„ARNOR" - Bretagnes „land van d e zee".
GRAANSILO VAN DE C.B.T.B.
BIJ AXEL GEREED.
de loupe
j
Chefarine .4
De grootste en modernste
in Zeeland.
Een verhaal van oesters en mosselen,
van knoflook en slechte tafelmanieren
en van mensen van dit „zeeland",
Reisindrukken uit Frankrijk. (II)
Viervoudige werking...
met ettita geneeskracht
=J
Generaal Ridgway 24 Mei
naar Europa.
Opening op 23 Mei door de Commissaris der Koningin.
de <ha<3
naafWw smaak
Twintig Joegosiaven uitge
weken naar Italië,
Woensdag 7 Mei 1952
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 5
VANNES, April 1952.
„Armor" is een oud Keltisch woord, dat „land van de zee" betekent
in tegenstelling tot „Arcoat", waarmee het „land van de bossen", het
binnenland wordt aangeduid. Met de „Armor" heb ik de eerste dag
van mijn verblijf in Bretagne, in Vannes, terdege kennis gemaakt. Van
nes, de voornaamste stad van Morbihan, staat op de kaart aangegeven
als een havenstadje, maar de bezoeker die op een ongunstig tijdstip
naar de haven gaat zoeken, vindt slechts een kanaal dat wel breed is
maar geen water bijna bevat. Slik, niets dan slik ziet hij en in het mid
den een troosteloos watergeultje. Maar komt hij enkele uren later dan
ziet hij tot zijn grote verbazing uit de verte al dat er een vrij behoorlijk
schip binnen komt varen tot vlak onder de wallen van de stad. En als
hij verder loopt ziet hij niets meer van het slik: het is een breed en diep
vaarwater geworden! Dat is de invloed van de Atlantische Oceaan,
waarmee de haven van Vannes via de baai van Morbihan in verbin
ding staat. Het verschil tussen eb en vloed is in de Oceaan buitenge
woon groot en dat verschil is in het gehele land merkbaar. Midden in
het land, waar men niets van de Atlantische Oceaan ziet en haar ver
weg waant, ziet men hoe kleine modderslootjes in korte tijd veranderen
in waterrijke vaarten. De Oceaan doorspoelt dit land en houdt het
omvat dit is het land van de zee, de „Armor"!
Maar nog op geheel andere wijze heb
ik geconstateerd dat dit „het land van
de zee" is en daarvan wil ik U ditmaal
Iets vertellen. In die acht lange uren In
de expresse-trein van Parijs naar Vannes
had ik zitten praten met een wat stugge,
verlegen jongeman, maargeboren in
Vannes ook al woonde hij nu ergens an
ders. Bij hem had ik geïnformeerd naar
een hotel en toen hij daarmee slecht op
de hoogte bleek, had ik hem gevraagd
of er ook een plaatselijke krant was. Het
bloed kruipt immers, waar het niet gaan
kan! En via die krant hoopte ik wel aan
sen goed adres te komen. Het lukte boven
verwachtingmet Franse hoffelijkheid
ontving me de redactie van de Ouest
France, een provinciaal blad met een op
lage van bijna 600.000, dus tweemaal zo
groot als de grootste krant in Nederland!
Een redacteur bracht me naar een goed
en niet te duur hotel en toen ik hem een
glas wijn aanbood en we even samen
praatten, vertelde hij me, dat ik beslist
moest gaan eten bij „La Source", een
klein restaurant op de Place de 1' hotel
de Ville.
La Source.
Ik weet geen beter middel om U dui
delijk te maken hoe veelzeggend dat
woord „Armor" land van de zee is,
dan door U mee te nemen in dit restau
rant. Het is naar het uiterlijk niet veel
anders dan de meeste Franse eetgelegen-
heden. De voorkant van de zaal wordt
benut als café bij mijn binnenkomst
zitten er een aantal slungelachtige jonge
lieden zoals men in elk café ter wereld
kan aantreffen en een paar soldaten van
de in Vannes gelegerde parachutisten
brigade met hun meisjes. Ze drinken
wijn zoals dat een goede Fransman past.
Daarachter is het restaurantbanken
langs de muur waarvoor de tafeltjes
staan, want men zit in Frankrijk als het
ware altijd in een grote kring. En na
tuurlijk overal spiegels, zodat men zich
zelf en zijn medegasten van alle kanten
kan bekijken. Maar medegasten zijn er
nog niet, het is pas acht uur en dat is
naar Franse begrippen nog wat vroeg om
al uit dineren te gaan. Dus heb ik alle
tijd om de spijskaart te bestuderen.
Er zijn twee vaste menu's, n.l. één van
400 en één van 600 francs. Bjj het i. itste
zie ik oesters staan en ik vraag me met
enige verbazing af hoe dat mogelijk is.
In .Nederland betaalt men in een behoor
lijk restaurant immers zeven tot negen
gulden voor een dozijn oesters hoe
kunnen ze dan hier als onderdeel van
een heel diner prijken, dat maar zes
gulden kost?
Op de andere kant lees ik wat men a
la carte kan bestellen en ik wrijf mijn
ogen uit. Er staan twee soorten oesters
aangegeven: Portugese, die 1,50 per
dozijn kosten en „Annoricainse" oesters,
die 2,25 doen. In welk een land ben
ik hier verzeild geraakt!
Maar ondanks de verleidingen van de
goedkope oesters besluit ik tot het menu
van 400 francs. Het eerste gerecht zal
volgens de kaart „moules" zijn. Nu weet
Ik op dat ogenblik in de verste verte
niet wat moules eigenlijk betekent ik
beken het tot mijn schande! maar op
zo n Franse spijskaart ziet men altijd zo
veel dingen, die men niet kent, dat ik
het maar rustig afwacht. En dan komt
even later Jean, de kellner, met een gro
te schaal dampende schelpen: mosselen!
Hij schept een flinke laag van die schel
pen op mijn bord, doet er wat saus over
heen, die onder in de schaal ligt, brengt
mijn halve fles wijn, dat in Frankrijk
nu eenmaal bij het eten hoort als bij ons
thee bij de broodmaaltijd, en verdwijnt.
Met een scheef oog kijk ik naar die
mosselen, want het is niet direct mijn
lievelingskost. En bovendienik
heb die dingen nu wel op mijn bord
maar hoe moet ik ze nu eten? Er zijn
al wel een paar mensen in het restau
rant, maar die zijn nog bezig aan hun
Martini's dus van hen kan ik de kunst
niet afkijken. Eerst doe ik een poging
om met mijn vork er zo'n beestje uit
te prikken, maar dat lijkt nergens op.
En dan.... dan merk ik dat ik toch
al iets geleerd heb in Parijs. Zonder
enige schaamte leg ik mijn vork opzij
en ga met mijn handen eten. Met de
ene helft schep ik steeds de mossel
uit de andere schelphelft en zo gaat
het uitstekend. Na een paar mossels
doop ik eens een stuk van mijn brood
zonder brood is een Franse maal
tijd ondenkbaar in de saus en dan
krijg ik de smaak te pakken, want
die saus is iets heerlijks! Het is het
water uit de mosselschelpen {mon
sieur Chibi, eigenaar en tevens de kok
van La Source, heeft het me later ver
teld), vermengd met een scheut witte
wijn en verder op smaak gebracht met
wat uien en de onvermijdelijke knof
look.
Die knoflook is iets aparts, niet alleen
in Frankrijk maar in vele Zuidelijke
landen. Waar men ook komt, in de onder
grondse in Parijs, in de slagerswinkels,
in de restaurants, men ruikt er altijd de
niet zo aangename geur van knoflook.
En er is maar één middel om er aan te
ontkomen: zelf ook knoflook eten want
dan ruikt men het van' een ander niet
meer! En voor wie er van houdt is het
zeker een smakelijke aroma.
Later zie ik dat die eterij met mijn
handen precies in de Franse stijl geweest
is, want ze doen het allemaal. En ze smak
ken erbij dat het een lieve lust is in
tafelmanieren is de doorsnee Fransman
geen held! Als men hem tenminste met
onze maatstaven meet!
De beroeps voetballer.
Langzaam maar zeker loopt het eet-
zaaltje vol. Aan mijn linkerhand komt
een jonge man te zitten, een wat vreemde
figuur, kennelijk Frans met de laag in
geplante, dikke zwarte haardos, maar
gekleed als een artist met een lang blauw
jak aan. En de tegenstelling tussen Van
nes en Parijs is, dat men in deze provin
ciestad de mensen gekleed ziet als bij
ons in een provinciestad.
Deze jonge man blijkt een verwoede
eetlust te hebben. Na wat gepraat te
hebben met Jean, de kellner, die een
vriend van hem schijnt te zijn, begint hij
aan zijn menu: eerst soep met brood, dan
een grote visschotel met wat aardappel
tjes (nieuwe!) en wat sla, dan een dito
schotel met een flinke biefstuk, een ba
naan toe, een schaaltje zure room toe en
dan koffie, de gefilterde koffie zonder
melk zoals de Fransen die bij voorkeur
drinken. Ik bied hem een sigaret aan
maar een gesprek komt niet op gang: hij
is kennelijk wat verlegen. Later zie ik
hem bij de jongelieden in het café zitten
die met bewonderende ogen naar hem
opzien en monsieur Chibi vertelt me de
reden hiervan: deze jonge man is zo half
en half beroepsvoetballer en dus de held
van de stad.
„Maar voegt monsieur Chibi er di
rect aan toe er zit niet veel bij hoor!
H\j voetbalt goed, maar verder heeft hij
stekeltjes in zijn handen!" Voor werken
zijn ze niet geschikt!" Maar als ik zo
bekijk, wat deze man dagelijks aan eten
en drinken kan uitgeven, dan moet be
roepsvoetballer in Frankrijk wel een heel
goede betrekking zijn
De drie inspecteurs.
Aan mijn rechterkant zijn drie mensen
neergestreken, drie mannen, van wie de-
geen die naast mij zit, een goedmoedige
dikkerd, in een buitengewoon goede
stemming schijnt te zijn. Ze zijn in druk
gesprek, slechts af en toe kan ik er een
brokstuk van opvangen, want hun Frans
is mij te rad. Maar de dikkerd schijnt
te merken dat ik geïnteresseerd ben en
vraagt midden in het gesprek mijn me
ning ik moet hem echter teleurstellen,
omdat ik het niet heb kunnen volgen,
maar als ik hem vertel, dat ik Neder
lander ben is hij verrukt en ogenblikke
lijk begint hij een gesprek met me. Hij
vertelt dat ze alle drie inspecteurs zijn
van het middelbaar onderwijs. Hijzelf
komt uit Parijs en blijkt hoofdinspecteur
te zijn, de man naast hem komt uit Nor-
mandie en die tegenover hem woont in
Vannes. „Kom bij ons zitten!" noodt hij
„en gebruik met ons de koffie." Het is
een uitnodiging die ik maar al te graag
aanneem, want dit zijn mensen die iets
over deze streek weten.
Al spoedig blijkt dat deze mensen
volkomen verschillend denken: de Pa-
rijzenaar en de Normandiër geven on
omwonden toe, dat ze wel Rooms-
Katholiek genoemd worden, maar dat
ze nergens meer aan geloven, in te
genstelling echter tot de man uit Van
nas, die overtuigd volgeling van Rome
is en politiek een medewerker en per
soonlijke vriend van René Pleven, de
vroegere Franse premier. Zijn colle
ga's spotten wat met hem, maar ik
moedig hem aan om serieus te vertel-4
len, hoe nu toch de situatie ligt.
Wat ik van hem hoor is niet erg
bemoedigend. „Kijk", zegt hij, „in dit
Frankrijk is 98 pCt van de bevolking
Katholiek. Maar hoe! Er is maar een
heel kleine laag, die werkelijk mee
leeft. Aan de andere kant is er ook
maar een kleine laag, die openlijk de
band met de kerk doorsnijdt. Maar
die grote middenmootwij noe
men ze de seizoen-Katholieken, omdat
de jaren huns levens ook als het ware
vier seizoenen kennen: ze worden ge
doopt, ze doen hun eerste communie,
ze trouwen in de kerk en bij hun ster
ven worden ze bediend met de sacra
menten der stervenden. En voor de
rest bekommeren zij zich nergens om".
De dikkerd uit Parijs lacht bij zoveel
ernstig gepraat. „Godsdienst", zegt hij,
„dat is alleen maar goed voor de rijken.
En als ze het de arme schobbers maar
kunnen aanpraten, hebben ze ook iets
om die ermee zoet te houden. En daarom
vertrouwt hij me toe ben ik ook
tegen subsidiëring van bijzondere scho
len. Daar hebben we zojuist over zitten
debatteren. Ik vind het nutteloos, want
die scholen worden toch alleen maar in
stand gehouden om de mensen slaafse
dienaren van Rome te maken. Moet de
staat daar zijn geld aan verspillen? Dat
is toch de dwaasheid gekroond!" „Jij, jij
bent een communist!" zegt de man uit
Vannes boos en de dikkerd lacht. „Is ook
zo!" zegt hij, maar wees maar niet onge
rust hoor, als het op stemmen aankomt
ILE D ARZ is een van de meer dan 300 eilanden en eilandjes, die de
oaai van Morbihan rijk is. Enkele malen op een dag legt er een boot aan.
et grote schip dat de foto laat zien is een kustvisser, die een tot twee et
malen op zee blijft en dan weer zijn haven binnenloopt; achter de pier
inoB jh"st het (meestal gekleurde) zeil zien van een sardinevisser.
ons volgend artikel hopen wij V iets over de schoonheid van deze eilan-
te kunnen vertellen.
(Ingez. mededeling, adv.)
Elk tablei Chefarine „4" bevat
extra geneeskracht, dank zij de
samenwerking van 4 wereldbe
roemde geneesmiddelen.
Jt BEROEMDE GENEESMIDDELEN
IN. ÉÉN TABI.ET
'n *§tje doet wonderen!
DE HAVEN VAN VANNES
als het vloed is. Op de foto ziet
men op de voorgrond het passa
gierschip annex vrachtschip dat
enkele malen per dag de baai
invaart en op de bewoonde eilan
den o.a. ook de post aflevert.
Op de achtergrond ziet men het
stadje Vannes met de kerk op
het hoogste punt gebouwd. Deze
kerk dateert uit de vijftiende
eeuw. Het stadje bestond al voor
dat Julius Cesar met zijn Ro
meinse legioenen Europa door
trok.
verloochent
niet!"
mijn opvoeding
Politiek.
zich nog
Intussen zijn de koffiekoppen verwis
seld voor de cognacglazen en het is de
tijd om over politiek te praten, iets wat
iedere Fransman zo graag doet. En on
middellijk komt natuurlijk het gesprek
op generaal de Gaulle. De Gaulle heeft
in Bretagne een grote aanhang. De be
volking heeft vertrouwen in deze stugge,
maar zo welsprekende generaal. Zijn
woorden van eenheid en van soberheid,
van hard werken en sparen maken in
druk op deze mensen, want ze zijn im
mers zelf niet anders gewend.
„Ja", zegt de dikkerd en hg is even
ernstig. „Het is logisch dat de mensen
hier, die vissers die dagelijks de gevaren
van de zee trotseren en die vrouwen, die
hun mannen zo dikwijls in gevaar weten
het is logisch dat die in een God ge
loven. En ik kan me voorstellen, dat ze
De Gaulle vereren. Maar dit verzeker ik
U en hjj grijpt mij bij de arm als
De Gaulle aan de macht komt, dan be
tekent dat revolutie. En ik zal de eerste
zijn om me daarbij aan te sluiten!"
En vreemd, ook de man uit Vannes is
het daarmee volledig eens. De Gaulle aan
de macht betekent ook voor hem revo
lutie, want dan is de vrijheid in gevaar.
En de vrijheid die gaat in Frankrijk
immers boven al! Beter een slecht gere
geerd land maar waarin iedereen zijn
mening kan zeggen, dan een land dat
voorspoed kent, maar dat onder sterke
druk staat van boven af!
Het is al bijna middernacht als ze
vertrekken en ik nog een glas
cognac drink met monsieur Chibi.
Ik vertel hem iets van ons gesprek
en hij haalt de schouders op. „Dit
land zegt hij, dit Bretagne, het is
zo moeilijk te begrijpen. U hebt hier
de producten van de zee gegeten en
ik geloof dat ze U gesmaakt heb
ben, ook al zullen er heel wat zijn,
die krabben b.v. en die palourdes
(ook schelpdieren die men rauw
eet), die U vreemd zullen zijn. Men
moet ze leren eten om ervan te gaan
houden. Zo moet men ook deze
mensen hier leren kennen. Ze zijn
een volk van de zee, stug soms
vreemd soms, maar trouw. Als U
een paar dagen in deze streken
ronddoolt zult U ze leren kennen...
en waarschijnlijk leren waarderen!
En dat is wat ik de volgende dagen
wil onderzoeken. Want mijn eerste
indrukken van dit land zijn nog te
oppervlakkigD. T.
Generaal Matthew B. Ridgway zal 12
Mei naar Amerika vertrekken en dit land
24 Mei verlaten, om zich naar Europa
te hegeven, waar hij generaal Eisenhower
als opperbevelhebber der landstrijdkrach
ten van de N.A.V.O. zal opvolgen, zo is
officieel medegedeeld.
Straalvliegtuig „Cornet" te Londen
terug.
Het passagiersvliegtuig met straal
aandrijving van de Britse overzeese
luchtvaartmaatschappij (BOAC), dat
Zaterdag de afstand LondenJohan
nesburg in 23 uur en 38 minuten afleg
de, heeft de retourvlucht langs dezelf
de route in 23 uur en 23 minuten vol
bracht. Dinsdagmorgen kwam de „Co-
met" te Londen aan.
Het straalvliegtuig heeft de afstand
v.v. in twee derden van de normale
reistijd afgelegd. De voorzitter van de
BOAC, Sir Miles Thomas, heeft ver
klaard, dat binnen een jaar de afstand
LondenJohannesburg in 16% uur zal
worden afgelegd.
Als een moderne en monumentale burcht, die ten dele in steen en beton Is
opgetrokken tot een hoogte van 32 meter en met een frontbreedte van ongeveer
40 meter, zodat hjj In vrijwel het hele land van Axel zichtbaar Is, staat aan het
kanaal bij de Axelse Sassing de nieuwe graansilo van de C.B.T.B., die dezer
dagen is gereedgekomen en op 23 Mei a.s. door de Commissaris der Koningin in
Zeeland, jhr mr A. F. O. de Casembroot, officieel In bedrijf zal worden gesteld.
Uit het indrukwekkende gebouw spreekt het streven naar eenvoud en doel
matigheid, mede doordat het is ingericht met de modernste vol-automatische-ap-
paratuur. Het heeft de grootste verwerkingscapaciteit in Zeeland, zodat er bjj
normaal verloop de gehele graan-oogst van Zeeuwsch-Vaanderen kan wor
den aangevoerd en verwerkt.
Reeds lang voelde men de behoefte
aan een dergelijk gebouw, dat men
voor de streek nodig achtte en In een
gecombineerde vergadering van de
afd. Oost Zeeuwsch-Vlaanderen van de
C.B.T.B. en het C.B.K. werd begin Ja
nuari 1951 tot de bouw besloten. Deze
werd verzorgd door de N.V. Bredase
Beton Mij, in de zeer korte tijd van
zes maanden; architect was ir F. Wie-
land uit Breda. De schoon- en droog-
inrichting werd verzorgd door de N.V.
D. van Opstal te Zevenbergen.
Het doel van het gebouw is: het
schonen, drogen, verwerken en bewa
ren van het graan op de meest efficiën
te wijze, aldus vertelde ons de direc
teur, de heer Brandes, en dit idee is
gerijpt, omdat de huidige oogstmetho-
de totaal afwijkt van de vroegere. De
zelfbinder en de dorsmachine brach
ten reeds een belangrijke ommekeer
in de Zeeuwsvlaamse akkerbouwbedrij
ven. Na de oorlog deed de combine
haar intrede, waardoor het graan in
een minimum van tjjd werd geoogst
en gedorsen, zodat de graanverwer-
kende bedrijven een dermate grote
aanvoer kregen, dat z(j zich eveneens
moesten aanpassen aan de evolutie van
de tijd. Daarom trachtte men een pas
sende inrichting te krijgen in Zeeuwsch
Vlaanderen, waarin de granen zonder
enig bezwaar lange tijd bewaard kun
nen blijven en verder alle mogelijke be
werkingen ondergaan, waardoor de
kwaliteit van het graan kan worden
behouden en zelfs nog verbeterd.
DE VERWERKINGSCAPACITEIT.
De verwerkingscapaciteit bedraagt
10.000 kg graan per uur, zowel voor
drogen als schonen; de transport-capa
citeit is 20.000 kg per uur. Bjj normale
gang van zaken kunnen twee personen
de hele electrische installatie bedienen,
waartoe een speciale hoogspannlngs-
rnimte moest worden omgebouwd.
Het graan, dat zowel per schip als
per auto kan worden ontvangen, wordt
los in een bak gestort, waarna het
wordt voor-gereinigd, automatisch ge
wogen en dan via elevatoren en sleep-
kettingen iri diverse bewerkingsplaat
sen (drogen of reinigen) of opslag
ruimte terecht komt. In deze laatste
kan het graan worden „belucht" door
middel van een speciaal aangebrachte
luchtpomp.
HET GEBOUW.
Bfj de ingang in de grote opslag
ruimte vindt men de vijf grote ele-
vattoren, die het graan verder trans
porteren naar de dersbetreffende
plaatsen.
Op de eerste zolder bevindt zich de
machinekamer, waar twee batterijen
staan van drie reinigers met een ge
zamenlijke capaciteit van 10.000 ton
per uur. Door een doeltreffende ver
lichting kan hier ook „continu" wor
den gewerkt. Hier wordt het graan
gereinigd en „getrieurd", d.w.z. door
snel draaiende trommels komen zo
wel de gave hele korrels als de tweede
soort op de bestemde plaats.
Op de tweede verdieping bevindt
zich de drogerij, die 10 meter hoog is
en een capaciteit van 10.000 kg per
uur heeft. Door een vernuftige appa
ratuur wordt steeds gecontroleerd, of de
juiste temperatuur is aangehouden,
ook tijdens afwezigheid van het per
soneel. De drogerij en het gehele ge
bouw zijn zodanig tegen brand be
veiligd, dat deze onmiddellijk wordt
gelocaliseerd. Hierbij is ook een goed
ingerichte werkplaats, zodat men bij
eventuele stoornissen zelf in de be
hoefte kan voorzien. Als warmtebron
voor de drogerij worden vier kachels
gebezigd, die gestookt worden met
stookolie.
Op de bovenste verdieping bevin
den zich de elf cellen met diverse op
slag-capaciteiten tot een gezamenlijke
inhoud van 2.000.000 kg. Vanaf de
32 meter hoge toren heeft men een
prachtig panorama over Oost Zeeuwsch
Vlaanderen.
Naast de silo is aangebouwd een ka
mer voor de magazijnmeester, een kan
toor, een vergaderzaal, een wachtlo
kaal, alles eenvoudig, doch solide en
comfortabel ingericht.
De eerst vorige week gereedgekomen
silo heeft haar doelmatigheid reeds be
wezen, doordat er in de vorige oogst-
periode er druk gebruik van werd ge
maakt, zowel uit het land van Hulst als
het Westen. De verwachting is gerecht
vaardigd, dat behoudens onvoorziene
gebeurtennissen voor de gehele
Zeeuwsvlaamse graanoogst van deze in
richting zal kunnen worden geprofi
teerd.
POLITIEKE VRIJHEID.
Het was een geweldig gebeuren,
toen op 5 Mei 1945 de Duitse over
weldigers na vijf-jarige strijd capitu
leerden.
Hoe hadden we „gesnakt naar de
dag van het rood, wit en blauw". En
nu was eindelijk de lang verwachte
dag aangebroken. Nederland was be
vrijd. Wij zouden weer in vrijheid kun
nen leven. Ook op politiek gebied.
Tyrannie en despotisme maakten weer
plaats voor vrijheid en democratie. De
politieke partijen die tijdens de be
zetting waren ontbonden konden weer
hun arbeid hervatten. Als vrije bur
gers zouden we weer aan het politieke
leven kimnen deelnemen.
Wij hadden gehoopt en gebeden, dat
het zover zou komen. Wij hadden ge
snakt naar die dag, naar het ogenblik
dat niet meer over ons doch zonder
ons werd beslist. En nu was het dan
zover gekomen.
En nu zou men mogen verwachten
dat ons volk, en dat met name zij, die
belijden dat wij ook in het staatkun
dige leven God hebben te dienen, en
dat wij ook wat dit betreft een God
delijke opdracht hebben te vervullen,
zich met volle kracht aan de politieke
actie zouden geven.
De werkelijkheid is, over het geheel
genomen, echter anders. Wanneer de
kiesverenigingen vergaderen, dan laat
zelfs in een verkiezingsjaar de over
grote meerderheid van de leden ver
stek gaan. Men heeft geen lust om
zich, in een tijd dat de politiek zich
op vaak zeer onaangename wijze met
ons bemoeit, met de politiek te be
moeien.
Tijdens de bezetting MOCHT men
niet. En nu WIL men niet, ondanks
alle gejammer over de sterke activiteit
van de communisten. Als verontschul
diging geldt meestal, dat men geen tijd
heeft. Maar die tijd is er toevallig vaak
wel, als een feestavond wordt georga
niseerd, als er een of ander pretje te
beleven valt.
Vandaar dat meerdere kiesvereni
gingen pogen zo nu en dan aan de ver
gaderingen een ietwat feestelijk karak
ter te geven. Er is dan althans een
kleine kans dat meerderen de verga
dering bezoeken en dat mannen die de
gave van het woord hebben dan wel
zo goed zijn een „opwekkend woord"
weg te geven.
Dat is zo de manier waarop wij onze
dankbaarheid tonen voor het rijke
voorrecht dat God ons op staatkundig
gebied heeft willen schenken.
Geve God, dat wij niet opnieuw onze
vrijheid om van onze staatkundige
rechten gebruik te maken, verspelen,
dat wij niet opnieuw moeten snakken
naar de dag van rood, wit en blauw.
Maar moge Hij er ons voor bewaren,
dat wij de ons geschonken vrijheid
misbruiken door onlust en onverschil
ligheid.
G. Z.
'ingezonden Mededeling adv
IBIS
In de Italiaanse kustplaats Ancona zijn
Maandag elf Joegoslavische jongelieden,
allen dienstplichtigen tussen 18 en 20 jaar,
op een gestolen vissersboot aangekomen.
Zij hebben zich bij de politie als politie
ke vluchtelingen opgegeven.
In Bari, verder naar het Zuiden, kwa
men nog dezelfde dag zes Joegoslavische
vluchtelingen aan. Zij maakten zich in
de avond meester van een gemotoriseerde
vissersboot, bedwongen de bemanning
van tien met een echte en twee houten
pistolen en sloten haar op in het ruim.
Bij aankomst in Italië verkozen drie
leden der bemanning in Italië te blijven.
Zo zijn er dus binnen 24 uur 20 Joego
siaven naar Italië uitgeweken.
OPSTAND IN CANADESE
GEVANGENIS.
Politie doet mei Luit een inval,
In de „Bordeaux-gevangenis" te
Montreal zijn Zondagavond vijfhon
derd gevangenen in opstand gekomen
uit protest tegen de voeding. Er is
naar schatting voor ruim driehonderd
duizend gulden schade aangericht.
Tien bewakers en gevangenen zijn
gewond. De opstandelingen sloegen
in een van de kamers der gevange-
nisleiding alles kort en klein en sticht
ten brand in cellen, de werkplaats,
de cantine, het ontspanningslokaal, de
keuken en bij de gevangeniskapel. De
politie kwam spoedig na het uitbre
ken van de opstand in grote getale
bij de gevangenis aan, doch wachtte
byna vier uur buiten, in de hoop, dat
de gevangenen uit zichzelf zouden
bedaren. Toen dit niet het geval bleek
te zijn, betraden zij het terrein van
de gevangenis, terwijl een politie-
inspecteur luide te kennen gaf, dat
goed voedsel, onder meer fruit, werd
binnengebracht. Daarop trokken de
gevangenen zich in hun cellen terug.
Amerikaanse belangstelling voor de
kwestie-Tunis,
De Amerikaanse onderminister van
Buitenlandse Zaken, belast met kwesties
betreffende het Oosten, Henry Byroade,
heeft met de Franse resident-generaal in
Tunis, graaf de Hauteclocque, en de Tu
nesische premier, Bakkoesj, de Tunesi
sche kwestie besproken.
Byroade, die gisteren Tunis verliet op
weg naar Libye (bij maakt een tocht door
Noord-Afrika), zou met de resident-gene
raal in het bijzonder gesproken hebben
over de Franse voorstellen tot constitu
tionele hervormingen. Ook heeft Byroade
een kort doch vriendschappelijk onder
houd met de Bey van Tunis gehad.
De vergadering van de onderhande
laars over een wapenstilstand in Korea
heeft Dinsdag vijftien minuten geduurd.
Na afloop werd alleen meegedeeld, dat
Woensdag weer vergaderd zal worden.