ons
T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagina 2
Schepen groeien aan hei waier,
9 van de 10 vrouwen
zeggen „Ja
KONINGIN JULIANA IN GRAND RAPIDS
71
Uit
MIDDELBURG'S EERSTE MODE-SHOW
CO
TJ
u
DD
"a a) JS -ï "S c
-""5^114»
n a
*2
-o
E c c S
O t> 03 -5 C
-c a> -* IP -*
Vrijdag 25 April 1952
Bfl
De post bringt aldoor, nog maer
brieven over datgene waerover we in
de leste tied met mekaere an't prae-
ten bin 'eweest. En noe kreeg ik van
de weke mie., krantje, dat ik altied
gaerne lees weer deur de post be-
zurgd, ik bedoel „Ons Platteland" en
daerin was notabene noe oak al
iemand an de gang teuge Flip Bram-
se. Hie noemt z'n eigen „Opmerker",
noe van mensen, wil ik altied graeg
wal; leren al zeg ik het zeivers, maer
ik wil deuze opmerker er toch op
wiezen asdat'ie in z'n eigen blad van
inkele jaeren terug krek hetzelfde
ken lezen as wat ik schreef over het
onderwerp van de kunstmatige be
vruchting. Daarin heit een ehristelike
dierenarts ons v o'gelicht en laeter
heit een van de hoofdredacteuren van
hetzelfde blad het nog is dunnetjes
over gedaen. Ik verwies Opmerker
dus noe maer naer z'n eigen krante,
dan bin ik ter verders van af. Vo' de
rest is ie hartelik welkom as tie is wil
komme praeten. Een bakkie koffie ken
der altied nog wel op over schieten,
daer is me vrouwe gul genogt mee,
kiek julder maer is naer het plaetje,
dat er boven deuze rubriek staet of-
gedrukt.
Oak me vrind uut Krabbendieke
schrieft me opnieuw een briefie, dat
ik met belangstelling gelezen a. We
staen niet zoa 'eel ver van mekaere
of, as ik 't goed begriep. En met veul
wat dat ie schrieft bin ik het goed
seens. Als ie zeit asdat het leven hier
onvolmaekt is, dat zou ik dat nog lie
ver aeres gezeid willen a. Onvol-
meakt, dat is wat mien betreft wat te
zacht uutgedrukt. De Biebel zeit dat
oak nerges. De Biebel praet er 'eel
aeres over en zeit, dat deuze waereld
deur de zonde, in het boze leid. Dat
wil zeggen asdat er niks goed meer
an is. De waereld is verkankerd, deur
en deur slecht, er is niks geen goed
meer an en het gaet van kwaed tot
erger. Kiek wanneer we het zoa be-
kieken, dan begriepen we pas goed,
wat dat het zeggen wil, dat het ganse
schepsel zucht en is als in barensnood
en hijgt naer het einde. Mens en dier
•n netuur alles zucht en kreunt naer
het einde, want deuze waereld is deur
en deur rot en slecht en boos. Zoa zeit
't de Schrift en laeten we dat maer
rustig nae spreken, dan bin we zeker
op de goeie weg.
En ik dink asdat me vrind uur
Krabbendieke het daer goed met
seens zal wezen. Dat woordje onvol
maekt, dat klinkt nog zoa'n bietje
zelfgenoegzaem. Hie bedoelt het ne-
tuurlik niet zoa, dat a ik wel uut z'n
geschrief begrepen, maer laeten we
der op letten dat we oak van deuze
dingen Schriftuurlik bluven spreken,
dan gaen we het veiligst.
En tot slot geeft me ouwe vrind oak
nog z'n gedacht over Walcheren,
waerdat we de leste tied het een en
aere over schreven. Hie vertelt, asdat
ie zeivers oak een Walchenaer is, en
dat dit geschrief dus z'n belangstel
ling heit. Ik ken dat best begriepen.
Je geboorteland vergeet je nooit en
hoe ouwer dat een mens gaet worden,
hoe meer dat ie in z'n gedacht terug-
leeft op z'n geboorteplek. En as 't
me ouwe vrind oak an z'n harte gaet,
dat dat mooie ouwe Walcheren zoa
vernield wordt, dan ken 'm maer één
ding troosten: de waereld gaet vo'bie
met haer moois en begeerlikheden,
maer het Woord Gods houdt stand
tot in eeuwigheid. Onze aardse ge
boortegrond laet ons straks allemael
in de steek. Ze gaet ter eigen openen
om ons lichaem op te nemen. Maer
wie van nieuws geboren mag wezen,
heit een geboorteplek, dat niet meer
deur de dood ken angetast worden.
We hebben daer pas met Pasen in de
kerk van onze domenie een mooie
preek over magge vernemen.
En as ik 't goed begriep dan is
me ouwe vrind in Krabbendieke daer
niet los van. Hie eindigt z'n brief met
een gedicht dat daer heen wiest en
wanneer hie daerin eindigt met te
zeggen asdat niemand de Waarheid
ken weerleggen en dat het Woord des
Heren zal bestaan, dan ken ie zeivers
daer z'n troost uutputten en dat ken
nen we allegaer, wanneer we ons vo'
dat Woord hebben leren bugen.
En dat wens ik julder allegaer van
harte dan ook toe.
Julder FLIP BRAMSE.
door Jan van Gent. Uitgave van
Jan van Tuyl te Antwerpen en
Zaltbommel. Een deel uit de
Triomwreeks.
We hebben met groot genoegen dit
boeiend werk gelezen. Een boek dat
geen andere pretentie heeft dan ons
te vertellen van de scheepswerf waar
de grote scjiepen gemaakt worden. We
volgen de groei van zo'n schip van
stukje tot beetje. Het begint bij de
bestelling, die ergens de scheepsagent
in de Balkan ontvangt en telegrafisch
naar de scheepswerf wordt door ge
geven en dan gaat „men" aan het
werk. Die „men" zijn de directie, de
calculator, de tekenaars, de leveran
ciers, de opzichters, de werkmensen
van hoog tot laag en we worden in
het bedrijf ingeschakeld en we leven
er in mee alsof het óns werk is en
we zién het schip groeien, al maar
groeien en we maken de zorgen en de
lasten mee van de directie, de moei
ten om de wedstrijd met de tijd niet
te verliezen. Het is inderdaad een uit
zonderlijk boek, dat bij ons Neder
landse volk volkomen past. Hier be
luisteren we het lied van de arbeid
aan een der grote zeeschepen, zoals
Nederland die telkens weer op stapel
zet en van stapel laat lopen en altijd
met goed succes.
De auteur is een man, die we als
insider moeten zien.-Hij kent het vak
en hij kent er de knepen van.
Dat geldt niet slechts van zijn vak
als romanschrijver, maar ook van zijn
kennis van de scheepsbouw.
En dit maakt deze roman tot een
specifiek Nederlandse roman.
Want wel hebben wij op het gebied
van scheepsbouw, de rivieren, vis
serij en zeevaart heel wat goede boe
ken. Hoe zou het ook anders kunnen,
met mensen als Herman de Man en
Arthur van Schendel om maar geen
andere te noemen. Maar de vaart is
nog iets anders dan de scheepswerf.
En over dit laatste genre heeft
Herman de Man ons een roman ge
geven met zijn „Scheepswerf de
Kroonprinses", maar dit was een ro
man van de binnenscheepvaart, het
thema dat De Man bij uitnemendheid
eigen was.
Dit boek beweegt zich rondom de
grote scheepsbouw. We maken kennis
met een werf waar de grote zeesto
mers worden gebouwd en schip na
schip de helling afglijdt. Waar het
gehele personeel, van de directie tot
de nageljongen toe, vol spanning is
naar nieuw werk, wanneer er een
schip tot afbouw gekomen is.
En wat het boek verdienstelijk
maakt, het is in romanvorm gegeven.
Daarom te meer een knap stuk schrij
verstechniek, omdat de roman door
dit brok werkelijkheid niet in het
minst geleden heeft en de stof even
min is opgeofferd aan de roman.
De uitvoering is evenals de Triomf-
boeken in deze reeks onberispelijk,
sober en smaakvol.
Tussen vandaag en de dag van vol
gende week, als het nieuwe nummer
van ons Weekend weer verschijnt,
ligt de verjaardag van onze Koningin.
Dat „onze" klinkt vertrouwelijk, zo
we horen bij elkaar. Dat is ook zo.
Geen wonder, dat we sterk hebben
meegeleefd met het bezoek, dat ons
Koninklijk paar in Amerika bracht.
Zodra de krant kwam, namen we
gauw eventjes tijd om te zien, waar
de Koningin nu weer geweest was.
En we voelden ons trots, toen steeds
duidelijker bleek, dat onze Koningin
zo maar regelrecht het hart van het
Amerikaanse volk binnengeglipt was.
Men sprak van de „sprookjeskonin
gin". Ja, wat deed ons dat goed.
Wie nog jong is en nog niet ge
leerd heeft door „buitenkanten" heen
te zien, zal wel denken, dat is het
mooiste wat er te beleven valt, doch
wie door het leven wel geleerd heeft
door „buitenkanten" heen naar de
binnenkant te speuren, zal bij die ent
housiaste krantenverslagen in stilte
onze Koningin wel heel veel kracht
en wijsheid hebben toegewenst. Wel
was het inderdaad mooi, dat ieder
welgemeend zijn best deed om het ons
Koninklijk paar zo aangenaam moge
lijk te maken en dat men trachtte hen
in die korte tijd zoveel mogelijk het
interessante van zaken- en industriële
leven te laten zien, waarbij men ook
van het schone in de natuur heeft
laten genieten, maar vraag eens wat
kost dat een geestkracht om steeds
in het centrum van zoveler belang
stelling te staan en altijd weer op het
juiste ogenblik, het juiste woord te
moeten zeggen.
Ik kan me indenken, dat H.M. het
werkelijk belangwekkend vond de
Fordfabrieken te bezichtigen, de fa
bricage van de auto van hét begin tot
het eind toe te volgen, maarals
er elk deel van de dagen weer even
veel belangrijks te zien en te beleven
valt, dan kan het ook te veel worden.
Maar onze Koningin heeft met be
wonderenswaardige geestkracht en
met zoveel charme het voorgestelde
programma afgewerkt, dat de Ameri
kanen verrukt waren, en vooral zij
die nog van Nederlandse stam waren.
Doch als nu dit bezoek voorbij is
dan blijft in wezen toch het leven van
H.M. gelijk, zij het dan in wat ge
matigder tempo. Er is immers steeds
weer een taak, die wacht, een op
dracht, die vervuld moet worden.
Onlangs las ik in het blad „Pole-
mios" een interessant artikel van de
hand van de heer Puchinger over:
„Engelse Koningen". Dit artikel was
geschreven na het sterven van Z.M.
Koning George van Engeland. De
schrijver gaf eerst een beeld van wat
het Koningschap eigenlijk betekend
voor de drager van dit ambt. Hij ei»
teerde een uitspraak van een der
machtigste czaren van Rusland, waar
in deze zeide, dat men hem een mach
tig potentaat dacht, doch in werke
lijkheid was hij een slaaf van de nooit
aflatende „Plicht". Zo is het ook in
derdaad voor hen, die ernst maakt
met de levensopdracht, die God op de
schouders legde. Het Koningschap
legt een taak, die altijd voor alle an
dere dingen vervuld, moet worden. Al
le persoonlijke verlangens, begeerten,
moeten daarvoor wijken. Die mogen
alleen dan voldaan worden als ze ver
enigbaar zijn met „De Plicht". En deze
plicht, die taak eindigt eerst met de
dood.
Wat vraagt dat een zelfverlooche
ning. Vooral van een vrouw. En onze
Koningin heeft een drievoudige le
venstaak. Eerst onze Koningin, dan
ook de Vrouw en Moeder in het Vor
stelijk gezin. In heel het optreden van
de Koningin voelen we altijd weer de
echte vrouw en de echte moeder.
Haar hart moet wel helemaal naar
het gezinsleven uitgaan. En we zien in
flitsen ook wel dat Zij zeer wezenlijk
het liefdevolle middelpunt in dat ge
zin is, maar dit gezin kan maar een
deel van haar leven en gaven krijgen.
Eerst Koningin. Ik denk, dat wij als
vrouwen wel iets er van kunnen be
seffen, wat dat is voor Haar. Laat dit
onze dankbaarheid vermeerderen, dat
wjj zulk een Koningin mogen bezitten
en dat het ook ons gebed menigvuldigd
voor Haar doe opgaan. Dat heeft ook
een Koningin nodig.
Ingezonden Mededeling (adv.).
als V ze vraagt of ze wel
MAÏZENA DVRYEA ge
bruiken. Maar er zijn er
onder, die zich vergissen.
Die vroegen wel - en welbe
wust- MAÏZENA D URYEA,
maar «4/ waren te goedge
lovig en letten niet op de
naam DURYEA, die beslist
op 't pak moet staan. Jawel -
uitderesultaten bleekt gauw
genoeg. Wat 'n verschil
Niet zb maar is MAÏZENA
DVRYEA wereldvermaard
geworden als het ideale bind
middel voor groenten, soepen
en sausen. Vrüüg dus niet
alleenMAIZENA DURYEA,
maar let op dat V ook
DURYEA krijgt.
flmeRifflflnss BRieuen
Het zal mijn lezers wellicht interes
seren iets te lezen over het bezoek
van Koningin Juliana aan onze stad.
Ik heb het grote feest meegemaakt
en wil er graag iets over schrijven.
Reeds weken te voren was door ons
grote dagblad „The Grand Rapids
Press" over het Koninklijk bezoek ge
schreven en in verband hiermede had
dit blad verscheidene artikelen gepu
bliceerd over Nederland en gewezen
op de eeuwenoude band, welke Ne
derland met de Verenigde Staten ver
bindt. De geschiedenis van het Oran
jehuis en de betekenis van dit oude
Vorstenhuis voor Nederland werd
door de redactie in het licht gesteld
en voor vele oud-Nederlanders bete
kende dit bad in de oude vaderlandse
historie een verfrissing van de geest.
Op 16 April brak de dag aan, dat
H. M. Koningin Juliana met haar ge
maal, Prins Bernhard, op het vlieg
veld van onze stad landde. Er waren
daar vele duizenden samengestroomd
om het Koninklijk paar te verwelko
men. We hadden hier, net als steeds
bij jullie in Nederland, een echt
„Oranjezonnetje", want heel de dag
straalde de zon uit een helder blauwe
hemel. En de oude bekende Neder,
landse driekleur wapperde overal, zo
dat men zich in het oude Vaderland
kon wanen.
De verkeerspolitie, per auto en
motorfietsen, ging de stoet vooraf naar
de stad, waar allereerst een bezoek
gebracht werd aan Calvin-College, de
Gereformeerde Universiteit van Ame
rika, gesticht en onderhouden door de
Chr. Ref. Churches. Langs de gehele
weg stonden de scharen opgesteld en
wuifden en riepen het Koninklijk
echtpaar toe.
Calvin College is een groot gebou
wen-complex, waar ongeveer 1400
studenten studeren en wr.ar ongeveer
70 professoren doceren. In het daar»
w
H
W
CA
co
S3 t. T3"
4» 23 :=?3
gaf g S|
■Sg*. J8
- w TJ
5 S> £L
<DCQ G N
g o 2
<3 2 *0-2
yU M
T3 d c 5
o a> u
3 S 3*2 ai o
O. ai G fl> r»
CO
a ;G
73 Tn 05
u 2?
(II O A
s» s
ÜO
U U -
o cu Q
3 c m ■o
o - c «ij
•O ot/Q
i ro
i73 x o'O x r
S'3-13 S
ai o
'ai 5
n 3
<i> o
73 ro
73 w
G C
S ar8.2
O 73 O 73
-
O 03 73
0,0 J>
Ui
oC 3
WO o
OXi
G co r J
O J-t
m o 03
«c
■a/is
■*->
o CÖ
O «'O
a -
G 03
o £73
S3 3 3
a
73 o
J 13? >5
W O)
•er* bfl
S
"lis
co i-G
■Ql) G O)
O) 03
I
3 w>
SE h*
W rö w
-> rC bJD l/i
0> G
A3 o.+->
OJ 03 G O»
Cö2 S
CO 03 03 -n 3
■3 "5 3
ao t«S
oepej
O CU CU QJ
JS H
Ss 2
a
G 03
f-* w)
S«jW fi c'
«7 2 aï
jj CU) a
S3-o.E^.S
03 o cu a>
4-1 L J.4J JU
X <0,2
JUS"
Ut O kO
CJ G 4J G
<yu 'QJ LUJ4-J
•S GTTG
-Ss
Ö-ö'uJ U'S-S Si
bfl O COJ X r-> Gc.^d
CU W V *G bn
o Si .2 Sn
o «3-^> ÜJO rrj 03
03 M tÜ
bo w O G 03 Q. rj G .G
t> m<HOG V O O W73 03
lil 3 03'OJJ •!-« CU rrt 4-* O G 03
SSoM!)ti«c*',,g?S4'£tc
I'S N 3 I
w
w G G 03
bfl XiXlXiX
O r? h 'u G 73 o .03 O
O W -*-^1303 >O03 0J._ G 03 w-s W CU 03G
C -OI>0»O N OtC tJO
Vrijdag 25 April 1952
T ZEEUWSCH WEEKEND.
Pagina 3
aan verbonden seminary worden on
geveer 200 studenten opgeleid tot het
predikambt.
Het was aan deze Universiteit, dat
Koningin Juliana zou ontvangen wor
den. Ze werd binnengeleid door de
pres- nt van de school. In de Aula
nam de hoge Eregasten plaats,
waarop terstond het Nederlandse
volkslied: „Wilhelmus van Nassauwen"
werd in gezet door hoornmuziek, di
rect daarop gevolgd door het Ameri
kaanse volkslied. Het werd door vele
luidsprekers door gegeven naar buiten,
waar de saamgepakte menigte het
duidelijk horen kon.
Dr Rutgers, die de samenkomst
opende, las een gedeelte uit Gods
Woord, waarop Ds M. Monsma, voor
ging in gebed. Hierop nam de presi
dent van Calvin-College het woord en
bepaalde zijn hoge gasten bij de be
ginselen, welke aan deze Universiteit
worden onderwezen. Hij vestigde er
de aandacht op, dat deze Calvinistische
beginselen, naar het Woord van God,
door deze school aanvaard en onder
wezen worden als het erfstuk der
vaderen aan de nageslachten overge
leverd, het hechte fundament vormen
de waarop Kerk, Staat en Maatschap
pij rusten kunnen.
Hij deelde mede, dat er een nieuwe
stoel voor de Nederlandse taal ge
vestigd zal worden aan deze Univer
siteit welke de naam zal ontvangen
van „The Queen Juliana Chair".
Koningin Juliana dankte in rustige
en uitgekozen woorden voor het woord
van de president en sprak er Haar
blijdschap over uit, dat deze school
de band met het oude Vaderland
wenste te bewaren. De taal is hiertoe
een der aller belangrijkste middelen,
sprak Zij.
Hierop zong de vergadering het be
kende:
Praise God from Whom all blessings
flow;
Praise Him, all creatures here below;
Praise Him above, ye heavenly host;
Praise Father, Son and Holy Ghost!
Amen.
Hierna ging de stoet naar de bin
nenstad, „downtown", zoals wij dat
noemen. Wanneer mij een dag te vo
ren, toen ik hier ook wandelde, ge
zegd was geworden: morgen zullen
hier meer dan honderdduizend men
sen samenstromen, zou ik het niet
hebben kunnen geloven. Toch was dit
zo volgens de dagbladen. Er stond een
onafzienbare schare voor het Pantlind-
hotel, waar het Vorstelijk Paar het
middagmaal gebruiken zou. Men kon
er inderdaad letterlijk over de hoof
den lopen, zoals jullie dat in Neder
land zo krachtig kunnen uitdrukken.
Deze drukke en brede verkeersweg
was door de politie voor alle verkeer
afgesloten, zodat het een groot plein
geleek, waar de menigte zich verza
meld had. Op het balcon van dit grote
hotel overhandigde de burgemeester
van onze stad aan Koningin Juliana
de sleutel van Grand Rapids, symbo
liserend, dat zij als Ereburgeres steeds
altijd hartelijk welkom en als hoge
Gast ontvangen en geëerd zou worden.
Tijdens deze plechtigheid ging er een
daverend gejuich op van de schare,
welke van dit gebaar getuige mocht
zijn. De burgemeester, die ook hier
gebruik maakte van een luidspreker,
zeide o.a. dat de Amerikaanse natie
nooit zou vergeten, dat Nederland
Amerika in een bang tijdsgewricht van
zijn bestaan, toen het te kampen had
voor zijn nationale onafhankelijkheid,
geholpen had, finantieel en moreel en
het was Nederland, dat het allereerst
zijn saluutschoten liet horen in de
mond van de Hudsonbaai, toen aan
Amerika de overwinning gegeven was.
Met een klare stem, die overal goed
verstaanbaar was, dankte de Konin
gin der Nederlanden voor deze woor
den en de vriendelijke attentie welke
Haar gewerd.
Daarop vertrok de stoet, gevolgd
door talloos velen naar het graf van
ons Eerste Kamerlid Arthur van den
Berg, die kort geleden gestorven is,
en van Nederlandse afkomst was, een
der grootste Amerikaanse politici.
Vervolgens vertrok de stoet naar de
stad Holland, alwaar het koninklijk
Echtpaar een uur vertoeven zou om
vandaar met een extra-trein te ver-
trekkep. naar Detroit, onze automo-
bielstad.
Het was een onvergetelijke dag,
waarbij menige, anders nogal nuch
tere Amerikaan, de tranen in de ogen
hebben gestaan.
Oranje en' Nederland, die eeuwen
oude band, gaat je tenslotte allemaal
in het bloed zitten, zelfs al woon je
een dikke veertig jaar in Amerika!
We zijn blij Haar gezien te hebben
en hopen, dat ze lang in rust en vrede
over het kleine Holland mag regeren.
Oom CEES.
Mijn beste nichtjes an neven.
Laatst schreef ik jullie al, als Jan
Jansen komt binnenlopen, is er weel
een avontuur beleefd. Komt hij me
Dinsdag na Pasen binnenvliegen met
een haast van jewelste en een vuur
rood hoofd. Ik greep al naar het laad-
je van mijn naaitafeltje en dacht weer
aan het repareren te moeten. Maar
nee hoor, dit keer was het heel wat
anders. Jan kon het haast niet ver
tellen van de haast. Nee, zo'n bof als
die kerel nu toch had. Ongelooflijk.
Maar een avontuur was het toch wel,
en een fijn ook.
Luister maar weer. Bij Jan in school
hebben ze zo'n leuke meester, die al
tijd in de weer is met clubjes waar
hij wat extra's mee uitvoert. Jan is
nog niet zo oud, dat hij al een eind
op weg is met de studie. Maar nu
heeft die meester een clubje gevormd,
waaraan hij al twee winters een
avondje per week heel leuk engelse
les geeft, zo maar voor de aardigheid.
En al gauw had meester voor zijn
club adressen in Amerika gevonden,
waarheen zijn jongens konden schrij
ven. Natuurlijk moest er nog al wat
hulp van meester aan te pas komen,
als er weer een brief in zee ging. Ze
waren er een avondje druk mee en
ze hadden juist door hun fouten vaak
het meeste pleizier. Dat wist ik alle
maal al. Jan had zo'n „schrijf-kame-
raad" in de grote stad Detroit, waar
zoveel auto's gemaakt worden en
waar onze Koningin nu ook pas ge
weest is. Die verre kameraad heette
John Vandenberg. Een Hollandse
naam hé? Dat klopt, want de groot
vader van die John is nog in Zeeland
geboren.
Nu ja, zullen jullie zeggen, dat is
nou allemaal nog niet zo geweldig.
Van Ulo-scholen zijn er zoveel, die
naar andere landen schrijven. Ja, dat
is zo, maar jullie weten nog lang niet
alles. Op die Dinsdag na Pasen dan,
toen Jan net in de winkel stond, stop
te er een grote auto voor de deur. Nu
is ook dat niets ongewoons in een
zaak. Maar er kwam een mijnheer
uit, die vroeg, of hier Jan Jansen
woonde. Dat klopte precies natuur
lijk. Vader gaf het antwoord en Jan
stond er een beetje verbaasd, bij te
kijken. Hij vond, dat die vreemde
mijnheer een beetje wonderlijk sprak.
Toen vertelde die mijnheer, dat hij
Vandenberg uit Amerika was en dat
zijn zoon John in de auto zat. Als dat
(en toen had hij naar Jan gewezen)
nou Jan was, moesten die twee jon
gens maar eens kennis maken. John
was gauw genoeg de auto uit geko
men, toen hij merkte dat zijn vader
aan het goede adres was, maar toen
was de moeilijkheid pas begonnen,
want ze konden elkaar niet verstaan.
Daar moest vader Vandenberg aan te
pas komen. Eerst was alles een beetje
onwennig geweest, maar volgens Jan
was die John een reuze kei van een
kerel. Vader Vandenberg raakte aan
de praat met vader Jansen en wat
denk je, vader Jansen kende heel wat
familie van die John, die in de buurt
woonde. Die vaders kwamen niet uit
gepraat.
Doch het allermooiste moet nog ko
men. Die mijnheer Vandenberg sprak
zomaar af, dat hij Jan de andere dag
zou komen halen en dan zouden ze
een fijne autotocht in de hele omtrek
gaan maken en dan moest Jan de weg
maar wijzen en in de middag zou Jan
als een deftige mijnheer in een hotel
eten. Dan zou de moeder van John
en een zuster ""k bij zijn. „Enne
nou dat is r. al, want ze benne
net weg", zei Jan. Ik had geen tijd
om veel te zeggen. Eerst was ik te
verbouwereerd door dat grote nieuws
en toen ik een beetje bekomen was,
was Jan al weg, want die had reuze
haast om het geweldige nieuws bij
nog een paar anderen te gaan ver
tellen.
Had ik geen gelijk, toen ik eens
schreef, dat er in de buurt van Jan
altijd een avontuur rondspookt? En
dan zulke fijne meestal.
Ik hoop, dat ik nog te horen krijg,
hoe hij het op zijn tocht gehad heeft
en hoe hij het maakte om met John
aan de praat te komen, want een En
gelse brief schrijven met de hulp van
je meester dat gaat nog, maar om een
praatje te maken is nog wat anders
hoor.
Maar mensen, ik moet ophouden
hoor. Wat ik te horen krijg van Jan,
vertel ik wel over. Dag allemaal.
Jullie tante TRUUS,
Vorige week op een corset-show, deze
week naar de eeiste Mid-.ielburgse Mo
de-show. Verwacht ge nu, dat ik u vol
gende week vanuit Parijs iets over onze
kledij ga vertellen. Ja, ik heb een fri
vole schijn tegen me. Doch dit lijkt
maar zo, dit komt omdat ge net als ik
eigenlijk een mode-show onrecht aan
doet. In uw hart zijt ge er nu toch wel
nieuwsgierig naar en daardoor bereid
te geloven, wat lk ter verschoning ga
zeggen. Een mode-show is werkelijk zo
kwaad niet als soms het (mannelijk)
gerucht wil doen geloven. Dat komt,
omdat eigenlijk de naam verkeerd is.
Ook de naam mode-parade, zoals op
ons programma stond, kan er niet bij
door. Beter is te spreken van: „Onder
richt in goed kleden". Ziezo, dat klinkt
beter en is ook juister.
Maar een mode-show ligt héél sterk
onder de verdenking bfl het mannelijk
deel der mensheid, dat die nu eenmaal
altijd geld kost (uit de zak van het ge
zinshoofd).
Ik ga eerst mijn best doen deze blaam
weg te nemen. We zullen moeten toe
stemmen, dat we op z'n tijd toch wel
eens iets nieuws moeten kopen ter aan
vulling van onze garderobe. Laat de één
(meestal marBielijk) dit een noodzake
lijk kwaad en de ander (meestal vrou
welijk) dit een noodzakelijke vreugde
noemen, maar de noodzaak IS er.
Natuurlijk zien we er zelf ook wel
graag een beetje gezellig uit, maar we
kleden ons toch in hoofdzaak zo aardig
mogelijk voor onze heer en meester,
want die heeft er de meeste aankijk van,
en een complimentje over ons uiterlijk,
van gezegde heer en gemaal, maakt de
dag goed. Nu zitten we met de moeilijk
heid, dat we graag twee complimentjes
horen, n.l. dat we "er aardig uitzien en
dat we zo zuinig zijn, dat „wij het ze
ker niet verkleden". Houdt daar nu eens
het goede midden in.
Maar och heden, er schuilt een ge-
vaartje in dat laatste compliment, dat
we ook zo graag verdienen. Want denk
eens in, dat we nu maar, omdat onze
garderobe toch maar heel en knapjes is
en dank zij onze zorgen ook lang zo
blijft er niet aan zouden denken er wat
bij aan te schaffen. Wat zouden we be
leven! Stel voor, dat ge in geen tien
jaar wat aanschafte, eerst vanwege de
schaarste en later vanwege de duurte.
Nodig dan op een zomerse Zaterdagmid
dag manlief eens uit voor een wande
ling in uw knappe en hele en schone
plunje. Wel ik denk, dat manlief zich
met schrik opeens zou herinneren, dat
er nog veel achterstallig werk was, dat
beslist op die zonnige middag nog klaar
moest en ge kon alleen gaan wandelen.
Nee, we moeten maar een beetje
schipperen: niet te zuinig en niet te
duur, en tochgoed gekleed. Daar
om naar een mode-show, want daar
kr(jgt ge aanschouwelijk onderricht in
het goed gekleed gaan.
De heer Doets. die een kort, doch
goed openingswoord sprak, vertelde,
dat er heel wat aan vast zat om een
mode-show te organiseren. Het vinden
en Inrichten van' een zaal was daar een
belangrijk onderdeel van. En nu was
men in de concertzaal terecht gekomen.
Het lijkt een wonderlijke combinatie,
doch bij nader beschouwen ls het toch
nog zo vreemd niet, vond, heel origineel,-
de heer Doets, want bU muziek en zang
is een eerste vereiste, dat er is een har-
monieuse samenwerking en samenstem-
mlng. Doch datzelfde was ook hier no
dig, waar zo geheel verschillende zaken
als de twee modemagazijnen, „De Duif"
en de Fa H. Meyer, die voor de leiding,
de Fa Wed. C. Paterlk en het schoen
magazijn „De Arend", welke respectie
velijk voor de hoeden en schoenen zorg
den, terwijl verder het lederhuls „Byou"
de bijpassende tassen aanbrachten. In
derdaad was hier dan ook door een
prachtige harmonie iets goeds tot stand
gekomen. De heer Doets gaf verder de
solistenpartij aan de mannequins.
Dit was werkelijk een goede vondst,
maar deze gedachte kan ook verder
worden uitgewerkt in de kleding van
elke vrouw. Ook daar moet elk der on-
tferdelen m zuivere harmonie zijn met
het geheel. Dan pas is men „goed ge
kleed". Dat hangt er dus niet van af
of men dure kledingstukken aan heeft.
En hierin kreeg men aanschouwelijk on
derwijs, zou ik haast zeggen. Er viel
sterke nadruk op, dat er harmonie zijn
moest in Hjn en kleur van de Japon, de
mantel, hoed en schoenen, maar vooral
ook in de accessoires als tassen, sjaal,
htndschoenen. Daarop moet men bij de
aankoop letten. Dat kan ook geld be
sparen.
Denk eens in, ge hebt uw hart ver-
Goes.
j,9*i y&pein/ywi"
'k Stond eenzaam op het Watchers' strand,
In stil gepeins te staren,
Naar schepen, die door stuwrmans hand
Doorkliefden snel de baren!
't Was of die schepen, rjjlc beuracht,
getrokken, en door sterke handen
door effen gladde baan, hen bracht
naar verre, vreemde landen!
Jij kalme zee! zeg, was jij dat?
die Walcheren voor jaren
zo ruw met ijz're roede mat,
verwoestte door jou baren?
Jou kalme zee! 'k vertrouw jou niet.
Je riekt naar bloed en tranen.'
Nog schrijnt er steeds een groot verdriet,
Al groeien er weer granen!
Trots jou verdriet zijn dijken weer
gedicht, die jou beteug'len!
Verslinden, doe je hen niet meer!
Al had je arendsvleug'lenü
En toch, 0 Noordzee, ben je mooi!
Omturnt door hoge duinen.
Breek daarom nooit uieer uit je kooi!
en blijf uit Walchers' tuinen!
M. P.