Stadion en Kerk. m m j-umi&icbloHl IftifWlHMa? uU SCHOENEN-SHOW AMSTERDAM: LUCHTIG, KLEURRIJK, GEMAKKELIJK DAM-LABYRINTH hjc ,3fS 5 «3 v, 20 >1 a - 2 o J 11 3 3 (I I 3 as-.g-s-g-K - PJ 2 f6 E S -° -3 3 5 MfJO sJÏS I w K i-S s- B'tT QTQ £5 co qq ft) M O rf »w v-t - 3 5 3 5 G o> -Ö- 3 g-ft cr Vrijdag 25 April 1952 ■T ZEEUWSCH WEEKEND Pagi: loren aan een prachtige swagger In een groene tint, doch ge hebt geen hoedje of schoen, of wat dan ook dat daar by past. Wees dan wj)s en sluit in de mo dezaak even uw ogen, keer u om, zo dat ge dat groene wonder niet meer ziet, en kies dan een andere, ook mooie zwagger, waarvoor ge niet alle bijpas- Bende accessoires moet aanschaffen, want dat zou u haast op twee swag gers in contanten komen te staan. Zoudt ge toch die mooie groene kopen en het maar met de andere spulletjes doendan zoudt ge er met die gloed nieuwe mantel toch niet aardig uitzien. Er zyn wel enkele van die gelukki gen, die steeds meteen alles er bij kun nen kopen, dat is mogelijk, maar dat zijn de meesten niet. Kyk, zonder woorden, was dit toch het onderricht van de show. En ik zou zeggen, dat is een goede les. Bovendien, al kunt ge niet dadelijk na afloop aan het bestellen gaan, er komt toch een tijd, dat ge dit wél móét, dan is het een rust te weten, naar welke zaken ge met een toe kunt stappen. En ge behoeft niet ongerust te zijn, by de ryke col lectie, die u vertoond is, biyft er lang een goede keus over. We kunnen er ons op voorbereiden, dat de zomerse rokken iets korter zijn dan van onze winterkledy. Verder was er een prachtige collectie zwaggers. Om van te watertanden. Vlotte modellen, in allerlei kleur en afwerking, die beschei den beurzen en verfijnde smaken kun nen voldoen. Het schijnt, dat de toppers iets in aanzien verminderen, want die waren in de minderheid. Te meer ech ter zagen we mantelpakjes, in allerlei vorm en kleur en van zeer verschillend materiaal gemaakt. Zo grote keus, dat elk der dames wel een verschillend mo del kon hebben gekozen. Dan de japonnen, zonder tal, in kleur en lijn en modelom van te water tanden. De bijpassende hoeden waren harten veroverend. En dit jaar zo, dat men ze in ons winderig klimaat op het hoofd kan houden, zonder permanent met de hand aan de hoed te moeten lopen. De meesten pasten heerlijk om het hoofd heen. Nu eens een hulde aan die ont werpers. De schoenen vormden een zeer belangrijk onderdeel. Deze zijn er nu In zeer verschelden tinten, in veel ver schillende modellen, maar bovenal van een makeiy, waarop men inderdaad kan lopen, en, zo de schyn niet bedriegt, zelfs zou kunnen draven. Dat is een verbetering in de mode, die niet anders dan kan worden toegejuicht. Dat by elk tolletje ook een beeldje van een tasje paste by de mannequins, is een luxe, die wij ons niet altyd zullen kunnen veroorloven, maar er waren eohter ook heel goede en mooie exemplaren te zien, die heus wel by meer dan één pakje pasten. Een enkel fijn sieraadje garf de juiste finishing touch. Dat we in ons hart hoera riepen by de mededeling by een paar aardige zo- mer-toiletjes, dat deze uitstekend ge wassen konden worden, maar werkeiyk geen strykyzer nodig hadden, is niet te verwonderen. Tussen zomerse jurkjes door zagen we Falcon-regenkleding. Zo mooi, dat de gelukkige bezitters ervan zeker wel eens naar een buitje zullen verlangen. Ja, die eerste Middelburgse Mode show gaf heel wat te zien ente leren. Een vrouwelqk woord van hulde aan hen, die dit voor de eerste maal orga niseerden, mag zeker wel gehoord wor den. ApAcPiiAmen Zwijgen antwoordt veel. Bijzonder duidelijk worden sommi ge vragen door zwijgen beantwoord. Niet ieder, die kijken kan, kan wer kelijk zien. Tot het zien, behoort ook de liefde. Leren zien is de kunst, die het moeilijkst is en het langzaamst wordt verworven. Het reeept voor damesschoeisel deze zomer Een schoen is eigenlijk een zeer in teressant ding: het is het kleinste vlak waar wij op lopen. Daarom moet men wel bewondering hebben voor de ont werpers van damesschoeisel, die tel kens weer iets nieuws weten te be denken voor dit kleine vlak. Met deze woorden werd de zomer schoenenshow ingeleid, welke het Mo decentrum voor de Schoen- en Leder branche dezer dagen te Amsterdam gaf. Een enorme verscheidenheid aan damesschoeisel werd op deze show getoond. Naar een der organisatoren opmerkte, luidt het parool voor de komende zomer: luchtig, kleurrijk, ge makkelijk. Men zou kunnen aanvoe ren, dat dit recept ten aanzien van damesschoeisel wel altijd geldt. Ja, maar daarom voldoet de schoenen industrie nog lang niet altijd aan de vraag naar modellen, welke aan deze eigenschappen beantwoorden. Deze keer behoeft men echter niet te vrezen voor een tekort aan moge lijkheden voor de warme maanden. Het boeiende feit doet zich voor, dat het luchtige en gemakkelijk zittende schoentje ook uiterst degehjk is, hoe anders dat op het oog moge lijken. In dit opzicht presteert onze natio nale schoenindustrie wel iets! Getuige ook het vlotte schoeisel waar alle da mes graag naar kijken doch dat.... van steunzolen voorzien blijkt te zijn. Pasteltinten geliefd. Aan kleuren zal het bij de zomer schoenen niet ontbreken. Vooral pas teltinten zijn er. Bij sandalen en san- dalettes heeft men zich toegelegd op kleurige motieven. Men kan dat soe pele schoeisel bij effen zomerjapon netjes by voorkeyr dragen. Dames die zich in bontkleurige toi letten steken, zullen de effen witte schoen prefereren. Deze is er in de winkels dan ook in rijke, sortering, van de eenvoudige sandalette tot de meest luxueuse pump. De gewone flat, in de laatste sei zoenen zo populair geworden, ont breekt niet op het zomerappèl. Ook hier treffen we allerlei variëteiten aan: met open hiel, open teen of met diverse perforaties. Molières, sportschoenen en niet te vergeten muiltjes voor in huis of op straat, ziet men in vele vormen. Erg licht zijn de schoenen met dikke kurkzolen, die er zeer solide uitzien. Dat de Nederlandse fabrikanten in het vinden van een fraaie lijn voor het schoeisel niet behoeven onder te doen voor hun Italiaanse vakgenoten! kwam wel vast te staan in de parade van vele dozynen zomerschoenen die aan ons oog voorbijtrok te Amsterdam. Correspondentie uitsluitend te richten aan J. Joosse, Eigenhaardstraat 6, Middelburg. ZeelandDistrict Dordrecht gespeeld in Dordrecht, gaf de Zeeu wen een 128 overwinning, een zeer goed resultaat. Uit deze kamp geven we een paar partijen. L. Goedbloed, Zeeland (wit) C. Bravenboer, Dordrecht. 1. 34—29, 20—25; 2. 40—34, 14—20 3. 45—40, 20—24; 4. ..X.., 25X. 5. 50—45, 15—20; 6. 33—29, 10—1 7. 38—33, 5—10; 8. 42—38, 17—2 9. 29—24, ..X..; 10. X. 11. ..X24, 21—26; 12. 34—30, 11—1 13. 40—35, 17—22; 14. 32—27, 14—2 15. 39—33, ..X..; 16. ..X.., 10—14 17. 44—39, 6—11; 18. 47—42, 1—6 19. 39—33, 14—20; 20. 49—44, ..X. 21. ..X.., 9—14; 22. 38—33, 14—2 23. 42—38, ..X..; 24. ..X.., 11—1 25. 44—39, 410; 26. 45—40, 10—14 27. 30—25, 13—19; 28. ..X.., 18x. 29. ..X.., ..X..; 30. 31—27, 7—1 31. 40—34, 8—13; 32. 34—30, 2—8 33. 39—34, 14—19; 34. 37—31, ..X. 35. ..X... 9—14; 36. 34—29, ..X- 37. ..X.., 12—18; 38. 36—31, 8—1 39. 31—26, 17—22; 40. 46—41, ..X- 41. ..X... 12—17; 42. 39—33, 17—2 43. 41—36, 3—8; 44. 33—28, 8—1 45. 43—39, 18—23; 46. 37—31, 12—1 47. 31—27, 15—10; 48. 48—42, 6—1 49. 42—37, 20—24; 50. 39—34, 24—29 51. 35—30, ..X..; 52. 30—24, ..X. 53. ..X10, 35—35; 54. 10—4, 40—4 55. 27—22, 13X27; 56. 4x6, 21—26 57. ..X.., 16X..; 58. 6—50; 35—40 59. 25—20, 40—44; 60. ..X.., 45—50 61. 20—15, 50—28; 62. 38—32, 28—23 63. 15—20, .X.64. 31—18, Wit wint Partij No. 2. D. v. d. Kreeke, Zeeland (Zwart) J. Kanters, Dordrecht. 1. 34—30, 20—25; 2. 32—28, ..X..; 3. X30, 19—24; 4. ..XX.. 5. Xl8, 17—22; 6. ..XX22 7. 44—39, 10—14; 8. 40—34, 13—19 9. 45—40, 8—13; 10. 50—45, 18—23 11. 34—30, 18—23; 12. 30—25, 12—18 13. 40—34, 22—28; 14. X.. 15. ..X.., 18—23; 16. ..XX-. 17. 41—37, 4—10; 18. 37—32, 14—20 19. XX 20. 46—41, 7—12 21. 41—37, 1—7; 22. 38—33, 12—18 23. 42—38, 7—12; 24. 47—12, 5—10 25. 49—44, 10—14; 26. 44—40, 17—21 27. 40—34, 19—23; 28. 34—30, 14—19 29. 30—25, 15—20; 30. ..XX.. 33. ..XX..; 34. 42—37, 6—11 35. 45—40, 12—18; 36. 40—34, 10—15 37. 34—30, 11—16; 38. 39—34, 15—20 39. 48—42, 16—21; 40. 37—32, 21—26 41. ..XX..; 42. 42—37, 17—22 43. 33—29, 8—12; 44. 37—32, 12—17 45. 32—27, ..X..; 46. ..X.., 23—28 47. 38—33, ..X..; 48. 30—25, ..X.. 49. ..X.., 18—23; 50. X.. 51. 1510, 914; remise. Wie geeft de winst aan voor de zwartspeler. Ie klasse kampioenschap Zeeland. m m Deze stand kwam voor in een partij van de heer Overloop (met wit), zwart aan zet speelde 1318 en verloor. Hoe? S. De zelfzucht vindt haar straf in een vereenzaamd zieleleven. Zachtmoedig is niet enkel goediger» zachten vriendelijk, 't Is ook moedig. IJdelheid is zo belachelijk, dat men er zich reeds uit ijdelheid voor moest hoeden. van Vrijdag 25 April 1952, No. 2155 Uitgave van Oosterbaan Le Cointre N.V. Goes fjeeuu/scH Z_ u/eem/fD VOOR DE ZONDAG Bladerend in oude krantenknipsels, trof mij een bericht in een Duitse krant van vóór de oorlog van het Hitler-DuitAand. Daarin werd mede gedeeld, dat in Beieren een chauffeur, in dienst van een der hoge Nazi- fuctionarissen, zichzelf had doodge schoten, omdat hij met de auto, waarin zün meester zat, een ongeluk had ge had. Het was betrekkeiyk goed afge lopen en had ook geheel buiten zyn schuld plaats gehad, maar hy achtte het zichzelf onvergeeflyk, dat dit kon plaats hebben. Deze zelfmoordenaar werd met groot eerbetoon begraven, terwyl aan zyn graf door de hoge Nazi-man, zyn leven en sterven ten voorbeeld werd gesteld aan allen, die in dienst van het Derde Ryk stonden. Hy achtte het een daad van de hei ligste religie, zyn leven op deze ma nier te beëindigen. Sinds hebben honderdduizenden uit de Hitler-jeugd het voorbeeld van de ze chauffeur gevolgd. Immers, ze zyn zingende de dood in gegaan, in storm pas, zonder vrees, zonder angst, want zij brachten het offer van hun leven voor een heilige zaak, zo geloofden zp, toen eenmaal de oorlog begon. En op dit ogenblik denkt er een millioenenleger aan de andere zyde van het ijzeren gordyn weer precies zo over. Ze zijn opgevoed in de over tuiging, dat het offer van hun leven de heilstaat naderby zal brengen en zii hebben voor „vadertje Stalin" dat offer gaarne over. °Zy leven uit een geloof en ze hebben hun leven voor hun geloof over. Wy weten, dat deze religie van het geioof in de mens en in zijn ideaal een dwaasheid is, maar toch zal het goed zyn, dat we onszelf eens verge lijken met deze Nazi-mensen en Com munisten. Want wie en wat zy ook mogen zyn of geweest zyn, ze bezaten een gewel dige styl, een rotsvast geloof, waarvoor zij hun leven feil hadden en hebben. Die styl mist ons christendom van de twintigste eeuw. Het is by ons niet meer het „alles of niets". Ons ge loof wordt niet meer gedragen door de alles overwinnende kracht van het persoonlyk offer. Het is verburger lijkt en we lopen er de kantjes by af, kyken links en rechts en proberen zo mogelijk zonder kleerscheuren ons uit allerlei moeilijke situaties te red den. We praten nog wel veel over ons „christelijk geloof", we hebben onze di- 'bare „beginselen" en het: „God wil het!" ligt ons op de lippen be storven. Maar we staan niet meer achter onze hoge woorden met geheel onze persoonlijkheid, met geheel onze ziel, en mét al onze krachten. We heb ben er geen offer meer voor over. We willen graag „christelyk" blyven he ten, maar we lonken naar de wereld en haar begeerlykheden. We zyn net zo bezeten van de sporthartstocht als de wereld en we willen het gaan naar de bioscoop graag goedpraten, immers er zijn ook goede films en waarom zouden we niet eens een mooi toneel stuk gaan zien? De zonde zit immers niet in de „stof"? In ons publiek op treden heerst niet meer onze profe tische roeping, maar laten we ons be heersen door wat ons voordeel geeft en tot geen prys zullen we ingaan tegen wat we als de wens en de be geerte van de grote massa of de meer derheid zien. We kyken graag de „kat eens uit de boom" en zien wat ande ren doen, eer we voor onszelf beslis sen. Dat is zo onze „levensstijl" van van daag geworden, een stijl, die kwalyk nog styl genoemd kan worden, want het is eenvoudig een volkomen stijl loos leven, wear geen kracht en geen fut meer in zit. En dan beklagen we ons, dat er zo weinig „wervingskracht" meer van de kerk uitgaat, dat de jeugd verslapt en van ons afdwaalt, dat we verseculari- seren, verwereldlyken. En we denken dan, dat we die afdwalende jeugd nog redden kunnen voor ons „christelyk beginsel" door een slap aftreksel van wat de wereld biedt te geven. Zo komen we een twintig jaar achter die wereld aan, maar we volgen haar trouw. Hoe komt dit alles? Er is maar één antwoord op te ge ven: we leven niet meer by de Schrif ten. De Bybel kennen we als een boek vol teksten, maar we kennen hem niet meer als de éne Gods openbaring, waarin de wil des Heren voor geheel ons leven duidelyk en klaar tot ons komt. We weten met onze cultuurproble men geen raad, omdat we niet meer luisteren naar wat het Woord van God ons zegt. Dat is de eenvoudige waarheid, waar het alles om draait. We praten nog wel over „beginselen" maar we vragen ons niet meer af: wat zegt nu de HERE in Zyn WOORD tot ons over dit en dat onderwerp. Daar zit het by ons op vast. Dachten we, dat Paulus niet met het cultuurprobleem te maken heeft gehad? Hy stond midden in de clas- sieke wereld van het geraffineerde Griekenland. En wat hy ons schryft is vol beelden aan die heidense we reld ontleent. Ook hy kende de sportverdwazing, zo goed als wy. Maar hoe was zyn houding er tegenover? Wel, heel een voudig en duidehjk: hy zegt: kijk mensen, die harddravers en die dis cuswerpers, die worstelaars en boksers doen het zo: ze trainen zichzelf, da gen en weken lang en ze maken hun lichaam klaar voor de grote dag van de olympische spelen. Ze hebben er alles voor over, ze laten er hun lek ker eten en drinken voor staan, ze houden zich aan een streng dieet en dwingen hun lichaam in de vermoei ende oefening om klaar te zyn voor de grote dag. Want ze willen de ere palm bezitten, welke gegeven wordt aan de overwinnaars en hen die wet tig hebben gestreden. En nu zegt Paulus niet: kyk mensen, maak nu voor jullie jongens eens precies zulke renbanen en worstelparken, maar doe het op christelijke manier, en houdt er alsjeblieft de Zondag buiten, want dan moet je naar de kerk, maar kijk verder maar naar de manier waarop de wereld het doet, want jullie jon gens „moeten toch ook wat hebben". Wanneer Paulus op die manier naar de stijl van deze wereld gegluurd had, zou er vandaag geen christendom meer in de wereld bestaan, daar kunnen we rustig van op aan. Maar Paulus doet het anders: hij zegt: mensen, kyk van de wereld af, hoe zij alle kracht inzet en zich alle offers getroost voor een verdwaasd en zinloos spel, vol ydelheid, en laat ons nu, dat voorbeeld volgend, ons lichaam en onze geest trainen, en ons onthoudingen getroosten en alles wat ons lief is, om Christen te zijn, dat wil zeggen navolgers van onze over ste Leidsman en Voleinder des geloofs. Onze renbaan, óns worstelperk, óns amphiteather, óns stadion, dat is de KERK. Daaraan hebben wij alle onze krachten te geven en ons onthoudin gen voor te getroosten. Dat neemt nu al ónze tijd in beslag, voor zover we die niet nodig hebben voor onze dage lijkse arbeid. En toen Paulus het zo stelde kwam Sen petod otn U petto/en. En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in de naam van Zijn Zoon Jezus Christus. 1 Joh. 3:23. We treffen in Gods Woord uit drukkingen aan, die lijnrecht schij nen in te gaan tegen wat wij „het normale" noemen. De Bijbel spreekt ons b.v. over liefhebben en geloven op een manier als nergens elders geschiedt. We ontvangen n.l. een gebod om lief te hebben, wat helemaal schijnt te strijden met onze opinie, dat liefde zich niet laat dwingen. Wie zou er aan denken de liefde per commando op te dragen? Maar Gods Woord gaat nog ver- der, wanneer we ook een gebod om te geloven ontvangen. Zo iets schijnt helemaal in te gaan tegen wat wij onder „geloven" verstaan. „Dit is Zijn gebod, dat wij geloven in de naam van Zijn Zoon Jezus Chris tus". Van nature geloven wij niet, al thans niet in de naam van de Zo.on Gods. We hechten wel geloof aan ons eigen inzicht, en nemen aan wat wij menen, dat in overeenstemming is met ons menselijk verstand. Maar van huis uit zijn we ongelovig waar het de openbaring van God geldt. Hoe zullen we dan het wonderlijke gebod Gods kunnen gehoorzamen, en gaan geloven in de naam van Jezus Christus? Heel duidelijk omschrijft Johan nes het voorwerp van ons geloof. Daardoor wordt een algemene gods dienstigheid uitgeschakeld, en alle fantasie over Jezus als verheven Leraar opzij gezet, en komt het hart van de zaak voor u te staan. Dat hart is: de naam van de Zoo» Gods Jezus Christus, waardoor Hij voor ons verschijnt als de van God geschonken Verlosser. De Schrift laat ons dus niet vrij om te geloven wat wij willen. Er is hier dus een uitdrukkelijk gebod om Jezus te erkennen als de Zoo» van God, en heel de openbaring omtrent Hem te geloven. Aan de gehoorzaamheid ten op zichte van 'dit gebod wordt het ware christendom gekend. Wat daar bui ten ligt strijdt dus met het gebod Gods. Dat is fout, en draagt geen vrucht. Hoe dikwijls kunnen we mensen niet horen zeggen: „Ik ben niet on gelovig!" Laten wij ons toetsen aan dit ge bod Gods voor ons geloof. En dan zo, dat we niet slechts als recht zinnige mensen alles wat in de Bij bel staat, houden voor een algemene waarheid, maar dat roe haar ook aannemen voor ons eigen leven. Hoe zou dat anders kunnen dan in voortdurend gebedsleven, omdat het natuurlijke ongeloof van ons hart zich telkens weer laat gelden, waardoor de twijfelmoedigheid ge boren wordt, en de zekerheid van het heil voor ons verloren gaat. We mogen niet alleen geloven in Jezus Christus wij moeten! En het is die Jezus zelf, die door Zijn Geest het geloof wil wekken, en het dagelijks wil voeden met Zijn Woord. Het staat dikwijls veel te ver van ons af, en het laat menigeenkoud, dat hij nog niet gekomen is tot het waarachtig geloof in Jezus Chris tus. Ze zeggen: „Dat moet je gege ven worden." Maar ze bedenken dan niet, dat hier een gebod ligtEen gebod, dat hen in de engte moet drijven en tot het gebed moet bren gen; tot het gebed, dat de kerk vader Augustinus in deze woorden uitdrukte: „Here, geef wat Gij be veelt." Hoe dichter wij nu leven bij het Woord van God, hoe meer wij ge drongen worden naar die enige naam, die God gaf tot zaligheid: de naam van Jezus Christus, die zei: „Al wat gij de Vader bidden zult in Mijn naam, dat zal Hij u geven." En daartoe behoort ook de genade gave van het geloof. Kminingen. J. KOOLSTRA. er styl in die jonge christengemeen ten. De jeugd keek niet met jaloerse blikken naar de olympische spelen, maar trainde zich in KERKwerk, jonge mensen gaven hun lichamen om verbrand te worden voor de zaak van Gods koninkryk. De beelden die Pau lus gebruikte en ontleend had aan de heidense sportwereld hadden zij goed begrepen en overgebracht op wat hun leven moest zyn. En toen Paulus aan het eind van zyn leven gekomen, zeggen kon: ik heb de goede strijd ge streden, ik heb de loop beëindigd, ik heb het geloof behouden, voorts is mij weggelegd de kroon der recht vaardigheid, begreep die kerkjeugd heel goed, dat Paulus op zijn oude dag, nog weer teruggreep naar het ver dwaasde en zinloze spel dezer wereld, om de Kerkjeugd te wijzen op dat an dere leven, uit geheel andere stijl op gebouwd, waaraan die jeugd zich te geven had. En deze styl van de Kerk heeft we- reldoverwinnende kracht gehad. Daar zat inderdaad „wervingskracht" in en behield een jeugd by het geloof. En deze stijl zijn we vandaag ver loren. Het is daarover dat we te klagen hebben. RaA-aMai. We lezen van hem in de Schrift, „Dat hij in 't oproer van die dagen", „Een medemens had doodgeslagen", En 'k dacht, waarschijnlijk in z'n drift! Hij was veroordeeld tot het kruis! Zijn leven ging door zijn gedachten Zó zat hij in zijn cel te wachten, En luisterde naar elk gedruis! Een mannenstap kwam naderbij! Hij moest en zou, doch wou niet [sterven Zijn vrees viel als een vaas aan scherven Toen de portier sprak: „Gij zijt vrij", „Want Jezus is de Kruiseling" „Hij heeft Uw kruis op zich genomen". En Bar-Abbas scheen wel te dromen. Toen hij bevrijd in 't zonlicht ging! Wij zijn aan Bar-Abbas gelijk! Geneigd God en de mens te haten. Maar wie aanbidt wordt vrijgelaten. Zó worden celbewoners rijk! ■'IIP»"

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 7