VAN HOUTEN'S
SANAT0GÊn
Nederlandse regering wenst bevoegdheid
tot sluiting van bedrijfstakken.
Keesje de Duivel liet zich in de kerk opsluiten.
ZEELAND
DOOR WATER EN VUUR
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
Tilanus pleitte voor een Kabinet
op zo breed mogelijke basis»
Aantal kinderen met onvoldoende
gezichtsscherpte neemt toe»
Diepingrijpend in het economische leven
In gevallen van overcapaciteit, met het oog op
de industrialisatie en in het kader van
internationale samenwerking,
Vergunningstelsel bij buiten
gewone omstandigheden.
ELKCHOCOLADEKORRELS
90 ct. per 250 gram
Dollars voor 14 mijnenvegers.
Rumoer rond een praalgraf
En hij veranderde het opschrift, dat niet de
Zeeuwse helden, de gebr. Evertsen, maar
Tromp en De Ruyter eerde.
Twee dappere broers.
Zeeuwse Wandelingen
Pagina
Woensdag 26 Maart 1952
ZEEUWSCH DAGBLAD
Pagina 5
In een by de Tweede Kamer Ingediend wetsontwerp vraagt de regering de
bevoegdheid om, gelet op de omstandigheden, die zich in een bepaalde tak
Van nijverheid kunnen voordoen, tot slotting van die bedryfstak over te
jaan en mitsdien voor de vestiging van nieuwe en de uitbreiding van be-
taande ondernemingen een vergunning van overheidswege te eisen. Deze
ngrijpende bevoegdheid is omschreven in het wetsontwerp „ter regeling om
rent de vestiging en uitbreiding van ondernemingen van nyverheid". Het
reedt in het voetspoor van de bedryfsvergunnlngenwet 1988 en vervangt bo
vendien een stuk bezettingsrecht, n.l. het befaamde Besluit Algemeen Vesti
gingsverbod Kleinbedryf 1941.
De regering voert drie gronden aan de sluiting ten hoogste twee jaar zyn,
met het oog op de industrialisatie is ten
hoogste vyf Jaar toegelaten en voor de
sluiting op grond van volkenrechteiyke
verplichtingen is geen maximale gel
dingsduur voorgeschreven.
Het wetsontwerp, houdende „rege
ling betreffende beperking van de mo-
geiykhoid van vestiging en uitbreiding
van ondernemingen in geval Van bui
tengewone omstandigheden" wil de re-
Yoor haar standpunt. De eerste ziet
gij in een bestaande of dreigende over-
iipaciteit in een bedrijfstak, waarbij
jeciaal wordt gedacht aan het gevaar
an een ernstige kapitaalverspilling,
iet criterium moet zodanig zijn ge-
jteld, dat een gezonde ontwikkeling
yan het bedrijfsleven zo min mogelijk
wordt belemmerd en daarom mag de
bevoegdheid tot sluiting slechts wor
den gehanteerd, Indien een overcapa
citeit een verbod van bedrijfsuitoefe
ning in het algemeen belang doet zijn.
INDUSTRIALISATIE.
De tweede reden hangt samen met
liet streven naar verdere industriali-
latie van ons land. In verband daar
mede kan het gewenst zijn de op
lichting te stimuleren van één of
eer ondernemingen in bedrijfstak
en, die nog niet of niet noemens-
aard in Nederland zijn vertegen-
oordigd, maar die een nuttige aan-
lling van onze industriële uitrus-
;ng betekenen. Het komt voor, dat
an bepaalde zijde belangstelling voor
pen dergelijk project bestaat, doch dat
pen van de uitvoering weerhouden
Wordt door de vrees, dat het voorbeeld
spoedig door anderen zal worden ge
volgd, terwijl voor een reeks van on
dernemingen in deze bedrijfstak geen
lonende bestaansmogelijkheid aanwe
zig is.
De regering ontveinst zich niet, dat
een dergeiyke politiek gevaren Inhoudt.
Het verlenen van „exclusiviteit" be
tekent, dat de betrokken onderneming
ireniang een sterkere positie op de
ederlandse markt zal Innemen, maar
daar staat tegenover, dat voor ons land
waardevolle Initiatieven verloren kun-
nen gaan, indien de regering niet de
bevoegdheid tot sluiting zou bezitten.
INTERNATIONALE SAMEN
WERKING.
In de derde plaats zal de behoefte
eeen bevoegdheid tot sluiting van
rijfstakken zich doen gevoelen in
kader van de groeiende internatio
nale samenwerking op economisch ge
bied. Hierin past ongetwijfeld een
Coördinatie van investeringen. Uiter
aard zal de regering hierbij steeds in
net oog houden de voor Nederland
Strikte noodzaak van een met volle
kracht voortgezette industrialisatie.
De sluiting van een bedrijfstak zal
oesohieden bij algemene maatregel van
pestuur. De draagwijdte van de slui-
flngsmaatregel kan van geval tot ge-
Val uiteen lopen. De sluiting heeft
êeze Inhoud gekregen, dat voor elke
edrijfsuitoefening in beginsel een
Vergunning vereist is, ook dus voor
<je bedrijfsuitoefening in de bestaan
de ondernemingen. Hierdoor krijgt de
overheid een nauwkeurig inzicht in
de omvang van de bedrijfstak en kun
nen overtredingen op eenvoudige
wijze worden vastgesteld.
In het geval van overcapaciteit kan
(Ingezonden Mededeling advert.)
U snit 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
Blke dag moet uw lever een liter gal
In uw ingewanden doen stromen, andera
verteert uw voedsel niet, het bederft.
U raakt verstopt, wordt humeurig en
loom. Neem de plantaardige CARTER'S
LEVERPILLiETJeS om die liter gal
op te wekken en uw spijsvertering en
ftoelgang op natuurlijke wijze te regelen.
Jen plantaardig zacht middel, onover
troffen om de gal te doen stromen.
Eist Carter's Leverpilleties.
gering do bevoegdheid geven een ver
gunningenstelsel toe te passen ten be
hoeve van de investeringsbeperking
onder buitengewone omstandigheden.
Al» zodanig ziet de regering „een
zodanige wanverhouding tussen het
aanbod van goederen en de vraag
daarnaar voor verbruiks- en investe
ringsdoeleinden, dat buitengewone
maatregelen nodig zijn om de dekking
te verzekeren van de op economische
en sociale gronden meest urgent te
achten behoeften". Deze situatie kan
zich met name voordoen in oorlogstijd,
in de daarop volgende periode en in
een tijd van oorlogsdreiging of als ge
volg van een door oorzaken, die bui
ten de de macht der regering liggen,
teweeggebrachte zozeer ongunstige
ontwikkeling der betalingsbalansposi
tie, dat globale maatregelen daarte
gen niet voldoende effect kunnen sor
teren.
De huidige internationale situatie is
zodanig, dat de regering van mening is,
dat zy by voortduring de instrumenten
ter beschikking moet houden om zono
dig dieper in het economische leven te
kunnen ingrypen. By Kon. Besluit wordt
steeds bepaald, wanneer de regeling in
werking treedt. De Staten-Generaal
moeten binnen 14 dagen daarna beslis
sen.
KERK EN SCHOOL
Ds A. M. Spiering naar Canada
Ds A. M. Spiering, ziekenhuispredikant'
van de Geref. Kerk van Groningen, is
als geestelijk verzorger met de „Zuider
kruis", die emigranten naar Canada
brengt, meegegaan. Ds Spiering zal en
kele weken in Canada verblijven, waar
hij tevens kennis zal nemen van de or
ganisatie van het pastorale werk in de
ziekenhuizen.
Vereniging van predikanten der
Geref. Kerken.
Ter jaarvergadering van bovenge
noemde vereniging, in de Paasweek te
Utrecht, moet een nieuwe voorzitter wor
den gekozen, aangezien prof. dr. F. W.
Grosheide zich niet herkiesbaar
heeft gesteld. Van het bestuur treden
ditmaal af de heren ds D. Scheele te As
sen en prof. dr. R. Schippers te Amster
dam, die herkiesbaar zijn. De aftredende
redacteuren van het Geref. Theoi. Tijd
schrift zijn prof. dr. G. C. Berkouwer
en prof. dr. G. M. den Hartogh.
Twee Herv. predikanten met
emeritaat.
Ds H. A. Leenmans, Ned. Herv. pred.
te Bleskensgraaf, gaat 1 Mei a.s. wegens
het bereiken van de pensioengerechtigde
leeftijd met emeritaat. Ds Leenmans werd
in 1887 geboren en in 1914 predikant te
Schooneueek. Hij diende de gemeenten
van Oudemirdum, Bodegraven, Delft,
Ede, Ysselmuiden, Houten én deed in '49
intrede te Bleskensgraaf.
Ook ds A. Veldkamp, Ned. Herv. pred.
te Schingen, gaat 1 Mei a.s. met emeri
taat, wegens het bereiken van de 65-ja-
rige leeitijd. Ds Veldkamp, die in 1887
geboren werd, aanvaardde in 1913 het
predikambt te Obdam en diende de ge
meenten van Dongjum, Midwolda en
Leek, Tolbert, Winsum (Gron.) en ver
bond zich in 1946 aan de gemeente van
Schingen.
(Ingezonden Mededeling advert.)
n
Boterham
belegging
die nooit
verveelt 1
m
(Ingez. mededeling, adv.)
Door ziekte achterop geraakt?
Geef Uw kind toch dadelijk
Sanatogen. Dat geeft precies die
opbouwstoffen, waar zijn bloed
en zenuwen naar hunkeren. Z'n
eetlust - waar U nu zo mee te
tobben hebt - keert terug. Er
komt weer kleur op de wangen
en allengs wijken zwakte en
slapheid voor frisse gezondheid
nieuwe levenslust.
Het zenuwsterkende voedsel
Rede voor de C.-H. te Vlissingen
De nieuwe regering blijft voor dezelfde
moeilijkheden staan.
In een volle zaal aan de Noordstraat
te Vlissingen kwam de Statenkring
Vlissingen van de C.H.TJ. bijeen. Na de
opening door de Statenkringvoorzitter,
de beer Dey uit Souburg, kwam aan
het woord de heer H. W. Tilanus, lid
van de Tweede Kamer der Staten-Ge
neraal.
De heer Tilanus sprak zijn dank uit
aan de leden voor de getoonde trouw,
vooral na de jaren 1945, toen Neder
land zocht naar de nieuwe politieke
ljjn. Sinds zijn eerste bezoek aan Vlis
singen in 1916 getuigen de cijfers van
een gestadige groei, vooral de na-oor-
logse jaren. Hieruit blijkt, dat het C.H.
beginsel in groeiende mate aanwezig
is. In het kader van zijn onderwerp:
„Staatkundige vragen van deze tijd'"
behandelde hij de Grondwetswijzigin
gen, alsmede de algemene politieke
toestand van Nederland.
Inzake de verlaging van de leeftijd
voor het passieve kiesrecht van 30 tot
23 jaar voerde spr. aan, dat de voor
gestelde leeftijd te jong is. Uitvoerig
ging hij in op de gevolgen van inter
nationale samenwerking in verband
met de Nederlandse wetten, daar de
Met de regering van de Ver. Staten
is overeenstemming bereikt over de be
steding van 856.8 millioen van het sal
do op de speciale rekening by de Ne
derlandse Bank, waarop de tegenwaar
de in guldens wordt gestort van de
dollarschenkingen, voortvloeiende uit
de economische en militaire hulpverle
ning.
Voor schuldaflossing bjj de Ned.
Bank zal f750.000.000 voor de bouw
van 14 mijnenvegers f76.300.000 en
voor productiviteitsbevordering in
Nederland f 30.000.000 worden besteed.
De bouw van de 14 mijnenvegers
maakt deel uit van een meer omvat
tend plan, hetwelk de constructie van
in totaal 32 mijnenvegers beoogt. Over
de bouw van de overige 18 mijnen
vegers, door Nederlandse werven af
te leveren, voor Amerikaanse reke
ning, zijn thans nog onderhandelingen
gaande.
Het ligt in de bedoeling van de Ne
derlandse regering de f30 millioen te
gebruiken voor de subsidiëring van
technische bijstandsprojecten, de fi
nanciering van een aantal projecten
ter verhoging van de productiviteit
van het Nederlandse bedrijfsleven,
alsmede voor subsidie aan de Contact
groep Opvoering Productiviteit en
andere instellingen, die zich tot doel
stellen de productiviteit in Nederland
te bevorderen.
De Nederlandse Bond voor Ouden van
Dagen heeft de minister van Sociale Za
ken verzocht de bepaling in het aange
kondigde wetsontwerp tot verlenging van
de noodwet-ouderdomsvoorziening met
twee jaar, dat de eerste 100,eigen
inkomen niet afgetrokken zal worden,
zodanig te wijzigen, dat de eerste ƒ200,
niet afgetrokken zal worden.
Gistermiddag zijn met het s.s. „Water
man" uit Rotterdam 850 Nederlandse
emigranten naar Canada vertrokken. De
Waterman" wordt 2 April in Halifax
verwacht.
HET PRAALGRAF VAN DE GEBROEDERS EVERTSEN.
Twee geniussen (beschermgeesten) met treurgewaad omhangen, bewe
nen de dood van de zeehelden. Tussen hen in is de steen met de op
schriften, aan de voet daarvan wordt een zeegevecht geleverd. Naar
voren rusten op twee zwart marmeren graftomben de beide admiralen
in volle wapenrusting (in wit marmer uitgevoerd) met de bevelhebbers
staf in de hand. Terzijde van hen is een helm en grafnaald als ver
siering aangebracht en in de hoogte boven het opschrift zien we te
midden van oorlogstekens de wapenen van Nederland, Zeeland en
Oranje. Het kunstwerk, geheel in zwart en wit marmer vervaardigd
door Rombout Verhulst, die ook het praalgraf van De Ruyter in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam vervaardigd heeft, heeft een bewogen ge
schiedenis om zich heen zien afspelen. Een geschiedenis die voorlopig
haar einde vond toen het monument onlangs van de Nieuwe Kerk
te Middelburg naar het middenkoor, de z.g. „trouwkerk" werd ver
plaatst.
Johan Evertsen (geboren 1600) en
zijn tien jaar jongere broer Cornelis
zijn wel de twee bekendste personen
uit het heldengeslacht Evertsen, waar
van negen leden hun leven verloren
hebben in dienst van het vaderland.
Ook deze twee broers zijn kort na
elkaar gesneuveld in de strijd tegen
Engeland. Beide hadden de rang van
luitenant-admiraal, de hoogste rang
van zee-officier, opperbevelhebber
van het Zeeuwse gedeelte der vloot,
die zich gereed maakte om de strijd
aan te binden tegen die van Enge
land.
MARNIX D'HONTENISSE
29.
Kort daarop kwam een jongen met een bericht van
dokter Schaarsbergen, dat vertelde dat in de openbare
school de eerste Franse gewonden waren aangekomen.
Een paar waren stervende en nu vroeg dokter of Versen-
daal even bij hun bed wilde komen.
Op het plein voor de school was het druk. Er stonden
een paar Rodekruis auto's en gewonden werden op bran-
oards de school in gedragen. Versendaal zag het bleek,
strak gelaat van dokter Schaarsbergen gebogen over een
Frans soldaat. Hij had een kromme langbenige schaar
in zijn hand, op zijn witte jas vertoonden zich bloedvlek
ken, als op een slagersjas. Een verpleegster en mevrouw
De Wilde, die ook in costuum was, waardoor hij haar
eerst niet herkende, verleende hulp. Een weeïge lucht
van bloed drong in zijn neus. Uit een ander lokaal hoorde
hij zwak gekerm. Dokter Schaarsbergen wenkte hem met
de hand het andere lokaal in te gaan- Daar lagen op veld
bedden twee rijen gewonden en een paar Rodekruissol-
daten waren bezig een zestal doden weg te dragen, die
zo juist aan hun wonden bezweken waren. Hij werd door
een rodekruissoldaat bij een stervende gebracht. Het as
grauwe gelaat van de man, die een schotwond door zijn
buik gekregen had, lag enigermate van hem afgewend.
Toen hij hem aansprak keerde hij het hoofd naar hem toe.
De holle ogen schenen hem niet meer te kunnen onder
scheiden. Ze keken langs hem heen. Uit het murmelend
gestamel begreep Versendaal, dat de man vroeg om het
laatste sacrament.
Een ogenblik keek Versendaal hulpeloos om zich heen.
Wat kon hij hier nog doen? Toen greep hij het Franse
bijbeltje, dat hij had meegebracht en begon een paar
verzen uit Psalm 23 te lezen. De stervende trachtte een
kruis te maken. Zijn rechterhand gleed van zijn hoofd
naar zijn beide schouders. Versendaal bad met hem- Het
duurde slechts enkele minuten, toen gleed hij langzaam
weg in de dood.
De rodekruissoldaten haalden ook hem weg, want er
moest plaats gemaakt worden voor anderen, die werden
binnen gebracht.
Versendaal hielp waar hy kon. Hij hoorde bidden en
vloeken, zuchten en kermen, tot de morfinespuitjes de
stakkers verdoofden. Zij, die geholpen waren en voor ver
dere behandeling vervoerd konden worden, werden naar
de ziekenhuizen in het nabije'stadje gebracht. Een jongen
van nauwelijks twintig jaar riep al maar om zijn vader.
Een der rodekruissoldaten vertelde Versendaal, dat de
jongen hier samen met zijn vader gevochten had. Deze was
echter door een schot in het hoofd gesneuveld. De jongen
wist het niet; behoefde het ook niet te weten, want hij
zou ook sterven.
Een zwaar gewonde man van veertig jaar vroeg Ver
sendaal een kort briefje te schrijven, dat hij versturen wilde
aan zijn vrouw en kinderen. Het was een kort, hartver
scheurend epistel, waarin iemand afscheid nam van het
leven, zonder er van te kunnen scheiden- Hij deed zijn
ring van zijn vinger, een dikke gouden ring met een
zwarte zegelplaat. Dia moest met de brief aan het zelfde
adres gezonden worden in Noyon.
Versendaal beefde, hij voelde zijn knieën knikken en
hij kreeg het benauwd. Hij liep het schoolplein op, dronk
een glas water en ging toen deze hel van leed weer bin
nen. Schaarsbergen kon het, dus moest hij het ook kunnen.
Anderhalf uur lang hielp hij waar hij kon.
Toen hield de aanvoer van gewonden op. Enkele lagen
onder zware narcose, anderen liepen met verbonden hoofd
of armen over het schoolplein, nog een paar lagen onder
lakens, opgebaard om begraven te worden.
God! God, is dat uw wereld! zuchtte Versendaal toen
hij naar de pastorie terugkeerde.
Hij was niet in staat een stuk brood door zijn mond
te krijgen. Hij zonk op zijn studeerkamer in zijn stoel en
staarde verwezen het raam uit- Een rodekruiswagen pas
seerde juist met een nieuwe lading gewonden, die voor
lopig geholpen waren en nu naar het stadje warden ge
bracht. Zijn vrouw kwam bij hem staan en legde haar
hand op zijn schouder.
Zes en vijftig doden, vijf en veertig zwaar gewon
dener is een vader en een zoon bij, allebei dood....
stamelde hij.
(Wordt vervolgd-)
I 17°-
Voordien hadden ze dappere daden
verricht in de 80-jarige oorlog tegen
Spanje en tegen de gevreesde kapers
uit Duinkerken.
Nu was de oorlog met Engeland
uitgebroken, voor de tweede keer
zelfs. De eerste Engelse oorlog was
slecht afgelopen: onze vloot beteken
de niet veel en kon niet tegen de
Engelse op.
Maar in de tweede Engelse oorlog
stond Nederland er beter voor. De
vloot was aanzienlijk uitgebreid en
versterkt. Het was in deze oorlog
dat de twee broeders EVertsen de
dood vonden. Cornelis sneuvelde op
11 Juni 1666 in de vierdaagse zeeslag
en zijn oudere broer Johan nog geen
twee maanden later op 5 Augustus
in één der eerste gevechten van de
tweedaagse zeeslag.
Achting.
Nadat beide mannen op plechtige
wijze in de St. Pieterskerk begraven
waren, besloten de Staten van Zee
land uit achting voor hun daden een
praalgraf op hun graf op te richten.
Ook zorgden ze er voor, dat hun zo
nen een goede betrekking kregen,
zelfs de zoon van Cornelis, die twee
maanden na de dood van zijn vader
geboren werd en een lijfrente kreeg
van 25 pond 'sjaars f150). Dit
was Johan Zeelandicus, de enige die
niet in zeedienst ging; hij werd
secretaris van Vlissingen.
Onenigheid.
Het heeft verscheidene jaren ge
duurd eer het grafmonument er was.
De erfgenamen werden ongeduldig en
schoten de benodigde kosten (f 6000)
voor tegen een rente van 4 pet. Maar
ze hebben het geld nooit terugge
kregen, want toen het praalgraf klaar
was, ontstond er onenigheid over het
opschrift.
In 1680 werd het werk aan de be
kende beeldhouwer Rombout Verhulst
opgedragen, die hiermee ongeveer 3
jaar later klaar was. Hij had, in op
dracht van de Staten, er een zeer uit
voerig relaas ingebeiteld (in het La
tijn) over de levensloop der beide
broeders. Helemaal In orde, zal men
zeggen. Maar In dit opschrift werden
Tromp en De Ruyter groot genoemd,
terwijl van de Evertsens gezegd werd,
dat ze als tweede in rang onder deze
beide groten gediend hadden. Dit nu
vond de familie minder gepast, om op
het graf van de gebroeders Evertsen
te gaan praten over de grootheid van
anderen. Hun zonen vonden dit een
miskenning van de daden hunner va
ders.
Het was vooral Cornelisde zoon
van Cornelis, die zijn vader had opge
volgd als luitenant-admiraal van Zee
land, die hiertegen heftig te keer ging.
Wegens zijn woestheid en opvliegend
karakter werd deze wel genoemd
Keesje de Duivel. Hij kreeg hevige
ruzie met de Staten, die zijn gedrag
vermetel en verwaand noemden. Er
bestaat zelfs een verhaal, dat hij zich
op een avond met een steenhouwer in
de kerk liet opsluiten en 's nachts het
opschrift liet wegbeitelen. Hij be
schouwde het monument als eigendom
der familie en meende dus het recht
daartoe te hebben.
Dc Engelsen,
In 1809 (in de Franse tijd dus) land
den de Engelsen bij Vrouwenpolder en
veroverden geheel Walcheren, waarbij
Vlissingen toen hevig gebombardeerd
werd.
In Middelburg hadden ze kazerne
ruimte nodig en hiervoor werd hun
de St. Pieterskerk afgestaan, waarin
ze c.a. 4 maanden waren ingekwar
tierd. Na hun vertrek zag de kerk er
verwaarloosd en gehavend Uit. Zij is
nadien niet meer voor de eredienst
gebruikt en in 1834 afgebroken. Op
de plaats ervan (op het Hofplein)
staan nu een Geref. kerk en enkele
herenhuizen.
Ook het praalgraf was enigszins be
schadigd.
Het werd na restauratie overge
bracht naar de Nieuwe Kerk, waar
het in 1818 werd ingewijd. Op de
plaats van het oude opschrift waren er
deze worden ingebeiteld:
Ter eeuwige nagedachtenis
van de
onsterfelijke zeehelden
de gebroeders
Johan en Cornelis Evertsen
Luitenant-admiralen van Zeeland
beiden
strijdende voor het vaderland
gesneuveld
In den jare MDCLXVI.
internationale beslissingen volgens
spreker niet in strijd met onze wet
ten mogen zijn. Het voorstel om de
minimumleeftijd van een ter regering
geroepen vorst te brengen van 18 naar
21 jaar in verband met de uitbreiding
der staatkundige vraagstukken achtte
hij redelijk, al staat hiertegenover de
noodzaak om de periode voor de re
gent zo kort mogelijk te houden. Dit
complex van vraagstukken maakt het
uitbrengen van de stemmen een kwes
tie van vertrouwen in groepering, dus
een beginselkeuze.
Inzake de Nederlandse staatkundige
positie wees spreker op het helaas som
bere beeld van de huidige situatie. De
blik mag hierby niet beperkt biyven
binnen de Nederlandse grens, daar de
internationale vragen en gebeurtenis
sen diep ingrijpen in het Nederlandse
staatkundige leven. Spr. dankt God, dat
het ons is vergund in vrijheid byeen
te komen, terwyi elders in de wereld
dit voorrecht vaak ontbreekt. Vijf jaar
lang heeft men hier ervaren wat dit
betekent en de vrees, dat nogmaals in
ergere mate die toestand terugkomt, is
niet geheel ongegrond.
Verder liet spreker de revue passe
ren de ontwikkeling in Korea, Indo-
China, Br. Indië, Perzië, Egypte, Tunis
en Marokko en de grote spanning
welke wordt aangewakkerd door com
munistische invloed. Bovendien leven
we vlak bij het IJzeren Gordijn met
daarachter hevige be vapening. Deze
ernstige verschijnselen mag men niet
lichtvaardig voorbijlopen. Als strijd
hiertegen dienen sociale voorzienin
gen en bewapening.
De drie grote problemen waarvoor
straks het nieuwe Kabinet zal komen
te staan zijn dezelfde als tydens de
motie-Oud en de daaropvolgende rege
ringscrisis n.l. militaire vraagstuk, lo
nen en prijzen 'en handelsbalans. Uit
voerig ging spreker hierop dieper in.
Zijn conclusie was, dat over de klei
ne politieke muurtjes moet worden
heengekeken. De grote vraagstukken
vragen om gezamenlijke uitwerking.
Spreker sprak de hoop uit, dat men
zou kunnen komen tot de vorming van
een Kabinet op z: breed mogelijke ba
sis na de verkiezingen, tenzij de eisen
van de „weg naar vrijheid", die te ver
gaan, worden gesteld. Gezamenlijk
dient het Nederlandse volk een be
hoorlijke regeling te treffen.
Van groot belang is het C.H. be
ginsel hierbij. Het beginsel wil zeggen
dat men de ontwikkeling van de his
torie ziet, welke geen dag en geen uur
stil staat. Men moet meewerken met
menselijke kracht voor de opbouw van
het staatkundig en maatschappelijk
leven, met de hand op de Schrift, lettend
op de grote lynen van Gods Woord.
Spreker hoopte dat men het vertrou
wen ook nu weer zal schenken aan dit
beginsel.
Iets lager staat op een kleine steen:
Dit praalgraf, op last der Staten van
Zeeland gesticht, is uit de St. Pieters
kerk herwaarts overgebracht op bevel
des Konings. Anno 1818.
By het bombardement van Middel
burg op 17 Mei 1940 en de brand in
de Nieuwe Kerk en de Abdpgebouwen
is het monument slechts weinig bescha
digd. Daarna heeft men er een muurtje
om gemetseld om het tijdens de herstel
werkzaamheden der kerk te beveiligen.
En kort geleden had de zoveelste ver
plaatsing plaats van het monument. Zal
het de laatste keer geweest zijn?
L. v. W.
Rapport schoolartsendienst Walcheren, Noord-Beveland
en Zuid-Beveland West.
Behalve op Noord-Beveland is de toestand van de
schoolgebouwen bevredigend»
By het normale systematische onder- In totaal werden 26 kinderen uitge-
zoek van de schooljeugd op Walcheren, zonden naar vacantieoorden.
Noord-Beveland en Zuid-Beveland (West)
bleek in 1951 op medisch gebied weinig
te zijn veranderd. De kinderen maakten
een goede indruk. Onvoldoende was ech
ter het aantal kinderen met een onvol
doende gezichtsscherpte. Van de 3668 on
derzochten moesten bij 295 schoolkinde
ren afwükingen van het oogorgaan wor
den geconstateerd. Hoewel de school
tandartsendienst uiterst nuttig werk ver
richtte bleef het gebit een zwakke plek
in de resultaten van het onderzoek. Een
andere moeilijkheid in het jaar 1952 was,
dat kinderen uit financiële overwegingen
niet die voeding konden krijgen, die ge
wenst was.
Van de 2668 kinderen, die in het jaar
1951 werden onderzocht, vond men bij
1735 kinderen in het geheel geen afwij
king.
Slechte scholen zijn de gebouwen van
de openbare lagere scholen te Colijns-
plaat en Kortgene en de Hervormde
school te Kamperland. Over het alge
meen kan men echter wel tevreden zijn
over de toestand van de schoolgebouwen.
Men onderzocht 3766 kinderen op t.b.c.
Na nadere doorlichting bleek het aantal
actieve gevallen 2 te zijn. Bij leerlingen
van de hogere klassen van de lagere
scholen, U.L.O. scholen, Middelbare scho
len en Industriescholen werd een B.C.G.-
vaccinatie verricht om de immuniteit te
verhogen. Deze vaccinatie is bij het mid
delbaar- en industrie-onderwijs een groot
succes geweest.
Veiling nalatenschap van wijlen
prof. dr Willem Mengelberg.
In Amsterdam is de veiling begonnen
van een groot aantal stukken uit de na
latenschap van wijlen prof. dr. Willem
Mengelberg.
De opbrengst van deze veiling komt
ten goede aan de „Willem Mengelberg
Stichting", die het beheer zal voeren over
het landhuis van de overledene, dat in
gericht wordt als rust- en vacantieoord
voor musici, waarbij aan de- leden van
het Amsterdamse concertgebouworkest
voorrang wordt gegeven.