Stadion en Kerk.
m m
j-umi&icbloHl
IftifWlHMa? uU
SCHOENEN-SHOW AMSTERDAM:
LUCHTIG, KLEURRIJK, GEMAKKELIJK
DAM-LABYRINTH
hjc
,3fS 5
«3
v, 20
>1 a
- 2 o J 11
3 3 (I
I 3
as-.g-s-g-K
- PJ 2 f6 E
S -° -3 3 5
MfJO
sJÏS I
w
K
i-S s-
B'tT
QTQ £5 co qq ft) M
O rf
»w v-t
- 3
5 3
5
G o>
-Ö-
3
g-ft
cr
Vrijdag 25 April 1952
■T ZEEUWSCH WEEKEND
Pagi:
loren aan een prachtige swagger In een
groene tint, doch ge hebt geen hoedje of
schoen, of wat dan ook dat daar by
past. Wees dan wj)s en sluit in de mo
dezaak even uw ogen, keer u om, zo
dat ge dat groene wonder niet meer
ziet, en kies dan een andere, ook mooie
zwagger, waarvoor ge niet alle bijpas-
Bende accessoires moet aanschaffen,
want dat zou u haast op twee swag
gers in contanten komen te staan.
Zoudt ge toch die mooie groene kopen
en het maar met de andere spulletjes
doendan zoudt ge er met die gloed
nieuwe mantel toch niet aardig uitzien.
Er zyn wel enkele van die gelukki
gen, die steeds meteen alles er bij kun
nen kopen, dat is mogelijk, maar
dat zijn de meesten niet.
Kyk, zonder woorden, was dit toch
het onderricht van de show. En ik zou
zeggen, dat is een goede les. Bovendien,
al kunt ge niet dadelijk na afloop aan
het bestellen gaan, er komt toch een
tijd, dat ge dit wél móét, dan is het een
rust te weten, naar welke zaken ge met
een toe kunt stappen. En ge behoeft
niet ongerust te zijn, by de ryke col
lectie, die u vertoond is, biyft er lang
een goede keus over.
We kunnen er ons op voorbereiden,
dat de zomerse rokken iets korter zijn
dan van onze winterkledy. Verder was
er een prachtige collectie zwaggers. Om
van te watertanden. Vlotte modellen, in
allerlei kleur en afwerking, die beschei
den beurzen en verfijnde smaken kun
nen voldoen. Het schijnt, dat de toppers
iets in aanzien verminderen, want die
waren in de minderheid. Te meer ech
ter zagen we mantelpakjes, in allerlei
vorm en kleur en van zeer verschillend
materiaal gemaakt. Zo grote keus, dat
elk der dames wel een verschillend mo
del kon hebben gekozen.
Dan de japonnen, zonder tal, in kleur
en lijn en modelom van te water
tanden.
De bijpassende hoeden waren harten
veroverend. En dit jaar zo, dat men ze
in ons winderig klimaat op het hoofd
kan houden, zonder permanent met de
hand aan de hoed te moeten lopen. De
meesten pasten heerlijk om het hoofd
heen. Nu eens een hulde aan die ont
werpers. De schoenen vormden een zeer
belangrijk onderdeel. Deze zijn er nu In
zeer verschelden tinten, in veel ver
schillende modellen, maar bovenal van
een makeiy, waarop men inderdaad kan
lopen, en, zo de schyn niet bedriegt,
zelfs zou kunnen draven. Dat is een
verbetering in de mode, die niet anders
dan kan worden toegejuicht. Dat by elk
tolletje ook een beeldje van een tasje
paste by de mannequins, is een luxe,
die wij ons niet altyd zullen kunnen
veroorloven, maar er waren eohter ook
heel goede en mooie exemplaren te zien,
die heus wel by meer dan één pakje
pasten. Een enkel fijn sieraadje garf de
juiste finishing touch.
Dat we in ons hart hoera riepen by
de mededeling by een paar aardige zo-
mer-toiletjes, dat deze uitstekend ge
wassen konden worden, maar werkeiyk
geen strykyzer nodig hadden, is niet te
verwonderen. Tussen zomerse jurkjes
door zagen we Falcon-regenkleding. Zo
mooi, dat de gelukkige bezitters ervan
zeker wel eens naar een buitje zullen
verlangen.
Ja, die eerste Middelburgse Mode
show gaf heel wat te zien ente
leren.
Een vrouwelqk woord van hulde aan
hen, die dit voor de eerste maal orga
niseerden, mag zeker wel gehoord wor
den.
ApAcPiiAmen
Zwijgen antwoordt veel.
Bijzonder duidelijk worden sommi
ge vragen door zwijgen beantwoord.
Niet ieder, die kijken kan, kan wer
kelijk zien.
Tot het zien, behoort ook de liefde.
Leren zien is de kunst, die het
moeilijkst is en het langzaamst wordt
verworven.
Het reeept voor damesschoeisel deze zomer
Een schoen is eigenlijk een zeer in
teressant ding: het is het kleinste vlak
waar wij op lopen. Daarom moet men
wel bewondering hebben voor de ont
werpers van damesschoeisel, die tel
kens weer iets nieuws weten te be
denken voor dit kleine vlak.
Met deze woorden werd de zomer
schoenenshow ingeleid, welke het Mo
decentrum voor de Schoen- en Leder
branche dezer dagen te Amsterdam
gaf.
Een enorme verscheidenheid aan
damesschoeisel werd op deze show
getoond. Naar een der organisatoren
opmerkte, luidt het parool voor de
komende zomer: luchtig, kleurrijk, ge
makkelijk. Men zou kunnen aanvoe
ren, dat dit recept ten aanzien van
damesschoeisel wel altijd geldt. Ja,
maar daarom voldoet de schoenen
industrie nog lang niet altijd aan de
vraag naar modellen, welke aan deze
eigenschappen beantwoorden.
Deze keer behoeft men echter niet
te vrezen voor een tekort aan moge
lijkheden voor de warme maanden.
Het boeiende feit doet zich voor, dat
het luchtige en gemakkelijk zittende
schoentje ook uiterst degehjk is, hoe
anders dat op het oog moge lijken.
In dit opzicht presteert onze natio
nale schoenindustrie wel iets! Getuige
ook het vlotte schoeisel waar alle da
mes graag naar kijken doch dat....
van steunzolen voorzien blijkt te zijn.
Pasteltinten geliefd.
Aan kleuren zal het bij de zomer
schoenen niet ontbreken. Vooral pas
teltinten zijn er. Bij sandalen en san-
dalettes heeft men zich toegelegd op
kleurige motieven. Men kan dat soe
pele schoeisel bij effen zomerjapon
netjes by voorkeyr dragen.
Dames die zich in bontkleurige toi
letten steken, zullen de effen witte
schoen prefereren. Deze is er in de
winkels dan ook in rijke, sortering,
van de eenvoudige sandalette tot de
meest luxueuse pump.
De gewone flat, in de laatste sei
zoenen zo populair geworden, ont
breekt niet op het zomerappèl. Ook
hier treffen we allerlei variëteiten
aan: met open hiel, open teen of met
diverse perforaties.
Molières, sportschoenen en niet te
vergeten muiltjes voor in huis of op
straat, ziet men in vele vormen.
Erg licht zijn de schoenen met dikke
kurkzolen, die er zeer solide uitzien.
Dat de Nederlandse fabrikanten in het
vinden van een fraaie lijn voor het
schoeisel niet behoeven onder te doen
voor hun Italiaanse vakgenoten! kwam
wel vast te staan in de parade van vele
dozynen zomerschoenen die aan ons
oog voorbijtrok te Amsterdam.
Correspondentie uitsluitend te richten
aan J. Joosse, Eigenhaardstraat 6,
Middelburg.
ZeelandDistrict Dordrecht
gespeeld in Dordrecht, gaf de Zeeu
wen een 128 overwinning, een zeer
goed resultaat.
Uit deze kamp geven we een paar
partijen.
L. Goedbloed, Zeeland (wit)
C. Bravenboer, Dordrecht.
1. 34—29, 20—25; 2. 40—34, 14—20
3. 45—40, 20—24; 4. ..X.., 25X.
5. 50—45, 15—20; 6. 33—29, 10—1
7. 38—33, 5—10; 8. 42—38, 17—2
9. 29—24, ..X..; 10. X.
11. ..X24, 21—26; 12. 34—30, 11—1
13. 40—35, 17—22; 14. 32—27, 14—2
15. 39—33, ..X..; 16. ..X.., 10—14
17. 44—39, 6—11; 18. 47—42, 1—6
19. 39—33, 14—20; 20. 49—44, ..X.
21. ..X.., 9—14; 22. 38—33, 14—2
23. 42—38, ..X..; 24. ..X.., 11—1
25. 44—39, 410; 26. 45—40, 10—14
27. 30—25, 13—19; 28. ..X.., 18x.
29. ..X.., ..X..; 30. 31—27, 7—1
31. 40—34, 8—13; 32. 34—30, 2—8
33. 39—34, 14—19; 34. 37—31, ..X.
35. ..X... 9—14; 36. 34—29, ..X-
37. ..X.., 12—18; 38. 36—31, 8—1
39. 31—26, 17—22; 40. 46—41, ..X-
41. ..X... 12—17; 42. 39—33, 17—2
43. 41—36, 3—8; 44. 33—28, 8—1
45. 43—39, 18—23; 46. 37—31, 12—1
47. 31—27, 15—10; 48. 48—42, 6—1
49. 42—37, 20—24; 50. 39—34, 24—29
51. 35—30, ..X..; 52. 30—24, ..X.
53. ..X10, 35—35; 54. 10—4, 40—4
55. 27—22, 13X27; 56. 4x6, 21—26
57. ..X.., 16X..; 58. 6—50; 35—40
59. 25—20, 40—44; 60. ..X.., 45—50
61. 20—15, 50—28; 62. 38—32, 28—23
63. 15—20, .X.64. 31—18, Wit wint
Partij No. 2.
D. v. d. Kreeke, Zeeland (Zwart)
J. Kanters, Dordrecht.
1. 34—30, 20—25; 2. 32—28, ..X..;
3. X30, 19—24; 4. ..XX..
5. Xl8, 17—22; 6. ..XX22
7. 44—39, 10—14; 8. 40—34, 13—19
9. 45—40, 8—13; 10. 50—45, 18—23
11. 34—30, 18—23; 12. 30—25, 12—18
13. 40—34, 22—28; 14. X..
15. ..X.., 18—23; 16. ..XX-.
17. 41—37, 4—10; 18. 37—32, 14—20
19. XX 20. 46—41, 7—12
21. 41—37, 1—7; 22. 38—33, 12—18
23. 42—38, 7—12; 24. 47—12, 5—10
25. 49—44, 10—14; 26. 44—40, 17—21
27. 40—34, 19—23; 28. 34—30, 14—19
29. 30—25, 15—20; 30. ..XX..
33. ..XX..; 34. 42—37, 6—11
35. 45—40, 12—18; 36. 40—34, 10—15
37. 34—30, 11—16; 38. 39—34, 15—20
39. 48—42, 16—21; 40. 37—32, 21—26
41. ..XX..; 42. 42—37, 17—22
43. 33—29, 8—12; 44. 37—32, 12—17
45. 32—27, ..X..; 46. ..X.., 23—28
47. 38—33, ..X..; 48. 30—25, ..X..
49. ..X.., 18—23; 50. X..
51. 1510, 914; remise.
Wie geeft de winst aan voor de
zwartspeler.
Ie klasse kampioenschap Zeeland.
m m
Deze stand kwam voor in een partij
van de heer Overloop (met wit), zwart
aan zet speelde 1318 en verloor.
Hoe? S.
De zelfzucht vindt haar straf in een
vereenzaamd zieleleven.
Zachtmoedig is niet enkel goediger»
zachten vriendelijk, 't Is ook moedig.
IJdelheid is zo belachelijk, dat men
er zich reeds uit ijdelheid voor moest
hoeden.
van
Vrijdag 25 April 1952, No. 2155
Uitgave van
Oosterbaan Le Cointre N.V.
Goes
fjeeuu/scH
Z_ u/eem/fD
VOOR DE ZONDAG
Bladerend in oude krantenknipsels,
trof mij een bericht in een Duitse
krant van vóór de oorlog van het
Hitler-DuitAand. Daarin werd mede
gedeeld, dat in Beieren een chauffeur,
in dienst van een der hoge Nazi-
fuctionarissen, zichzelf had doodge
schoten, omdat hij met de auto, waarin
zün meester zat, een ongeluk had ge
had. Het was betrekkeiyk goed afge
lopen en had ook geheel buiten zyn
schuld plaats gehad, maar hy achtte
het zichzelf onvergeeflyk, dat dit kon
plaats hebben. Deze zelfmoordenaar
werd met groot eerbetoon begraven,
terwyl aan zyn graf door de hoge
Nazi-man, zyn leven en sterven ten
voorbeeld werd gesteld aan allen, die
in dienst van het Derde Ryk stonden.
Hy achtte het een daad van de hei
ligste religie, zyn leven op deze ma
nier te beëindigen.
Sinds hebben honderdduizenden uit
de Hitler-jeugd het voorbeeld van de
ze chauffeur gevolgd. Immers, ze zyn
zingende de dood in gegaan, in storm
pas, zonder vrees, zonder angst, want
zij brachten het offer van hun leven
voor een heilige zaak, zo geloofden
zp, toen eenmaal de oorlog begon.
En op dit ogenblik denkt er een
millioenenleger aan de andere zyde
van het ijzeren gordyn weer precies
zo over. Ze zijn opgevoed in de over
tuiging, dat het offer van hun leven
de heilstaat naderby zal brengen en
zii hebben voor „vadertje Stalin" dat
offer gaarne over. °Zy leven uit een
geloof en ze hebben hun leven voor
hun geloof over.
Wy weten, dat deze religie van het
geioof in de mens en in zijn ideaal
een dwaasheid is, maar toch zal het
goed zyn, dat we onszelf eens verge
lijken met deze Nazi-mensen en Com
munisten.
Want wie en wat zy ook mogen zyn
of geweest zyn, ze bezaten een gewel
dige styl, een rotsvast geloof, waarvoor
zij hun leven feil hadden en hebben.
Die styl mist ons christendom van
de twintigste eeuw. Het is by ons
niet meer het „alles of niets". Ons ge
loof wordt niet meer gedragen door
de alles overwinnende kracht van het
persoonlyk offer. Het is verburger
lijkt en we lopen er de kantjes by af,
kyken links en rechts en proberen zo
mogelijk zonder kleerscheuren ons
uit allerlei moeilijke situaties te red
den. We praten nog wel veel over ons
„christelijk geloof", we hebben onze
di- 'bare „beginselen" en het: „God
wil het!" ligt ons op de lippen be
storven. Maar we staan niet meer
achter onze hoge woorden met geheel
onze persoonlijkheid, met geheel onze
ziel, en mét al onze krachten. We heb
ben er geen offer meer voor over. We
willen graag „christelyk" blyven he
ten, maar we lonken naar de wereld
en haar begeerlykheden. We zyn net
zo bezeten van de sporthartstocht als
de wereld en we willen het gaan naar
de bioscoop graag goedpraten, immers
er zijn ook goede films en waarom
zouden we niet eens een mooi toneel
stuk gaan zien? De zonde zit immers
niet in de „stof"? In ons publiek op
treden heerst niet meer onze profe
tische roeping, maar laten we ons be
heersen door wat ons voordeel geeft
en tot geen prys zullen we ingaan
tegen wat we als de wens en de be
geerte van de grote massa of de meer
derheid zien. We kyken graag de „kat
eens uit de boom" en zien wat ande
ren doen, eer we voor onszelf beslis
sen.
Dat is zo onze „levensstijl" van van
daag geworden, een stijl, die kwalyk
nog styl genoemd kan worden, want
het is eenvoudig een volkomen stijl
loos leven, wear geen kracht en geen
fut meer in zit.
En dan beklagen we ons, dat er zo
weinig „wervingskracht" meer van de
kerk uitgaat, dat de jeugd verslapt en
van ons afdwaalt, dat we verseculari-
seren, verwereldlyken. En we denken
dan, dat we die afdwalende jeugd nog
redden kunnen voor ons „christelyk
beginsel" door een slap aftreksel van
wat de wereld biedt te geven. Zo
komen we een twintig jaar achter die
wereld aan, maar we volgen haar
trouw.
Hoe komt dit alles?
Er is maar één antwoord op te ge
ven: we leven niet meer by de Schrif
ten. De Bybel kennen we als een boek
vol teksten, maar we kennen hem niet
meer als de éne Gods openbaring,
waarin de wil des Heren voor geheel
ons leven duidelyk en klaar tot ons
komt.
We weten met onze cultuurproble
men geen raad, omdat we niet meer
luisteren naar wat het Woord van
God ons zegt. Dat is de eenvoudige
waarheid, waar het alles om draait.
We praten nog wel over „beginselen"
maar we vragen ons niet meer af: wat
zegt nu de HERE in Zyn WOORD tot
ons over dit en dat onderwerp. Daar
zit het by ons op vast.
Dachten we, dat Paulus niet met
het cultuurprobleem te maken heeft
gehad? Hy stond midden in de clas-
sieke wereld van het geraffineerde
Griekenland. En wat hy ons schryft
is vol beelden aan die heidense we
reld ontleent.
Ook hy kende de sportverdwazing,
zo goed als wy. Maar hoe was zyn
houding er tegenover? Wel, heel een
voudig en duidehjk: hy zegt: kijk
mensen, die harddravers en die dis
cuswerpers, die worstelaars en boksers
doen het zo: ze trainen zichzelf, da
gen en weken lang en ze maken hun
lichaam klaar voor de grote dag van
de olympische spelen. Ze hebben er
alles voor over, ze laten er hun lek
ker eten en drinken voor staan, ze
houden zich aan een streng dieet en
dwingen hun lichaam in de vermoei
ende oefening om klaar te zyn voor
de grote dag. Want ze willen de ere
palm bezitten, welke gegeven wordt
aan de overwinnaars en hen die wet
tig hebben gestreden. En nu zegt
Paulus niet: kyk mensen, maak nu
voor jullie jongens eens precies zulke
renbanen en worstelparken, maar doe
het op christelijke manier, en houdt
er alsjeblieft de Zondag buiten, want
dan moet je naar de kerk, maar kijk
verder maar naar de manier waarop
de wereld het doet, want jullie jon
gens „moeten toch ook wat hebben".
Wanneer Paulus op die manier naar
de stijl van deze wereld gegluurd had,
zou er vandaag geen christendom meer
in de wereld bestaan, daar kunnen
we rustig van op aan.
Maar Paulus doet het anders: hij
zegt: mensen, kyk van de wereld af,
hoe zij alle kracht inzet en zich alle
offers getroost voor een verdwaasd
en zinloos spel, vol ydelheid, en laat
ons nu, dat voorbeeld volgend, ons
lichaam en onze geest trainen, en ons
onthoudingen getroosten en alles wat
ons lief is, om Christen te zijn, dat
wil zeggen navolgers van onze over
ste Leidsman en Voleinder des geloofs.
Onze renbaan, óns worstelperk, óns
amphiteather, óns stadion, dat is de
KERK. Daaraan hebben wij alle onze
krachten te geven en ons onthoudin
gen voor te getroosten. Dat neemt nu
al ónze tijd in beslag, voor zover we
die niet nodig hebben voor onze dage
lijkse arbeid.
En toen Paulus het zo stelde kwam
Sen petod otn U petto/en.
En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in de naam van Zijn
Zoon Jezus Christus. 1 Joh. 3:23.
We treffen in Gods Woord uit
drukkingen aan, die lijnrecht schij
nen in te gaan tegen wat wij „het
normale" noemen. De Bijbel spreekt
ons b.v. over liefhebben en geloven
op een manier als nergens elders
geschiedt.
We ontvangen n.l. een gebod om
lief te hebben, wat helemaal schijnt
te strijden met onze opinie, dat
liefde zich niet laat dwingen. Wie
zou er aan denken de liefde per
commando op te dragen?
Maar Gods Woord gaat nog ver-
der, wanneer we ook een gebod om
te geloven ontvangen. Zo iets schijnt
helemaal in te gaan tegen wat wij
onder „geloven" verstaan. „Dit is
Zijn gebod, dat wij geloven in de
naam van Zijn Zoon Jezus Chris
tus".
Van nature geloven wij niet, al
thans niet in de naam van de Zo.on
Gods. We hechten wel geloof aan
ons eigen inzicht, en nemen aan wat
wij menen, dat in overeenstemming
is met ons menselijk verstand. Maar
van huis uit zijn we ongelovig waar
het de openbaring van God geldt.
Hoe zullen we dan het wonderlijke
gebod Gods kunnen gehoorzamen,
en gaan geloven in de naam van
Jezus Christus?
Heel duidelijk omschrijft Johan
nes het voorwerp van ons geloof.
Daardoor wordt een algemene gods
dienstigheid uitgeschakeld, en alle
fantasie over Jezus als verheven
Leraar opzij gezet, en komt het hart
van de zaak voor u te staan.
Dat hart is: de naam van de Zoo»
Gods Jezus Christus, waardoor Hij
voor ons verschijnt als de van God
geschonken Verlosser.
De Schrift laat ons dus niet vrij
om te geloven wat wij willen. Er is
hier dus een uitdrukkelijk gebod
om Jezus te erkennen als de Zoo»
van God, en heel de openbaring
omtrent Hem te geloven.
Aan de gehoorzaamheid ten op
zichte van 'dit gebod wordt het ware
christendom gekend. Wat daar bui
ten ligt strijdt dus met het gebod
Gods. Dat is fout, en draagt geen
vrucht.
Hoe dikwijls kunnen we mensen
niet horen zeggen: „Ik ben niet on
gelovig!"
Laten wij ons toetsen aan dit ge
bod Gods voor ons geloof. En dan
zo, dat we niet slechts als recht
zinnige mensen alles wat in de Bij
bel staat, houden voor een algemene
waarheid, maar dat roe haar ook
aannemen voor ons eigen leven.
Hoe zou dat anders kunnen dan
in voortdurend gebedsleven, omdat
het natuurlijke ongeloof van ons
hart zich telkens weer laat gelden,
waardoor de twijfelmoedigheid ge
boren wordt, en de zekerheid van
het heil voor ons verloren gaat.
We mogen niet alleen geloven in
Jezus Christus wij moeten! En
het is die Jezus zelf, die door Zijn
Geest het geloof wil wekken, en
het dagelijks wil voeden met Zijn
Woord.
Het staat dikwijls veel te ver van
ons af, en het laat menigeenkoud,
dat hij nog niet gekomen is tot het
waarachtig geloof in Jezus Chris
tus. Ze zeggen: „Dat moet je gege
ven worden." Maar ze bedenken dan
niet, dat hier een gebod ligtEen
gebod, dat hen in de engte moet
drijven en tot het gebed moet bren
gen; tot het gebed, dat de kerk
vader Augustinus in deze woorden
uitdrukte: „Here, geef wat Gij be
veelt."
Hoe dichter wij nu leven bij het
Woord van God, hoe meer wij ge
drongen worden naar die enige
naam, die God gaf tot zaligheid: de
naam van Jezus Christus, die zei:
„Al wat gij de Vader bidden zult
in Mijn naam, dat zal Hij u geven."
En daartoe behoort ook de genade
gave van het geloof.
Kminingen. J. KOOLSTRA.
er styl in die jonge christengemeen
ten. De jeugd keek niet met jaloerse
blikken naar de olympische spelen,
maar trainde zich in KERKwerk,
jonge mensen gaven hun lichamen om
verbrand te worden voor de zaak van
Gods koninkryk. De beelden die Pau
lus gebruikte en ontleend had aan de
heidense sportwereld hadden zij goed
begrepen en overgebracht op wat hun
leven moest zyn. En toen Paulus aan
het eind van zyn leven gekomen,
zeggen kon: ik heb de goede strijd ge
streden, ik heb de loop beëindigd, ik
heb het geloof behouden, voorts is
mij weggelegd de kroon der recht
vaardigheid, begreep die kerkjeugd
heel goed, dat Paulus op zijn oude dag,
nog weer teruggreep naar het ver
dwaasde en zinloze spel dezer wereld,
om de Kerkjeugd te wijzen op dat an
dere leven, uit geheel andere stijl op
gebouwd, waaraan die jeugd zich te
geven had.
En deze styl van de Kerk heeft we-
reldoverwinnende kracht gehad. Daar
zat inderdaad „wervingskracht" in en
behield een jeugd by het geloof.
En deze stijl zijn we vandaag ver
loren.
Het is daarover dat we te klagen
hebben.
RaA-aMai.
We lezen van hem in de Schrift,
„Dat hij in 't oproer van die dagen",
„Een medemens had doodgeslagen",
En 'k dacht, waarschijnlijk in z'n drift!
Hij was veroordeeld tot het kruis!
Zijn leven ging door zijn gedachten
Zó zat hij in zijn cel te wachten,
En luisterde naar elk gedruis!
Een mannenstap kwam naderbij!
Hij moest en zou, doch wou niet
[sterven
Zijn vrees viel als een vaas aan
scherven
Toen de portier sprak: „Gij zijt vrij",
„Want Jezus is de Kruiseling"
„Hij heeft Uw kruis op zich genomen".
En Bar-Abbas scheen wel te dromen.
Toen hij bevrijd in 't zonlicht ging!
Wij zijn aan Bar-Abbas gelijk!
Geneigd God en de mens te haten.
Maar wie aanbidt wordt vrijgelaten.
Zó worden celbewoners rijk!
■'IIP»"