VAN HOUTEN'S SANAT0GÊn Nederlandse regering wenst bevoegdheid tot sluiting van bedrijfstakken. Keesje de Duivel liet zich in de kerk opsluiten. ZEELAND DOOR WATER EN VUUR WEK DE GAL IN UW LEVER OP Tilanus pleitte voor een Kabinet op zo breed mogelijke basis» Aantal kinderen met onvoldoende gezichtsscherpte neemt toe» Diepingrijpend in het economische leven In gevallen van overcapaciteit, met het oog op de industrialisatie en in het kader van internationale samenwerking, Vergunningstelsel bij buiten gewone omstandigheden. ELKCHOCOLADEKORRELS 90 ct. per 250 gram Dollars voor 14 mijnenvegers. Rumoer rond een praalgraf En hij veranderde het opschrift, dat niet de Zeeuwse helden, de gebr. Evertsen, maar Tromp en De Ruyter eerde. Twee dappere broers. Zeeuwse Wandelingen Pagina Woensdag 26 Maart 1952 ZEEUWSCH DAGBLAD Pagina 5 In een by de Tweede Kamer Ingediend wetsontwerp vraagt de regering de bevoegdheid om, gelet op de omstandigheden, die zich in een bepaalde tak Van nijverheid kunnen voordoen, tot slotting van die bedryfstak over te jaan en mitsdien voor de vestiging van nieuwe en de uitbreiding van be- taande ondernemingen een vergunning van overheidswege te eisen. Deze ngrijpende bevoegdheid is omschreven in het wetsontwerp „ter regeling om rent de vestiging en uitbreiding van ondernemingen van nyverheid". Het reedt in het voetspoor van de bedryfsvergunnlngenwet 1988 en vervangt bo vendien een stuk bezettingsrecht, n.l. het befaamde Besluit Algemeen Vesti gingsverbod Kleinbedryf 1941. De regering voert drie gronden aan de sluiting ten hoogste twee jaar zyn, met het oog op de industrialisatie is ten hoogste vyf Jaar toegelaten en voor de sluiting op grond van volkenrechteiyke verplichtingen is geen maximale gel dingsduur voorgeschreven. Het wetsontwerp, houdende „rege ling betreffende beperking van de mo- geiykhoid van vestiging en uitbreiding van ondernemingen in geval Van bui tengewone omstandigheden" wil de re- Yoor haar standpunt. De eerste ziet gij in een bestaande of dreigende over- iipaciteit in een bedrijfstak, waarbij jeciaal wordt gedacht aan het gevaar an een ernstige kapitaalverspilling, iet criterium moet zodanig zijn ge- jteld, dat een gezonde ontwikkeling yan het bedrijfsleven zo min mogelijk wordt belemmerd en daarom mag de bevoegdheid tot sluiting slechts wor den gehanteerd, Indien een overcapa citeit een verbod van bedrijfsuitoefe ning in het algemeen belang doet zijn. INDUSTRIALISATIE. De tweede reden hangt samen met liet streven naar verdere industriali- latie van ons land. In verband daar mede kan het gewenst zijn de op lichting te stimuleren van één of eer ondernemingen in bedrijfstak en, die nog niet of niet noemens- aard in Nederland zijn vertegen- oordigd, maar die een nuttige aan- lling van onze industriële uitrus- ;ng betekenen. Het komt voor, dat an bepaalde zijde belangstelling voor pen dergelijk project bestaat, doch dat pen van de uitvoering weerhouden Wordt door de vrees, dat het voorbeeld spoedig door anderen zal worden ge volgd, terwijl voor een reeks van on dernemingen in deze bedrijfstak geen lonende bestaansmogelijkheid aanwe zig is. De regering ontveinst zich niet, dat een dergeiyke politiek gevaren Inhoudt. Het verlenen van „exclusiviteit" be tekent, dat de betrokken onderneming ireniang een sterkere positie op de ederlandse markt zal Innemen, maar daar staat tegenover, dat voor ons land waardevolle Initiatieven verloren kun- nen gaan, indien de regering niet de bevoegdheid tot sluiting zou bezitten. INTERNATIONALE SAMEN WERKING. In de derde plaats zal de behoefte eeen bevoegdheid tot sluiting van rijfstakken zich doen gevoelen in kader van de groeiende internatio nale samenwerking op economisch ge bied. Hierin past ongetwijfeld een Coördinatie van investeringen. Uiter aard zal de regering hierbij steeds in net oog houden de voor Nederland Strikte noodzaak van een met volle kracht voortgezette industrialisatie. De sluiting van een bedrijfstak zal oesohieden bij algemene maatregel van pestuur. De draagwijdte van de slui- flngsmaatregel kan van geval tot ge- Val uiteen lopen. De sluiting heeft êeze Inhoud gekregen, dat voor elke edrijfsuitoefening in beginsel een Vergunning vereist is, ook dus voor <je bedrijfsuitoefening in de bestaan de ondernemingen. Hierdoor krijgt de overheid een nauwkeurig inzicht in de omvang van de bedrijfstak en kun nen overtredingen op eenvoudige wijze worden vastgesteld. In het geval van overcapaciteit kan (Ingezonden Mededeling advert.) U snit 's morgens „kiplekker" uit bed springen. Blke dag moet uw lever een liter gal In uw ingewanden doen stromen, andera verteert uw voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige CARTER'S LEVERPILLiETJeS om die liter gal op te wekken en uw spijsvertering en ftoelgang op natuurlijke wijze te regelen. Jen plantaardig zacht middel, onover troffen om de gal te doen stromen. Eist Carter's Leverpilleties. gering do bevoegdheid geven een ver gunningenstelsel toe te passen ten be hoeve van de investeringsbeperking onder buitengewone omstandigheden. Al» zodanig ziet de regering „een zodanige wanverhouding tussen het aanbod van goederen en de vraag daarnaar voor verbruiks- en investe ringsdoeleinden, dat buitengewone maatregelen nodig zijn om de dekking te verzekeren van de op economische en sociale gronden meest urgent te achten behoeften". Deze situatie kan zich met name voordoen in oorlogstijd, in de daarop volgende periode en in een tijd van oorlogsdreiging of als ge volg van een door oorzaken, die bui ten de de macht der regering liggen, teweeggebrachte zozeer ongunstige ontwikkeling der betalingsbalansposi tie, dat globale maatregelen daarte gen niet voldoende effect kunnen sor teren. De huidige internationale situatie is zodanig, dat de regering van mening is, dat zy by voortduring de instrumenten ter beschikking moet houden om zono dig dieper in het economische leven te kunnen ingrypen. By Kon. Besluit wordt steeds bepaald, wanneer de regeling in werking treedt. De Staten-Generaal moeten binnen 14 dagen daarna beslis sen. KERK EN SCHOOL Ds A. M. Spiering naar Canada Ds A. M. Spiering, ziekenhuispredikant' van de Geref. Kerk van Groningen, is als geestelijk verzorger met de „Zuider kruis", die emigranten naar Canada brengt, meegegaan. Ds Spiering zal en kele weken in Canada verblijven, waar hij tevens kennis zal nemen van de or ganisatie van het pastorale werk in de ziekenhuizen. Vereniging van predikanten der Geref. Kerken. Ter jaarvergadering van bovenge noemde vereniging, in de Paasweek te Utrecht, moet een nieuwe voorzitter wor den gekozen, aangezien prof. dr. F. W. Grosheide zich niet herkiesbaar heeft gesteld. Van het bestuur treden ditmaal af de heren ds D. Scheele te As sen en prof. dr. R. Schippers te Amster dam, die herkiesbaar zijn. De aftredende redacteuren van het Geref. Theoi. Tijd schrift zijn prof. dr. G. C. Berkouwer en prof. dr. G. M. den Hartogh. Twee Herv. predikanten met emeritaat. Ds H. A. Leenmans, Ned. Herv. pred. te Bleskensgraaf, gaat 1 Mei a.s. wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd met emeritaat. Ds Leenmans werd in 1887 geboren en in 1914 predikant te Schooneueek. Hij diende de gemeenten van Oudemirdum, Bodegraven, Delft, Ede, Ysselmuiden, Houten én deed in '49 intrede te Bleskensgraaf. Ook ds A. Veldkamp, Ned. Herv. pred. te Schingen, gaat 1 Mei a.s. met emeri taat, wegens het bereiken van de 65-ja- rige leeitijd. Ds Veldkamp, die in 1887 geboren werd, aanvaardde in 1913 het predikambt te Obdam en diende de ge meenten van Dongjum, Midwolda en Leek, Tolbert, Winsum (Gron.) en ver bond zich in 1946 aan de gemeente van Schingen. (Ingezonden Mededeling advert.) n Boterham belegging die nooit verveelt 1 m (Ingez. mededeling, adv.) Door ziekte achterop geraakt? Geef Uw kind toch dadelijk Sanatogen. Dat geeft precies die opbouwstoffen, waar zijn bloed en zenuwen naar hunkeren. Z'n eetlust - waar U nu zo mee te tobben hebt - keert terug. Er komt weer kleur op de wangen en allengs wijken zwakte en slapheid voor frisse gezondheid nieuwe levenslust. Het zenuwsterkende voedsel Rede voor de C.-H. te Vlissingen De nieuwe regering blijft voor dezelfde moeilijkheden staan. In een volle zaal aan de Noordstraat te Vlissingen kwam de Statenkring Vlissingen van de C.H.TJ. bijeen. Na de opening door de Statenkringvoorzitter, de beer Dey uit Souburg, kwam aan het woord de heer H. W. Tilanus, lid van de Tweede Kamer der Staten-Ge neraal. De heer Tilanus sprak zijn dank uit aan de leden voor de getoonde trouw, vooral na de jaren 1945, toen Neder land zocht naar de nieuwe politieke ljjn. Sinds zijn eerste bezoek aan Vlis singen in 1916 getuigen de cijfers van een gestadige groei, vooral de na-oor- logse jaren. Hieruit blijkt, dat het C.H. beginsel in groeiende mate aanwezig is. In het kader van zijn onderwerp: „Staatkundige vragen van deze tijd'" behandelde hij de Grondwetswijzigin gen, alsmede de algemene politieke toestand van Nederland. Inzake de verlaging van de leeftijd voor het passieve kiesrecht van 30 tot 23 jaar voerde spr. aan, dat de voor gestelde leeftijd te jong is. Uitvoerig ging hij in op de gevolgen van inter nationale samenwerking in verband met de Nederlandse wetten, daar de Met de regering van de Ver. Staten is overeenstemming bereikt over de be steding van 856.8 millioen van het sal do op de speciale rekening by de Ne derlandse Bank, waarop de tegenwaar de in guldens wordt gestort van de dollarschenkingen, voortvloeiende uit de economische en militaire hulpverle ning. Voor schuldaflossing bjj de Ned. Bank zal f750.000.000 voor de bouw van 14 mijnenvegers f76.300.000 en voor productiviteitsbevordering in Nederland f 30.000.000 worden besteed. De bouw van de 14 mijnenvegers maakt deel uit van een meer omvat tend plan, hetwelk de constructie van in totaal 32 mijnenvegers beoogt. Over de bouw van de overige 18 mijnen vegers, door Nederlandse werven af te leveren, voor Amerikaanse reke ning, zijn thans nog onderhandelingen gaande. Het ligt in de bedoeling van de Ne derlandse regering de f30 millioen te gebruiken voor de subsidiëring van technische bijstandsprojecten, de fi nanciering van een aantal projecten ter verhoging van de productiviteit van het Nederlandse bedrijfsleven, alsmede voor subsidie aan de Contact groep Opvoering Productiviteit en andere instellingen, die zich tot doel stellen de productiviteit in Nederland te bevorderen. De Nederlandse Bond voor Ouden van Dagen heeft de minister van Sociale Za ken verzocht de bepaling in het aange kondigde wetsontwerp tot verlenging van de noodwet-ouderdomsvoorziening met twee jaar, dat de eerste 100,eigen inkomen niet afgetrokken zal worden, zodanig te wijzigen, dat de eerste ƒ200, niet afgetrokken zal worden. Gistermiddag zijn met het s.s. „Water man" uit Rotterdam 850 Nederlandse emigranten naar Canada vertrokken. De Waterman" wordt 2 April in Halifax verwacht. HET PRAALGRAF VAN DE GEBROEDERS EVERTSEN. Twee geniussen (beschermgeesten) met treurgewaad omhangen, bewe nen de dood van de zeehelden. Tussen hen in is de steen met de op schriften, aan de voet daarvan wordt een zeegevecht geleverd. Naar voren rusten op twee zwart marmeren graftomben de beide admiralen in volle wapenrusting (in wit marmer uitgevoerd) met de bevelhebbers staf in de hand. Terzijde van hen is een helm en grafnaald als ver siering aangebracht en in de hoogte boven het opschrift zien we te midden van oorlogstekens de wapenen van Nederland, Zeeland en Oranje. Het kunstwerk, geheel in zwart en wit marmer vervaardigd door Rombout Verhulst, die ook het praalgraf van De Ruyter in de Nieuwe Kerk te Amsterdam vervaardigd heeft, heeft een bewogen ge schiedenis om zich heen zien afspelen. Een geschiedenis die voorlopig haar einde vond toen het monument onlangs van de Nieuwe Kerk te Middelburg naar het middenkoor, de z.g. „trouwkerk" werd ver plaatst. Johan Evertsen (geboren 1600) en zijn tien jaar jongere broer Cornelis zijn wel de twee bekendste personen uit het heldengeslacht Evertsen, waar van negen leden hun leven verloren hebben in dienst van het vaderland. Ook deze twee broers zijn kort na elkaar gesneuveld in de strijd tegen Engeland. Beide hadden de rang van luitenant-admiraal, de hoogste rang van zee-officier, opperbevelhebber van het Zeeuwse gedeelte der vloot, die zich gereed maakte om de strijd aan te binden tegen die van Enge land. MARNIX D'HONTENISSE 29. Kort daarop kwam een jongen met een bericht van dokter Schaarsbergen, dat vertelde dat in de openbare school de eerste Franse gewonden waren aangekomen. Een paar waren stervende en nu vroeg dokter of Versen- daal even bij hun bed wilde komen. Op het plein voor de school was het druk. Er stonden een paar Rodekruis auto's en gewonden werden op bran- oards de school in gedragen. Versendaal zag het bleek, strak gelaat van dokter Schaarsbergen gebogen over een Frans soldaat. Hij had een kromme langbenige schaar in zijn hand, op zijn witte jas vertoonden zich bloedvlek ken, als op een slagersjas. Een verpleegster en mevrouw De Wilde, die ook in costuum was, waardoor hij haar eerst niet herkende, verleende hulp. Een weeïge lucht van bloed drong in zijn neus. Uit een ander lokaal hoorde hij zwak gekerm. Dokter Schaarsbergen wenkte hem met de hand het andere lokaal in te gaan- Daar lagen op veld bedden twee rijen gewonden en een paar Rodekruissol- daten waren bezig een zestal doden weg te dragen, die zo juist aan hun wonden bezweken waren. Hij werd door een rodekruissoldaat bij een stervende gebracht. Het as grauwe gelaat van de man, die een schotwond door zijn buik gekregen had, lag enigermate van hem afgewend. Toen hij hem aansprak keerde hij het hoofd naar hem toe. De holle ogen schenen hem niet meer te kunnen onder scheiden. Ze keken langs hem heen. Uit het murmelend gestamel begreep Versendaal, dat de man vroeg om het laatste sacrament. Een ogenblik keek Versendaal hulpeloos om zich heen. Wat kon hij hier nog doen? Toen greep hij het Franse bijbeltje, dat hij had meegebracht en begon een paar verzen uit Psalm 23 te lezen. De stervende trachtte een kruis te maken. Zijn rechterhand gleed van zijn hoofd naar zijn beide schouders. Versendaal bad met hem- Het duurde slechts enkele minuten, toen gleed hij langzaam weg in de dood. De rodekruissoldaten haalden ook hem weg, want er moest plaats gemaakt worden voor anderen, die werden binnen gebracht. Versendaal hielp waar hy kon. Hij hoorde bidden en vloeken, zuchten en kermen, tot de morfinespuitjes de stakkers verdoofden. Zij, die geholpen waren en voor ver dere behandeling vervoerd konden worden, werden naar de ziekenhuizen in het nabije'stadje gebracht. Een jongen van nauwelijks twintig jaar riep al maar om zijn vader. Een der rodekruissoldaten vertelde Versendaal, dat de jongen hier samen met zijn vader gevochten had. Deze was echter door een schot in het hoofd gesneuveld. De jongen wist het niet; behoefde het ook niet te weten, want hij zou ook sterven. Een zwaar gewonde man van veertig jaar vroeg Ver sendaal een kort briefje te schrijven, dat hij versturen wilde aan zijn vrouw en kinderen. Het was een kort, hartver scheurend epistel, waarin iemand afscheid nam van het leven, zonder er van te kunnen scheiden- Hij deed zijn ring van zijn vinger, een dikke gouden ring met een zwarte zegelplaat. Dia moest met de brief aan het zelfde adres gezonden worden in Noyon. Versendaal beefde, hij voelde zijn knieën knikken en hij kreeg het benauwd. Hij liep het schoolplein op, dronk een glas water en ging toen deze hel van leed weer bin nen. Schaarsbergen kon het, dus moest hij het ook kunnen. Anderhalf uur lang hielp hij waar hij kon. Toen hield de aanvoer van gewonden op. Enkele lagen onder zware narcose, anderen liepen met verbonden hoofd of armen over het schoolplein, nog een paar lagen onder lakens, opgebaard om begraven te worden. God! God, is dat uw wereld! zuchtte Versendaal toen hij naar de pastorie terugkeerde. Hij was niet in staat een stuk brood door zijn mond te krijgen. Hij zonk op zijn studeerkamer in zijn stoel en staarde verwezen het raam uit- Een rodekruiswagen pas seerde juist met een nieuwe lading gewonden, die voor lopig geholpen waren en nu naar het stadje warden ge bracht. Zijn vrouw kwam bij hem staan en legde haar hand op zijn schouder. Zes en vijftig doden, vijf en veertig zwaar gewon dener is een vader en een zoon bij, allebei dood.... stamelde hij. (Wordt vervolgd-) I 17°- Voordien hadden ze dappere daden verricht in de 80-jarige oorlog tegen Spanje en tegen de gevreesde kapers uit Duinkerken. Nu was de oorlog met Engeland uitgebroken, voor de tweede keer zelfs. De eerste Engelse oorlog was slecht afgelopen: onze vloot beteken de niet veel en kon niet tegen de Engelse op. Maar in de tweede Engelse oorlog stond Nederland er beter voor. De vloot was aanzienlijk uitgebreid en versterkt. Het was in deze oorlog dat de twee broeders EVertsen de dood vonden. Cornelis sneuvelde op 11 Juni 1666 in de vierdaagse zeeslag en zijn oudere broer Johan nog geen twee maanden later op 5 Augustus in één der eerste gevechten van de tweedaagse zeeslag. Achting. Nadat beide mannen op plechtige wijze in de St. Pieterskerk begraven waren, besloten de Staten van Zee land uit achting voor hun daden een praalgraf op hun graf op te richten. Ook zorgden ze er voor, dat hun zo nen een goede betrekking kregen, zelfs de zoon van Cornelis, die twee maanden na de dood van zijn vader geboren werd en een lijfrente kreeg van 25 pond 'sjaars f150). Dit was Johan Zeelandicus, de enige die niet in zeedienst ging; hij werd secretaris van Vlissingen. Onenigheid. Het heeft verscheidene jaren ge duurd eer het grafmonument er was. De erfgenamen werden ongeduldig en schoten de benodigde kosten (f 6000) voor tegen een rente van 4 pet. Maar ze hebben het geld nooit terugge kregen, want toen het praalgraf klaar was, ontstond er onenigheid over het opschrift. In 1680 werd het werk aan de be kende beeldhouwer Rombout Verhulst opgedragen, die hiermee ongeveer 3 jaar later klaar was. Hij had, in op dracht van de Staten, er een zeer uit voerig relaas ingebeiteld (in het La tijn) over de levensloop der beide broeders. Helemaal In orde, zal men zeggen. Maar In dit opschrift werden Tromp en De Ruyter groot genoemd, terwijl van de Evertsens gezegd werd, dat ze als tweede in rang onder deze beide groten gediend hadden. Dit nu vond de familie minder gepast, om op het graf van de gebroeders Evertsen te gaan praten over de grootheid van anderen. Hun zonen vonden dit een miskenning van de daden hunner va ders. Het was vooral Cornelisde zoon van Cornelis, die zijn vader had opge volgd als luitenant-admiraal van Zee land, die hiertegen heftig te keer ging. Wegens zijn woestheid en opvliegend karakter werd deze wel genoemd Keesje de Duivel. Hij kreeg hevige ruzie met de Staten, die zijn gedrag vermetel en verwaand noemden. Er bestaat zelfs een verhaal, dat hij zich op een avond met een steenhouwer in de kerk liet opsluiten en 's nachts het opschrift liet wegbeitelen. Hij be schouwde het monument als eigendom der familie en meende dus het recht daartoe te hebben. Dc Engelsen, In 1809 (in de Franse tijd dus) land den de Engelsen bij Vrouwenpolder en veroverden geheel Walcheren, waarbij Vlissingen toen hevig gebombardeerd werd. In Middelburg hadden ze kazerne ruimte nodig en hiervoor werd hun de St. Pieterskerk afgestaan, waarin ze c.a. 4 maanden waren ingekwar tierd. Na hun vertrek zag de kerk er verwaarloosd en gehavend Uit. Zij is nadien niet meer voor de eredienst gebruikt en in 1834 afgebroken. Op de plaats ervan (op het Hofplein) staan nu een Geref. kerk en enkele herenhuizen. Ook het praalgraf was enigszins be schadigd. Het werd na restauratie overge bracht naar de Nieuwe Kerk, waar het in 1818 werd ingewijd. Op de plaats van het oude opschrift waren er deze worden ingebeiteld: Ter eeuwige nagedachtenis van de onsterfelijke zeehelden de gebroeders Johan en Cornelis Evertsen Luitenant-admiralen van Zeeland beiden strijdende voor het vaderland gesneuveld In den jare MDCLXVI. internationale beslissingen volgens spreker niet in strijd met onze wet ten mogen zijn. Het voorstel om de minimumleeftijd van een ter regering geroepen vorst te brengen van 18 naar 21 jaar in verband met de uitbreiding der staatkundige vraagstukken achtte hij redelijk, al staat hiertegenover de noodzaak om de periode voor de re gent zo kort mogelijk te houden. Dit complex van vraagstukken maakt het uitbrengen van de stemmen een kwes tie van vertrouwen in groepering, dus een beginselkeuze. Inzake de Nederlandse staatkundige positie wees spreker op het helaas som bere beeld van de huidige situatie. De blik mag hierby niet beperkt biyven binnen de Nederlandse grens, daar de internationale vragen en gebeurtenis sen diep ingrijpen in het Nederlandse staatkundige leven. Spr. dankt God, dat het ons is vergund in vrijheid byeen te komen, terwyi elders in de wereld dit voorrecht vaak ontbreekt. Vijf jaar lang heeft men hier ervaren wat dit betekent en de vrees, dat nogmaals in ergere mate die toestand terugkomt, is niet geheel ongegrond. Verder liet spreker de revue passe ren de ontwikkeling in Korea, Indo- China, Br. Indië, Perzië, Egypte, Tunis en Marokko en de grote spanning welke wordt aangewakkerd door com munistische invloed. Bovendien leven we vlak bij het IJzeren Gordijn met daarachter hevige be vapening. Deze ernstige verschijnselen mag men niet lichtvaardig voorbijlopen. Als strijd hiertegen dienen sociale voorzienin gen en bewapening. De drie grote problemen waarvoor straks het nieuwe Kabinet zal komen te staan zijn dezelfde als tydens de motie-Oud en de daaropvolgende rege ringscrisis n.l. militaire vraagstuk, lo nen en prijzen 'en handelsbalans. Uit voerig ging spreker hierop dieper in. Zijn conclusie was, dat over de klei ne politieke muurtjes moet worden heengekeken. De grote vraagstukken vragen om gezamenlijke uitwerking. Spreker sprak de hoop uit, dat men zou kunnen komen tot de vorming van een Kabinet op z: breed mogelijke ba sis na de verkiezingen, tenzij de eisen van de „weg naar vrijheid", die te ver gaan, worden gesteld. Gezamenlijk dient het Nederlandse volk een be hoorlijke regeling te treffen. Van groot belang is het C.H. be ginsel hierbij. Het beginsel wil zeggen dat men de ontwikkeling van de his torie ziet, welke geen dag en geen uur stil staat. Men moet meewerken met menselijke kracht voor de opbouw van het staatkundig en maatschappelijk leven, met de hand op de Schrift, lettend op de grote lynen van Gods Woord. Spreker hoopte dat men het vertrou wen ook nu weer zal schenken aan dit beginsel. Iets lager staat op een kleine steen: Dit praalgraf, op last der Staten van Zeeland gesticht, is uit de St. Pieters kerk herwaarts overgebracht op bevel des Konings. Anno 1818. By het bombardement van Middel burg op 17 Mei 1940 en de brand in de Nieuwe Kerk en de Abdpgebouwen is het monument slechts weinig bescha digd. Daarna heeft men er een muurtje om gemetseld om het tijdens de herstel werkzaamheden der kerk te beveiligen. En kort geleden had de zoveelste ver plaatsing plaats van het monument. Zal het de laatste keer geweest zijn? L. v. W. Rapport schoolartsendienst Walcheren, Noord-Beveland en Zuid-Beveland West. Behalve op Noord-Beveland is de toestand van de schoolgebouwen bevredigend» By het normale systematische onder- In totaal werden 26 kinderen uitge- zoek van de schooljeugd op Walcheren, zonden naar vacantieoorden. Noord-Beveland en Zuid-Beveland (West) bleek in 1951 op medisch gebied weinig te zijn veranderd. De kinderen maakten een goede indruk. Onvoldoende was ech ter het aantal kinderen met een onvol doende gezichtsscherpte. Van de 3668 on derzochten moesten bij 295 schoolkinde ren afwükingen van het oogorgaan wor den geconstateerd. Hoewel de school tandartsendienst uiterst nuttig werk ver richtte bleef het gebit een zwakke plek in de resultaten van het onderzoek. Een andere moeilijkheid in het jaar 1952 was, dat kinderen uit financiële overwegingen niet die voeding konden krijgen, die ge wenst was. Van de 2668 kinderen, die in het jaar 1951 werden onderzocht, vond men bij 1735 kinderen in het geheel geen afwij king. Slechte scholen zijn de gebouwen van de openbare lagere scholen te Colijns- plaat en Kortgene en de Hervormde school te Kamperland. Over het alge meen kan men echter wel tevreden zijn over de toestand van de schoolgebouwen. Men onderzocht 3766 kinderen op t.b.c. Na nadere doorlichting bleek het aantal actieve gevallen 2 te zijn. Bij leerlingen van de hogere klassen van de lagere scholen, U.L.O. scholen, Middelbare scho len en Industriescholen werd een B.C.G.- vaccinatie verricht om de immuniteit te verhogen. Deze vaccinatie is bij het mid delbaar- en industrie-onderwijs een groot succes geweest. Veiling nalatenschap van wijlen prof. dr Willem Mengelberg. In Amsterdam is de veiling begonnen van een groot aantal stukken uit de na latenschap van wijlen prof. dr. Willem Mengelberg. De opbrengst van deze veiling komt ten goede aan de „Willem Mengelberg Stichting", die het beheer zal voeren over het landhuis van de overledene, dat in gericht wordt als rust- en vacantieoord voor musici, waarbij aan de- leden van het Amsterdamse concertgebouworkest voorrang wordt gegeven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Dagblad | 1952 | | pagina 5