatkun dige leven God hebben te dienen, en dat wij ook wat dit betreft een God delijke opdracht hebben te vervullen, zich met volle kracht aan de politieke actie zouden geven. De werkelijkheid is, over het geheel genomen, echter anders. Wanneer de kiesverenigingen vergaderen, dan laat zelfs in een verkiezingsjaar de over grote meerderheid van de leden ver stek gaan. Men heeft geen lust om zich, in een tijd dat de politiek zich op vaak zeer onaangename wijze met ons bemoeit, met de politiek te be moeien. Tijdens de bezetting MOCHT men niet. En nu WIL men niet, ondanks alle gejammer over de sterke activiteit van de communisten. Als verontschul diging geldt meestal, dat men geen tijd heeft. Maar die tijd is er toevallig vaak wel, als een feestavond wordt georga niseerd, als er een of ander pretje te beleven valt. Vandaar dat meerdere kiesvereni gingen pogen zo nu en dan aan de ver gaderingen een ietwat feestelijk karak ter te geven. Er is dan althans een kleine kans dat meerderen de verga dering bezoeken en dat mannen die de gave van het woord hebben dan wel zo goed zijn een „opwekkend woord" weg te geven. Dat is zo de manier waarop wij onze dankbaarheid tonen voor het rijke voorrecht dat God ons op staatkundig gebied heeft willen schenken. Geve God, dat wij niet opnieuw onze vrijheid om van onze staatkundige rechten gebruik te maken, verspelen, dat wij niet opnieuw moeten snakken naar de dag van rood, wit en blauw. Maar moge Hij er ons voor bewaren, dat wij de ons geschonken vrijheid misbruiken door onlust en onverschil ligheid. G. Z. 'ingezonden Mededeling adv IBIS In de Italiaanse kustplaats Ancona zijn Maandag elf Joegoslavische jongelieden, allen dienstplichtigen tussen 18 en 20 jaar, op een gestolen vissersboot aangekomen. Zij hebben zich bij de politie als politie ke vluchtelingen opgegeven. In Bari, verder naar het Zuiden, kwa men nog dezelfde dag zes Joegoslavische vluchtelingen aan. Zij maakten zich in de avond meester van een gemotoriseerde vissersboot, bedwongen de bemanning van tien met een echte en twee houten pistolen en sloten haar op in het ruim. Bij aankomst in Italië verkozen drie leden der bemanning in Italië te blijven. Zo zijn er dus binnen 24 uur 20 Joego siaven naar Italië uitgeweken. OPSTAND IN CANADESE GEVANGENIS. Politie doet mei Luit een inval, In de „Bordeaux-gevangenis" te Montreal zijn Zondagavond vijfhon derd gevangenen in opstand gekomen uit protest tegen de voeding. Er is naar schatting voor ruim driehonderd duizend gulden schade aangericht. Tien bewakers en gevangenen zijn gewond. De opstandelingen sloegen in een van de kamers der gevange- nisleiding alles kort en klein en sticht ten brand in cellen, de werkplaats, de cantine, het ontspanningslokaal, de keuken en bij de gevangeniskapel. De politie kwam spoedig na het uitbre ken van de opstand in grote getale bij de gevangenis aan, doch wachtte byna vier uur buiten, in de hoop, dat de gevangenen uit zichzelf zouden bedaren. Toen dit niet het geval bleek te zijn, betraden zij het terrein van de gevangenis, terwijl een politie- inspecteur luide te kennen gaf, dat goed voedsel, onder meer fruit, werd binnengebracht. Daarop trokken de gevangenen zich in hun cellen terug. Amerikaanse belangstelling voor de kwestie-Tunis, De Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, belast met kwesties betreffende het Oosten, Henry Byroade, heeft met de Franse resident-generaal in Tunis, graaf de Hauteclocque, en de Tu nesische premier, Bakkoesj, de Tunesi sche kwestie besproken. Byroade, die gisteren Tunis verliet op weg naar Libye (bij maakt een tocht door Noord-Afrika), zou met de resident-gene raal in het bijzonder gesproken hebben over de Franse voorstellen tot constitu tionele hervormingen. Ook heeft Byroade een kort doch vriendschappelijk onder houd met de Bey van Tunis gehad. De vergadering van de onderhande laars over een wapenstilstand in Korea heeft Dinsdag vijftien minuten geduurd. Na afloop werd alleen meegedeeld, dat Woensdag weer vergaderd zal worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 5